N°. 304.
132" Jaargang.
1889.
Dinsdag
24 December.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s j
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement Iagefl
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 1—7 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 23 December.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
RECHTSZAKEN.
UIT STADIËN PROVINCIE.
HIDDElBllGSdE (III RIM.
W
Thermometer.
Middelburg 23 Dec. vm. 8 u 48 gr.
m. 12 u 48 gr. av. 4 u. 47 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vby Mestdaqh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. 0. de Mooij te Tholen: w. A. van
Nebuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebs. Belinpante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbb Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te een nut
aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Woensdag- en Donderdag, eersten
en tweeden Deritdag, verscliij nt geen
Hommer van om Hl ad
De schrijver der Brieven uit de residentie in
de Zwolsche courant schrijft o. a.
Heeft Nederland zich nu dat in velerlei
opzicht goede jaar ten nutte gemaakt De
straks eindigende beraadslaging over de staats
begroting geeft daarop een weinig bevredigend
antwoord. Niet dat we zooveel gewicht moeten
hechten aan de talrijke vragen, door diverse
leden aan de regeering gericht, want die heeren
vergeten daarbjj maar al te zeer, hoeveel hun
eigen partij regeering zijnde onafgedaan
liet of verwaarloosde. Maar eenerzijds zjjn
't slechts een paar groote zaken, de arbeidswet
en het lager onderwijs, die van belangrijke
regeeringsdaden getuigen, anderzijds wijst
de hoopvolle optredingsrede van Bloeimaand
1888 op zulk een stapel arbeid, die zou ver
richt worden, dat bet waarlijk haast monniken
werk is in de begrooting voor 1890 naar de
daarmee samenhangende posten van uitgaaf
en inkomst te zoeken. En dan heeft de pas
gevoerde kamerdiscussie nog iets geleerd, dat
meer nog dan onvoldane verwachtingen tot
bezorgdheid voor 's lands toekomst stemmen
moet, nameljjk dat men recht heeft tot grooten
twijfel of verschillende leden van het kabinet
wel bekwaam zjjn voor de hun toevertrouwde
taak.
vZeker, daar zijn mannen bij, die eerbied ver
dienen door kennis en karakter. De heeren
Mackay, Ruys en Havelaar mogen met eere
genoemd worden. Als de beer Godin werken
wilde, zou hij misschien erg meevallen. "Wij
merken intusschen met bescheidenheid op, dat
hij dan ook maar behoorde te werken, opdat
wij de stralen van zjjn licht mogen ontwaren.
De heer Bergansius is zeer zeker een knap
officier, die veel weet en altjjd vol jjver was.
Maar het organiseerend talent, dat voor het
leger zoo noodig is, bezit bjj dat wel En nu
komen wjj aan de keerzjjde M. d. R. Van den
heer Kenchenius zullen wij maar niet meer
praten, want zelfs zjjn vrienden weten geen
daden aan te toonen, die voor hem spreken.
Bovendien is er veel kans dat de le kamer
spoedig zjjn ministerieel graf zal graven. Maar
ook de heer Dyserinck, die verleden jaar
nog niet hersteld van een zeer ernstige ziekte
aan critiek, zelfs aan wisseling van denk
beelden ontsnapte, is dit jaar zoo bitter tegen
gevallen, dat niemand meer in hem den man
ziet, die nieuw leven zal inblazen aan onze
zoo deerljjk vervallen vloot. Nog zwakker, en
dat zegt veel, is naar 't oordeel der meesten
jbr Hartsen. In zjjn qualiteit van minister
van buitenlandscbe zaken zit hjj eigenlijk -
o gruwzame spot 1 op den stoel van Olden-
barneveld en Jan de Witt en Heynsius, en
houdt met iets schijnbaar deftigs allerlei praatjes
die wezenljjk niets te wenschen overlaten in
onbeduidendheid, en die zoo'n armoede aan
zaakkennis verraden, dat het rjjmpje inder
tijd aan een Fransch collega van hem gericht
eigenljjk voor hem moest vervaardigd zjjn
Et dans l'emploi que j'occupais
Aui affaires étrangères,
Je n'avais qu'un défaut, j'étais
Tonjours étranger aux affaires.
»Waarljjk, als de StandaardreAitcAeur, wiens
schranderheid door vriend en vijand bewonderd
wordt, op het hooge gewicht wjjst van de
politieke stelling, die wij in de statenrij hebben
te kiezen, en hjj denkt dan aan den stuurman,
die het staatshulkje sturen moet,welk een
uitdrukking van kluchtige wanhoop zal er dan
over zijn gelaat gigden 1
»Voor dat wjj de algemeene politiek op zij
zetten, ben ik als kroniekschrjjver verplicht
uw lezers twee namen te noemen, die hier in
sommige kringen met het oog op een mogelijken
val van den minister Keuchenius gemompeld
worden. Dit zjjn de heer Yan Nunen, het lid
der Tweede kamer, wiens rede bjj de Indische
begrooting zeer de aandacht trok, en de heer
Pruys v. d. Hoeven, het lid van den raad van
Indië. De eerste is volgens sommigen te reac
tionair, maar tevens wel tot beslissend handelen
bekwaamde tweede gold in Indië voor een
der energiekste en meest durvende residenten
(als ik wel heb vooral in Palembang gebleken),
maar heeft helaas in Atjeh te zeer fiasco ge
maakt om nog het vroegere prestige op een
regeeringszetel mee te brengen. Hoe 't zij, de tijd
zal leeren in hoever deze aanduiding juist is."
Dit laatste omtrent den heer Yan Nunen
klinkt wel wat zonderling tegenover het feit
dat dit lid der Tweede kamer zich Zaterdag
een warm verdediger van den minister toonde.
Bovendien de val van den minister verwachten
wjj, naar men weet, niet.
Bjj kon. besl. is benoemd tot controleur der
dir. bel., invoerr. en ace. te Dragten L. R.
Wentholt, adjunct-controleur derzelfde middelen
te Roosendaal.
Den 21en December 1889 heeft aan het
departement van buitenlandsche zaken de
nederlegging plaats gehad der akten van be
krachtiging van de op 1 Februari 1889 te
's Gravenhage onderteekende verklaring tot
wijziging van 5 van art. 8 der internationale
overeenkomst van 6 Mei 1882, tot regeling van
de politie der visscherjj in de Noordzee, buiten
de territoriale wateren.
Bljjkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indië van 20 Dec.
1889, wordt de gouvernements koffieoogst op
Java voor dit jaar thans geraamd op 584.787
pikols.
De minister van justitie en oorlog verleenen
deze week geen audiëntie.
Id de zitting der Tweede kamer van Zaterdag
is ten slotte de begrooting voor waterstaat
zonder hoofdeljjke stemming aangenomen.
Daarna kwam die voor koloniën aan de
orde.
Bjj de algemeene beraadslagingen motiveerde
de heer Cremer, ook namens eenige politieke
vrienden, zijn votum van wantrouwen in het
beleid van den minister wegens diens gemis van
vasten wil en doorzettendheid, nit verschillende
maatregelen gebleken in het bjjzonder uit zijne
financieele, opium-, Atjeb- en godsdienstpolitiek.
De heer Van Namen verdedigde het minis
terieel beleidde beschuldigingen zjjn naar
zjjn oordeel vaag. De heer Van Houten beeft
laatst zelf geconstateerd, dat de minister geene
eenzijdige godsdienBt-politiek wil. In de opium
zaak heeft de minister meer dan éen zjjner
voorgangers gedaan. In Atjeh viel weinig
meer te bederven en zelfstandigheid van den
gouverneur is goed. De financieele politiek
van den minister is afkeurenswaard, maar niet
hjj, wel de liberalen hebben den slechten finan-
cieelen toestand teweeggebracht door de koffie
cultuur te laten achteruitgaan. Als men dezen
minister wil treffen, moet men aan een libe
raal het koloniaal beleid kunnen toevertrouwen.
De heer Bool motiveerde zjjne goedkeurende
stem op grond van de goede verwachtingen,
waartoe 's ministers verleden en kracht van
werkzaamheid recht geven. Hoewel zijne Atjeh-
en financieele politiek bezorgdheid inboezemen,
zou toch, nu na aanneming der schoolwet een
tijdperk van verhoogde werkzaamheid is inge
treden, het uitlokken van eene ministerieele
crisis bedenkeljjk zjjn.
De hesr Mees merkte op, dat het optimisme
van den minister op sprekers overgeslagen is.
De minister heeft onherstelbare organische ge
breken. Hjj bewijst dat kennis niet altjjd macht
isvan een conservatief standpunt is steun
jegens den minister begrjjpeljjk, maar zjjn sub
jectiviteit op godsdienstig gebied, zijne politiek
ter zake van Atjeb, de koffie en de opium, die
een vaste band eischen, maker langer vertrou
wen onmogelijk.
De heer W. van Dedem motiveerde zijn wan
trouwen op grond van min. opium-politiek.
De minister verdedigde zjjn beleid. Zijn
optimisme is gegrond op zijne overtuiging, dat
het Christendom eeuwig zal bestaan en kracht
zal geven voor hervorming. De verloochening
van het Christendom is oorzaak van alle ellende
in onze en in de Indische maatschappjj. Maar
tevens zal de Islam geëerbiedigd worden. Het
voorgenomen opiumstelsel berust op de adviezen
van deskundigen en ervaring sinds 1831juist
het driejarig stelsel heeft millioenen gekost.
De minister betoogde verder, dat een driejarig
pachtstelsel de sluikerjj krachtig ontwikkelde.
Hjj had de strengste bevelen tegen den sluik
handel gegeven en deed alles tot handhaving
der bestaande wettelijke bepalingen.
In den tegenwoordigen stand van zaken in
Atjeh is het, zeide de minister, voorzichtig en
wjjs beleid en het gevolg van goede berekening
om, vertrouwende op den gouverneur van Atjeh,
consequent te bljjven volgen de gedragslijn
sedert vier jaren toegepast.
Het financieele vraagstuk is moeieljjk, omdat
het evenwicht moet bewaard bljjven en tevens
de belangen van Nederland en de Nederlandsche
ingezetenen behartigd moeten worden. Daartoe
is het noodig vóór alles de rust te herstellen in
Indië, waartoe de voorgenomen maatregelen
betreffende beerendiensten, landrente en koffie
zullen bjjdragen. 's Ministers pogingen om de
koffie op den werkeljjken prjjs te behouden,
getuigen almede van zijne zorg voor het finan
cieel evenwicht. Ook voor de inlandsche bevol
king zal bjj bljjven zorgen.
De heer Yan Houten, erkennende dat de min.
bjj het debat over de Indische begrooting een
beter standpunt dan de beer Lohman bad inge
nomen in de kerkelijke kwestie, meende echter,
dat hjj, toen reconvalescent, thans weer inge
stort is. Hierbjj sloot zich de heer Yan der
Feltz aan.
De commissie uit de Tweede kamer, in wier
handen gesteld is het. verslag der commissie
van inspectie over de Kor.. Mil. Academie, ziet
zich gedwongen tot de verklaring, dat de
'ndruk, dien genoemd verslag op haar gemaakt
heeft, verre van gunstig is.
Zjj meent echter, met het oog op de omstan
digheid, dat eene wettelijke regeling van het
militair onderwjjs bjj de kamer aanhangig is
zich te moeten onthouden van elke opmerking
omtrent den aard van dat onderwjjs, zooals het
aan de Kon. Mil. Academie wordt gegeven.
Slechts op enkele punten, in het verslag aan
gevoerd, die niet dadelijk verhand houden met
de geheel# inrichting der Kon. Mil. Academie,
vestigt zjj de aandacht dar kamer.
Allereerst trof het de commissie dat bljjkens
het verslag de tenue der cadetten bij de in
spectie te wenschen overliet. Deze klacht
maakte des te meer indruk, daar het aan leden
der commissie bekend was, dat bij gelegenheid
van de oefeningen in bet kamp van Oldebroek,
bet de aandacht had getrokken hoezeer, wat
tenue en militaire houding aangaat, de cadet
ten achterstonden bjj de leerlingen van de
militaire opleidingsschool te Delft. De com
missie vertrouwt dat dit in haar oog niet on-
belangrjjk bestanddeel in de opleiding van
aanstaande officieren aan de Kon. Mil. Academie
niet verwaarloosd wordt, en dat, nu de cadetten
desniettemin blijken geven van onverschillig
heid omtrent deze zaken, de officieren, met het
onderwijs en de opvoeding belast, zich te meer
zullen bejj veren hun juiste begrippen omtrent
krijgstucht en militaire vormen in te prenten.
De commissie kon verder niet stilzwjjgend
voorbjjgaan de ook in dit verslag weder voor
komende mededeeling aangaande het minder
goed gedrag der oppassers aan de Kon. Mil.
Academie. Zjj meende te weten dat die oppas
sers bjjna uitsluitend worden genomen uit de
vrijwilligers hjj de infanterie, en het maakte
bjj haar een punt van overweging nit, of bet
niet wenschelijk ware den kring van hen uit
wie deze oppassers worden genomen uit te
breiden tot andere wapens en tot de miliciens.
De commissie stelt ten slotte aan de kamer
voor, om onder dankbetuiging aan den minister
van oorlog het verslag voor kennisgeving aan
te nemen.
R. schrjjft aan het Vaderland
»In de Deutsche Revue van 1 December komt
onder bovenstaanden titel een stuk voor, waarin
de schrijver, de heer A. Rogalla von Bieberstein,
de voordeelen uiteenzet, welke het Duitscbe
rijk hebben zou door een annexatie van Holland,
vooral met het oog op onze overzeesche be
zittingen.
>Naar aanleiding van hetgeen door den heer
Henry Tindal onlangs over onze weerbaarheid
gezegd is, moge de algemeene aandacht op dit
stuk gevestigd worden, waarin o. a. de volgende
zinsnede voorkomt
■»Was die militarische Widerstandsf&higkeit der
Niederlande Dentschland gegenüber betrifft, so
bedarf es keiner eingehenden Darlegung dass
dieselbe trotz der neuen Wasserlinie von Utrecht
und trotz der starken, bereits einmal nach einem
Feldzug von 21 Tagen in Deutsche Heinde gefal-
lenen Stellung von Amsterdam, und ungeachtet
der Möglichkeit, einen grossen Theil des Landes
unter Wasser zu setsen, eine nur sehr geringe
ist. In 810 Tagen nach vollendeter Móbïlma-
chung können 3 Deutsche Armeekorps vor Amster
dam stehen
Afgescheiden van de kwestie of Duitschland
lust zou gevoelen zich op dit oogenblik aan
zulk eene onderneming te wagen, waarbij het
natuurlijk eene andere groote mogendheid aan
onze zijde zien zou, terwjjl het bovendien genoeg
te doen heeft om in eigen boezem de welvaart
en den bloei te verhoogen, waaraan het met
allen jjver arbeidt verdient bovenstaande
zeker de aandacht als bewijs hoe onverant
woordelijk het is schatten te besteden aan een
verdediging, die zoo weinig kracht kan uit
oefenen.
Zou het niet verstandig zjjn ons hoofdzake
lijk ertoe te bepalen, om te zorgen dat wjj bjj
een strjjd tusschen twee groote mogendheden,
onze neutraliteit goed kunnen handhaven
Het Leidsche Dagblad schrijft
Hier ter stede is Yrjjdagavond plotseling
overleden de heer Adriaan Van Eek, bewaarder
van de hypotheken en het kadaster onzer ge
meente. Was hjj in die betrekking zeer nuttig
werkzaam en daardoor, alsook om zijne wel
willendheid, reeds geacht doorzijnestadgenooten,
ook op andere wjjzen nog toonde hjj die achting
waardig te zjjn en een open oog te hebben voor
al hetgeen rondom hem, zoowel in het dage-
lijksch leven als op politiek en maatschappelijk
gebied, voorviel. Menig geschrift en artikel van
zijne hand deed zien met wien men in den
heer Van Eek te doen had. Meermalen werden
zjjne raadgevingen op vergaderingen ernstig in
overweging genomen en opgevolgd. Het depar
tement Leiden der Maatschappij tol Nut van
't Algemeen zal ook zjjn heengaan gevoelen.
In hem verliest Leiden wederom een zjjner
inwoners, waarop het met recht trotsch mocht
wezen.
Heden (Maandag) viert de bekende dichter
en predikant J. J. L. ten Kate zjjn 70en jaardag.
Yan geboorte Hagenaar studeerde hjj te
Utrecht en werd hjj in 1845 predikant op het
eiland Marken, later te Almkerk, in 1850 te
Middelburg en in 1860 te Amsterdam, alwaar
hjj op den l'8en April van dat jaar zjjne intrede
hield in de Nieuwe kerk.
Aan bljjken van belangstelling zal bet den
algemeen gewaardeerden man zeker ook uit
Middelburg wel niet ontbreken.
Eigen Haard geeft in zijn nommer van deze
week een keurig portret met daarbjj passend
scbild van den beer Ten Kate.
Een warm waardeerend woord is er bijge
voegd.
Onder de tallooze verscheidenheid van
scheurkalenders is er voor het nieuwe jaar ook
een verschenen voor den landman, tuinier en
bloemen- en planten-liefhebbers. Voor eiken
dag is behalve de gebruikeljjke zons- en maans-
waarnemingen opgegeven, wat er in den tuin,
aan de ooftboomen en de bloemen moet ge
beuren. Een practische samenstelling aan het
scbild vergemakkelijkt het bewaren van de af
gescheurde bladen.
Fraai en stevig bovendien belooft deze kalen-
!er veel goeds. Hij werd uitgegeven bjj J. C.
Schmidt te Erfurt en is verkrjjgbaar blijkens
de in dit nommer voorkomende advertentie
bij den heer J. J. Ceulen, alhier.
Men heeft het Hbld. met den door ons
daaruit overgenomen brief van Rubinstein een
weinig bluf laten slaan zonder grond. De brief
was slechts een afschrift van de bekende dank
betuiging in de Brusselsche bladen. Op ver
langen van den grooten kunstenaar werd in
ons land de opname van die annonce, in onze
taal, aan enkele bladen verzocht.
Naar aanleiding van het verbod der cen
suur tot opvoering van zijn stuk Le Pater
deelt Fra^ois Coppée in een schrijven aan den
Figaro mede, dat het stuk door het comité van
beoordeeling van het Theatre Francais in
■Januari met eenparige stemmen was aangeno
men, voor 14 dagen werden de rollen verdeeld.
Het speelt onder de commune te Parijs, wier
laatste stuiptrekkingen het te zien geeft. Dat
bjj een staatkundig schandaal zou gezocht
hebben, ontkent de schrijver ten stelligste.
Hjj heeft eenvoudig gebruik gemaakt van zjjn
echt als dichter, door de dagen van Mei 1871 op
het tooneel te brengen (zooals hjj den Bartho-
lomeusnacht tot kader had kunnen kiezen) in
een stuk, volgens hem, ingegeven door een
zeer menscheljjk gevoel en door de evangeli
sche zedeleer. Hjj wil over de handelwijze
eener regeering, die schijnt te sidderen voor
de gevolgen der voorstelling van een stuk in
éen bedrijf, niet in discussie treden. Laat zjj
zich belacnelijk maken, maar hjj zal weldra
het publiek over de zaak laten oordeelen. Het
zal, dat is zijn vaste hoop, die aanranding van
de vrijheid der kunst en der gedachte veroor-
deelen.
Het Théatre Ltbre heeft aangeboden het stuk
op te voeren. Coppée zal het spoedig in druk
geven.
De inhoud is in het kort de volgende Een
priester is door de communards doodgeschoten.
Stervend heeft hjj hun zjjn zegen en vergiffenis
geschonken, maar zjjn zuster belooft zjjn dood
aan zijn moordenaars te zullen wreken. Terwijl
zjj werktuigeljjk zjjn gewaad zit te verstellen
en nadenkt hoe haar wraak zal zjjn, komt een
commune-man binnenloopen en smeekt haar
hem te redden, de troepen uit Versailles zijn
hem op de hielen. »Gjj hebt mijn broeder
gedood," schreeuwt de vrouw. >Ja, maar hij
schonk mjj vergiffenis." Een oogenblik van
stilte, dan helpt zjj hem het priestergewaad
aantrekken, en als de officier binnentreedt
en luide eischt den Communard hem uit te leveren,
antwoordt de oude dame op haar ongenooden
gaat wijzend»Mjjnheer, èr is niemand in huis
dan ik zelve enmijn broeder." De offi
cier vertrekt en de man is gered.
Zooals nog in een groot deel der oplaag
zan ons vorig nommer is medegedeeld, is te
Utrecht voor het arts-examen I toegelaten de
heer J, J. van der Harst.
Het theoretisch apothekers-examen is te
Amsterdam met goed gevolg afgelegd door den
heer J. A. F. van den Houte Willems.
Voor hoofd der gemeenschappelijke open
bare school te Vinkei, bjj Geffen (N. Br.) worden
aanbevolen de heeren P. H. Kruijtz§n, onderw.
DordrechtJ. Adriaanse, onderw. aan de R.
K. bijz. school te 's Heerenhoek en J. B. Appels
onderw. te Dongen.
Voor onderwijzeres te Durgerdam, gemeente
Ransdorf, bestaat de voordracht uit mejn. G.
G. S. Reuvekamp, te DeventerE. M. Mazure,
te Breskens en C. G. van 't Hoff, te Brouwers-
üaven.
De commissie, die den minister van bin-
nenlandsche zaken zal voorlichten bij de uit
voering der onderwijswet, is naar het D.v.Z.H.
verneemt, samengesteld uit district-schoolop-
Door het O. M. bjj de arr. rechtbank te
Breda is tegen den heer J. F. de Booy, fabri
kant en lid van den gemeenteraad aldaar, ter
zake van smaad en laster tegen den inspecteur
van politie te Breda, geëischt eene maand ge
vangenisstraf.
Eenige heeren, waaronder ook die een
ijverig deel hebben gehad bij de oprichting der
Amsterdamsche Tramomnibus Maatschappij, zijn
voornemens eene algemeene Tramomnibus
maatschappjj op te richten en, zoo dat plan
doorgaat, ook de provincie Zeeland tot arbeids
veld te kiezen.
De maatschappjj zou zich willen aanschaffen
doelmatige en aan de nieuwste eischen van
inrichting en gemak beantwoordende omnibussen
en daarmede handelen als vroeger Yan Gend
en Loos.
Yoor onze provincie zouden in aanmerking
komen eenige vaste lijnen, waaronder natuurljjk
Middelburg—Domburg in de eerste plaats, be
nevens verbindingen tusschen de veeren der
stoombooten en verschillende steden en dorpen.
De maatschappjj stelt zich voor, haar dienst
een noodzakeljjk aanvulsel te doen zjjn der
vaste tramljjnen, wijl ritten kunnen gemaakt
worden naar plaatsen, waar een tram eeneon-
mogeljjkheid is.
Men denke, het bovenstaande lezende, nu
echter niet aan de oude hobbelwagens, die over
de groote keien dansten, maar aan eene omnibus
»herzien en verbeterd" volgens de laatste uit
vindingen en gemaakt in overeenstemming met
de eischen, welke het min of meer verwende
publiek mocht stellen. En daaraan te voldoen
is een der eerste eischen.
De tram-omnibus, de »tweede herziene uitgave'?
van den ouden omnibus, moet aan zware eischen
voldoen; 'tpubliek ia zeer gemakzuchtig ge
worden in de laatste jaren, en om daaraan te
voldoen heeft men met vrij wat moeite een
rijtuig gevonden, dat voldeed aan dé eischen,
dat zich niet bekommerde om puntige steenen
en op de keien even rustig voorwaarts ging als
op asphalt.
Zulk een verkeersmiddel zou in onze provincie
zeker goede diensten kunnen bewijzen en wera
keljjk in eene »lang gevoelde behoefte" voorzie»