N°. 232. 1326 Jaargang. 1889. Dinsdag 1 October. Deze courant verschijnt d a g e 15 k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—=2 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! BEKENDMAKINGEN. Middelburg 30 September. LETTEREN EN KUNST. (01 RAM. Xhemometer. Middelburg 30 Sept. vm. 8 n 50 gr. ai. 12 n 50 gr. av. 4 u. 50 gr. F Verwacht verand. wind. Agenten te VlissingenP.G. de Vet Mestdagh&Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentïën nleuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- i moeten des namiddags te een muf bureau van Nijgh Van Ditmas te Rotterdam de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John FJones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Veemarkt te Middelburg. Donderdag den 3 October a. s., van des voor middags 8 tot dés namiddags 4 uren. Middelburg, den 30 September 1889. De burgemeester en wethouders voornoemd, S C H O R E R. De secretaris, - A. DE VULDER VAN NOORDEN. In ons nommer van Dinsdag vorige week namen wij uit het BrugBche weekblad Burger welzijn over een stuk, onderteekend B. en ge titeld Land van Cadzand, Verbetering van wegen Verbetering der gemeenten Retranchement en Cad zand. Daarin werd gewezen op eene vergadering, die Zaterdag zou gehouden wordenom de richting aan te geven van een nieuwen weg, en een pleidooi geleverd voor een gedaan »voor stelno 3 ter hofstede langs den grintweg van Sluis naar Retranchement en Pottjesdie rechtover de greintweg van Nieuw Vliet Bres- kens ligt". Zooals wjj schreven namen wij dit stuk over »met het oog op 't belang, dat een deel van ons gewest bjj de daarin besproken kwestie", heeft. Dit heeft de verbolgenheid opgewekt van den redacteur van het Weekblad van Z.-Vlaan deren W.-deel, die op zijn bekenden hoogen toon ons de les leest. Hij schrjjft »Met de weinig lokale kennis, die zij (d< redactie der Middelburgsche courant) van ons district heeft, hadde de redactie heter gedaan, dat stuk niet over te nemen, tenzij zjj daarover eerst eens mannen aan deze zijde der Schelde geraadpleegd had. .Wellicht ware haar dan medegedeeld, dat een Belg, wiens naam met een B. begint, in dertijd eene hofstede heeft gekocht, die nog al tegengevallen is, die hij gaarne zou verkoopen en die zeker in waarde zou toenemen als er een steenweg langs liep. No. 3 heeft de eer te loopen naast de hofstede van den man van 't algemeen belang, die zoo bijzonder waar schuwt tegen invloedhebbende personen, die, zooals hij dat gelieft uit te drukken, alleen hunne eigene belangen trachten te verzorgen. »'t Spjjt ons, dat deze opmerking komt na de vergadering, welke den 30en gehouden wordt. .Heeft zjj intusschen tot gevolg, dat de Re dactie der Middelburgsche courantwat voorzich tiger wordt omtrent het opnemen van stukken die onze belapgen gelden, dan is ons doel be reikt. .Feiten meedeelen, fiatmaar een moeilijke zaak nog moeieljjker maken, door mededeeling van de meeningen van iemand, dien zjj niet kent, dat's een beetje al te kras Het is niet de eerste maal dat de bekende redacteur van genoemd weekblad zich stelt op een voetstuk tegenover ons, alsof hij geroepen is als onze mentor op te treden. De toon juist, waarop hjj schrijft, belet ons meestal met hem in eenige polemiek te tredenmaar ditmaal hebben wjj een bijzondere reden om hem met een enkel woord te repliceerenechter meer nog om de zaak dan om hem zeiven. Wjj zjjn natuurljjk allerminst aan hem re kenschap van ons doen of laten verschuldigd, maar wjj moeten thans opmerken dat juist een der voornaamste motieven om het bewuste stuk over te nemen was om daardoor een protest nit te lokken, wanneer achter dat stuk bedoe lingen schuilden, zooals in het Weekblad wor den geuit en door ons werden vermoed. Er was daartoe nog ruimschoots tjjd. Categorisch maakt de redacteur van de over zijde uit dat wjj B. niet kenden. Hoe weet hij dit Wjj kunnen hem juist het tegendeel verze keren, want meer dan waarschijnlijk was het dezelfde hand, die ons een ingezonden stuk ter plaatsing aanbood, ook onderteekend B, en van denzeltden inhoud als het stuk in Burger welzijn. Om bijzondere redenen viel het moeilijk dat schrijven op te nemen en wjj meen den toen in het belang der zaak zelve goed te doen met bet stuk uit dat blad ongewijzigd in zjjn eigenaardigen stjjl een plaats te verleenen, teneinde anderen gelegenheid te geven hunne meening tegenover die van B. te stellen. En hoe zonderling is nu de houding van den redacteur Yan het Weekblad voor Zeeuwsch Vlaanderen Waarom heeft hjj toch niet d a d e 1 ij k in de kolommen van ons blad waarin hem nooit gastvrijheid is geweigerd eenige ruimte gevraagd om de bedoelingen van B te ont maskeren? Dan toch ware zjjn protest niet te laat gekomen zooals in zjjn weekblad, tot zijn spijt, het geval wel is geweest. Eigenaardig is tevens het tot ons gerichte verwijt, dat wjj, vóór wjj het stnk overnamen, niet eens mannen aan de overzjjde der Schelde raadpleegden, Ons dunktdit ware de mjjl op zevenen geweest. Afgescheiden van de vraag of wjj, waar wjj zeiven zulk een kwestie niet behandelen maar slechts de meening van anderen onder de oogen van het algemeen brengen, geroepen zjjn ons nog de moeite van een vaak zeer lastig en tjjdroovend onderzoek te getroosten, rijst altijd nog de moeilijkheid voor ons, die met den toestand daar niet bekend zjjn, of wjj wel aan bet juiste adres informeeren en of ook daar bij het beoordeelen der kwestie louter belangeloosheid in het spel is. Neen, ons dunkt het was juist veel beter om een oordeel, vooral waar het reeds in een publiek blad geuit is, onder de oogen van alle belang hebbenden en belangstellenden te brengen, opdat ieder ander partjjdige maar vooral elk onpar tijdige daarvan kennis nemen en nog tjjdig het juiste licht zou kunnen doen vallen op adviezen, als dat van B. er een geweest schjjnt te zjjn. De Standaard is zelf eenigszins verlegen met hare stelling, dat, wanneer een .mogeljjke vjjand" de vrouwen soldaat maakte, het Ne derland niet baten zou of bet dat voorbeeld niet wilde volgenbet zou er wel toe ge dwongen zijn. Wjj stelden er naast, dat een .mogelijke vijand" eens besloot om juist de zoo genaamde .wetenschappelijke wereld" en de kapitalisten het eerst in- het vuur te brengen. Aan de Standaard is bet niet onbekend, dat in onzen tjjd die kategorieën geen onverdeelde achting bjj allen genieten en do onderstelling dat zich zoo iets in de toekomst bjj eenigen .mogeljjken vjjand" zou kunnen voordoen, is dus zoo volstrekt ongerijmd niet. Wjj noemden onder andere beroepen van geleerden ook dat van predikant en als men naar die betrekking maar durft wijzen, stuift de Standaard op. ,Zjj onderstelt, dat wjj slechts bet oog hadden op hetgeen zjj noemt een .bataljon dominéés", en voorthollende, voegt zjj ons toe >Als er eens een bataljon dominéés in het vuur tegen u over stond, zou bet u een hartelust zijn er eens duchtig met uw repetitie-geweer op in te schieten". Wij hebben nooit eenige opwelling gevoeld, op iemand, wie ook, te schieten, met een repe titie-geweer zoo min als met eenig ander vuur wapen en een bataljon dominéés zou daartoe den lust evenmin bjj ons opwekken als een bataljon advocaten of renteniers. Wij vertrouwen echter, dat, evenmin als een bataljon vrouwen, een bataljon dominéés ons leger zal versterken en rangschikken beiden sleobts onder de hallucinaties eener verhitte verbeeldingskracht. ArnhCt Bjj kon. besluit zjjn bevorderd tot kapitein ter zee, de kap.-luit. ter zee F. J. Stokbuyzen, tot kap.-luit. ter zee, de luit. ter zee le kl. A. F. J. Frackers, en tot luit. ter zee le kl., de luit. ter zee 2e kl. J. M. P. Kluit. Yerder is de beer dr L. W. G. de Roo, laat stelijk directeur van financiën in Nederlandsch- Indië, thans met verlof bier te lande, op zijn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen. Aanstaanden Dinsdag verleent de minister van justitie geene audiëntie, terwijl Zaterdag 5 October de minister van waterstaat geene audiëntie geeft. De heer Joost van Vollenhoven, oud-burge meester van Rotterdam, van wiens plotseling overlijden wjj Zaterdag melding maakten, was vroeger lid van de Eerste kamer. Hjj bereikte den leeftjjd van 75 jaren, was van 1849 tot '57 lid van den raad, tot 1866 wethouder en tot 1881 burgemeester. Dat hjj zeer bemind was in Rotterdam bleek o. a., toen bij zijn koperen feest als burgemeester bem door 13,000 ingezetenen een geschenk werd aangeboden. De overledene was ridder der orde van den Aederlandschen Leeuw, grootofficier van de orde der Eikenkroon en ridder van het Legioen van Eer. Patrimonium enz. waren daa,rbjj tegenwoordig Aan het graf werd het woord gevoerd door ds. J. C. Verhoeff, K. Kater, voorzitter van Patrimonium, ds. A. W. Bronsveld en ds. Wit- tebol, te Aardenburg, neef van de overledene, die namens de familie dankte voor de laatste eer, den overledene bewezen. Vrjjdag had te Utrecht de plechtige begrafenis van den heer J, Wolbers plaatstal van be» langstellenden en vertegenwoordigers yan Aan de mail, uit Oost-Indië, gedateerd 23 Aug. is het volgende ontleend Volgens de Javabode beeft de benoeming van den heer Zeverjjn tot president van de Javasche Bank, bijna iedereen verrast. Algemeen toch was bet bekend dat op de aanbeveling, door de directie en de commissarissen opgemaakt, de beide directeuren waren geplaatst, en dat die aanbeveling met algemeene Btemmen aldus was gesteld. Ieder verwachtte dan ook, dat de oudste directeur zou worden benoemd. Op zich zelf wordt de gedane keuze algemeen gelukkig geacht. De heer Zeverjjn beeft den naam van een uiterst kundig koopman en zijne benoeming tot directeur der Nederlandscbe bank is een bewijs, dat men hem ook in Neder land als zoodanig beschouwt. Wel is hjj nu reeds een vijftien jaar uit Indië weg, doch als regeerend vennoot der firma J. F. van Leeuwen Co. te Amsterdam, uit welke firma hij eerst kort geleden is uitgetreden, had hij uitstekende gelegenheid op de hoogte te bljjven van bet geen er in Indië op het gebied van den handel omgaat. Uit Atjeb schrjjft men aan betzelfde blad De berichten vaD buiten de linie ontvangen, ze mogen al ot niet betrouwbaar zijn, ze zjjn eenstemmig ongunstig. Het groote, ons nog steeds vjjandig gezinde bendehoofd Tengkoe di Tiroe, is ons dit in den laatsten tjjd meer dan ooit, en schijnt alom tegenwoordig te zjjn. Nauweljjks krijgt men hier bericht, dat hjj tegenover de Zuiderlinie is gezien, of kort daarna komt weer het nieuwe bericht, dat hij zich in het Noorden heeft vertoond. Thans zit hij met eenige (schrik niet lezersduizenden te Lam- badah, tegenover Kotta Pohama, het slagveld van den 26en Juli, en, volgens getuigen, allen gewapend. Ik noem hier getuigen, en die heeft men hier thans in een onlangs aangehouden dwangarbeider, die, voor eenige maanden gedrost en te Indrapoera verblijf gehouden hebbende, thans als Atjeber verkleed op klaarlichten dag trachtte binnen te komen. Tusschen Blang en Lamdjamoe is thans voor de 4e maal eene granaat ingegraven gevonden, en wel andermaal door denzelfden dwangarbeider. De commandant van Landjamoe, de le luite nant Van der Meer Mohr, is aan een groot gevaar ontsnapt. Een Atjeber, gewoon bjj het naar buiten de linie gaan vooraf den comman dant te bezoeken, daarop rekenende op eenige fijne sigaren en stroop, kwam eergisteren om streeks 2 uren in den middag tot dat doel wederom op den post. De benting was op dat uur gesloten, zoodat hem geen toegang kon verleend worden. Hjj begaf zich daarop in de buiten de benting gelegen keuken, en terwjjl hij met den op wacht zijnden korporaal een praatje maakte, trok hjj zjjn rentjong en doorstak hij daarmede den korporaal. Er werd dadeljjk alarm gemaakt en op den inmiddels vluchtenden Atjeher gevuurd, met het gevolg, dat hjj spoedig daarop in andere gewesten was overgegaan. Een ander bericht bereikte ons Zondagavond, en wel, dat ter hoogte van Gighen op de Noord kust een Engelsche schoener in gevaar verkeerde en vrees voor stranding bestond. Daar de aldaar gevestigde kwaadgezinde Atjehers enkel de handen uit de mouw steken om zich zeiven er uit en ons er in te helpen, werd spoedig een gouvernements-stoomer daarheen gezonden, aan wie het gelukte het schip op sleeptouw te krijgen en in veiliger water te brengen, waardoor wjj van eene mogelijke herhaling der Nisero- kwestie verlost waren. Te Siroen had een fuselier het ongeluk, op het banket staande, een schot door zjjn lichaam te krjjgen. Met de gewonden van 26 Juli gaat het goed. Van de gewonde officieren is met de vorige boot reeds geëvacueerd de luitenant Von Schmidt auf Altenstadt en met de volgende boot wordt ook de luitenant Piera naar Batavia gezonden. In de Soer. Ct. en in de Javabode komen correspondenties voor omtrent vreeselijke gruwelen, door Arabieren op het eiland Lombok, J at onder onze souvereiniteit staat, tegenover hun slaven bedreven, ofschoon de slavernjj in Indië is afgeschaft. De slavenhandel, lezen wij, en de daaraan verbonden gruwelen worden daar op barbaar- scher wijze uitgeoefend, dan ergens in de slavenstreken. De bevolking van Ampenan bestaat uit Arabieren, Chineezen, Maljjers en inboorlingen. Er zjjn zoo wat 90 Arabieren, meest lieden, die van kustplaatsen op Java en op andere eilanden zjjn weggeloopen, om hunne verplichtingen te ontduiken. De voor naamste Arabier is Said Abdullah bin Abdoe- rahim Alkadrie. Deze man verdween een 25 tal jaren geleden van Batavia, is nu de voor naamste raadgever van den Sultan en bjjna oppermachtig. Men zegt, dat hjj reeds 75 inboorlingen heeft gedood. Arabieren koo- pen en verkoopen slaven, zooals kooplieden in rjjst en andere producten handelen. De slaven worden zoo verschrikkelijk door hunne meesters mishandeld, dat zjj steeds trachten weg te loopen. Als zjj op heeterdaad betrapt worden, worden zjj onmiddellijk geëxecuteerd en het was op den In Aug., dat vier menschen ter slachtbank werden geleid, twee jonge mannen en twee vrouwen. Een der mannen, pl. m. 20 jaren oud, behoorde aan den panghoeloe of priester van de plaats. De andere drie, aan Said Abdullah toehehoorende, waren een jongen van 16 jaren en de beide vrouwen respectievelijk 20 en 25 jaren. Gedurende de maand Juli trachtten deze 4 slaven te vluchten met een boot naar Boeleleng maar, door slechten wind beloopen, ankerden zij bjj de kust van Lombok, werden door den zoon van hun meester Abdullah herkend en in ketenen naar Ampenan gezonden. Abdullah gelastte nu, zonder onderzoek, dat de beide jonge mannen aan den zeekant zouden worden gespietst of gekrist, 's paiddags te 11 uren ten aanschouwe van omstreeks 500 men schen. De beide vrouwen waren daar, om ge tuige te zjjn van dit droevig lot en werden toen naar het huis van Abdullah gebracht. Een der vrouwen had de handen op den rug ge bonden en werd met haar midden aan een boom vastgemaakt, zjj bleef zoo ongeveer drie uren lang, waarop zjj 50 slagen op den rug ontving met een rottan. Deze vrouw werd gezegd tot de familie te behooren en alleen daarom waar schijnlijk, kwam ze er zoo goed af. Aan de andere vrouw sneed men neus en ooren af, daarop werd zjj geheel ontkleed en ontving 80 rottanslagen, zoodat zjj in haar bloed baadde. Op Abdullah's bevel werden hare wonden toen ingewreven met een mixtum van zout, salmoniac en kalk. Zjj lag toen bewusteloos en men onderstelde, dat zjj niet lang meer zou leven. Abdullah denkt haar in ketenen te houden, totdat de dood, die zeker barmhartiger is dan hjj, haar uit haar ljjden verlost. Een ander Arabier, protégé van Said Abdullah, te Ampanan aan zjjne crediteuren ontloopen, Sech Moelahela genaamd, heeft omstreeks den zelfden tjjd ook een schelmstuk gepleegd. Een zjjner slavinnen had iets verkeerds gedaan, hetgeen in het oog van dien Arabier te erg was. Zjj werd daarop geheel en al uitgekleed en stevig gebonden, en met behulp van een gloeiende tang liet hjj haar hare straf onder gaan. Tentoonstelling van Aquarellen. Niet minder belangwekkend dan de eerste collectie, is de tweede verzameling, door de erven van wijlen jhr mr W. C. M. de Jonge van Ellemeet welwillend ter bezichtiging gesteld voor de leden en begunstigers der vereenigingen Uit het volk—voor het volk en het Kunstmuseum te Middelburg. Het is een uitgezochte verza meling, zooals slechts een liefhebber, die kunst zin en smaak bezit (is het een niet synomiem met het ander en daarbjj over een ruime beurs beschikt, kan bijeenbrengen. Daar er tevens werken van thans nog onze eerste meesters uit een vroeger tjjdperk hunner ont wikkeling onder zjjn, is het genot, ons geschon ken, hier tweeledig historisch en aesthetisch. A tous seigneurs tous honneursZal het dan iemand verhazendat wjj in de allereerste plaats Jozef Israels noemen Er zjjn drie aquarellen van hem, waarvan men nauweljjks kan zeggen, welke het meest tot den toeschou wer spreekt; de vertolking van de innigste droefheidDe dag van scheiding, of het diep weemoedige Op straat gezet dan wel het naiëve Moeders hulp. Geen onzer schilders weet zoo het leven en lijden onzer visschersbevolking, in een enkel beeld aan ons oog te ontvouwen als Israëls. Welk een leven van zwoegen en ontbering treft ons bjj v. in die gedrukte hou ding der arme vrouw met haar kinders. Het wanhopende waarheen komt ons daarbjj op de lippen. Alles is bjj dezen schilder poëzië tint, klenr, onderwerp, drukken alle te zamen, invde heerljjkste harmonie hetzelfde uit. Wie Israel's kunst ni.st begrijpt, neen niet g e- voelt voor dezen ia poëzie een woord zonder beteetesisi. Van Gabriël zijn er teekeningen, welke men zonder aarzelen tot het.beste kan rekenen, door dezen sympatieken kunstenaar voortgebracht. Een kapitale aquarel is het Landschap bij Veenendaal bij Zonsopgang. Hoe dun en door zichtig is de lucht, op den eersten oogopslag zoo eenvoudig maar van nabjj beschouwd met zoo velerlei tinten, alle vaardig in elkaar ge- wasschen. Niet minder mooi is zjjnIn de omstreken van Loenen. De tinteling in den dampkring, de diepte van het water met dien visscher in zjjn schuitje zoo scherp afstekend, leggen een eervol getuigenis van Gabriel's kunst af. Met veel genoegen maakten wjj kennis met twee teekeningen van onzen stadgenoot, den heer W. J. van den Berge, waarvan vooral Een bergmeer met Sparrenboom door opvatting en uitvoering aantrekt. Wie door bergstreken ge reisd heeft, niet in postwagen of landauer langs den vlakken straatweg in een brandende zon, maar 's morgens vroeg of 's avonds laat te voet langs paden en wegen gewandeld is en zjjn oogen den kost heeft gegeven, heeft menigmaal die dampige wazige lucht waargenomen, die de bergen in een sluier hult, zoo natuurwaar op Van den Berge's teekening in O. Inkt weer gegeven. David Bles blijft tot de lievelingen van ons publiek en onze kunstverzamelaars behooren. Wat men in de portefeuille van den heer De Jonge van Ellemeet vindt, zal menig kunst minnaar doen watertanden. Wjj vermelden slechts De huispoëet en de huispoes en De huis vrienden. De typeering der figuren op dit laatste is karakteristieker dunkt ons dan men dit van Bles meestal gewoon is, terwjjl het komische element zjjn uitwerking niet mist. Een rjjk gestoffeerde kerk van Bosboom is een der parels uit deze verzameling. De flinke figuur op den voorgrond wekt de herinnering aan Rembrandt. Het geheel is prachtig gea- chieveerd, de witte kolom o. a. zoo flink gewas- schen, dat het marmer uitstekend is weerge geven. Bovendien weet Bosboom met zoo een enkel rood toetsje op de mutsjes zjjner figuren een aardig effect te maken tusschen het grjjs- bruin, dat zjjn werk kenmerkt. Verder vallen spoedig in het oog Louis GallaitMichiel Montaigne bezoekt Torquato Tasso, waanzinnig geworden, een zeer kostbaar aquarel, evenals van Gustav RichterEen Egyptische dans bij maan- en fakkellicht, met mooien gloed en kleur, Pettenkofer, Een var kensdrijver in Zuid Europa, een flinke figuur, wat eveneens geldt van Acqua dell'Cesare's Turksch Schildpaddenverkooper. Een frisch land schap van Roelofs (no 48), een zeegezicht van Van Heemskerk van Beest en de Campveersche toren te Veere in 1859 van P. J. Clays blijven niet onopgemerkt. Met het blauwe, puntige dak tegen het groene water wordt op dit laatste een aardig effect verkregen. Wat veel schilderachtiger zag de Campveersche toren er voorheen dan thans uit, maar welke stad brengt helaas geen offer aan den modernen tjjd Niet vele zoo gelukkige steden als Nürenberg be staan er, die haar ouden karakteristieken bouw stijl mogen behouden - De Zuid-Beveland Bche typen van A. Dillens zjjn als 'tware goede oude bekenden. Men vindt er onmiddelijk den verdienstelijken tee kenaar terug, die La Ze'lande van de Coster zoo aardig illustreerde. Hoe jammer toch dat dit interessante werkje uitverkocht is. Zou er volstrekt geen kans meer bestaan op een nieuwe uitgave Sedert onze provincie in de laatste jaren door zoovele vreemdelingen wordt bezocht, behoeft de uitgever toch waarlijk niet bevreesd te zjjn voor een beperkt debiet Een aardige afwisseling tusschen de ge kleurde teekeningen maakt de fraaie pentee- kening vol uitdrukking van Adolph Menzel Boulevard te Parijs. Ten slotte zjj nog gewezen op de drie bloem stukken van Angelo Rossi, een schilder van wiens werken wjj hier slechts zelden in de gelegenheid zjjn iets te zien en.... te bewonderen, In de rozen vooral ligt een ongewone kracht van kleur, daarbjj zjjn de bloemen breed en flinkgeteekend, zonder dat de fjjnheid der bloem blaadjes eenigszins daaronder geleden heeft. Wat bovenal Rossi's bloemstukken kenmerkt en er dadelijk het oog op doet vestigen is de oor- pronkelijke schikking der voorwerpenmen zie hier o. a. den strooien hoed of de St Catha- rina met bloemenkrans- Ven slotte kunnen wij hier slechts den wenseh herhalen, waarmede wg den 29sten April 11, onze aankondiging van de eerste collectie aquarellen van jhr mr De Jonge van Ellemeet eindigdenmogen de meesterstukken uit deze kostbare kunstverzameling niet in handen van vreemdelingen geraken maar voos ons lan«j bewaard bljjven

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1