N°. 306.
1320 Jaargang.
1889.
Zaterdag
28 December.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco i 2.—^
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.1
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop"
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 27 December.
LETTEREN EN KUNST.
MDDELBI IU.SIII1 COURANT.
Wé
Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij, te TholenW. A. va» Ailvertentlën
Middelburg 27 Dec. vm. 8 u 37 gr. I Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te een uur
m. 12 u 32 gr. av. 4 u. 31 gr. F i advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebk. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht O. wind. 'i Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
Onze ministers zagen allen hunne begroo
tingen in de Tweede kamer aangenomen, maar
enkele hunner hebben waarlijk geen reden om
op dat resultaat roem te dragen. Nog zulk
eene overwinning kunnen zjj uitroepen
en wjj zijn weg.
Die van oorlog, financiën, marine
en koloniën behoeven zeker niet met op
geheven hoofde hunne begrootingen bij de
Eerste kamer in te leiden.
Bij de behandeling der begrooting van oorlog
waren niet minder dan 41 kamerleden afwezig;
en van de 53 tegenwoordig zjjnden stemden er
zes tegen.
De heer Bergansius heeft bovendien menig
hard woord moeten hooren, evenals zijn collega
van financiën, tegen wiens begrooting nog 23
van de 84 leden stemden.
De minister van marine had, met 68 leden
voor zich, nog 21 tegenstemmers.
En de minister Keuchenius zag 33 liberale
leden hun stem tegen zijn begrooting uit
brengen, 53 ervoor, terwijl de heer Schimmel-
penninck van Nyenhuis even vóór de eind
stemming de vergadering verliet en een dertien
leden afwezig waren.
Die uitslag verbaast ons niet. Tegenover
den heer Keuchenius heeft de rechterzijde de
zedeljjke verplichting hem te steunen co&te qui
coüte liet men hem vallen, de gansche coalitie
spatte uiteen.
Maar is het niet een veeg teeken dat het
bestiïur van zulke gewichtige departementen
als oorlog, financiën en koloniën in
handen is van mannen, die, op den keper be
schouwd, zoo weinig sympathie in de kamer
blijken te vinden.
Men vergete niet dat menig lid van onze
vertegenwoordiging bezwaar heeft, om redenen
buiten eene begrooting, te stemmen tegen zulk
een raming in haar geheelzoodat zelfs de
stommen, daarvoor uitgebracht, nog niet eens
pleiten voor in itemming met het beleid van
een minister.
Onder dat licht beschouwd, zijn de dezer
dagen in de Tweede kamer gevallen beslissingen
nog bedenkelijker en bewijzen zij te meer hoe
gevaarlijk het is met zulke stuurlui op het
schip van staat de reis voort te zetten.
De minister van waterstaat mocht zich
in de algemeene sympathie verheugenzijne
begrooting werd zonder hoofdeljjke stemming
goedgekeu-d.
Een paar punten der behandeling dienen
wij even te releveeren. Bij den post onder
houd, herstel en verbetering van het kanaal
door Walcheren en daartoe betrekkelijke wer
ken en uitgaven", wees de heer mr C. Lucasse
op den voor de scheepvaart zoo slechten toe
stand van den ingang van het kanaal bij
Yeere.
De minister van waterstaat verklaarde dat
die toestand hem bekend is; dat een onder
zoek naar de middelen tot verbetering is in
gesteld, doch tot nu toe met geen gewenscht
gevolg. Het is, volgens hem, zeer moeilijk om,
met het oog op de zandbanken in de Zeeuw-
sche stroomen voor Veere, een geul open te
houden. Niet onwaarschijnlijk had men in
der tjjd beter gedaan het kanaal zoodanig
aan te leggen dat meer zekerheid voor de
diepte bestondthans moet men trachten het
open te houden. De minister durfde echter
geen toezegging te doen, want het onderzoek
gaf nog geen hoop op eene gelukkige oplossing.
De post van 70,000 voor subsidie tot ver
betering der los- en laadplaatsen te Terneuzen,
werd zonder beraadslaging aangenomen. Geen
wonder dat men in onze Zeeuwsche handels
plaats daarover verheugd is en de Tem. Crt
zich tot tolk daarvan-maakt. Eene lang ge-
wenschte verbetering kan nu tegemoet worden
gezienzij is nuttig en Doodig, wil Terneuzen
op den gelukkigen weg van vooruitgang,
waarop het zich nu bevindt, kunnen voortgaan.
In de te's Gravenhage gehouden bijeenkomst,
waarin dr. Van Gheel Gildemeester een rede
hield over Christendom en socialisme, klaagde
de heer Domela Nieuwenhuis er over, dat de
leden der Tweede kamer hem de burgerlijke
beleefdheid niet bewijzen. Gelria, het te Arn
hem verschijnend blad, kan zich dat niet be
grijpen het Sociaal Weekblad verdedigt echter
de houding der kamerlieden tegenover den
leider der sociaal-democraten.
In de kamer vond de heer Nieuwenhuis Ver-
scheidenen, die hij met name, ook in hun
particulier karakter, groveljjk beleedigd had.
Van hen kon hij toch geen beleefdheid ver
wachten.
Tegenover de andere kamerleden onthield
de heer Nieuwenhuis zich van den eersten stap
tot persoonlijke aanraking, schoon het toch
de gewoonte is, dat een nieuw binnentredende
dien eersten stap doet.
Men zie overigens zjjne houding in de kamer.
Het Soc. Weekblad wijst op twee feiten.
Vooreerst op zijn gedrag tegenover den heer
Gleichman, wien hij bij de behandeling der
bankwet toevoegde, dat deze, om den schijn te
redden van geen persoonlijk belang bij de zaak
te hebben, diens aandeelen in de Nederlandsche
Bank wel kon hebben laten overschrijven op
naam van anderen.
»'t Is waar, dat hij zijn aantijging daags
daarna in de kamer terugnam. Maar wat gat
hij kort daarop in Recht voor Allen te lezen
Dat »de heer Gleichman in zake de bank-
kwestie wel een hoogen toon kon aanslaan,
omdat Domela Nieuwenhuis het niet had moeten
zeggen, geljjk hij ook verklaarde, maar van
wien daarom nog niet bewezen is, dat het
onwaar is."
De redacteur van Gelriazegt het Soc. Weekbl.
zal een gedragslijn als deze toch wel niet
rangschikken onder dezulke, waarvan hij schreef:
»De heer Nieuwenhuis heeft zeker, gebreken
wie heeft ze niet?"
AI3 tweede voorbeeld herinnert het Soc.
Weekblad aan een bespreking in Recht voor
Allen, van een adres der firma Petrus Regout
Co. te Maastricht. »'t Mankeert er nog maar
aan", zoo heette het, »dat de Kamer vandaag
of morgen gaat handelen op advies van den
grootmeester van het uitzuigersgild." Waarop
onmiddellijk volgde: »En toch, waarom niet?
't ls immers diefje en diefjes-
ma a t."
»Moet, vraagt het Weekblad bij nader inzien,
de Arnhemsche redacteur niet toestemmen, dat
van den kant van den man, die zoo doet en
sedert jaren gedaan heeft, aan belachelijkheid
grenst de klacht over onthouding tegenover
hem van verkeer en van gewone beleefdheids
vormen
»Ja maar, zegt die redacteur, het »feit" blijft
toch, »dat de heer Nieuwenhuis volksvertegen
woordiger is, even goed of even slecht als ieder
ander lid der Kamer van Honderd". Zeker. En
uit dit feit volgt, dat afkeuring zou verdienen
elke poging om tittel of jota van zijn recht
als kamerlid hem te krenken. Waarin en wan
neer is dat echter geschied
»Doch uit het feit volgt niet, dat hij, hande
lend zooals hij handelt, aanspraak heeft op
andere persoonlijke bejegening, dan die hij van
de zijde der meesten ondervindt. In dat opzicht
mag niemand aan de kamer-leden een eisch
stellen, dien hij niet stellen zou aan eiken kring
van beschaafde lieden. En wij betwijfelen zeer,
of de redacteur van Gelria, in welken kring
van mede-beschaafden hij zich mocht bevinden,
zulk een aanspraak, als die hij hier van des
heeren Domela Nienwenhuis kant gegrond vindt,
tegenover zichzelven als juist erkennen zou.
»Ja, wij gaan verder en veronderstellen, dat
de heer Domela Nieuwenhuis zelf het in zijn
hart hieromtrent eigenlijk met ons eens isin
zijn hart toegeeft, dat hij een andere verhouding
eenvoudig onmogelijk heeft gemaakt."
Het Handelsblad dat in Atjeh geen agres
sieve politiek wenscht meent toch dat onze
stelling in Groot-Atjeh veilig zijn moet, waar
voor echter geen uitbreiding van de in Atjeh
aanwezige krijgsmacht noodig is. Men doe, zegt
het blad, zijn voordeel met de ondervinding,
in den Java-oorlog opgedaan, en stelle waar
geregelde troepen te kort schieten gelijk,
geheel afgescheiden van de getalsterkte, bij een
guerilla-oorlog wel haast altijd het geval zal
zijn, inlandsche hulpbenden in dienst
Een blijkbaar zeer deskundig officier heeft
daarop gewezen in het Bataviaasch Nieuwsblad
van 19 October jl., en die beschouwingen zijn
alleszins de aandacht waard.
Toen de Java-oorlog meer diensten van de
beschikbare macht eischte dan deze volbrengen
kon, bepaalde de commissaris-generaal den 13en
Februari 1827, dat er in de »Groote Oost" hulp
troepen zouden worden aangeworven. Dienten
gevolge kwamen er in 1828 op Java behalve
1280 man uit Menado en Gorontalo, die bij het
staande leger werden ingelijfd aan
700 man van het eiland Boeton. Deze bewezen
zegt Weitzel als lichte infanterie uit
muntende diensten
285 man van Tidore. Onder deze waren vele
goede schutters. Zoowel bij gesloten aanvallen
als bij het verspreide gevecht gedroegen zij
zich verdienstelijk
562 man van Ternate (Alfoeren). »Het waren
welgemaakte en sterkgebouwde lieden, die geen
andere kleeding droegen dan een schortband
van boombast om het midden en een doek om
het hoofd". Onder hen bevond zich een aantal
uitmuntende schutters. Zij waren meest allen
heidenen, aten varkensvleesch, ja zelfs dat van
honden en paardendeze gewoonte, gepaard
aan die van steeds een ontbloot en scherp
zwaard in handen te hebben, en den vijand
behendig het hoofd af te slaan, maakte hen
bij de Javanen zeer gevreesd. Zij onderscheid
den zich vooral in den lichten infanteriedienst
zij hadden een woest voorkomen, maar een
zeer goedaardige inborstzij onderwierpen
zich zonder moeite aan de krijgstucht en be
wezen bij tallooze gelegenheden onschatbare diensten
(Weitzel, t. a. p.)
Wat kan er tegen zijn, om ook thans, waar
ons eigen leger gespaard moet worden, van
dergeljjke hulpbenden gebruik te maken om
onze »geconcentreerde stelling" veilig te hou
den en een einde te maken aan het harceleeren
des vijands
Zjj zouden zoo merkt de schrjjver in het
Bataviaasch Nieuwsblad op geen geregelde
gevechten leveren, maar zij zouden onzen vij
and geen rust meer gunnenbij deze zou de
schrik er in komen er zouden geen granaten
meer tusschen de tramwegsporen gelegd kun
nen worden de bruggen zouden niet meer in
de lucht springen De Atjehers zouden
begrijpen dat het nu hun tijd was, op hun qui
vive te zijn, en wie kan betwijfelen, dat daar
door de goede gang van eventueele onderhan
delingen belangrijk zou kunnen worden bevor
derd
De Standaard meldt dat van protcstantsch-
christelijke zijde een ernstige poging zal wor
den aangewend om de christelijke vrije school
tot hooger ontwikkeling te brengen.
De hoofdbesturen der vereeniging van chris
telijk nationaal onderwijs, van gereformeerd
schoolonderwijs, van de Unie en van de ver-
eenigiDg voor christelijke onderwijzers zullen
worden aangezocht om deze zaak ter hand te
nemen.
Bij kon. besl. is benoemd tot raadsheer in
het gerechtshof te 's Hertogenbosch jhr. mr.
F. X. J. M. Verheijen, thans vice-president der
arr.-rechtbank aldaar.
Verder zijn benoemd tot ontvanger der regi
stratie en domeinen te Eist, O. A. Verwey,
thans in gelijke betrekking te Enkhuizente
Rhenen, J. L. Blijenberg, thans in gelijke be
trekking te Gennep.
Nog zijn benoemd bij het wapen der infan
terie bij het 3de reg., tot kapitein, de eerste-
luit. J. J. Wieringa, van het 1ste reg.bij het
7de reg., tot kapitein, de eerste-luit. J. L. M.
van der Vinn^ adjudant bij het korps.
Bij beschikking van den minister van bin-
nenlandsche zaken, wordt, met ingang van 1
Januari 1890, den districtsveearts Th. G. van
Rjjssel als werkkring aangewezen de provincie
Zeeland, voorloopig met uitzondering van Zuid-
Beveland, benevens de provincie Zuid-Holland
bezuiden de Maas en de Lek, en de gemeente
Klaaswaal in afwachting eener definitieve aan
wijzing als voorloopige standplaats.
De le luit. H. J. van den Bussche en de 2e
luit. H. P. J. M. Bakker, van de 3e en le comp.
5e bat. 3e reg. inf., zijn overgeplaatst bij de
2e en 3e comp. van genoemd bat. en korps,
in garnizoen te Bergen-op-Zoom.
Omtrent d<"n uitslag derteKemala gevoerde
onderhandelingen met den pretendent—Paltan
van Atjeh, hoort men natuurlijk officieel niets.
De Sumatra-Ct. weet in verband met het
feit dat de Atjehsche hoofden, die afgevaar
digd waren om te onderhandelen met den
pretendent, waren teruggekeerd met uitzon
dering van Toekoe Neq, het eigenlijke hoofd
der zending, die voor gezondheidsredenen naar
Samalangan zou zijn doorgegaan mee te
aeelen dat de Kemala-partij den pretendent-
sultan voor onze onderhandelaars hebben
schuil gehouden en het geen hunner gelukt
is hem te ontmoeten. Niettemin zou Toekoe
Neq er toch in geslaagd zijn de onderhande
lingen schriftelijk met TDaoed te voeren en,
altijd volgens den correspondent, tot een be
trekkelijk gunstig resultaat te komen. Als
een bjjzonderheid wordt nog medegedeeld, dat
Tengkoe di Tiroe, de ziel van het verzet, niet
te Kemala is gezien. In aanmerking nemende
dat dit hoofd der priester-pari ij bij de Kemala-
partij in hooge achting staat, schjjnt de on
derstelling gerechtvaardigd, dat hjj van geen
weten en dat alzoo
weg de zoo zeer ge-
verkrijgen
onderhandelingen wil
langs den ingeslagen
wens-.hte pacificatie toch niet te
zal zijn.
Het bericht klinkt vrij zonderling en ver
dient zeker slechts onder groote reserve geloof.
Volgens de Java-Bode ademen de laatst van
Atjeh ontvangen berichten weinig hoop op een
bevredigende oplossing van den toestand aldaar.
Al moge de adBpirantsultan zich ook aan ons
gezag onderwerpen en onder ons oppertoezicht
den schepter in Groot Atjeh gaan zwaaien, het
is bijna niet aan twijfel onderhevig of we
houden aan den geduchten Tengkoe di Tiroe
ook in dit geval een vijand, die ons last genoeg
kan bezorgen.
Door den gouverneur van Atjeh en onder-
hoorigheden is aan de regeering een som van
ƒ12000 gevraagd voor den bouw van een kerk
ter hoofdplaats aldaar.
Uit Djokja werd 11. 21 Nov. gemeld dat zich
onder de Chineesche bevolking aldaar onlusten
hebben geopenbaard. Men had het op de politie
gemunt en toonde groote wederspannigheid,
zelfs zoo, dat de militaire macht handelend
moest optreden. Reeds waren een 120tal Chi-
neezen gearresteerd.
De gedurende de Kerstdagen door de
vereeniging Uit het Volk voor het Volk
alhier gehouden tentoonstelling van eene porte
feuille aquarellen van het schilderkundig ge
nootschap Pulchri studio te 's Gravenhage werd,
behalve door de leden van de vereeniging, be
zocht door 104 bezoekers ad ƒ0.25 en 17 ad
f 0.10 cent.
Aan de aquarellen- en schilderijen-tentoon
stelling van de Lucas Confrérie te Rotterdam,
Donderdag in de Concertzaal te Zierikzee ge
houden, viel zoo schrijft men ons een
druk bezoek te beurt, wat zij ook trouwens
wel verdiende. Er waren ruim 40 stuks ge-
expoaeerd en wel aquarellen van de heeren J.
Weiland, M. Gidding, J. Gidding, Kramer,
Nachtweh, Fasri, Van Wouw, Strening, Van
der Wulp en Jan de Jong en schilderjjen van
Jan de Jong en Miedema. Verkocht zijn een
schilderjj van Jan de Jong het Heideplantje en
de aquarellen van J. Weiland Rust, van M.
Gidding de Omstreken van Haarlem, Ruig weer,
en van Kramer Leuvehaven te Rotterdam.
De bekende dichter J. J. L. ten Kate, de
man die nog dezer dagen bij gelegenheid van zijn
zeventigsten jaardag zooveel bewijzen van
waardeering ontving, is niet meer.
Reeds op zijn feestdag gevoelde hij zich zeer
kranken het was of een voorgevoel zijn
naderend einde hem had aangekondigd, want
in Eigen Haard kwam, als laatste regels van
zijn hand, het volgende voor
Hoe velen zijn weg, die ik teer heb bemind
'kBen eenzaam maar toch niet alleen,
Want daaglijks vertroost mij een blijvende Vrind
«Geduld nog een weinig! Gij zijt toch God's kind,
»Ik leide u naar 't Vaderhuis heen 1"
Zacht en kalm is hij heengegaan, de rijk
begaafde, de man wiens nagedachtenis Neder
land steeds trotsch in eere zal houden.
Vóór ons ligt een levensschets van den
overledene, bij gelegenheid van zijn jongsten
jaardag verschenen en geschreven door J. Ch.
Blok met een warmte, die getuigt van de
groote vereering, welke de schrijver voor Ten
Kate koesterde. Hij verbloemt echter ook de
fouten niet, die den overledene aankleefden. Ten
Kate had iets plechtigs, iets zwaars, iets
hoe kon het ook andere dominéeachtigs
over zich, maar behalve den geridderden offi-
cieelen, witgedasten hofpoeët, was er nog een
andere Ten Kate, in wien de geest der Braga
het tijdschrift dat zooveel opgang maakte en
door hem en Winkler Prins werd geredigeerd,
leefde, de dichter van de Schepping, de Planeten
en de Jaargetijden de gunsteling der Muzen en
bezield kunstenaar. En dan zijn jongste werk:
De nieuwe kerk te Amsterdamhoeveel schoon
heden bevat dit 1
Bovendien leverde hij vertalingen van Tasso's
Jeruzalem verlost, Dante's Hel, Milton's Verloren
Paradijs, Fabelen van Lafontaine en Goethe's
Faust.
Herinneren wij ten slotte eraan, hoe Ten
Kate, den 23 December 1819 te 's Gravenhage
geboren, aldaar het gymnasium bezocht en
zich in 1838 naar Utrecht begaf om zich daar
aan de studie der godgeleerdheid te wijden.
Den 2en Mei 1844 tot proponent bevorderd,
werd hij eerst op 4 Mei 1845 predikant te
Marken, welke standplaats hjj in Juni 1847
verwisselde voor Almkerk c. a. In 1850 trad
hjj als zoodanig te Middelburg op, waar hjj
tien jaren werkzaam was, om op 18 Juni 1860
te Amsterdam als predikant bevestigd te worden
alwaar hjj tot aan zijn dood werkzaam bleef.
Doch meer nog als dichter dan als predikant
zal zijn naam bljjven voortleven in de verre
toekomst 1
Wij ontvingen de Volks-Almanak der
Maatschappij tot Nut van V Algemeen voor 1890
Behalve de gewone opgaven en het verslag van
de algemeene vergadering, komt daarin bet
volgende voor: Pieter van der Burg, door B.
Ter Haar Bz.Kamerplanten, door H. Witte
Een weldoend echtpaar, door Hel. Mercier
Het feest der Féderatie te Parijs, (met plaat)
door Jo. De Vries Der zonae triomf tocht (vers),
door P. A. M. Boele van HensbroekDe Ne
derlandsche Werkgeversbond, door A. F. van
Leyden Winternacht wintermorgen, door
Justus van Maurik Jr.; Wedawenfondsen,door
P. van Geer, Natuur en wetenschap (vers), door
J. HelderHet nut der koepokinenting, door
B. Carsten f Een verloren schat, door W. P
WoltersZijn zoon, door Emile Seipgens
Zullen (vers), door P. A. M. B. v. H
Klein, practisch, duideljjk en handig is
Roelants almanak," waarvan dezer dagen de
vijfde jaargang, die voor 1890, is verschenen.
Het is stellig de kleinste, en naar den inhoud
gerekend, de goedkoopste almanak die in ons
land bestaat. Het uiterljjk sierlijke boekje f
in handig formaat, dat 160 bladzjjden telt,
bevat een rijken inhoud men vindt er, behalve
alles wat in een gewone almanak thuis behoort,
de tarieven der spoorwegen ia Nederland, tal
van alle gewenschte opgaven omtrent het zegel,
de posterijen, de telegrafie, enz. in. En dat
alles kan men zich voor slechts tien cents
aanschaffen.
De bekende Deli-bierbrouwerjj gaf een aller
keurigst, op ivoor mat vergulden letters
gedrukten kalender uit, die in een dames
portefeuille op zijn plaats isen de Binnen-
landsche vaart risico sociëteit te Amsterdam
een wandkalender die ons meer eigenaardig
dan aardig, meer goed bedoeld dan practisch
ingericht voorkomt.
Men schrijft ons uit Amsterdam
Met een enkel woord is bereids melding ge
maakt van de gewichtige mededeeling, Dinsdag
in onzen gemeenteraad gedaan.
Het geschenk van wjjlen Pieter Christiaan
van Eeghen aan de stad is een daad, die helaas
in de laatste jaren maar weinig te vermelden
viel. Zij, die den overledene ook maar eenigs-
zins kenden, wisten evengoed van zijn fraaie
collectie schilderyen te gewagen, als van die
des heeren Six.
De heer Van Eeghen liet 125, meest alle
zeer kostbare doeken en paneelen na, terwjjl van
zijn rijke collectie teekeningen en gravures van
oude beroemde meesters, de weerga in Neder
land en daarbuiten moeilijk te vinden is. Op
een vraag van een bevriend kunstenaar, die
van nabij met de kunstschatten des heeren
Van Eeghen goed bekend is, welke waarde zij
wel ongeveer zouden vertegenwoordigen, ont
vingen wij ten antwoord, dat die zeker de
300.000 wel zou overtreffen.
Zij zullen met vermelding van den naam des
schenkers te zijner tijd in 's rjjks museum prjj-
ken, aangezien de schilderjjen onder beheer
zullen gesteld worden van de vereeniging tot
het vormen eener openbare verzameling van
hedendaagsehe kunst, waarvan de overledene
voorzitter was. Te zijner tijd omdat de erfge
namen zich het recht hebben voorbehouden die
kunstvoorwerpen nog eenigen tjjd te mogen
behouden.
De Haagsche stemmen, waarvan de uitgave
en den tweeden jaargang is gestaakt, zullen
met 1 Januari weer het licht zien, onder
redactie der heeren dr Jan ten Brink, mr J.
Ermerins, J. Margadant, dr H. J. A. M. Schaep-
man, jhr C. A. van Sypesteyn, mr Eduard van
Tsoe-Meiren, Vosmeer de Spie en W. P. Wolters
Behalve deze vaste medewerkers hebben ook
nog andere letterkundigen zich bereid verklaard,
door het leveren van bjjdragen dit tijdschrift
te steunen.
Zondag voor de heeren en Maandag tööï
de dames gaf de vereeniging Opwaarts te St
Jansteen hare eerste voorstelling. De korte
tijd in aanmerking genomen, dien do vereeni
ging nog bestaat, hebben wij zoo schrjjtt
men ons een woord van lof over voor dé
wijze, waarop de verschillende stukjes ten
tooneele werden gebracht. De niet ruime zaal
was goed bezet.