N°. 306. 1320 Jaargang. 1889. Zaterdag 28 December. Deze courant verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco i 2.—^ Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.1 Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop" betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 27 December. LETTEREN EN KUNST. MDDELBI IU.SIII1 COURANT. Wé Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij, te TholenW. A. va» Ailvertentlën Middelburg 27 Dec. vm. 8 u 37 gr. I Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te een uur m. 12 u 32 gr. av. 4 u. 31 gr. F i advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebk. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Verwacht O. wind. 'i Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Onze ministers zagen allen hunne begroo tingen in de Tweede kamer aangenomen, maar enkele hunner hebben waarlijk geen reden om op dat resultaat roem te dragen. Nog zulk eene overwinning kunnen zjj uitroepen en wjj zijn weg. Die van oorlog, financiën, marine en koloniën behoeven zeker niet met op geheven hoofde hunne begrootingen bij de Eerste kamer in te leiden. Bij de behandeling der begrooting van oorlog waren niet minder dan 41 kamerleden afwezig; en van de 53 tegenwoordig zjjnden stemden er zes tegen. De heer Bergansius heeft bovendien menig hard woord moeten hooren, evenals zijn collega van financiën, tegen wiens begrooting nog 23 van de 84 leden stemden. De minister van marine had, met 68 leden voor zich, nog 21 tegenstemmers. En de minister Keuchenius zag 33 liberale leden hun stem tegen zijn begrooting uit brengen, 53 ervoor, terwijl de heer Schimmel- penninck van Nyenhuis even vóór de eind stemming de vergadering verliet en een dertien leden afwezig waren. Die uitslag verbaast ons niet. Tegenover den heer Keuchenius heeft de rechterzijde de zedeljjke verplichting hem te steunen co&te qui coüte liet men hem vallen, de gansche coalitie spatte uiteen. Maar is het niet een veeg teeken dat het bestiïur van zulke gewichtige departementen als oorlog, financiën en koloniën in handen is van mannen, die, op den keper be schouwd, zoo weinig sympathie in de kamer blijken te vinden. Men vergete niet dat menig lid van onze vertegenwoordiging bezwaar heeft, om redenen buiten eene begrooting, te stemmen tegen zulk een raming in haar geheelzoodat zelfs de stommen, daarvoor uitgebracht, nog niet eens pleiten voor in itemming met het beleid van een minister. Onder dat licht beschouwd, zijn de dezer dagen in de Tweede kamer gevallen beslissingen nog bedenkelijker en bewijzen zij te meer hoe gevaarlijk het is met zulke stuurlui op het schip van staat de reis voort te zetten. De minister van waterstaat mocht zich in de algemeene sympathie verheugenzijne begrooting werd zonder hoofdeljjke stemming goedgekeu-d. Een paar punten der behandeling dienen wij even te releveeren. Bij den post onder houd, herstel en verbetering van het kanaal door Walcheren en daartoe betrekkelijke wer ken en uitgaven", wees de heer mr C. Lucasse op den voor de scheepvaart zoo slechten toe stand van den ingang van het kanaal bij Yeere. De minister van waterstaat verklaarde dat die toestand hem bekend is; dat een onder zoek naar de middelen tot verbetering is in gesteld, doch tot nu toe met geen gewenscht gevolg. Het is, volgens hem, zeer moeilijk om, met het oog op de zandbanken in de Zeeuw- sche stroomen voor Veere, een geul open te houden. Niet onwaarschijnlijk had men in der tjjd beter gedaan het kanaal zoodanig aan te leggen dat meer zekerheid voor de diepte bestondthans moet men trachten het open te houden. De minister durfde echter geen toezegging te doen, want het onderzoek gaf nog geen hoop op eene gelukkige oplossing. De post van 70,000 voor subsidie tot ver betering der los- en laadplaatsen te Terneuzen, werd zonder beraadslaging aangenomen. Geen wonder dat men in onze Zeeuwsche handels plaats daarover verheugd is en de Tem. Crt zich tot tolk daarvan-maakt. Eene lang ge- wenschte verbetering kan nu tegemoet worden gezienzij is nuttig en Doodig, wil Terneuzen op den gelukkigen weg van vooruitgang, waarop het zich nu bevindt, kunnen voortgaan. In de te's Gravenhage gehouden bijeenkomst, waarin dr. Van Gheel Gildemeester een rede hield over Christendom en socialisme, klaagde de heer Domela Nieuwenhuis er over, dat de leden der Tweede kamer hem de burgerlijke beleefdheid niet bewijzen. Gelria, het te Arn hem verschijnend blad, kan zich dat niet be grijpen het Sociaal Weekblad verdedigt echter de houding der kamerlieden tegenover den leider der sociaal-democraten. In de kamer vond de heer Nieuwenhuis Ver- scheidenen, die hij met name, ook in hun particulier karakter, groveljjk beleedigd had. Van hen kon hij toch geen beleefdheid ver wachten. Tegenover de andere kamerleden onthield de heer Nieuwenhuis zich van den eersten stap tot persoonlijke aanraking, schoon het toch de gewoonte is, dat een nieuw binnentredende dien eersten stap doet. Men zie overigens zjjne houding in de kamer. Het Soc. Weekblad wijst op twee feiten. Vooreerst op zijn gedrag tegenover den heer Gleichman, wien hij bij de behandeling der bankwet toevoegde, dat deze, om den schijn te redden van geen persoonlijk belang bij de zaak te hebben, diens aandeelen in de Nederlandsche Bank wel kon hebben laten overschrijven op naam van anderen. »'t Is waar, dat hij zijn aantijging daags daarna in de kamer terugnam. Maar wat gat hij kort daarop in Recht voor Allen te lezen Dat »de heer Gleichman in zake de bank- kwestie wel een hoogen toon kon aanslaan, omdat Domela Nieuwenhuis het niet had moeten zeggen, geljjk hij ook verklaarde, maar van wien daarom nog niet bewezen is, dat het onwaar is." De redacteur van Gelriazegt het Soc. Weekbl. zal een gedragslijn als deze toch wel niet rangschikken onder dezulke, waarvan hij schreef: »De heer Nieuwenhuis heeft zeker, gebreken wie heeft ze niet?" AI3 tweede voorbeeld herinnert het Soc. Weekblad aan een bespreking in Recht voor Allen, van een adres der firma Petrus Regout Co. te Maastricht. »'t Mankeert er nog maar aan", zoo heette het, »dat de Kamer vandaag of morgen gaat handelen op advies van den grootmeester van het uitzuigersgild." Waarop onmiddellijk volgde: »En toch, waarom niet? 't ls immers diefje en diefjes- ma a t." »Moet, vraagt het Weekblad bij nader inzien, de Arnhemsche redacteur niet toestemmen, dat van den kant van den man, die zoo doet en sedert jaren gedaan heeft, aan belachelijkheid grenst de klacht over onthouding tegenover hem van verkeer en van gewone beleefdheids vormen »Ja maar, zegt die redacteur, het »feit" blijft toch, »dat de heer Nieuwenhuis volksvertegen woordiger is, even goed of even slecht als ieder ander lid der Kamer van Honderd". Zeker. En uit dit feit volgt, dat afkeuring zou verdienen elke poging om tittel of jota van zijn recht als kamerlid hem te krenken. Waarin en wan neer is dat echter geschied »Doch uit het feit volgt niet, dat hij, hande lend zooals hij handelt, aanspraak heeft op andere persoonlijke bejegening, dan die hij van de zijde der meesten ondervindt. In dat opzicht mag niemand aan de kamer-leden een eisch stellen, dien hij niet stellen zou aan eiken kring van beschaafde lieden. En wij betwijfelen zeer, of de redacteur van Gelria, in welken kring van mede-beschaafden hij zich mocht bevinden, zulk een aanspraak, als die hij hier van des heeren Domela Nienwenhuis kant gegrond vindt, tegenover zichzelven als juist erkennen zou. »Ja, wij gaan verder en veronderstellen, dat de heer Domela Nieuwenhuis zelf het in zijn hart hieromtrent eigenlijk met ons eens isin zijn hart toegeeft, dat hij een andere verhouding eenvoudig onmogelijk heeft gemaakt." Het Handelsblad dat in Atjeh geen agres sieve politiek wenscht meent toch dat onze stelling in Groot-Atjeh veilig zijn moet, waar voor echter geen uitbreiding van de in Atjeh aanwezige krijgsmacht noodig is. Men doe, zegt het blad, zijn voordeel met de ondervinding, in den Java-oorlog opgedaan, en stelle waar geregelde troepen te kort schieten gelijk, geheel afgescheiden van de getalsterkte, bij een guerilla-oorlog wel haast altijd het geval zal zijn, inlandsche hulpbenden in dienst Een blijkbaar zeer deskundig officier heeft daarop gewezen in het Bataviaasch Nieuwsblad van 19 October jl., en die beschouwingen zijn alleszins de aandacht waard. Toen de Java-oorlog meer diensten van de beschikbare macht eischte dan deze volbrengen kon, bepaalde de commissaris-generaal den 13en Februari 1827, dat er in de »Groote Oost" hulp troepen zouden worden aangeworven. Dienten gevolge kwamen er in 1828 op Java behalve 1280 man uit Menado en Gorontalo, die bij het staande leger werden ingelijfd aan 700 man van het eiland Boeton. Deze bewezen zegt Weitzel als lichte infanterie uit muntende diensten 285 man van Tidore. Onder deze waren vele goede schutters. Zoowel bij gesloten aanvallen als bij het verspreide gevecht gedroegen zij zich verdienstelijk 562 man van Ternate (Alfoeren). »Het waren welgemaakte en sterkgebouwde lieden, die geen andere kleeding droegen dan een schortband van boombast om het midden en een doek om het hoofd". Onder hen bevond zich een aantal uitmuntende schutters. Zij waren meest allen heidenen, aten varkensvleesch, ja zelfs dat van honden en paardendeze gewoonte, gepaard aan die van steeds een ontbloot en scherp zwaard in handen te hebben, en den vijand behendig het hoofd af te slaan, maakte hen bij de Javanen zeer gevreesd. Zij onderscheid den zich vooral in den lichten infanteriedienst zij hadden een woest voorkomen, maar een zeer goedaardige inborstzij onderwierpen zich zonder moeite aan de krijgstucht en be wezen bij tallooze gelegenheden onschatbare diensten (Weitzel, t. a. p.) Wat kan er tegen zijn, om ook thans, waar ons eigen leger gespaard moet worden, van dergeljjke hulpbenden gebruik te maken om onze »geconcentreerde stelling" veilig te hou den en een einde te maken aan het harceleeren des vijands Zjj zouden zoo merkt de schrjjver in het Bataviaasch Nieuwsblad op geen geregelde gevechten leveren, maar zij zouden onzen vij and geen rust meer gunnenbij deze zou de schrik er in komen er zouden geen granaten meer tusschen de tramwegsporen gelegd kun nen worden de bruggen zouden niet meer in de lucht springen De Atjehers zouden begrijpen dat het nu hun tijd was, op hun qui vive te zijn, en wie kan betwijfelen, dat daar door de goede gang van eventueele onderhan delingen belangrijk zou kunnen worden bevor derd De Standaard meldt dat van protcstantsch- christelijke zijde een ernstige poging zal wor den aangewend om de christelijke vrije school tot hooger ontwikkeling te brengen. De hoofdbesturen der vereeniging van chris telijk nationaal onderwijs, van gereformeerd schoolonderwijs, van de Unie en van de ver- eenigiDg voor christelijke onderwijzers zullen worden aangezocht om deze zaak ter hand te nemen. Bij kon. besl. is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogenbosch jhr. mr. F. X. J. M. Verheijen, thans vice-president der arr.-rechtbank aldaar. Verder zijn benoemd tot ontvanger der regi stratie en domeinen te Eist, O. A. Verwey, thans in gelijke betrekking te Enkhuizente Rhenen, J. L. Blijenberg, thans in gelijke be trekking te Gennep. Nog zijn benoemd bij het wapen der infan terie bij het 3de reg., tot kapitein, de eerste- luit. J. J. Wieringa, van het 1ste reg.bij het 7de reg., tot kapitein, de eerste-luit. J. L. M. van der Vinn^ adjudant bij het korps. Bij beschikking van den minister van bin- nenlandsche zaken, wordt, met ingang van 1 Januari 1890, den districtsveearts Th. G. van Rjjssel als werkkring aangewezen de provincie Zeeland, voorloopig met uitzondering van Zuid- Beveland, benevens de provincie Zuid-Holland bezuiden de Maas en de Lek, en de gemeente Klaaswaal in afwachting eener definitieve aan wijzing als voorloopige standplaats. De le luit. H. J. van den Bussche en de 2e luit. H. P. J. M. Bakker, van de 3e en le comp. 5e bat. 3e reg. inf., zijn overgeplaatst bij de 2e en 3e comp. van genoemd bat. en korps, in garnizoen te Bergen-op-Zoom. Omtrent d<"n uitslag derteKemala gevoerde onderhandelingen met den pretendent—Paltan van Atjeh, hoort men natuurlijk officieel niets. De Sumatra-Ct. weet in verband met het feit dat de Atjehsche hoofden, die afgevaar digd waren om te onderhandelen met den pretendent, waren teruggekeerd met uitzon dering van Toekoe Neq, het eigenlijke hoofd der zending, die voor gezondheidsredenen naar Samalangan zou zijn doorgegaan mee te aeelen dat de Kemala-partij den pretendent- sultan voor onze onderhandelaars hebben schuil gehouden en het geen hunner gelukt is hem te ontmoeten. Niettemin zou Toekoe Neq er toch in geslaagd zijn de onderhande lingen schriftelijk met TDaoed te voeren en, altijd volgens den correspondent, tot een be trekkelijk gunstig resultaat te komen. Als een bjjzonderheid wordt nog medegedeeld, dat Tengkoe di Tiroe, de ziel van het verzet, niet te Kemala is gezien. In aanmerking nemende dat dit hoofd der priester-pari ij bij de Kemala- partij in hooge achting staat, schjjnt de on derstelling gerechtvaardigd, dat hjj van geen weten en dat alzoo weg de zoo zeer ge- verkrijgen onderhandelingen wil langs den ingeslagen wens-.hte pacificatie toch niet te zal zijn. Het bericht klinkt vrij zonderling en ver dient zeker slechts onder groote reserve geloof. Volgens de Java-Bode ademen de laatst van Atjeh ontvangen berichten weinig hoop op een bevredigende oplossing van den toestand aldaar. Al moge de adBpirantsultan zich ook aan ons gezag onderwerpen en onder ons oppertoezicht den schepter in Groot Atjeh gaan zwaaien, het is bijna niet aan twijfel onderhevig of we houden aan den geduchten Tengkoe di Tiroe ook in dit geval een vijand, die ons last genoeg kan bezorgen. Door den gouverneur van Atjeh en onder- hoorigheden is aan de regeering een som van ƒ12000 gevraagd voor den bouw van een kerk ter hoofdplaats aldaar. Uit Djokja werd 11. 21 Nov. gemeld dat zich onder de Chineesche bevolking aldaar onlusten hebben geopenbaard. Men had het op de politie gemunt en toonde groote wederspannigheid, zelfs zoo, dat de militaire macht handelend moest optreden. Reeds waren een 120tal Chi- neezen gearresteerd. De gedurende de Kerstdagen door de vereeniging Uit het Volk voor het Volk alhier gehouden tentoonstelling van eene porte feuille aquarellen van het schilderkundig ge nootschap Pulchri studio te 's Gravenhage werd, behalve door de leden van de vereeniging, be zocht door 104 bezoekers ad ƒ0.25 en 17 ad f 0.10 cent. Aan de aquarellen- en schilderijen-tentoon stelling van de Lucas Confrérie te Rotterdam, Donderdag in de Concertzaal te Zierikzee ge houden, viel zoo schrijft men ons een druk bezoek te beurt, wat zij ook trouwens wel verdiende. Er waren ruim 40 stuks ge- expoaeerd en wel aquarellen van de heeren J. Weiland, M. Gidding, J. Gidding, Kramer, Nachtweh, Fasri, Van Wouw, Strening, Van der Wulp en Jan de Jong en schilderjjen van Jan de Jong en Miedema. Verkocht zijn een schilderjj van Jan de Jong het Heideplantje en de aquarellen van J. Weiland Rust, van M. Gidding de Omstreken van Haarlem, Ruig weer, en van Kramer Leuvehaven te Rotterdam. De bekende dichter J. J. L. ten Kate, de man die nog dezer dagen bij gelegenheid van zijn zeventigsten jaardag zooveel bewijzen van waardeering ontving, is niet meer. Reeds op zijn feestdag gevoelde hij zich zeer kranken het was of een voorgevoel zijn naderend einde hem had aangekondigd, want in Eigen Haard kwam, als laatste regels van zijn hand, het volgende voor Hoe velen zijn weg, die ik teer heb bemind 'kBen eenzaam maar toch niet alleen, Want daaglijks vertroost mij een blijvende Vrind «Geduld nog een weinig! Gij zijt toch God's kind, »Ik leide u naar 't Vaderhuis heen 1" Zacht en kalm is hij heengegaan, de rijk begaafde, de man wiens nagedachtenis Neder land steeds trotsch in eere zal houden. Vóór ons ligt een levensschets van den overledene, bij gelegenheid van zijn jongsten jaardag verschenen en geschreven door J. Ch. Blok met een warmte, die getuigt van de groote vereering, welke de schrijver voor Ten Kate koesterde. Hij verbloemt echter ook de fouten niet, die den overledene aankleefden. Ten Kate had iets plechtigs, iets zwaars, iets hoe kon het ook andere dominéeachtigs over zich, maar behalve den geridderden offi- cieelen, witgedasten hofpoeët, was er nog een andere Ten Kate, in wien de geest der Braga het tijdschrift dat zooveel opgang maakte en door hem en Winkler Prins werd geredigeerd, leefde, de dichter van de Schepping, de Planeten en de Jaargetijden de gunsteling der Muzen en bezield kunstenaar. En dan zijn jongste werk: De nieuwe kerk te Amsterdamhoeveel schoon heden bevat dit 1 Bovendien leverde hij vertalingen van Tasso's Jeruzalem verlost, Dante's Hel, Milton's Verloren Paradijs, Fabelen van Lafontaine en Goethe's Faust. Herinneren wij ten slotte eraan, hoe Ten Kate, den 23 December 1819 te 's Gravenhage geboren, aldaar het gymnasium bezocht en zich in 1838 naar Utrecht begaf om zich daar aan de studie der godgeleerdheid te wijden. Den 2en Mei 1844 tot proponent bevorderd, werd hij eerst op 4 Mei 1845 predikant te Marken, welke standplaats hjj in Juni 1847 verwisselde voor Almkerk c. a. In 1850 trad hjj als zoodanig te Middelburg op, waar hjj tien jaren werkzaam was, om op 18 Juni 1860 te Amsterdam als predikant bevestigd te worden alwaar hjj tot aan zijn dood werkzaam bleef. Doch meer nog als dichter dan als predikant zal zijn naam bljjven voortleven in de verre toekomst 1 Wij ontvingen de Volks-Almanak der Maatschappij tot Nut van V Algemeen voor 1890 Behalve de gewone opgaven en het verslag van de algemeene vergadering, komt daarin bet volgende voor: Pieter van der Burg, door B. Ter Haar Bz.Kamerplanten, door H. Witte Een weldoend echtpaar, door Hel. Mercier Het feest der Féderatie te Parijs, (met plaat) door Jo. De Vries Der zonae triomf tocht (vers), door P. A. M. Boele van HensbroekDe Ne derlandsche Werkgeversbond, door A. F. van Leyden Winternacht wintermorgen, door Justus van Maurik Jr.; Wedawenfondsen,door P. van Geer, Natuur en wetenschap (vers), door J. HelderHet nut der koepokinenting, door B. Carsten f Een verloren schat, door W. P WoltersZijn zoon, door Emile Seipgens Zullen (vers), door P. A. M. B. v. H Klein, practisch, duideljjk en handig is Roelants almanak," waarvan dezer dagen de vijfde jaargang, die voor 1890, is verschenen. Het is stellig de kleinste, en naar den inhoud gerekend, de goedkoopste almanak die in ons land bestaat. Het uiterljjk sierlijke boekje f in handig formaat, dat 160 bladzjjden telt, bevat een rijken inhoud men vindt er, behalve alles wat in een gewone almanak thuis behoort, de tarieven der spoorwegen ia Nederland, tal van alle gewenschte opgaven omtrent het zegel, de posterijen, de telegrafie, enz. in. En dat alles kan men zich voor slechts tien cents aanschaffen. De bekende Deli-bierbrouwerjj gaf een aller keurigst, op ivoor mat vergulden letters gedrukten kalender uit, die in een dames portefeuille op zijn plaats isen de Binnen- landsche vaart risico sociëteit te Amsterdam een wandkalender die ons meer eigenaardig dan aardig, meer goed bedoeld dan practisch ingericht voorkomt. Men schrijft ons uit Amsterdam Met een enkel woord is bereids melding ge maakt van de gewichtige mededeeling, Dinsdag in onzen gemeenteraad gedaan. Het geschenk van wjjlen Pieter Christiaan van Eeghen aan de stad is een daad, die helaas in de laatste jaren maar weinig te vermelden viel. Zij, die den overledene ook maar eenigs- zins kenden, wisten evengoed van zijn fraaie collectie schilderyen te gewagen, als van die des heeren Six. De heer Van Eeghen liet 125, meest alle zeer kostbare doeken en paneelen na, terwjjl van zijn rijke collectie teekeningen en gravures van oude beroemde meesters, de weerga in Neder land en daarbuiten moeilijk te vinden is. Op een vraag van een bevriend kunstenaar, die van nabij met de kunstschatten des heeren Van Eeghen goed bekend is, welke waarde zij wel ongeveer zouden vertegenwoordigen, ont vingen wij ten antwoord, dat die zeker de 300.000 wel zou overtreffen. Zij zullen met vermelding van den naam des schenkers te zijner tijd in 's rjjks museum prjj- ken, aangezien de schilderjjen onder beheer zullen gesteld worden van de vereeniging tot het vormen eener openbare verzameling van hedendaagsehe kunst, waarvan de overledene voorzitter was. Te zijner tijd omdat de erfge namen zich het recht hebben voorbehouden die kunstvoorwerpen nog eenigen tjjd te mogen behouden. De Haagsche stemmen, waarvan de uitgave en den tweeden jaargang is gestaakt, zullen met 1 Januari weer het licht zien, onder redactie der heeren dr Jan ten Brink, mr J. Ermerins, J. Margadant, dr H. J. A. M. Schaep- man, jhr C. A. van Sypesteyn, mr Eduard van Tsoe-Meiren, Vosmeer de Spie en W. P. Wolters Behalve deze vaste medewerkers hebben ook nog andere letterkundigen zich bereid verklaard, door het leveren van bjjdragen dit tijdschrift te steunen. Zondag voor de heeren en Maandag tööï de dames gaf de vereeniging Opwaarts te St Jansteen hare eerste voorstelling. De korte tijd in aanmerking genomen, dien do vereeni ging nog bestaat, hebben wij zoo schrjjtt men ons een woord van lof over voor dé wijze, waarop de verschillende stukjes ten tooneele werden gebracht. De niet ruime zaal was goed bezet.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1