N°. 238.
132e Jaargang.
1889.
Dinsdag
8 October.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 7 October.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
X1BDELBI R(iS(llK (II! IÏWT.
Thermometer.
Middelburg 7 Oct. vm. 8 n 55 gr.
m. 12 u 57 gr. av. 4 u. 57 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van
Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie
bureau van Nijgh Van Ditmae te Rotterdam de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam,
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te een uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Anti opium-bond.
Men verzoekt ons opname van de volgende
uitnoodiging tot deelneming aan een anti-opium-
bond.
Gedurende tal van jaren is telkens en met
nadruk, zoowel in als buiten 's lands vergader
zaal, met woord en geschrift, door mannen,
behoorende tot elke staatkundige richting, ge
wezen op de verderfelijke gevolgen, die ontstaan
uit het opium-verbruik in Indië.
Herhaaldelijk werd op de meest krachtige
en overtuigende wijze de ellende geschetst,
die onafscheidelijk verbonden is aan dezen
volkskanker en werd uiteengezet hoe, tenge
volge van het bestaande pachtstelsel, de inlan
der tot het gebruik van opium wordt gebracht
door den machtigen pachter, die, om zijn doel
te bereiken, inlandBche hoofden en politie naar
zjjn hand weet te zetten door de kracht van
zjjn geld.
In antwoord hierop werd steeds, en voorzeker
te goeder trouw, door de regeering verklaard
dat het haar ernstig streven zou zijn zooveel
mogelijk gebruik en vooral misbruik van opium
in Indië te keer te gaan.
Achtereenvolgens werden allerlei wijzigingen
in het pachtstelsel voorgesteld, gemaakt, weer
losgelaten en later wederom opgevat, doch dit
verhinderde niet dat er op Java steeds meer
opium verbruikt werd en de pachtsommen dan
ook telkens hooger werden, zoodat op dit
oogenblik de opium-pacht op Java alléén ruim
15 millioen opbrengt, terwijl die vóór vijftien
jaar nog geen 7 millioen opleverde.
Ziehier een overzicht van de opbrengst der
opium-pacht overeenige ja ven voor geheel Indië in:
1792 250.000; 1822 ƒ1.500.000; 1825 ruim
2 millioen; 1855 ruim 6^ millioen; 1861 ruim
11 millioen; 1870 ruim 10 j millioen; 1877
ruim 13 millioen en 1888 ruim 20 millioen.
Men ziet dus, dat, niettegenstaande alle ver
anderingen in het pachtstelsel gebracht en
er waren er vele, alle met het openlijk uitge
sproken doel om verbruik van opium tegen te
gaan dit verbruik aanhoudend is toegeno
men en dat, niettegenstaande al wat er gezegd
is en al wat er beproefd werd in die vele jaren,
de toestand op dit oogenblik treuriger is dan
ooit te voren.
Uit alles bljjkt ten duidelijkste, dat de voor
name oorzaak van het steeds toenemend opium
gebruik schuilt in het pachtstelsel zelf.
Dringt men tot den grond der zaak door, dan
is ook niets natnurljjker.
De feiteljjke toestand toch is deze, dat, ter
wille der pachtsommen, de inlandsche bevol
king wordt overgeleverd aan Chineezen, die
alles in 't werk stellen om hun debiet uit te
breiden, en voor geene handelingen, hoe onze
delijk ook, terugdeinzen om opium-schuivers te
kweeken en om den inlander, die eenmaal bjj
hen als schuiver bekend staat, dit vergif te
blijven toedienen.
Om deze handelingen ongestraft te kunnen
plegen en het noodige opium te kunnen bin
nensmokkelen, want het door het gouver
nement verstrekte dure opium bedraagt veel
minder dan het verbruik brengt het belang
van den pachter mede, inlandsche hoofden en
inlandsche politie om te koopen, hetgeen hun
menigmaal maar al te goed gelukt.
Dat de pachter overigens ter wille van de
pacht ontzien wordt, ljjdt geen twjjfel.
Het is toch van algemeene bekendheid dat,
terwijl er volgens de wettelijke bepalingen op
Java slechts 854 kitten mogen bestaan, er niet
temin duizenden geheime opium-verkoopplaatsen
zjjn, en dat de pachter, in plaats van grove
winsten te maken, aanzienlijke verliezen zoude
Ijjden, wanneer door hem geene groote hoeveel
heden opium werden binnengesmokkeld.
t) Da minister van koloniën zeide, den 21 Norember
1888, in de Tweede kamer
..Nu evenwel is het getal kitten zoodanig uitgebreid'
dat, ofschoon in de jongste verordening betreffende de
verpachtingen een getal van 850 kitten voor geheel Java
is toegelaten, overal nog verboden kitten worden aange
troffen en volgens het rapport van den heer Te Mechelen
in éene residentie nog duizend kitten waren, die niet door
het plaatselijk bestuur waren toegelaten en van welker
bestaan het bestuur zelfs ten eenenmale onkundig was.
nHet blijkt uit genoemd rapport, dat een resident, door
den heer Te Mechelen gehoord over het getal kitten in
zijn gewest, antwoordde, dat, voor zoover hem was bekend
er geen anderen waren dan door het bestuur toegelateue.
Bij nader onderzoek bleek evenwel dat er buitendien nog
duizend waren."
[Java en Madura na tellen-22 residenliën.)
Terwijl toch in de laatst verloopen acht jaren
het totaal bedrag der pachtsommen met ruim
22 pet toenam, verminderde tegelijkertijd de
hoeveelheid van het door de pachters bij het
gouvernement aangevraagde opium met niet
minder dan 37 pet, hoewel de prijs, waarvoor
zij hunne waar slijten, over het algemeen niet
is verhoogd.
Nooit werd dan ook op afdoende wijze tegen
den door den pachter gedreven smokkelhandel
opgetreden.
Tegen den smokkelhandel door derden werd
wel iets, maar nog veel te weinig gedaan.
Terwijl toch het opium-monopolie in Indit
meer dan 20 millioen opbrengt, wordt slechts
4 ton op de begrooting uitgetrokken voor het
fnuiken van den smokkelhandel.
Steeds nam op Java het opium-gebruik toe.
Steeds werden de pachten hooger.
Hoe langer hoe meer kwamen de inlandsche
ambtenaren onder den heilloozen invloed der
pachters.
Geleidelijk en gestadig verergerde de toestand.
Deze is thans treuriger dan ooit te voren,
en het is met zekerheid te verwachten, dat hjj,
wanneer niet met het bestaande stelsel gebroken
wordt, nog ellendiger worden zal.
De Javaan wordt, lichamelijk en zedelijk
verdorven door het hem toegekende vergif.
Hij is overgeleverd aan de schandelijkste
willekeur en knevelarij van de pachters en hunne
handlangers.
Bij het vooortwoekeren van dezen kanker
worden èn het productief vermogen èn de
bronnen van volkswelvaart ernstig bedreigd,
ja, loopen ook de rust en veiligheid in onze
schoone kolonie gevaar.
Overtuigd dat, zoolang de smokkelhandel niet
krachtig bestreden en de bestaande regeling
niet verlaten wordt, er geen verbetering te
wachten is; ziende dat alle individuëele ver-
toogen in woord en geschrift, tot nog toe geuit
niet hebben gebaat, achten de ondergetee-
kenden het hun plicht een poging in 't werk
te stellen, om met den meesten nadruk de
aandacht van het Nederlandsche volk op deze
onheilen te vestigen, ten einde tegen den
bestaanden toestand een krachtig protest te
doen hooren, de regeering te steunen, waar zij
aan dien vloek een einde wenscht te maken,
en er ernstig op aan te dringen dat niet langer
millioenen Nederlandsche onderdanen aan gene
zijde van den Oceaan ten verderve van ziel en
lichaam worden geëxploiteerd, ter wille van
de schatkist en ten bate van eenige Chineezen.
Zij wenschen dus een beroep te doen op alle
landgenooten in moederland en koloniën, om
lid te worden van een verbond, dat zich ten
doel stelt met alle geoorloofde middelen het
misbruik van opium in Indië te bestrijden, en
mitsdien vóór alles te streven naar opheffing
van het tegenwoordige pachtstelsel en naar de
invoering van eene regeling, waarbij niemand
persoonlijk belang heeft bij het toedienen van
dit verderfelijk heulsap.
Alleen op die wijze toch kan gestadige ver
mindering van het gebruik en geleidelijke
uitroeiing van het kwaad worden verkregen.
Zij vragen daarbij minder geldeljjken dan
zedeljjken steun. Een geringe jaarlijksche bij
drage van 1 als minimum moge als bewijs
van lidmaatschap van den bond gelden, ook
elk ander bljjk van instemming zal ten zeerste
welkom zijn.
Deze circulaire is geteekend door de heeren
J. P. I. Buteux, lid van Ged. staten van Zeeland,
oud-lid der Tweede kamer; jhr J. A. H. C. van
Doorn van Koudekerke, beiden te Middelburg,
en verder door de heeren jhr mr W. C, A.
Alberda van Ekensteyn, lid v/d Eerste kamer
der Staten-generaal, Groningen, mr W. B.
Bergsma, oud-hoofdambtenaar in Ned.-Indiëi
Apeldoorn, A. J. Bljjdensteyn, lid v/d Eerste
kamer der Staten-generaal, Enschede, H. D
Canne, oud-gouverneur van Sumatra's Westkust'
jhr mr W. Elout van Soeterwoude, B. Heldring,'
directeur der Nederl. Handelmaatschappij, Amster
dam, jhr mr J. E. Huydecoper van Nigtevecht
lid v/d firma Huydecoper Yan Dielen, Utrecht'
E. B. Kielstra, oud-lid v/d Tweede kamer der
Staten-generaal, dr E. Laurillard, predikant te
Amsterdam, mr H. D. Levyssohn Norman, oud
lid in den raad van Ned.-Indië, lid v/d Tweede
kamer der Staten-generaal, mr O. J. H. graaf
van Limburg Stirum, mv P. A. van der Lith,
hoogleeranr, directeur v/d inrichting tot oplei
ding van O.-I. ambtenaren te Leiden, mr J. de
Louter, hoogleeraar in het staatsrecht te Utrecht,
dr H. H. Meulenbelt, predikant te Houten,
mgr Ad. van Moorsel, gepens. Indisch pastoor,
R.-K. priester te Eindhoven, mr A. van Naamen
van Eemnes, voorz. v/d Eerste kamer der Staten-
generaal, J, F» van Nunen, lid v/d Tweeds
kamer der Staten-generaal, Amsterdam, P. baron
van Aylva van Pallandt, oud-lid v/d Tweede
kamer der Staten-generaal, Putten, jhr mr J.
K. W. Quarles van Ufïord, oud-refer. b/h dept.
van koloniën, dr J. van Riemsdjjk, kolonel,
oud-chef v/d geneesk. dienst in Ned.-Indië,
Arnhem, J. E. N. baron Schimmelpenninck van
der Oye, kolonel, adjudant des konings, lid v/d
Tweede kamer der Staten-generaal, N. D.Schuur-
mans, rustend zendeling-leeraar, Haarlem, E.
César Segers, voorzitter van het comité voor
Ned. zendings-confer., Leiden, J. G. Sillem, lid
van het huis Hope Co., Amsterdam, J. Span
jaard, hoogleeraar, directeur der Indische in
stelling te Delft, N. J. Struick, laatst, inspecteur
van financiën in Ned.-Indië, jhr mr J. H. F. K.
van Swinderen, lid v/d Eerste kamer der Staten-
generaal, Friesland, jhr mr O. Q. van Swinderen,
lid v/d rechtbank te Groningen, mr A-. F. Yos
de Wael, lid v/d Tweede kamer der Staten-
generaal, Zwolle, ds P. van Wijk Jr., secretaris
van het comité voor Ned. zend.-confer., Rotter
dam en dr Th. C. L. Wijnmalen, lid v/h bestuur
v/h Ind. genoot. v/h Ind. instituut.
Zjj, bij wier naam geen woonplaats is vermeld,
wonen te 's Gravenhage.
[Bjj toetreding wende men zich tot jhr mr
W. Elout van Soeterwoude, Bezuidenhout 29
's Gravenhage.]
Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer in
den Hoogen raad der Nederlanden mr B. H.
M. Hanlo, thans raadsheer in het gerechtshof
te 's Gravenhage.
Bij beschikking van den minister van finan
ciën zjjn de heeren P. Schoutens te 's Her
togenbosch en H J. Messer te Middelburg,
surnumerairs bjj 's rijksbelastingen, naar Rotter
dam overgeplaatst.
Naar men ons mededeelt, moet het voorstel
van den heer Bahlmann bij het onderzoek in
de afdeelingen der Tweede kamer door de leden
der rechterzijde niet ongunstig zjjn ontvangen,
althans was betreft de Heffing van invoerrecht
op tarwe.
De verkiezing voor een lid der Tweede kamer
in het hoofdkiesdistrict 's Gravenhage, ter ver
vanging van mr L. G. Greeve, zal plaats hebben
op Dinsdag 29 October e. k., en de herstemming,
zoo noodig, op Dinsdag 12 November.
Aan de leden der Eerste Kamer is rondge
deeld de tekst van de ontwerp-schoolwet, in
drie kolommen verdeeld a. Van de wet van
1878 en de daarin tot en met 1884 gebrachte
wjjzigingen b het gewjjzigd ontwerp van wet,
zooals het luidde bjj den aanvang der beraad
slagingen in de Tweede kamerc. het ontwerp
zooals dat luidt na de daarin door de Tweede
kamer gebrachte veranderingen met speciale
aanwjjzing door letters van de wjjzigingen
door de regeering aangebracht, van de veran
deringen door een amendement en van de door
de regeering overgenomen amendementen.
Door de rechtbank te Almeloo is, ter vervulling
van de vacature van kantonrechter te Goor,
opgemaakt de navolgende alphabetische lijst
van aanbeveling mr. G. S. van Delden, griffier
bjj het kantongerecht te Goormr. E. E. van
Riemsdijk, substituut bjj gemelde rechtbank, en
mr. C. W. Volgraff, griffier bjj het kantonge
recht te Harderwjjk. (Staats. Crt.)
In de Zaterdag te Utrecht gehouden alge
meene vergadering van de Rhjjnspoor wegmaat
schappij werd besproken de overeenkomst met
den Staat en de daaruit voortvloeiende ont
binding der maatschappjj. Volgens toelichting
der overeenkomst zal het rjjk aan de maat
schappij bjj de overneming uitkeeren behalve
het gestort kapitaal ad f 30.467.568, volgens
laatste balans, 20 pCt. daarvan ad 6.093.600,
voor schadeloosstelling van directeuren en be
ambten 665.328, voor liquidatiekosten 50.000
te zamen 6.808.923.
De overeenkomst werd goedgekeurd met 855
tegen 6 stemmen.
Semawis, de Semarangsche correspondent
van het Soerab. Handelsblad, hangt een treurig
tafereel op van den toestand der bevolking
van Demak, die zwaar gsteisterd wordt door
koortsen. In een enkel district vond hjj 5000
Ijjders. Wel zond de resident met prijzenswaar-
digen spoed kinine en rijdt de regent dageljjks zelf
rond, om medicjjnen uit te ïeiken, terwijl ook
de landheeren doen wat hun mogeljjk ie, maar
bjj de groote uitgestrektheid der aangetaste
streek kan die hulp niet voldoende geacht
worden. Detacheering van etteljjke docters
djawa en tjjdige aanvoer van levensmiddelen
worden door genoemden correspondent noodza-
keljjk geacht.
Naar aanleiding van eene opvoering van
Ibsen's Nora te Haarlem schrijft de Haarlemsche
courant o. a. het volgende
»Er zjjn tegen Ibsen's Nora vele bedenkingen
geopperd en zeker niet alle ten onrechte. Maar
een stuk als dit, waarin zooveel fijnheid van
teekening, zooveel gevoel, leven en waarheid is,
boeit en bekoort ons in weerwil van zjjne ge
breken. Het te zien spelen, geljjk wjj het in
het vorige seizoen en gelijk wjj het Donderdag
avond zagen geven, is een waar genot. Het
was dan ook niet slecht gezien van het bestuur
van de Haarlemsche afdeeling van bet Tooneel-
verbond om haren leden juist bij deze voorstel
ling eene plaats in. den schouwburg aan te
bieden.
»Niet alleen werd de hoofdrol voortreffelijk
door mej. Roelofsen gespeeld, maar ook de rol
van Helmer, Nora's man, werd verdienstelijk
door een anderen oud-leerling der Tooneelschool
den heer Royaards, vervuld. De heer Henri
Poolman trad als Krogstad op en speelde die
rol beter en met minder overdrijving dam de
acteur die haar den vorigen winter vervulde.
Mej. Roelofsen was, als toen, de heldin van
den avond en haar vielen dan ook uiteraard de
meeste toejuichingen van het publiek ten deel.
Ieder, die belang stelt in den bloei van ons
vaderlandsch tooneel, moet het verheugen, dat
er onder de jongere krachten een talent wordt
aangetroffen, geljjk wjj dat Donderdag avond
in haar mochten bewonderen. Dat de tooneel
school zulke goede, van ernstige studie blijk
gevende acteurs onder hare oud-leerlingen telt,
bewjjst, dat het Tooneelverbond niet vruchteloos
arbeidt en zeer te waardeeren diensten bewjjst.
Ware die overtuiging levendiger bjj velen in
onze stad, dan zou waarschijnlijk de Haarlem
sche afdeeling van het Tooneelverbond meer
leden tellen. Aan belangstellenden toch in den
bloei van het tooneel in Nederland ontbreekt
het, gelooven wjj, te Haarlem niet."
De laatste .regelen maken wij ten opzichte
van de Middelburgsche afdeeling van het Too
neelverbond geheel tot de onze en wjj vestigen
de aandacht van de tooneellievende Middel
burgers op een heden door het bestuur van
die afdeeling verspreide circulaire.
Uit Amsterdam schrijft men ons
Het geluk begunstigt den stoutmoedige, zegt
een oud latijnsch spreekwoord, en dat dit in
derdaad dikwijls het geval is, daarvan kon de
directeur der Hollandsche opera gewagen. Bin
nen een maand tjjds toch maakten de bezoe
kers en zjj waren bjj iedere voorstelling
zoovele, dat de schouwburg tot den nok gevuld
was kennis met drie zangeressen, die weldra
ook buiten de hoofdstad met lof van zich
zullen doen gewagen, en met wie de Hol
landsche Opera weder een flinken stap in de
goede richting zal voortschreden naar het
doeleen nationale opera.
De dames De Wulff, Erlé en Van Zanten
hebben zich als zangeressen van groote ver
diensten doen kennen; en was ons oordeel over
de laatste aanvankelijk gereserveerd, na de
vertolking van de gansch niet van bezwaren
ontbloote rol van Fides, de moeder van Jan
van Leiden in de Profeet van Mejjerbeer, moet
eiken twijfel om de voortreffelijkheid harer
stemmiddelen wegvallen.
Mej. Erlé, die reeds vroeger, in een klein
opera-gezelschap, in verschillende steden van
ons land optrad, heeft drie eigenschappen, die
haar voor de kunst van onberekenbare diensten
kunnen worden. Zij is jong en bezit, behalve
de onmisbare heldere, zuivere stem, de eigen
schappen om als coloratuur zangeres optetre-
denzjj is boven dit alles gansch niet mis
deeld van uiterlijk schoon.
Als Jan van Leide, de dweepzieke profeet
der wederdoopers, zal de heer Pauwels onge-
twjjfeld niet minder lauweren inoogsten, als
hjj met de Eleazar in de Jodin deed,
De eerste opvoering van de Profeet liep al
dadeljjk vrij goed van stapel, dank zjj de flinke
voorbereiding onder den verdienstelijken orkest
directeur, den heer Van der Linden, die, door
dit schoone en omvangrijke werk van Mejjer
beer op het repertoire te brengen, getoond heeft
een grand oseur te zijn. Wel zonden hier en daar
nog op- en aanmerkingen te maken zijn, doch
met een paar opvoeringen zijn ongetwjjfeld
alle moeiljjkheden in dit toonwerk die niet
weinige zjjn overwonnen.
Aan het theatraal effect, dat de slotscène
moet verhoogen, was veel werk besteed, doch
ook daarin zal nog wel eenige verbetering in
zjjn aan te brengen. Zoowel de beide dames als
de heer Pauwels ontvingen van kunstvrienden
bouquetten en kransen.
Jl. Zaterdag had te Ovezand de laatste
vergadering in 1889 plaats van het onderw.
gezelschap 's Gravenpolder.
Da heer Lejjs, hoofd der school te Baarland,
vervolgde zjjne rede, op de vorige bijeenkomst
afgebroken, over »De studie der eNderlandsche
taal- en letterkunde voor den onderwjjzer." Als
punt 3 behandelde hjj Geschiedenis der letter
kunde, waarbjj hjj bijzonder aanbeval door te
dringen in den geest der sehrjjvers en van den
tjjd, waarin zjj schreven. Voorts 4 Practische
taalstudiezij is het belangrjjkste deel der stu
die, niet slechts voor den onderwjjzer, maar
voor ieder mensch.
De onontwikkelde heeft in het geheel geen
taalgevoel; dit wordt alleen verkregen
door het gezet lezen en bestudeeren van goede
werken. Opstellen worden door een aantal
onderwijzers veel te weinig gemaakt. Einde-
ljjk sprak de heer L. nog als 5e punt over
de theorie der taal m. a. w. de gram-
ma i r e en besloot zjjne rede met de woorden:
»moge elk de taal in eere houden, omdat zjj
de ziel van het volk is
Namens de vergadering dankte de voorzitter
den heer Lejjs voor zjjne schoone en boeiende
rede.
Vervolgens gaf de voorzitter eenige bjjdragen
ten beste uitValcoogh. Regel der Duitsche
schoolmeesters, o. a. Wat gaven een school
meester behoort te hebben, 18 deugden, waarmee
een schoolmeester behoort versierd te zjjn, welke
ambachten de schoolmeester mag uitoefenen,
enz. enz.
Daarna werd nog besloten dat de volgende
vergadering den 4 Januari 1890 dis middags
te 1 uur zal plaats hebben en vervolgens da
vergadering door den voorzitter gesloten.
Verleden Zaterdag opende naar men ons
schrjjft de voorzitter, de heer mr D. N. van
Hoytema, arrondissements-achoolopziener, de
vergadering van onderwjjzers in het arrondisse
ment Zierikzee met een hartelijke begroeting
na de genoten vacantie en sprak de hoop
uit op eene vruchtbare werkzaamheid van deze
en volgende vergaderingen. Na voorlezing en
goedkeuring der notulen werd de bekende circu
laire van den Internationalen bond voor opvoeding
ter sprake gebracht. Met waardeering van de
humanitaire beginselen, waarvan ze getuigde,
meenden verschillende sprekers de toetreding te
moeten ontraden, wjjl vooral bjj kleine natiën
eene opwekking tot vaderlandsliefde en het be
stendigen van zekeren volkstrots aanbeveling en
het zoogenaamde verwateren der geschiedenis
afkeuring verdient. Ook achtte men het succes
zeer twjjfelachtig. Op voorstel des voorzitters
werd dan ook de circulaire ter portefeuille ge
deponeerd,
Alvorens te pauzeeren, werd, op voorstel van
den heer Bastmejjer, de aanneming der wet op
het lager onderwijs besproken. Het bleek dat
velen de sombere gevoelens van mr D. Veegens,
in zjjn opstel in de Vragen des Tijds neergelegd,
deeldenslechts een enkele brak een lans voor
de liberale kamerleden, die vóór de wet gestemd
hebben, en achtte eene poging tot pacificatie
alleszins verantwoord.
Na de pauze verkreeg de heer J. Th. Ooster
man het woord ter inleiding van het le punt
van besprekingDe oorzaken en gevolgen der
Fransche revolutie van 1789. Beginnende met da
opmerking dat de schoonheid van een talereel
afhangt van de plaats, waar de toeschouwer zich
bevindt, noodigde spreker zjjne hoorders uit
Frankrjjk van uit het Zuiden binnen te treden
en met hem in gedachten een tocht over de
Pyreneeën temaken. Na deze bee Idrjjke, keurig
gestjjleerde en schoone inleiding kon het niet
anders of de spreker mocht zjjne hoorders met
succes opwekken tot eene opsporing van da
oorzaken, het verloop en de gevolgen der revo
lutie en dankbaar stemmen voor het vele goede,
dat de Voorzienigheid door deze groote wereld
gebeurtenis wrocht.
De voorzitter was de tolk van allen, toen hij
een woord van bewondering voor de bjjdragen
van den heer Oosterman uitsprak. Het 2e punt
der agenda bleef onbehandeld. De vergadering
was vrij talrjjk: 27 onderwijzers woonden haar bjj,
De gemeenteraad van Leiden besloot da
gemeenteljjke jaarljjksche subsidie van f 1200
ten behoeve der kweekschool voor bewaar-
sohoolhouderessen met 1000 te verhoogen.
De heer J. Djjksterhuis, voor twee jaren
nog Onderwijzer te Finaterwold, later klerk
aan het ministerie van onderwjjs in de Trtm$?