N°. 278. 132e Jaargang. 1889. Zaterda O* 23 November. De nagalm van een feest. Deze courant verschijnt d a g e 1 IJ k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Middelburg 22 November. RECHTSZAKEN. MIDDELBURGS Thermometer. Middelburg 22 Nov. vm. 8 u 33 gr. m. 12 u 40 gr. av. 4 u. 41 gr. F Verwacht Z. wind. Agenten te Vliasingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij te Tholen: W. A. van Advertentiën nleuwenertrijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de -.moeten des namiddags te _een nut advertentie- bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Als straks de geschiedschrijver zich neerzet om de historie van het ten einde spoedend jaar te boekstaven zal hij ontegenzeggelijk in de eerste plaats melding maken van 1889 als het tentoonstellingsjaar. En terecht. Want hoe belangrijk menige bl; dzijde uit het liistorieboek ook dit jaar moge zijn niet een heeft, dunkt ons, dat gewicht als die waarop gewag gemaakt wordt van de groote overwinning, door Frankrijk behaald, eene overwinning schooner dan eene op het slagveld verworven. Duitschlaud's keizer moge door zijn reizen naar hij meent aan den vrede be vorderlijk zijn, de Fransche republiek wrochtte een werk des vredes, dat aan duizenden ten goede kwam. Parijs was dit jaar het middelpunt van de garische wereld. Trots de meest klein geestige tegenwerking stroomden van alle zijden personen daarheen om van de nijver heid huns lands te getuigen of om in oogenschouw te nemen, wat de geheele wereld op het gebied van industrie, kunst en wetenschap bood. En al waren niet zooals nu het geval is de financieele resultaten van de ten toonstelling hoogst gunstig geweestwat nood voor een land dat zoo rijk is als Frankrijk, dat door zijn bronnen van bestaan en zijn bloei de hardste slagen binnen deu kortst mogelijken tijd te bovenkwam. In die financieele resultaten schuilt ook niet de waarde van de tentoonstelling, die dit jaar de bewondering wekte vanmillioenen, welke haar mochten aanschouwen, maar van even zoovelen die dit voorrecht moesten derven, en wier jalousie werd geprikkeld toen zij hoorden van de wonderen, welke te aanschouwen waren. Maar hierin schuilt de waarde van de expositie en het bij die gelegenheid gevierde feest: datFrankrijksmacht,Frankrijkskracht, Frankrijks invloed schitterend aan het licht zijn gekomendat zij met nieuwen luister als 't ware zijn omstraald. Duitschland moge alles aanwenden om de Fransche republiek te isoleeren de vorsten en hun aanhang mogen met een air van minachting op haar neerzien welken luttelen invloed heeft dit uitgeoefend op de natieënzij kwamenzij stroomden naar Parijs en de tentoonstelling was er des te schitterender om. Terwijl Frankrijks bevolking in de eerste plaats opging naar haar hoofdstad, genoot van al de heerlijkheid en dit, als een be schamend voorbeeld van menige andere natie, waar men zoo licht tot dronkenschap, gelier of woest geraas overgaat, deed in de volmaaktste orde, met de eigenaardige vroolijkheid en opgewektheid die haar ken merken, kwamen tot haarde edelsten van andere volken. „De wereldlijke vorsten mogen ontbroken hebben, die van den geest ontbraken niet. Geleerden, staatslieden, kunstenaars van alle landen en volken haastten zich op te gaan en hunne buide te betuigen. Allen hebben genoten en werden bekoord, geen is achter gebleven om zijne bewondering uit te spreken en zijn dank te brengen. Mannen, wier naam door de geheele beschaafde wereld wordt gekend en genoemd, wandelden te Parijs als gewone stervelingen door de menigte en genoten met haar. Dit feit" wij zeggen het prof. Van Geer, die aan zijne bewondering voor Frankrijk in de Vragen des Tijds lucht geeft, na „moet waarlijk niet gering geschat worden het geeft ons - eene les voor de toekomst. Frankrijk heeft zijne vroegere vorsten buiten de deur gezet en tracht het zonder dezen te stellen. Er moge twijfel oprijzen of het karakter dei- natie een dergelijk gemis kan dragen, dit feest heeft bewezen dat zij het met dit gemis best kan stellen. Onder omstandigheden, waar het zich sterk moest doen gevoelen, bleek het geheel weg te zinken en geen spoor achter te laten. Voor geheel Frankrijk, voor een groot deel der beschaafde wereld is ge bleken, dat een vorstelijk hoofd volstrekt geen vereischfe is voor de goede ontvangst, noch voor den goeden gang van zaken, ook onder zulke moeilijke omstandigheden. Frank rijk heeft zich met zijn tegenwoordig bestuur kunnen redden uit dezen neteligen toestand hierin ligt een waarborg dat men niet behoeft te wanhopen, ook wanneer de vorstelijke troon voor goed bij den uildrager is bezorgd De traditiën zijn verbroken, de vorsten ver dreven het volk wil zijn eigen bestuur in handen houden. Dit kan gelukken, mits het zorge de edelsten en hesten tot de uitoefe ning daarvan te roepen. „Eene tweede omstandigheid, die aanvan kelijk als schadelijk voor het feest werd beschouwd, is de geheele onthouding van het Duitsche element. Eene wereldtentoon stelling zonder Duitsche medewerking scheen tot de onmogelijkheden te behooren. Wij zijn in de laatste jaren zoo gewoon geraakt aan de zelfverheffing onzer germaansche broeders, dat werkelijk het begrip zich vastnestelde alsof zonder Duitschen invloed, althans zonder Duitsche medewerking, niets goeds of degelijks tot stand kon komen. Dit gemis moest zich zoozeer doen gevoelen, dat liet geheele karakter zou verloren gaan. Ook dat bezwaar is schitterend overwonnen Duitschland heeft zich in arren moede aan het feest onttrokken, maar het was daardoor niets minder schitte rend noch minder volkomen. „De onthouding der Duitsche natie heeft alleen op haarzelve nadeelig teruggewerkt, want nu is gebleken well eene kracht buiten haar huist en z'ch het sterkst ontwikkelt in de natie, die zich in vijandige houding tegenover haar plaatst. Wie herhaaldelijk in Duitsche streken rondreist en daarbij met Germaansche broeders omgaat, hoort dikwijls de bewering, dat voor de algemeene bescha ving en ontwikkeling niets beter en voordee- liger zou zijn dan de volkomen uitroeiing der Fransche natie, waaraan niets goeds meer te vinden is. Heelt men daarbij eenige sympathie voor den krachtigen Duitschen geest, zoo laat men zich licht door dergelijke redeneeringen meeslepen en overhalen tot de meening, dat al wat goed, krachtig en edel is, uit den Duitschen geest voortspruit, de kwade, gistende elementen aan den Franschen zijn te wijten. Dergelijke gedachten zijn hier schitterend gelogenstraftde Fransche geest is vaardig geworden. Zijn mededinger heeft zich onttrokken aan den strijd dat heeft hem te meer aangevuurd om te toonen, wat hij vermag. De glans, die van de Fransche natie straalde, heeft in menig opzicht dien barer mededingster verdoofd en in elk geval ge leerd, dat de Fransche geest een onmisbaar element voor de wereldbeschaving uitmaakt. Aan menig Duitsch kunstfeest werd ook in de laatste jaren glans bijgezet door de deel neming van Fransche broeders; maar het Parijsche feest, schitterender dan alle vorige, heeft niet geleden door de aanmatigende wijze, waarop de mededinger zich hier heeft gedra gen. Door zich te onttrekken, heeft hij alleen zichzelven benadeeld." En toch zal niemand durven loochenen dat Duitschland's invloed zich ook daar in menig opzicht deed gelden, vooral op het gebied der muziek, waarop dat land altijd een eere plaats zal innemen, dank zij mannen als Beethoven, Mozart en Wagner op dat der literatuur, waar de namen van Goethe, Schil ler, Lessing en Heine slechts behoeven ge noemd te worden om de bewondering op te wekken voor het Germaansche volk dat zulken degelijken, krachtigen kost ons schonk. Maar niettemin zal menigeen instemmen mei de volgende conclusie, die prof. De Geer trekt, en waarin hij al zijne impressies, op de Parijsche tentoonstelling gekregen, samenvat„De indruk, dien het afgeloo- pen feest achterlaat, zal voor de gastvrouw gunstig terug werken zoowel op de buiten- landsche gasten als op haar eigen gezin. Rechtmatige hulde zal haar gebracht worden om het schoone en leerzame, dat de ten toonstelling aanbood. Onuitwischbaar zal de indruk blijven dat het Fransche volk voor de algemeene beschaving elementen bevat, die nergens zijn terug te vinden en daarvan onmisbare bestanddeelen uitmaken. Laat de Duitscher vrij beweren, dat geen betere dienst aan de wereldbeschaving kan bewezen worden dan door liet uitroeien van het geheele Gallische ras hier is gebleken, ten eerste dat zooveel innerlijke kracht zich niet laat uitroeien en vervolgens dat, ware het mogelijk,- de beschaving in hare edelste deelen zou getroffen worden. De bewege lijkheid en wispelturigheid der Fransche natie mogen soms pijnlijk aandoen, zij zijn lang zoo hinderiyk niet als de opgeblazenheid en zelfverheffing der Duitschers, die vooral in residentiesteden sterk op den voorgrond treden. De overheersching van het militaire element, die daar zooveel vergalt, wordt in Frankrijk geheel gemist het burgerlijke treedt veel meer op den voorgrond. In goeden smaak bij het aanleggen van parken en bet oprichten van publieke gebouwen kunnen alle volken van het Fransche nog veel leeren. In vroolijke wijze van feest vieren zonder aan de eene zijde tot stijfheid ot aan de andere in luidruchtig getier te vervallen, niet minder, Nergens anders dan in de Fransche hoofdstad kon eeu interna tionaal feest zoo opgewekt en waardig ge vierd worden. „Al mogen donkere wolken Frankrijk's staatkundigen horizon verduisteren, toch is er reden voor de verwachting dat het land eenmaal alle moeilijkheden zal te boven komen. Het bevat te veel goede krachten om zijn ondergang te durven voorspellen. Waar de zin voor het schoone in vorm en kleur zco hoog is ontwikkeld, wetenschappen en kunsten zoozeer bloeien, de industrie zulk een vlucht heeft opgenomen, de tech nische kunsten hooger dan in eenig ander land zijn ontwikkeld, behoeft men aan redding niet te wanhopen. „Door het schitterende feest, dat het gaf, heeft Frankrijk zich in zijne kracht geopen baard en voor de geheele beschaafde wereld zijne onmisbaarheid aangetoond. Te recht mocht de president der republiek bij de openbare prijsuitdeeling getuigen: „„de tentoonstelling was een feest van vrede en beschaving."" Vrede en beschaving dat vragen wij zijn er vast van overtuigd alle volkeren al mogen ook een groot aantal eer- of heerschzuchtigen liever den ooriogsfakkel ontsteken om hun wrok te koelen, of eer en roem na te jagen. Vrede en beschavingdaar streeft het gros van het mensebdom na, ook om verlost te worden van den knellenden band van steeds stijgende uitgaven voor kanonnen, verdedigingsmaterieel en vernielingswerktui gen. Dat vrede en beschaving steeds den sceptei zullen zwaaien belaas, het zal wel een utopie blijven. Maar dat die leuze weerklonken heeft van de lippen van Carnot, het hoofd van den staat, die vooral reden heeft om naar revanche te jagen dat in dien staat een vredelievend schouwspel plaats had, eenig in Europa, zooals de militaire natie bij uitnemendheid er niet een kan te aanschouwen geven, dit is bemoedigend voor de vredelievenden, dat is waard de schoonste gebeurtenis genoemd te worden van het jaar 1889. En bovenal schoon is het dat de meerder heid van het Fransche volk daarop zijn zegel drukte, toen het geroepen werd te kiezen tusschen het avontuurlijke en de republiek, die haar eene dergelijke over winning op het gebied van vrede en bescha ving deed behalen. Zulk eene natie blijft, trots hare eigen aardigheden, de sympathie van de gansche wereld behouden De verdediging van den minister Kêuchenius door Justus in den Javabode heelt ook aan de Indische pers aanleiding gegeven om de gedragslijn van den minister te bespreken. De Locomotief gelooft, dat Justus de zaken geheel verkeerd inziet. Noch in den over wegenden invloed van de algemeene secretarie, noch in de geringschatting der directeuren van algemeen bestuur, noch in de neiging van den gouv.-gen. om zich te dekken door den minister, ligt de oorzaak der huidige traagheid, maar in de banden, waarmede het regeeringsregle- ment den gouv.-gen. vastsnoert aan den raad van Indië en den koning, zegge den minister. Dat is de remschoen, die het doortastend handelen van iederen gouv.-gen. zal tegen houden. Wat toch is het geval Voor iederen maatregel van eenig belang moet de gouv.-gen. niet alleen het advies van den raad van Indië vragen, maar moet ook tusschen hem en dat lichaam overeenstemming bestaan. Die over eenstemming wordt bijv. geëischt voor alle vaststelling, wijziging, uitlegging, schorsing of' intrekking van algemeene verordeningen. Zijn de gouv.-gen. en de raad het niet eens, dan moet de eerste des konings goedkeuring (lees die des ministers) inroepen. En nu komt zulk meeningsverschil nogal vaak voor. De gouv - gen. van wien getuigd wordt dat hij hard werkt is weinig gezind zich als een nul in 't cijfer te laten beschouwende raad daarentegen d. z. viji heeren die Indië op hun duimpje meenen te kennen heeft de neiging, den jongen, ondervindingloozen land voogd naar zijn hand te zetten. Vandaar her haald zoogenoemd meeningsverschil", dat even herhaald heeft moeten leiden tot het inroepen door den gouv.-gen. van de beslissing des ministers. Maar dat is geheel iets anders dan den minister naar de oogen zienHoogst bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk, maakt de bestaande regeeringsorganisatie elk krachtig optreden van den gouv.-gen.maar ook al was het parlementair stelsel puik-puik, dan nog verwacht De Locomotief èn van dezen gouver neur èn van dezen minister niet datgene, wat Indië behoeft. Volgens de innige overtuiging van dat blad is het tegenwoordige tijdperk voor Indië een dier keerpunten, die over het lot van een lafld of volk beslissen. Van deze laatste tien jaren onzer eeuw zal eens de historieschrijver zeggen: »Ware het beleid van zaken toen in handen geweest van een tweemanschap, dat door hoog verlicht oordeel, grondige bekendheid met den toestand, onbuigbare wilskracht, onverflauwde toewijding en onverbreekbare eensgezindheid zich krachtig had gevoeld tot het ontwerpen en tegen alle hinderpalen doorvoeren van een vast stelsel van hervorming, dan ware Indië voor Nederland wellicht niet slechts behouden, maar ook de schoonste parel aan zijn kroon gebleven". En deze ernst van het oogenblik wordt noch door den minister, noch door den gouv.-gen. genoeg gevoeld. Over veel kan tusschen bei den geredeneerd zijn doch een allesomvattend plan is zonder twijfel niet door hen vastgesteld. En toch, met een alledaagsch optreden, met kleine middelen is Indië niet meer te helpen. Een vast stekel moet er zijn maar juist in het ontbreken daarvan zal de naam van Keu- chenius ten onder gaan. Aan den heer J. H. Overman, luit. bij het 3e bataljon rustende schutterjj in Zeeland, is op verzoek eervol ontslag verleend. Verder is nogI. J. van den Berg, arts, benoemd tot officier v. gez. 2de kl. bij de zee macht de kapt. der art. P. H. C. Engelenberg, thans op non-activiteit, op zijne aanvrage op pensioen gesteld, en het bedrag van het pen sioen bepaald op 1560 'sjaars, en C. A. Gevers Leuven, commies bij het dep. van kolo niën, op verzoek, met ingang van 1 Jan. 1890, eervol uit 's lands dienst ontslagen,, met behoud van aanspraak op pensioen. Zooals wij nog in een deel der oplaag van ons vorig nomrner hebben gemeld nam de Tweede kamer Donderdag zonder hoofdelijke stemming, na eenige wijzigingen, het wetsont werp tot voorstelling van de arbeids-enquête door eene staatscommissie aan. Bij art. 3 werd met 43 tegen 30 stemmen verworpen een amendement-Veegens om de, aan de leden der staatscommissie opgelegde geheimhouding by het bezoek van fabrieken en werkplaatsen te beperken tot die bijzonder heden, waarvan bekendmaking aan de onder neming stoffelijk nadeel kan toebrengen. De termijn voor den afloop der enquête werd gesteld op 1 Januari 1892. (Abusief werd gisteren gezet 1890.) De sterkte van het wapen der kon. mare- chausée is als volgt vastgesteld de le divisie 5 officieren, 96 onderofficieren en minderen te paard, 123 idem te voet, 10 officiers- en 96 andere paarden. Deze divisie bestaat uit 4 districten, nl. 's Hertogenbosch, Eindhoven, Breda en Sas van Genthaar gebied strekt zich uit over het zuidelijk gedeelte van de provincie Zeeland, benevens het westelijk deel van het eiland Walcherenvoorts over de provincie Noord-Brabantmet uitzondering van het noordoostelijk gedeelte. Bij die divisie zija als districts-kommandan- ten ingedeeldkapitein W. de Rooij, te Sas van Gentkapitein N. Dorsman, te Eindho ven le luit. H. J. Avelingh, te 's Bosch en le luit. jhr J. W. P. von Schmidt auf Altenstadt, te Breda. De 2e divisie heeft eene sterkte van 4 offi cieren, 99 onderofficieren en minderen te paard en 48 idem te voet, 8 officiers- en 99 andere paarden. Zij bestaat uit 3 districten, nl. Maas tricht, Roermond en Nijmegen; haar gebied strekt zich uit over de provincie Limburg, het noordoostelijk gedeelte van de provincie Noord- Brabant en het zuidoostelijk gedeelte van Gelderland. De 3e divisie heeft eene sterkte van 5 offi cieren, 195 onderofficieren en minderen te paard en 3 idem te voet, 10 officiers- en 195 andere paarden. Zij bestaat uit 4districten, nl. Zwolle, Assen, Almeloo en Ruurloohaar gebied be staat uit de provincie Gelderland ten oosten van den lJselde provincie Overijsel met uit zondering van het gedeelte, gelegen op den linkeroever van den lJselvoorts Drenthe, alsmede het zuidoostelijk gedeelte van Gronin gen en van Friesland. De totale sterkte van het wapen is dus 14 officieren, 390 onderoffi cieren en minderen te paard, en 114 idem te voet, 28 officiers- en 390 andere paarden. Arrondissements-Mechtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld we gens diefstal: C. J. P., 12 j., en A. E., 12j., beiden Yerseke, ieder tot 1 d. gev., en I. v. d. G., 15 j., leurder, Driewegen, tot 3 m. gev.; mishandeling: G. J., 23 j landbouwers knecht, Kloetinge, tot 8 b. s. 4 d. h.M. Z., 24 jvarensgezel, Yerseke, tot 14 d. gev., en. J. S., 19 j., kleermaker, Heinkenszand, tot f 5 b. s. 5 d. h. beleediging; A. v. O., 21 j., kuiper, Yerseke, tot 5 b. s. 5 d. h. beleediging van een beambte: A. S., 19 j., schipper, Graauw, tot 5 b. a. 5 d. h. wederspannigheid: C. v. d. V., 32 j., arbeider, Beerendrecht, tot 14 d. gev., en invoer van vleeach: C. P., 20 j., Cauter, (Clinge), tot 3 b. s. 1 d. h. Allen in de kosten. Kantongerecht te Goes. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens: overtreding der jjkwetP. L. v. O., Yerseke tot 1 b. s. 1 tl. h., A. V. en J. Z., Yerseke tot 2 x 0-50 b. s. 1 d. h., voor iedere boete; het aanwenden van pogingen om wild te bemach tigen door middel van een wildstrik J. M., Colijnsplaat tot f 2 b. e. 2 d. h.het bejagen van eens anders jachtveld zonder akte of ver gunning van den eigenaar J. M., J. v. d. W,, Coljjnsplaat, ieder tot 2 maal f 3 b. s. 3 d. h» voor iedere boetehet visschen zonder akte H. C. L., Wissekerke tot f 2 b. s. 1 d. h. het zonder vergunning loopen door eens anders weide: F. O., L. C., Goes, ieder tot/3b. s. 3h. Verder wegensstrooperij C. L., Yerseke, G. P., J. P., Wemeldinge, C. S., Kruiningen ieder tot 3 b. s. 3d. h., en L. de J. Kruiningen tot 2 maal f 3 b. s. 3 d. h.het laten loopen van vee op eens anders weide zonder daartoe gerechtigd te zijnA. K., Borssele tot /3 b. s. 2 d. h.het laten staan van trekdieren zonder de noodige voorzorgsmaatregelen tegen het aanrichten van schade te hebben genomen H. D. en J. A. v. d. J., Yerseke, M. F., West- dorpe ieder tot 1 b. s. 1 d. h.; het bevis- schen der Schelde zonder consent: M. v. d. H., T. O., C. V., Yerseke ieder tot 8 b. s. 3 d. h.; straatschender^ J. H., 's Heer Arendskei kg tot 3 b. s. 3 d. h. Allen tevens in de kosten»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1