N°. 292. 132' Jaargang. 1889. Dinsdag 10 December. Deze courant verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—i Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 9 December. LETTEREN EN KUNST. MIDDELBURG (01RANT. Thermometef. Middelburg 9 Dec. m. 8 u 34 gr. m. 12 u 35 gr. av. 4 u. 37 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. 0. de Mooij te TholenW. A. van i Advertentïën Nieuwenhdijzen en te TerneuzenM. de Jonbe. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te een nut advertentie-bureau s van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Boordagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Het votum der Eerste kamer, Vrijdag 11. gevallen, wordt natuurlijk in de pers druk besprokenen in al die beschouwingen vindt men terug het standpunt, dat elk der bladen innam, vóór de beslissing viel. De meeste leveren afzonderlijke opstellen daarover enkele groote bladen bevatten Zater dag in bun kamer-overzicht den indruk, dien de aanneming van het wetsontwerp tot wijziging der schoolwet op de schrjjvers dier overzichten maakten, wat tevens als gevoelen der redactie kan gelden. Van een en ander meenen wij onzen lezers eene bloemlezing niet te mogen onthouden want al die oordeelvellingen vormen met de votums der kamers in de geschiedenis van ons politiek levan eene belangrijke bladzjjde. Blijkbaar heeft velen de aanzienlijke meer derheid verrast, waarmee het ontwerp in ons hoogerhuis is aangenomenen geen wonder dat de minister Mackay van verschillende zijden geluk gewenscht wordt met de daar behaalde overwinning. Het Nieuws van den dag noemt die aanneming dan ook alleen voor den minister van binnen- landsche zaken een overwinning, die hij eerlijk verdiend heeft en die hem dus van harte ge gund wordt. ♦Verder komt de wet" aldus schrijft het blad zeer aardig en juist ♦als een weeskind in de koude wereld. Geen warme vrienden of verwanten halen haar in. Niemand is volkomen tevreden. Velen hebben met protest voorge stemd, anderen zelfs met de uitdrukkelijke verklaring, dat zjj volstrekt niet ingenomen waren met het ontwerp, maar medewerkten tot het totstandkomen, om erger te verhoeden om vrede of tenminste wapenstilstand te krijgen en daarvan gebruik te maken ten bate van andere hoogst dringende landsbelangen. »Ook bij de anti-revolutionnairen en katho lieken bleek meer dan eens, dat zjj dankbaar, doch niet voldaan zijn. Laat hen nu toonen, dat zij ook oogen hebben voor andere dingen dan die ons zoo lang tegen elkaar in het har nas joegen, 't Is tijd, dat wij aan 't werk gaan om eens te zien wat wij samen kunnen doen. »Om te beginnen, wijzen wij op de defensie, een onderwerp, dat reeds aan de orde is en dat zelfs een vermakelijk debat kan uitlokken, indien er meer zulke argumenten tegen Tin- dal's waarschuwingen worden te berde gebracht, als de minister van buitenlandsche zaken bij de behandeling zijner begrooting gebruikte. ♦En intusschen mogen de leiders van de liberale partij zich bezighouden met de samen stelling van een keurbende, die voor de open bare school zal postvatten, als nu ja, als zekere beloften en verwachtingen mochten blijken bedrog te zijn geweest, wat wij niet willen gelooven, of de bezadigden van de te genpartij overvleugeld mochten worden door de drijvers". Het Dagblad van Nederland, de Amsterdammer, verheugt zich natuurlijk vooral over de aan neming en meent dat nu de zoogenaamd on verzoenlijke afdeeling der liberale partij, allengs wel tot nadenken zal komen en dan eindelijk tot het inzicht, dat er tegen het moreel beginsel in de politiek, dat is de rechtvaardigheid op den duur toch niet te vechten valt. »Na deze overwinning, waarbjj zoovelen reeds tot ons genaderd zijn, die zoolang tegenover ons heb ben gestaan, schrijft het blad zullen, wij twijfelen er niet aan, meerdere overwinningen volgen, die de hoop wettigen, dat er een eind komt aan allerlei onrecht en bevoorrechting, waarin tot dusverre de liberale partij maar al te zeer het doel en de kracht van haar be staan heeft gezocht. Met deze onderwijswet begint de victorie". Dat de anti-revolutionnairen niet geheel tevreden zijn blijkt wel uit de Standaard. Dit blad, in plaats van der Eerste-kamer- meerderheid de volle eere te geven die haar toekomt, is verwaten genoeg om te beweren dat de verkiezingen voor de Provinciale staten in het begin van dit jaar, al gaven zij ook voor de anti-liberale partij >niet zoo uitnemende resultaten als mogelijk ware geweest", toch aan ons hoogerhuis, eene eerste waarschuwing gaven die niet in den wind is geslagen. »En" zoo vervolgt de Standaard »vraagt uien, of wij het Vrijdag gewonnen resultaat dan nu zóo hoog aanslaan, dan herhalen we, wat we van meet af betuigden, dat dit ont werp ons in het minst niet de vervulling onzer wenschen brengt. Bedenkt men nu, dat het bij de behandeling in de Tweede kamer nog heel wat veeren vliegen liet, dan zal men be grijpen, dat het vooral in zijn tegenwoordigen vorm ons verre van onberispelijk dunkt. »Was de Stand, dan ook een orgaan van »»dweepera"", dan zou voor ons, even als voor mr Levy, de kans schoon staan, om op meer dan éen punt zekere animositeit tegen dit ontwerp in het leven te roepen. Thans laten we dit aan Slamix over, en brengen in naam van het anti-revolutionnaire volk liever een woord van warmen dank aan baron Mackay voor zijn uitnemenden arbeid, en aan jhr de Savornin Lohman met zijn getrouwen voor het ongemeen beleid, waarmee ze deze parlemen taire campagne doorworsteld hebben. »Jn zulk een brandende kwestie, die harten en zinnen verdeelt en jarenlang heel het land beroerd heeft, eindelijk de palm des vredes te mogen aandragen, is ongetwijfeld een taak der eere, die men dezen mannen benjjden mag maar het is ook een taak van onbegrepen zelfverloochening, die niet door een dwepend, maar alleen door een trouwhartig en dankbaar volk naar verdienste kan worden gewaardeerd. Slape ons volk nu maar geen oogenblik op zijn lauweren in. ♦Zie het helder de waarheid onder de oogen, dat er slechts een gedeeltelijke overwinning behaald, die thans op practisch terrein door te nauwer aaneensluiting, te milder offers en te warmer toewijding moet worden voortgezet. En bovenal, zijn er scholen rijk en mach tig genoeg, om buiten het staatssubsidie een leven met eere vol te houden, laten ze dan nu beur recht erkend is, van heur recht geen gebruik maken. ♦Alleen waar de nood aan den man is, of een nieuwe akker te ontginnen valt, mag dankbaar de verkregen verlichting aanvaard." Naar de meening van Het Handelsblad heeft de rechterzijde nu de eerste vrucht geoogst van hare overwinning in Maart 1888. Zij heeft het voornaamste doel van haar streven der laatste twintig jaren bereikt, een streven waarop zij al hare krachten vereenigd, waarom zij alle verschil van beginselen in andere opzichten ter zijde gesteld had. Voor de scholen harer richting heeft zij nu wel geen volkomen gelijk stelling met, noch voorrang boven de openbare school verworven, maar toch denzelfden gelde- lijken steun uit de staatskas. Leidt deze over wiuning tot verbetering van het bijzonder onderwjjs en dat zal ongetwijfeld in niet geringe mate geschieden dan zal men reden hebben over dien nieuwen last, welke op den staat wordt gelegd, niet te treuren. Maar ont valt niet met die overwinning aan de rechter zijde tevens hare kracht Geen meerderheid kan in stand blijven, als zij slechts door éen enkelen wensch wordt bijeengehouden en hare beginse len voor het overige uiteenloopen. En dat dit bij de rechterzijde het geval is, behoeft dat nog te worden aangetoond Nu komen de andere landsbelangen aan kloppen, die door haar niet langer naar den achtergrond kunnen worden verwezenin de eerste plaats de landsverdediging en de betere regeling der belastingen. De minister Mackay heeft zijn hoofdrol vervuld: thans is het woord aan de ministers van oorlog en van financiën. ♦De rechterzijde behoort nu aan de natie te toonen, dat haar bewind nog een andere reden van bestaan heeft dan het verkrjjgen van staatsgeld voor hare scholen. »Tusschen den dag der beslissing van Vrijdag en dien der algemeene verkiezingen voor de Tweede kamer ligt nog anderhalf jaar. Tjjd genoeg voor een werkelijk krachtig bewind, om met een inderdaad eensgezinde meerderheid groote dingen tot stand te brengen. ♦Laten de liberalen intusschen gehoor geven aan het opwekkend woord, dat prof. Fruin deze week tot hen heeft gericht. Het verschil van gevoelen over de schoolwet leide vooral niet tot een blijvende scheuring. De toekomst behoort aan de partij van vooruitgang, mits zij aaneengesloten voor de noodzakelijke her vormingen blijft ijveren en daardoor ook de liberale elementen tot zich trekt, welke om de schoolquaestie van haar vervreemd waren." Het Utrechtsch Dagblad meent dat de nieuw aangenomen wet geen viede zal brengen op het gebied van het onderwijs zelfzijn redac tie zou het zelfs betreuren als dat het gevolg daarvan bleek te zijn. Strijd moet er wezen op ieder gebied, en wel in de eersto plaats op dien van het onder wijs, waaraan voor de toekomst van ons volk zoo groote en overwegende belangen zijn ver knocht. Zonder strijd geen leven, geen vooruitgang, geen ontwikkeling; en wjj vrijzinnigen moeten dien strjjd allerminst vreezen, want hjj is de bakermat, waaruit wij zijn voortgekomen, en dien wij zouden verloochenen, zoo wij stil ble ven staan, omdat wij hem wenschten te ont wijken. ♦Doch die strijd, waar het tusschen landge- nooten gaat, die toch allen, ook hij verschil van inzicht, slechts het belang van het vader land beoogen, kan zijn verbitterend karakter verliezen en zich oplossen in een eerlijke mede dinging, in een vurigen en geestdriftvollen wedijver, naar wat ieder voor zich in het belang van ons volk acht het beste te zijn. Zoo ooit, dan voegt het ons, vrijzinnigen, in deze dagen van beproeving, alle onderlinge veeten en geschillen tot zwijgen te brengen en ons nauwer en inniger dan ooit aaneen te sluiten." Tot die aaneensluiting wekt het blad krachtig optot dat heilig doel wenscht het met alle het ten dienste staande middelen mede te werken, De Delftsche Opmerker meent dat in de wet zelve geene aanranding van het openbaar onderwijs ligt. Levendig hebben alle liberalen voorstan ders zoowel als tegenstanders v..n de gewijzigde schoolwet opnieuw gevoeld, levendiger dun ooit, hoe het openbaar lager onderwijs gewor teld is in de liefde van het volk. Op dat terrein kunnen zij, nu de beslissing gevallen is, elkander de hand reiken. De tegenstand der laatste weken heeft vooral den ultramontanenenantirevolutionairenkunnen leeren dat zij aan die school nu of later niet de hand moeten slaan. Verder staat naar de meening van he^ Delft sche blad dit vast dat men de hoogleeraar Van der Vlugt heeft het te Leiden zoo juist gezegd door verwerping van de wet de kerkelijke partijen tot nieuwe en krachtiger eenheid zou gebracht hebben. ♦En niet minder ditgeen grooter winst zou thans aan ultramontanen en antirevolutionairen in handen gespeeld kunnen worden dan eene verdeelde liberale partij verdeeld, niet over het meer of minder in kwesties van staatsbe moeiing, van belastingen, in vraagstukken kortom van stoffelijken aard en van opportu niteit: maar verdeeld door misvatting, mis kenning, verdachtmaking van elkanders over tuiging en karakter. ♦Geen beter waarborg daarentegen voor den bloei van de liberale partij, voor hare zege praal straks bij de stembus, dan dezedat allen, die tot nu toe in haar gelederen streden, zich zonder wrok en achterdocht opnieuw aan eensluiten om, sterk door hunne beginselen, sterk niet het minst door hunne gehechtheid aan de openbare Bchool, het land te leiden op den weg van ontwikkeling en vooruitgang." De beide katholieke organen Tijd en Centrum zijn, het spreekt van zelf, vol lof voor hen, die aan de tot stand koming dezer wet hebben meegewerkt. Het eerste blad legt er voora nadruk op, dat, naar ook uit de stemming in de Eerste kamer voldoende bleek, deze wet geen anti-liberale partijwet is. Het blad noemt deze wet een eerlijk vergelijk, dat, van de éene zjjde in 's lands belang aangeboden, na rijp beraad door de andere zijde op gelijke gronden aangenomen werd. Het is overtuigd, dat het belang van den staat door de Eerste kamer oprecht en verstandig werd gediend. Eene verwerping van het ontwerp Mackay door de Eerste kamer zou het geheele Nederlandsche volk eene duistere en onberekenbare toekomst hebben tegemoet gevoerd. Het Centrum brengt hulde aan den minister Mackay en aan de heeren De Savornin Lohman en Schaepman, wat in dit blad nog al eigenaardig klinkt. ♦Reeds lang", zoo schrijft het, ♦had het denk beeld van het subsidiestelsel wortel geschoten in de hoofden dier mannen langzaam en voor zichtig zijn zij tot hun doel genaderd; grond wetsherziening en daardoor eene nieuwe kies regeling had aan de kamer eene meerderheid verschaft, die in overeenstemming was met de meerderheid der natie. Niettegenstaande ver deeldheid in de gelederen is met vasten tred op den ingeslagen weg voortgegaan, en zoo hebben wij thans aan de helderheid der poli tieke inzichten onzer leiders de heerlijke over winning te danken, die ons hart met dankbare blijdschap vervult. Ook mag aan de 17 liberalen in de Tweede kamer en aan de 18 in de Eerste kamer, die de aangeboden hand ter verzoening hebben aangenomen, onze lof niet worden ont houden". Eindigen wij nu met de drie bladen die in hunne kameroverzichten hun meening open baarden. Natuurlijk betreurt de N. Rolt. Crt de beslissing diep. Zij kan in die schoolwet niet anders zien dan een ramp voor het volks onderwijs en besluit met een protest tegen bet woord van den minister Mackay♦Maar wat baat alle wijsheid, als er schade wordt toege bracht aan de ziel Op de openbare school wordt, Gode zij dank, de ziel onzer kinderen niet bedorven. ♦De liefde, die de onderwijzers, schier zonder uitzondering, voor de aan hunne zorgen toevertrouwde kinderen koesteren, de toewijding, waarmede zij zich van hunne moei lijke taak kwijten, hadden iets beters verdiend dan deze verdachtmaking. Er wordt op de openbat e school niets geleerd dan nuttige kun digheden, die ieder behoeft en die voor ieder bruikbaar zijn. En als een minister, bi) de verdediging van eene zoogenaamde verzoenende wet, nog door zulke gedachten wordt beheerscht dan durven wij toeroepen aan allen, wie dt volksschool ter harte gaat: Waakt, waakt Berusten moeten wij in de uitspraak van den 6en December, maar het geloof aan de deugde, lijkheid van ons beginsel kan zjj ons niet ontnemen." Het Dagblad van Zuid-Holland daarentegen noemt den uitslag verblijdend en een bewijs, dat een inderdaad nationaal werk is tot stand gebracht, dank zij de groote verzoeningsge zindheid van de regeering en van de meerder heid in de Tweede kamer, en dank zij ook hef gezond verstand en de vaderlandsliefde van de meerderheid in de Eerste kamer, die zich terecht plaatste op het standpunt, door den heer Van Tienhoven zoo juist aangegeven, nl dat zij niet de dienaresse moet zijn van de eene of andere partij, maar zij zich steeds plaatsen moet boven de partjjen, om zich alleen af te vragen wat eischt het algemeen lands belang? Het Haagsche orgaan eindigde zijn over zicht met de verwachting uit te spreken, dat, na de bekrachtiging der wet door den koning, allen, die daartoe geroepen zullen worden eendrachtig zullen medewerken om de wet wer kelijk te doen strekken tot heil van de vader landsche jeugd, alzoo van de nationale toekomst. In zijn jongste nommer komt over dit punt een opstel voor van de redactie zelve, waarvan zij den eindindruk van discussie en decisie samen vat in deze woorden ♦Met betrekking tot de natie noemen wij ze verblijdend de vrijheid werd gehandhaafd. Id verband tot het kabinet zijn ze bevredigend het bleef aan zijn gematigd standpunt getrouw, en ten aanzien van de Eerste kamer heeten wij ze geruststellend haar meerderheid week niet af van de roeping der kamer, dienares vaD koning en land, niet van een partij te zijn. ♦Onze senaat reehtvaardigde daardoor zijn bestaan en ontnam vooral zoo hjj volhardt op dien weg aan de statenkeuzen voortaan den angel van een parti;'-strjjd." Ten slotte halen wij het oordeel van het andere hoofdblad in de residentie het Vader land aan. Naar dit opmerkte verdeelden in de Eerste kamer de 36 vrijzinnigen zich juist in twee gelijke helften 18 voor en 18 tegen (tegen 2 Groningers, 3 Friezen, de beide Drenten, 1 Gelderlander, de beide Zeeuwen, 5 leden uit Noord-Holland en 3 uit Zuid-Holland; voor 1 Groninger, 1 Fries, de 3 uit Overijsel, twee van de drie vrjjzinnige Gelderlanders, 4 uit Noord en 7 uit Zuid-Holland), zoodat de verhouding werd 31 tegen 18. Thans met deze woorden van het blad, dat zoo warm voor aanneming heeft gestreden, besluiten wij ons overzicht >gelde het woord, dat de heer LeDting in 1878 sprak de strijd moet uit zjjn, de strjjd ook in den boezem der vrijzinnige partij, die meer een strijd van politiek en opportuniteit, dan van beginsel was. Groote lof is de beide laatste jaren van vrijzinnige zijde uitgestort over de Eerate kamerin haar werd het bolwerk geprezen voor de beginselen, waar aan de natie gehecht isde dam gezien tegen onderdrukking der minderheden en tegen bui tensporigheden links en rechts van haar werd vertrouwd, dat zij, boven de hartstochtelijke stroomingen in lager sfeer, verheven, met ruimer blik de belangen van 't geheel zou overzien, in het gouverner dest privoir haar richtsnoer vindende. Welnu, zjj heeft gesproken, vrij en onafhankelijk, naar eigen staatsmansinzicht, naar eer en geweten de natie toone nu ook zich waarlijk met vertrouwen te willen neer leggen bij die uitspraak. En wat de toekomst der openbare school betreft, de meerderheid der Eerste kamer, die haar liefheeft, en het liberale volk, dat aan haar is gehecht, zullen haar in eerlijken strij.i handhaven en verbeteren, de hand op de grond wet, de vaan van het vrije onderzoek omhoog, met de spreuk Hac nitimur, hanc tuemur (op haar steunen, haar beschermen wij). Wanneer Z. M. de koning het thans door beide kamers aangenomen wetsvoorstel tot her ziening van de wet op het lager onderwijs met zijn handteekening bekrachtigt, zal die wet volgens haar slotbepaling met 1 Januari 1890 in werking treden. De gemeentebesturen, die rèeds hun begroo tingen voor het jaar 1890 hebben vastgesteld, behoeven daarin echter geen verandering te brengen. Immers, volgens een der overgangs bepalingen (art. 5), wordt de wjjziging, welke de wet in de nitkeering van de rijksbjjdragen voor het openbaar onderwijs brengt, voor het eerst toegepast op het dienstjaar 1891. Bjj het opmaken der volgende begrooting zullen de gemeentebesturen dus op de nieuwe bepalin gen hebben te rekenen. Wel zal in de staatsbegrooting voor 1890 een post moeten worden gebracht tot uitkee- ring van de subsidie voor bjjzondere scholen, die daarom aanvrage doen, 't geen in den loop van Januari bjj Ged. staten behoort te ge schieden. Zooals men weet, worden als nieuwe vakken onder het lager onderwjjs (ook aan de gesubsi dieerde bjjzondere scholen gegeven) opgenomen de eerste oefeningen in het handteekenenen de vrjje en orde-oefeningen der gymnastiek.'''' Dit laatste vak wordt eerst met 1 Jan. 1893 verplichtend, en daarna kan de regeering nog driemaal, telkens voor ten hoogste twee jaren, ontheffing voor dat vak verleenen voor bepaalde scholen. Hbld Met betrekking tot de voorgestelde veran dering van de grenzen tusschen de gemeenten Biervliet, IJzendjjke, Philippine, Sas van Gent, Neuzen en Hoek deelt de min. van binnenl. zaken, in antwoord op het voorl. verslag mede, dat het brengen van den Angelinapolder tot de gemeente Biervliet wenscheljjk was, omdat die polder met genoemde gemeente nauwe gemeenschap heeft. In de voorgestelde re geling ligt het groote voordeel dat elke polder in zijn geheel bjj ééne gemeente komt, terwjjl de andere hierbij betrokken gemeenten Sas van Gent, Neuzen en Hoek geene noemenswaardige schade er bij ljjden. Ook zal de voorgestelde grenswijziging eene betere grenslijn doen ont staan dan de bestaande. De daling in het zielental te IJzendjjke onder de 3000 is niet te vreezenslechts 18 ingezetenen zal genoemde gemeente door de grensverandering verliezen, en het bezwaar, dat de katholieke ingezetenen burgerljjk tot de eene en kerkelijk tot eene andere gemeente zullen behooren, acht de minister niet overwegend- Door den minister van waterstaat enz. is bepaald dat de nagenoemde ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgt de comm. 3de kl.P. F. Vos te Groningen, F. Abbema Copes van Hasselt te Amsterdam H. W. Heyman jr. te Roermond, P. Rentmeester het spoorwegpostkantoor no. 1, F. M. van de Velde te Winschoten, A. J. Coopmans te Tiel de comm. 4de kl.C. Willink te Amsterdam' Post te Leeuwarden, M. van der Meyden Vlissingen, A. J. M. H. Balmakers te Maas tricht, G. M. Busmann te Leeuwarden, W. Hoevers te Alphen. De minister van oorlog en justitie geven Donderdag geen audiëntie. Woensdpgavond treedt voor de leden van het Wufs-departement Middelburg op de heer W. Otto van Amsterdam. Gedachtig aan het spreekwoordonbekend maakt onbemind komt het ons zeer waarschijnlijk voor dat menigeen zich, door geheele onbekendheid met dien spreker, zal laten terughouden van het bijwo nen van diens voordracht. Wjj willen daarom dien spreker met enkele regelen bij de leden van het departement introdneeeren. De heer Otto mag zich, sedert hij voor het eerst optrad dit was den 14en November 1877 te Alkmaar in een voortdurend succes verheugen. Zijn toen gelezen novelle Geerte werd onlangs te Antwerpen met een eersten prijs bekroond. Na die eerste lezing trad genoemde heer wel ongeveer honderd vjjftig maal op, een bewjjs hij als spreker gewild schjjnt zoo o. a. hield hij in November '87 een volksvoordracht te Vlissingen, terwijl hij de vorige week Dins dag een lezing hield in de afdeeling Amster dam der Ned., openbare onderwijzers en hoofd- onderwijzersvereeniging, die door een talrijk publiek werd bijgewoond. »Leden en introducés" zoo schreef de Amsterdammer, D. v. N. its

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1