N°. 238. 132e Jaargang. 1889. Dinsdag 8 October. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 7 October. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. X1BDELBI R(iS(llK (II! IÏWT. Thermometer. Middelburg 7 Oct. vm. 8 n 55 gr. m. 12 u 57 gr. av. 4 u. 57 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie bureau van Nijgh Van Ditmae te Rotterdam de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Anti opium-bond. Men verzoekt ons opname van de volgende uitnoodiging tot deelneming aan een anti-opium- bond. Gedurende tal van jaren is telkens en met nadruk, zoowel in als buiten 's lands vergader zaal, met woord en geschrift, door mannen, behoorende tot elke staatkundige richting, ge wezen op de verderfelijke gevolgen, die ontstaan uit het opium-verbruik in Indië. Herhaaldelijk werd op de meest krachtige en overtuigende wijze de ellende geschetst, die onafscheidelijk verbonden is aan dezen volkskanker en werd uiteengezet hoe, tenge volge van het bestaande pachtstelsel, de inlan der tot het gebruik van opium wordt gebracht door den machtigen pachter, die, om zijn doel te bereiken, inlandBche hoofden en politie naar zjjn hand weet te zetten door de kracht van zjjn geld. In antwoord hierop werd steeds, en voorzeker te goeder trouw, door de regeering verklaard dat het haar ernstig streven zou zijn zooveel mogelijk gebruik en vooral misbruik van opium in Indië te keer te gaan. Achtereenvolgens werden allerlei wijzigingen in het pachtstelsel voorgesteld, gemaakt, weer losgelaten en later wederom opgevat, doch dit verhinderde niet dat er op Java steeds meer opium verbruikt werd en de pachtsommen dan ook telkens hooger werden, zoodat op dit oogenblik de opium-pacht op Java alléén ruim 15 millioen opbrengt, terwijl die vóór vijftien jaar nog geen 7 millioen opleverde. Ziehier een overzicht van de opbrengst der opium-pacht overeenige ja ven voor geheel Indië in: 1792 250.000; 1822 ƒ1.500.000; 1825 ruim 2 millioen; 1855 ruim 6^ millioen; 1861 ruim 11 millioen; 1870 ruim 10 j millioen; 1877 ruim 13 millioen en 1888 ruim 20 millioen. Men ziet dus, dat, niettegenstaande alle ver anderingen in het pachtstelsel gebracht en er waren er vele, alle met het openlijk uitge sproken doel om verbruik van opium tegen te gaan dit verbruik aanhoudend is toegeno men en dat, niettegenstaande al wat er gezegd is en al wat er beproefd werd in die vele jaren, de toestand op dit oogenblik treuriger is dan ooit te voren. Uit alles bljjkt ten duidelijkste, dat de voor name oorzaak van het steeds toenemend opium gebruik schuilt in het pachtstelsel zelf. Dringt men tot den grond der zaak door, dan is ook niets natnurljjker. De feiteljjke toestand toch is deze, dat, ter wille der pachtsommen, de inlandsche bevol king wordt overgeleverd aan Chineezen, die alles in 't werk stellen om hun debiet uit te breiden, en voor geene handelingen, hoe onze delijk ook, terugdeinzen om opium-schuivers te kweeken en om den inlander, die eenmaal bjj hen als schuiver bekend staat, dit vergif te blijven toedienen. Om deze handelingen ongestraft te kunnen plegen en het noodige opium te kunnen bin nensmokkelen, want het door het gouver nement verstrekte dure opium bedraagt veel minder dan het verbruik brengt het belang van den pachter mede, inlandsche hoofden en inlandsche politie om te koopen, hetgeen hun menigmaal maar al te goed gelukt. Dat de pachter overigens ter wille van de pacht ontzien wordt, ljjdt geen twjjfel. Het is toch van algemeene bekendheid dat, terwijl er volgens de wettelijke bepalingen op Java slechts 854 kitten mogen bestaan, er niet temin duizenden geheime opium-verkoopplaatsen zjjn, en dat de pachter, in plaats van grove winsten te maken, aanzienlijke verliezen zoude Ijjden, wanneer door hem geene groote hoeveel heden opium werden binnengesmokkeld. t) Da minister van koloniën zeide, den 21 Norember 1888, in de Tweede kamer ..Nu evenwel is het getal kitten zoodanig uitgebreid' dat, ofschoon in de jongste verordening betreffende de verpachtingen een getal van 850 kitten voor geheel Java is toegelaten, overal nog verboden kitten worden aange troffen en volgens het rapport van den heer Te Mechelen in éene residentie nog duizend kitten waren, die niet door het plaatselijk bestuur waren toegelaten en van welker bestaan het bestuur zelfs ten eenenmale onkundig was. nHet blijkt uit genoemd rapport, dat een resident, door den heer Te Mechelen gehoord over het getal kitten in zijn gewest, antwoordde, dat, voor zoover hem was bekend er geen anderen waren dan door het bestuur toegelateue. Bij nader onderzoek bleek evenwel dat er buitendien nog duizend waren." [Java en Madura na tellen-22 residenliën.) Terwijl toch in de laatst verloopen acht jaren het totaal bedrag der pachtsommen met ruim 22 pet toenam, verminderde tegelijkertijd de hoeveelheid van het door de pachters bij het gouvernement aangevraagde opium met niet minder dan 37 pet, hoewel de prijs, waarvoor zij hunne waar slijten, over het algemeen niet is verhoogd. Nooit werd dan ook op afdoende wijze tegen den door den pachter gedreven smokkelhandel opgetreden. Tegen den smokkelhandel door derden werd wel iets, maar nog veel te weinig gedaan. Terwijl toch het opium-monopolie in Indit meer dan 20 millioen opbrengt, wordt slechts 4 ton op de begrooting uitgetrokken voor het fnuiken van den smokkelhandel. Steeds nam op Java het opium-gebruik toe. Steeds werden de pachten hooger. Hoe langer hoe meer kwamen de inlandsche ambtenaren onder den heilloozen invloed der pachters. Geleidelijk en gestadig verergerde de toestand. Deze is thans treuriger dan ooit te voren, en het is met zekerheid te verwachten, dat hjj, wanneer niet met het bestaande stelsel gebroken wordt, nog ellendiger worden zal. De Javaan wordt, lichamelijk en zedelijk verdorven door het hem toegekende vergif. Hij is overgeleverd aan de schandelijkste willekeur en knevelarij van de pachters en hunne handlangers. Bij het vooortwoekeren van dezen kanker worden èn het productief vermogen èn de bronnen van volkswelvaart ernstig bedreigd, ja, loopen ook de rust en veiligheid in onze schoone kolonie gevaar. Overtuigd dat, zoolang de smokkelhandel niet krachtig bestreden en de bestaande regeling niet verlaten wordt, er geen verbetering te wachten is; ziende dat alle individuëele ver- toogen in woord en geschrift, tot nog toe geuit niet hebben gebaat, achten de ondergetee- kenden het hun plicht een poging in 't werk te stellen, om met den meesten nadruk de aandacht van het Nederlandsche volk op deze onheilen te vestigen, ten einde tegen den bestaanden toestand een krachtig protest te doen hooren, de regeering te steunen, waar zij aan dien vloek een einde wenscht te maken, en er ernstig op aan te dringen dat niet langer millioenen Nederlandsche onderdanen aan gene zijde van den Oceaan ten verderve van ziel en lichaam worden geëxploiteerd, ter wille van de schatkist en ten bate van eenige Chineezen. Zij wenschen dus een beroep te doen op alle landgenooten in moederland en koloniën, om lid te worden van een verbond, dat zich ten doel stelt met alle geoorloofde middelen het misbruik van opium in Indië te bestrijden, en mitsdien vóór alles te streven naar opheffing van het tegenwoordige pachtstelsel en naar de invoering van eene regeling, waarbij niemand persoonlijk belang heeft bij het toedienen van dit verderfelijk heulsap. Alleen op die wijze toch kan gestadige ver mindering van het gebruik en geleidelijke uitroeiing van het kwaad worden verkregen. Zij vragen daarbij minder geldeljjken dan zedeljjken steun. Een geringe jaarlijksche bij drage van 1 als minimum moge als bewijs van lidmaatschap van den bond gelden, ook elk ander bljjk van instemming zal ten zeerste welkom zijn. Deze circulaire is geteekend door de heeren J. P. I. Buteux, lid van Ged. staten van Zeeland, oud-lid der Tweede kamer; jhr J. A. H. C. van Doorn van Koudekerke, beiden te Middelburg, en verder door de heeren jhr mr W. C, A. Alberda van Ekensteyn, lid v/d Eerste kamer der Staten-generaal, Groningen, mr W. B. Bergsma, oud-hoofdambtenaar in Ned.-Indiëi Apeldoorn, A. J. Bljjdensteyn, lid v/d Eerste kamer der Staten-generaal, Enschede, H. D Canne, oud-gouverneur van Sumatra's Westkust' jhr mr W. Elout van Soeterwoude, B. Heldring,' directeur der Nederl. Handelmaatschappij, Amster dam, jhr mr J. E. Huydecoper van Nigtevecht lid v/d firma Huydecoper Yan Dielen, Utrecht' E. B. Kielstra, oud-lid v/d Tweede kamer der Staten-generaal, dr E. Laurillard, predikant te Amsterdam, mr H. D. Levyssohn Norman, oud lid in den raad van Ned.-Indië, lid v/d Tweede kamer der Staten-generaal, mr O. J. H. graaf van Limburg Stirum, mv P. A. van der Lith, hoogleeranr, directeur v/d inrichting tot oplei ding van O.-I. ambtenaren te Leiden, mr J. de Louter, hoogleeraar in het staatsrecht te Utrecht, dr H. H. Meulenbelt, predikant te Houten, mgr Ad. van Moorsel, gepens. Indisch pastoor, R.-K. priester te Eindhoven, mr A. van Naamen van Eemnes, voorz. v/d Eerste kamer der Staten- generaal, J, F» van Nunen, lid v/d Tweeds kamer der Staten-generaal, Amsterdam, P. baron van Aylva van Pallandt, oud-lid v/d Tweede kamer der Staten-generaal, Putten, jhr mr J. K. W. Quarles van Ufïord, oud-refer. b/h dept. van koloniën, dr J. van Riemsdjjk, kolonel, oud-chef v/d geneesk. dienst in Ned.-Indië, Arnhem, J. E. N. baron Schimmelpenninck van der Oye, kolonel, adjudant des konings, lid v/d Tweede kamer der Staten-generaal, N. D.Schuur- mans, rustend zendeling-leeraar, Haarlem, E. César Segers, voorzitter van het comité voor Ned. zendings-confer., Leiden, J. G. Sillem, lid van het huis Hope Co., Amsterdam, J. Span jaard, hoogleeraar, directeur der Indische in stelling te Delft, N. J. Struick, laatst, inspecteur van financiën in Ned.-Indië, jhr mr J. H. F. K. van Swinderen, lid v/d Eerste kamer der Staten- generaal, Friesland, jhr mr O. Q. van Swinderen, lid v/d rechtbank te Groningen, mr A-. F. Yos de Wael, lid v/d Tweede kamer der Staten- generaal, Zwolle, ds P. van Wijk Jr., secretaris van het comité voor Ned. zend.-confer., Rotter dam en dr Th. C. L. Wijnmalen, lid v/h bestuur v/h Ind. genoot. v/h Ind. instituut. Zjj, bij wier naam geen woonplaats is vermeld, wonen te 's Gravenhage. [Bjj toetreding wende men zich tot jhr mr W. Elout van Soeterwoude, Bezuidenhout 29 's Gravenhage.] Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer in den Hoogen raad der Nederlanden mr B. H. M. Hanlo, thans raadsheer in het gerechtshof te 's Gravenhage. Bij beschikking van den minister van finan ciën zjjn de heeren P. Schoutens te 's Her togenbosch en H J. Messer te Middelburg, surnumerairs bjj 's rijksbelastingen, naar Rotter dam overgeplaatst. Naar men ons mededeelt, moet het voorstel van den heer Bahlmann bij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede kamer door de leden der rechterzijde niet ongunstig zjjn ontvangen, althans was betreft de Heffing van invoerrecht op tarwe. De verkiezing voor een lid der Tweede kamer in het hoofdkiesdistrict 's Gravenhage, ter ver vanging van mr L. G. Greeve, zal plaats hebben op Dinsdag 29 October e. k., en de herstemming, zoo noodig, op Dinsdag 12 November. Aan de leden der Eerste Kamer is rondge deeld de tekst van de ontwerp-schoolwet, in drie kolommen verdeeld a. Van de wet van 1878 en de daarin tot en met 1884 gebrachte wjjzigingen b het gewjjzigd ontwerp van wet, zooals het luidde bjj den aanvang der beraad slagingen in de Tweede kamerc. het ontwerp zooals dat luidt na de daarin door de Tweede kamer gebrachte veranderingen met speciale aanwjjzing door letters van de wjjzigingen door de regeering aangebracht, van de veran deringen door een amendement en van de door de regeering overgenomen amendementen. Door de rechtbank te Almeloo is, ter vervulling van de vacature van kantonrechter te Goor, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling mr. G. S. van Delden, griffier bjj het kantongerecht te Goormr. E. E. van Riemsdijk, substituut bjj gemelde rechtbank, en mr. C. W. Volgraff, griffier bjj het kantonge recht te Harderwjjk. (Staats. Crt.) In de Zaterdag te Utrecht gehouden alge meene vergadering van de Rhjjnspoor wegmaat schappij werd besproken de overeenkomst met den Staat en de daaruit voortvloeiende ont binding der maatschappjj. Volgens toelichting der overeenkomst zal het rjjk aan de maat schappij bjj de overneming uitkeeren behalve het gestort kapitaal ad f 30.467.568, volgens laatste balans, 20 pCt. daarvan ad 6.093.600, voor schadeloosstelling van directeuren en be ambten 665.328, voor liquidatiekosten 50.000 te zamen 6.808.923. De overeenkomst werd goedgekeurd met 855 tegen 6 stemmen. Semawis, de Semarangsche correspondent van het Soerab. Handelsblad, hangt een treurig tafereel op van den toestand der bevolking van Demak, die zwaar gsteisterd wordt door koortsen. In een enkel district vond hjj 5000 Ijjders. Wel zond de resident met prijzenswaar- digen spoed kinine en rijdt de regent dageljjks zelf rond, om medicjjnen uit te ïeiken, terwijl ook de landheeren doen wat hun mogeljjk ie, maar bjj de groote uitgestrektheid der aangetaste streek kan die hulp niet voldoende geacht worden. Detacheering van etteljjke docters djawa en tjjdige aanvoer van levensmiddelen worden door genoemden correspondent noodza- keljjk geacht. Naar aanleiding van eene opvoering van Ibsen's Nora te Haarlem schrijft de Haarlemsche courant o. a. het volgende »Er zjjn tegen Ibsen's Nora vele bedenkingen geopperd en zeker niet alle ten onrechte. Maar een stuk als dit, waarin zooveel fijnheid van teekening, zooveel gevoel, leven en waarheid is, boeit en bekoort ons in weerwil van zjjne ge breken. Het te zien spelen, geljjk wjj het in het vorige seizoen en gelijk wjj het Donderdag avond zagen geven, is een waar genot. Het was dan ook niet slecht gezien van het bestuur van de Haarlemsche afdeeling van bet Tooneel- verbond om haren leden juist bij deze voorstel ling eene plaats in. den schouwburg aan te bieden. »Niet alleen werd de hoofdrol voortreffelijk door mej. Roelofsen gespeeld, maar ook de rol van Helmer, Nora's man, werd verdienstelijk door een anderen oud-leerling der Tooneelschool den heer Royaards, vervuld. De heer Henri Poolman trad als Krogstad op en speelde die rol beter en met minder overdrijving dam de acteur die haar den vorigen winter vervulde. Mej. Roelofsen was, als toen, de heldin van den avond en haar vielen dan ook uiteraard de meeste toejuichingen van het publiek ten deel. Ieder, die belang stelt in den bloei van ons vaderlandsch tooneel, moet het verheugen, dat er onder de jongere krachten een talent wordt aangetroffen, geljjk wjj dat Donderdag avond in haar mochten bewonderen. Dat de tooneel school zulke goede, van ernstige studie blijk gevende acteurs onder hare oud-leerlingen telt, bewjjst, dat het Tooneelverbond niet vruchteloos arbeidt en zeer te waardeeren diensten bewjjst. Ware die overtuiging levendiger bjj velen in onze stad, dan zou waarschijnlijk de Haarlem sche afdeeling van het Tooneelverbond meer leden tellen. Aan belangstellenden toch in den bloei van het tooneel in Nederland ontbreekt het, gelooven wjj, te Haarlem niet." De laatste .regelen maken wij ten opzichte van de Middelburgsche afdeeling van het Too neelverbond geheel tot de onze en wjj vestigen de aandacht van de tooneellievende Middel burgers op een heden door het bestuur van die afdeeling verspreide circulaire. Uit Amsterdam schrijft men ons Het geluk begunstigt den stoutmoedige, zegt een oud latijnsch spreekwoord, en dat dit in derdaad dikwijls het geval is, daarvan kon de directeur der Hollandsche opera gewagen. Bin nen een maand tjjds toch maakten de bezoe kers en zjj waren bjj iedere voorstelling zoovele, dat de schouwburg tot den nok gevuld was kennis met drie zangeressen, die weldra ook buiten de hoofdstad met lof van zich zullen doen gewagen, en met wie de Hol landsche Opera weder een flinken stap in de goede richting zal voortschreden naar het doeleen nationale opera. De dames De Wulff, Erlé en Van Zanten hebben zich als zangeressen van groote ver diensten doen kennen; en was ons oordeel over de laatste aanvankelijk gereserveerd, na de vertolking van de gansch niet van bezwaren ontbloote rol van Fides, de moeder van Jan van Leiden in de Profeet van Mejjerbeer, moet eiken twijfel om de voortreffelijkheid harer stemmiddelen wegvallen. Mej. Erlé, die reeds vroeger, in een klein opera-gezelschap, in verschillende steden van ons land optrad, heeft drie eigenschappen, die haar voor de kunst van onberekenbare diensten kunnen worden. Zij is jong en bezit, behalve de onmisbare heldere, zuivere stem, de eigen schappen om als coloratuur zangeres optetre- denzjj is boven dit alles gansch niet mis deeld van uiterlijk schoon. Als Jan van Leide, de dweepzieke profeet der wederdoopers, zal de heer Pauwels onge- twjjfeld niet minder lauweren inoogsten, als hjj met de Eleazar in de Jodin deed, De eerste opvoering van de Profeet liep al dadeljjk vrij goed van stapel, dank zjj de flinke voorbereiding onder den verdienstelijken orkest directeur, den heer Van der Linden, die, door dit schoone en omvangrijke werk van Mejjer beer op het repertoire te brengen, getoond heeft een grand oseur te zijn. Wel zonden hier en daar nog op- en aanmerkingen te maken zijn, doch met een paar opvoeringen zijn ongetwjjfeld alle moeiljjkheden in dit toonwerk die niet weinige zjjn overwonnen. Aan het theatraal effect, dat de slotscène moet verhoogen, was veel werk besteed, doch ook daarin zal nog wel eenige verbetering in zjjn aan te brengen. Zoowel de beide dames als de heer Pauwels ontvingen van kunstvrienden bouquetten en kransen. Jl. Zaterdag had te Ovezand de laatste vergadering in 1889 plaats van het onderw. gezelschap 's Gravenpolder. Da heer Lejjs, hoofd der school te Baarland, vervolgde zjjne rede, op de vorige bijeenkomst afgebroken, over »De studie der eNderlandsche taal- en letterkunde voor den onderwjjzer." Als punt 3 behandelde hjj Geschiedenis der letter kunde, waarbjj hjj bijzonder aanbeval door te dringen in den geest der sehrjjvers en van den tjjd, waarin zjj schreven. Voorts 4 Practische taalstudiezij is het belangrjjkste deel der stu die, niet slechts voor den onderwjjzer, maar voor ieder mensch. De onontwikkelde heeft in het geheel geen taalgevoel; dit wordt alleen verkregen door het gezet lezen en bestudeeren van goede werken. Opstellen worden door een aantal onderwijzers veel te weinig gemaakt. Einde- ljjk sprak de heer L. nog als 5e punt over de theorie der taal m. a. w. de gram- ma i r e en besloot zjjne rede met de woorden: »moge elk de taal in eere houden, omdat zjj de ziel van het volk is Namens de vergadering dankte de voorzitter den heer Lejjs voor zjjne schoone en boeiende rede. Vervolgens gaf de voorzitter eenige bjjdragen ten beste uitValcoogh. Regel der Duitsche schoolmeesters, o. a. Wat gaven een school meester behoort te hebben, 18 deugden, waarmee een schoolmeester behoort versierd te zjjn, welke ambachten de schoolmeester mag uitoefenen, enz. enz. Daarna werd nog besloten dat de volgende vergadering den 4 Januari 1890 dis middags te 1 uur zal plaats hebben en vervolgens da vergadering door den voorzitter gesloten. Verleden Zaterdag opende naar men ons schrjjft de voorzitter, de heer mr D. N. van Hoytema, arrondissements-achoolopziener, de vergadering van onderwjjzers in het arrondisse ment Zierikzee met een hartelijke begroeting na de genoten vacantie en sprak de hoop uit op eene vruchtbare werkzaamheid van deze en volgende vergaderingen. Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd de bekende circu laire van den Internationalen bond voor opvoeding ter sprake gebracht. Met waardeering van de humanitaire beginselen, waarvan ze getuigde, meenden verschillende sprekers de toetreding te moeten ontraden, wjjl vooral bjj kleine natiën eene opwekking tot vaderlandsliefde en het be stendigen van zekeren volkstrots aanbeveling en het zoogenaamde verwateren der geschiedenis afkeuring verdient. Ook achtte men het succes zeer twjjfelachtig. Op voorstel des voorzitters werd dan ook de circulaire ter portefeuille ge deponeerd, Alvorens te pauzeeren, werd, op voorstel van den heer Bastmejjer, de aanneming der wet op het lager onderwijs besproken. Het bleek dat velen de sombere gevoelens van mr D. Veegens, in zjjn opstel in de Vragen des Tijds neergelegd, deeldenslechts een enkele brak een lans voor de liberale kamerleden, die vóór de wet gestemd hebben, en achtte eene poging tot pacificatie alleszins verantwoord. Na de pauze verkreeg de heer J. Th. Ooster man het woord ter inleiding van het le punt van besprekingDe oorzaken en gevolgen der Fransche revolutie van 1789. Beginnende met da opmerking dat de schoonheid van een talereel afhangt van de plaats, waar de toeschouwer zich bevindt, noodigde spreker zjjne hoorders uit Frankrjjk van uit het Zuiden binnen te treden en met hem in gedachten een tocht over de Pyreneeën temaken. Na deze bee Idrjjke, keurig gestjjleerde en schoone inleiding kon het niet anders of de spreker mocht zjjne hoorders met succes opwekken tot eene opsporing van da oorzaken, het verloop en de gevolgen der revo lutie en dankbaar stemmen voor het vele goede, dat de Voorzienigheid door deze groote wereld gebeurtenis wrocht. De voorzitter was de tolk van allen, toen hij een woord van bewondering voor de bjjdragen van den heer Oosterman uitsprak. Het 2e punt der agenda bleef onbehandeld. De vergadering was vrij talrjjk: 27 onderwijzers woonden haar bjj, De gemeenteraad van Leiden besloot da gemeenteljjke jaarljjksche subsidie van f 1200 ten behoeve der kweekschool voor bewaar- sohoolhouderessen met 1000 te verhoogen. De heer J. Djjksterhuis, voor twee jaren nog Onderwijzer te Finaterwold, later klerk aan het ministerie van onderwjjs in de Trtm$?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1