LAATSTE BERICHTEN.
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
Beknopte Mededeelingen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Verandering niet altijd
verbetering.
REPLIEK?
Wil men dus dit ongedierte uit kisten, kof
fers enlkasten verwijderd houden, dan behoeft
men slechts een stukje naphtaline er in te leggen.
Vooral op schepen kan dit eenvoudige mid
del van onschatbare waarde'zijn.
Omtrent de aanvaring van het stoomschip
Prins Willem'! zijn door de A. R. Ct. de vol
gende bijzonderheden ontleent aan .de mede-
deelingen van een de r opvarenden. Het
stoomschip dat, zooals men weet, van Parama
ribo via Havre naar Amsterdam was bestemd
en te 7 u. n. m. van den 19den December van
Havre vertrok, stoomde met een N.Oostelpken
koers in .het kanaal, toen het te 1 u. 15 :,des
nachts, terwijl men^zich ongeveer .20 Eng. mij
len ten Z.W. van Hastings bevond, (vermoede
lijk) door het Eng. stalen barkschip Cloncaird
aan stuurboordzijde werd aangevaren. Van het
aanvarende schip werden geene lichten gezien,
behalve toen de aanvaring plaats vond; toen
zag men een rood licht en hoorde men de klok
luiden. Dewijl de wind Z.W. was, lag het
vaartuig bjj den wind over stuurboord met
bakboord halzen toe. De opper- en tweede
stuurman hadden de wacht en bevonden zich
op de brug, een man was op den uitkijk, en
het wachtvolk was aan dekhet weder was
niet mistig en er was tamelijk goed vuurzicht.
De aanvaring had plaats op de^hoogte van
het groote luik, met zulk een geweld dat de
laadpoort werd verbrijzeld en het schip van
onder naar boven scheurde. De pompen werden
onmiddellijk te werk gezet, doch het bleek
spoedig dat het stoomschip niet te behouden
was, waarom door kapt. Prins besloten werd
te trachten het op den Franschen wal te zetten,
doch door het) vele indringende water kreeg
het zware slagzjjde en begon het erg in den kop
te leggen, zoodat de schroef dikwijls uit het
water kwam. Undertusschen' was het water
zoodanig gewassen in het ruim, dat aan het
behoud van het schip niet meer te denken viel,
en men toevlucht moest nemen tot de booten,
die steeds in uitmuntenden staat van uitrusting
en proviandeering verkeerden. Eene der booten
was door de aanvaring verbrijzeld en eene
tweede sloeg aan stukken. De beide, (overige
booten werden gelukkig te water gebracht en
deze bleven zoo lang mogeljjk in de nabjjheid
van de Prins Willem I, die men met het aan
breken van den dag zag zinken.
De houding en het gedrag der zeelieden,
meerendeels van de eilanden Tessel, Vlie en
Terschelling, was uitstekend, en voortdurend
heeft ieder zijn best gedaan; alle bevelen
werden stipt gehoorzaamd. Kapt, Prins was
de laatste, die het zinkende vaartuig verliet,
na vooraf gezorgd te hebben, dat specie en
mails in de booten kwamen.
Door den hevigen wind en de aanschietende
zee was het verblijf in de boot ten hoogste
afmattend, dewijl men voortdurend op de riemen
moest bljjven om de booten met den kop op
de zee te houden. Tegen 10 uur des ochtends
werden de schipbreukelingen, doornat, koud en
afgemat, op de Fransche vischsloep St. Claire
opgenomen en later te Boulogne aan land ge
zet. Over de ontvangst daar aan boord was de
zeeman, die een en ander rapporteerde, in
vervoering. De Franschen trokken hunne eigen
drooge kleederen uit, om er de schipbreukelin
gen mede te verwarmen. Ook de geredden uit de
tweede boot, waarvan drie der opvarenden, de
sergeant-schrjjver Riep, de matroos K. Edelen-
bosch en de kok J. Engelschor, tengevolge van
het omslaan der boot door de hooge zee bjj het
langs zijde komen, verdronken, werden aan boord
van het visschersvaartuig Amiens dat hen te
Treport aan land bracht, allerhartelijkst ont
vangen en behandeld, en bij hunne aankomst
aldaar werden zij omhelsd en als in triomf
weggedragen; ieder wedjjverde om een der ge
redden in zjjn huis op te nemen, en spoedig
zaten zij in de warmste kleeren. Hettlijk van
den verongelukten matroos Edelenbosch, die
een der beste en flinkste zeelieden aan boord
was, en dat aan de kust in de nabjjheid van
Treport aandreef, werd den volgenden dag be
graven de lijkkist werd gedekt door de Fran
sche vlag, die men zoo goed mogelijk als eene
Nederlandsche had geplooid. Onder groote
deelneming der bevolking, die bjj honderden
het ljjk volgden, werd het grafwaarts gedragen.
Des anderen daags werden de schipbreukelin
gen naar Boulogne vervoerd, vanwaar zjj, zoo
als reeds gemeld is, per stoomschip Schiedam
der TV. A. S. M., dat daar van de Plata Rivier
was gearriveerd naar het vaderland werden
teruggebracht.
Te Antwerpen zal eerlang een Zeemans.
huis worden opgericht voor zeelieden van
allerlei landaard. Den 28sten Februari wordt
het gebouw aanbesteed. De kosten zjjn op
162,900 francs geraamd. Eene weduwe
Gfissar heeft voor de stichting 300,000 francs
aan de stad geschonken.
Zondagmiddag is te Antwerpen aange
houden de vermoedelijke moordenaar van de
weduwe Bal en haren zoon, wier lijken aan den
Schelde-oever en aan boord van de door hem
bevaren Constance Marie gevonden werden. Hjj
heet Lowieke (Lodewpk) Janssens, is deserteur
van het 6e linie-regiment, en had sedert den
15en dezer maand zich als knecht verhuurd op
het Rjjnschip Berthaaan boord waarvan hp
zich blijkbaar verborgen gehouden heeft. Door
de politie is onmiddellijk beslag gelegd op al
hetgeen er van hem zich daar aan boord be
vond, en onder de kleederen zjjn er door Alfons
Bal herkend als aan zijnen Vermoorden broeder
te hebben toebehoord, evenals een zilveren
horloge, waarvan Janssens in het bezit gevonden
werd.^Uit de Rupel is een pak bebloede kleederen
opgevischt, waarvan het ondergoed gemerkt is
F 59727, het stamboeknummer van Janssens bjj
zijn regiment.
Op de schepen met den naam van
Thorlecke schjjnt geen zegen te rusten. Thans
komt het bericht dat de Thorbecke F, geladen
met gouvernements-koffie, bij Menado gestrand is.
Het volk is gered.
Eersten Kerstdag had te Parjjs op het
Elysée het door mevr. Carnot bereide kinder
feest plaats. Zij zelve ontving de 400 kleinen
in de groote feestgalerjj. Zes kerstboomen,
elk vjjf h zes meter hoog, volop behangen
met geschenken voor de kinderen, waren op
gericht. Twee kluchtspelen, voor die gelegen
heid vervaardigd, getiteld Eene misdaad in de
keuken en de Vacantie van een schooljongen,
werden vertoond. Toen de voorstelling geëin
digd was, werd de tafel aangericht voor het
jeugdige volkje, dat eenige allergelukkigste
uren doorleefd heeft. "Welk een eetlustWelk
een gesmui
En eindelijk het glanspunt] jvan het feest
De Kerstboom.
Elk der kinderen ontving bjj het heengaan
een spaarbankboekje'met eene inschrijving,.van
10 fr.
De verheugde gezichtjes harer gasten heeft
mdme Carnot voldoende beloond voor het ge
not, den armen kinderen geschonken.
De Parjjsche gemeenteraad, heeft 40.000
frs. beschikbaar gesteld voor de arme gezinnen,
die aan influenza ljjden.
De Temps verzekert dat de griep thans
met eene gelijkmatig verspreide hevigheid in
gansch Parjjs woedt. De winkelstand maakt
slechte zeken.
Te Weenen heerscht "eene ware paniek
onder de bevolking tengevolge van het woeden
der influenza.
De ongesteldheid van keizer Wilhelm
heeft voor hem ernstige gevolgen de doktoren
hebben hem verboden te jagen en te reizen,
't Is om ziek te worden van verveling.
Tot groote vreugde van den Berljjnschen
winkelstand zal aan het hof een groot g«-
maskerd Dal gegeven worden. Alleen Ooster-
sche costumes worden toegelaten.
De keizer en de keizerin van Brazilië zijn
Zondag middag uit Lissabon naar Coimbra ver
trokken, waar zjj twee dagen bljjven. Daarna
bezoeken zjj Oporto en misschion ook Brago
om vervolgens naar Pau te gaan. De keizerin
bracht Zondag afscheidsbezoeken aan koningin
Amalia en de koningin-moeder Maria Pia.
Een depeche uit Lissabon meldt, dat men het
decreet der Braziliaansche regeering tot verban
ning van dom Pedro enz. voor den grjjsaard
verborgen tracht te houden.
De electrieiteits-geleiddraden onder den
grond te New-York schjjnen al even gevaar-
ljjk als de >bovenaardsche." Geen bekleeding
der draden en kabels schjjnt voldoende be
stand tegen electriciteit van zoo hooge span
ning, en het gevolg daarvan is, dat de elec
triciteit het gas, dat uit de lichtgaspijpen in
den bodem doorlekt doet ontvlammen en ont
ploffen, zoodat nu en dan een groot gedeelte
der straat in de lucht vliegt. Vele personen
zjjn op deze wjjs gekwetst.
Goes. In de heden middag gehouden zitting
van den gemeenteraad waren afwezig de
heeren Kakebeeke en Ds Jonge Mulock Houwer.
Onder de ingekomen stukken behoorde een
schrijven van het bestuur van het landhuis-
houdkundig congres, waarbjj van de gemeente
een subsidie van ƒ500 wordt gevraagd.
Het 2e suppletoir kohier van den H. O. over
1889 werd goedgekeurd tot een bedrag van
ƒ459.02 en dat der belasting op de honden
tot een bedrag van 18.
Op een verzoek van Y. Wierda om rooieering
van het kohier van den H. O. 1889 in de le
klasse, omdat zjjn inkomen niet toerekend zal
zjjn om aan zjjn belasting-plicht te voldoen,
werd gunstig beschikt.
Daarna werd medegedeeld dat dr. J. Koo-
man tegen 1 Januari e. k. ontslag neemt als
lid van het burgerljjk armbestuur en als lid
der openb. gezondheidscommissie, tevens dat
hjj ontslag verzoekt als gemeentegeneesheer op
zoodanig tijdstip als door den gemeenteraad
een ander in zjjne plaats zal zjjn benoemd.
Burg. en weth., ofschoon het besluit van dr.
J. Kooman Az. betreurende, eerbiedigen zjjne
aanvrage om ontslag en stellen voor hem een
eervol ontslag uit zjjne betrekking als genees
kundige der gemeente te verleenen, onder
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten, aan de gemeente bewezen, zulks te
gen het tijdstip, dat zjjn opvolger in functie
kan treden.
De heer Quist deed eene poging om den heer
Kooman als geneeskundige te behouden, doch
van verschillende zjjden werd medegedeeld dat
de verzoeker niet op zjjn aanvrage wenscht
terug te komen.
Het ontslag werd daarna op eervolle wjjze
verleend.
Alvorens tot vervulling der vacatures in de
gezondheidscommissie over te gaan, wenschten
B.enW.in behandeling te brengen en te onder
steunen het denkbeeld der commissie om eene
wjjziging te brengen in hare samenstelling.
In de verordening is bepaald dat drie
geneeskundigen enz. in de commissie zitting
moeten hebben. De commissie wenscht daar
omtrent meerdere vrijheid bepaald te zien, en
Burg. en Weth. erkennen daarvan de nood-
zakeljjkheid met het oog op de thans be
staande vacatures.
Bovendien is hun gebleken dat de geheele
verordening herziening behoeft die zjj dan ook
voornemens zjjn aan de raad ter goedkeuring
aan te bieden.
Teneinde echter aan het verlangen van de
commissie te voldoen stellen zij voor in be
ginsel te besluiten, dat de commissie, zooveel
m o g 6 1 jj k zoodanig zal zjjn samengesteld,
dat daarin vertegenwoordigd worden de genees
kunde, de natuurkunde, de scheikunde, de
rechtsgeleerdheid, de bouwkunde en de vee
artsenijkunde. Dit werd goedgevonden.
Ten slotte werd voorzien in de periodieke
aftreding van leden der vaste commissie tegen 1
Jan. a. s. Bjj de benoeming bleek dat alle eerst
aanbevolenen, zijnde de aftredende leden,werden
herkozen, terwijl voor de vacature van dr J.
Kooman Az. en dr Callenfels de heer H. van
Bommel van Vloten en de heer dr Z. Th. Diehl,
op aanbeveling, als leden in de openb. gezond
heidscommissie werden gekozen.
•s Gravenliage. Inzake de vordering,
tegen den staat ingesteld tot betaling van een
koopsom voor den grond ten behoeve van het
kanaal TerneuzenGent, concludeerde het O. M.
by den Hoogen raad heden tot ontzegging
daarvan.
Uitspraak 31 Januari 1890.
Eerste kamer. In de heden gehouden,
zitting is de nieuw benoemde commies-griffier
de heer mr H. Zillesen beëedigd. Morgen te
elf uur zjjn eenige urgente wetsontwerpen en
de Indische begrooting aan de orde.
De minister van koloniën heeft, in antwoord
op het voorloopig verslag der Eerste kamer
over zjjne begrooting, nader zjjn beleid in zake
opium, financiën en godsdienst verdedigd,
Tot eene herziening der comptabiliteitswet
hoopt hjj het initiatief te nemen.
In de instructis van den gouverneur-generaal
van Atjeh is, volgens hem, niets dubbelzinnigs.
In 1889 -nam de beri-beri, vooral in Atjeh,
weder toe. Op advies van den chef van den
geneeskundigen dienst heeft de minister het
voortzetten van ontsmettingsmaatregelen ont
raden. Dr Fieber is nog niet gereed met zjjn
onderzoek.
VInkel (bij Geffen). Tot hoofd der school
alhier is benoemd de heer P. H. Krujjtzen,
onderwjjzer te Dordrecht.
Londen. Volgens loopende geruchten
droegen de regeeringen van eenige staten lord
Salisbury op eene conferentie bjjeen te roepen
tot bjjlegging van het geschil tusschen Portu
gal en Engeland.
Charleroi. Het getal werkstakers bedraagt
10.400; de orde bljjft ongestoord.
Xew-ïork. Bjj de bloedige gevechten in
Georgia zjjn eenige negers en blanken gedood;
de opgewondenheid is groot.
Ilto Janeiro* Een onbeduidend opstootje,
waaraan eenige soldaten deelnamen, is terstond
onderdrukt. Dit slaat waarschjjnljjk op het
geen in het buitenlandsch overzicht wordt
meegedeeld.
Buiten het parlement vinden de Fransche
ministers, dank zjj den talrijken bjjeenkomsten,
prjjsuitdeelingen e. d., herhaaldeljjk gelegenheid
de staatkunde der regeering roemvol te ge
denken. Nog dezer dagen deden dit de minister
van openbare werken Yves Guyot en de minister
van justitie Thévenet.
Bjj een uitdeeling van belooningen aan am
bachtslieden te Parjjs herinnerde de eerste
eraan, hoe de regeering alles in het werk had
gesteld, om de arbeiders aan te moedigen en
het land de kalmte te schenken, waarnaar het
verlangde en waaraan het behoefte had om
zich aan het werk te begeven. De heer Yves
Guyot, die als radicaal te boek staat, ja zich
zelf wel .socialist" genoemd heeft, teekende
met grove ljjnen, wat de arbeiders van deze
regeering te wachten hebben. Geen vaststelling
van een minimum van loon en van een maxi
mum van arbeidsuren, konden volgens dezen
minister de openbare machten beproeven.
Nimmer zou men de werkgevers kunnen
dwingen zulke nadeelige voorwaarden aan te
gaan, of zjj zouden arbeiders in dienst nemen,
bekwaam een som arbeid te leveren geljjk-
staande met de den werkgever opgedwongen
loonprjjzen. Voor de minder bekwame arbei
ders, voor de intellectueel en physiek zwak
ken, zou deze regeling, meende de heer Yves
Guyot, tot werkeloosheid en gebrek voeren.
In hoofdzaak bevatte 's ministers woorden
over de betrekking tusschen werkgever en ar
beider een wenk aan den gemeenteraad van
Parjjs, die dezen weg om invloed uit te oefenen
op het arbeidscontract heeft ingeslagen, dat
de regeering niet van zins is evenzoo te handelen.
Met deze ministerieele verklaring is de Temps
ten zeerste ingenomen. Voor dit blad heeft de
regeering voor het oogenblik niets anders te
doen dan de openbare orde te handhaven, allen
een gevoel van zekerheid te waarborgen en dit
te doen door mede te werken aan den bloei
van 's lands zaken. Ook kunnen dan eenige
hervormingen onderzocht en ter hand genomen
worden. Maar om deze taak te kunnen ver
vullen moet men aan de eene zjjde een flinke
meerderheid hebben, aan de andere zijde een
regeering, welke, zich van haar kracht bewust»
bereid is initiatief te nemen en de meerderheid
te leiden, welke haar steunt. De Temps meent
recht te hebben tot de veronderstelling dat
deze beide voorwaarden voor een goeden gang
van zaken thans voorhanden zjjn.
Een ware lofrede op de huidige regeering
heeft de minister Thévenet te Lyon gehouden.
»Tien maanden van zware beproeving hebben
wjj doorleefd zeide de spreker. De vjjanden
der republiek, zich achter allerlei maskers ver
bergend, hebben beproefd haar te vernietigen.
Zjj wilden de regeering vervangen door een
persoonljjke macht met een hoofd van den staat,
ik weet niet welken naam dragend en ik weet
niet met welk programma, om Frankrjjk te
voerenwaarheen Naar den afgrond."
De heer Thévenet voegde hieraan nog toe,
dat de tegenwoordige kamer naar zjjn meening
de wenschen van het land zou verwezenlijken
en dat er tegenwoordig een geest van groot
moedigheid, van eendracht en van verzoening
over allen vaardig is geworden.
Men moet het optimisme van een regeerings-
man bezitten, om het woord grootmoedigheid en
verzoening in den mond te nemen, tegeljjkertijd
als men spreekt over de nieuwe kamer van
afgevaardigden, die tegenover het uitstervende
Boulangisme zulk een domme, aan razernjj gren
zende wraakgierigheid aan den dag legt.
Volgens de laatste berichten uit Rio de
Janeiro schjjnen ook de mededeelingen over den
toestand in Brazilië,direct van het voorloopig be
wind afkomstig, weiwat sterk rooskleurig getint
te zjjn geweest. Op de omwenteling van gene
raai da Fonseca is spoedig een contra-revolutie
gevolgd ten gunste van de monarchie, die het
voorloopig bewind in groot gevaar gebracht
heeft op zjjn beurt door de soldateska, waaraan
het zjjn opkomst te danken heeft, omverge
worpen te worden. Een groot aantal manschap
pen der armee en der marine, vele officieren
en een talrjjke menigte uit het volk met vele
aanzienljjke personen trokken door de stad,
maar de regeering liet eenige getrouwe regi
menten uittrekken. Een bloedige botsing bleef
niet uit, met het resultaat echter dat de op
stand onderdrukt werd, nadat de regeering nog
vele personen achter slot en grendel had gezet.
Intusschen wordt gemeld dat de toestand der
regeering kritiek is.
De terugslag van deze tijdingen heeft zich
dadeljjk in de Europeesche financieele wereld
doen gevoelen door een belangrjjke daling in de
Brazilaansche papieren.
Misschien zou men aan dit oproer te Rio
minder beteekenis hechten, wanneer men niet
door het besluit van het voorloopig bewind
om eerst den 15 September de algemeene ver
kiezingen uit te schrjjven en niet vóór den
15 November de Constituante bjjeen te roepen,
tot de veronderstelling ware gekomen, dat er
toch something rotten in de Braziliaansche repu
bliek moet zjjn.
In Portugeesche regeeringskringen begint
men zich ten zeerste te verontrusten over de
propaganda der republikeinen, die, aangemoe
digd door de Braziliaansche revolutie, weder
meer terrein in Portugal winnen. Men vreest
republikeinsche demonstraties ter gelegenheid
van de kroning van koning Karei.
In ernstige mate wordt nog de opgewonden
heid der gemoederen te Lissabon verhoogd door
het geschil met Engeland. Eenige der groote
mogendheden moeten haar vertegenwoordigers
te Londen de opdracht gegeven hebben met
lord Salisbury in overleg te treden over de
mogeljjkheid van het beleggen eener conferentie
ter regeling der Engelsch-Portugeesche kwestie
in Oost-Afrika.
Aan het Britsch departement van buiten-
landsche zaken moet de laatste Portugeesche
nota een goeden indruk gemaakt hebben, wjjl
er Portugals oprechte wensch uitspreekt om
tot een minneljjke schikking te geraken. De
kalme stemming der beide regeeringen, zoowel
der Engelsche als der Portugeesche, rien déplaise
den opgewonden toon der wederzjjdsche pers,
geeft goeden moed op de vervulling van Por
tugals wensch.
Op eersten Kerstdag hadden in het steen
kolen bekken van Charleroi verscheidene arbei
dersvergaderingen plaats. Overal werd beslo
ten tot voortzetting der werkstaking.
Het officieele cijfer geeft 10.600 werkstakers op.
Alles is rustig.
In de zuideljjke staten van Noord-Amerika
hadden op verschillende plaatsen gevechten
tusBchen blanken en negers plaats. Te Jesup
in Georgia werd aan beide zjjden met onver
zoenlijkheid gevochten. Acht negers en twee
blanken werden gedood, vele personen werden
bovendien gewond. De negers delfden het
onderspit.
Te Augusta kwam de strijd aan door dat
een neger, die naar de gevangenis werd ge
bracht, aan zjjn bewaker wilde ontvluchten.
Daar de menigte geen wapenen had, waren
de gevolgen niet zoo ernstig als te Jesup.
Toch werd een neger gedood.
Een derde botsing tusschen negers en blan
ken vond te Barnesville in Georgia plaats. De
zwarten konden hier weinig weerstand bieden
aan de goed gewapende blanken. Drie negers
werden gedood en verscheidene gewond.
Er dreigt weer een Fransch-Italiaansch
geschil. De Fransche bark Sainte-Devote uit
Mentona, die langs de kust wilde visschen, werd
plotseling aangeklampt door eenige Italiaansche
douanen, die beweerden, dat hjj in Italiaansch
water vischte en zjjn vaartuig in beslag namen.
De schipper beweerde, dat hjj in Fransch water
was, en bevrjjdde zjjn bark met geweld, waarop
een der Italianen met een revolver schoot,
zonder echter iemand te treffen. De schipper
keerde naar Mentona terug en de douanen
gingen naar Vintimiglia, ten einde proces
verbaal van het gebeurde op te maken.
Bradlaugh is Maandag te Bombay aan
gekomen ;de zeereis had hem goed gedaan. Bjj
zjjn aankomst werd hij door velen verwelkomd.
In Duitschland ontstaat een groote tegen
zin tegen Stanley, zoo zelfs dat hem te Berljjn
geen officieele ontvangst wacht. Een krasse
beschuldiging wordt in koloniale kringen tegen
hem gericht, nl. dat hjj zjjn doortocht door
Duitsch gebied misbruikte, om ten bate van
Engeland te intrigeeren met inlandsche stam
men, die min of meer aan Duitschland onder
worpen waren.
(Iets over Walchersche toestanden.)
Met Paschen door Middelburg gaande, trof
het my, dat die inderdaad zoo rustige stad,
niet weinig werd verlevendigd door de jongelui
van onderscheidene "Walchersche dorpen. Dat
placht voorheen in eene veel mindere mate
het geval te zpn. Hoe komt dat? Waarom
blpven de jongelui niet als vroeger allen op
hun eigen dorp Toen ik op den tweeden en
derden Paaschdag verschillende dorpen bezocht,
trof het mp, dat het op die dorpen zoo ver
bazend stil was. Dat was vroeger toch zoo
niet. O neen, vroeger was er geen dorp op
Walcheren te vinden of op den tweeden en
derden Paaschdag vond men er de keur der
jongelingschap byeen, zich vermakende met
kegelen en ballen of in dichte ryen geschaard
spelende met centen, terwyi de meisjes touwtje
sprongen of wandelden. Nu vond ik niets van
dat alles, of slechts de sporen ervan. De dor
pelingen, de ouderen vooral, zeiden »dat het
net was alsof 't geen oofddag was." De dorps
herbergen bleven onbezocht en de respectieve
dominees verheugden zich niet weinig over de
rustige rust op hunne dorpjes.
Inderdaad, gaan wp een halve eeuw, een
kwart eeuw, een tiental jaren slechts met
onze gedachten terug, dan valt er heel veel
verandering te bespeuren. Maar verandering
is nog niet altpd verbetering.
Nu is 't stil op de dorpen, de jongelui trekken
naar de stad en spelen een partytje. De stad
is groot en men is er onbekend, de herbergen
blpven er open tot laat in den nacht. Nu
vraag ik allen ingezetenen van de Walcher
sche dorpen, of ze zich nog herinneren, hoe
zjj hunne »oofddagen" hebben doorgebracht en
of ze ook weten, waar en hoe hunne zoons die
doorbrengen. Waar en hoe Weten ze wel
waar hunne zoons des Zondags zpn? Ik weet,
dat velen hunne Zondagen in de stad door
brengen en er verstrooiing zoeken meestal niet
in de kerk.
Vroeger was dat heel anders. Men kwam in
de stad ja, als 't kermis was en op Nieuwjaars-
Donderdag en op >Liesjesdag", maar des Zondags
nist en niet op de »oofddagen." Des Zondags
morgens ging men naar de kerk en 's middags
wandelde mende herberg bleef zoo goed als
onbezocht. Alleen op een oofddag had zp het
druk. Men vermaakte zich op zpne eigen ge
meente en de ouderen gingen naar het dorp
en keken toe.
Dat alles is nu zoo goed als voorbp. De
ouderen oefenen zich nu meer in de schrift en
de jongeren zich in het uitgaan. En als de
dag van het Pinksterfeest is aangebroken, be
zoek dan eens de Walchersche dorpen en verbaas
u over hunne akelige stilte. Het nationale
ringrpden is bpna overal door de burgemeesters
verboden, om veel kwaads te keeren weet u,
maar inderdaad om veel grooter kwaad in de
hand te werken. Wat leverde zulk een derde
Pinksterdag een gulle pret voor oud en jong en
wat hield die éene groote feestdag van het jaar
de landjeugd bp elkaar, ieder op zpn dorp.
Wie dit echt landelpk feest nu nog zien wil
hp ga naar Oost-Souburg, dat met nog een
paar andere dorpen de echte Pinkstervreugde
heeft bewaard. Mag dan de boerenzoon of
knecht geen enkel genoegen meer smaken
Inderdaad, een Walchersche boerenjongen is
uit den aard der zaak landbouwer, hp ploegt
en egt en graaft, hp arbeidt altpd en is met
weinig tevreden. Met de paarden, waar hp
eiken dag mee omgaat, wil hp ook zpn pret,
zpn vermaak deelen. Zie hoe gaarne hp zpn
lievelingspaard, dat moddervet is en glimt,
met zich voert, prachtig, neen sierlpk en bont
opgetooid. Er bestaat te dien aanzien geen
onderscheid tusschen knechts of zoons. Een
arbeider is eveneens met weinig tevreden. Gun
hun dat weinige. Wie de Walchersche toe
standen vergelpkt met de Hollandsehe kan veel
leeren. In Walcheren wordt veel minder ver
diend doch ook veel minder, ja op sommige
dorpen bpna niets in de herbergen verteerd.
In Walcheren leeft men eenvoudig, in Hol
land weelderig. Maar hoelang zal dit nog
duren Niet lang meer. Zoodra Walcheren
zpn eigenaardige gebruiken heeft afgelegd,
zal de jongelingschap verder en verder getreden
zpn op den reeds ingeslagen weg. De boeren
worden des Zondags en des Donderdags heertjes
en dalven zedelpk en maatschappelpk hun eigen
graf. Het begin daarvan is de vernietiging
hunner eigenaardige gebruiken en gewoonten.
Laat ze daarom hun ringrpden houden overal
en op elk dorp, bevorder zooveel gp kunt dit
feest, laat op de oofddagen de herberg gerust
tot twaalf uur geopend zpn. Op alle andere
dagen van het jaar zal niemand er naar talen.
De jongelingschap zal pret maken op zpn eigen
dorp onder toezicht van zpne eigen familie en
niet langer verstrooiing zoeken in de Btad
de goede gevolgen zullen niet uitblpven, want
zoo ergens dan geldt hier het spreekwoord
ong geweest, oud gedaan.
G. O.
Mpnh eer de Redacteur 1
In uwe courant van 16 dezer beantwoordt
uw correspondent mpn schrpven van 9 Dec.
en zegt dat ik niets ontzenuwde van hetgeen
deze den 4en dezer schreef.
De lezer oordeele.
C. schreef, dat eenige landbouwers, waaronder
een paar leden van den raad, hunne kinderen
voorzien hadden van briefjes. Ik antwoordde
dat slechts éen kind een briefje heeft vertoond.
C. repliceerthet doet aan de zaak niets af
er moeten een aantal kinderen briefjes op zak
gehad hebben.
Waar het bewps Is dit soms napraten,
evenals C. beweert slechts na te praten, daar
waar hp den heer kapelaan fanatiek noemt Nog
schreef ik C., dat een kind van een niet-
landbouwer en niet-raadslid een briefje vertoond
heeft, alleen om het schrpven van C. tegen te
spreken, dus niet om te doen uitkomen, dat
het maar een kind van een minder-gegoede was.
Ik heb ook gezegd dat niemand iets wist van
de komst der commissie en concludeerde daaruit
dat de kinderen niet konden bewerkt zpn.
Veronderstel dat het mogelpk geweest ware
kinderen te bewerken, dan zou ik zoo iets eene
laagheid noemen en zeker zonder eenig bewps
daarvan niemand durven verdenken. C. oordeelt
er echter anders over. Zooals de waard is,
vertrouwt bp zpne gasten.
C. roept verder den gemeenteraad en de school
commissie voor zpne rechtbank en begint ze uit
de hoogte te veroordeelen. Hp komt terug op
zpn geschrpf omtrent de geestelpken en maakt
zich daarvan af met eene oud afgezaagde
machtspreuk en eene uitdaging, welke aan de
schooljeugd doet denken.
Eindelpk spreekt C. nog over eene lpst. Ik
vind zpn schrpven daaromtrent geen antwoord
waard. Indien C. in de raadsvergadering ge
weest is, zal hp daar ook wel bedoelden slager
bemerkt hebben. Hoe beschuldigt hp hem dan
niets van de kwestie te weten