N°. 235. 132" Jaargang. 1889. Y rijdag 4 October. Een donkere wolk? Middelburg 3 October. Deze courant verschijnt d a g e 15 k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: MIIIDIIIKIK.Silli: COURANT. Thermometer. Middelburg 3 Oct. vm. 8 u 52 gr. m. 12 n 55 gr. av. 4 n. 56 gr. F Verwacht W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh: Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. D. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. tan Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie bureau van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam de Gebb. Belinïante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mae Azn, te Amsterdam, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een nut aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen De tijd der begrootingen nadert weêr en ruimschoots zal er voorzeker gebruik gemaakt worden van de gelegenheid, daarbij geboden, om een hartig woordje te spreken over het beleid van het tegenwoordig kabinet. Na de openingsrede was er bij gebrek aan een adres van antwoord voor de leden der kamers geen gelegenheid om aan hun gevoelens eens lucht te geven. Onte genzeggelijk zal deze en gene toch zeker wel veel op het hart hebben. Tot nu toe openbaart zich de krachtigste oppositie tegen den minister van koloniën, den man van het anti-revolutionnair regee ringsbeleid bij uitnemendheid. L)at men hem van liberale zijde bestrijdt, willen wij voor het oogenblik buiten rekening laten. Die oppositie kan gequalificeerd worden als partijdig, en hoe grondig de opmer kingen van onzen kant ook mogen zijn omtrent werkeloosheid van den heer Keu- chenius, over de exentriciteit van zijn excellentie,zij leggen niet zooveel gewicht in de schaal als de bezwaren welke van z. g. bevriende zijde worden gemaakt. De Arnhemsche courant lieten wij daarom aan het woord zonder eenige commentaar; de opmerkingen van een Nieuwe Rotterdam sche courant en een Vaderland lieten wij rusten. In onze Tweede kamer zullen wij de echo daarvan wel hooren weerklinken, wanneer de leden der linkerzijde hun stem verheffen. Maar zij zullen het zeker niet alleen laten bij aanvallen tegen den heer Keuchenius. Zijn collega van financiën verdient zoo niet meer dan toch evenzeer eenige dui delijke terechtwijzingen omtrent de weinige werkkracht, die hij openbaart. Het is waar hij bevindt zich in een gelukkige positie, die hij zich, toen hij zijn portefeuille aannam, misschien niet eens gedroomd heeftde fiuancieele toestand van ons land is gunstig, dank zij het beleid van zijn liberale voor gangers maar juist dat gunstig getij diende hij waar te nemen tot reorganisatie van ons belastingstelsel. Hij bepaalt zich echter tot toe zegging van een enkelen, min ot meer onder geschikten maatregel. En bovendien, bij zijn eigen partijgenooten kan hij toch even min gezien wezen. Voorstanders vanden kiezers-landbouwers voorgespiegelde inko mende rechten op graan stelt hij teleur, terwijl hij het initiatief op dit punt overlaat aan den heer Bahlmann. Wat baat het nu den mannen van het anti liberaal Rysteem of zij al schoone verwach tingen hebben gepredikt, als zij zeiven ten slotte moeten meedeelen door een man als Godin de Beaufort te zijn misleid. Ook dezen minister dient zal men aan de rechterzijde in de Tweede kamer eerlijk zijn geen opmerking bespaard te blijven. Of moeten de slagen alleen neerkomen op het hoofd van den heer Keuchenius? Moet hij de zondebok zijn voor allen Men zou het bijna zeggen, wanneer men sommige anti-liberale organen leest. De Tijd van heden bevat ten minste een harden aanval aan zijn adres. Na, als teleurgestelde, herdacht tehebbeD al de goede verwachtingen, waartoe de heer Keuchenius bij zijn optreden, om zijne „buiten gewone kennis van koloniale aangelegenhe den" grond gaf, wijst het katholieke blad er op hoe de ontwerp-Indische begrooting voor 1890 zijn redactie heeft teleurgesteld. „Van hervormingen, welke sedert jaren worden gewenscht, wordt daarin' zoo schrijft die redactie „niet of in dub belzinnige, voor tweeërlei uitlegging vat bare bewoordingen gewaagd. Herhaaldelijk vraagt men zich bij het lezen der Memorie van Toelichting af: Wat wil de minister, en wat zijn zijn plannen zonder dat het mogelijk is een voldoend antwoord op die vraag te bekomen. „Daarbij komt nog, dat van de belang rijke wetswijzigingen, die reeds in Mei van liet vorige jaar werden in uitzicht gestold, sedert niets meer werd gehoord. Maar wat nog het ergste van alles is de door mr. Keuchenius aangeboden begrooting sluit met een tekort van niet minder dan ƒ12,375,000, terwijl daarbij in geen enkel opzicht wordt aangetoond op welke wijze men, zij het ook na verloop- van eenige jaren, tot herstel van het fioancieele evenwicht kan geraken. Wel is door den minister meer dan in vorige jaren uitgetrokken voor spoorweg aanleg en voor irrigatiewerken, waarvoor hij allen lof verdient; doch, al laat men deze buitengewone uitgaven buiten rekening, dan nog blijft er een aanzienlijk tekort. „Onder deze omstandigheden schijnt het ons niet te getuigen van een wijs financieel beleid, dat de minister nog voor tal van andere zaken om geld komt aankloppen. „Reeds in 't vorige jaar bestond bij de kamer ernstig bezwaar tegen de aanstelling van twee leeraren bij de hoogere burger school voor het geven van onderwijs in de oude talen. Desniettegenstaande komt de heer Keuchenius daarop thans terug niet alleen, maar wenscht hij zelfs een volledig gymnasium aldaar op te richten. Als men let op den ongunstigen toestand der Indi sche financiën en bedenkt dat tegenwoordig voor het onderwijs der 40,000 Europeanen in Indië reeds bijna het dubbele wordt uit gegeven van hetgeen te dier zake voor de inlandsche bevolking wordt besteed, dan moet men, dunkt ons, dit plan van den minister alleen om die reden afkeuren. Dergelijke op zich-zelve misschien wel wenschelijke, maar zeker niet absoluut noodige uitgaven behooren niet thuis op een begrooting, welke met een grooter tekort sluit dan vroeger ooit nut een Indische begrooting het geval was. (De begrooting van den minister Van Bloemen Waanders sloot met een tekort van circa 13 millioen, maar werd door de kamer verworpen.) „Er is nog meer. „De minister heeft aan de Indische re geering last gegeven, om de in de volgende maand te houden opiumverpachtingen slechts voor één in plaats van voor drie jaren te doen geschieden. Het noodwendig gevolg daarvan zal wezen, dat de pacht ettelijke millioenen minder zal opbrengen, waarmede het reeds zoo aanzienlijke tekort op de begrooting, natuurlijk zal worden verhoogd. „Waar gaat men op zulke wijze heen, en wie zal op het eind den last dragen Wij vreezen maar al te zeer: de Nederlandsche belastingschuldigen. „Wanneer de minister in de opium- quaestie met een afgerond stelsel voor den dag ware gekomen en hadde aangetoond dat van hetgeen hij ter zake wil een aan zienlijke vermindering van het opium-gebruik het gevolg zou wezen, dan zou men zich daarbij nog kunnen neerleggen maar nu dit niet is geschied, vreezen wij, dat er slechts eenige millioenen vruchteloos zullen worden opgeofferd. „Zooals uit het voorafgaande blijkt, be staan er bij ons ernstige bezwaren tegen het regeeringsbeleid van den tegenwoordigen minister van koloniën." Na al deze grieven volgt er, bij wijze van pleister op de wonden, deze slottirade „Dit neemt echter niet weg, dat wij in de bekwaamheden van den heer Keuchenius nog vertrouwen genoeg stellen, om de hoop uit te drukken, dat hij bij de aanstaande be handeling van de Indische begrooting op vertrouwbare en volledige wijze zijn plannen zal uiteenzetten en duidelijk zal weten aan te toonen, dat de gewichtige portefeuille van koloniën bij hem in goede handen is. „Dat dit den minister moge gelukkeD, is onze vurige wensch". Ziedaar de meening van het hoofdorgaan der katho'ieke partij, dat zich niet zelden een zelfstandig oordeel veroorlooft, en lang niet trouw aan den band van den bekenden leider der partij loopt. En hoe verzoenend de laatste regelen van zijn betoog ook mo gen luiden, aan het harde doch billijke oordeel, hetwelk daaraan voorat gaat, ontnemen die zijn waarheid niet. Men verguldt den pil, maar deze is daarom niet minder bitter. En al behoorde de Tijd nooit tot de vrien den van den heer Keuchenius, waarvoor welbekende redenen zijn, het gevoelen over den minister Keuchenius is te juist, om het louter aan een parti-pris toe te schrijven. Er zullen anti-liberale kamerleden genoeg zijn, die dat gevoelen deelenen zoo kan een ernstije wolk het leven van den minister van koloniën bedreigen. Zal die wolk losbarsten Ziedaar de groote vraag. Het is toch ontegenzeggelijk waar, dat met den val van den heer Keuche nius, „de geur" van het kabinet zou afzijn. Hij is de eenige, zuivere anti-revolutionnaii in dit kabinetde man der partij, bij wiens verkiezing in het district Middelburg juist het „Christenvolk" te lioop liep om dien man naar hun harte in de kamer te brengen. Want hij was de uitverkorenezonder hem scheen de anti-revolutionnaire partij van haar kroon, haar steunpilaar ontroofd. En deze man juist stelt als minister zijn eigen vrienden zoo bitter te leurdie man heeft de hardste aanvallen te verduren; zijn ministersleven loopt gevaar. Of zal de wolk wel weer voorbijdrijven Zoo ja, dan zijn wij benieuwd naar den prijs, die daarvoor betaald zal worden. Want als men den heer Keuchenius nog aan katholieke en gematigde anti-revolution naire zijde spaart, dan zal dit alleen geschieden in de overtuiging dat met hem de laatste echt anti-revolutionnaire tint dit kabinet zou ontnomen worden, en het meer en meer het karakter krijgen zou van een zuiver admini stratief ministerie. En welk een storm zou er bij zijn val onder, de echte anti-revolutionnairen opgaan hoe wankel zouden de zetels worden van de overige ministers Daarom, hoe hard een orgaan als do Tijd zich ook moge uitlaten wij gelooven dat zijn aanval niets meer is dan het gerommel van den donder in de verte bij een onweder, dat niet nader komt. De minister Keuchenius, hoewel een der lastigste elementen in dit kabinet, zal toch onmisbaar blijven. Het kenschetst den broozen toestand van het ministerie-Mackay dat het zich, hoe veel ergernis en moeite de heer Keuchenius ook moge veroorzaken, van hem niet kan en mag ontslaan, wil het niet het beginsel verloo chenen, waaraan het zijn ontstaan te danken heeft. Men schrijft ons uit Yerseke De afname van Zeeuwsche oesters was in September, de eerste maand der nieuwe cam pagne, buitengewoon groot ja, ik geloof niet te veel te zeggen met te beweren, dat zij, zoo lang de kunstmatige teelt bestaat, in die maand nooit grooter was. Men schrijft dat hier toe aan mislukking der Franscbe en andere buitenlandsche oesters. Bovendien is de kwali teit der Zeeuwsche oneindig veel beter dan de vorige twee winters. Dus uitstekende kwaliteit, veel vraag, weinig concurrentie van buiten, men zou zeggen: wat wenscht men nog meer, om eene goede markt te hebben En niettegenstaande dat alles zijn de prijzen nu reeds zoo laag als zij verleden jaar bij inferieure kwaliteit waren. Dat komt eenvoudig door de sterke concurrentie der Zeeuwsche kweekers onderling. Iedereen zegt, dat dat niet vol te houden is, allen wenschen, dat daartegen een dam op te werpen ware, maar men hoort niets van proeven om verbetering aan te brengen. Het eenige middel, dat tot heden beproefd is, de coöpera tieve vereeniging, heeft men in den steek gelaten. Ik heb wel andere middelen hooren noemen, maar niemand begint er aan. Als bet werkelijk waar is, dat de teelt met die oesterprjjzen en de bestaande of in April vernieuwde hooge pachtprijzen niet vol te houden is, dan ware het te wenschen dat eens iemand de kat de bel aanbond en samenwerking trachtte tot stand t§ brengen) Onder het opschrift»De schutterij gerele veerd", schrjjft men ons Door den minister van binnenlandsche zaken zijn nieuwe model-staten vastgesteld voor op gaven der samenstelling van de rustende schut terijen, intezenden door de gemeentebesturen. De numerieke staat bevat maar eventjes 95 kolommen en de naamstaat 46. Behalve deze schrifturen worden jaarlijks opgemaakt een inschrijvingsregister, alphabe- tische naamlijst, lotingsregister, algemeene rol, bijzondere rol en naamstaten schutterplichtigen behalve kennisgevingen, loting, inlijving enz. Het mankeert er derhalve niet aan dat de papierenwinkel niet goed is ingericht. Zooals wjj gisteren meldden is op de spoor- wegbegrooting voor 1890 waarvan bet eindcijfer 3.625.000 bedraagt een som van f 101.000 aangevraagd voor de verbetering van het havenstation te Vlissingen, waarvan de bouw, die in 1890 en 1891 zal kunnen geschie den, strekken moet om, nevens de samenwerking van de maatschappij Zeeland en van de be trokken spoorwegdirectiën om een uitstekenden dienst langs dien weg te onderhouden, het hoofd te bieden aan de pogingen om het steeds toe nemend verkeer over Vlissingen voor een deel aan Nederland te ontnemen. De nieuwe methode, welke de regeering bij gelegenheid der zevende tienjaarljjksche volks telling voorstelt te volgen, ontmoette geen on verdeelde instemming in de afdeelingen der Tweede kamerenkele leden oordeelden haar noodeloos duur en omslachtig. Mocht echter de voorgestelde methode gevolgd worden, dan vroegen sommige leden of deze niet zou kunnen worden dienstbaar gemaakt aan het verkrjjgen eener betrouwbare statistiek van bet aantal al of niet schoolgaande kinderen. Anderen wezen, op het voetspoor van hetgeen in andere rijken geschiedt, op het belang eener statistiek der ljjders aan epileptische ziekten. Tegen de verhooging voor de restauratie van het voormalig monumentale raadhuis te Woerden werden verschillende bezwaren ingebracht, o. a. dat de reeds hooge kosten voor historische ge- denkteekenen thans nog over het loopende jaar werden verhoogd, terwijl men vreesde dat het totaal bedrag in werkelijkheid vrjj belangrijke vermeerdering zal ondergaan. Uit niets bljjkt dat het gebouw, thans voor kantongerecht ge bruikt, daarvoor ongeschikt is, en evenmin dat de op den 31en Januari 1890 afloopende huur van het post- en telegraafkantoor niet kan worden vernieuwd. Volgens het oordeel van sommige leden zouden de bij hen bestaande be denkingen zeer verminderen, wanneer èn kanton gerecht èn post- en telegraafkantoor in éen gebouw vereenigd werden, in welk geval het gebouw voor het kantongerecht verkocht kon worden. Door den minister van justitie is aan de beambten der rijkspolitie, die zich hebben aan gesloten of nog zullen aansluiten bp den Alge- meenen Nederlandschen politie-bond, ten strengste verboden de door dezen bond uitgegeven bonds- of dienstmedailles zichtbaar te dragen. Van dit besluit zjjn de officieren van justitie bij de rechtbanken in kennis gesteld, met bet bevel dit onder de hen dienende rijkspolitie bekend te maken. Lid van den bond te zijn, of zich alsnog daarbjj aan te sluiten, is volgens het besluit aan de rjjkspolitie-beambten niet verboden. De adressen tot adhaesie aan de belasting voorstellen van de heeren Goeman Borgesius c. s., zjjn in de provincie Groningen door 12,374 personen geteekend. Aan het departement van justitie worden, volgens het Hbld, thans de bestuursmaatregelen, voortvloeiende uit de arbeidswet, voorbereid, in overleg ook met de ingenieurs de heeren Struve en Bekaai-, die als deskundigen belast zijn met een onderzoek naar de inrichting van iabrieken. Men zegt, dat een dezer ingenieurs aange wezen zal worden om met 1 Januari a. s. op te treden als fabrieks-inspecteur. Bljjkens het vijftiende jaarverslag der Maat-, schappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin waarvan H. M. de koningin beschermvrouw is is dit jaar weder hare hulp ingeroepen voor een drietal weezen, waardoor het getal der pupillen, die in het jongste jaar aan de maat schappij werden toevertrouwd, tot 27 steeg. Het totaal cijfer harer voedsterlingen, sedert de oprichting in Mei 1874, klom daardoor tot 341 Van deze 341 weezen waren er 8 uit Zeeland afkomstig. De uitgaven bedroegen /T1625.79* de gewone ontvangsten leverden ƒ8761.31*, zoodat een tekort van j 2864.48 bestond, welk tekort door buitengewone baten ad f '2555.70 tot 308.78 werd terug gebracht. Dit tekort werd uit het in vorige jaren gevormde kapitaal, gedekt, welk kapitaal op 81 Deo. 1888 bedraagt 31445.06* tegen ƒ31753.84* op uit. Dec. 1887. Voor Zeeland zjjn locale correspondentschap pen gevestigd bjj de heeren M. Theri Lz. te Oost burg en J. F. L. Muller te Zierikzee. Het dertigste jaarljjksch verslag van het Nederlandseh gasthuis voorbehoeftigeoogljjders, gevestigd te Utrecht, is in dankbare herinnering opgedragen aan de nagedachtenis van F. C. Donders, den baanbreker op het gebied der physiologiscbe oogheelkunde, den grondlegger van het oogheelkundig onderwijs in Nederland, den stichter van het Nederlandseh gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders, terwijl een keurig uitgevoerd photographisch portret bij het verslag gevoegd is. In de eerste plaats wordt nagegaan wat wijlen de heer Donders geweest is op oog heelkundig terrein en wat hij deed voor de oogheelkunde in ons land en daarbuiten, waar aan van zelve is vastgeknoopt de geschiedenis van het gasthuis. In 1888 werden in het gesticht 3037 ljjders behandeld, van welke er 425 werden verpleegd. Het geheele getal consulten bedroeg 21768, d. i. gemiddeld 70 consulten per dag. Onder de behandelden bevonden zich 22 uit Zeeland en onder de verpleegden waren er 16 uit die provincie. Alle kerkgenootschappen waren vertegen woordigd. Er werden 847 grootere operatiën verricht, d. i. 53 meer dan in 1887. Van 3980 oogen werd de refractie bepaald; 626 werden astigmatisch bevonden. In het geheel zjjn dit jaar 1580 brillen voor geschreven. üe ontvangsten en uitgaven van het verple- gingsfonds bedroegen f 16997.99*, met een goed saldo van ƒ551.75*. Onder de honoraire bestuurders vinden wjj een heer uit Goes, onder de stichteressen komt een Middelburgsche dame voor en onder de stichters vinden wjj vier Zeeuwen. Onder de begunstigers zjjn 10 inwoners van Goes, 1 van Heinkenszand, 2 van Hontenisse, 2 van Kloetinge, 1 van Kruiningen, 31 van Middelburg, 2 van Stavenisse, 2 van Vlissin gen en 1 van Zierikzee. Het centraal bestuur van den Nederlandschen brood- koek- en banketbakkersbond heeft een adres gezonden aan de Tweede kamer, waarin bet verzoekt het ontwerp-Bahlmann, tot beffing van een inkomend recht op granen, te ver werpen Het adres luidt o. a. Of het voorstel, bjj uwe vergadering inge diend door haar lid mr B. M. Bahlmann, tot wet verbeven wordende, zou strekken om (geljjk in de considerans wordt beweerd) »te voorzien in den kwjjnenden toestand van den nationalen landbouw" wenschen de ondergeteekenden te onderzoeken, noch te beoordeelen, maar zjj zjjn er ten Btelligste van overtuigd, dat de aanne ming van gemeld voorstel, waardoor onver- mjjdeljjk stijging der broodprijzen zou ontstaan, niet alleen in strjjd te achten is met het alge meen belang, maar tevens de belangen van onderscheidene onzer nijverheidstakken en met name bet bakkersbedrijf, in hooge mate zou benadeelen. In dat geval toch zou de gewone bakkerjj hier te lande op bedenkeljjke wjjze af hankeljjk worden gemaakt van de Hollandsche meelfa brikanten, die de concurrentie met het buitenland veel minder dan thans te duchten hebbende ongetwjjfeld het maalloon aan merkelijk zouden verhoogenen daardoor in de productiekosten van het brood, door hunne afnemers vervaardigd wordende, eene aanzien lijke stijging zouden teweegbrengen. Zjjn nu die meelfabrikanten, geljjk vaak het geval is, tevens broodfabrikanten, dan zal dit beboett gewis geen nader betoog dien tengevolge de gunstige toestand, waarin zjj zich thans reeds om verschillende redenen, tegenover de gewone broodbakkers bevinden, nog toenemen en het derhalve voor laatstbe- bedoelden nog veel moeiljjker dan thans worden om aan de concurrentie van éerstbedoelden het hoofd te bieden. Reeds daarom achten de ondergeteekendea het voorstel Bahlmann in strjjd met de belangen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1