14 ZITTING VAN VRIJDAG 8 NOVEMBER 1889. Art. 14, Het reglement treedt in werking op den 20en dag na de dagteekening van het Provinciaal blad, waarin het is geplaatst. Art. 15. De haart, die reeds is vastgesteld, blijft gelden tot herziening en nieuwe vaststelling noodig is volgens art. 3. De heer Oggelbrengt het algemeen verslag der afdeelingen uit. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 35 leden, waaronder 6 leden van gedeputeerde staten. Algemeen vereenigde men zich met het voorstel van gedeputeerde staten. De voorzitter deelt mede dat ook dit verslag aan Gedeputeerde staten geen aanleiding gegeven heeft tot wijziging ran hun voorstel en opent de algemeene beraadslaging erover. Geen der leden verlangt er aan deel te nemen, evenmin als bij de artikelsgewijze be handeling het woord gevraagd wordt. Aangezien ook niemand hoofdelijke stemming verlangt wordt het voorstel zonder deze aangenomen. d. voorstel aangaande verlenging van den bij het verleenen van subsidie gestelden termijn voor het in exploitatie brengen van een stoomtram Schoon- dyke—Belgische grens. Het voorstel luidt Met ons voorstel van 27 September jl. hebben wij den heer G. de Vos, ingevolge zijn verzoek, in kennis gesteld. Bij het hieronder afgedrukt adres dd. 23 dezer deelt die heer mede dat hij zijn verzoek van 25 Juni jl. in de zomervergadering aan u overgelegd, intrekt, en vraagt hij verlenging van den termijn, bij uw besluit van 6 Juli 1888 bepaald voor het in exploita tie komen van bovengenoemden stoomtramweg. Door dit adres vervalt ons voorstel van 27 Septem ber jl. no. 4223a79, 2e afdeeling. Aan het verzoek om verlenging van den termijn, gesteld voor het in exploitatie komen, kan o. i. worden voldaan. Wij zien evenwel niet in waarom de termijn voor het in exploitatie komen in uw subsidiebesluit en in de door ons verleende concessie dezelfde moet zijn. Voor het tegendeel pleiten thans veeleer goede redenen. Werd door u de termijn alsnu bepaald op 1 Juli 1890, welke datum ook in de concessie is vermeld, zoo zon, wanneer door tegenspoed bij het werk dit niet vóór dien dag gereed kwam, de subsidie vervallen. Vóór het eindigen toch van dien termijn, zou die door u niet weder verlengd kunnen worden, wijl uwe verga dering niet vóór dien dag weder bijeenkomt, terwijl ons college desgevorderd elke week den termijn in de concessie kan wijzigen. Wij achten het echter, van den anderen kant, niet wenschelijk dat uitstel worde verleend voor langer termijn dan bepaald noodig is. Wij hebben daarom de eer u voor te stellen om uw besluit van 6 Juli 1888 in dier voege te wijzigen dat in plaats van 1 Januari 1890, worde gelezen 1 Sep tember 1890. Het adres luidt: Aan de Provinciale staten van Zeeland, Geeft eerbiedig te kennen: Christiaan de Vos, voorzitter van het comité ter bevordering van den aanleg van een stoomtramweg van Schoondijke over IJzendijke naar de Belgische grens. Dat hg het genoegen heeft uwe vergadering te kunnen meedeelen dat het comité in staat gesteld is, om zijn doel, het aanleggen en exploiteer en van genoemden tramweg, met de tot nu toe verkregen ondersteuning van de provincie, de gemeenten en de polders, te be reiken en dat hg mitsdien bg deze de eer heeft zijn verzoek aan uwe vergadering de dato 25 Juni 188S> intetrekken. Vermits thans, blijkens officieele mededeelingen aan heeren Gedeputeerde staten en aan de gemeenteraden van Eecloo en Watervliet, mag worden aangenomen, dat er alle zekerheid bestaat dat de lijn Schoondgke— Grens zal worden aangesloten door een lijn op Bel gisch grondgebied van af de grens naar het Btation Eecloo, heeft het comité besloten, onmiddellijk alle maatregelen te nemen, om de volledige uitvoering der werken, binnen den bij artikel 4 der concessie-voor waarden gestelden termijn (1 Juli 1890) te verze keren. De maatschappij, bedoeld in uwe beschikking van 13 Juli 1888, zal eerstdaags, immers nog vóór den aanvang uwer aanstaande zitting, definitief gevestigd worden, onder den titel „IJzendijksche stoomtramweg maatschappij." Haar maatschappelijk kapitaal bedraagt Honderd veertig duizend gulden en is volteekend, terwijl nog bovendien het sluiten eener eventueele obligatieleening tot het bedrag van Honderd duizend gulden verzekerd is. Reeds zijn eenige der te onteigene gronden aange kocht en het comité vleit zich, dat de onderhandelin gen over de overigen spoedig zullen afloopen. Onder hartelijke dankbetuiging voor de medewerking, die het comité van uwe vergadering heeft mogen ondervinden, veroorlooft ondergeteekeude zich eerbiedig de opmerking, dat de termgn van uitvoering der werken, gesteld in uwe bovenvermelde beschikking (op 1 Januari 1890) verschilt met den bij de concessie voorwaarden gestelden termijn (1 Juli 1890). Alhoewel men, waar zulks als van zelf spreekt, hier blijkbaar met eene vergissing te doen heeft, omdat uwe beschikking de dato 13 Juli 1888 een gevolg is van de reeds op 27 April bevorens verleende con cessie, acht ondergeteekende een rectificatie in deze toch wenschelijk en neemt hij de vrijheid uwe ver gadering eerbiedig te verzoeken, het begaan erreur te willen herstellen, door den door haar gestelden termijn in overeenstemming te brengen met den termijn, die door heeren Gedeputeerde staten bij het verleenen der con cessie is gesteld of nader zou kunnen gesteld worden. De voorzitter deelt mede dat betrekkeigk deze zaak het volgende schrijven is ontvangen: Mgne heeren. Het comité voor den aanleg van een stoomtramweg van Schoondgke naar de Belgische grens (thans IJzendijksche stoomtrammaatschappij) neemt de vrij heid uwe vergadering mede te deelen dat het, onder volkomen eerbiediging van een ieders gevoelen, met leedwezen vernomen heeft dat de intrekking vanzgn verzoek om verlenging der provinciale subsidie niet algemeen wordt goedgekeurd of althans verkeerd be oordeeld. Daarom hecht het comité er aan voor uwe ver gadering de verklaring af te leggen Dat het zich niet verantwoord achtte, misbruik te maken van de genegenheid uwer vergadering en van het geld der belastingschuldigen, daar waar het na de inzending van zgn verzoekschrift en vóór de be slissing daarop, naar zgne berekening in staat ge steld is geworden om ook zonder verlenging van subsidie zijn doel te bereiken. Aanvaardt, mijne heeren, de verzekering onzer op rechte hoogachting en dankbaarheid. De heer De Smidt brengt het algemeen verslag der afdeeling uit. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 35 leden, waaronder 6 leden van gedeputeerde staten. In niet een der afdeelingen is tegen het voorstel

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 6