N°. 266. 1889. Zaterdag 9 November. 1326 Jaargang. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën': 20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelfcurg 8 November. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. MDDELBllHE (OIRIYI. Thermometer. Middelburg 8 Nov. vm. 8 u 53 gr. m. 12 u 57 gr. av. 4 u. 54 gr. F Verwacht W. wind. j" Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. 0. de Mooij te Tholen: W. A. van A»1 vertentfën Nietjwenhuijzen en te Terneuzen M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te een uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebe. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn, te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen i Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen In het Maandblad tegen vervals ching van levensmiddelen nommer van 1 November wordt, onder het opschrift „de voor!durende vergiftiging door loodhoudende kleurstoffen in suikerwerk", door de redactie het vol gende meegedeeld „De heer A. Greidanus, apotheker te Har derwijk, zond ons een weinig gele kleurstof, die hij uit, in genoemde plaats verkocht wordende, suikerwerken in den vorm van wafeltjes, perendrups enz. afgezonderd had, en welke hem en ons, bij chemisch onder zoek, bleek te bestaan uit het vergiftige chroomzuur lood-oxyde. „De heer G. deelde ons vervolgens mede, dat hij daarop onmiddellijk den burgemeester in kennis van de zaak heeft gesteld, en dat de politie de schadelijke waar aan den leve rancier heeft teruggezonden (waarom niet vernietigd?). Verder zoude in het plaatselijk weekblad van Harderwijk een waarschuwing verschijnen, en tevens de hoofden der ver schillende scholen verzocht worden, op het gevaar van het gebruik van het bewuste suikergoed te wijzen. „Wij hebben naar aanleiding van de zeer gewaardeerde mededeeliogen van den heer G. oumiddeliijk een onderzoek ingesteld; en den leverancier van het vergiftige suikerwerk om inlichtingen gevraagd. Het bleek nu dat een kleurstof, „citroengeel?' genaamd, hem door een reiziger van een Amsterdamsch huis als onschadelijk verkocht was geworden. Wij hebben ons toen tot dit huis gewend, en zijn aldus tot de bron van het over geheel Nederland verspreide vergift gekomen. De chef van deze firma beweerde geheel te goeder trouw gehandeld te hebben, en het slachtoffer te zijn van zijn reiziger, die zonder zijn voorkennis en om zaken te doen het schadelijke geel als onschadelijk bij suikerbakkers had aanbevolen. Hij beloofde onmiddellijk al zijn klanten te zullen waar schuwen, en in het vervolg Dimmer andere dan giftvrije kleurstoffen te zullen leveren. „In een later ontvangen schrijven deelde de heer G. ons verder nog mede, dat in monsteis suikerwerk, van twee Amsterdam- sche firma's afkomstig, eveneens loodver- bindingen geconstateerd waren. „Wat nu van dit alles te zeggen? Wij hebben hier niet te doen met een verval- scbing uit winstbejag, doch met een schro melijke en strafwaardige nalatigheid van verkoopers en verbruikers, en tevens met eeD gebrek aan officieel toezicht, hetwelk langzamerhand de treurigste gevolgen voor de volksgezondheid dreigt te zullen hebben. „Moge de medegedeelde feiten, voor wel ker propaganda wij de medewerking der geheele Nederlandsche pers inroepen, eene ernstige en dringende aansporing zijn, om hierin ten spoedigste een blijvende verande ring en verbetering te brengen 1" Wij raeenen op bovenstaande uitdrukkelijk de aandacht van autoriteiten, hoofden van scholen en vooral ouders te moeten vestigen. Het is een ernstig kwaad dat bestreden moet worden, want er dreigt van die zijde voor de volksgezondheid wel degelijk groot gevaar. Een gezondheids-commissie die waarschuwt doet haar plicht; maar wellicht kan zij nog verder gaan. Vernietigen van hetgeen ver kocht wordt, tenzij men schadevergoeding geve, kan meenen wij door de auto riteiten niet geschieden. Maar bovendien, wat zou dit baten? De voorraad zal aan gevuld worden, natuurlijk; misschien nog wel met het idee dat dan weer opnieuw zal gekocht worden om te vernietigen, zoodat men dan eigenlijk voordeel zou slaan uit den verkoop van slechte waar. Groote winkeliers zullen daarenboven wel willen meewerken, maar in zoo menig snoep winkeltje, waarin het kwaad grootendeels schuilt, is elke kleine winst even noodig als welkom. En dan nog hoevelen verkoopen pit onwetendheid slecht goed Laten daarom dergelijke commissiën, die voor de algemeene gezondheid moeten waken, zelve eens hier en daar plotseling, zonder dat de verkoopers daarvan weten, een onder zoek instellen, en wanneer de bevinding hun vermoeden bevestigt en er wel degelijk ver giftigd goed verkocht wordt, daarvan den verkoopers kennis geven met de mededee- ling, dat, waar zij nu zich nog slechts be palen tot eene waarschuwing, zij bij een voortdurenden verkoop de namen der ver koopers openlijk zullen bekend maken. En zouden anderen o. a. zij die daartoe bevoegd kunnen worden geacht, niet zulken commissiën, wier taak wellicht te veelom vattend zou worden, bij haar onderzoek kunnen steunen Het naderend Sint Nicolaasfeest vooral geeft aanleiding om in deze met voortvarend heid op te treden. Ben gepensioneerd hoofdofficier van het Nederlandsch leger heeft een vlugschrift aan het remplaqantenstelsel en den persoonlijken dienstplicht gewijd. Hij beschouwt het onpar tijdig naar de werkelijkheid in verband met bet verslag der staatscommissie. Het stelsel wordt ten strengste door hem afgekeurd. In de eerste plaats wijst hij erop dat de plaatsvervanging, de zwaarste belasting van onzen staat, drukt op de zonen van minder 'bedeelde ouders, een onrechtvaardigheid die des te grooter is. Zij zijn bet die het dage- lijksch brood moeten helpen verdienen en die eïgenljjk veel minder uit het gezin zij 't ook tijdelijk gemist kunnen worden dan de zonen van financieel beter bedeelde familiën. Een tweede grief is dat door bet stelsel de zonen van bemiddelde ouders, dat zijn de ver standelijk ontwikkelde jongelui, stelselmatig uit bet leger worden gehouden en daardoor hun eerste plicht de eventueele verdediging van onze onafhankelijkheid verzaken. De bewering dat de som, die de plaatsvervan ger verdient, ten bate komt van zijn behoeftige ouders of van hem zelf na geëindigden dienst tijd, is nog voor geen tiende deel waar. Van de 100 remplafanten zijn er misschien 90 die, wegens wangedrag en uitspatting werkeloos geworden, geen anderen uitweg weten dan zich als remplajant te koop te bieden. De straf registers zijn daarvan de bewijzen dat bijna uitsluitend de rempla9anten zich dank zij bun rempla9antengeld schuldig maken aan allerlei overtredingen tegen de krijgstucht en het is dus duidelijk dat zij een verderfelijken invloed uitoefenen op de tegenwoordige mili cien en de jonge vrijwilligers. De kazernes worden al te dikwijls als argu ment gebruikt tegen de afschaffing der plaats vervanging. Men stelt ze voor als kweek plaatsen van bandeloosheid, dronkenschap, enz. Dit is een onware voorgtelling, uit onbekend heid of valsohe inlichtingen voortgevloeid, want de kazernes zijn integendeel kweek plaatsen van orde en regel, van stipte plicht- vervulling en eerbied voor ouderen en meerderen in rang al hetgeen in de toekomst voor de militairen, in de burgermaatschappij terugge keerd, zoo heilzaam werkt. Bandeloosheid kan er niet voorkomendronkenschap wordt streng gestraft en eveneens misdrijven buiten de kazerneGodslasteringen zijn zelfs regle mentair verboden en onzedelijke gesprekken worden zooveel doenlijk tegengegaan. Maar zoomin enkele zwaluwen lente aanbrengen, evenmin mogen enkele[sujetten in de gelederen, meestal ramplanten, een maatstaf zijn om het geheel te veroordeelen. De schrjjver weerlegt voorts de bedenking, ook nog al eens aangevoerd, dat de zonen van gegoede familiën daardoor uit hun betrekking of werkkring gerukt zouden worden. Men heeft op 19-jarigen leeftijd doorgaans nog geen be trekking waarin men niet zou kunnen terug- keeren na «en afwezigheid van een betrekkelijk korten tjjd, terwijl men op verschillende wijze de eenigszins wetenschappelijk gevormde jon gelui de gelegenheid kon laten hun studiën voort te zetten. Het argument is al even weinig steekhoudend als dat volgens 't welk het zedelijk gehalte der jongelieden uit den gegoeden stand zou kunnen verminderen door den omgang met hun minder bedeelde natuur- genooten. Stel dat daarvoor gevaar bestond, welnu het is dan aan hen te toonen dat zij de zedelijk meerdere zijndat zij dan hun be- schavenden invloed doen gelden. De schrijver zet ten slotte de voordeelen van de afschaffing der plaatsvervanging voor het gehalte van het leger duidelijk uiteen. Naar het Hbld. meldt is sinds eenigen tijd bij het ministerie van binnenlandsche zaken in bewerking een voorstel tot wijziging der wet op het midd. onderwjjs. Hoever die wijziging zich zal uitstrekken is het blad onbekend, doch, is het goed ingelicht, dan bestaat het plan de staathuishoudkunde en het boekhouden niet meer op te nemen in de lijst der vakken, waarin eind-examen dient afgelegd te worden. Ook wordt overwogen het eindexamen niet meer in elke provincie, doch alleen te Am sterdam te doen plaats hebben. Door het hoofdbestuur van het Ned. onder wijzers-genootschap is het volgend schrijven ge richt aan de afdeelïngen Teneinde onjuiste gevolgtrekkingen te voor komen, heeft het hoofdbestuur de eer u bij deze te berichten, dat het besloten heeft, geen adres in zake het aanhangig wetsontwerp op het lager onderwjjs aan de Eerste kamer der staten- generaal te zenden. Het hoofdbestuur is tot dat besluit geleid door de volgende overwegingen. Van het adres, in den loop dezes jaars aan gaande het genoemde wetsontwerp aan de Tweede kamer gezonden, hebben ook alle leden der Eerste kamer een afdrnk bekomen. Deze mogen dus geacht worden volkomen op de hoogte te zijn van de paedagogische bezwaren, welke het genootsehap tegen dat wetsontwerp had; zij kunnen dus mede de vraag beantwoor den in hoeverre het door de Tweede kamer ten slotte aangenomen ontwerp aan deze bezwaren al ot niet is tegemoet gekomen. In dezen stand der zaak meent het hoofd bestuur, dat het niet op den weg ligt van een paedagogisch lichaam als het Nederlandsch onderwijzers-genootschap, anderen invloed op het lot van het bedoelde wetsontwerp te willen uitoefenen. De anti-vaccinewet moet bij den raad van state zijn ingekomen. Z. M. heeft benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Maastricht, mr. Ch. C. M. H. baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky, thans kantonrechter-plaatsverv., adv. en proc. te Roermond: tot griffier bij het kantongerecht te Harderwijk, jhr. mr. L. J. A. Schuurbeqne Boeije, thans grifibij het kantonger. te Vianen, en tot griffier bij het kantongerecht te Schagen mr J. A. G. baron de Vos van Steenwijk, adv., tevens beëedigd klerk ter griffie van de arr.- reebfb. te Amsterdam, wonende te Nieuwer- Amstel. In bet Tijdschrift voor Geneeskunde komt een belangrijk opstel voor van dr Dooremaal over de blindheid in Nederland. Terwijl thans in Europa ongeveer 300.000 blinden zijn, waarvan 100.000 niet blind hadden behoeven te worden, is de toestand in Nederland gunstiger dan ergens elders. Dit bewijzen de volgende cjjfers In 1869 waren in ons vaderland 1593 blin den of 4.46 op de 10.000 inwonerstégen 7.61 in Zwitserland, 8.11 in België, 8.36 in Frank rijk, 8.79 in Duitschland, 9.84 in Engeland, 10.15 in Italië, 12.01 in Hongarije en 22.45 in Finland. Deze gunstige verhouding nu bestond een tiental jaren vroeger, in 1859, nog niet; het aantal blinden was toen 1992 en Neder land stond toen onder de landen volstrekt niet vooraan. Juist in dit tijdvak ligt echter de groote werkzaamheid van Donders voor het oogheelkundig onderwijs en de behandeling van onvermogende lijders. Merkwaardig is het, dat deze vooruitgang niet is gevolgd door Brabant en Limburgdoch daar integendeel het aantal blinden toenam van 213 op 302 en van 177 op 209. De oorzaak van deze hooge cjjfers zoekt de schrijver in het verzuimen van de voorzorgsmaatregelen tegen oogontsteking der zuigelingen, waardoor elders veel blindheid wordt voorkomen. Een tweede oorzaak van verbetering schuilt in de organisatie van den oogheelkundigen dienst in de gestichten Om- merschans en Veenhuizen op voorstel van prof. Snellen, die daar in 1860 op 5213 verpleegden 822 ooglijders vond. Een derde oorzaak zoekt de schrijver in de verbeterde weezenverpleging, in de vacantiekolonies en dergelijke. In hoever fabriekshygiène op de blindheid invloed oefent, is bij gebrek aan statistiek nog niet te zeggen; toch zou, meent schrijver, een geneeskundig fabrieksinspecteur ruim werk vinden. Als laatste oorzaak zijn te noemen de pokken- Van de 34 blinden in de statistiek van Mag nus, die hun blindheid aan de pokken hadden te wijten, was geen enkele gerevaceineerd 10 waren niet gevaccineerd. Zooals men weet, moest vroeger 1/3 deel der blinden op rekening van de pokken gesteld worden. Zooals men ziet, kan, voor het meerendeel dezer oorzaken van blindheid, tijdige geneeskundige hulp den droevigen afloop voorkomen. Aan Donders is het te danken, dat die hulp meer en meer onder ieders bereik komt. Donders heeft vroeger eens gezegd »De statistiek zal uitwijzen, dat het aantal blinden in de laatste 20 jaar is afgenomen." Aan een dankbaar volk de plicht om dat woord te bevestigen. Wij ontvingen een catalogus van een Maandag 18 November door de boekhandelaars Van Benthem Jutting te houden boekver- kooping. Die werken zijn afkomstig uit de bibliotheek van wijlen onzen stadgenoot mr Marinus Verbrugge en bevatten veel belangrjjks omtrent geschiedenis en plaatsbeschrijving, o. a. ook Zeeland betreffende. Bij de uitgevers Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam is, in een uitstekend passend kleed gestoken, verschenenNaar Zuid-Afrika met de Castle-lijn, volgens den Engelschen tekst van Eduard P. Mathers, door H. Tiedeman, voor Nederland bewerkt. Het boekje, met vele illustratiën versierd, is eene reclame voor de Castle-lijn, eene reclame zooals alleen van Engelsche en Amerikaansche bussiness men" is te wachten, die in eigen- aardigen trant en aangenamen vorm vele bijzaken laten behandelen en toch ongezocht telkens weder het zwaartepunt weten voorop te stellen. De schrijver, of misschien is «samensteller" eene betere uitdrukking, erkent in zijn voorrede dat de eigenaars van de CaslZe-stoomvaartlijn het zaak geoordeeld hebben nu Zuid-Afrika in den laatsten tijd van maand tot maand, meer en meer,het kapitaal en de arbeidskrachten van het moederland tot zich trekt een ietwat haastig saamgevat handboekje voor het goud en diamantenland en de plaatsen, die door de steamers worden aangedaan, beschikbaar te stellen. Hij uit de hoop dat zijn boekje vrij volledig en leerbaar is, en bij een vluchtig doorbladeren scheen het ons toe dat die hoop wel is verwezenlijkt. Het bestuur van het Kunstmuseum (Schutters hof) alhier heeft heden een circulaire verspreid, waarin op die verzameling de aandacht geves tigd en ook gewezen wordt op de oude kunst, waaraan een der lokalen van dat museum is gewijd. Verder wordt daarbij meegedeeld dat Zaterdag, Zondag en Maandag aldaar eene verzameling van 43 aquarellen tentoongesteld zal zijn, ver vaardigd door mejufvrouw Elisabeth Verwoert te Amsterdam. Heden ontbrak ons de gelegenheid aan de beleefde uitnoodiging tot bezichtiging daarvan gevolg te geven. Dinsdagavond had in de Comédie Frangaise een voorstelling ter nagedachtenis van Emile Augier plaats. Tusschen de opvoering van Philiberte en VAventurière droeg Got, door alle societair-es en pensionnaires omringd, die gekleed waren in de costumes uit de verschillende werken van den dichter voor het borstbeeld van Emile Augier een gedicht van Jean Riche- pin, voor deze gelegenheid geschreven, voor, waarvan de beide laatste strophen luidden Salut, Malt,re au coeur droit, la laugue hardie Tu répétais souvent, pendant tes derniers jours «Quand j'irai mieux, je veux revoir ia Comédie." T'y voilü dans ta gloire, o Maltre, et pour toujours. Toi que nous avons vu tant de fois sur ces planches, Travaillant, inquiet, t'y voila radieux Car tu vas resplendir parmi les ombres blanches Qu'un marbre mérité transforme en demi-dieux. De heer B. H. Stomps te Middelburg verwierf akte M1 (M. O.) handteekenen en de perspectief. Het geschil tusschen burg. en weth. van Goes en den arrondissements-schoolopziener over de voordracht voor eene onderwijzeres in de handwerken is gisteren, door verkeerde ver melding van een naam, niet juist meegedeeld Door den schoolopziener was mejuffrouw A, J. Janssen no. 1 op de voordracht geplaatst omdat deze ouder is dan mej. A. L. Arentz. Burg. en weth. merkten echter op dat laatst genoemde éen acte, die voor fraaie handwerken, meer had dan mej. Janssen en daarom stelden zjj voor beide alpbabetisch op de voordracht te plaatsen. Zooals wij meldden is mej. Arentz door den raad benoemd. Beroepen te Kapelle bij de Ned. herv. gem. de heer E. M. van IJzendjjk te Laren. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zjjn veroordeeld wegens: mishandeling: J. J. O., Goes, en G. J. 23 j., landbouwersknecht, Kloetinge, beiden tot 8 b. s. 6 d. h.; J. S., 19 j. kleermaker, Hein- kenszand, tot ƒ5 b. s. 5 d. h., en A. P. d. D., 21 j., hvr. van J. M., arbeidster, Bresksns, tot 3 b. s. 3 d. h.; beleediging vnn een beambte W. G. S., 26 j., oberkellner, Middelburg, tot 5 b. s. 2 d. h., en J. G., 19 j., en A. K., 28 j. arbeiders, Yerseke, de le tot 3 d., de 2e tot 1 m. gev.; smaad: C. P., 42 joesterkweeker, Yerseke, tot 20 b. s. 10] d. h.en opzettelijke b e v r jj d i n g van iemand, door het openbaar gezag van de vrijheidberoofd: J. V., 17 j. werkman, Yerseke, tot 1 m. gev. Allen in de kosten. Vrijgesproken is: M. W., 13 j., koe wachter, Rilland, beklaagd van mishandeling. Op Vrijdag 29 November a. zal voor die rechtbank behandeld worden de zaak tegen J. J. de S., laatsteljjk gemeente-ontvanger en secretaris-penningmeester van het burgerljjk armbestuur te Kloetinge, thans voortvluchtig, ter zake dat hjj in 1888 en in het begin van 1889 te Kloetinge le als secretaris-penningmees ter van het burgerlijk armbestuur te Kloetinge, en als zoodanig belast met de ontvangsten van dat bestuur, van de door hem in die betrekking ontvangen gelden eene som van ongeveer 4000 opzettelijk heeft verduisterd, en 2e als ontvanger der gemeente Kloetinge, en als zoodanig belast met de ontvangsten dier gemeente, van de door hem in die betrekking ontvangen gelden ruim 300 opzettelijk heeft verduisterd. In deze zaak zijn vanwege het openhaar ministerie 125 getuigen gedagvaard. In de gemeente Oost- en West-Souburg, waar vroeger het kleinste hutje bewoond werd, staan thans verscheidene woningen te huur. Vele gezinnen zijn vertrokken zonder door anderen te worden vervangen. Daar bijna al die vertrekkenden zich daar betrekkelijk kort geleden vestigden en als beambten en werklieden aan de Maatschappij Zeeland enz., hun bestaan buiten de gemeente vonden staat dit vertrek echter in geen verband met achter uitgang der gemeente maar is zulks meer te beschouwen als een terugbrengen der bevolking tot den normalen toestand. Tengevolge den gisteren gemelden gun- stigen afloop van den voorloopigen proeftocht, met het stoomschip Merapi, voor de Roti. Lloyd op de maatschappij de Schelde gebonwd, zal op aanstaanden Zondag de officieels proeftocht plaats hebben en de Merapi gelijktijdig naar Rotterdam vertrekken om aldaar voor hire eeréte reis naar Batavia, op 16 dezer aan te vangen, te worden uitgerust. Tijdens de vertimmering op 's lands werf te Amsterdam van de stoomkanonneerboot Vos zal de stoomkanonneerboot Geep, commandant luit. ter zee le kl. P. Heijning, te Vlissingen. als kostschip dienst doen. De voordracht voor secretaris van Krab- bendijke bestaat uit de heeren De Groot, van Katwijk, en Elenbaas, onderwijzer te Kruiningen, terwijl de tijdelijke secretaris, de heer J. H. Augustijn, aangeboden heeft deze functie te vervullen voor eene jaarwedde van 100 min der dan daarvoor is uitgeloofd. (Dagblad.) Te Tholen had een timmerman uit Steen bergen, die op de villa Luchténburg aan het werk was het ongeluk dat een Bpijker, dien hij bezig was uit een balk te slaan, terugsprong en zoodanig in zjjn oog terecht kwam dat di$ verloren kan beschouwd worden,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1