LAATSTE BERICHTEN. BUITENLAND. Algemeen Overzicht. Beknopte Mededeelingen. INGEZONDEN STUKKEN. Verandering niet altijd verbetering. REPLIEK? Wil men dus dit ongedierte uit kisten, kof fers enlkasten verwijderd houden, dan behoeft men slechts een stukje naphtaline er in te leggen. Vooral op schepen kan dit eenvoudige mid del van onschatbare waarde'zijn. Omtrent de aanvaring van het stoomschip Prins Willem'! zijn door de A. R. Ct. de vol gende bijzonderheden ontleent aan .de mede- deelingen van een de r opvarenden. Het stoomschip dat, zooals men weet, van Parama ribo via Havre naar Amsterdam was bestemd en te 7 u. n. m. van den 19den December van Havre vertrok, stoomde met een N.Oostelpken koers in .het kanaal, toen het te 1 u. 15 :,des nachts, terwijl men^zich ongeveer .20 Eng. mij len ten Z.W. van Hastings bevond, (vermoede lijk) door het Eng. stalen barkschip Cloncaird aan stuurboordzijde werd aangevaren. Van het aanvarende schip werden geene lichten gezien, behalve toen de aanvaring plaats vond; toen zag men een rood licht en hoorde men de klok luiden. Dewijl de wind Z.W. was, lag het vaartuig bjj den wind over stuurboord met bakboord halzen toe. De opper- en tweede stuurman hadden de wacht en bevonden zich op de brug, een man was op den uitkijk, en het wachtvolk was aan dekhet weder was niet mistig en er was tamelijk goed vuurzicht. De aanvaring had plaats op de^hoogte van het groote luik, met zulk een geweld dat de laadpoort werd verbrijzeld en het schip van onder naar boven scheurde. De pompen werden onmiddellijk te werk gezet, doch het bleek spoedig dat het stoomschip niet te behouden was, waarom door kapt. Prins besloten werd te trachten het op den Franschen wal te zetten, doch door het) vele indringende water kreeg het zware slagzjjde en begon het erg in den kop te leggen, zoodat de schroef dikwijls uit het water kwam. Undertusschen' was het water zoodanig gewassen in het ruim, dat aan het behoud van het schip niet meer te denken viel, en men toevlucht moest nemen tot de booten, die steeds in uitmuntenden staat van uitrusting en proviandeering verkeerden. Eene der booten was door de aanvaring verbrijzeld en eene tweede sloeg aan stukken. De beide, (overige booten werden gelukkig te water gebracht en deze bleven zoo lang mogeljjk in de nabjjheid van de Prins Willem I, die men met het aan breken van den dag zag zinken. De houding en het gedrag der zeelieden, meerendeels van de eilanden Tessel, Vlie en Terschelling, was uitstekend, en voortdurend heeft ieder zijn best gedaan; alle bevelen werden stipt gehoorzaamd. Kapt, Prins was de laatste, die het zinkende vaartuig verliet, na vooraf gezorgd te hebben, dat specie en mails in de booten kwamen. Door den hevigen wind en de aanschietende zee was het verblijf in de boot ten hoogste afmattend, dewijl men voortdurend op de riemen moest bljjven om de booten met den kop op de zee te houden. Tegen 10 uur des ochtends werden de schipbreukelingen, doornat, koud en afgemat, op de Fransche vischsloep St. Claire opgenomen en later te Boulogne aan land ge zet. Over de ontvangst daar aan boord was de zeeman, die een en ander rapporteerde, in vervoering. De Franschen trokken hunne eigen drooge kleederen uit, om er de schipbreukelin gen mede te verwarmen. Ook de geredden uit de tweede boot, waarvan drie der opvarenden, de sergeant-schrjjver Riep, de matroos K. Edelen- bosch en de kok J. Engelschor, tengevolge van het omslaan der boot door de hooge zee bjj het langs zijde komen, verdronken, werden aan boord van het visschersvaartuig Amiens dat hen te Treport aan land bracht, allerhartelijkst ont vangen en behandeld, en bij hunne aankomst aldaar werden zij omhelsd en als in triomf weggedragen; ieder wedjjverde om een der ge redden in zjjn huis op te nemen, en spoedig zaten zij in de warmste kleeren. Hettlijk van den verongelukten matroos Edelenbosch, die een der beste en flinkste zeelieden aan boord was, en dat aan de kust in de nabjjheid van Treport aandreef, werd den volgenden dag be graven de lijkkist werd gedekt door de Fran sche vlag, die men zoo goed mogelijk als eene Nederlandsche had geplooid. Onder groote deelneming der bevolking, die bjj honderden het ljjk volgden, werd het grafwaarts gedragen. Des anderen daags werden de schipbreukelin gen naar Boulogne vervoerd, vanwaar zjj, zoo als reeds gemeld is, per stoomschip Schiedam der TV. A. S. M., dat daar van de Plata Rivier was gearriveerd naar het vaderland werden teruggebracht. Te Antwerpen zal eerlang een Zeemans. huis worden opgericht voor zeelieden van allerlei landaard. Den 28sten Februari wordt het gebouw aanbesteed. De kosten zjjn op 162,900 francs geraamd. Eene weduwe Gfissar heeft voor de stichting 300,000 francs aan de stad geschonken. Zondagmiddag is te Antwerpen aange houden de vermoedelijke moordenaar van de weduwe Bal en haren zoon, wier lijken aan den Schelde-oever en aan boord van de door hem bevaren Constance Marie gevonden werden. Hjj heet Lowieke (Lodewpk) Janssens, is deserteur van het 6e linie-regiment, en had sedert den 15en dezer maand zich als knecht verhuurd op het Rjjnschip Berthaaan boord waarvan hp zich blijkbaar verborgen gehouden heeft. Door de politie is onmiddellijk beslag gelegd op al hetgeen er van hem zich daar aan boord be vond, en onder de kleederen zjjn er door Alfons Bal herkend als aan zijnen Vermoorden broeder te hebben toebehoord, evenals een zilveren horloge, waarvan Janssens in het bezit gevonden werd.^Uit de Rupel is een pak bebloede kleederen opgevischt, waarvan het ondergoed gemerkt is F 59727, het stamboeknummer van Janssens bjj zijn regiment. Op de schepen met den naam van Thorlecke schjjnt geen zegen te rusten. Thans komt het bericht dat de Thorbecke F, geladen met gouvernements-koffie, bij Menado gestrand is. Het volk is gered. Eersten Kerstdag had te Parjjs op het Elysée het door mevr. Carnot bereide kinder feest plaats. Zij zelve ontving de 400 kleinen in de groote feestgalerjj. Zes kerstboomen, elk vjjf h zes meter hoog, volop behangen met geschenken voor de kinderen, waren op gericht. Twee kluchtspelen, voor die gelegen heid vervaardigd, getiteld Eene misdaad in de keuken en de Vacantie van een schooljongen, werden vertoond. Toen de voorstelling geëin digd was, werd de tafel aangericht voor het jeugdige volkje, dat eenige allergelukkigste uren doorleefd heeft. "Welk een eetlustWelk een gesmui En eindelijk het glanspunt] jvan het feest De Kerstboom. Elk der kinderen ontving bjj het heengaan een spaarbankboekje'met eene inschrijving,.van 10 fr. De verheugde gezichtjes harer gasten heeft mdme Carnot voldoende beloond voor het ge not, den armen kinderen geschonken. De Parjjsche gemeenteraad, heeft 40.000 frs. beschikbaar gesteld voor de arme gezinnen, die aan influenza ljjden. De Temps verzekert dat de griep thans met eene gelijkmatig verspreide hevigheid in gansch Parjjs woedt. De winkelstand maakt slechte zeken. Te Weenen heerscht "eene ware paniek onder de bevolking tengevolge van het woeden der influenza. De ongesteldheid van keizer Wilhelm heeft voor hem ernstige gevolgen de doktoren hebben hem verboden te jagen en te reizen, 't Is om ziek te worden van verveling. Tot groote vreugde van den Berljjnschen winkelstand zal aan het hof een groot g«- maskerd Dal gegeven worden. Alleen Ooster- sche costumes worden toegelaten. De keizer en de keizerin van Brazilië zijn Zondag middag uit Lissabon naar Coimbra ver trokken, waar zjj twee dagen bljjven. Daarna bezoeken zjj Oporto en misschion ook Brago om vervolgens naar Pau te gaan. De keizerin bracht Zondag afscheidsbezoeken aan koningin Amalia en de koningin-moeder Maria Pia. Een depeche uit Lissabon meldt, dat men het decreet der Braziliaansche regeering tot verban ning van dom Pedro enz. voor den grjjsaard verborgen tracht te houden. De electrieiteits-geleiddraden onder den grond te New-York schjjnen al even gevaar- ljjk als de >bovenaardsche." Geen bekleeding der draden en kabels schjjnt voldoende be stand tegen electriciteit van zoo hooge span ning, en het gevolg daarvan is, dat de elec triciteit het gas, dat uit de lichtgaspijpen in den bodem doorlekt doet ontvlammen en ont ploffen, zoodat nu en dan een groot gedeelte der straat in de lucht vliegt. Vele personen zjjn op deze wjjs gekwetst. Goes. In de heden middag gehouden zitting van den gemeenteraad waren afwezig de heeren Kakebeeke en Ds Jonge Mulock Houwer. Onder de ingekomen stukken behoorde een schrijven van het bestuur van het landhuis- houdkundig congres, waarbjj van de gemeente een subsidie van ƒ500 wordt gevraagd. Het 2e suppletoir kohier van den H. O. over 1889 werd goedgekeurd tot een bedrag van ƒ459.02 en dat der belasting op de honden tot een bedrag van 18. Op een verzoek van Y. Wierda om rooieering van het kohier van den H. O. 1889 in de le klasse, omdat zjjn inkomen niet toerekend zal zjjn om aan zjjn belasting-plicht te voldoen, werd gunstig beschikt. Daarna werd medegedeeld dat dr. J. Koo- man tegen 1 Januari e. k. ontslag neemt als lid van het burgerljjk armbestuur en als lid der openb. gezondheidscommissie, tevens dat hjj ontslag verzoekt als gemeentegeneesheer op zoodanig tijdstip als door den gemeenteraad een ander in zjjne plaats zal zjjn benoemd. Burg. en weth., ofschoon het besluit van dr. J. Kooman Az. betreurende, eerbiedigen zjjne aanvrage om ontslag en stellen voor hem een eervol ontslag uit zjjne betrekking als genees kundige der gemeente te verleenen, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, aan de gemeente bewezen, zulks te gen het tijdstip, dat zjjn opvolger in functie kan treden. De heer Quist deed eene poging om den heer Kooman als geneeskundige te behouden, doch van verschillende zjjden werd medegedeeld dat de verzoeker niet op zjjn aanvrage wenscht terug te komen. Het ontslag werd daarna op eervolle wjjze verleend. Alvorens tot vervulling der vacatures in de gezondheidscommissie over te gaan, wenschten B.enW.in behandeling te brengen en te onder steunen het denkbeeld der commissie om eene wjjziging te brengen in hare samenstelling. In de verordening is bepaald dat drie geneeskundigen enz. in de commissie zitting moeten hebben. De commissie wenscht daar omtrent meerdere vrijheid bepaald te zien, en Burg. en Weth. erkennen daarvan de nood- zakeljjkheid met het oog op de thans be staande vacatures. Bovendien is hun gebleken dat de geheele verordening herziening behoeft die zjj dan ook voornemens zjjn aan de raad ter goedkeuring aan te bieden. Teneinde echter aan het verlangen van de commissie te voldoen stellen zij voor in be ginsel te besluiten, dat de commissie, zooveel m o g 6 1 jj k zoodanig zal zjjn samengesteld, dat daarin vertegenwoordigd worden de genees kunde, de natuurkunde, de scheikunde, de rechtsgeleerdheid, de bouwkunde en de vee artsenijkunde. Dit werd goedgevonden. Ten slotte werd voorzien in de periodieke aftreding van leden der vaste commissie tegen 1 Jan. a. s. Bjj de benoeming bleek dat alle eerst aanbevolenen, zijnde de aftredende leden,werden herkozen, terwijl voor de vacature van dr J. Kooman Az. en dr Callenfels de heer H. van Bommel van Vloten en de heer dr Z. Th. Diehl, op aanbeveling, als leden in de openb. gezond heidscommissie werden gekozen. •s Gravenliage. Inzake de vordering, tegen den staat ingesteld tot betaling van een koopsom voor den grond ten behoeve van het kanaal TerneuzenGent, concludeerde het O. M. by den Hoogen raad heden tot ontzegging daarvan. Uitspraak 31 Januari 1890. Eerste kamer. In de heden gehouden, zitting is de nieuw benoemde commies-griffier de heer mr H. Zillesen beëedigd. Morgen te elf uur zjjn eenige urgente wetsontwerpen en de Indische begrooting aan de orde. De minister van koloniën heeft, in antwoord op het voorloopig verslag der Eerste kamer over zjjne begrooting, nader zjjn beleid in zake opium, financiën en godsdienst verdedigd, Tot eene herziening der comptabiliteitswet hoopt hjj het initiatief te nemen. In de instructis van den gouverneur-generaal van Atjeh is, volgens hem, niets dubbelzinnigs. In 1889 -nam de beri-beri, vooral in Atjeh, weder toe. Op advies van den chef van den geneeskundigen dienst heeft de minister het voortzetten van ontsmettingsmaatregelen ont raden. Dr Fieber is nog niet gereed met zjjn onderzoek. VInkel (bij Geffen). Tot hoofd der school alhier is benoemd de heer P. H. Krujjtzen, onderwjjzer te Dordrecht. Londen. Volgens loopende geruchten droegen de regeeringen van eenige staten lord Salisbury op eene conferentie bjjeen te roepen tot bjjlegging van het geschil tusschen Portu gal en Engeland. Charleroi. Het getal werkstakers bedraagt 10.400; de orde bljjft ongestoord. Xew-ïork. Bjj de bloedige gevechten in Georgia zjjn eenige negers en blanken gedood; de opgewondenheid is groot. Ilto Janeiro* Een onbeduidend opstootje, waaraan eenige soldaten deelnamen, is terstond onderdrukt. Dit slaat waarschjjnljjk op het geen in het buitenlandsch overzicht wordt meegedeeld. Buiten het parlement vinden de Fransche ministers, dank zjj den talrijken bjjeenkomsten, prjjsuitdeelingen e. d., herhaaldeljjk gelegenheid de staatkunde der regeering roemvol te ge denken. Nog dezer dagen deden dit de minister van openbare werken Yves Guyot en de minister van justitie Thévenet. Bjj een uitdeeling van belooningen aan am bachtslieden te Parjjs herinnerde de eerste eraan, hoe de regeering alles in het werk had gesteld, om de arbeiders aan te moedigen en het land de kalmte te schenken, waarnaar het verlangde en waaraan het behoefte had om zich aan het werk te begeven. De heer Yves Guyot, die als radicaal te boek staat, ja zich zelf wel .socialist" genoemd heeft, teekende met grove ljjnen, wat de arbeiders van deze regeering te wachten hebben. Geen vaststelling van een minimum van loon en van een maxi mum van arbeidsuren, konden volgens dezen minister de openbare machten beproeven. Nimmer zou men de werkgevers kunnen dwingen zulke nadeelige voorwaarden aan te gaan, of zjj zouden arbeiders in dienst nemen, bekwaam een som arbeid te leveren geljjk- staande met de den werkgever opgedwongen loonprjjzen. Voor de minder bekwame arbei ders, voor de intellectueel en physiek zwak ken, zou deze regeling, meende de heer Yves Guyot, tot werkeloosheid en gebrek voeren. In hoofdzaak bevatte 's ministers woorden over de betrekking tusschen werkgever en ar beider een wenk aan den gemeenteraad van Parjjs, die dezen weg om invloed uit te oefenen op het arbeidscontract heeft ingeslagen, dat de regeering niet van zins is evenzoo te handelen. Met deze ministerieele verklaring is de Temps ten zeerste ingenomen. Voor dit blad heeft de regeering voor het oogenblik niets anders te doen dan de openbare orde te handhaven, allen een gevoel van zekerheid te waarborgen en dit te doen door mede te werken aan den bloei van 's lands zaken. Ook kunnen dan eenige hervormingen onderzocht en ter hand genomen worden. Maar om deze taak te kunnen ver vullen moet men aan de eene zjjde een flinke meerderheid hebben, aan de andere zijde een regeering, welke, zich van haar kracht bewust» bereid is initiatief te nemen en de meerderheid te leiden, welke haar steunt. De Temps meent recht te hebben tot de veronderstelling dat deze beide voorwaarden voor een goeden gang van zaken thans voorhanden zjjn. Een ware lofrede op de huidige regeering heeft de minister Thévenet te Lyon gehouden. »Tien maanden van zware beproeving hebben wjj doorleefd zeide de spreker. De vjjanden der republiek, zich achter allerlei maskers ver bergend, hebben beproefd haar te vernietigen. Zjj wilden de regeering vervangen door een persoonljjke macht met een hoofd van den staat, ik weet niet welken naam dragend en ik weet niet met welk programma, om Frankrjjk te voerenwaarheen Naar den afgrond." De heer Thévenet voegde hieraan nog toe, dat de tegenwoordige kamer naar zjjn meening de wenschen van het land zou verwezenlijken en dat er tegenwoordig een geest van groot moedigheid, van eendracht en van verzoening over allen vaardig is geworden. Men moet het optimisme van een regeerings- man bezitten, om het woord grootmoedigheid en verzoening in den mond te nemen, tegeljjkertijd als men spreekt over de nieuwe kamer van afgevaardigden, die tegenover het uitstervende Boulangisme zulk een domme, aan razernjj gren zende wraakgierigheid aan den dag legt. Volgens de laatste berichten uit Rio de Janeiro schjjnen ook de mededeelingen over den toestand in Brazilië,direct van het voorloopig be wind afkomstig, weiwat sterk rooskleurig getint te zjjn geweest. Op de omwenteling van gene raai da Fonseca is spoedig een contra-revolutie gevolgd ten gunste van de monarchie, die het voorloopig bewind in groot gevaar gebracht heeft op zjjn beurt door de soldateska, waaraan het zjjn opkomst te danken heeft, omverge worpen te worden. Een groot aantal manschap pen der armee en der marine, vele officieren en een talrjjke menigte uit het volk met vele aanzienljjke personen trokken door de stad, maar de regeering liet eenige getrouwe regi menten uittrekken. Een bloedige botsing bleef niet uit, met het resultaat echter dat de op stand onderdrukt werd, nadat de regeering nog vele personen achter slot en grendel had gezet. Intusschen wordt gemeld dat de toestand der regeering kritiek is. De terugslag van deze tijdingen heeft zich dadeljjk in de Europeesche financieele wereld doen gevoelen door een belangrjjke daling in de Brazilaansche papieren. Misschien zou men aan dit oproer te Rio minder beteekenis hechten, wanneer men niet door het besluit van het voorloopig bewind om eerst den 15 September de algemeene ver kiezingen uit te schrjjven en niet vóór den 15 November de Constituante bjjeen te roepen, tot de veronderstelling ware gekomen, dat er toch something rotten in de Braziliaansche repu bliek moet zjjn. In Portugeesche regeeringskringen begint men zich ten zeerste te verontrusten over de propaganda der republikeinen, die, aangemoe digd door de Braziliaansche revolutie, weder meer terrein in Portugal winnen. Men vreest republikeinsche demonstraties ter gelegenheid van de kroning van koning Karei. In ernstige mate wordt nog de opgewonden heid der gemoederen te Lissabon verhoogd door het geschil met Engeland. Eenige der groote mogendheden moeten haar vertegenwoordigers te Londen de opdracht gegeven hebben met lord Salisbury in overleg te treden over de mogeljjkheid van het beleggen eener conferentie ter regeling der Engelsch-Portugeesche kwestie in Oost-Afrika. Aan het Britsch departement van buiten- landsche zaken moet de laatste Portugeesche nota een goeden indruk gemaakt hebben, wjjl er Portugals oprechte wensch uitspreekt om tot een minneljjke schikking te geraken. De kalme stemming der beide regeeringen, zoowel der Engelsche als der Portugeesche, rien déplaise den opgewonden toon der wederzjjdsche pers, geeft goeden moed op de vervulling van Por tugals wensch. Op eersten Kerstdag hadden in het steen kolen bekken van Charleroi verscheidene arbei dersvergaderingen plaats. Overal werd beslo ten tot voortzetting der werkstaking. Het officieele cijfer geeft 10.600 werkstakers op. Alles is rustig. In de zuideljjke staten van Noord-Amerika hadden op verschillende plaatsen gevechten tusBchen blanken en negers plaats. Te Jesup in Georgia werd aan beide zjjden met onver zoenlijkheid gevochten. Acht negers en twee blanken werden gedood, vele personen werden bovendien gewond. De negers delfden het onderspit. Te Augusta kwam de strijd aan door dat een neger, die naar de gevangenis werd ge bracht, aan zjjn bewaker wilde ontvluchten. Daar de menigte geen wapenen had, waren de gevolgen niet zoo ernstig als te Jesup. Toch werd een neger gedood. Een derde botsing tusschen negers en blan ken vond te Barnesville in Georgia plaats. De zwarten konden hier weinig weerstand bieden aan de goed gewapende blanken. Drie negers werden gedood en verscheidene gewond. Er dreigt weer een Fransch-Italiaansch geschil. De Fransche bark Sainte-Devote uit Mentona, die langs de kust wilde visschen, werd plotseling aangeklampt door eenige Italiaansche douanen, die beweerden, dat hjj in Italiaansch water vischte en zjjn vaartuig in beslag namen. De schipper beweerde, dat hjj in Fransch water was, en bevrjjdde zjjn bark met geweld, waarop een der Italianen met een revolver schoot, zonder echter iemand te treffen. De schipper keerde naar Mentona terug en de douanen gingen naar Vintimiglia, ten einde proces verbaal van het gebeurde op te maken. Bradlaugh is Maandag te Bombay aan gekomen ;de zeereis had hem goed gedaan. Bjj zjjn aankomst werd hij door velen verwelkomd. In Duitschland ontstaat een groote tegen zin tegen Stanley, zoo zelfs dat hem te Berljjn geen officieele ontvangst wacht. Een krasse beschuldiging wordt in koloniale kringen tegen hem gericht, nl. dat hjj zjjn doortocht door Duitsch gebied misbruikte, om ten bate van Engeland te intrigeeren met inlandsche stam men, die min of meer aan Duitschland onder worpen waren. (Iets over Walchersche toestanden.) Met Paschen door Middelburg gaande, trof het my, dat die inderdaad zoo rustige stad, niet weinig werd verlevendigd door de jongelui van onderscheidene "Walchersche dorpen. Dat placht voorheen in eene veel mindere mate het geval te zpn. Hoe komt dat? Waarom blpven de jongelui niet als vroeger allen op hun eigen dorp Toen ik op den tweeden en derden Paaschdag verschillende dorpen bezocht, trof het mp, dat het op die dorpen zoo ver bazend stil was. Dat was vroeger toch zoo niet. O neen, vroeger was er geen dorp op Walcheren te vinden of op den tweeden en derden Paaschdag vond men er de keur der jongelingschap byeen, zich vermakende met kegelen en ballen of in dichte ryen geschaard spelende met centen, terwyi de meisjes touwtje sprongen of wandelden. Nu vond ik niets van dat alles, of slechts de sporen ervan. De dor pelingen, de ouderen vooral, zeiden »dat het net was alsof 't geen oofddag was." De dorps herbergen bleven onbezocht en de respectieve dominees verheugden zich niet weinig over de rustige rust op hunne dorpjes. Inderdaad, gaan wp een halve eeuw, een kwart eeuw, een tiental jaren slechts met onze gedachten terug, dan valt er heel veel verandering te bespeuren. Maar verandering is nog niet altpd verbetering. Nu is 't stil op de dorpen, de jongelui trekken naar de stad en spelen een partytje. De stad is groot en men is er onbekend, de herbergen blpven er open tot laat in den nacht. Nu vraag ik allen ingezetenen van de Walcher sche dorpen, of ze zich nog herinneren, hoe zjj hunne »oofddagen" hebben doorgebracht en of ze ook weten, waar en hoe hunne zoons die doorbrengen. Waar en hoe Weten ze wel waar hunne zoons des Zondags zpn? Ik weet, dat velen hunne Zondagen in de stad door brengen en er verstrooiing zoeken meestal niet in de kerk. Vroeger was dat heel anders. Men kwam in de stad ja, als 't kermis was en op Nieuwjaars- Donderdag en op >Liesjesdag", maar des Zondags nist en niet op de »oofddagen." Des Zondags morgens ging men naar de kerk en 's middags wandelde mende herberg bleef zoo goed als onbezocht. Alleen op een oofddag had zp het druk. Men vermaakte zich op zpne eigen ge meente en de ouderen gingen naar het dorp en keken toe. Dat alles is nu zoo goed als voorbp. De ouderen oefenen zich nu meer in de schrift en de jongeren zich in het uitgaan. En als de dag van het Pinksterfeest is aangebroken, be zoek dan eens de Walchersche dorpen en verbaas u over hunne akelige stilte. Het nationale ringrpden is bpna overal door de burgemeesters verboden, om veel kwaads te keeren weet u, maar inderdaad om veel grooter kwaad in de hand te werken. Wat leverde zulk een derde Pinksterdag een gulle pret voor oud en jong en wat hield die éene groote feestdag van het jaar de landjeugd bp elkaar, ieder op zpn dorp. Wie dit echt landelpk feest nu nog zien wil hp ga naar Oost-Souburg, dat met nog een paar andere dorpen de echte Pinkstervreugde heeft bewaard. Mag dan de boerenzoon of knecht geen enkel genoegen meer smaken Inderdaad, een Walchersche boerenjongen is uit den aard der zaak landbouwer, hp ploegt en egt en graaft, hp arbeidt altpd en is met weinig tevreden. Met de paarden, waar hp eiken dag mee omgaat, wil hp ook zpn pret, zpn vermaak deelen. Zie hoe gaarne hp zpn lievelingspaard, dat moddervet is en glimt, met zich voert, prachtig, neen sierlpk en bont opgetooid. Er bestaat te dien aanzien geen onderscheid tusschen knechts of zoons. Een arbeider is eveneens met weinig tevreden. Gun hun dat weinige. Wie de Walchersche toe standen vergelpkt met de Hollandsehe kan veel leeren. In Walcheren wordt veel minder ver diend doch ook veel minder, ja op sommige dorpen bpna niets in de herbergen verteerd. In Walcheren leeft men eenvoudig, in Hol land weelderig. Maar hoelang zal dit nog duren Niet lang meer. Zoodra Walcheren zpn eigenaardige gebruiken heeft afgelegd, zal de jongelingschap verder en verder getreden zpn op den reeds ingeslagen weg. De boeren worden des Zondags en des Donderdags heertjes en dalven zedelpk en maatschappelpk hun eigen graf. Het begin daarvan is de vernietiging hunner eigenaardige gebruiken en gewoonten. Laat ze daarom hun ringrpden houden overal en op elk dorp, bevorder zooveel gp kunt dit feest, laat op de oofddagen de herberg gerust tot twaalf uur geopend zpn. Op alle andere dagen van het jaar zal niemand er naar talen. De jongelingschap zal pret maken op zpn eigen dorp onder toezicht van zpne eigen familie en niet langer verstrooiing zoeken in de Btad de goede gevolgen zullen niet uitblpven, want zoo ergens dan geldt hier het spreekwoord ong geweest, oud gedaan. G. O. Mpnh eer de Redacteur 1 In uwe courant van 16 dezer beantwoordt uw correspondent mpn schrpven van 9 Dec. en zegt dat ik niets ontzenuwde van hetgeen deze den 4en dezer schreef. De lezer oordeele. C. schreef, dat eenige landbouwers, waaronder een paar leden van den raad, hunne kinderen voorzien hadden van briefjes. Ik antwoordde dat slechts éen kind een briefje heeft vertoond. C. repliceerthet doet aan de zaak niets af er moeten een aantal kinderen briefjes op zak gehad hebben. Waar het bewps Is dit soms napraten, evenals C. beweert slechts na te praten, daar waar hp den heer kapelaan fanatiek noemt Nog schreef ik C., dat een kind van een niet- landbouwer en niet-raadslid een briefje vertoond heeft, alleen om het schrpven van C. tegen te spreken, dus niet om te doen uitkomen, dat het maar een kind van een minder-gegoede was. Ik heb ook gezegd dat niemand iets wist van de komst der commissie en concludeerde daaruit dat de kinderen niet konden bewerkt zpn. Veronderstel dat het mogelpk geweest ware kinderen te bewerken, dan zou ik zoo iets eene laagheid noemen en zeker zonder eenig bewps daarvan niemand durven verdenken. C. oordeelt er echter anders over. Zooals de waard is, vertrouwt bp zpne gasten. C. roept verder den gemeenteraad en de school commissie voor zpne rechtbank en begint ze uit de hoogte te veroordeelen. Hp komt terug op zpn geschrpf omtrent de geestelpken en maakt zich daarvan af met eene oud afgezaagde machtspreuk en eene uitdaging, welke aan de schooljeugd doet denken. Eindelpk spreekt C. nog over eene lpst. Ik vind zpn schrpven daaromtrent geen antwoord waard. Indien C. in de raadsvergadering ge weest is, zal hp daar ook wel bedoelden slager bemerkt hebben. Hoe beschuldigt hp hem dan niets van de kwestie te weten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 3