N°. 303. 132" Jaargang. 1889. Maandag 23 December. Brieven uit de Hofstad. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.--. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bi] abonnement lager! Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 21 December. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. milDI I KI illiSUH COURANT. Tlt eimometer. Middelburg 21 Dec. vm. 8 u 35 gr. m. 12 n 41 gr. av. 4 te 41 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G.db Vbt Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. O. de Mooij te Tholen: W. A. van nietjwenhtrijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenala de moeten des namiddags te een uur advertentie-bureau's van Nijgh: Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zyn, willen Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parys en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Woensdag- en Donderdag, eersten en tweeden Kerstdag, verschijnt geen dommer van ons blad. 20 December 1889. De residentie kan weer gerust zijn. Mijnheer Tindal moge on« bang maken door te wjjzen op de mogelijkheid van een beschieting, en in de Tweede kamer mogen sommigen dien angst deelen, zelfs al ware de minister van oorlog ook lang niet zeker, dat een toekomstige vijand zoo beleefd zal zijn onze opene stad te sparen, toch kunnen de Hagenaars zich nu weer kalm en gelaten te slapen leggen, want wij hebben weer een nieuwen commandant van de schut terij, en nog wel een, die als het ware aange boren schutter-qualiteiten beeft. Men kan verzekerd zijn, dat hp niet aarzelen zal de artillerie-schutterij bp de nadering van eene vjjandeljjke vloot onmiddellpk achter de duinen op te stellen en te laten vuren dat het een aard heeft. De man heeft nog wel een bij baantje aan een van de ministerie's, maar de schutterij is voor hem hoofdzaak en levensdoel. Intusschen kan dat bijbaantje niet zonder invloed zijn gebleven op de militaire bekwaam heden van den nieuw-benoemden luitenant kolonel, kommandant van het Haagsche regi ment schutterij. Wanneer men door een aantal jaren werkzaam te zijn bij de afdeeling .mili taire zaken" aan bet departement van koloniën zoo van nabp kennis maakt met alles, wat bet leger en de defensie van Oost- en West-Indië betreft, en zelfs de aangelegenheden behandelt van het koninkljjk koloniaal militair invaliden huis op Bronbeekwaar de luidjes heel wat over vechten weten mee te praten, heeft men toch zeker overvloedig wpsheid opgedaan om de vreedzame Haagsche schutters naar het malieveld te leidendaar naar bun beste krachten te doen exerceeren en weer terug te voeren naar de plaats, waar de eindjes sigaar weer uit de ioopen der geweren worden te voorscbpn gebaald. Er is echter nog heel wat om te doen geweest alvorens beslist was wien dat gewichtige com mando zou worden opgedragen. Sommige auto riteiten gaven de voorkeur aan een officier van het leger, alsof er éen te vinden ware be halve misschien de nog altijd in de maak zynde opperbevelhebber die ooit een zóo ruim veld van militaire werkzaamheid heeft gehad als iemand, die aan leger en defensie van onze koloniën dag aan dag zich wijdt, niet slechts aan het tegenwoordige leger, maar zelfs aan de ver dienstelijkste soldaten van vroegeren tijd, thans op Bronbeek gekazerneerd Er schijnt tusschen den commissaris deskonings en den burgemeester der residentie nog verschil van gevoelen te hebben bestaan wien voor te dragen. Vandaar dat de benoeming zoo lang op zich deed wachten. Zij is intusschen toch nog eerder gekomen dan die van den opperbevelhebber van het leger, die nog maar altjjd uitblijft. Men meent te weten, dat de generaal Alewijn daarvoor bestemd is, aan wien laatstelijk het commando over de rijdende artillerie werd opgedragen, en wien nu door nonactiviteit de gelegenheid wordt gegeven zich voor te bereiden voor de moeilijke taak die voor hem schynt weggelegd. Al zijn tot dusver in de Tweede kamer de begrootingen goed en vlug van stapel geloopen op een enkel schip, dat op stapel bleef «taan, moet men niet zien aan krasse ter men heeft het daarby evenwel niet ontbroken. Sommige ministers zijn nog al stevig aan den tand gevoeld en zelfs oud-ministers bieren niet gespaard voor ernstige verwijten, getuige het oordeel door het kamerlid Kerdijk over den vorigen minister van justitie uitgesproken Die woorden zijn den heer Kerdjjk nog al kwalyk genomen en inderdaad ging de spre ker dan ook wel wat ver. Wat ter wereld hebben dergelijke recriminatiën over hetgeen achter on» ligt en onder een bestuur van een nu afgetreden minister voorviel, te maken met de begrootingen voor het volgend jaar, met het tegenwoordig regeeringsbeleid of de titularissen, die thans aan het hoofd van de departementen van algemeen bestuur staan Wat van bet geen men zoo hoogelyk afkeurt kan er ook maar eenigszins door worden goedgemaakt In die omstandigheden ware het beter ge weest die oude koeien stilletjes in de sloot te Jaten liggen voor hetgeen ze zyn en met hunne onaangename geuren niet opnieuw de atmos- pheer in en buiten de Tweede kamer te komen bederven. Het zonder noodzaak rich ten van verwijten tegen afwezigen, die zich niet meer verdedigen kunnen, doet het vermoeden rijzen dat er persoonlijke veeten in het spel zijn. En zelfs de schijn moet vermeden worden, alsof het den leden om wraakneming of om het botvieren aan persoonlijke antipathie te doen is. Verwon derlijk is het echter, dat geen van de kamer leden, waaronder de heer Du Tour toch nog wel vrinden zal hebben, een protest deed hoo- ren tegen mr Kerdijk'g banbliksem. Voor zulk een protest behoeft men nog niet blind te zijn voor de feilen van dien oud-ministerverde diging of vergoelijking had ik niet verlangd maar wel een krachtig »niet thans en niet hier alzoo." Ook de heer Gleichman heeft het bij velen verkorven door zjjn opmerking over de bevoor rechting van katholieken by benoemingen. Men jchrjjft hem de geheime bedoeling toe daardoor tweedracht te hebben willen zaaien tusschen de verbonden partjjen rechts in de kamer en vooral de niet aan dr Kuyper overgeleverde geloovigen buiten het parlement tot de liberalen te hebben willen lokken. Ik geloof dat de heer Gleichman te boog staat voor zulke geheime bedoelingen en dat hjj werkelijk alleen dacht aan het niet te loochenen feit, dat opmerkelijk veel katholieke namen op de eerste bladzijde van de Staatscourant voorkomen. Dat feit er kennen trouwens alle liberalen en zelfs de anti-revolutionnaire kamerleden beginnen in te zien, dat bun geestverwanten bij de aanhangers van Rome worden achtergesteld. Een merkwaardig bewijs daarvan was de verwerping door liberalen en anti-revolution- nairen van den post op de justitie-begrooting, waarbij gelden werden aangevraagd om acht nieuwe ambtenaren van bet openbaar ministerie bij de kantongerechten te benoemen. Verschil lende tegenstemmers komen er thans openlijk voor uit, dat men niet zoozeer do noodzakelijk heid van die vermeerdering van personeel ontkende als wel dat men bevreesd was die nieuwe betrekkingen voor een groot deel weer aan katholieken te zullen zien vergeven. Dit motief voor de verwerping is zeker niet afdoende, en als die meerdere ambtenaren werkelijk noodig zijn, zal de algemeene zaak er onder lijden, doch de s ihuld voor bet gelden van dergelijke overwegingen ligt hjj de regeering zelve, die ze in het leven riep. Het gebeurde is misschien een goede les voor het vervolg. Bij de voortgezette behandeling van het hoofdstuk waterstaat in de gisteren gehouden middagzitting van de Tweede kamer be^ tuigde de heer Kolkman zijne teleurstelling over het ongunstig antwoord van den minister omtrent de verhooging van den overlaat van den Ouden Rijnmond. Hij had gehoopt, dat Pruisen minder onverzettelijk ware geweest. Voor Pruisen heeft de overlaat geen belang; voor Nsderland is hij een last en een gevaar voor de Lekdijken, vooral bij boogen water stand, terwijl de naastbygelegen landerijen grooten last hebben. De minister gelieve zich bij de onderhandelingen met Pruisen te doen bijstaan door den minister van buitenlandsche zaken. De minister verklaarde gaarne in overleg met den min. van buitenl. zaken te willen medewerken tot verbetering van den Ouden Rijnmond. Verder wees de beer Lambrechts uitvoerig op den slecht bevaarbaren toestand van de Maas, vooral van Vanlo af. België voldoet niet aan zijne contractueele verplichtingen. Uitbaggering zou reeds een belangrjjk hulp middel zijn. De minister verklaarde de beschouwingen van den spreker in ernstige overweging te zullen nemen. De beer Huber wees op den slechten toestand van de haven van Harlingen. Hjj beval die zaak met vertrouwen in 's ministers zoig aan Voor het herstel der beschoeiingen wordt een krediet aangevraagd van 34,000hij hoopte dat dit herstel zal geschieden in verband met de havenverbetering, door afdamming van den tegenwoordigen en het maken van een nieuwen havenmond. De heer Oppedijk vreesde ook, dat de be schoeiing aan het werk der havenverbetering schade zal doen. De minister verklaarde, dat, als het plan uitgevoerd wordt zooals het ontworpen is, ii den geest van den heer Huber zal worden ge> handeld. De minister blijft voornemens d haven op eene behoorlijke diepte te houden. De minister verklaarde nog aan den heer Lieftinck, dat de nu uit te voeren, zeer urgente herstellingswerken volkomen passen in het plan van de havenverbetering. De heer Rutgers besprak de kwestie van de waterinlating van den Vaartscben Rijn op Amstelland. In deze zaak kan worden voorzien door het bouwen van eene kleine schutsluis of door bet brengen van een paar deuren in de bestaande groote sluis. Amstelland zal gaarne medewerking verleenen. De minister is op den goeden weghij blijve in het goede spoor. In de avondzitting kwamen achtereenvolgens in behandeling de volgende wetsontwerpen lo. Bekrachtiging eener provinciale heffing in Groningen (sluisgeld aan de schutsluis in het Rietdiep). 2o. Idem idem (sluisgeld voor de doorvaart der Westerhavensluis te Groningen), 3o. Bekrachtiging van provinciale belastin gen in alle provinciën. 4o. Begrooting der landsdrukkerij voor 1890. 5o. Wijziging van de hoofdstukken VII A en VII B der staatsbegrooting voor 1888. 6o. Begrooting van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren voor 1890. 7o. Begrooting van het domeinfonda voor 1890. 8o. Wijziging der begrooting voor Suriname voor 1888. 9o. Vaststelling van het slot der rekening voor Suriname over 1883. lOo. Idem idem over 1884. llo. Wijziging der Indische begrooting voor 1889. 12o, Wijziging van hoofdstuk IX der staats begrooting voor 1888. 13o. Wijziging der spoorwegbegrooting voor 1888. 14o. Idem idem voor 1889. 15o. Verbooging van hoofdstuk IX der staatsbegrooting voor 1889. Al deze wetsontwerpen zjjn, sommige na korte discussie aangenomen. Onder anderen dankte de heer Van Gjjn voor hetgeen de mi nister van waterstaat voor Dordrecht beeft gedaan. Bij het voortgezet debat over hoofdstuk 9 der waterstaatsbegrooting verklaarde hjj art. 82 (Sluis te IJmuiden) de minister van waterstaat naar aanleiding van de aangekondigde motie om de diepte van den slagdorpel van de nieu we sluis te IJmuiden te brengen op 10 meter A. P., dat hij aanvankelijk zich verzet heeft tegen eene lagere diepte op grond dat alle des kundigen meer diepgang van schepen niet voorzagen en de haven van Amsterdam in zeer gunstigen toestand verkeerde. In den aller- laatsten tjjd echter zjju bevoegde deskundigen tot eeno andere meening gebracht en zijn er teekenen die wijzen op de mogelijkheid van meer diepgaande schepen. Zekerheid van het tegendeel is niet te geven. Daarom liet hij de beslissing aan de kamer over. De heer Tak van Poortvliet verdedigde de motie in 't belang van de toekom it van de haven van Amsterdam en hare voortdurende bruikbaarheid. De heer Gildemeester betoogde nogmaals het handelsbelang. En de beer A. van Dedem was er voor om. dat men anders later verplicht zou worden een geheel nieuwe sluis te bouwen. De motie is ten slotte aangenomen met 67 tegen 23 stemmen. Aan den heer Lucasse zegde de minister onder zoek van den toestand der haven te Veere toe. De heeren Van Kerkwijk en Mutsaers dron gen aan op verbetering der gemeenschapswegen tusschen ^oord-Brabant en Zeeland. Verbetering der haven te Oude-Schild op Texel, werd door den heer Heemskerk bestre den en door den heer Land aanbevolen. De desbetreffende post werd aangenomen met 64 tegen 13 stemmen. Bij den post Raad van toezicht voor de spoorwegdiensten verklaarde de minister aan den beer Smeenge dat het reglement op de kruising van spoorwegen lang uitblijft wegens de moeilijkheid om tot overeenstemming te ge raken. Het is zijn voornemen op de spoorwe gen de draagbrancard in te voeren. De discussie is gevorderd tot art. 134 der spoorwegbegrooting. Heden voortzetting. (Zie laatste berichten), Nog is aan den klerk ter directie der rijks postspaarbank, J. Th. M. Warnsinck, op zijn verzoek, verleend een eervol ontslag uit die betrekking. Door den minister van binnenlandsche zaken is eene commissie samengesteld, om hem voor te lichten ter sake van maatregelen in verband met de uitvoering van de nieuwe wet op het lager onderwijs. Die commissie zou beden voor het eerst bijeenkomen. Aan de Tweede kamer der staten-generaal is een wetsontwerp aangeboden tot onteigening van eigendommen voor den aanleg van den weg over de zoogenaamde Helledreef tusschen den Helle- en den Moermondswegte Noordwelle, welke onteigening noodig is ter wegneming van bestaande moeilijkheden voor het maken van bovenganoemden weg waarbij een groot deel van de bevolking der gemeente Noordwelle belang heeft, terwijl ook voor de uitoefening van den publieken dienst de aanleg noodig wordt geacht. Oranjebond beeft de Nederlanders Bjj kon. besluit is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Veenendaal, jhr E. T. E. baron van Asbeck, thans direc teur van het postkantoor aldaar, en is de directeur van het rijkstelegraaf kantoor te Amersfoort, J. J. Jacobs, op zijn verzoek als zoodanig eervol ontheven en benoemd tot tele grafist der lste klasse. lijk te overwinnen sleur worden gebroken. Dit kan door algemeene samenwerking. De contributie a 50 centB per jaar is daarom zoo laag gesteld, opdat zij ook de minst be middelden niet zou afschrikken. In plaatsen, waar nog geen afdeeling en geen corresponden ten zijn, kan men zich gemakkelijk aansluiten bij die der naastbijzynde plaats. Ligt deze te ver verwijderd, dan richte men zich tot het hoofdbestuur. Nog beter echter ware het, alidan te trachten door samenwerking eene afdeeling op te richten Daarom ten slotteNederlanders die uw vaderland, doch ook u zeiven en uwe mede burgers lief hebt, sluit u aan bij den Oranjebond, wiens eenig streven is, om, wars van alle partyzucht, het ons door een vreemden over- heerscber opgelegde slavenjuk af te werpen. Secretarissen van den bond zjjn de heeren W. J. J. de Jong te Amsterdam en P. J. Maas te Rotterdam. Het hoofdbestuur van den de volgende oproeping tot gericht Het juk der conscriptie drukt nu bijna hon derd jaren ons dierbaar vaderland en vooral de drang der politieke omstandigheden, waardoor dit juk zeer waarschijnlijk nog zwaarder zal worden, gaf in den aanvang dezes jaars wor ding aan den Oranjebond Deze bond stelt zich ten doel, de belofte van koiiing Willem I te verwezenlijken, op de eer ste plaats; de geleidelijke afschaffing der cons criptie door wettige middelen voor te bereiden en op de tweede plaatsde zedelijke en stof felijke lotsverbetering van Neêrlands zonen in gewapenden dienst. Bij de oprichting van den hond op den 7en Maart waren uit negen en zeventig gemeenten van ons vaderland bewijzen van instemming ontvangensedert heeft de bond zich uitgebreid. In Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven zijn afdeelingen gevestigd, in andere plaatsen zijn er in voorbereiding, terwijl de bond in vele kleine gemeenten correspondenten beeft. Een algemeene beweging, uit het volk voorkomende, evenwel nog niet bereikt. Wat wij wenschen Eene nationale uiting, groot en krachtig genoeg om de opmerkzaamheid af te dwingen van onze regeering of van onze volksvertegen woordiging. Om dit te bereiken, doen wjj bier mede een beroep op alle Nederlanders, op alle ouders, broeders en zusters, op een ieder, zon der onderscheid van kunne, rang of stand, ongeacht tot welken godsdienst of staatkundige party men behoort, ledereen kan helpen, en zou men dan niet helpen waar het de per soonlijke vryheid geldt van de vrije zonen van het vrije Nederland? Moeten wij na bijna hon derd jaren nog dien druk torsen der Napoleon tische overheersching Slaan wij het oog op Engeland, dat dien druk nooit heeft gevoeld en als gevolg daarvan geen conscriptie en lo- telingen, maar alleen vrijwillige soldaten kent. En zou er in ons land geen dergelijke toestand te verkrijgen zyn Doch, wanneer een proef werd genomen, om op beter voorwaarden dan thans vrijwilligers het leger op te nemen, dan zijn mannen gezag in deze het met ons eens, dat het gehalte van ons leger aanmerkelijk zal worden verbeterd en alsdan de vrijwilliger» onze beste troepen zullen vormen. Het behoeft geen betoog dat wij als trouwe zonen ons Vaderland tot het uiterste willen verdedigenmaar wij zijn overtuigd dat dit beter zal geschieden door vrijwilligers, die uit vrije neiging zich tot den soldatenstand voelen geroepen, dan door lotelingen, die tegen hun zin in het leger worden gedreven. Het bloote gezond verstand pleit hier voor onze zaak. Wanneer de vrywilliger beter gehuisvest, beter behandeld en vooral beter betaald wordt, dan gelooven wij dat een leger, samengesteld uit vrywilligers, eene heilzame oplossing kan voorbereiden der sociale kwestie en het treurig leger van werkeloozen eene eervolle toekomst openstelt. Dat ons streven allerminst anti militair is, kan uit ons program bljjken, waar wij op de tweede plaats de zedelijke, verstan delijke en stoffelyke verheffing van den mili tairen stand wenschen te bevorderen. Daarom, Nederlanders laat ons de handen ineenslaan. Reeds meermalen is door den drang der gebeele natie een goede zaak bevorderd, een groot onheil afgewend. Wie zal zeggen, wat ons in de naaste toekomst nog te wachten staat. Het groot, het algemeen belang, waarvoor wij streven, behoeft geene nadere verklaring alleen moet met de zoo nadeelige en zoo moei- Van de hand van den heer P. H. Jor- dens, commies ter provinciale griffie van Over ijssel is in de bekende Schuurman's Editie bij den uitgever W. E. J. Tjeenk Willink te Zwoll e van de pers gekomen de wet van den 17 Augus tus 1878 Stbl. 127 tot regeling van het lager onderwijs, zooals die wet laatstelijk is ge wjjzigd bjj de wet van 8 Dec. 1889 St. 175. Als ge woonlijk zijn daarbij aanteekeningen, besluiten ter uitvoering en alpbabetisch register. Het lijk ran Robert Browning is gisteren te Londen aangekomen en overgebracht naar zijne woning in De Veregardens. Dinsdag den 3len vindt de plechtige bijzetting in de West minster Abbey plaats. De jongste aflevering van Schorers FamU lienblatt bevat o. a. een reproductie van een schildery van Bource, den in onze omgeving welbekenden Belgischen schilder en een repro ductie van Mauve's Huisviaartskeerende Kudde Volgens de Köln. Ztg. zal Anton Rubin stein in Mei van het volgende jaar het be stuur van het Conservatorium te Petersburg nederleggen en zich uit het openbaar leven terugtrekken. De reden daarvoor zou zyn, dat Rubinstein zich in eene verwachting te leurgesteld zag. Hij hoopte nl., dat men hem bij zyn jongste feest door een som van 1,500,000 roebels in staat zou stellen den grooten schouw, burg, die hem tot uitbreiding van het conser vatorium was afgestaan, te verbouwen. Deze groote som schynt echter den czaar te hebben afgeschrikt. Hoewel Rubinstein vast geloofde, dat zyn verzoek zou worden toegestaan, heeft hy, gelijk men weet, bij ziju jubilé niet meer dan 3000 roebels van den Czaar ontvangen. In eene gisteren avond in een der lokalen van St Joris gehouden door slechts weinig leden bijgewoonde algemeene vergadering van de Vereeniging tot wering van schoolverzuim te Mid delburg werd de begrooting voor 1890 goedge keurd in ontvang- en uitgaaf op 893. De ontvangsten worden begrootvermoedeljjk goed slot der rekening van 1889 90, bjjdragen d«r leden 400, bydrage van de plaatseljjke com missie van toezicht op de scholen van lager onderwijs 400 en rente van gedeponeerde gslden 3. De uitgaven werden geraamd chryfloonen ƒ92, zaalhuur ƒ25, bodeloon ƒ2 5, drukloon 50, schoolfeest en rytoer 320, prijzen in geld etc. 230, boekgeschenken 75, vermoedelijk voordeelig saldo 76. De voorzitter, de heer Sibmacher Zynen, herdacht verder de aan de vergadering door overlijden ontvallen leden, o. a. het bestuurslid den heer F. Ermerins, aan wiens goede diensten, hjj hulde bracht. Vervolgens werden de heeren J. C. Worrell» dr J. J. Couvée, J. J. Worrell, dr F. P. J. Sibmacher Zynen en J. B. de Koning, allen al» bestuurslid aan de beurt van aftreding, bjj acclamatie herkozen. Eindelyk deelde de voorzitter nog mede dat de beer J. B. de Koning verklaard beeft het ecretaria at der vereeniging te willen neder- legen en dat bet bestuur in de vacature zal trachten te voorzien, Op de voordracht voor onderwijzeres aan de openbare lagere school te Kerkwerve zijn geplaatst de dames P. C. J. Vorstheuvel la Brand te Zierikzee, M. W aale te Zierikzee en C. G. van 'tHof te Brouwershaven. De benoeming zal op Maandag 23 deze plaats hebben.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1