LAATSTE BERICHTEN.
Verspreide Berichten.
VERKOOPINGEN. ENZ.
Burgerlijke stand.
tens de verordening aan den beëedigden ge
meente-weger uitgekeerd.
Uitgaven.
Hoofdstuk I afd. II art. 2. Deze opmerking
achten burg. en weth. juist. Zij geven, in
verband met de laatstelijk in de maand
Sept. jl. gehouden aanbesteding van kolen, in
overweging den post tot 300 te verhoogen.
Om geljjke reden dienen dan echter te worden
verhoogd
Hoofdstuk V afd. I art. 7 tot 300.
Hoofdstuk YII afd. I, art. 3 tot 195.
Hoofdstuk VII afd. II art. 3 tot 470.
Hoofdstuk VII afd. III6 art. 10 tot 1450.
Hoofdstuk VII afd. IV art. 2, waarin een
post van 75 voor verlichting en verwarming
is begrepen, tot 495.
Hoofdstuk VII afd. V art. 1 waarin een
post van 59 voor verwarming en verlichting
is begrepen tot 1035.
Hoofdstuk II afd. II art. 4. Burg. en weth.
achten de belooning van 50, welke tot nu
toe uit dezen post (tot dusverre 125 groot)
aan den klerk van den ontvanger wordt toe
gekend te laag in verband met de werk
zaamheden, die hij bij de opmaking van het
kohier presteert. Die werkzaamheden dient bij
achter elkaar en voor het grootste (gedeelte
's avonds te huis te verrichten, hetgeen voor
hem, zoo geen bepaald beletsel, dan toch een
hinderpaal vormt om sommige bijbetrekkingen
op zich te nemen, waaraan hij met het oög
op zijn overigens niet hooge jaarwedde van
ƒ500 behoefte heeft.
De vorige titularis had inderdaad een bij
betrekking, welke hij 's avonds moest vervullen,
doch in den tijd van de opmaking van het
kohier dikwerf ten koste zijner gezondheid.
En een verdeeling van dezen arbeid, tot dus
verre steeds door den klerk verricht, onder
meer personen schjjnt ter wille van de eenheid
niet wenscheljjk.
Burg. en weth. hebben geen bezwaar dat
de uit dit artikel betaalde belooning, tot nutoe
50 groot en thans op 100 voorgesteld, naar
hoofdst. II afd. 1 art. 2 worde overgebracht.
Mocht de raad de zienswijze der commissie
deelen, dan geven zij in overweging art. 8
der instructie van den ontvanger vooraf te
wijzigen en de daar genoemde jaarwedde van
500 op J 600 te brengen en daarna hoofdst.
II afd. III art. 4 met 100 te verminderen
en hoofdst. II afd. 1 art. 2 100 hooger uit
te trekken.
Hoofdst. Ill afd. III art. 4. Aangezien van
den post voor onvoorziene uitgaven, voorko
mende op de begrooting voor 1889, thans, nu
dit jaar reeds bijna voor 5/6 is verstreken,
nog ruim 15000 beschikbaar is, de inkom
sten over dit jaar niet dreigen tegen te vallen
en de uitgaven evenmin, achten burg. en weth.
het meer dan waarschijnlijk dat weder een
aanzienlijk batig slot over dit jaar zal worden
verkregen. Zjj blijven alzoo de door hen voor
gestelde geheele aflossing der leening van 1881
gerechtvaardigd achten, zelfs indien de be
schoeiing het door de commissie genoemde
hooge bellrag van 24000 zou kosten.
Doch dit daargelaten, kan thans worden
medegedeeld dat volgens door den gemeen
tebouwmeester opgemaakt plan en begrooting,
gewijzigd naar de opmerkingen van de com
missie van fabricage, het werk slechts 16000
zal kosten.
Hoofdst. V afd. III art. 4. Burg. en weth.
hebben geen overwegend bezwaar tegen het
uittrekken van een nieuwen post. Zij achten
het ook wel niet waarschijnlijk dat gedepu
teerde staten daartegen bezwaar zullen hebben,
doch dan dient wel het tegenwoordig art. 4
»overige kosten van de brandweer" art. 5 te
worden.
Het nieuwe art. 4 zou dan bv. kunnen luiden:
premie bij brand toe te kennen aan de mili
taire spuiten 100.
Hoofdst. V afd. IV art. 1zie wijziging be
grooting 1888.
Hoofdst. VIII afd. 1 art. 4 en afd. II art. 3:
zie hierboven bij hoofdst. Ill afd. III art. 4.
Algemeene beraadslagingen worden niet ge
voerd, zoodat onmiddellijk aangevangen is met
de artikelsgewjjze behandeling van de begroo
ting, beginnende bij de
Uitgaven.
Bjj hoofdst. I afd. 1 art. 4 zegt de heer Snijders
een nieuw artikel 5 te willen invoegen luidende
jaarwedde van den archivaris Memorie.
Hjj licht dit toe door te wijzen op de wen-
scheljjkheid, die er z. i. bestaat, voor de aan
stelling van zoodanigen ambtenaar. De voor
steller wil geen som uitgetrokken zien maar
alleen burg. en weth. uitnoodigen bij eene
voorkomende gelegenheid eene voordracht te
dezer zake te doen.
Dit voorstel wordt zonder verdere beraadsla
ging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Bp art. 8 van datzelfde hoofdst., jaarwedde
van den ambtenaar belast met de liquidatie van de
saldo's der wisselbank f 886, stelt de heer Van
Dunné voor dien post te schrappen en een
gelijk bedrag te brengen onder afdeeling III
pensioenen en wachtgelden.
De heer Van Dunné licht dat denkbeeld toe.
De post, zooals die thans is uitgetrokken, is
een fictie. Werk is aan de liquidatie niet
verbonden en daarvoor een jaarwedde uit te
trekken is onnoodig. De spreker wil den be
trokken ambtenaar, een oud man, die steeds
trouwe diensten bewees, niet zijn tractement
ontnemen maar hem, mits onder een anderen
vorm, als wachtgeld en gratificatie hetzelfde
bedrag geven.
Het voorstel, waarover geen verdere discussie
wordt gevoerd, wordt in stemming gebracht en
aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Tegen
stemden de heeren W. J. Snouck Hurgronje,
W. J. Sprenger, F. Gr. Sprenger, De Stoppelaar,
Van Hoek, Tak, Hogerwaard en Schorer.
Bjj afd. II art. 1, van 't zelfde hoofdstuk
Kosten van licht, wijst de heer Van Berlekom
erop dat de zittingen van den raad, als die
tegenwoordig veelal 's middags gehouden worden,
veel tijd van de leden vergen en sommigen
hunner somtjjds verhinderd zijn die bij te wonen.
Hij spreekt den wensch uit dat de raadszaal
moge verlicht worden en noodigt burg. en weth.
uit den raad in eene volgende zitting te willen
dienen van preadvies in hoeverre tot verlichting
van de vergaderzaal kan worden overgegaan.
De heer Van Berlekom wenscht hiermede
echter niet de wenschelijkheid te kennen te
geven om steeds avondzittingen te houden
maar alleen om die mogelijk te maken.
De voorzitter geeft inlichting en verklaart
dat burg. en weth. met genoegen de zaak zul
len onderzoeken.
De heer Snijders stelt op dezelfde gronden
voor een post op de begrooting te brengen
aanleg van gasleiding in en verlichting van de
raadszaal Memorie.
De heer Tak vraagt of de post wel onder
art. 1 dient opgenomen en geeft ia over
weging of deze niet behoort onder art. 10 van
deze zelfde afdeeling: schoonmaken en meubi-
leeren enz.
Deze vraag geeft tot eene korte gedachten-
wisseling aanleiding, aan het eind waarvan de
heer Jeras voorstelt den post als art. 106 uit
te trekken.
De beslissing wordt aangehouden tot na de
behandeling van art. 10.
De kosten van brandstoffen ƒ260, art. 2 van
dezelfde afdeeling, waaromtrent de commissie
van financiën eene opmerking maakte, worden,
na toelichting van den voorzitter, op het voor
gesteld bedrag behouden.
Na vaststelling van art. 10« wordt overeen
komstig het zoo straks genoemde voorstel van
den heer Snijders, geamendeerd door den heer
Jeras, zonder hoofdelijke stemming besloten.
Bij afd. III art. 2 en 3 wordt het voorstel
van den heer Van Dunné betrekkelijk den amb
tenaar, belast met de liquidatie van de Wis
selbank, behandeld.
Een voorstel van den heer Van Hoek, over
genomen door burg. en weth., strekt om den
tegenwoordigen titularis te ontslaan en hem
pensioen en toelage toe te kennen.
De heer Tak vraagt of het niet wenschelijk
is eerst eens kennis te nemen van het raads
besluit, waarbij die titularis werd benoemd.
Hjj meent dat daarmede rekening dient ge
houden, want z. i. gaat het niet op, wat de
heer Van Dunné beweerde, dat door het royeeren
van den betrekkeljjken post de ambtenaar
tevens ontslagen is. Zoo zou men, zegt spre
ker, ook wel de rente op de begrooting kun
nen schrappen, waarmede echter de houders
der schuldbrieven wel geen genoegen zouden
nemen.
De heer A P. Snouck Hurgronje geeft, op
grond dat z. i. vele leden niet de portee van
het voorstel hebben begrepen, in overweging
op het voorstel Van Dunné terug te komen
en de zaak bjj de vaststelling van een volgende
begrooting te behandelen.
Dit denkbeeld bestrjjdt de heer Van Dunné
op grond dat de begrooting een beeld van den
feitelijken tot stand moet geven, wat zjj in dezen
niet doet.
De heer W. J. Snouck Hurgronje verklaart
in te Btemmen met het denkbeeld van den heer
A. P. Snouck Hurgronje. Deze spreker vraagt
of het niet gevaarljjk is den betrokken amb
tenaar te ontslaan. Injjden laatsten tjjd is,
volgens den heer Van Dunné, wel niets gele-
quideerd maar de mogeljjkheid bestaat dat in
het volgend jaar wel zal moeten geliquideerd
worden en dan is z. i. toch een ambtenaar
noodig.
Het voorstel van den heer A. P. Snouck Hur
gronje wordt nu in stemming gebracht en
aangenomen met 13 tegen 4 stemmen. Tegen
stemden de heeren Den Bouwmeester, Jeras,
Snijders en Van Dunné.
Het voorstel-Van Dunné wordt alsnu door
den voorsteller losgelaten.
Art. 3 van afd. IIItoelagen aan gemeente
ambtenaren enz. 200, woidt met het oog op
het genomen besluit omtrent de pensioneering
van nachtwakers op 440 gebracht.
Bjj hoofdst. II afd. I art. 2, jaarwedde van
den klerk van den gemeente-ontvanger, wordt
conform het voorstel van burg. en weth.
besloten.
In verband hiermede wordt art. 4 van afd'
II van hetzelfde hoofdst., kosten bij het opmaken
van het kohiei der pi. dir. bel., met 100 ver
minderd en op 75 teruggebracht.
Bjj hoofdst. Ill afd. II art. 1, onderhoud
openbare gebouwen enz., vraagt de heer Den Bouw
meester eenige inlichting omtrent den daar
onder begrepen post van 580 voor het her
stellen der wijzerborden. Hjj acht dit te veel.
De weth. Sprenger deelt mede dat dit een
gewone begrootingspost is.
De heer Snijders maakt bij dit artikel nog
de opmerking dat een der onderdeelen foutief
berekend is en ƒ0.05 te laag was.
Burg. en weth. erkennen dit juist en stellen
voor den post 2791.45 te brengen op ƒ2791.50
Dit wordt goedgevonden.
Bij art. 4, onderhoud van riolen enz., betuigt
de heer De Ligny zjjne tevredenheid dat burg.
en weth. weder den aanleg van 12 syphon-
bakken voorstellen; tevens vraagt hij of het
niet mogelijk is een zoodanigen bak te leggen
in de Langoviele.
De heer Sprenger deelt mede dat de syphon-
bakken steeds worden gelegd op verzoek van
de ingezetenen.
De heer Snjjders merkt op dat ook door een
ander ingezetene, den heer Snoep bjj de Oostkerk,
een zoodanig verzoek bjj den gemeentebouw
meester is ingediend doch zonder succes.
Bjj art. 7. Kosten van fonteinen enz., wijst de
heer Snjjders erop dat onder dezen post begre
pen is het loon van 2 kantonniers ad ƒ730
's jaars, terwijl daarvoor wordt betaald f 655.20.
Hjj wenscht daarom wjjziging van dien post.
De heer Jeras deelt mede dat de loonen van
de kantonniers varieeren naar gelang van de
werkuren,
Bjj afd. III art. 4 van hetzelfde hoofdstuk,
vernieuwing tan de beschoeiing aan den Korendyk,
stellen burg. en weth. dien voor memorie uitge
trokken post te brengen op 11.600.
De heer A. P. Snouck Hurgronje licht het
rapport der commissie van financiën te dezer
zake nader toe, vooral wat betreft het hooger
cijfer, dat door haar is aangegeven.
De heer Snjjders wjjst erop dat bjj vroegere
besprekingen over deze zaak niet is uitgemaakt,
hoe de vernieuwing zal geschieden. Spreker
zou wenschen dat, nu dit cjjfer op de begroo
ting wordt gebracht, de leden van den raad
in de gelegenheid zullen gesteld worden om
over deze zaak van gedachten te wisselen.
Blijkens mededeeling van burg. en weth. is
dit hun voornemen.
De heer Van Dunné vraagt verlof om nog
het een en ander te zeggen over de voltooiing
van de demping der Achtergracht en van het
aldaar onderhanden zijnde riool voor hemel
en spoelwater.
Hij bespreekt nu de nivellatie van het terrein,
die nog ontzettende groote gebreken heeft en
waardoor nog heel wat uitgaven noodig zullen
zjjn. Verder wjjst hjj op den afvoer van spoel
water van het gasthuis in een deel van de
Noordpoortstraat naar de vest om zijn twjjfel
uit te spreken over de doelmatige plaatsing
van den verzamelingsbak bij de Noordpoort.
Spreker vraagt of men er wel over gedacht
heeft om het spoelwater van de huizen in de
Noordpoortstraat te loozen door het groote
stadsriool, dat bij de manége uitmondt.
Spreker wijst ook op den toestand van de
Heerengracht en meent dat ook daar verbete
ring dringend noodig is.
Hjj vraagt ten slotte lo. welke maatregelen
burg. en weth. wenschen te nemen opzichtens
de demping der Achtergracht en 2o. zijn burg.
en weth. bereid in den toestand van de Hee
rengracht verbetering te brengen
De wethouder van fabricage geeft toezegging
in een volgende zitting op deze vragen te
antwoorden.
De heer Van Berlekom stelt eveneens den
minder gunstigen toestand van de Achtergracht
in het licht, doch meent dat, alvorens verbe
tering aan te brengen, afgewacht moet worden
wat bjj de weldra te behandelen politieveror
dening zal worden bepaald. Eerst dan kan
geoordeeld worden. Spreker is het eens dat de
afvoer aldaar moet verbeterd worden.
Bij hoofdst. IV afd. I art. 1, onderhoud van
verhuurde gebouwen, deelt de wethouder van
fabricage mede dat die post door de verhuring
van een deel der gebouwen der Commercie-
Compagnie aan den heer Mace eenigszins meer
zal eischen. Burg. en weth. achten echter geen
voorstel tot verhooging noodig.
Bjj hoofdstuk V art. 1 afd. I, jaarwedde van
den commissarts vanpolleie, stellen burg. en weth
voor dien post met 400 te verhoogen als ge
volg van het onlangs genomen besluit. Dit
wordt goedgevonden.
Bjj art. 9 van dezelfde afd., kosten besmettelijke
ziekten, stelt de heer Van Berlekom voor dien
post met 50 te verlagen en art. 11, kosten
der gezondheidscommissie, met 50 te verhoogen.
De heer Van Berlekom licht zjjn voorstel op
medische gronden toe.
Na discussie stelt de heer Tak voor art. 9 te
behouden en art. 11 met 50 te verhoogen.
Dit denkbeeld wordt door den heer Van Berlekom
overgenomen en met algemeene stemmen aan
genomen.
Art. 13, tijdelijke vergoeding aan den waterschout,
wordt door burg. en weth. teruggenomen in
verband met de verhooging van art. 1.
De heer F. G. Sprenger wenscht den post te
behouden en dien voor Memorie uit te trekken.
Dit wordt goedgevonden.
Bij afd. III art. 4 van hetzelfde hoofdstuk
stellen burg. en weth. voor te handelen als
door hen in hun advies omtrent het rapport
der commissie van financiën is voorgesteld.
Alzoo wordt besloten.
Bjj afd. IV art. 1, kosten der straatverlichting,
zegt de weth. Sprenger dat die post, in ver
band met de beslissing genomen bjj de be
handeling der begrooting van de gasfabriek,
behoort verhoogd met 8500.
Dit wordt goedgevonden.
Bjj hoofdstuk VII afd. 2 art. 1, jaarwedden
onderw. personeel middelb. onderwijs, stelt de
heer Van Dunné voor, dat art. te verhoogen
met ƒ10200 en art. 1 der 3e afdjaarwedde
onderwijzers, (lager onderwjjs), te verminderen
met 10200.
De heer Van Dunné licht zjjn voorstel toe
de 10200, door hem genoemd, is de som der
jaarwedden der onderwjjzeressen aan de meisjes
school.
Deze school is volgens spreker eene verkapte
school en niét eene die behoort onder het lager
maar onder het middelb. onderwjjs. Thans wordt
een deel in de kosten door den staat gedragen
maar dit gaat, volgens spreker, niet op wil
de gemeente eene middelbare school goed maar
dan moet ook de rechte weg behandeld worden.
Bovendien wjjst spreker er op dat het school
geld, op die school geheven, niet in evenredig
heid is met de kosten der inrichting.
Uit het oogpunt van recht en billijkheid
doet de heer Van Dunné daarom zjjn voorstel.
Spreker licht dit in het breede toe en wjjst
ook op de jaarwedden der onderwijzeressen,
die niet in vergeljjking staan met die van
onderwjjzers aan andere scholen.
Het voorstel wordt, zonder dat eenige ver
dere beraadslaging gevoerd wordt, met alge
meene stemmen behalve die van de heeren
Van Dunné en Snjjders verworpen. De heer
Van Berlekom heeft de vergadering verlaten.
Bij Hoofdst. Vil afd. Ill art. 1, jaarwedden
der onderwijzers, f 44169.98, stelt de heer Van
Dunné voor dit artikel te verminderen met
3550.
De spreker wjjst, ter toelichting van dit
voorstel, op het verschil tusschen de kosten
van de scholen D en F, waarvan hoofden zjjn
de dames Klaar en Chivat.
Men is huiverig van sectescholen, maar hier
worden standenscholen onderhouden, die naar
sprekers meening onnoodig zjjn en zeer slecht
werken. De twee scholen, door hem genoemd,
konden, waar ze samen niet meer dan 100
leerlingen tellen, gemakkelijk worden vereenigd,
wat zeer ten bate komen zou van de gemeente.
Zonder verdere beraadslaging wordt het voor
stel verworpen. Alleen de heeren Van Dunné
en Snjjders stemden er voor.
Bjj art. 7 van dezelfde afd. verklaart de heer
Snjjders zich tegen den voorgestelden aanleg
van eene gasleiding in school F en in de wo
ning van het hoofd dier school. Avondschool
wordt daar niet gegeven en spreker acht
den aanleg onnoodig.
De voorzitter toont de noodzakeljjkheid van
het voorgestelde aan, wat den heer Snjjders
aanleiding geeft toe te zeggen dat hjj er mede
zal meegaan, mits de burgemeester hem ver-
gunne zich later te overtuigen dat bet voor
gestelde noodig is.
Bjj art. 2 van afd. IV van hetzelfde hoofd
stuk, overige kosten der bewaarscholen, stellen
burg. en weth. voor een post uit te trekken
van 150 ter voldoening aan het in de vorige
vergadering medegedeeld verzoek van het dep.
Middelburg der maatsch. Tot nut van 't algemeen.
De heer E. P. Schorer heeft wel eenig be
zwaar tegen de zaak; hjj heeft wel het adres
hooren voorlezen doch verder heeft hjj daar
van geen kennis kunnen nemen, waardoor hij
niet in staat is hierover een beslissing te nemen.
Burg. en weth. nemen hun voorstel terug en
wenschen dat te doen bjj afd. V
Bjj afd. V. van hetzelfde hoofdst. vraagt de
heer Snjjders of de som van 150, uitgetrokken
voor een kweekeling bjj de gymnastiekschool,
is bestemd voor den heer Van der Bel. Zoo ja
dan verwondert het den heer Snjjders dat die
kweekeling van de stad eene jaarwedde genieten
in zjjn privé eene concurreerende inrichting
exploiteert.
De voorzitter geeft inlichting, waaruit bljjkt
dat de heer Van der Bel de bedoelde persoon
is en deze van geen instuctie voorzien is,
waarbij hem het geven van onderwijs voor
eigen rekening wordt verboden.
De heer Snjjders verklaart zich voldaan.
Thans brengen burg. en weth. hun voorstel
tot inwilliging van het zoo evengenoemd ver
zoek van het dep. Middelburg van het Nut
ter tatel.
De heer Schorer bljjft bjj zjjn zoo even uit
gesproken gevoelen.
De heer Van Hoek verklaart er zich tegen,
op grond dat hjj niet gaarne door inwilliging
een antecedent zou scheppen voor later, wat
zeer ernstige gevolgen zou kunnen hebben.
De heer W. H. Snouck Hurgronje wenscht
mede te gaan met het denkbeeld van den heer
Schorer, al is hjj ook voor inwilliging van
het verzoek gestemd.
Burg. en weth. verklaren alsnu dit voorstel
aan te houden.
Plaatsgebrek noopt ons het verslag hierbjj
af te breken. Morgen geven wjj het slot daar
van.
Wjj vermelden nu nog dat op voorstel van
den heer Snjjders met 10 tegen 7 stemmen be
sloten is den post voor aflossing van den 15tn
termijn kosten aanleg haven-kanaal f 10.000
pro memorie uit te trekken.
Dit staat in verband met den slechten toe
stand van het kanaal bjj Veere.
Verder werd met 13 tegen 4 stemmen ver
worpen een voorstel van den heer Van Dunné
om, in plaats van 50, 45 opeenten op den
hoofdsom der personeele belasting te heffen.
De begrooting is ten slotte met algemeene
stemmen op een na, die van den heer Van
Dunné, vastgesteld in ontvaDg en uitgaaf op
ƒ346,123.92.
Athene, De commissie tot ondersteuning
der Kretenzers zal den mogendheden aantoonen,
dat Chakir pacha, Kreta door verraad bezette
zjj zal scheiding van Kreta van Turkjje vragen.
Honden. Van Thursday Island is bericht
ontvangen dat de Anglikaansche geesteljjke
Savagne met inlandsche onderwjjzers en de
equipage van het schip Mary.allen van
het zendelinggenootschap te Londen, door in
boorlingen op New-Guinea vermoord zjjn. De
regeering van Queensland zond de stoomboot
Albatros naar Thursday.
Ten overstaan van den notaris Verhey zjjn
Dinsdagavond op de bovenzaal der sociëteit
De Vergenoeging alnier, te koop aangeboden
een huis en erf te Middelburg, Noordzjjde van
den Dam, wjjk N no 7, ingehouden op ƒ4050;
een huis en erf aldaar, Gortstraat, wijk I uo
333, verkocht voor 1300een huis en erf
aldaar, Penninghoek, wjjk L no 65, verkocht
voor 616 en een pakhuis aldaar, Kuipers
poort, wjjk G no 79, verkocht voor ƒ450.
Aan A. Jobse alhier is door den gene-
raal-majoor hoofd-intendant bjj het leger de
levering gegund van de benoodigde aardap
pelen voor het garnizoen Middelburg, van 1
November 1889—15 Juni 1890, tegen den prjjs
van 2.43 per HL.
e
Van 26 tot 28 October.
Middelbdeq. Getrouwd J. W. H. Brouwer,
jrn. 26 j. met J. E. Bulterjjs, jd. 27 j.J.Knol,
jm. 37 j. met L. A. G. Steenmejjer, jd. 28 j.
BevallenW. J. Jenting, geb. Geldof, z.
OverledenM. M. Plujjmers, vrouw van
M. C. W. van Tiel, 26 j. C. Schrier, vrouw
van M. B. Luedekuse, 64 j. J. C. Kamermans,
wed® van J. A. van Offenbeek, 52 j.
De Avion Tin Maatschappij, een Neder-
landsche onderneming, waarin een reeks be
kende notabele Nederlanders betrokken zjjn
en waarvan enkelen de leiding der zaak op
zich genomen hebben, heeft de inschrjjving op
haar 5 pet. obligatieleeuing van ƒ3,000,000 op
1 November a. opengesteld.
Ten opzichte van de détails dier zaak ver-
wjjzen wij onze lezers naar de annonce in dit
en ons vorig nommer.
B. en W. van Amsterdam stellen den raad
voor om den heer Gerlacus Bouricius met in
gang van 1 November a. s. te benoemen tot
sub-ontvanger der plaatselijke directe belasting
in het 2e kantoor; en den heer J. C. Roest
mede met 1 Nov. eervol te ontslaan als tjjdeljjk
sub-ontvanger.
Te Amsterdam heeft zich een geval van
hondsdolheid voorgedaande honden moeten
daar gedurende 4 maanden gemuilkorfd zjjn.
Te Amsterdam, in de Tuinstraat, maakte
een menschlievende huisbaas van de afwezig
heid van een weduwe gebruik, om alle glas
ruiten uit de ramen harer woning te snjjden.
Daardoor stelde hij de drie kleine kinderen der
weduwe, en het boeltje van de arme vrouw,
die was uitgegaan om iets te verdienen, aan
den invloed van weer en wind bloot. Tot deze
onmenscheljjke daad kwam de huisbaas, omdat
de weduwe hem nog eenig geld aan huishuur
schuldig was. Eenige buren namen de kinderen
bjj zich in huis, om de komst hunner moeder
af te wachten.
De sergeant-majoor der artillerie J. D.,
te Helder, die de vorige week zonder verlof
zjjn korps verliet, in wiens administratie grove
onnauwkeurigheden zijn ontdekt, is te Amster
dam opgespoord en onder geleide naar zjjn
woonplaats teruggevoerd.
Te Koekange is iemand in hechtenis ge
nomen als verdacht den brand gesticht te heb
ben, die dezer dagen aldaar plaats had, en
waarbjj een jongeling van 21 jaren om het
leven kwam.
In het dorpje M. in de gemeente Oost-
Dongeradeel is, naar men verneemt, de lynchwet
toegepast.
Dezer dagen was uit dat dorp oen jong, niet
onbemiddeld gehuwd landbouwer, die zich
veelal in zekere herberg ophield, en naar men
vermoedde tot eene der dochters ia ongeoor
loofde betrekking stond, met deze in stilte naar
Amerika vertrokken. De veronderstelling dat
de moeder dit verkeer zeer begunstigde, scheen
niet ongegrond, en nu heeft het verontwaar
digd publiek in den nacht van Zondag op
Maandag al de glazen der herberg stuk
geslagen enz. enz. De kasteleines heeft den
volgenden morgen onder toezicht der politie
hare meubelen gepakt en is naar elders verhuisd.
Te Wildervank bracht dezer dagen een
heusche spookhistorie de hartjes en hoofdjes
der »Breiwichter" van een school aldaar bjj
herhaling in onrust en op hol. Bijna eiken avond,
als 't goed en wel donker was geworden, ver
scheen een spook, een witte gedaante, in den
tuin bjj de school en mocht dan de voldoening
smaken, dat de meisjes, zoodra ze de verschjjning
ontdekten, met een hevigen gil verschrikt weer
in huis vlogen. Men zocht naar licht in de
duistere zaak, en men vond het. Tegen Woens
dagavond werd door een paar moedige jongelui
afgesproken, om het monster op te wachten en
zoo mogeljjk krjjgsge vangen te maken of op de
vlucht te jagen. Zoo gezegd, zoo gedaan.
Tegen den tjjd dat het spook gewoon was te
verschijnen ging men op post staan, en ja wel,
daar dook het uit den nevel opmen liet het
eerst wat naderbjj komen, doch trad toen kloek
moedig op en mocht erin slagen het op de
vlucht te jagen. Voort ging het door heggen
en struiken, totdat de zoo gevreesde gedaante
op eens verdweenin den mestput (die toe
vallig juist leeggemaakt was) van een der buren.
Daar lag het spook nu hulpeloos en weerloos.
Men had thans al den tjjd om het wat van
naderbjj te bezien en herkende den papa van
een meisje, dat ook op de brei-inrichting had
gegaan, doch vóór eenige dagen daarvan ver-
wjjderd was.
Onlamgs kreeg te Zwolle een spoorweg
arbeider, weduwnaar met vier kleine kinderen,
met de justitie iets te doen, hetgeen hem aan
leiding gaf om in alle stilte een gedeelte van
zjjn boeltje te verkoopen en met de noorder
zon te vertrekken, nadat hjj aan zjjne zuster,
die zjjne huishouding bestuurde, geen ander
adres had achtergelaten, dan dat hjj naar
Londen ging.
De zuster, die al heel spoedig geen raad
met de vier kleinen wist, maakte alles te gelde
wat de vader nog had achtergelaten en trok
met hen op goed geluk over Amsterdam naar
Londen.
Daar wist men natuurlijk niets van den man,
en wjjl de reizigers zich niet verstaanbaar
konden maken en zjj geen cent meer bezaten,
had de kapitein der boot de vriendelijkheid
hen maar weer mede naar Amsterdam te
nemen, vanwaar zij met de nachtboot naar
Zwolle terugkeerden.
Vervolgens trokken zjj naar Twello om bjj
hunne familie hulp en troost te zoeken, doch
deze was zelf ook rjjk aan kinderen, maar
minder goed voorzien van aardsche goederen,
zoodat zjj andermaal naar Zwolle moesten
terugtrekken.
Eindeljjk heeft het Ned. Hervormd armbe
stuur aldaar zich over de arme zwervers ont
fermd en een einde gemaakt aan hun zwerftocht*
Evenals elk jaar om dezen tjjd, wanneer
de schepen schaarscher beginnen binnen te
loopen, openbaart zich te Duinkerken weder
levendig het antagonisme tusschen Fransche
en Belgische dokwerkers. De Fransche arbeiders
willen de Belgische van het los- en laadwerk
uitgesloten zién. Toen Maandag Belgische
werklui aan het lossen waren van een Engelsch
schip kwam een troep van 400 Franschen om
hen dit te beletten. Een klerk van een scheeps
makelaar, die tusschenbeide(wilde komen, werd
geslagen en gekwetst.
Zondag werd de Parjjsche tentoonstelling
door men beweert 350,000 personen be
zocht. Het gedrang was onbeschrjjfeljjk.
Er bestaat plan de verlichte fonteinen
over te brengen naar de Place de la Concorde.