LAATSTE BERICHTEN. Verspreide Berichten. VERKOOPINGEN. ENZ. Burgerlijke stand. tens de verordening aan den beëedigden ge meente-weger uitgekeerd. Uitgaven. Hoofdstuk I afd. II art. 2. Deze opmerking achten burg. en weth. juist. Zij geven, in verband met de laatstelijk in de maand Sept. jl. gehouden aanbesteding van kolen, in overweging den post tot 300 te verhoogen. Om geljjke reden dienen dan echter te worden verhoogd Hoofdstuk V afd. I art. 7 tot 300. Hoofdstuk YII afd. I, art. 3 tot 195. Hoofdstuk VII afd. II art. 3 tot 470. Hoofdstuk VII afd. III6 art. 10 tot 1450. Hoofdstuk VII afd. IV art. 2, waarin een post van 75 voor verlichting en verwarming is begrepen, tot 495. Hoofdstuk VII afd. V art. 1 waarin een post van 59 voor verwarming en verlichting is begrepen tot 1035. Hoofdstuk II afd. II art. 4. Burg. en weth. achten de belooning van 50, welke tot nu toe uit dezen post (tot dusverre 125 groot) aan den klerk van den ontvanger wordt toe gekend te laag in verband met de werk zaamheden, die hij bij de opmaking van het kohier presteert. Die werkzaamheden dient bij achter elkaar en voor het grootste (gedeelte 's avonds te huis te verrichten, hetgeen voor hem, zoo geen bepaald beletsel, dan toch een hinderpaal vormt om sommige bijbetrekkingen op zich te nemen, waaraan hij met het oög op zijn overigens niet hooge jaarwedde van ƒ500 behoefte heeft. De vorige titularis had inderdaad een bij betrekking, welke hij 's avonds moest vervullen, doch in den tijd van de opmaking van het kohier dikwerf ten koste zijner gezondheid. En een verdeeling van dezen arbeid, tot dus verre steeds door den klerk verricht, onder meer personen schjjnt ter wille van de eenheid niet wenscheljjk. Burg. en weth. hebben geen bezwaar dat de uit dit artikel betaalde belooning, tot nutoe 50 groot en thans op 100 voorgesteld, naar hoofdst. II afd. 1 art. 2 worde overgebracht. Mocht de raad de zienswijze der commissie deelen, dan geven zij in overweging art. 8 der instructie van den ontvanger vooraf te wijzigen en de daar genoemde jaarwedde van 500 op J 600 te brengen en daarna hoofdst. II afd. III art. 4 met 100 te verminderen en hoofdst. II afd. 1 art. 2 100 hooger uit te trekken. Hoofdst. Ill afd. III art. 4. Aangezien van den post voor onvoorziene uitgaven, voorko mende op de begrooting voor 1889, thans, nu dit jaar reeds bijna voor 5/6 is verstreken, nog ruim 15000 beschikbaar is, de inkom sten over dit jaar niet dreigen tegen te vallen en de uitgaven evenmin, achten burg. en weth. het meer dan waarschijnlijk dat weder een aanzienlijk batig slot over dit jaar zal worden verkregen. Zjj blijven alzoo de door hen voor gestelde geheele aflossing der leening van 1881 gerechtvaardigd achten, zelfs indien de be schoeiing het door de commissie genoemde hooge bellrag van 24000 zou kosten. Doch dit daargelaten, kan thans worden medegedeeld dat volgens door den gemeen tebouwmeester opgemaakt plan en begrooting, gewijzigd naar de opmerkingen van de com missie van fabricage, het werk slechts 16000 zal kosten. Hoofdst. V afd. III art. 4. Burg. en weth. hebben geen overwegend bezwaar tegen het uittrekken van een nieuwen post. Zij achten het ook wel niet waarschijnlijk dat gedepu teerde staten daartegen bezwaar zullen hebben, doch dan dient wel het tegenwoordig art. 4 »overige kosten van de brandweer" art. 5 te worden. Het nieuwe art. 4 zou dan bv. kunnen luiden: premie bij brand toe te kennen aan de mili taire spuiten 100. Hoofdst. V afd. IV art. 1zie wijziging be grooting 1888. Hoofdst. VIII afd. 1 art. 4 en afd. II art. 3: zie hierboven bij hoofdst. Ill afd. III art. 4. Algemeene beraadslagingen worden niet ge voerd, zoodat onmiddellijk aangevangen is met de artikelsgewjjze behandeling van de begroo ting, beginnende bij de Uitgaven. Bjj hoofdst. I afd. 1 art. 4 zegt de heer Snijders een nieuw artikel 5 te willen invoegen luidende jaarwedde van den archivaris Memorie. Hjj licht dit toe door te wijzen op de wen- scheljjkheid, die er z. i. bestaat, voor de aan stelling van zoodanigen ambtenaar. De voor steller wil geen som uitgetrokken zien maar alleen burg. en weth. uitnoodigen bij eene voorkomende gelegenheid eene voordracht te dezer zake te doen. Dit voorstel wordt zonder verdere beraadsla ging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bp art. 8 van datzelfde hoofdst., jaarwedde van den ambtenaar belast met de liquidatie van de saldo's der wisselbank f 886, stelt de heer Van Dunné voor dien post te schrappen en een gelijk bedrag te brengen onder afdeeling III pensioenen en wachtgelden. De heer Van Dunné licht dat denkbeeld toe. De post, zooals die thans is uitgetrokken, is een fictie. Werk is aan de liquidatie niet verbonden en daarvoor een jaarwedde uit te trekken is onnoodig. De spreker wil den be trokken ambtenaar, een oud man, die steeds trouwe diensten bewees, niet zijn tractement ontnemen maar hem, mits onder een anderen vorm, als wachtgeld en gratificatie hetzelfde bedrag geven. Het voorstel, waarover geen verdere discussie wordt gevoerd, wordt in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Tegen stemden de heeren W. J. Snouck Hurgronje, W. J. Sprenger, F. Gr. Sprenger, De Stoppelaar, Van Hoek, Tak, Hogerwaard en Schorer. Bjj afd. II art. 1, van 't zelfde hoofdstuk Kosten van licht, wijst de heer Van Berlekom erop dat de zittingen van den raad, als die tegenwoordig veelal 's middags gehouden worden, veel tijd van de leden vergen en sommigen hunner somtjjds verhinderd zijn die bij te wonen. Hij spreekt den wensch uit dat de raadszaal moge verlicht worden en noodigt burg. en weth. uit den raad in eene volgende zitting te willen dienen van preadvies in hoeverre tot verlichting van de vergaderzaal kan worden overgegaan. De heer Van Berlekom wenscht hiermede echter niet de wenschelijkheid te kennen te geven om steeds avondzittingen te houden maar alleen om die mogelijk te maken. De voorzitter geeft inlichting en verklaart dat burg. en weth. met genoegen de zaak zul len onderzoeken. De heer Snijders stelt op dezelfde gronden voor een post op de begrooting te brengen aanleg van gasleiding in en verlichting van de raadszaal Memorie. De heer Tak vraagt of de post wel onder art. 1 dient opgenomen en geeft ia over weging of deze niet behoort onder art. 10 van deze zelfde afdeeling: schoonmaken en meubi- leeren enz. Deze vraag geeft tot eene korte gedachten- wisseling aanleiding, aan het eind waarvan de heer Jeras voorstelt den post als art. 106 uit te trekken. De beslissing wordt aangehouden tot na de behandeling van art. 10. De kosten van brandstoffen ƒ260, art. 2 van dezelfde afdeeling, waaromtrent de commissie van financiën eene opmerking maakte, worden, na toelichting van den voorzitter, op het voor gesteld bedrag behouden. Na vaststelling van art. 10« wordt overeen komstig het zoo straks genoemde voorstel van den heer Snijders, geamendeerd door den heer Jeras, zonder hoofdelijke stemming besloten. Bij afd. III art. 2 en 3 wordt het voorstel van den heer Van Dunné betrekkelijk den amb tenaar, belast met de liquidatie van de Wis selbank, behandeld. Een voorstel van den heer Van Hoek, over genomen door burg. en weth., strekt om den tegenwoordigen titularis te ontslaan en hem pensioen en toelage toe te kennen. De heer Tak vraagt of het niet wenschelijk is eerst eens kennis te nemen van het raads besluit, waarbij die titularis werd benoemd. Hjj meent dat daarmede rekening dient ge houden, want z. i. gaat het niet op, wat de heer Van Dunné beweerde, dat door het royeeren van den betrekkeljjken post de ambtenaar tevens ontslagen is. Zoo zou men, zegt spre ker, ook wel de rente op de begrooting kun nen schrappen, waarmede echter de houders der schuldbrieven wel geen genoegen zouden nemen. De heer A P. Snouck Hurgronje geeft, op grond dat z. i. vele leden niet de portee van het voorstel hebben begrepen, in overweging op het voorstel Van Dunné terug te komen en de zaak bjj de vaststelling van een volgende begrooting te behandelen. Dit denkbeeld bestrjjdt de heer Van Dunné op grond dat de begrooting een beeld van den feitelijken tot stand moet geven, wat zjj in dezen niet doet. De heer W. J. Snouck Hurgronje verklaart in te Btemmen met het denkbeeld van den heer A. P. Snouck Hurgronje. Deze spreker vraagt of het niet gevaarljjk is den betrokken amb tenaar te ontslaan. Injjden laatsten tjjd is, volgens den heer Van Dunné, wel niets gele- quideerd maar de mogeljjkheid bestaat dat in het volgend jaar wel zal moeten geliquideerd worden en dan is z. i. toch een ambtenaar noodig. Het voorstel van den heer A. P. Snouck Hur gronje wordt nu in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Den Bouwmeester, Jeras, Snijders en Van Dunné. Het voorstel-Van Dunné wordt alsnu door den voorsteller losgelaten. Art. 3 van afd. IIItoelagen aan gemeente ambtenaren enz. 200, woidt met het oog op het genomen besluit omtrent de pensioneering van nachtwakers op 440 gebracht. Bjj hoofdst. II afd. I art. 2, jaarwedde van den klerk van den gemeente-ontvanger, wordt conform het voorstel van burg. en weth. besloten. In verband hiermede wordt art. 4 van afd' II van hetzelfde hoofdst., kosten bij het opmaken van het kohiei der pi. dir. bel., met 100 ver minderd en op 75 teruggebracht. Bjj hoofdst. Ill afd. II art. 1, onderhoud openbare gebouwen enz., vraagt de heer Den Bouw meester eenige inlichting omtrent den daar onder begrepen post van 580 voor het her stellen der wijzerborden. Hjj acht dit te veel. De weth. Sprenger deelt mede dat dit een gewone begrootingspost is. De heer Snijders maakt bij dit artikel nog de opmerking dat een der onderdeelen foutief berekend is en ƒ0.05 te laag was. Burg. en weth. erkennen dit juist en stellen voor den post 2791.45 te brengen op ƒ2791.50 Dit wordt goedgevonden. Bij art. 4, onderhoud van riolen enz., betuigt de heer De Ligny zjjne tevredenheid dat burg. en weth. weder den aanleg van 12 syphon- bakken voorstellen; tevens vraagt hij of het niet mogelijk is een zoodanigen bak te leggen in de Langoviele. De heer Sprenger deelt mede dat de syphon- bakken steeds worden gelegd op verzoek van de ingezetenen. De heer Snjjders merkt op dat ook door een ander ingezetene, den heer Snoep bjj de Oostkerk, een zoodanig verzoek bjj den gemeentebouw meester is ingediend doch zonder succes. Bjj art. 7. Kosten van fonteinen enz., wijst de heer Snjjders erop dat onder dezen post begre pen is het loon van 2 kantonniers ad ƒ730 's jaars, terwijl daarvoor wordt betaald f 655.20. Hjj wenscht daarom wjjziging van dien post. De heer Jeras deelt mede dat de loonen van de kantonniers varieeren naar gelang van de werkuren, Bjj afd. III art. 4 van hetzelfde hoofdstuk, vernieuwing tan de beschoeiing aan den Korendyk, stellen burg. en weth. dien voor memorie uitge trokken post te brengen op 11.600. De heer A. P. Snouck Hurgronje licht het rapport der commissie van financiën te dezer zake nader toe, vooral wat betreft het hooger cijfer, dat door haar is aangegeven. De heer Snjjders wjjst erop dat bjj vroegere besprekingen over deze zaak niet is uitgemaakt, hoe de vernieuwing zal geschieden. Spreker zou wenschen dat, nu dit cjjfer op de begroo ting wordt gebracht, de leden van den raad in de gelegenheid zullen gesteld worden om over deze zaak van gedachten te wisselen. Blijkens mededeeling van burg. en weth. is dit hun voornemen. De heer Van Dunné vraagt verlof om nog het een en ander te zeggen over de voltooiing van de demping der Achtergracht en van het aldaar onderhanden zijnde riool voor hemel en spoelwater. Hij bespreekt nu de nivellatie van het terrein, die nog ontzettende groote gebreken heeft en waardoor nog heel wat uitgaven noodig zullen zjjn. Verder wjjst hjj op den afvoer van spoel water van het gasthuis in een deel van de Noordpoortstraat naar de vest om zijn twjjfel uit te spreken over de doelmatige plaatsing van den verzamelingsbak bij de Noordpoort. Spreker vraagt of men er wel over gedacht heeft om het spoelwater van de huizen in de Noordpoortstraat te loozen door het groote stadsriool, dat bij de manége uitmondt. Spreker wijst ook op den toestand van de Heerengracht en meent dat ook daar verbete ring dringend noodig is. Hjj vraagt ten slotte lo. welke maatregelen burg. en weth. wenschen te nemen opzichtens de demping der Achtergracht en 2o. zijn burg. en weth. bereid in den toestand van de Hee rengracht verbetering te brengen De wethouder van fabricage geeft toezegging in een volgende zitting op deze vragen te antwoorden. De heer Van Berlekom stelt eveneens den minder gunstigen toestand van de Achtergracht in het licht, doch meent dat, alvorens verbe tering aan te brengen, afgewacht moet worden wat bjj de weldra te behandelen politieveror dening zal worden bepaald. Eerst dan kan geoordeeld worden. Spreker is het eens dat de afvoer aldaar moet verbeterd worden. Bij hoofdst. IV afd. I art. 1, onderhoud van verhuurde gebouwen, deelt de wethouder van fabricage mede dat die post door de verhuring van een deel der gebouwen der Commercie- Compagnie aan den heer Mace eenigszins meer zal eischen. Burg. en weth. achten echter geen voorstel tot verhooging noodig. Bjj hoofdstuk V art. 1 afd. I, jaarwedde van den commissarts vanpolleie, stellen burg. en weth voor dien post met 400 te verhoogen als ge volg van het onlangs genomen besluit. Dit wordt goedgevonden. Bjj art. 9 van dezelfde afd., kosten besmettelijke ziekten, stelt de heer Van Berlekom voor dien post met 50 te verlagen en art. 11, kosten der gezondheidscommissie, met 50 te verhoogen. De heer Van Berlekom licht zjjn voorstel op medische gronden toe. Na discussie stelt de heer Tak voor art. 9 te behouden en art. 11 met 50 te verhoogen. Dit denkbeeld wordt door den heer Van Berlekom overgenomen en met algemeene stemmen aan genomen. Art. 13, tijdelijke vergoeding aan den waterschout, wordt door burg. en weth. teruggenomen in verband met de verhooging van art. 1. De heer F. G. Sprenger wenscht den post te behouden en dien voor Memorie uit te trekken. Dit wordt goedgevonden. Bij afd. III art. 4 van hetzelfde hoofdstuk stellen burg. en weth. voor te handelen als door hen in hun advies omtrent het rapport der commissie van financiën is voorgesteld. Alzoo wordt besloten. Bjj afd. IV art. 1, kosten der straatverlichting, zegt de weth. Sprenger dat die post, in ver band met de beslissing genomen bjj de be handeling der begrooting van de gasfabriek, behoort verhoogd met 8500. Dit wordt goedgevonden. Bjj hoofdstuk VII afd. 2 art. 1, jaarwedden onderw. personeel middelb. onderwijs, stelt de heer Van Dunné voor, dat art. te verhoogen met ƒ10200 en art. 1 der 3e afdjaarwedde onderwijzers, (lager onderwjjs), te verminderen met 10200. De heer Van Dunné licht zjjn voorstel toe de 10200, door hem genoemd, is de som der jaarwedden der onderwjjzeressen aan de meisjes school. Deze school is volgens spreker eene verkapte school en niét eene die behoort onder het lager maar onder het middelb. onderwjjs. Thans wordt een deel in de kosten door den staat gedragen maar dit gaat, volgens spreker, niet op wil de gemeente eene middelbare school goed maar dan moet ook de rechte weg behandeld worden. Bovendien wjjst spreker er op dat het school geld, op die school geheven, niet in evenredig heid is met de kosten der inrichting. Uit het oogpunt van recht en billijkheid doet de heer Van Dunné daarom zjjn voorstel. Spreker licht dit in het breede toe en wjjst ook op de jaarwedden der onderwijzeressen, die niet in vergeljjking staan met die van onderwjjzers aan andere scholen. Het voorstel wordt, zonder dat eenige ver dere beraadslaging gevoerd wordt, met alge meene stemmen behalve die van de heeren Van Dunné en Snjjders verworpen. De heer Van Berlekom heeft de vergadering verlaten. Bij Hoofdst. Vil afd. Ill art. 1, jaarwedden der onderwijzers, f 44169.98, stelt de heer Van Dunné voor dit artikel te verminderen met 3550. De spreker wjjst, ter toelichting van dit voorstel, op het verschil tusschen de kosten van de scholen D en F, waarvan hoofden zjjn de dames Klaar en Chivat. Men is huiverig van sectescholen, maar hier worden standenscholen onderhouden, die naar sprekers meening onnoodig zjjn en zeer slecht werken. De twee scholen, door hem genoemd, konden, waar ze samen niet meer dan 100 leerlingen tellen, gemakkelijk worden vereenigd, wat zeer ten bate komen zou van de gemeente. Zonder verdere beraadslaging wordt het voor stel verworpen. Alleen de heeren Van Dunné en Snjjders stemden er voor. Bjj art. 7 van dezelfde afd. verklaart de heer Snjjders zich tegen den voorgestelden aanleg van eene gasleiding in school F en in de wo ning van het hoofd dier school. Avondschool wordt daar niet gegeven en spreker acht den aanleg onnoodig. De voorzitter toont de noodzakeljjkheid van het voorgestelde aan, wat den heer Snjjders aanleiding geeft toe te zeggen dat hjj er mede zal meegaan, mits de burgemeester hem ver- gunne zich later te overtuigen dat bet voor gestelde noodig is. Bjj art. 2 van afd. IV van hetzelfde hoofd stuk, overige kosten der bewaarscholen, stellen burg. en weth. voor een post uit te trekken van 150 ter voldoening aan het in de vorige vergadering medegedeeld verzoek van het dep. Middelburg der maatsch. Tot nut van 't algemeen. De heer E. P. Schorer heeft wel eenig be zwaar tegen de zaak; hjj heeft wel het adres hooren voorlezen doch verder heeft hjj daar van geen kennis kunnen nemen, waardoor hij niet in staat is hierover een beslissing te nemen. Burg. en weth. nemen hun voorstel terug en wenschen dat te doen bjj afd. V Bjj afd. V. van hetzelfde hoofdst. vraagt de heer Snjjders of de som van 150, uitgetrokken voor een kweekeling bjj de gymnastiekschool, is bestemd voor den heer Van der Bel. Zoo ja dan verwondert het den heer Snjjders dat die kweekeling van de stad eene jaarwedde genieten in zjjn privé eene concurreerende inrichting exploiteert. De voorzitter geeft inlichting, waaruit bljjkt dat de heer Van der Bel de bedoelde persoon is en deze van geen instuctie voorzien is, waarbij hem het geven van onderwijs voor eigen rekening wordt verboden. De heer Snjjders verklaart zich voldaan. Thans brengen burg. en weth. hun voorstel tot inwilliging van het zoo evengenoemd ver zoek van het dep. Middelburg van het Nut ter tatel. De heer Schorer bljjft bjj zjjn zoo even uit gesproken gevoelen. De heer Van Hoek verklaart er zich tegen, op grond dat hjj niet gaarne door inwilliging een antecedent zou scheppen voor later, wat zeer ernstige gevolgen zou kunnen hebben. De heer W. H. Snouck Hurgronje wenscht mede te gaan met het denkbeeld van den heer Schorer, al is hjj ook voor inwilliging van het verzoek gestemd. Burg. en weth. verklaren alsnu dit voorstel aan te houden. Plaatsgebrek noopt ons het verslag hierbjj af te breken. Morgen geven wjj het slot daar van. Wjj vermelden nu nog dat op voorstel van den heer Snjjders met 10 tegen 7 stemmen be sloten is den post voor aflossing van den 15tn termijn kosten aanleg haven-kanaal f 10.000 pro memorie uit te trekken. Dit staat in verband met den slechten toe stand van het kanaal bjj Veere. Verder werd met 13 tegen 4 stemmen ver worpen een voorstel van den heer Van Dunné om, in plaats van 50, 45 opeenten op den hoofdsom der personeele belasting te heffen. De begrooting is ten slotte met algemeene stemmen op een na, die van den heer Van Dunné, vastgesteld in ontvaDg en uitgaaf op ƒ346,123.92. Athene, De commissie tot ondersteuning der Kretenzers zal den mogendheden aantoonen, dat Chakir pacha, Kreta door verraad bezette zjj zal scheiding van Kreta van Turkjje vragen. Honden. Van Thursday Island is bericht ontvangen dat de Anglikaansche geesteljjke Savagne met inlandsche onderwjjzers en de equipage van het schip Mary.allen van het zendelinggenootschap te Londen, door in boorlingen op New-Guinea vermoord zjjn. De regeering van Queensland zond de stoomboot Albatros naar Thursday. Ten overstaan van den notaris Verhey zjjn Dinsdagavond op de bovenzaal der sociëteit De Vergenoeging alnier, te koop aangeboden een huis en erf te Middelburg, Noordzjjde van den Dam, wjjk N no 7, ingehouden op ƒ4050; een huis en erf aldaar, Gortstraat, wijk I uo 333, verkocht voor 1300een huis en erf aldaar, Penninghoek, wjjk L no 65, verkocht voor 616 en een pakhuis aldaar, Kuipers poort, wjjk G no 79, verkocht voor ƒ450. Aan A. Jobse alhier is door den gene- raal-majoor hoofd-intendant bjj het leger de levering gegund van de benoodigde aardap pelen voor het garnizoen Middelburg, van 1 November 1889—15 Juni 1890, tegen den prjjs van 2.43 per HL. e Van 26 tot 28 October. Middelbdeq. Getrouwd J. W. H. Brouwer, jrn. 26 j. met J. E. Bulterjjs, jd. 27 j.J.Knol, jm. 37 j. met L. A. G. Steenmejjer, jd. 28 j. BevallenW. J. Jenting, geb. Geldof, z. OverledenM. M. Plujjmers, vrouw van M. C. W. van Tiel, 26 j. C. Schrier, vrouw van M. B. Luedekuse, 64 j. J. C. Kamermans, wed® van J. A. van Offenbeek, 52 j. De Avion Tin Maatschappij, een Neder- landsche onderneming, waarin een reeks be kende notabele Nederlanders betrokken zjjn en waarvan enkelen de leiding der zaak op zich genomen hebben, heeft de inschrjjving op haar 5 pet. obligatieleeuing van ƒ3,000,000 op 1 November a. opengesteld. Ten opzichte van de détails dier zaak ver- wjjzen wij onze lezers naar de annonce in dit en ons vorig nommer. B. en W. van Amsterdam stellen den raad voor om den heer Gerlacus Bouricius met in gang van 1 November a. s. te benoemen tot sub-ontvanger der plaatselijke directe belasting in het 2e kantoor; en den heer J. C. Roest mede met 1 Nov. eervol te ontslaan als tjjdeljjk sub-ontvanger. Te Amsterdam heeft zich een geval van hondsdolheid voorgedaande honden moeten daar gedurende 4 maanden gemuilkorfd zjjn. Te Amsterdam, in de Tuinstraat, maakte een menschlievende huisbaas van de afwezig heid van een weduwe gebruik, om alle glas ruiten uit de ramen harer woning te snjjden. Daardoor stelde hij de drie kleine kinderen der weduwe, en het boeltje van de arme vrouw, die was uitgegaan om iets te verdienen, aan den invloed van weer en wind bloot. Tot deze onmenscheljjke daad kwam de huisbaas, omdat de weduwe hem nog eenig geld aan huishuur schuldig was. Eenige buren namen de kinderen bjj zich in huis, om de komst hunner moeder af te wachten. De sergeant-majoor der artillerie J. D., te Helder, die de vorige week zonder verlof zjjn korps verliet, in wiens administratie grove onnauwkeurigheden zijn ontdekt, is te Amster dam opgespoord en onder geleide naar zjjn woonplaats teruggevoerd. Te Koekange is iemand in hechtenis ge nomen als verdacht den brand gesticht te heb ben, die dezer dagen aldaar plaats had, en waarbjj een jongeling van 21 jaren om het leven kwam. In het dorpje M. in de gemeente Oost- Dongeradeel is, naar men verneemt, de lynchwet toegepast. Dezer dagen was uit dat dorp oen jong, niet onbemiddeld gehuwd landbouwer, die zich veelal in zekere herberg ophield, en naar men vermoedde tot eene der dochters ia ongeoor loofde betrekking stond, met deze in stilte naar Amerika vertrokken. De veronderstelling dat de moeder dit verkeer zeer begunstigde, scheen niet ongegrond, en nu heeft het verontwaar digd publiek in den nacht van Zondag op Maandag al de glazen der herberg stuk geslagen enz. enz. De kasteleines heeft den volgenden morgen onder toezicht der politie hare meubelen gepakt en is naar elders verhuisd. Te Wildervank bracht dezer dagen een heusche spookhistorie de hartjes en hoofdjes der »Breiwichter" van een school aldaar bjj herhaling in onrust en op hol. Bijna eiken avond, als 't goed en wel donker was geworden, ver scheen een spook, een witte gedaante, in den tuin bjj de school en mocht dan de voldoening smaken, dat de meisjes, zoodra ze de verschjjning ontdekten, met een hevigen gil verschrikt weer in huis vlogen. Men zocht naar licht in de duistere zaak, en men vond het. Tegen Woens dagavond werd door een paar moedige jongelui afgesproken, om het monster op te wachten en zoo mogeljjk krjjgsge vangen te maken of op de vlucht te jagen. Zoo gezegd, zoo gedaan. Tegen den tjjd dat het spook gewoon was te verschijnen ging men op post staan, en ja wel, daar dook het uit den nevel opmen liet het eerst wat naderbjj komen, doch trad toen kloek moedig op en mocht erin slagen het op de vlucht te jagen. Voort ging het door heggen en struiken, totdat de zoo gevreesde gedaante op eens verdweenin den mestput (die toe vallig juist leeggemaakt was) van een der buren. Daar lag het spook nu hulpeloos en weerloos. Men had thans al den tjjd om het wat van naderbjj te bezien en herkende den papa van een meisje, dat ook op de brei-inrichting had gegaan, doch vóór eenige dagen daarvan ver- wjjderd was. Onlamgs kreeg te Zwolle een spoorweg arbeider, weduwnaar met vier kleine kinderen, met de justitie iets te doen, hetgeen hem aan leiding gaf om in alle stilte een gedeelte van zjjn boeltje te verkoopen en met de noorder zon te vertrekken, nadat hjj aan zjjne zuster, die zjjne huishouding bestuurde, geen ander adres had achtergelaten, dan dat hjj naar Londen ging. De zuster, die al heel spoedig geen raad met de vier kleinen wist, maakte alles te gelde wat de vader nog had achtergelaten en trok met hen op goed geluk over Amsterdam naar Londen. Daar wist men natuurlijk niets van den man, en wjjl de reizigers zich niet verstaanbaar konden maken en zjj geen cent meer bezaten, had de kapitein der boot de vriendelijkheid hen maar weer mede naar Amsterdam te nemen, vanwaar zij met de nachtboot naar Zwolle terugkeerden. Vervolgens trokken zjj naar Twello om bjj hunne familie hulp en troost te zoeken, doch deze was zelf ook rjjk aan kinderen, maar minder goed voorzien van aardsche goederen, zoodat zjj andermaal naar Zwolle moesten terugtrekken. Eindeljjk heeft het Ned. Hervormd armbe stuur aldaar zich over de arme zwervers ont fermd en een einde gemaakt aan hun zwerftocht* Evenals elk jaar om dezen tjjd, wanneer de schepen schaarscher beginnen binnen te loopen, openbaart zich te Duinkerken weder levendig het antagonisme tusschen Fransche en Belgische dokwerkers. De Fransche arbeiders willen de Belgische van het los- en laadwerk uitgesloten zién. Toen Maandag Belgische werklui aan het lossen waren van een Engelsch schip kwam een troep van 400 Franschen om hen dit te beletten. Een klerk van een scheeps makelaar, die tusschenbeide(wilde komen, werd geslagen en gekwetst. Zondag werd de Parjjsche tentoonstelling door men beweert 350,000 personen be zocht. Het gedrang was onbeschrjjfeljjk. Er bestaat plan de verlichte fonteinen over te brengen naar de Place de la Concorde.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2