N°. 296.
132" Jaargang.
Zaterdag
14 December.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent;
Advertentïën20 cent per regel. Ei] abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Middelburg 13 December.
Verstrekking van warm voedsel
aan arme schoolkinderen.
niDDELBMS
Thermometer.
Middelburg 13 Dec. vxu. 8 u 31 gr.
m. 12 u 34 gr. av. 4 u. 33 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. G. de Mooij te TholenW. A. van
Nieuwenhhijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicitó étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te een uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Onderwijs geven aan hinderen
die honger lijden, is erger dan
dierenplagerij.
Von Knebel.
Toen ik nu en dan las, dat, op het voor
beeld van het buitenland, dan in deze dan in
gene plaats van Hederland vereenigingen ont
stonden, om aan arme schoolkinderen gedurende
de wintermaanden warm voedsel uittereiken,
dacht ik dat Middelburg aan eene dergelijke
vereeniging geen behoefte had, omdat ik wist,
dat de Middelburgers zeer liefdadig zijn, en ook
nu nog twijfel ik niet aan die liefdadigheid
maar wel aan eene in alle opzichten goede
regeling en samenwerking harer uitoefening
Een nauwgezet onderzoek bij de hoofden der
scholen, die met de meeste welwillendheid in
lichtingen verschaften, heeft geleerd, dat op
alle scholen, waar kinders van arme ouders
gaan (met uitzondering van de school van den
heer Van Kluijve) wel degelijk een tal van
kinderen komen, die niet geregeld dageljjks
middageten ontvangen, en die op school blijk
geven dat zij honger hebben.
Daargelaten dat bet onderwjjs aan kinderen
met hongerende magen onmogelijk goede vruch
ten kan dragen, komt het mij voor, dat in
onze kleine maatschappij met een betrekkelijk
geringe opoffering van de zijde der meerge-
goeden, het treurig schouwspel van kinderen
tusachen de 6 en 12 jaar, die nu en dan honger
ljjden, kan worden vermeden.
Met groote instemming vernam ik dan ook
dat, nu de behoefte daaraan blijkt te bestaan,
eenige Middelburgsche dames de handen hebben
ineengeslagen, om eene dergelijke vereeniging
op te richtenen ik twijfel dan ook niet of de
gegoede Middelburgers, die zich nooit onbetuigd
lieten, waar het gold armoede te lenigen,
zullen aan die roepstem gehoor geven.
Zoo er bij het uitoefenen van liefdadigheid
gevaar kan bestaan, dat de weldaden aan
onwaardigen of luiaards worden verstrekt of
gebezigd worden voor verkeerde doeleinden,
hier zal men daarvoor geen vrees behoeven te
koesteren, waar de te beweldadigen personen
kinderen van 6 tot 12 jaar zijn, aan wie de
weldaad onmiddelijk wordt verstrekt.
Wie ook schuld moge hebben aan het ge
brek, dat zjj ljjden, (en men zij in zjjn oor
deel daaromtrent niet te lichtvaardig) zeer
zeker zal men die niet aan de kleinen zeiven
kunnen wjjten.
Dat er betrekkelijk veel geld noodig zal
zjjn om de Vereeniging in staat te stellen haar
doel te bereiken, kan bljjken uit eene opgaaf,
door de hoofden der scholen gedaan (der beide
kostelooze openbare scholen, der school met
den bjjbel en der roomsch katholieke school)
volgens welke ruim een honderdtal kinderen
in de termen zal vallen om van de Vereeniging
een warm middagmaal te ontvangen.
Wil men dus gedurende drie wintermaanden
aan minstens 100 kinderen dat voedsel ver
strekken, en rekent men dat de portie eten,
met inbegrip van alle uitgaven van lokaalhuur,
verwarming, kosten van gereedschappen enz.,
twintig cents kost, dan zal reeds een som van
ongeveer 2000 noodig zjjn.
Twee duizend gulden, ik noemde de som
hetrekkeljjk groot, is toch ook betrekkeljjk
gering, als men nagaat, dat het resultaat, dat
men voor die twee duizend gulden koopt,
waarlijk niet gering is.
In het verslag der Vereeniging voor het ver
strekken van warm voedsel aan arme school
kinderen te 's Gravenhage over het dienstjaar
1888,89 (die Vereeniging bestaat reeds 6 jaren)
wordt gewaagd van »de van vreugde stralende
gezichtjes der kinderen, als zjj het dampende
eten voor zich zien den vrooljjken handdruk
der kleinen na het versterkend maal."
Ook blijkt uit dat verslag, dat het school
verzuim door het verschaffen van warm mid
dageten gedurende de wintermaanden, aanzien
lijk verminderd wordt.
Mjj dunkt, men behoeft geen bjjzonder week
hart te bezitten, om te hegrijpen, dat nu een
maal de behoefte gebleken is, onze plicht ons
gebiedt de helpende hand uit te steken.
Zon het geen schande zjjn voor onze beschaafde
maatschappij, dat wij, wetende hoe op onze
scholen kinderen op de schoolbanken zitten
die honger lijden, niet zouden beproeven daarin
te voorzien
Ik verwjjs verder naar de hieronder ge
plaatste circulaire, welke, door een tal van
Middelburgsche dames onderteekend, aan allen
is of wordt aangeboden, die geacht kunnen
worden tot bereiking van het doel mede te
kunnen werken.
Dat deze Middelburgsche vrouwen niet aan
doovemansdeuren zullen kloppen is mijne vaste
overtuiging.
Een belangstellende.
De circulaire »Aan de ingezetenen van Mid
delburg", waarvan in bovenstaande sprake is,
luidt als volgt
>Een door eenigen der ondergeteekenden
ingesteld onderzoekwaarbjj zjj zich in
de welwillende medewerking der hoofden
van de betrokken scholen mochten ver
heugen, heeft ons de noodzakelijkheid doen
inzien van de oprichting eener Vereeni
ging lot het verschaffen van warm voedsel aan
arme schoolgaande kinderen. Het is voorzeker
onnoodig onze stadgenooten van het nut en
het doeltreffende van zulk eene vereeniging,
zooals er reeds in vele andere plaatsen in
binnen- en buitenland bestaan, te overtuigen.
Wie niet met gesloten oogen door de straten
onzer stad wandelt kent ze alle die bleeke
gezichtjes, die ons genoeg zeggen hoe groot
de ontbering thuis is. Wie uwer zou dan
weigeren te luisteren naar de stem der mensch-
lievendheid, die nog nooit te vergeefs bij Mid
delburgs weldoende ingezetenen gevraagd heeft
wair het thans geldt de kleine, behoeftige
schoolkinderen, wier zwakke krachten door
onvoldoend voedsel dikwerf gesloopt worden
Wie onder u zou rustig willen toezien dat er
in de stad zjjner inwoning, in zjjn naaste om
geving honger geleden wordt Honger door
kinderen, bestemd gedurende hun verdere
levensjaren met handenarbeid hun brood te
verdienen
Op de lagere scholen worden zjj onderwezen,
opgevoed. Wat echter is opvoeding
zonder voeding? Immers iets ondenk
baars 1 En vraagt het onzen onderwijzers aan
de scholen voor de min- en on vermogenden
uit de volksklassen, hoe het mat de voeding
hunner scholieren staat. Zij zullen u, evenals
ons, vertellen, hoe zjj dageljjks op de ichool-
banken kinderen zien zitten, wier ouders som
tijds geen enkel stuk brood in buis hebben.
Nog onlangs gebeurde het dat een knaapje te
laat op school kwam. Waarom Omdat Hij
gewacht had tot moeder »met centen" thuis
kwam om brood te koopen. Moeder kwam
niet en het kind ging zonder eten naar school.
Hoe het leeren met een hongerige maag gaat
Verscheidene kinderen, voornameljjk halve
wezen, wier moeders verplicht zjjn uit werken
te gaan, ontberen dikwerf een warmen maal-
tjjd. Sommigen gaan na schooltjjd »op den
bedel" uit voor een stuk brood Begrjjpt gjj
den onderwijzer, die onder het verhalen van
het ljjden zijner leerlingen den hartgrondigen
wensch uitte »Ach, ware ik rijk, dat ik dezen
armen kinderen dagelijks een warm, voedzaam
maal kon laten bereiden
Welnu dit beoogt onze Vereeniging en wij
twijfelen niet of gij allen zult hetzelfde met
ons willen. Op de Roomsch Katholieke zuster
school alhier heeft men aireede den prijzens-
waardigen maatregel genomen om in de
behoefte van kinderen, die thuis geen vol
doende voedsel ontvangen, te voorzien.
Met de op te richten Vereeniging stellen wij
ons voor voortaan aan zulke arme schoolgaande
kinderen gedurende de wintermaanden zoo
mogelijk dagelijks een portie warm eten
te geren, opdat zij, goed gevoed, met opge
wektheid en dus met meer vrucht het onder
wijs in de scholen kunnen genieten. Naar
gelang uwe bijdragen of giften milder vloeien
zal de uitdeeling gedurende de wintermaanden
langer duren.
Wat de uitvoering onzer plannen betreft,
zoo wenschen wij aan de hoofden der scholen
over te laten om de kaarten uit te deelen aan
die kinderen, die naar hun beste weten het
meest behoefte aan een warmen maaltijd hebben.
Deze zal bestaan uit gestoofde pot of erwten
soep of grauwe erwten of bruine boonen of
iets dergelijks.
Wij koesteren de hoop een goed lokaal te
vinden, waar het maal door de kinderen kan
gebruikt worden.
Aan de Katholieke en Israëlitische kinderen
zullen de spijzen uitgereikt worden overeen
komstig de voorschriften van hun godsdienst.
Voorzeker zullen vele vrouwen onder u be
reid zijn later ons bij te staan in de uitoefening
van bet toezicht op de maaltjjden der kinderen.
Finanoieelen steun echter verwachten wjj van
u allen zonder onderscheid.
Helpt ons, gij allen, die door het geluk meer
begunstigd zijt, onze taak te volvoeren. In
Weenen werden in weinige dagen duizenden
guldens bijeengebracht toen bekend werd hoe-
vele kinderen daar gebrek leden. In Amsterdam,
Den Haag, Rotterdam, Arnhem, Groningen en
Maastricht mogen de vereenigingen voor bet
verstrekken van warm voedsel aan arme school
kinderen zich in den algemeenen steun en in
groote deelneming verblijden. Zou Middelburg
anders handelen?
Wij gelooven het niet. De onderwijzers in de
opgenoemde steden prijzen het Btreven der ver
eenigingen, ja erkennen dankbaar het nut
ervan, want het schoolverzuim vermindert, de
leerlingen volbrengen met meer ijver en opge
wektheid hun taak in de school.
Ruime ontvangsten worden dringend vereiscbt
daar bet aantal kaarten, die zullen verstrekt
worden aan de hoofden der kostelooze scholen
A en B, de heeren Nierse en Hogerland, aan
het hoofd van de school met den Bijbel, den
heer Rademaker, en aan het hoofd der Roomsch
katholieke dagschool voor meisjes, mej. Klep,
voorloopig op minstens honderd geraamd wordt.
Zij, die zich bereid verklaren leden der Veree
niging te worden, zullen te gelegener tjjd tot
eene vergadering opgeroepen worden, waar de
Vereeniging zal worden opgericht, statuten zullen
vastgesteld en een bestuur zal verkozen worden.
Zal onze Vereeniging dus werkeljjk in de
kindervoeding van arme schoolkinderen voor
zien, dan is het noodzakelijk dat ieder, die deze
circulaire ontvangt, het daarin liggend inschrij
vingsbiljet invult en verder alle zijne vrien
den en bekenden met aandrang aanspoort dit
eveneens te doen.
Dan zal het ons mogeljjk zijn nog in de
eerstvolgende barre wintermaanden onzen armen
schoolkinderen een warm en krachtig middag
maal te bereiden."
Hierop volgen de onderteekeuingen.
Nog ontvingen wjj het volgend schrijven
Mijnheer de Redacteur
Waarschijnlijk is het n niet onbekend, dat
eenige dames hier ter stede voornemens zijn,
eene vereeniging tot stand te brengen, om
gedurende de wintermaanden een warm mid
dagmaal te verschaffen aan de hehoeftigste
schoolkinderen.
Dit denkbeeld vindt bet is treurig maar
waar, levendige bestrijdingen, ofschoon ik
mij er niet aan zal wagen, al die argumenten,
daartegen aangevoerd, te bestrijden, wil ik,
daartoe aangezocht, wèl opkomen tegen de
bewering
»er zijn bier geene gezinnen, waar somtijds
geen eten is"; „er komen hier geene kinderen
met honger op de school".
Heb de goedheid, M. de R., mij daartoe eene
kleine ruimte in de M. C. af te staan.
Neen, hier heerscht niet die armoede, welke
men in groote steden vindt, (dank ook den
weldadigheidszin van Middelburgs ingezetenen),
maar er zijn hier gezinnen, waar 's winters hon
ger geleden wordt, er komen'hier werkelijk
's winters kinderen ter school, zonder gegeten
te hebben.
Niet in mijn tegenwoordigen, in mijn vori-
gen werkking, gedurende do twintig jaren, dat
ik aan school A (achter de Bree) werkzaam
was, heb ik hiervan de treurige ervaring
opgedaan.
En men heeft mij niets wijs gemaaktik
onderzocht en deed, wat ieder ander in mjjne
plaats ook zou gedaan hebben, ik nam er de
proef van en werd ten volle overtuigd, dat de
kinderen honger, grooten honger hadden.
Het is mij overkomen, dat eene moeder 's mid
dags hare kinderen met geweld ter school bracht,
want ze wilden niet vrijwillig gaan, omdat
ja, M de R., 'twas hard, het van de kinderen
zelve te vernemen, »omdat ze 's middags niet
gegeten hadden."
Wat dunkt u, M. de R., waar ik bovenver
melde toestanden van nabjj heb leeren kennen,
waar ik mij overtuigd houd, dat de hoofden
der scholen B. en A. alhier, ('t is mij niet be
kend, hoe de toestand op de bjjz. scholen is)
uit hunner meerdere of mindere ervaring met
mij zullen getuigen: »ja, de gevallen doen zich
voor, dat kinderen met honger op de school
komen", zou ik dan niet eene poging wagen,
om, al ware het slechts éen tegenstander van
deze goede zaak tot een voorstander te bekeeren
Ontvang mijn beleefden dank voor de gele
genheid, mij daartoe geopend.
Met hoogachting,
Uwe dw. dr.
P. G. de Jager,
Hooid van school C.
Bjj al deze stukken hebben wjj niets te
voegen dan de betuiging van onze volle sym
pathie met deze hoogst nuttige zaak, eene
sympathie die ons deed. besluiten bovenstaande
opstellen, aan bet hoofd van ons blad te plaatsen.
Het Centrum bet bekende, katholieke orgaan
dat in zoo nauwe betrekking staat tot dr
Schaepman geeft heden een staaltje van
bestrijding van een tegenstander, dat niet pleit
voor de beschaving en het fijn gevoel zjjner
redactie.
Reeds het opschriftVooruitgang des heeren
Heldt als papegaai geeft ons dadelijk den indruk,
hoe het vervolg wezen zal. En als wij dan
later van den Amsterdamschen afgevaardigde
hooren gewagen als van »den Nieuw-Malthusiaan
die zich in staat gevoelde Nieuwenhuis na te
praten" dan beginnen wjj te begrjjpen dat die
redactie, wellicht meenend geestig te zijn, op
weg is de slechte manieren in de pers te volgen,
waarmee enkele niet zeer gunstig bekende bla
den opgang trachten te maken.
Zonderling klinken dan ook de volgende
regelen, waarmee het opstelletje in het Centrum
besluit»Wij hebben nu goeden moed met den
heer Heldt. Misschien wordt hij in staat, ook
nog eens een lid der rechterzijde, die ware
volksvrienden telt, na te praten. Dan krijgt hij
van ons bepaald eene loffelijke vermelding."
Wjj houden ons overtuigd dat de heer Heldt
er alles behalve op gesteld zal zjjn, uit dezelfde
hand, die zulke regelen schreef, eene »loffë-
lijke vermelding" te ontvangen.
Begrjjpt het (Jentrum niet hoe het langs den
weg, dien het nu inslaat, zijn recht om lof te
veikondigen verbeurt? Wat zou het zeggen
als andere bladen, zjjn voorbeeld volgend, eens
op dezelfde wijze schreven over dr Schaepman,
die toch ook op vele punten slechts volgt de
instructies, en verkondigt de stellingen, die
hem van hoogerhand worden gegeven en voor
gelegd
De schrijver der kamer-overzichten in het
Handelsblad, resumeerende den indruk dien het
niet onbelangrijk tweedaagscbe debat in de
Tweede kamer, bjj de algemeene beschouwingen
over de staatsbegrooting, op hem heeft gemaakt,
komt tot deze conclusie
Der regeering staat na de aanneming der
schoolwet niet duidelijk voor den geest in
welke richting zjj zal hebben te sturen. Vooral
is groote onzekerheid te bespeuren in hare
bewegingen op financieel en economisch ge
bied, een en ander voor een belangrijk deel
het gevolg van de onbekwaamheid en het ge
brek aan overtuiging bij den minister van
financiën.
De »antirevolutionnaire" partij heeft alleen
bij monde van den heer Fabius een wanhopige
poging gedaan om zoowel zichzelven als de
regeering met het program van actie in het
reine te brengen. Het heelt hierbij de aan
dacht getrokken dat de heer Lohman zich in
de geheele dissussie niet heeft gemengd. Was
deze afgevaardigde thans niet meer genegen
zooals verleden jaar het voor 't financieel be
leid der regeering op te nemen Zooveel is
zeker dat het program van actie, wat het
financiëele gedeelte betreft, door de regeering
is begraven.
De katholieke partij heeft zich in den be
ginselstrijd niet begeven. De rede van den
heer Schaepman toont echter voldoende aan,
dat de protectionistische strooming in deze
fractie niet zoo algemeen wordt goedgekeurd
als sommige meenen.
De liberale party beeft tegenover het
Kabinet in zjjn geheel eene afwachtende,
welwillende houding aangenomendit belet
echter niet dat sommige ministers, afgescheiden
van hunne politieke richting zullen ondervinden
dat vele leden der kamer de mede-verant
woordelijkheid voor de voortzetting van het
tegenwoordig bestuur niet willen op zich
nemen. Dat op financieel gebied de woord
voerders der liberalen uitsluitend het critische
gedeelte van bet debat beoefend hebben, moet
uit de omstandigheid verklaard worden dat
er belastingvoorstellen, afkomstig van leden
dezer partij, bij de kamer aanhangig zjjn.
Over het hoofdstuk Binnenlandsche Zaken
zijn ditmaal geene algemeene beraadslagingen
gevoerd.
Het Utr. Dbld. teekent bjj het gisteren mee
gedeelde bericht van de Avondpost omtrent de
oprichting van eene door geheel Nederland
vertakte vereeniging, welke zich ten doel stelt,
voor onvermogende kinderen het schoolgeld te
betalen, door de nieuwe onderwjjswet verplich
tend gesteld, het volgende aan
»Deze mededeeling zal wel niet geheel juist
zjjn, of het plan bernsfc op een misverstand.
Voor onvermogenden [is het schoolgeld niet
verplichtend."
Ook het Vaderland betwijfelt de juistheid van
het bericht en schrjjft verder
»Is het de bedoeling daar waar een school
geld wordt geheven, dat bljjkbaar te zwaar
drukt, hulp te bieden, dan is dit doel zeker
toe te juichen. Intusscben, waren reeds onder
de bestaande wet dergeljjke misbruiken mo
geljjk."
De opbrengst der middelen was in de maand
November ongeveer gelijk aan die over dezelfde
maand in 't vorige jaar. In de cijfers der ver
schillende posten is intusscben nog al eenig
verschil. Zoo is de opbrengst der accjjnzen
weder 570.000 lager, wat evenwel uitsluitend
te wjjten is aan minder ruim vloeien van den
suikeraccijns om vroeger ontvouwde redenen.
Met dat al bracht de suiker over de elf maan
den nog ƒ420.000 meer op dan verleden jaar
en heeft de opbrengst reeds bjjna de gansche
raming van het gansche jaar bereikt. De andere
accijnzen brachten in November bjjna alle meer
op dan verleden jaar, zoodat alle, uitgenomen
het zout, thans de op bi engst van dat jaar
hebben overschredenook zyn alle belangrjjk
boven de raming, behalve de wijnaccijns, dia
nog te hoog is geraamd. Bieren en azynen
schijnen den invloed te ondervinden van de
wijzigingen, in de accijnswet aangebracht, daar
ze reeds 81,000 boven het vorige jaar staan.
De indirecte belastingen brachten /'344.000
meer op dan verleden jaar, wat hoofdzakelijk
te danken is aan de successie-rechten, die de
schade beginnen iD te halen, zoodat de opbrengst
nog slechts 5 ton bjj verleden jaar ten achteren
is. Ook de zegelrechten blijven steeds een
belangrjjk avans toonen, terwjjl registratie
en hypotheekrechten iets terugbleven, doch
beide flink boven de raming kwamen.
Onder de middelen, die belangrjjk meer
gaven, staan verder bovenaan de invoerrechten
464.000 tegen 439.000) en de posterjjen
(ƒ536.000 tegen 377.000.) Dit laatste is
echter alleen toe te schrjjven aan de door
bijzondere omstandigheden zeer lage opbrengst
van November 1888; de posteryen blijven
steeds onder de, naar 't schjjnt wat lichtvaar
dige, raming.
De directe belastingen blijven goed vloeien
ze hebben thans alle de opbrengst van het
vorig jaar overschreden, echter met betrek-
kelyk geringe hoeveelheden (grondbelasting
ƒ209.000, personeel -j- ƒ184.000, patent
ƒ53.000.)
De opbrengst der 11 maanden is ƒ3.100.000
boven de raming en 1.800.000 boven de op
brengst van het vorig jaar. Vaderland).
De St. Crt. bevat een kon. besluit van den
9den December 1889, tot vaststelling van eenen
algemeenen maatregel van bestuur als bedoeld
bij de artikelen 5, 7 en 11 der wet van 5 Mei
1889 Staatsblad no. 48).
Staatsblad no. 172 behelst bet kon. besluit van
den 29en November 1889, betrekkelijk den herijk
van de maten en gewichten in 1890.
De herjjk heeft plaats binnen het tijdvak,
dat aanvangt op 1 Januari en eindigt op 1
October van dat jaar.
Aan Gedeputeerde staten der provinciën wordt
opgedragen het tjjdstip te bepalen, waarop die
herijk voor elke gemeente, gedurende het boven
genoemde tjjdvak, zal plaats hebben.
Aan het slot der namiddagzitting van de
Tweede kamer, bij de voortzetting der algemeene
beschouwingen over de staatsbegrooting, be
tuigde gisteren de minister van koloniën zijne
belangstelling in het opnieuw door den heer
Levyssohn gesprokene. Geheel is hjj het met
hem eens, dat de regeling van den financieeien
en eoonomischen toestand het gevolg moet zjjn
van een complei der maatregelen. De minister
heeft in dat opzicht met belangstelling de
jongste voortreffelijke brochure van den heer
N. P. v. d. Berg gelezen. Tegenover het ge
voelen van den heer Levyssohn stelde de minis
ter de zienswijze van hen, die herstel van het
sultanaat noodig achtten. De regeering gaat
hier van een vast beginsel uitherstel van
orde en rust, het einde van den oorlog en
bevordering van de welvaart van Atjeh. Al
wordt het sultanaat hersteld, dan blyven de
overeenkomsten met de Onderhoorigheden be
staan. In de godsdienst-kwestie had de minister
met genoegen gehoord het beroep van den heer
Levyssohn op mannen als Band en Elout. De
regeering zal gaarne in hun voetspoor blyven
treden.
De minister van marine gaf eene toelich
ting van de posten; die als restitutie van uit-