N°. 288.
132" Jaargang.
f1889.
Donderda O*
5 December.
Nationale Militie.
7d° Volkstelling.
Een handige vangst.
Nieuwjaars-collecte.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 1—7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
FEUILLETON.
Middelburg 4 December.
LETTEREN EN KUNST.
nillllFl lil lK.Si lll (01 ISAM.
A
Agenten te Vlissingen: P. G. db Vbt Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Pbijl, te Zierikzee: A. C. db Mooij te Tholen: W. A. van
Nieuw.enhui.izen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Tli e rwo meter.
Middelbure 4 Dec. vm. 8 u 29 gr.
«n. 12 n 36 gr. av. 4 u. 33 gr. F
Verwacht O. wind.
Advertentiën
moeten des namiddags te een uuï
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
(Wet van 22 April 1879 Staatsblad n° 63).
{Kon ink lijk besluit van 21 Augustus 1889,
Staatsblad no. 108.)
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
breogen ter algemeene kennis, dat dit jaar zal
gehouden worden de 7de algemeene tienjaarlijksclie
volkstelling.
Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen,
die te middernacht tusschen 31 December 1889
en 1 Janaari 1890 hunne werkelijke woonplaats
binnen Nederland hebben.
Deze allen worden aangewezen, onverschillig
of zij op genoemd tijdstip in hunne woning al
dan niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zjj, die, zonder wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te hebben,
op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven ver
strekt worden, die gevraagd worden op kaarten,
die tusschen 26 December 1889 en 1 Januari
1890 zullen worden rondbezorgd, en dadelijk
na nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning
worden ingevuld
eene witte kaart fvoor een man of jongen)
of eene bruine kaart (voor eene vrouw
of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de
woning, waar hij tijdelijk aanwezig is, ingevuld
worden
eene groene kaart (voor eene tijdelijk
aanwezigen man of jongen)
of eene roode kaart (voor eene tijdelijk
aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip,
waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht
voor de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den
teller, wanneer liij de kaarten Ite-
zorgt, worde opgegeven hoeveel
witte, bruine, groene of roode kaar
ten er in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende
de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der wet
van 15 April 1866 (Staatsblad no. 64), gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te
verkrjjgen kennis der bevolking is eene zaak
van algemeen belang. Tot het verkrijgen dier
kennis is noodig, dat alle vragen op elke kaart
met de meest mogelijke nauwkeurigheid en volle
digheid worden beantwoord.
Op verzoek der regeering noodigen burge
meester en wethouders allen met aandrang
uit, door nauwkeurige eü volledige invulling
der kaarten tot het welslagen der volkstelling
mede te werken.
Middelburg, 3 December 1889.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE VULDER YAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders der gemeente
Middelburg; gelet hebbende op de bestaande
Uit het Engelsch.
tan
W C. L A C E Y.
Nog nooit waren twee meisjes zoo zenuw
achtig en zoo angstig geweest en tegelijkertijd
zoo opgewonden door het gevoel der nieuwheid
als Andrey Towers en Hetty Past oe, toen zij
op een fraaien zomermorgen het stationsplein
te Euston opreden, om alleen met den trein
naar het noorden te reizen. 'Zij hadden een
reis van tweehonderdvijftig mijlen vóór zich
en werden niet eens door een vriendin weg
gebracht. Een verbaasde pakjesdrager, wiens
beleefdheid afhing van zijn uitzicht op ruime
fooien, nam haar bagage van den koetsier aan,
vroeg naar de plaats harer bestemming en
reed met zijn kruiwagen de pooiten door,
naar het perron, met nog meer ijver en niet
minder verbazing, toen Andrey als penning-
meesteress* een gulden in zijn hand liet
gljjden.
»Dit is de trein, Hetty, en hier is een
goede coupé."
>Die is gereserveerd, juffrouw", zei de
stationsbeambte.
»De volgende niet?"
wettelijke bepalingen betrekkelijk de nationale
militie maken bekend
dat het register tot inschrijving van alle
mannelijke ingezetenen, die op den len Januari
aanstaande hun 19e jaar zullen zijn ingetreden,
dat zijn diegenen, welke in 1871 zijn geboren,
zal gereed liggen op de gemeente-secretarie
alle werkdagen, van den len tot en met den
31en Januari 1890, des voormiddags van 9 tot
12 en des namiddags van 1 tot 3 uren, met
uitzondering van den Zaterdag, als wanneer de
inschrijving zal geschieden, in plaats van 1 tot
3 uren, van 1 tot 2 uren des namiddags;
dat voor ingezetene wordt gehouden
lo hij wiens vader, of, is deze overleden,
wiens moeder of zijn beide overleden, wiens
voogd, ingezeten is volgens de wet van den
28en Juli 1850 {Staatsblad no 44);
2o hij, die geen ouders of voogd hebbende,
gedurende de laatste achttien maanden vooraf
gaande aan den len Januari van het jaar waarin
bij zich moet laten inschrijven, in Nederland
verblijf hield
3o hij, van wiens ouders de langstlevende
ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten,
mits hij binnen het rijk verblijf houdt;
dat niet voor ingezetene wordt gehouden
de vreemdeling, behoorende tot eenen staat,
waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen, of waar
ten aanzien der dienstplichtighe d het beginsel
van wederkeerighe'.d is aangenomen (art. 15 der
wet van 19 Augustus 1861, Stbl. no. 72);
dat hij, die eerst na het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn
20ste, ingezeten wordt verplicht is zich,
zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan
te geven bij burgemeester en wethouders der
gemeente, waar de inschrijving volgens art. 16
moet geschieden (art. 20 der wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
le de ineen vreemd rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2o de in een vreemd rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezeten (art. 17 der wet)
8o de zoon van den Nederlander, die
ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzee-
sche bezittingen of koloniën woont
dat de inschrijving geschiedt
lo van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of, is deze overleden, de moeder, of,
zijn beiden overleden, de voogd woont
2o van een gehuwde en van een weduwnaar,
in de gemeente waar hij woont
3o van hem die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens
voogd buiten 's lands gevestigd is, in de ge
meente, waar hij woont
4o van den buiten 's lands wonenden zoon
van een Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in een vreemd land woont, in
de gemeente,waar zijn vader of voogd het
laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16
der wet)
dat ieder, die volgens art. 15 behoort te
worden ingeschreven, verplicht is zich daartoe
bij burgemeester en wethouders ter boven aan
gegeven plaatse en binnen den daar bepaalden
tijd aan te geven en dat, bij diens ongesteld
heid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader,
of is deze overleden, zijne moeder, of zijn beide
overleden, zijn voogd, tot het doen van die
aangifte verplicht is (art. 18 der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien dringend
aangemaand aan de op hen rustende verplich
ting te voldoen en er wordt hun ten over
vloede onder de aandacht gebracht, dat bij
bovengemelde wet, onder meer, is bepaald:
dat met boete van f 25 tot 100 wordt
»Neen, juffrouw."
»Dan is deze even goed, Hetty. De man
zal voor de koffers zorgen hij heeft er de
briefjes opgeplakt. Die zullen wel terecht
komen. Ik heb hem gezegd dat wij de tas-
schen bij ons houden, hij zal ze dadelijk
brengen."
»Hebt ge al biljetten
»0, 't is waar, wat hen ik vergeetachtig
Ik zal ze gauw gaan halen. Wij hebben nog
tijd in overvloed. De trein gaat eerst om
tien uur en het is er nog ruim acht minuten
voor."
Hetty Pascoe had kunnen begrijpen, dat die
opmerking overbodig was, daar zij pas op
haar horloge had gekeken en buitendien vlak
tegenover de groote klok stond. Maar zij was
zelf te gejaagd al deed zij ook haar best
om kalm te schijnen om de zenuwachtigheid
van haar vriendin op te merken. Zij stond
pal als een schildwacht op een gevaarlijken
post voor het portier van de gekozen coupé
terwijl Andrey in het gewoel verdween. Uiter
lijk was Hetty een weinig bleek en dat moest
iedereen opvallen, die haar. gewone roode wan
gen kende. Maar de voorbijgangers bespeur
den aan haar houding niets van het kloppen
van haar hart, ofschoon zjj innerlijk ten prooi
wa* aan een allerhevigsten angst. Het was al
erg genoeg voor twee weêrlooze jonge meisjes
om samen het onbekende te gemoet te gaan,
maar wat zou het vreeselijk zijn als zij door
het een of ander ongeval gescheiden werden
gestraft de overtreding van art. 18 en dat bij
elke veroordeeling tot boete tevens door den
rechter wordt bepaald, dat, indien daaraan
niet is voldaan binnen twee maanden, nadat
de veroordeelde is aangemaand, de boete door
gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden
zal worden vervangen.
En opdat niemand ten deze onwetendheid
zou kunnen voorwenden, is deze, ter voldoe
ning aan de bepaling van art. 19 der wet van
den 19 Augustus 1861, {Staatsblad no 72), op
heden voor de eerste run al afgekondigd en
aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente
te doen gebruikelijk is.
Middelburg, den 3 December 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De Secretaris,
A. DE YULDER VAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat de commissie, die zich in de laatste
jaren op hunne uitnoodiging welwillend heeft
belast met het verzamelen van giften en het
doen van eene uitdeeling van eetwaren en
brandstoffen op den Nieuwjaarsdag, zich
dit jaar weder heeft bereid verklaard tot dat
zelfde doel werkzaam te zijD
dat deze commissie op fflaaiulag den 16
öeceinlier a. te beginnen des middags
te 12 uren, eene inzameling aan de huizen der
ingezetenen zal houden, terwijl burgemeester en
wethouders het doel en streven dezer commissie
zeer waardeerende, de vrijheid nemen, haar
andermaal bij de ingezetenen ten dringendste
aan te bevelen.
Middelburg, den 3 December 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Prof. Spruyt heeft nog een vlugschrift in
het licht gezonden »Wankelmoedigheid ot
vaderlandsliefde voornamelijk gericht tegen
het beweren van mr Levy, dat slechts begin
selloosheid ot wankelmoedigheid een deel der
liberalen tot medewerking beweegt.
Het slotwoord luidt
.Waarlijk, geachte heer, wat de liberalen,
die de wet willen aangenomen zien, drijft, is
geen wankel moedigheid, rgeen optimisme, maar
vaderlandsliefde. Vaderlandsliefde, die bestuurd
wordt door een ander oordeel over de betrek
kelijke waarde van verschillende belangen, dan
in den kring van uw geestverwanten gevonden
wordt. Ook wij erkennen de waarde van goed
lager onderwijs. Maar wij durven niet bewe
ren, dat goed lager onderwijs meer waard is
dan alle andere goede dingen te zamen geno
men. Wij durven niet instemmen met de be
ruchte verklaring, die indertijd naar wij
hopen ten onrechte aan een antirevolutionnair
staatsman werd toegeschreven »De schoolstrijd
en het aan Hetty zou zjjn om te beslissen of
zij met de bagage door zou gaan, zonder
kaartjes en bijna zonder geld of dat zjj
achter zou blijven, haar koffers in den steek
laten en Andrey misschien toch niet vinden
Dat denkbeeld was afschuwelijkEn wat
vlogen die minuten voorbijJa, dat was de
laatste bel en de menschen stapten inAn
drey was zeker verdwaaldZij was op het
pnnt van den naam harer vriendin hardop te
gaan roepen, in haar wanhoop, toen er vlak
voor haar een troepje menschen uiteen ging
en zij de verloren gewaande er tusschen door
zag komen.
»0wat een volk Ik moest zóo lang
wachtenhet spijt mij zoo dat gij u ongerust
gemaakt hebt ik kan er niets aan doen,"
zei zij hijgend.
»0, haast u toch wat, Andrey; anders
blijven we nog achter."
.Neen, dat geloof ik niet. Hebt gij de
tasschen Gij weet wel dat wij vooral goed
op dien bruinen moeten passen."
.Alles is in orde en de plaids en shawls
zijn er ooR."
.Met den rug naar den locomotief? Ja
natuurlijk. Gij zult in dit hoekje gemakkelij
ker zitten dan in dat. Ik ga aan dezen kant
zitten."
.Is hier nog plaats, conducteur
Die vraag werd door een mannenstem ge
daan en de meisjes ontstelden hevig, toen zij,
te laat om nog nit te stappen, merkten dat
moet voortgezet, al zou hetgeen God ver
hoede het vaderland daarbij te gronde gaan."
Bij kon. besluit is aan G. F. baron van
Asbeck, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als betaalmeester te Arnhem, onder dank
betuiging, en behoudens aanspraak op pensioen
en zijn benoemd tot betaalmeester te Arn
hem, mr J. H. F. Umbgrove, thans betaal
meester te Maastrichtte Maastricht, H. van
Kuyk, thans betaalmeester te Zwolle te Zwolle,
jhr G. A. J. van Spengler, thans betaalmeester
te Hoorn.
De le luit. paardenarts E. A. L. Quadekker,
van het 3e reg. veld-art. te Breda, thans tijde
lijk werkzaam aan de K. M. academie, is met
1 Dec. definitief daarbij overgeplaatst.
De audiëntie van den minister van binnen-
landsche zaken zal op Zaterdag 7 December
a. niet plaats hebben.
Eerlang kan bij de Tweede kamer een wets
voorstel worden verwacht tot restauratie van
de ridderzaal te 's Hage en tot verbouwing
van het ministerie van binnenlandsohe zaken.
Bij het departement van waterstaat is een
herziening der onteigeningswet in bewerking.
IZad.)
Zooals wij gisteren nog in een deel der op
laag gemeld hebben werd in de zitting der
Eerste kamer door den heer Van der Goes
het ontwerp onderwijswet bestreden, omdat zij
volstrekt geen vrede zal brengen, maar eener-
zjjds onvoldaanheid, anderzijds aandrang om
meer te verkrijgen zal tengevolge hebben
Deze wet is geen transactie maar een capitulatie.
De heer Six bestreed bovenal het subsidiee
ren van het bijzonder onderwjjs uit 's rijks kas-
Hij achtte het stelsel der wet ongrondwettig,
hoogstnadeelig voor de financiën en verdedigde
de neutrale school als een zegen der natie,
wier ondermijning van deze kamer niet te ver
wachten is.
Heden is het debat voortgezet. (Men zie
laatste berichten.)
In de voortgezette zitting der Tweede,
kamer werd bij de behandeling der Indische
begrooting het amendement van de heerec
Van der Loeff c. s. waarbij deze protesteerden
tegen de beschikking over gelden, waarvan de
bestemming niet is aangewezen, verworpen met
44 tegen 36 stemmen.
De heer Sanders drong aan op wettelijke
regeling van het mijnwezen door mjjnexploitatie
van staatswege wegens de daaraan verbonden
voordeelen, zooals de Billitonwinsten bewijzen.
De heer Schaepman drong aan op eene spoe
dige indiening van voorstellen omtrent het
Billitonoontract en vroeg of de minister steeds
zijn standpunt in deze handhaaft.
De heer Rutgers ondersteunde de houding
van den minister, die het concessierecht ontkent
tegenover de Billitonmaatschappij.
haar hoop op alleen zitten verijdeld was en
zij een mannelijken reisgenoot als gezelschap
moesten dulden. Andrey verweet zich haar
onhandigheid want zij had geld hooren ram
melen en als zij een minuut vroeger slim
genoeg was geweest om den conducteur om te
koopen zou haar deze onaangenaamheid be
spaard gebleven zijn. Het zou wel een rijks
daalder waard geweest zijn om van dezen
indringer verlost te wordener zat nu echter
niet anders op dan in haar lot te berusten,
want de trein zette zich in beweging, de ge
zichten op het perron gingen voorbij, hielden
op zij waren op weg.
De onwillekeurig gewisselde blikken verrie
den den reiziger, hoe weinig welkom hij was,
en als hij het compartiment rondkeek viel het
hem niet moeielijk om te beseffen, hoe hij de
plannen der meisjes om gemakkelijk en gezellig
te zitten praten, verstoorde. Hij glimlachte
tersluiks, ondeugend en Andrey, die heel
scherpe oogen had, zag dit juist. Zij nam het
als een beleediging op en deed haar best om
haar gewoonlijk vroolijke, onregelmatige trek
ken in een hoogst ernstigen plooi te zetten
en aan hare lieve blauwe oogen een barsche
uitdrukking te g< ven. Hetty zat in haar
hoekje en keek haar vol bewondering, ja zelfs
met eenig ontzag aan. Die man zou zeker
in Rugby, of aan de eerste halt uitstappen,
als Andrey zoo bleef kijken. Hij moest al een
verstokte booswicht zijn als hij nu niet reeds
berouw had van zijn onbeschaamdheid. Maar
De minister handhaafde zijn houding, die
echter erkenning der diensten dier maatschappij
niet uitsloot. Het tijdstip dier indiening van
de gevraagde voorstellen is niet te bepalen.
De heer Van Kerkwjjk wenschte in het finan
cieel belang van den staat eene spoedige oplos
sing van het Billitongeschil.
De heer Van der Loeff betwijfelde of de
minister tot de ook door spreker gowenschte
oplossing, zooals 't thans gaat, zou komen.
Heden is de discussie voortgezet. {Men zie
ook hiervoor Laatste Berichten.)
De minderheid der commissie van rapporteurs
over de begrooting van buitenlandsche zaken,
de heeren E. Cremers en Lieftinck, hebben
een amendement voorgesteld om f 700, voor
tractements-verhoogingen aangevraagd, niet
toe te staan.
Bij het eindverslag over de spoorwegbegroo-
ting werd nog geklaagd over den tragen voort
gang der werken aan den spoorweg Rotterdam
Hoek van Holland. Was voor enkele gedeelten
bezwaar tegen het in exploitatie brengen ten
gevolge van onteigening, dit geldt, meende
men, niet ten aanzien van het deel Schiedam
Maassluis, dat spoedig gereed kon zjjn.
Waarom, vroeg men, geschiedde dit niet
Voor een vol bezette zaal gaf gisteren de
zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning
haar eerste concert van dezen winter in het
Schuttershof alhier. Zonder onzen muzikalen
verslaggever, die morgen zijn indrukken over
de muziekuitvoering zal weergeven, vooruit te
loopen, kunnen wij nu reeds constateeren, dat
het een avond vol genot w-as, waarvoor trou
wens de namen der beide medewerkende solisten,
mej. Pia von Sicherer uit Munchen en de heer
J, Rogmans uit Amsterdam te voren reeds waar
borgden.
Als een welverdiende en oprechte hulde
stelden twee jonge dames namens een deel
van het dameskoor mej. Pia von Sicherer, na
de door haar gezongen aria Avea Maria, Königin
een fraaie lier van bloemen en een album met
photographieën uit Middelburg, Vlissingen en
Domburg, als een souvenir aan Middelburg
ter hand. Het album bevatte de volgende
gecalligrafeerde opdracht
»Fraulein Pia von Sicherer als bewijs van
hooge waardeering aangeboden door een aantal
dames van het koor der zangvereeniging Tot
oefening en uitspanning te Middelburg.
Den 3en December 1889."
Blijkbaar was mej. Von Sicherer door deze
attentie, als zijnde een blijk van bewondering
voor haar heerlijk talent en van genegenheid
voor haar sympathieke persoonlijkheid, aange
naam verrast.
De Globe, aflevering voor December, bevat
Beelden uit Spanje (Slot). Schouwspelen in
het oude Rome. Het geheim van den Temple.
De toovenaar van onzen tijd. Aan 't meer
daar begon hij waarlijk te spreken, en niet
eens op aarzelenden toon, maar zelfs vrij op
gewekt. Misschien behoorde hij tot het ge
slacht der misdadigers, maar dat was niet
goed denkbaar bij iemand, die er zoo fatsoen
lijk uitzag en met zulk een knap, ja bepaald
oiooi gelaat. Hij was ook nog heel jong
zeker nog geen dertig.
»Ik ben bang dat mijn tegenwoordigheid
hinderlijk is, dames, maar ik kon er niets aan
doen. In September zijn de treinen meestal
erg vol."
»0, gij behoeft u niet te verontschuldigen",
zei Andrey heel stijf en sloeg meteen de Times
open om den vreemdeling te toonen dat hij
zich aan een nieuwe overtreding had schuldig
gemaakt. Maar zij verspilde al haar hoogmoed
aan dien volhardenden jongen man, die zich
door niets liet afschrikken en het haar naar
alle waarschijnlijkheid zeer lastig zou maken.
»Maar ik vraag u waarlijk toch ver
schooning. Ja, ik weet wel wat gij zeggen
wilt dat ik volkomen in mijn recht ben"
Andrey dacht dat in de verste verte niet
»en feitelijk is dat ook zoo. Maar er is een
ander wetboek, waartegen ik ondanks mjjzelven
gedwongen was te zondigen, en daarom bied
ik u mijn verontschuldiging aan."
Andrey moest nu wel eens opzien, maar zjj
beantwoordde die bespottelijke uitingen eener
hoogst overtollige beleefdheid met een ijskou-
den, onverschilligen blik en trachtte een einde
aan het gesprek te maken door een afgemeten