N°. 304. 132" Jaargang. 1889. Dinsdag 24 December. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s j met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement Iagefl Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 1—7 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 23 December. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. RECHTSZAKEN. UIT STADIËN PROVINCIE. HIDDElBllGSdE (III RIM. W Thermometer. Middelburg 23 Dec. vm. 8 u 48 gr. m. 12 u 48 gr. av. 4 u. 47 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vby Mestdaqh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij te Tholen: w. A. van Nebuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebs. Belinpante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbb Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een nut aan bet bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Woensdag- en Donderdag, eersten en tweeden Deritdag, verscliij nt geen Hommer van om Hl ad De schrijver der Brieven uit de residentie in de Zwolsche courant schrijft o. a. Heeft Nederland zich nu dat in velerlei opzicht goede jaar ten nutte gemaakt De straks eindigende beraadslaging over de staats begroting geeft daarop een weinig bevredigend antwoord. Niet dat we zooveel gewicht moeten hechten aan de talrijke vragen, door diverse leden aan de regeering gericht, want die heeren vergeten daarbjj maar al te zeer, hoeveel hun eigen partij regeering zijnde onafgedaan liet of verwaarloosde. Maar eenerzijds zjjn 't slechts een paar groote zaken, de arbeidswet en het lager onderwijs, die van belangrijke regeeringsdaden getuigen, anderzijds wijst de hoopvolle optredingsrede van Bloeimaand 1888 op zulk een stapel arbeid, die zou ver richt worden, dat bet waarlijk haast monniken werk is in de begrooting voor 1890 naar de daarmee samenhangende posten van uitgaaf en inkomst te zoeken. En dan heeft de pas gevoerde kamerdiscussie nog iets geleerd, dat meer nog dan onvoldane verwachtingen tot bezorgdheid voor 's lands toekomst stemmen moet, nameljjk dat men recht heeft tot grooten twijfel of verschillende leden van het kabinet wel bekwaam zjjn voor de hun toevertrouwde taak. vZeker, daar zijn mannen bij, die eerbied ver dienen door kennis en karakter. De heeren Mackay, Ruys en Havelaar mogen met eere genoemd worden. Als de beer Godin werken wilde, zou hij misschien erg meevallen. "Wij merken intusschen met bescheidenheid op, dat hij dan ook maar behoorde te werken, opdat wij de stralen van zjjn licht mogen ontwaren. De heer Bergansius is zeer zeker een knap officier, die veel weet en altjjd vol jjver was. Maar het organiseerend talent, dat voor het leger zoo noodig is, bezit bjj dat wel En nu komen wjj aan de keerzjjde M. d. R. Van den heer Kenchenius zullen wij maar niet meer praten, want zelfs zjjn vrienden weten geen daden aan te toonen, die voor hem spreken. Bovendien is er veel kans dat de le kamer spoedig zjjn ministerieel graf zal graven. Maar ook de heer Dyserinck, die verleden jaar nog niet hersteld van een zeer ernstige ziekte aan critiek, zelfs aan wisseling van denk beelden ontsnapte, is dit jaar zoo bitter tegen gevallen, dat niemand meer in hem den man ziet, die nieuw leven zal inblazen aan onze zoo deerljjk vervallen vloot. Nog zwakker, en dat zegt veel, is naar 't oordeel der meesten jbr Hartsen. In zjjn qualiteit van minister van buitenlandscbe zaken zit hjj eigenlijk - o gruwzame spot 1 op den stoel van Olden- barneveld en Jan de Witt en Heynsius, en houdt met iets schijnbaar deftigs allerlei praatjes die wezenljjk niets te wenschen overlaten in onbeduidendheid, en die zoo'n armoede aan zaakkennis verraden, dat het rjjmpje inder tijd aan een Fransch collega van hem gericht eigenljjk voor hem moest vervaardigd zjjn Et dans l'emploi que j'occupais Aui affaires étrangères, Je n'avais qu'un défaut, j'étais Tonjours étranger aux affaires. »Waarljjk, als de StandaardreAitcAeur, wiens schranderheid door vriend en vijand bewonderd wordt, op het hooge gewicht wjjst van de politieke stelling, die wij in de statenrij hebben te kiezen, en hjj denkt dan aan den stuurman, die het staatshulkje sturen moet,welk een uitdrukking van kluchtige wanhoop zal er dan over zijn gelaat gigden 1 »Voor dat wjj de algemeene politiek op zij zetten, ben ik als kroniekschrjjver verplicht uw lezers twee namen te noemen, die hier in sommige kringen met het oog op een mogelijken val van den minister Keuchenius gemompeld worden. Dit zjjn de heer Yan Nunen, het lid der Tweede kamer, wiens rede bjj de Indische begrooting zeer de aandacht trok, en de heer Pruys v. d. Hoeven, het lid van den raad van Indië. De eerste is volgens sommigen te reac tionair, maar tevens wel tot beslissend handelen bekwaamde tweede gold in Indië voor een der energiekste en meest durvende residenten (als ik wel heb vooral in Palembang gebleken), maar heeft helaas in Atjeh te zeer fiasco ge maakt om nog het vroegere prestige op een regeeringszetel mee te brengen. Hoe 't zij, de tijd zal leeren in hoever deze aanduiding juist is." Dit laatste omtrent den heer Yan Nunen klinkt wel wat zonderling tegenover het feit dat dit lid der Tweede kamer zich Zaterdag een warm verdediger van den minister toonde. Bovendien de val van den minister verwachten wjj, naar men weet, niet. Bjj kon. besl. is benoemd tot controleur der dir. bel., invoerr. en ace. te Dragten L. R. Wentholt, adjunct-controleur derzelfde middelen te Roosendaal. Den 21en December 1889 heeft aan het departement van buitenlandsche zaken de nederlegging plaats gehad der akten van be krachtiging van de op 1 Februari 1889 te 's Gravenhage onderteekende verklaring tot wijziging van 5 van art. 8 der internationale overeenkomst van 6 Mei 1882, tot regeling van de politie der visscherjj in de Noordzee, buiten de territoriale wateren. Bljjkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië van 20 Dec. 1889, wordt de gouvernements koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 584.787 pikols. De minister van justitie en oorlog verleenen deze week geen audiëntie. Id de zitting der Tweede kamer van Zaterdag is ten slotte de begrooting voor waterstaat zonder hoofdeljjke stemming aangenomen. Daarna kwam die voor koloniën aan de orde. Bjj de algemeene beraadslagingen motiveerde de heer Cremer, ook namens eenige politieke vrienden, zijn votum van wantrouwen in het beleid van den minister wegens diens gemis van vasten wil en doorzettendheid, nit verschillende maatregelen gebleken in het bjjzonder uit zijne financieele, opium-, Atjeb- en godsdienstpolitiek. De heer Van Namen verdedigde het minis terieel beleidde beschuldigingen zjjn naar zjjn oordeel vaag. De heer Van Houten beeft laatst zelf geconstateerd, dat de minister geene eenzijdige godsdienBt-politiek wil. In de opium zaak heeft de minister meer dan éen zjjner voorgangers gedaan. In Atjeh viel weinig meer te bederven en zelfstandigheid van den gouverneur is goed. De financieele politiek van den minister is afkeurenswaard, maar niet hjj, wel de liberalen hebben den slechten finan- cieelen toestand teweeggebracht door de koffie cultuur te laten achteruitgaan. Als men dezen minister wil treffen, moet men aan een libe raal het koloniaal beleid kunnen toevertrouwen. De heer Bool motiveerde zjjne goedkeurende stem op grond van de goede verwachtingen, waartoe 's ministers verleden en kracht van werkzaamheid recht geven. Hoewel zijne Atjeh- en financieele politiek bezorgdheid inboezemen, zou toch, nu na aanneming der schoolwet een tijdperk van verhoogde werkzaamheid is inge treden, het uitlokken van eene ministerieele crisis bedenkeljjk zjjn. De hesr Mees merkte op, dat het optimisme van den minister op sprekers overgeslagen is. De minister heeft onherstelbare organische ge breken. Hjj bewijst dat kennis niet altjjd macht isvan een conservatief standpunt is steun jegens den minister begrjjpeljjk, maar zjjn sub jectiviteit op godsdienstig gebied, zijne politiek ter zake van Atjeb, de koffie en de opium, die een vaste band eischen, maker langer vertrou wen onmogelijk. De heer W. van Dedem motiveerde zijn wan trouwen op grond van min. opium-politiek. De minister verdedigde zjjn beleid. Zijn optimisme is gegrond op zijne overtuiging, dat het Christendom eeuwig zal bestaan en kracht zal geven voor hervorming. De verloochening van het Christendom is oorzaak van alle ellende in onze en in de Indische maatschappjj. Maar tevens zal de Islam geëerbiedigd worden. Het voorgenomen opiumstelsel berust op de adviezen van deskundigen en ervaring sinds 1831juist het driejarig stelsel heeft millioenen gekost. De minister betoogde verder, dat een driejarig pachtstelsel de sluikerjj krachtig ontwikkelde. Hjj had de strengste bevelen tegen den sluik handel gegeven en deed alles tot handhaving der bestaande wettelijke bepalingen. In den tegenwoordigen stand van zaken in Atjeh is het, zeide de minister, voorzichtig en wjjs beleid en het gevolg van goede berekening om, vertrouwende op den gouverneur van Atjeh, consequent te bljjven volgen de gedragslijn sedert vier jaren toegepast. Het financieele vraagstuk is moeieljjk, omdat het evenwicht moet bewaard bljjven en tevens de belangen van Nederland en de Nederlandsche ingezetenen behartigd moeten worden. Daartoe is het noodig vóór alles de rust te herstellen in Indië, waartoe de voorgenomen maatregelen betreffende beerendiensten, landrente en koffie zullen bjjdragen. 's Ministers pogingen om de koffie op den werkeljjken prjjs te behouden, getuigen almede van zijne zorg voor het finan cieel evenwicht. Ook voor de inlandsche bevol king zal bjj bljjven zorgen. De heer Yan Houten, erkennende dat de min. bjj het debat over de Indische begrooting een beter standpunt dan de beer Lohman bad inge nomen in de kerkelijke kwestie, meende echter, dat hjj, toen reconvalescent, thans weer inge stort is. Hierbjj sloot zich de heer Yan der Feltz aan. De commissie uit de Tweede kamer, in wier handen gesteld is het. verslag der commissie van inspectie over de Kor.. Mil. Academie, ziet zich gedwongen tot de verklaring, dat de 'ndruk, dien genoemd verslag op haar gemaakt heeft, verre van gunstig is. Zjj meent echter, met het oog op de omstan digheid, dat eene wettelijke regeling van het militair onderwjjs bjj de kamer aanhangig is zich te moeten onthouden van elke opmerking omtrent den aard van dat onderwjjs, zooals het aan de Kon. Mil. Academie wordt gegeven. Slechts op enkele punten, in het verslag aan gevoerd, die niet dadelijk verhand houden met de geheel# inrichting der Kon. Mil. Academie, vestigt zjj de aandacht dar kamer. Allereerst trof het de commissie dat bljjkens het verslag de tenue der cadetten bij de in spectie te wenschen overliet. Deze klacht maakte des te meer indruk, daar het aan leden der commissie bekend was, dat bij gelegenheid van de oefeningen in bet kamp van Oldebroek, bet de aandacht had getrokken hoezeer, wat tenue en militaire houding aangaat, de cadet ten achterstonden bjj de leerlingen van de militaire opleidingsschool te Delft. De com missie vertrouwt dat dit in haar oog niet on- belangrjjk bestanddeel in de opleiding van aanstaande officieren aan de Kon. Mil. Academie niet verwaarloosd wordt, en dat, nu de cadetten desniettemin blijken geven van onverschillig heid omtrent deze zaken, de officieren, met het onderwijs en de opvoeding belast, zich te meer zullen bejj veren hun juiste begrippen omtrent krijgstucht en militaire vormen in te prenten. De commissie kon verder niet stilzwjjgend voorbjjgaan de ook in dit verslag weder voor komende mededeeling aangaande het minder goed gedrag der oppassers aan de Kon. Mil. Academie. Zjj meende te weten dat die oppas sers bjjna uitsluitend worden genomen uit de vrijwilligers hjj de infanterie, en het maakte bjj haar een punt van overweging nit, of bet niet wenschelijk ware den kring van hen uit wie deze oppassers worden genomen uit te breiden tot andere wapens en tot de miliciens. De commissie stelt ten slotte aan de kamer voor, om onder dankbetuiging aan den minister van oorlog het verslag voor kennisgeving aan te nemen. R. schrjjft aan het Vaderland »In de Deutsche Revue van 1 December komt onder bovenstaanden titel een stuk voor, waarin de schrijver, de heer A. Rogalla von Bieberstein, de voordeelen uiteenzet, welke het Duitscbe rijk hebben zou door een annexatie van Holland, vooral met het oog op onze overzeesche be zittingen. >Naar aanleiding van hetgeen door den heer Henry Tindal onlangs over onze weerbaarheid gezegd is, moge de algemeene aandacht op dit stuk gevestigd worden, waarin o. a. de volgende zinsnede voorkomt ■»Was die militarische Widerstandsf&higkeit der Niederlande Dentschland gegenüber betrifft, so bedarf es keiner eingehenden Darlegung dass dieselbe trotz der neuen Wasserlinie von Utrecht und trotz der starken, bereits einmal nach einem Feldzug von 21 Tagen in Deutsche Heinde gefal- lenen Stellung von Amsterdam, und ungeachtet der Möglichkeit, einen grossen Theil des Landes unter Wasser zu setsen, eine nur sehr geringe ist. In 810 Tagen nach vollendeter Móbïlma- chung können 3 Deutsche Armeekorps vor Amster dam stehen Afgescheiden van de kwestie of Duitschland lust zou gevoelen zich op dit oogenblik aan zulk eene onderneming te wagen, waarbij het natuurlijk eene andere groote mogendheid aan onze zijde zien zou, terwjjl het bovendien genoeg te doen heeft om in eigen boezem de welvaart en den bloei te verhoogen, waaraan het met allen jjver arbeidt verdient bovenstaande zeker de aandacht als bewijs hoe onverant woordelijk het is schatten te besteden aan een verdediging, die zoo weinig kracht kan uit oefenen. Zou het niet verstandig zjjn ons hoofdzake lijk ertoe te bepalen, om te zorgen dat wjj bjj een strjjd tusschen twee groote mogendheden, onze neutraliteit goed kunnen handhaven Het Leidsche Dagblad schrijft Hier ter stede is Yrjjdagavond plotseling overleden de heer Adriaan Van Eek, bewaarder van de hypotheken en het kadaster onzer ge meente. Was hjj in die betrekking zeer nuttig werkzaam en daardoor, alsook om zijne wel willendheid, reeds geacht doorzijnestadgenooten, ook op andere wjjzen nog toonde hjj die achting waardig te zjjn en een open oog te hebben voor al hetgeen rondom hem, zoowel in het dage- lijksch leven als op politiek en maatschappelijk gebied, voorviel. Menig geschrift en artikel van zijne hand deed zien met wien men in den heer Van Eek te doen had. Meermalen werden zjjne raadgevingen op vergaderingen ernstig in overweging genomen en opgevolgd. Het depar tement Leiden der Maatschappij tol Nut van 't Algemeen zal ook zjjn heengaan gevoelen. In hem verliest Leiden wederom een zjjner inwoners, waarop het met recht trotsch mocht wezen. Heden (Maandag) viert de bekende dichter en predikant J. J. L. ten Kate zjjn 70en jaardag. Yan geboorte Hagenaar studeerde hjj te Utrecht en werd hjj in 1845 predikant op het eiland Marken, later te Almkerk, in 1850 te Middelburg en in 1860 te Amsterdam, alwaar hjj op den l'8en April van dat jaar zjjne intrede hield in de Nieuwe kerk. Aan bljjken van belangstelling zal bet den algemeen gewaardeerden man zeker ook uit Middelburg wel niet ontbreken. Eigen Haard geeft in zijn nommer van deze week een keurig portret met daarbjj passend scbild van den beer Ten Kate. Een warm waardeerend woord is er bijge voegd. Onder de tallooze verscheidenheid van scheurkalenders is er voor het nieuwe jaar ook een verschenen voor den landman, tuinier en bloemen- en planten-liefhebbers. Voor eiken dag is behalve de gebruikeljjke zons- en maans- waarnemingen opgegeven, wat er in den tuin, aan de ooftboomen en de bloemen moet ge beuren. Een practische samenstelling aan het scbild vergemakkelijkt het bewaren van de af gescheurde bladen. Fraai en stevig bovendien belooft deze kalen- !er veel goeds. Hij werd uitgegeven bjj J. C. Schmidt te Erfurt en is verkrjjgbaar blijkens de in dit nommer voorkomende advertentie bij den heer J. J. Ceulen, alhier. Men heeft het Hbld. met den door ons daaruit overgenomen brief van Rubinstein een weinig bluf laten slaan zonder grond. De brief was slechts een afschrift van de bekende dank betuiging in de Brusselsche bladen. Op ver langen van den grooten kunstenaar werd in ons land de opname van die annonce, in onze taal, aan enkele bladen verzocht. Naar aanleiding van het verbod der cen suur tot opvoering van zijn stuk Le Pater deelt Fra^ois Coppée in een schrijven aan den Figaro mede, dat het stuk door het comité van beoordeeling van het Theatre Francais in ■Januari met eenparige stemmen was aangeno men, voor 14 dagen werden de rollen verdeeld. Het speelt onder de commune te Parijs, wier laatste stuiptrekkingen het te zien geeft. Dat bjj een staatkundig schandaal zou gezocht hebben, ontkent de schrijver ten stelligste. Hjj heeft eenvoudig gebruik gemaakt van zjjn echt als dichter, door de dagen van Mei 1871 op het tooneel te brengen (zooals hjj den Bartho- lomeusnacht tot kader had kunnen kiezen) in een stuk, volgens hem, ingegeven door een zeer menscheljjk gevoel en door de evangeli sche zedeleer. Hjj wil over de handelwijze eener regeering, die schijnt te sidderen voor de gevolgen der voorstelling van een stuk in éen bedrijf, niet in discussie treden. Laat zjj zich belacnelijk maken, maar hjj zal weldra het publiek over de zaak laten oordeelen. Het zal, dat is zijn vaste hoop, die aanranding van de vrijheid der kunst en der gedachte veroor- deelen. Het Théatre Ltbre heeft aangeboden het stuk op te voeren. Coppée zal het spoedig in druk geven. De inhoud is in het kort de volgende Een priester is door de communards doodgeschoten. Stervend heeft hjj hun zjjn zegen en vergiffenis geschonken, maar zjjn zuster belooft zjjn dood aan zijn moordenaars te zullen wreken. Terwijl zjj werktuigeljjk zjjn gewaad zit te verstellen en nadenkt hoe haar wraak zal zjjn, komt een commune-man binnenloopen en smeekt haar hem te redden, de troepen uit Versailles zijn hem op de hielen. »Gjj hebt mijn broeder gedood," schreeuwt de vrouw. >Ja, maar hij schonk mjj vergiffenis." Een oogenblik van stilte, dan helpt zjj hem het priestergewaad aantrekken, en als de officier binnentreedt en luide eischt den Communard hem uit te leveren, antwoordt de oude dame op haar ongenooden gaat wijzend»Mjjnheer, èr is niemand in huis dan ik zelve enmijn broeder." De offi cier vertrekt en de man is gered. Zooals nog in een groot deel der oplaag zan ons vorig nommer is medegedeeld, is te Utrecht voor het arts-examen I toegelaten de heer J, J. van der Harst. Het theoretisch apothekers-examen is te Amsterdam met goed gevolg afgelegd door den heer J. A. F. van den Houte Willems. Voor hoofd der gemeenschappelijke open bare school te Vinkei, bjj Geffen (N. Br.) worden aanbevolen de heeren P. H. Kruijtz§n, onderw. DordrechtJ. Adriaanse, onderw. aan de R. K. bijz. school te 's Heerenhoek en J. B. Appels onderw. te Dongen. Voor onderwijzeres te Durgerdam, gemeente Ransdorf, bestaat de voordracht uit mejn. G. G. S. Reuvekamp, te DeventerE. M. Mazure, te Breskens en C. G. van 't Hoff, te Brouwers- üaven. De commissie, die den minister van bin- nenlandsche zaken zal voorlichten bij de uit voering der onderwijswet, is naar het D.v.Z.H. verneemt, samengesteld uit district-schoolop- Door het O. M. bjj de arr. rechtbank te Breda is tegen den heer J. F. de Booy, fabri kant en lid van den gemeenteraad aldaar, ter zake van smaad en laster tegen den inspecteur van politie te Breda, geëischt eene maand ge vangenisstraf. Eenige heeren, waaronder ook die een ijverig deel hebben gehad bij de oprichting der Amsterdamsche Tramomnibus Maatschappij, zijn voornemens eene algemeene Tramomnibus maatschappjj op te richten en, zoo dat plan doorgaat, ook de provincie Zeeland tot arbeids veld te kiezen. De maatschappjj zou zich willen aanschaffen doelmatige en aan de nieuwste eischen van inrichting en gemak beantwoordende omnibussen en daarmede handelen als vroeger Yan Gend en Loos. Yoor onze provincie zouden in aanmerking komen eenige vaste lijnen, waaronder natuurljjk Middelburg—Domburg in de eerste plaats, be nevens verbindingen tusschen de veeren der stoombooten en verschillende steden en dorpen. De maatschappjj stelt zich voor, haar dienst een noodzakeljjk aanvulsel te doen zjjn der vaste tramljjnen, wijl ritten kunnen gemaakt worden naar plaatsen, waar een tram eeneon- mogeljjkheid is. Men denke, het bovenstaande lezende, nu echter niet aan de oude hobbelwagens, die over de groote keien dansten, maar aan eene omnibus »herzien en verbeterd" volgens de laatste uit vindingen en gemaakt in overeenstemming met de eischen, welke het min of meer verwende publiek mocht stellen. En daaraan te voldoen is een der eerste eischen. De tram-omnibus, de »tweede herziene uitgave'? van den ouden omnibus, moet aan zware eischen voldoen; 'tpubliek ia zeer gemakzuchtig ge worden in de laatste jaren, en om daaraan te voldoen heeft men met vrij wat moeite een rijtuig gevonden, dat voldeed aan dé eischen, dat zich niet bekommerde om puntige steenen en op de keien even rustig voorwaarts ging als op asphalt. Zulk een verkeersmiddel zou in onze provincie zeker goede diensten kunnen bewijzen en wera keljjk in eene »lang gevoelde behoefte" voorzie»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1