Dinsdag
RAMP TE ANTWERPEN.
N°. 226.
1326 Jaargang.
1889.
24 September.
Deze courant verschijnt dagelijks»
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—=3
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager?
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Nleuwenhuijzen. - Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
BEKENDMAKINGEN.
GEMEENTERAAD.
Middelburg 23 September.
LETTEREN EN KUNST.
HllllirillllK.Silli: (III KIM.
Thermometer.
Middelburg 28 Sept. ym. 8 u 51
ai. 12 u 57 gr. av. 4 u. 55 gr.
Verwacht W. wind.
Advertentiën
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Pbijl, te Zierikzee: A. 0. db Mooij en te Tholen: W. A. van
bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam; de Gebr. Belinfante, te 1s Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mae Azn, te Amsterdam, aan het bureau bezorgd zpn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
annonces aan.
Voor dit doel ontvingen wij van den heer
C. W. A. Schutters, als opbrengst van het bij
hem gestorte, f 5.89 (waaronder een vjjffrancs-
stuk van U. D.)
Verder overhandigde men ons de volgende
giften, Zondag gecollecteerd in de Nieuwe kerk
alhieronder motto Antwerpen 5.50 en Voor
de ramp van Antwerpen J 2.50, samen ƒ8.
Bovendien stortte heden bij ons A. D. ƒ1.50
A. M. 2.50, X 2.50 en N. N. j 2.50.
In het geheel ontvingen wjj dus voor dit doel
293.011.
De Antwerpsche Précurseurdie eene inschrij
ving had geopend voor de slachtoffers dezer
ramp, ontving reeds meer dan 60.000 francs.
Van alle kanten stroomt het geld toe.
Het blad raadt nu aan niet meer te vragen.
Men moet, zegt het, de liefdadigheid van het
publiek niet uitputten en geen misbruik maken
van de stemming. Ook waarschuwt het blad tegen
liefdadigheidsfeesten, die dikwijls slechts nega
tieve uitkomsten geven en die de sympathie
van het publiek bekoelen.
Na deze verklaring van een blad, dat bevoegd
is over den toestand te oordeelen, achten wjj
onze taak afgeloopen, en bestaat bjj ons geen
gelegenheid meer tot het storten van giften
voor dat doel.
De burgemeester van Middelburg maakt be
kend dat op Woensdag den 25 September 1889,
des namiddags te 2 uur, een openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 23en September 1889.
De burgemeester voornoemd,
S C H O R E R.
De regeering heeft eene nadere nota van
wijziging ingediend, strekkende om achter art.
2 van het wetsontwerp tot wijziging der school
wet te plaatsen het navolgende
Art. 3. Tusschen de artikelen 32 en 33 der
wet tot regeling van het lager onderwjjs,
laatstelijk gewjjzigd bjj die van 11 Juli 1884
(Stbl. no. 123), wordt ingelascht art. 32bis,
luidendeWanneer in eene gemeenteschool
jongelieden, in het bezit der akte, bedoeld in
art. 56, onder a, op den voet van art. 8 als
kweekelingen zijn toegelaten, zijn deze bjj schor
sing, ontslag, ontstentenis of tydeljjke verhin
dering van eenen onderwjjzer in die school, op
aanwjjzing van het hoofd, bevoegd en verplicht
tot de waarneming der opengevallen plaats,
hangende het overleg in het eerste lid van art.
32 voorgeschreven.
Ter toelichting van dit voorstel zegt de
regeering
De toelating van jongelieden, welke de on-
derwjjzers-akte bezitten, zonder aanstelling als
onderwjjzer, in de openbare school zou, behalve
het groote belang dat daarin voor de practi-
sche vorming dier jongelieden zelve gelegen is,
ook van veel nut kunnen zijn voor de school
ingeval van vacature.
Art. 32 bepaalt, dat in de tjjdeljjke waar
neming eener opengevallen plaats wordt voor
zien door burgemeesters en wethouders in over
leg met den arrondissements-schoolopzienei-.
Dat overleg vereischt tjjd, en inmiddels bljjft
de plaats onvervuld tot schade van het onder
wjjs. Het is daarom wenscheljjk dat, indien
in de school zjjn toegelaten personen, wetteljjk
bevoegd tot het geven van onderwjjsvan
hunne aanwezigheid bjj het tjjdeljjk openvallen
eener plaats onmiddellijk partjj kan worden
getrokken. Dit kan niet door hunne toelating
zóo als die thans in het wetsontwerp is geregeld,
nameljjk als kweekelingen op den voet van
art. 8. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen
wordt de inlassching van art. 325zs voorgesteld.
In het te Brugge verschijnende blad Burger
welzijn komt een stuk voor, onderteekend B.
en getiteldLand van Cadzand. Verbetering
van wegen. Verbinding der gemeenten Retran-
chement en Cadzand.
Met het oog op het belang, dat een deel van ons
gewest bjj de daarin besproken kwestie heett,
nemen wjj dit stuk over; en laten taalenstjji
daarvan ongewjjzigdten einde niet gevaar te
loopen de bedoeling des schrjjvers onjuist of
minder juist weer te geven.
B. schrjjft dan:
»lndien wij eenige regelen daar aan toewijden,
't is wel omdat in deze eenvoudige zaak, ge
ring in schijn, maar waarmede onze dageljjksche
vooruitgaande onderhandelingen met Zeeland
in 't spel zjjn, en er voor Vlaanderen zoo wel
als voor Zeeland groote belangen bestaan.
»Er zal door de belanghebbenden der boven
gemelde streek gestemd worden in de aanstaande
zitting op 28 September 1889, des middags,
om 2 ure, in de herberg bewoond door P. J.
Bril, te Zuidzande, bjj Sluis, over den keus der
richting eener nieuwe kalsjjde.
»Verre van ons verstandiger beslissingen te
willen aanprjjzen aan de rechtstemmers in deze
kwestie, onze vrienden van over de Belgische
grenzenniettemin denken wjj eenvoudi g een
enkel gedacht te mogen uitten, waaruit blijkt
dat wjj ons ook mogen met de belangen van
Cadzant bekommeren.
»Ons gedacht is gesteund op inlichtingen
van eenige der voornaamste kooplieden dezer
stad, wiens naam op eene inschrjjvingsljjst door
komt, die door hun bedrijf en handel de streek
van Cadzant min of meer goed kennen.
ïDeze kooplieden en njjveraars vermeenen
een vruchtbaar doel te bereiken met eene,
nieuwe kalsjjde te leggen in eene bewoonde
streek, die veel nut voor den landbouw bij
brengen kan en terzelfder tjjd gemeenschap
zal daarstellen met de bestaande goed liggende
en gebruikte keiwegen, zonder omwegen, een
uur nader als te voren, dus recbtstreeksche
verbinding van hier naar Breskens.
>Zulks is juist hier het geval met het voor
stel no. 3, ter hofstede langs den greintweg
van Sluis naar Retranchement en Pottjes, die
rechtover de greintweg van Nieuw Vliet Bres
kens ligt.
.Volgens deze kooplieden, kunnen noch van
verre noch van bjj andere voorstellen tegen
dit huidige opwegen.
»'t Ware jammer, zeggen zjj, die het land ken
nen en er nog in dageljjksche betrekkingen mede
zjjn, indien men eigen belanghebbende bewer
kingen dezen allernuttigsten voorstel zag tegen
kanten en omver werpen, daar, volgens hunne
overtuiging, zich nimmer zulk eene voordeelige
gelegenheid meer zal aanbieden, eerstens, om
eene merkeljjke verbetering toe te brengen aan
den drukkeljjken toestand der landbouwers
dezer streek, en tweeds, om vervoer, handel en
voorspoed in deze streek onbetwistbaar te be
vorderen.
sOngelukkigljjk ondervindt men dikwjjls in
dergeljjke omstandigheden dat de ware belan
gen miskend worden door den tegenstand van
invloedhebbende personen, die zich weinig be
kreunen om het ongemak of de schade voor
eene groote menigte menschen, teneinde hunne
eigene belangen te verzorgen. Doch, wjj dun
ken wel zulks hier het geval niet te zullen
zjjn, en verhopen dat de stemmers toch goed
hunne oogen zullen openen en slechts stemmen
in 't algemeen belang, buiten alle andere bij
bedoelingen.""
De redactie van de Standaard ontvouwt thans
nader zijn gevoelen over dienstplicht.
Daarbjj maakt het deze zeer juiste opmer
kingen
.Vooral in ons Nederlandsch volk zit geen
militaire geest als zoodanig. Moet bet, dan
vechten we, en eens aan het vechten, houden
we ons taai. Laf is de Nederlandsche soldaat
nooit geweest. Maar als Pruisen morgen af
dankte en de manie om heel het volk te wa
penen er bjj al onze naburen uit ging, dan
zou een miniatuur-legertje ook ons het liefst
zjjn. Een politie leger meer dan een leger om
naar het slagveld te trekken.
.Die trek is aan alle partjjen gemeen. Libe
raal of radicaal, conservatief of socialist, roomsch
of anti-revolutionair, we houden niet van sol-
daatjespelen, en vinden het zonde van het
lieve geld.
.Uit lief hebberjj wapent zich onder ons nie
mand. Zelfs de sluiting onzer huisdeur komt
meest eerst, als er druk gestolen wordt, op
orde. Het eenig argument waarvoor we op het
stuk van defentie zwichten, is harde noodzake-
ljjkheid en dwang.
.Als het moet, nn ja dan moet het, maar
anders passen we er voor.
»De zaak staat dus zoo dat alle partijen hier te
lande uit heur aard anti-militaristisch zjjn
maar ook dat alle partijen hier te lande de
onafhankeljjkheid van ons vaderland verzekerd
willen zien.
„Er prikkelt dus geen verschil van beginsel
oi uitgangspunt. Liever nietis aller wacht
woord, maar ook »als het moet dan moet het"
het parool van elke partjj.
»En al het geschil dat rijzen kan, is dus
niet of we soldaatje zullen spelen, noch ook
of we onze grenzen open zullen laten, maar
uitsluitend, op wat wijs de poorte van ons land
op slot is te houden.
.Zijn we hierbjj nu in de keuze van ons
verweermiddel vrij
.Natuurlijk niet.
.Als iemand mjj met een stok aanvalt, heb
ik een ander verweermiddel noodig, dan zoo
hij den haan tegen mjj overhaalt. Als een
vijand met twintig regimenten op komt zetten,
heb ik heel wat meer verweer noodig, dan
als hjj mjj aanvalt, met een enkel batailjon.
»Wjj zijn dus niet vrij, maar zeer onvrij, en
moeten onze gedragsljjn laten bepalen door de
gedragslijn van den vijand."
»Nu kan men" zegt het blad verder
.voor die defentie öf een huurleger in het
veld brengen, öf Leen volksleger öf een leger
met remplaijanten, öf eindelijk een leger naar
het beginsel van persoonljjken dienstplicht ge
organiseerd maar voor Nederland is een huur
leger ondenkbaar, een volksleger onbereikbaar,
en staat dus feiteljjk de keus slechts tusschen
het militieleger met het recht van uitkoop, of
het militieleger uit alle rangen en standen
gerecruteerd.
En tusschen die beide laatste kiest het blad,
tot tjjd en wjjle men het beter inlichte, de
invoering van het laatste stelsel, zij 't ook als
een noodzakeljjk kwaad.
Niet dat het met dit stelsel dweept, of ook
de betrekkeljjke voordeelen van het andere
stelsel niet inzie.
.Maar," schrjjft de Standaard ten slotte,
.het gaat om de onafhankeljjkheid van ons
vaderland.
»En als we dan zien, hoe de legers zonder
remplaoanteustelsel dusver nog altoos de legers
met remplaifantenstelsel onbarmhartig en op
verpletterende wjjs geslagen hebben, dan missen
we metterdaad den moed, om ons vaderland
aan de proefneming met het laatste te wagen.
.Zelfs machtige staten als Oostenrijk en
Frankrjjk, militaire machten van den eersten
rang, zjjn door het kleinere Pruisen, straks
door andere Duitsche staten geholpen, zoo red
deloos eD hopeloos geëcraseerd, dat ze geen
vinger meer verroeren konden, en beide hadden
hun leger naar het rempla9antenstelsel ingericht.
.Na Sadowa begrijpt Oostenrijk dan ook
waarin zjjn dwaasheid school, laat op eens dit
foutieve stelsel los, en voert terstond den per
soonljjken dienstplicht in.
»En na Sedan ziet ge Frankrjjk evenzoo met
het remplajantenstelsel breken, en met een
energie, die uw bewondering wekt, bet Pruisi
sche stelsel invoeren.
.Welke grond is er dan om te meenen dat
Nederland ten deze alleen een uitzondering op den
regel zal maken?
.Wat zon ons vrijheid schenken, om het nog
maals met een remplayantenleger te wagen
.We zien bet niet in.
.En tot tijd en wjjle men ons een geheel
nieuw licht over deze materie deed opgaan,
zouden wjj voor ons aandeel de verantwoorde-
ljjkheid van zulk een proefneming niet durven
aanvaarden.
.Wel voelen we wat er tegen is, en we
achten de bezwaren, die het thans schier overal
aangenomen stelsel drukken, niet geringja,
al gevoelden we die zeiven niet, we zouden uit
eerbied voor anderer bedenking niets liever
doen dan uit den weg gaan.
.Maar we herbalen bethet is bier geen
kwestie van liever of niet liever.
»De eenige vraag die beslissen mag is Acht
ge met een minder drukkend stelsel uw vader
land veilig f"
Bij kon. besluit is, met ingang van 1 October
a. s., aan de telegrafist der derde kl. bjj de
rijkstelegraaf, mejuffrouw J. Vos, op baar ver
zoek, eervol ontslag verleend uit 's rjjks dienst.
Door den minister van koloniën is de heer
F. M. E. L. Keratens gesteld ter beschikking
van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië,
om te worden benoemd tot adspirant-ingenieur
bjj den waterstaat en de burgerlijke openbare
werken daar te lande.
De kapitein-luitenant ter zee P. C. C. Pabs
wordt met den lsten November a. s. eervol
ontheven van het hevel over Zr. Mb. instructie
korvet Nautilus, en dat bevel opgedragen aan
den kapitein-luitenant ter zee H. G. Hildebrandt.
Het hof heeft van heden af voor zeven dagen
den lichten rouw aangenomen wegens het
overljjden van Z. H. Karei III, vorst van Monaco.
De gewonen audiëntie van den minister van
oorlog »al Donderdag a. niet plaats hebben,
De gepens. luit.-generaal jbr G. M. Verspijck,
adjudant-generaal van Z. M. den koning
die dezer dagen aan den Duitscben keizer bet
grootkruis der Militaire Willemsorde heeft over
handigd is benoemd tot ridder van de le
klasse, met diamanten, der orde van den
Rooden Adelaar van Pruisen, en de le-luitenant
der infanterie R. J. graaf Schimmelpenninck,
ordonnance-offieier van Z. M., tot ridder van
dezelfde orde.
Omtrent de oorzaken der Tjilegonscbe onlus
ten leest men in het koloniaal verslag
Onder de gemengde bevolking van de afdee-
ling Anjer, onder welke sedert de opheffing van
het voormalig sultanaat van Bantam steeds
door een minder gunstigen geest jegens het
gouvernement bezield is geweest en van oudsher
als zeer fanatiek bekend, hadden de godsdien
stige secten of devotiën als de nagsabandyah
en de gadiryah-nagsdbandyah tal van beleidevs
gevonden, zelfs onder de inlandsche ambtenaren
en hoofden, welke beljjders, ingevolge een der
stelregels dier seoten, blinde gehoorzaamheid
verschuldigd zjjn aan de leeraren (goeroe's" of
.kiai's"), en niet worden aangenomen, dan na
een eed van volstrekte geheimhouding te hebben
afgelegd.
Van deze omstandigheden is, geljjk later
bleek, waarschijnlijk in opvolging van de in
blazingen van een tegen het laatst van Juni
1888 weder naar Mekka teruggekeerden sjech,
Hadji Mardjoeki of Marzugi, geboortig van
Tanara, gebruik gemaakt, om een krachtige
poging te wagen, ten einde een nieuw Moham-
medaansch rjjk te stichten. Het is bekend ge
worden, dat niet alleen in de afdeeling Anjer,
doch ook in de aideeling Serang en wellicht
elders, reeds van het najaar van 1887 af door
de voornaamste goeroe's van tjjd tot tjjd ver
gaderingen waren gehouden, zoo onderling als
met hun leerlingen en aanhangers, ten einde
een gemeenschappelijk optreden voor te bereiden,
van welke vergaderingen, gedeeltelik door de
medeplichtigheid, gedeelteljjk door plichtver
zuim van de inlandsche ambtenaren, het bestuur
evenwel geheel onkundig is gebleven. De be
doeling was om, na het uitmoorden van de
Europeanen en ook van de inlandsche ambte
naren, voor zoover die zouden gebleken zjjn ons
bestuur getrouw te willen bljjven, den Kiai
Hadji 'Ismael uit te roepen als vorst van het
te stichten Moslimsch rijk, hoewel als het hoofd
der samenzwering of althans als leider der
uitvoering beschouwd moet worden de kiai
Hadji Wasid, uit den kampong Bedji in de nabjj-
heid van Tjilegon. Het vervroegen van het
tijdstip, waarop de onlusten zouden uitbreken,
is oorzaak geweest dat de plannen der samen
zweerders alleen in de afdeeling Anjer tot een
begin van uitvoering zjjn gekomen. Hoewel in
verschillende dessa's der afdeeling Serang de
kiai's met hun moerids (leerlingen of aanhan
gers) zich gereed hielden, om de gewesteljjke
hoofdplaats (Serang) aan te vallen, hebben zjj
daarvan afgezien, toen de bende muiters, die
van Tjilegon reeds derwaarts op weg was, door
de in allerjjl van Serang afgezonden militairen
uiteen gedreven en denzelfden dag ook de komst
van troepen uit Batavia bekend geworden was.
Zoo aanvankelijk door de ondervraging van
enkelen der schuldigen de indruk werd verkre
gen dat, behalve fanatisme, ook ontevredenheid
over eenige bestuurshandelingen en over den
druk der belastingen eene voorname oorzaak
was van de bloedige rustverstoring te Tjilegon,
die indruk moest plaats maken voor de door
nadere, meer volledige onderzoekingen verkre
gen overtuiging, dat de rustverstoring uitslui
tend beraamd of voorbereid is door godsdienst
ijveraars. Wel hebben dezen, om enkelen hunner
volgelingen te overreden, wellicht gewezen op
de belastingheffing, waaraan zrj onderworpen
waren, en hun voorgespiegeld dat in het te
stichten Moslitnsch rjjk geen belastingen zouden
behoeven te worden opgebracht, doch het is
voldoende gebleken, dat fanatisme de eenige
drijfveer is geweest.
Niettemin is door het herstel der rust door
het bestuur er naar gestreefd om door verlaging
van den aanslag der belastingen (de landrente
was in 1888 reeds aanzienlek verlaagd) alB
anderszins de toestanden in de residentie Bantam
te verbeteren, welk streven tot dusver de ge-
wenschte uitwerking niet heeft gemist. Enkele
maatregelen, zooals een verbetering van de
positie der dorpshoofden en een versterking
der politiemiddelen in het gewest, maken nog
een onderwerp van onderzoek uit. Reeds is een
maatregel genomen, die den stoot kan geven
aan het ontluiken in Bantam van de peperteelt
als volkscultuur. Het gedeelte van het verslag,
waarin daarvan melding is gemaakt, is nog
niet verschenen.
Blijkens aankondiging in ons vorig nommer
heeft het Rotterdamsche tooneelgezelschap,
directie Alex. Faassen en „O, het voornemen
Dinsdag 1 October de rjj van de zes te geven
tooneelvoorstellingen in den Schouwburg te
Middelburg te openen met De Familie Lonei,
blyspel in vier bedrjjven, van Adolf L'Arronge.
Aan de eerste opvoering van dit stuk wjjdde
de Nieuwe Rotterdamsche courant in haar nom
mer van Zaterdag een zeer -zaardeerend en
voor het gezelschap hoogst vleiend artikel.
Na gewezen te hebben op de aanwinst, die
het gezelschap verkreeg door het toetreden als
lid van den heer L. B. J. Moor en de jongere
krachten Yan den Heuvel, Erfmann en mevrouw
Schepers, schrjjft de bekende recensent van dit
blad over het stuk zelf
.Tooneelkennis, kunstvaardigheid en inzicht
in hetgeen het publiek gaarne vertoond ziet,
spreidt L'Arronge ook in het thans opgevoerde
stuk tentoon. De gewone zwakheden der
Duitsche bljjspelen van dezen tjjd: gebrek aan
samenhang, bij eene haast overdadigen rjjkdom
van stof, en als een gevolg daarvan, gerektheid,
doen zich ook hier waarnemen. Maar ze worden
teruggekocht door zooveel goeds, dat in onze
schatting De familie Lonei tot het beste gerekend
mag worden, dat uit de kunsttempels van over
den Rjjn ons toe is gevoerd. De draad, die het
geheel verbindt, ligt losjes, maar hjj is er toch,
en tegen het einde krjjgt men hem, door eene
niet onvernuftige kunstgreep, weer stevig in
handen. Onder de vele episoden, waarmede
het stuk is volgemaakt, zjjn er die van nauw
keurige waarneming getuigen, andere die goede
lessen te hooren geven, nog weer andere van
veel komische werking. Er zjjn aardige genre
stukjes in, een paar maal wordt er een zeer
ernstige toon in aangeslagen, aan vrooljjke
tafereeltjes ontbreekt het niet, die ditmaal geen
van alle in zotternjj ontaarden. Goed gespeeld,
is een stuk met deze kwaliteiten in staat ge-
ruimen tijd bjjval te vinden."
Voor de opvoering heeft de pensent zeer
veel woorden van lof. De heeren Van Nieuw-
land, die, volgens hem, in stukken als de familie
Lonei »niet te verbeteren" is, Alex. Faassen en
Van den Heuvel worden door hem zeer geprezen.
Omtrent den heer Moor, die door andere
bladen om de vertolking van zjjn rol van den
tooneelspeler BertholdReinliardhoog gewaardeerd
wordt, zegt de recensent van de N. R. Ct
>Om een geroutineerd acteur als den heer
Moor te prijzen, wacht men zjjn gelegenheid
af. De rol van Berthold Reinhard, een tooneel
speler, is daartoe weinig geschikt. In de kunst
van »zeggen", in beschaafd, fijn spel, ligt het
zwaartepunt van Moor's talent, en behalve dat
Duitsche bljjspelen in den regel daartoe geen
bjjzondere aanleiding geven, ligt zjjne komlsch-
geuioedeljjke rol in De familie Lonei er geheel
buiten. Dat hij haar naar behooren speelde,
behoeft nauwelijks gezegd te worden."
Het verslag omtrent die opvoering, welke op
het publiek een zeer gunstigen indruk heeft
nagelaten, eindigt met deze verzekering»Er
bestaat grond om te verwachten dat het gezel
schap, samengesteld zooals het nu is, in deze
soort van stukken nog meermalen iets goeds,
somwijlen iets voortreffeljjks, te zien zal geven."
Op grond van dit gevoelen van een zeer
bevoegd beoordeelaar, gesteund door dat van
andere te Rotterdam verschjjnende bladen, die
met even en enkele zelfs met nog meer lof over
stuk en opvoering schreven, meenén wjj metge
rustheid de belangstelling van het kunstminnend
publiek te Middelburg te mogen vragen voor
de voorstelling op Dinsdag 1 October en tevens
eraan te mogen herinneren dat de gelegenheid
tot het teekenen voor abonnementskaarten nog
open bljjft tot 30 September. Zjj, die afwezig
waren, toen de ljjBt te hunnen huize werd
aangeboden, kunnen nog bjj de heeren J. C.
W. Altorffer en F. B. den Boer alhier terecht
om van hun verlangen te doen blijken.
Het a. seizoen kan aan menigeen een goed
en goedkoop kunstgenot verschaffen uoor de
opvoeringen van dit verdienstelijk gezelschap,
die de voorstellingen, welke de bekende veree-
niging met den langen naam ons bieden zal,
op aangename wjjze zullen aanvullen.
Zooals men weet zal de firma F. B, van
Ditmar te Utrecht, een Gedenkblad Holland—
Antwerpen uitgeven, waarvan de opbrengst be
stemd is voor de ongelukkigen, die door de
bekende ramp te Antwerpen zjjn getroffen.
Naar die firma ons thans meldt zonden onze
koning en onze koningin een schrjjven met Hd.
handteekeningenwaarbij zjj de uitgevers
machtigen die handteekening in het gedenkblad
te doen afdrukken, en hebben vele letterkundi
gen en kunstenaars van naam hunne medes