N°. 303.
132" Jaargang.
1889.
Maandag
23 December.
Brieven uit de Hofstad.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.--.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën: 20 cent per regel. Bi] abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 21 December.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
milDI I KI illiSUH COURANT.
Tlt eimometer.
Middelburg 21 Dec. vm. 8 u 35 gr.
m. 12 n 41 gr. av. 4 te 41 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G.db Vbt Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te Tholen: W. A. van
nietjwenhtrijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenala de moeten des namiddags te een uur
advertentie-bureau's van Nijgh: Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zyn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parys en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
Woensdag- en Donderdag, eersten
en tweeden Kerstdag, verschijnt geen
dommer van ons blad.
20 December 1889.
De residentie kan weer gerust zijn. Mijnheer
Tindal moge on« bang maken door te wjjzen
op de mogelijkheid van een beschieting, en in
de Tweede kamer mogen sommigen dien angst
deelen, zelfs al ware de minister van oorlog
ook lang niet zeker, dat een toekomstige vijand
zoo beleefd zal zijn onze opene stad te sparen,
toch kunnen de Hagenaars zich nu weer kalm
en gelaten te slapen leggen, want wij hebben
weer een nieuwen commandant van de schut
terij, en nog wel een, die als het ware aange
boren schutter-qualiteiten beeft. Men kan
verzekerd zijn, dat hp niet aarzelen zal de
artillerie-schutterij bp de nadering van eene
vjjandeljjke vloot onmiddellpk achter de duinen
op te stellen en te laten vuren dat het een
aard heeft. De man heeft nog wel een bij
baantje aan een van de ministerie's, maar de
schutterij is voor hem hoofdzaak en levensdoel.
Intusschen kan dat bijbaantje niet zonder
invloed zijn gebleven op de militaire bekwaam
heden van den nieuw-benoemden luitenant
kolonel, kommandant van het Haagsche regi
ment schutterij. Wanneer men door een aantal
jaren werkzaam te zijn bij de afdeeling .mili
taire zaken" aan bet departement van koloniën
zoo van nabp kennis maakt met alles, wat bet
leger en de defensie van Oost- en West-Indië
betreft, en zelfs de aangelegenheden behandelt
van het koninkljjk koloniaal militair invaliden
huis op Bronbeekwaar de luidjes heel wat
over vechten weten mee te praten, heeft men
toch zeker overvloedig wpsheid opgedaan om
de vreedzame Haagsche schutters naar het
malieveld te leidendaar naar bun beste
krachten te doen exerceeren en weer terug te
voeren naar de plaats, waar de eindjes sigaar
weer uit de ioopen der geweren worden te
voorscbpn gebaald.
Er is echter nog heel wat om te doen geweest
alvorens beslist was wien dat gewichtige com
mando zou worden opgedragen. Sommige auto
riteiten gaven de voorkeur aan een officier van
het leger, alsof er éen te vinden ware be
halve misschien de nog altijd in de maak zynde
opperbevelhebber die ooit een zóo ruim veld
van militaire werkzaamheid heeft gehad als
iemand, die aan leger en defensie van onze
koloniën dag aan dag zich wijdt, niet slechts aan
het tegenwoordige leger, maar zelfs aan de ver
dienstelijkste soldaten van vroegeren tijd, thans
op Bronbeek gekazerneerd Er schijnt tusschen
den commissaris deskonings en den burgemeester
der residentie nog verschil van gevoelen te
hebben bestaan wien voor te dragen. Vandaar
dat de benoeming zoo lang op zich deed wachten.
Zij is intusschen toch nog eerder gekomen
dan die van den opperbevelhebber van het leger,
die nog maar altjjd uitblijft. Men meent te
weten, dat de generaal Alewijn daarvoor bestemd
is, aan wien laatstelijk het commando over de
rijdende artillerie werd opgedragen, en wien nu
door nonactiviteit de gelegenheid wordt gegeven
zich voor te bereiden voor de moeilijke taak
die voor hem schynt weggelegd.
Al zijn tot dusver in de Tweede kamer de
begrootingen goed en vlug van stapel geloopen
op een enkel schip, dat op stapel bleef
«taan, moet men niet zien aan krasse ter
men heeft het daarby evenwel niet ontbroken.
Sommige ministers zijn nog al stevig aan den
tand gevoeld en zelfs oud-ministers bieren niet
gespaard voor ernstige verwijten, getuige het
oordeel door het kamerlid Kerdijk over den
vorigen minister van justitie uitgesproken
Die woorden zijn den heer Kerdjjk nog al
kwalyk genomen en inderdaad ging de spre
ker dan ook wel wat ver. Wat ter wereld
hebben dergelijke recriminatiën over hetgeen
achter on» ligt en onder een bestuur van een
nu afgetreden minister voorviel, te maken met
de begrootingen voor het volgend jaar, met het
tegenwoordig regeeringsbeleid of de titularissen,
die thans aan het hoofd van de departementen
van algemeen bestuur staan Wat van bet
geen men zoo hoogelyk afkeurt kan er ook
maar eenigszins door worden goedgemaakt
In die omstandigheden ware het beter ge
weest die oude koeien stilletjes in de sloot te
Jaten liggen voor hetgeen ze zyn en met hunne
onaangename geuren niet opnieuw de atmos-
pheer in en buiten de Tweede kamer te
komen bederven. Het zonder noodzaak rich
ten van verwijten tegen afwezigen, die zich
niet meer verdedigen kunnen, doet het
vermoeden rijzen dat er persoonlijke veeten
in het spel zijn. En zelfs de schijn moet
vermeden worden, alsof het den leden om
wraakneming of om het botvieren aan
persoonlijke antipathie te doen is. Verwon
derlijk is het echter, dat geen van de kamer
leden, waaronder de heer Du Tour toch nog
wel vrinden zal hebben, een protest deed hoo-
ren tegen mr Kerdijk'g banbliksem. Voor zulk
een protest behoeft men nog niet blind te zijn
voor de feilen van dien oud-ministerverde
diging of vergoelijking had ik niet verlangd
maar wel een krachtig »niet thans en niet
hier alzoo."
Ook de heer Gleichman heeft het bij velen
verkorven door zjjn opmerking over de bevoor
rechting van katholieken by benoemingen. Men
jchrjjft hem de geheime bedoeling toe daardoor
tweedracht te hebben willen zaaien tusschen
de verbonden partjjen rechts in de kamer en
vooral de niet aan dr Kuyper overgeleverde
geloovigen buiten het parlement tot de liberalen
te hebben willen lokken. Ik geloof dat de heer
Gleichman te boog staat voor zulke geheime
bedoelingen en dat hjj werkelijk alleen dacht
aan het niet te loochenen feit, dat opmerkelijk
veel katholieke namen op de eerste bladzijde
van de Staatscourant voorkomen. Dat feit er
kennen trouwens alle liberalen en zelfs de
anti-revolutionnaire kamerleden beginnen in te
zien, dat bun geestverwanten bij de aanhangers
van Rome worden achtergesteld.
Een merkwaardig bewijs daarvan was de
verwerping door liberalen en anti-revolution-
nairen van den post op de justitie-begrooting,
waarbij gelden werden aangevraagd om acht
nieuwe ambtenaren van bet openbaar ministerie
bij de kantongerechten te benoemen. Verschil
lende tegenstemmers komen er thans openlijk
voor uit, dat men niet zoozeer do noodzakelijk
heid van die vermeerdering van personeel
ontkende als wel dat men bevreesd was die
nieuwe betrekkingen voor een groot deel weer
aan katholieken te zullen zien vergeven. Dit
motief voor de verwerping is zeker niet afdoende,
en als die meerdere ambtenaren werkelijk
noodig zijn, zal de algemeene zaak er onder
lijden, doch de s ihuld voor bet gelden van
dergelijke overwegingen ligt hjj de regeering
zelve, die ze in het leven riep. Het gebeurde is
misschien een goede les voor het vervolg.
Bij de voortgezette behandeling van het
hoofdstuk waterstaat in de gisteren gehouden
middagzitting van de Tweede kamer be^
tuigde de heer Kolkman zijne teleurstelling
over het ongunstig antwoord van den minister
omtrent de verhooging van den overlaat van
den Ouden Rijnmond. Hij had gehoopt, dat
Pruisen minder onverzettelijk ware geweest.
Voor Pruisen heeft de overlaat geen belang;
voor Nsderland is hij een last en een gevaar
voor de Lekdijken, vooral bij boogen water
stand, terwijl de naastbygelegen landerijen
grooten last hebben. De minister gelieve zich
bij de onderhandelingen met Pruisen te doen
bijstaan door den minister van buitenlandsche
zaken.
De minister verklaarde gaarne in overleg
met den min. van buitenl. zaken te willen
medewerken tot verbetering van den Ouden
Rijnmond.
Verder wees de beer Lambrechts uitvoerig
op den slecht bevaarbaren toestand van de
Maas, vooral van Vanlo af. België voldoet
niet aan zijne contractueele verplichtingen.
Uitbaggering zou reeds een belangrjjk hulp
middel zijn.
De minister verklaarde de beschouwingen
van den spreker in ernstige overweging te
zullen nemen.
De beer Huber wees op den slechten toestand
van de haven van Harlingen. Hjj beval die
zaak met vertrouwen in 's ministers zoig aan
Voor het herstel der beschoeiingen wordt een
krediet aangevraagd van 34,000hij hoopte
dat dit herstel zal geschieden in verband met
de havenverbetering, door afdamming van den
tegenwoordigen en het maken van een nieuwen
havenmond.
De heer Oppedijk vreesde ook, dat de be
schoeiing aan het werk der havenverbetering
schade zal doen.
De minister verklaarde, dat, als het plan
uitgevoerd wordt zooals het ontworpen is, ii
den geest van den heer Huber zal worden ge>
handeld. De minister blijft voornemens d
haven op eene behoorlijke diepte te houden.
De minister verklaarde nog aan den heer
Lieftinck, dat de nu uit te voeren, zeer urgente
herstellingswerken volkomen passen in het plan
van de havenverbetering.
De heer Rutgers besprak de kwestie van de
waterinlating van den Vaartscben Rijn op
Amstelland. In deze zaak kan worden voorzien
door het bouwen van eene kleine schutsluis of
door bet brengen van een paar deuren in de
bestaande groote sluis. Amstelland zal gaarne
medewerking verleenen. De minister is op den
goeden weghij blijve in het goede spoor.
In de avondzitting kwamen achtereenvolgens
in behandeling de volgende wetsontwerpen
lo. Bekrachtiging eener provinciale heffing
in Groningen (sluisgeld aan de schutsluis in
het Rietdiep).
2o. Idem idem (sluisgeld voor de doorvaart
der Westerhavensluis te Groningen),
3o. Bekrachtiging van provinciale belastin
gen in alle provinciën.
4o. Begrooting der landsdrukkerij voor 1890.
5o. Wijziging van de hoofdstukken VII A
en VII B der staatsbegrooting voor 1888.
6o. Begrooting van het pensioenfonds voor
burgerlijke ambtenaren voor 1890.
7o. Begrooting van het domeinfonda voor 1890.
8o. Wijziging der begrooting voor Suriname
voor 1888.
9o. Vaststelling van het slot der rekening
voor Suriname over 1883.
lOo. Idem idem over 1884.
llo. Wijziging der Indische begrooting voor
1889.
12o, Wijziging van hoofdstuk IX der staats
begrooting voor 1888.
13o. Wijziging der spoorwegbegrooting voor
1888.
14o. Idem idem voor 1889.
15o. Verbooging van hoofdstuk IX der
staatsbegrooting voor 1889.
Al deze wetsontwerpen zjjn, sommige na
korte discussie aangenomen. Onder anderen
dankte de heer Van Gjjn voor hetgeen de mi
nister van waterstaat voor Dordrecht beeft
gedaan.
Bij het voortgezet debat over hoofdstuk 9
der waterstaatsbegrooting verklaarde hjj art. 82
(Sluis te IJmuiden) de minister van waterstaat
naar aanleiding van de aangekondigde motie
om de diepte van den slagdorpel van de nieu
we sluis te IJmuiden te brengen op 10 meter
A. P., dat hij aanvankelijk zich verzet heeft
tegen eene lagere diepte op grond dat alle des
kundigen meer diepgang van schepen niet
voorzagen en de haven van Amsterdam in zeer
gunstigen toestand verkeerde. In den aller-
laatsten tjjd echter zjju bevoegde deskundigen
tot eeno andere meening gebracht en zijn er
teekenen die wijzen op de mogelijkheid van
meer diepgaande schepen. Zekerheid van het
tegendeel is niet te geven. Daarom liet hij de
beslissing aan de kamer over.
De heer Tak van Poortvliet verdedigde de
motie in 't belang van de toekom it van de
haven van Amsterdam en hare voortdurende
bruikbaarheid.
De heer Gildemeester betoogde nogmaals het
handelsbelang.
En de beer A. van Dedem was er voor om.
dat men anders later verplicht zou worden
een geheel nieuwe sluis te bouwen.
De motie is ten slotte aangenomen met 67
tegen 23 stemmen.
Aan den heer Lucasse zegde de minister onder
zoek van den toestand der haven te Veere toe.
De heeren Van Kerkwijk en Mutsaers dron
gen aan op verbetering der gemeenschapswegen
tusschen ^oord-Brabant en Zeeland.
Verbetering der haven te Oude-Schild op
Texel, werd door den heer Heemskerk bestre
den en door den heer Land aanbevolen.
De desbetreffende post werd aangenomen met
64 tegen 13 stemmen.
Bij den post Raad van toezicht voor de
spoorwegdiensten verklaarde de minister aan
den beer Smeenge dat het reglement op de
kruising van spoorwegen lang uitblijft wegens
de moeilijkheid om tot overeenstemming te ge
raken. Het is zijn voornemen op de spoorwe
gen de draagbrancard in te voeren.
De discussie is gevorderd tot art. 134 der
spoorwegbegrooting.
Heden voortzetting. (Zie laatste berichten),
Nog is aan den klerk ter directie der rijks
postspaarbank, J. Th. M. Warnsinck, op zijn
verzoek, verleend een eervol ontslag uit die
betrekking.
Door den minister van binnenlandsche zaken
is eene commissie samengesteld, om hem voor
te lichten ter sake van maatregelen in verband
met de uitvoering van de nieuwe wet op het
lager onderwijs. Die commissie zou beden voor
het eerst bijeenkomen.
Aan de Tweede kamer der staten-generaal
is een wetsontwerp aangeboden tot onteigening
van eigendommen voor den aanleg van den
weg over de zoogenaamde Helledreef tusschen
den Helle- en den Moermondswegte Noordwelle,
welke onteigening noodig is ter wegneming van
bestaande moeilijkheden voor het maken van
bovenganoemden weg waarbij een groot deel
van de bevolking der gemeente Noordwelle
belang heeft, terwijl ook voor de uitoefening
van den publieken dienst de aanleg noodig
wordt geacht.
Oranjebond beeft
de Nederlanders
Bjj kon. besluit is benoemd tot directeur van
het post- en telegraafkantoor te Veenendaal,
jhr E. T. E. baron van Asbeck, thans direc
teur van het postkantoor aldaar, en is de
directeur van het rijkstelegraaf kantoor te
Amersfoort, J. J. Jacobs, op zijn verzoek als
zoodanig eervol ontheven en benoemd tot tele
grafist der lste klasse.
lijk te overwinnen sleur worden gebroken. Dit
kan door algemeene samenwerking.
De contributie a 50 centB per jaar is daarom
zoo laag gesteld, opdat zij ook de minst be
middelden niet zou afschrikken. In plaatsen,
waar nog geen afdeeling en geen corresponden
ten zijn, kan men zich gemakkelijk aansluiten
bij die der naastbijzynde plaats. Ligt deze te
ver verwijderd, dan richte men zich tot het
hoofdbestuur.
Nog beter echter ware het, alidan te trachten
door samenwerking eene afdeeling op te richten
Daarom ten slotteNederlanders die uw
vaderland, doch ook u zeiven en uwe mede
burgers lief hebt, sluit u aan bij den Oranjebond,
wiens eenig streven is, om, wars van alle
partyzucht, het ons door een vreemden over-
heerscber opgelegde slavenjuk af te werpen.
Secretarissen van den bond zjjn de heeren
W. J. J. de Jong te Amsterdam en P. J. Maas
te Rotterdam.
Het hoofdbestuur van den
de volgende oproeping tot
gericht
Het juk der conscriptie drukt nu bijna hon
derd jaren ons dierbaar vaderland en vooral de
drang der politieke omstandigheden, waardoor
dit juk zeer waarschijnlijk nog zwaarder zal
worden, gaf in den aanvang dezes jaars wor
ding aan den Oranjebond
Deze bond stelt zich ten doel, de belofte van
koiiing Willem I te verwezenlijken, op de eer
ste plaats; de geleidelijke afschaffing der cons
criptie door wettige middelen voor te bereiden
en op de tweede plaatsde zedelijke en stof
felijke lotsverbetering van Neêrlands zonen
in gewapenden dienst.
Bij de oprichting van den hond op den 7en
Maart waren uit negen en zeventig gemeenten
van ons vaderland bewijzen van instemming
ontvangensedert heeft de bond zich uitgebreid.
In Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven zijn
afdeelingen gevestigd, in andere plaatsen zijn
er in voorbereiding, terwijl de bond in vele
kleine gemeenten correspondenten beeft. Een
algemeene beweging, uit het volk voorkomende,
evenwel nog niet bereikt. Wat wij wenschen
Eene nationale uiting, groot en krachtig
genoeg om de opmerkzaamheid af te dwingen
van onze regeering of van onze volksvertegen
woordiging. Om dit te bereiken, doen wjj bier
mede een beroep op alle Nederlanders, op alle
ouders, broeders en zusters, op een ieder, zon
der onderscheid van kunne, rang of stand,
ongeacht tot welken godsdienst of staatkundige
party men behoort, ledereen kan helpen, en
zou men dan niet helpen waar het de per
soonlijke vryheid geldt van de vrije zonen van
het vrije Nederland? Moeten wij na bijna hon
derd jaren nog dien druk torsen der Napoleon
tische overheersching Slaan wij het oog op
Engeland, dat dien druk nooit heeft gevoeld
en als gevolg daarvan geen conscriptie en lo-
telingen, maar alleen vrijwillige soldaten kent.
En zou er in ons land geen dergelijke toestand
te verkrijgen zyn
Doch, wanneer een proef werd genomen, om
op beter voorwaarden dan thans vrijwilligers
het leger op te nemen, dan zijn mannen
gezag in deze het met ons eens, dat het
gehalte van ons leger aanmerkelijk zal worden
verbeterd en alsdan de vrijwilliger» onze beste
troepen zullen vormen.
Het behoeft geen betoog dat wij als trouwe
zonen ons Vaderland tot het uiterste willen
verdedigenmaar wij zijn overtuigd dat dit
beter zal geschieden door vrijwilligers, die uit
vrije neiging zich tot den soldatenstand voelen
geroepen, dan door lotelingen, die tegen hun
zin in het leger worden gedreven. Het bloote
gezond verstand pleit hier voor onze zaak.
Wanneer de vrywilliger beter gehuisvest,
beter behandeld en vooral beter betaald wordt,
dan gelooven wij dat een leger, samengesteld
uit vrywilligers, eene heilzame oplossing kan
voorbereiden der sociale kwestie en het treurig
leger van werkeloozen eene eervolle toekomst
openstelt. Dat ons streven allerminst anti
militair is, kan uit ons program bljjken, waar
wij op de tweede plaats de zedelijke, verstan
delijke en stoffelyke verheffing van den mili
tairen stand wenschen te bevorderen.
Daarom, Nederlanders laat ons de handen
ineenslaan. Reeds meermalen is door den drang
der gebeele natie een goede zaak bevorderd,
een groot onheil afgewend. Wie zal zeggen,
wat ons in de naaste toekomst nog te wachten
staat. Het groot, het algemeen belang, waarvoor
wij streven, behoeft geene nadere verklaring
alleen moet met de zoo nadeelige en zoo moei-
Van de hand van den heer P. H. Jor-
dens, commies ter provinciale griffie van Over
ijssel is in de bekende Schuurman's Editie bij
den uitgever W. E. J. Tjeenk Willink te Zwoll e
van de pers gekomen de wet van den 17 Augus
tus 1878 Stbl. 127 tot regeling van het lager
onderwijs, zooals die wet laatstelijk is ge wjjzigd
bjj de wet van 8 Dec. 1889 St. 175. Als ge
woonlijk zijn daarbij aanteekeningen, besluiten
ter uitvoering en alpbabetisch register.
Het lijk ran Robert Browning is gisteren
te Londen aangekomen en overgebracht naar
zijne woning in De Veregardens. Dinsdag den
3len vindt de plechtige bijzetting in de West
minster Abbey plaats.
De jongste aflevering van Schorers FamU
lienblatt bevat o. a. een reproductie van een
schildery van Bource, den in onze omgeving
welbekenden Belgischen schilder en een repro
ductie van Mauve's Huisviaartskeerende Kudde
Volgens de Köln. Ztg. zal Anton Rubin
stein in Mei van het volgende jaar het be
stuur van het Conservatorium te Petersburg
nederleggen en zich uit het openbaar leven
terugtrekken. De reden daarvoor zou zyn,
dat Rubinstein zich in eene verwachting te
leurgesteld zag. Hij hoopte nl., dat men hem
bij zyn jongste feest door een som van 1,500,000
roebels in staat zou stellen den grooten schouw,
burg, die hem tot uitbreiding van het conser
vatorium was afgestaan, te verbouwen. Deze
groote som schynt echter den czaar te hebben
afgeschrikt. Hoewel Rubinstein vast geloofde,
dat zyn verzoek zou worden toegestaan, heeft
hy, gelijk men weet, bij ziju jubilé niet meer
dan 3000 roebels van den Czaar ontvangen.
In eene gisteren avond in een der lokalen
van St Joris gehouden door slechts weinig leden
bijgewoonde algemeene vergadering van de
Vereeniging tot wering van schoolverzuim te Mid
delburg werd de begrooting voor 1890 goedge
keurd in ontvang- en uitgaaf op 893. De
ontvangsten worden begrootvermoedeljjk goed
slot der rekening van 1889 90, bjjdragen d«r
leden 400, bydrage van de plaatseljjke com
missie van toezicht op de scholen van lager
onderwijs 400 en rente van gedeponeerde
gslden 3. De uitgaven werden geraamd
chryfloonen ƒ92, zaalhuur ƒ25, bodeloon ƒ2 5,
drukloon 50, schoolfeest en rytoer 320,
prijzen in geld etc. 230, boekgeschenken 75,
vermoedelijk voordeelig saldo 76.
De voorzitter, de heer Sibmacher Zynen,
herdacht verder de aan de vergadering door
overlijden ontvallen leden, o. a. het bestuurslid
den heer F. Ermerins, aan wiens goede diensten,
hjj hulde bracht.
Vervolgens werden de heeren J. C. Worrell»
dr J. J. Couvée, J. J. Worrell, dr F. P. J.
Sibmacher Zynen en J. B. de Koning, allen al»
bestuurslid aan de beurt van aftreding, bjj
acclamatie herkozen.
Eindelyk deelde de voorzitter nog mede dat
de beer J. B. de Koning verklaard beeft het
ecretaria at der vereeniging te willen neder-
legen en dat bet bestuur in de vacature zal
trachten te voorzien,
Op de voordracht voor onderwijzeres aan
de openbare lagere school te Kerkwerve zijn
geplaatst de dames P. C. J. Vorstheuvel la
Brand te Zierikzee, M. W aale te Zierikzee en
C. G. van 'tHof te Brouwershaven.
De benoeming zal op Maandag 23 deze
plaats hebben.