N°. 277. 132° Jaargang. 1889. Vrijdag 22 November. Zuster Martha. Rijks-belastingen. FEUILLETON. Deze courant verschijnt d a g e 1 Q k s met uitzondering van Zon- en Feestdag en: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.i Afzonderlijke hommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 21 November. CHARLES EPHEYRE. LETTEREN EN KUNST. ÜIIHIIIIillK.SIIIi; («HUM. Thermometer. Middelburg 21 Nov. vm. 8 n 34 gr. in. 12 ti 36 gr. av. 4 u. 36 gr. F Verwacht Z. O. wind. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. y. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moolt te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, de Gebr. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een nar aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen De burgemeester van Middelburg maakt bekenddat bij hem ontvangen en aan den ont vanger der directe belastingen ter invordering is verzonden het door den provincialen inspec teur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 19 November 1889, invorderbaar verklaarde kohier der personeele belasting voor het dienstjaar 1889/90, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om, na bekomen ken nisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na beden behooren te worden inge diend; terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel ver laten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9den April 1869, Stbld no. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar bet behoort. Middelburg, den 20 November 1889. De burgemeester voornoemd, S C H O R E R. Naar aanleiding van het door mr Bahlmann ingediende voorstel van wet tot heffing van graanrechten, schrijft de Deljtsche Opmerker: Eenigen tijd geleden heeft mr Mees in de Economist glashelder, aan de hand van markt berichten, aangetoond, dat het graan bij ons te lande juist zooveel goedkooper was, als de Duitsche graanrechten bedroegen. Met dat prijsverschil van bet graan was dat van het brood in overeenstemming. Maar die argu menten passen in het kader van mr Bablmann's volgelingen niet. Toch is de minderheid der rechterzijde in de kamer niet tegen de aanne ming, omdat men beweert, dat de stijging dei- broodprijzen zóo gering zal zijn, dat men bet nauwelijks bespeuren zal. Maar het is hier eenvoudig de vraag of niet zij, die het aller minst kunnen missen, het integendeel niet juist wel en zeer sterk zullen gevoelen En dit is aan geen twijfel onderhevig. In Duitschland is de werkman er niet aan ten gronde gegaan, maar dat het niet het geval is heeft met het al of niet heffen van graanrechten niets te maken. Willen wij eens op een ander gebied laten zien, wat Duitschland met beschermende rechten heeft bereikt Men werpe eens een blik op de suikerindustrie daar te lande. De landen, die de suikerindustrie bovenmate hebben be schermd, hebben aan geheel Europa goedkoope suiker bezorgd, door een strijd op leven en dood met de koloniale suikers aan te gorden. Dat is toch een zegen, zoude men zoo opper- Vit het Fransch van vlakkig zeggen, maar onze goedkoope suiker heeft aan die landen millioenen gekost en wij hebben ze mee opgegeten. Heerlijk niet waar Eu wat beeft dat de Duitsche suikerindustrie gelukkig gemaakt Zoo gelukkig, dat zij op sterven ligt en door geen dokter ter wereld meer te redden is. Die heerlijke bescherming J Begunstigd door de goddelijke uitvoerpremie (dat is toch ook zeker bescherming heeft men de Europeesche markt overvoerd, men heeft meer geproduceerd dan voor de consumtie noodig was, de regeering betaalde de bonificatie uit, dat was al vast binnen dacht men, maar het fabrikaat kon tengevolge van de groote hoeveelheid niet worden geplaatst dan tegen zeer geringen prijs, die, niettegenstaande d'e uitvoerpremie, toch nog verlies liet, en zoo heeft de uitvoerpremie de suikeiindustrie in Duitschland leeggepompt, een industrie die men, omdat zij geen levensvatbaarheid had, beter had gedaan te laten sterven. Elke in dustrie, die niet uit eigen kracht in staat is zich staande te houden, zal, na jaren lang een kwijnend leven te hebben geleid, ten gronde gaan. Op den duur is geen bescherming in staat haar te redden. Alleen de gezonde natuur zelf, die in haar is, kan haar helpen. Indien een landbouwer zich, om welke reden dan ook, niet staande kan houden, dan is dat een bewijs, dat er is something rotten in his state. Laat hij het niet aan vlijt, gepaard met kennis van zijn vak ontbreken, dan ligt de schuld aan te hooge pacht, aan te groote weelde, waaraan men zich in vette jaren heeft gewend of aan andere omstandigheden die met geen bescher mende rechten zijn weg te cijferen. Hij moet noodwendig, indien hij tegen al die omstandig heden niet is opgewassen, de plaats ruimen voor een ander. Blijkt het bestaan onmogelijk, dan zal de landheer gedwongen zijn de pacht te verminderen. Hij zal eenhuursom moeten be palen in overeenstemming met de tegenwoordige prijzen van het land en dén verlaagden rente standaard. Over het algemeen kunnen juist de groote landheeren het allerslechtst afstand doen van de dubbeltjes en te hunnen gerieve zoude men wenschen, dat het arme volk duurder brood at Men beginne van boven, daar is meer te halen, maar invoering van graanrechten staat gelijk met de uitplundering van den min deren man. Maar het zal niet gebeuren Neen, wij hebben daartoe een te hoogen dunk van onze volksvertegenwoordiging. Graanrechten, zullen het volk ontevreden maken eu den boer niet helpen. XIY. Lourens lag bij Angèle op de knieën en sloeg haar vol liefde gade. »0", zei hij, »hoe bemin ik u, hoe bemin ik u Hij boog voorover en stieek heel, heel voor zichtig zijne twee handen over haar voorhoofd. Dit herhaalde hjj verscheiden malen, maar er kwam geen verandering. Noch zijne woorden, noch zijne gebaren, noch zjjn blazen, niets bracht verandering in haar toestand. Zij bleef onbewegelijk. Een half uur lang putte hij alle hulpmiddelen uit, totdat hij eensklaps begreep wat het was. Hjj rilde van het hoofd tot de voeten. Er zijn van die bliksemstralen, die in minder dan een seconde een geheele verwoesting ontsluieren, een totale vernietiging doen zien en die ons meer rampen onthullen, dan men in verarbeiden dagen kan vertellen. Ja, het was het einde, het einde van alles. Angèle was dood, voor altijd dood. Zijn uiterste poging heeft tot niets anders geleid dan om zich nog eens door haar te doen hooren. Zij Door het bestuur der Liberale Unie is de buitengewone vergadering, die, op verzoek van een voldoend aantal afgevaardigden, zal plaats hebben ter bespreking van het wetsontweip betreffende het lager onderwijs in de Eerste kamer en de adresbeweging, bepaald op Zater dag 30 November 1889, des namiddags ten half een ure. Het bestuur is wat wij zeer verstandig vinden voornemens dit punt in comité-generaal te doen behandelen. is teruggekeerd, opdat hij haar een laatst vaarwel zou kunnen toeroepen. Zij wil hem voor het laatst hoorenmaar zij kan hem niet antwoorden. Heden, heden nog en dan is het uit voor altijd uit. Het bevel, dat hij onlangs daarginds in zijn kamer gegeven heeft, zal in alle gestrengheid opgevolgd worden Geen uitstel geen zwakheid. Angèle komt nooit terug. Hij werd door een vreeseljjke wanhoop aan gegrepen. Het was meer dan wanhoop, het was wroeging. Wie anders dan bij zelf had dit heerljjke instrument gebroken, die fijne ziel, die hem aanbad, vernietigd. Wien kon hij iets verwijten behalve zichzelven, dien ellendeling I dien dwaas Wat raakt hem het testament en de erfenis der Mérandes. Hij wil Angèle hebben, die zeer aangebeden Angèle, die tot hem kwam en die hij schandelijk verstooten heelt. Hij bemint haar met vurige liefde, hartstochtelijk en vermag niets. En dat hij niets vermag, dat is zijn eigen schuld, de schuld van zijn cynismus. Hij lag op den grond naast Angèle geknield en schreide. Hij drukte haar gevoellooze hand tusschen zijne gloeiende handen en zou zjjn leven er voor gegeven hebben om eenige tril ling in die vingers te voelen, in antwoord op zijne smeekingen. Maar neenniets. Haar hand was als die van een lijk. De pols klopte zeer langzaam, met onverbiddeljjke regelma tigheid. Angèle, Angèle, als gij rnjj niet kunt Bij kon. besluit is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Renkum H. G. Berghuis van Woortman, thans te Lochem. Blijkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië van 18 Nov. 1889, wordt de gouverneinents-koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 585.859 pikols. (StCt.) Bij de Tweede kamer is een wetsontwerp ingediend tot gewijzigde heffing van invoer rechten naar de waarde der goederen. Volgens het N. v. d. D. staat de intrekking van het verzoek om ontslag door den generaal Alewjjn in verband met het voornemen der regeering, dien opper-officier te bestemmen tot kommandant van het «veldleger". Een bevel hebber is er dus als we nu maar vast een veldleger hadden Nederland blijkt met betrekking tot de zwen- delarjj met geheimmiddelen meer en meer een geïsoleerd standpunt in te nemen. De meeste dier kwakzalverijen komen uit het buitenland, zoowel bij ons als in andere landen. Voor de bereiding en den verkoop binnenlands zjjn meest overal beperkende bepalingen in 't leven ge roepen en bovendien binnen eigen grenzen zjjn de vervaardigers of zoogenaamde uitvinders vaak te zeer bekend, om zich als bjjzonder wetenschappeljjke of verdiensteljjke personen te kunnen voordoen, maar buiten gelukt dit gemakkeljjker en vinden zjj daarom eerder lichtgeloovigen en koopers. In vele staten van Europa is, teneinde dit te voorkomen, de invoer van vele of sommige geheimmiddelen verboden, zooals in Rusland en iu Oostenrijk, of zijn andere wettige en be perkende maatregelen bjj den invoer aan de grenzen vastgesteld. Ook in Spanje is reeds door een kon. besluit van 16 Juni 1885, zooals ons dezer dagen bekend werd, de invoer van buitenlandsche geheimmiddelen verboden. Al leen Nederland doet niets en in dit isolement ligt zeker geen kracht, zegt het Mdbl tegen de Kwakz De president van den bond Maatschappelijk Belang te's Gravenhage, de heer H. Moolen beek, heeft een adres gericht tot den minister van financiën om zich te beklagen, dat de coöper. winkelvereeniging van Eiaen Hulp aan niot- leden met winst verkoopt zonder daarvoor afzonderlijk gepatenteerd te zijn. Z. i. is dit in strjjd met art. 3 W. v. K. en overtreden alle leden der winkelvereeniging dat artikel, daar zjj als zoodanig als «kooplieden'" handelen. Een van adressants grieven is, dat de leden van Eigen Hulp, in plaats van te handelen volgens de interpretatie van art. 2 der coöperatiewet, de winsten opstrijken welke de verkoop aan niet- leden oplevert zonder als winkelier gepatenteerd te zjjn. Daartegenover stelt hij, dat een winkelier die antwoorden moet gij mij ten minste aanhooren. Ja, mjjn Angèle, ik kom u een laatst vaarwel zeggen, en vergiffenis vragen. Ja, vergeef mij dat ik niet voor u heb durven leven, voortaan zal die schuld op mjjn geheele leven drukkeD. Wat zouden wjj gelukkig geweest zjjn rjjk machtigrijkwant gij zjjt wel degelijk Angèle de Mérande. Gjj weet dat er een testament is, gij alleen weet het en als gjj het niet zegt, zal het geheim met u sterven. Machtig, want gjj zöudt een onbekende weten schap aan de mensehen onthuld hebben. Ge lukkig, want gjj hadt mg zoo lief en nu heb ik u nog zoo zeer lief, dat ik alleen door uw aandenken zal leven. Vergeef mij, vergeef mij Maar alle hoop is nog niet vervlogen. Luister, Angèle. Hec bevel dat ik u gegeven heb, dat verwenschte bevel, dat herroep ik, dat vernietig ik. Schud de zware ketenen af, die op uwe ledematen drukken. Laat ik uwe stem, uwe lieve stem hooren, laat uwe handen weer kracht krijgen. Eén woord slechts, éen gebaar en gij zjjt gered. Sta op, loop, horneem de macht over uw bekoorljjke lichaam, Angèle. Ohet is vreeseljjk, zult gij dan nooit weer verschjjnen Hjj meende even hare lippen te zien be wegen of was het slechts een flikkering van het vuur aan den haard Neen, het was zeker verbeelding want hare trekken behiel den dezelfde strakheid en het hart klopte met dezelfde eentonige regelmatigheid. Hij verborg het gelaat in zjjne handen en snikte. een zelfde haudelirg wil doen (art. 3W. v. K) daarvoor een patent moet hebben. Mocht de minister van financiën in adressants gevoelen deelen, dan verzoekt hij, dat alsdan alle leden der'sGravenba gsche coöperatieve winkel vereeniging zullen worden gestraft wegens overtreding van genoemd artikel. Als dit geene verplichting is, dan beschouwt adressant de leden van Maatschappelijk Belang, evenals van Eigen Hulp, ontheven van het patent nemen, terwijl zij toch art. 3 W. v. K. kunnen naleven. De begrooting van het pensioenfonds voor burgerljjke ambtenaren voor 1890 bedraagt ƒ1,748,400. Het batig slot over 1889 zal ver moedelijk 2000 bedragen; de opbrengst dei- bijdragen wordt voor 1890 geraamd op 565,000; de rente van het kapitaal van het fonds zal over 1889 waarsohijnljjk 1,145,000 bedragen en wordt voor 1890 geraamd op f 1,180,000. De vermoedelijke inkomsten over 1890 zullen dus in totaal vermoedeljjk bedragen 1,748,500. De post voor pensioenen wordt voor 1890 ge raamd op f 630,000. Op 1 Januari 1889 be droeg het aantal der tot het fonds behoorende ambtenaren 15409, de sommen, die tot grondslag strekken voor hun pensioen, en de door hen ver schuldigde bijdragen bedroegen toen 16,131,362. Het kapitaal van het fonds bedroeg op 17 Au gustus 1889 ruim 42 millioen gulden. De Goesche Ct wijdt een artikel aan de Monumentale kerk der Ned. hervormde gemeente te Goes. Eene deugdelijke herstelling aan enkele ge deelten van dit gebouw is, volgens de com missie «tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van de overblijfselen van kunst en oudheid in Zeeland uit het Zeeuwsch genoot schap der wetenschappen, dringend noodzakeljjk en spoedig gebiedend. Kerkvoogden der Ned. herv. gemeente sloegen daarom de handen aan het werk, maar over wegende dat voor eene grondige restauratie van het gebouw de fondsen der kerk zeer zeker zouden tekort schieten, besloten zij den steun der regeering in te roepen. Deze verklaarde zich bereid financieele hulp te verleenen op voorwaarden, die oogenschijnlijk weliswaar weinig bezwarend zijn, maar die toch zulke eigenaardige moeiljjkheden met zich brachten, dat kerkvoogden meenden van de zaak te moeten afzien.- Toen echter jhr Victor de Stuers vernam, dat kerkvoogden voornemens waren de zaak te laten rusten tot betere financiële tijden voor de kerk zouden aanbreken, haastte hjj zich hun dit te ontraden, erop wijzende, dat het kerkgebouw jaarlijks achteruitgaat en dat de restauratie dus meer zal kosten, naarmate zij langer wordt uitgesteld. Naar aanleiding daarvan zullen kerkvoogd en nu op andere wjjze trachten de benoodigde gelden te krijgen. Zjj zullen ook bij het provin ciaal bestuur, wellicht ook bjj den gemeenteraad «O mijn Angèle, vaarwel en vergiffenis!" Hjj boog zich over haar heen en drukte zjjne lippen lang op de hare. Maar die van Angèle bleven koud en gevoelloos voor die liefkoozing, zonder eenige poging om er zich aan te onttrekken of om haar te zoeken. Het was de koude onverschilligheid van den dood. Toen stond hjj op. «Als alles dan toch uit is" zei hij, »kom dan terug, zuster Martha". Hij strekte de hand uit. En heel langzaam richtte zij het hoofd op, maar de oogen bleven nog gesloten. Vervolgens leunde zij op hare ellebogen en stond op. Zoodra zij stond opende zij de oogen en streek met de hand over hare oogleden. «Wat gij ook zeggen moogt, mijnheer, mijn besluit is onwrikbaar. Ik dank u voor uwe goede bedoelingen, maar ik wil niets te danken hebben aan de erfgenamen van den heer de Merande Kan ik nu heen gaan ver langt gjj niets meer van mjj Hij kon niet spreken en schudde het hoofd. «Nogmaals dank, mjjnheer XV. Lourens is tegen het voorjaar weer naar Plancheuille gekomen. Te Parjjs wilde hem niets meer gelukkenvan het magnetismns heeft hjj een diepen afkeer de geneeskunde vindt hjj een vermoeiend en tevens onbedui dend vak, vol teleurstelling en bitterheid Muziek kan hjj niet meer hooien. Hjj heeft om geldeljjken steun aankloppen. Maar be halve dat rekenen zij op ruime bijdragen van allen, in de provincie Zeeland en daarbuiten, die inderdaad belangstellen in de bouwkunst van vroeger eeuwen en in het behoud der ge bouwen, die als kunstwerken uit vervlogen tjjdeu getuigen van den hoogen trap, waarop eenmaal de bouwkunst in Nederland heeft gestaan. Het voornemen bestaat te trachten over de geheele provincie eene commissie in het leven te roepen kan het zijn onder eere-voorzitter- schap van den heer commissaris des konings vau dit gewest eene commissie, waarin mannen van kennis, invloed en geboorte willen zitting nemen, vertegenwoordigers in het provinciaal bestuur en van de steden van Zeeland, bereid om met kracht er naar te streven gelden bjjeen te zamelen om te voorzien in de kosten van restauratie van het monumentaal kerkgebouw, dat de eenige overgebleven kruiskerk in onze provincie is en door jhr De Steurs, zeker wel de grootste autoriteit op dit gebied, genoemd werd «een der voornaamste, zoo «iet het voor naamste monument van gothische kunst ia Zeeland en zelfs een der eerste van Nederland en België." De heer Louis Bouwmeester doet in de Amsterdamsche bladen de voor de kunst vreug devolle tijding dat hij in beterschap toeneemt en weldra weder hoopt op te treden. Velen, die met ons den begaafden kunstenaar hoog waardeeren, zullen zich zeker over die tjjding hartelijk verheugen. Te Amsterdam is overleden de heer M. Roest, die als kenner en beoefenaar der He- b'reeuwsche letterkunde en de geschiedenis der Israëlieten herhaaldelijk te Amsterdam zich grooten naam heeft verworven. Onder zjjne leiding stond o. a. het maandschrift De Isr Letterbode, waaraan ook Duitsche geleerden als Steinschneider en Neubauwer medewerken. Zijn boekenkennis vooral was hoogst zeldzaam. Als bibliograaf heeft hjj vele catalogussen van be roemde boekerjjen in verschillende talen ver vaardigd en ook menig opstel over de Joodsch— Spaansche letterkunde in verschillende tijd schriften geschreven. Bepaaldelijk heeft hjj zich in de laatste jaren verdienstelijk gemaakt, als conservator van de Bibliotheca Bosenthaliana. Van dit kostbaar onderdeel onzer universiteits boekerij, beeft hjj, onder leiding van dr H. C. Rogge, een Hoogduitschen catalogus bewerkt, naar den Hebreeuwschen van den verzamelaar, wijlen den heer L. Rosenthal, een arbeid, welke aan die verzameling groote vermaardheid heeft verschaft en door deskundigen zeer wordt ge waardeerd. Hbld De algemeene vergadering van aandeel houders in het Dagblad van Zuid-Holland en s Gravenhage heeft den heer J. Visser Jz. ge kozen tot hoofdredacteur. Op het oogenblik dat Zola zjjn candida- tuur stelt voor de Académie is, zooals men weet, het voorstel van zjjn vader afgeslagen, die hem bjj zich wilde houden, in Fransobe-Comté, op een groot dorp, waar een knap dokter gemak kelijk zes a acht duizend francs per jaar kan ver dienen. Men krijgt er invloed, en wordt mis schien eenmaal afgevaardigde. Lourens heeft verkozen de gastvrijheid van den generaal aan te nemen. Hjj brengt zijn tjjd zoek in het gebergte, met de natuurlijke historie te beoefenen. Hij bestudeert fossiliën en verzamelt planten en insecten. Hjj beweert dat hjj Plancheuille nooit meer zal verlaten. Maar' de generaal die overtuigd is dat bij aan een ongelukkige liefde lijdt, weet wel dat zulk een verdriet niet doodeljjk is, wan neer men acht en twintig jaren telt. Hij weet wel dat de wetenschap weer de over hand zal krjjgen en dat Lourens spoedig zal herleven om weer te gaan hopen, en ook om te lijden, want daarin bestaat het leven toch hoofdzakeljjk. Zuster Martha heeft Plancheuille verlaten. Zoodra zij hare gelofte had afgelegd heeft men haar naar een klein dorpje in Bretagne gezonden, waar zij den Bretanschen meisjes Fransch leert en den catechismus onderwijst. Zij is zeer opgewekt, zeer vroom en hare ge zondheid is uitstekend. E I HI D Ei

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1