Dinsdag RAMP TE ANTWERPEN. N°. 226. 1326 Jaargang. 1889. 24 September. Deze courant verschijnt dagelijks» met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—=3 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager? Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Nleuwenhuijzen. - Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur BEKENDMAKINGEN. GEMEENTERAAD. Middelburg 23 September. LETTEREN EN KUNST. HllllirillllK.Silli: (III KIM. Thermometer. Middelburg 28 Sept. ym. 8 u 51 ai. 12 u 57 gr. av. 4 u. 55 gr. Verwacht W. wind. Advertentiën Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Pbijl, te Zierikzee: A. 0. db Mooij en te Tholen: W. A. van bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam; de Gebr. Belinfante, te 1s Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mae Azn, te Amsterdam, aan het bureau bezorgd zpn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen annonces aan. Voor dit doel ontvingen wij van den heer C. W. A. Schutters, als opbrengst van het bij hem gestorte, f 5.89 (waaronder een vjjffrancs- stuk van U. D.) Verder overhandigde men ons de volgende giften, Zondag gecollecteerd in de Nieuwe kerk alhieronder motto Antwerpen 5.50 en Voor de ramp van Antwerpen J 2.50, samen ƒ8. Bovendien stortte heden bij ons A. D. ƒ1.50 A. M. 2.50, X 2.50 en N. N. j 2.50. In het geheel ontvingen wjj dus voor dit doel 293.011. De Antwerpsche Précurseurdie eene inschrij ving had geopend voor de slachtoffers dezer ramp, ontving reeds meer dan 60.000 francs. Van alle kanten stroomt het geld toe. Het blad raadt nu aan niet meer te vragen. Men moet, zegt het, de liefdadigheid van het publiek niet uitputten en geen misbruik maken van de stemming. Ook waarschuwt het blad tegen liefdadigheidsfeesten, die dikwijls slechts nega tieve uitkomsten geven en die de sympathie van het publiek bekoelen. Na deze verklaring van een blad, dat bevoegd is over den toestand te oordeelen, achten wjj onze taak afgeloopen, en bestaat bjj ons geen gelegenheid meer tot het storten van giften voor dat doel. De burgemeester van Middelburg maakt be kend dat op Woensdag den 25 September 1889, des namiddags te 2 uur, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 23en September 1889. De burgemeester voornoemd, S C H O R E R. De regeering heeft eene nadere nota van wijziging ingediend, strekkende om achter art. 2 van het wetsontwerp tot wijziging der school wet te plaatsen het navolgende Art. 3. Tusschen de artikelen 32 en 33 der wet tot regeling van het lager onderwjjs, laatstelijk gewjjzigd bjj die van 11 Juli 1884 (Stbl. no. 123), wordt ingelascht art. 32bis, luidendeWanneer in eene gemeenteschool jongelieden, in het bezit der akte, bedoeld in art. 56, onder a, op den voet van art. 8 als kweekelingen zijn toegelaten, zijn deze bjj schor sing, ontslag, ontstentenis of tydeljjke verhin dering van eenen onderwjjzer in die school, op aanwjjzing van het hoofd, bevoegd en verplicht tot de waarneming der opengevallen plaats, hangende het overleg in het eerste lid van art. 32 voorgeschreven. Ter toelichting van dit voorstel zegt de regeering De toelating van jongelieden, welke de on- derwjjzers-akte bezitten, zonder aanstelling als onderwjjzer, in de openbare school zou, behalve het groote belang dat daarin voor de practi- sche vorming dier jongelieden zelve gelegen is, ook van veel nut kunnen zijn voor de school ingeval van vacature. Art. 32 bepaalt, dat in de tjjdeljjke waar neming eener opengevallen plaats wordt voor zien door burgemeesters en wethouders in over leg met den arrondissements-schoolopzienei-. Dat overleg vereischt tjjd, en inmiddels bljjft de plaats onvervuld tot schade van het onder wjjs. Het is daarom wenscheljjk dat, indien in de school zjjn toegelaten personen, wetteljjk bevoegd tot het geven van onderwjjsvan hunne aanwezigheid bjj het tjjdeljjk openvallen eener plaats onmiddellijk partjj kan worden getrokken. Dit kan niet door hunne toelating zóo als die thans in het wetsontwerp is geregeld, nameljjk als kweekelingen op den voet van art. 8. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen wordt de inlassching van art. 325zs voorgesteld. In het te Brugge verschijnende blad Burger welzijn komt een stuk voor, onderteekend B. en getiteldLand van Cadzand. Verbetering van wegen. Verbinding der gemeenten Retran- chement en Cadzand. Met het oog op het belang, dat een deel van ons gewest bjj de daarin besproken kwestie heett, nemen wjj dit stuk over; en laten taalenstjji daarvan ongewjjzigdten einde niet gevaar te loopen de bedoeling des schrjjvers onjuist of minder juist weer te geven. B. schrjjft dan: »lndien wij eenige regelen daar aan toewijden, 't is wel omdat in deze eenvoudige zaak, ge ring in schijn, maar waarmede onze dageljjksche vooruitgaande onderhandelingen met Zeeland in 't spel zjjn, en er voor Vlaanderen zoo wel als voor Zeeland groote belangen bestaan. »Er zal door de belanghebbenden der boven gemelde streek gestemd worden in de aanstaande zitting op 28 September 1889, des middags, om 2 ure, in de herberg bewoond door P. J. Bril, te Zuidzande, bjj Sluis, over den keus der richting eener nieuwe kalsjjde. »Verre van ons verstandiger beslissingen te willen aanprjjzen aan de rechtstemmers in deze kwestie, onze vrienden van over de Belgische grenzenniettemin denken wjj eenvoudi g een enkel gedacht te mogen uitten, waaruit blijkt dat wjj ons ook mogen met de belangen van Cadzant bekommeren. »Ons gedacht is gesteund op inlichtingen van eenige der voornaamste kooplieden dezer stad, wiens naam op eene inschrjjvingsljjst door komt, die door hun bedrijf en handel de streek van Cadzant min of meer goed kennen. ïDeze kooplieden en njjveraars vermeenen een vruchtbaar doel te bereiken met eene, nieuwe kalsjjde te leggen in eene bewoonde streek, die veel nut voor den landbouw bij brengen kan en terzelfder tjjd gemeenschap zal daarstellen met de bestaande goed liggende en gebruikte keiwegen, zonder omwegen, een uur nader als te voren, dus recbtstreeksche verbinding van hier naar Breskens. >Zulks is juist hier het geval met het voor stel no. 3, ter hofstede langs den greintweg van Sluis naar Retranchement en Pottjes, die rechtover de greintweg van Nieuw Vliet Bres kens ligt. .Volgens deze kooplieden, kunnen noch van verre noch van bjj andere voorstellen tegen dit huidige opwegen. »'t Ware jammer, zeggen zjj, die het land ken nen en er nog in dageljjksche betrekkingen mede zjjn, indien men eigen belanghebbende bewer kingen dezen allernuttigsten voorstel zag tegen kanten en omver werpen, daar, volgens hunne overtuiging, zich nimmer zulk eene voordeelige gelegenheid meer zal aanbieden, eerstens, om eene merkeljjke verbetering toe te brengen aan den drukkeljjken toestand der landbouwers dezer streek, en tweeds, om vervoer, handel en voorspoed in deze streek onbetwistbaar te be vorderen. sOngelukkigljjk ondervindt men dikwjjls in dergeljjke omstandigheden dat de ware belan gen miskend worden door den tegenstand van invloedhebbende personen, die zich weinig be kreunen om het ongemak of de schade voor eene groote menigte menschen, teneinde hunne eigene belangen te verzorgen. Doch, wjj dun ken wel zulks hier het geval niet te zullen zjjn, en verhopen dat de stemmers toch goed hunne oogen zullen openen en slechts stemmen in 't algemeen belang, buiten alle andere bij bedoelingen."" De redactie van de Standaard ontvouwt thans nader zijn gevoelen over dienstplicht. Daarbjj maakt het deze zeer juiste opmer kingen .Vooral in ons Nederlandsch volk zit geen militaire geest als zoodanig. Moet bet, dan vechten we, en eens aan het vechten, houden we ons taai. Laf is de Nederlandsche soldaat nooit geweest. Maar als Pruisen morgen af dankte en de manie om heel het volk te wa penen er bjj al onze naburen uit ging, dan zou een miniatuur-legertje ook ons het liefst zjjn. Een politie leger meer dan een leger om naar het slagveld te trekken. .Die trek is aan alle partjjen gemeen. Libe raal of radicaal, conservatief of socialist, roomsch of anti-revolutionair, we houden niet van sol- daatjespelen, en vinden het zonde van het lieve geld. .Uit lief hebberjj wapent zich onder ons nie mand. Zelfs de sluiting onzer huisdeur komt meest eerst, als er druk gestolen wordt, op orde. Het eenig argument waarvoor we op het stuk van defentie zwichten, is harde noodzake- ljjkheid en dwang. .Als het moet, nn ja dan moet het, maar anders passen we er voor. »De zaak staat dus zoo dat alle partijen hier te lande uit heur aard anti-militaristisch zjjn maar ook dat alle partijen hier te lande de onafhankeljjkheid van ons vaderland verzekerd willen zien. „Er prikkelt dus geen verschil van beginsel oi uitgangspunt. Liever nietis aller wacht woord, maar ook »als het moet dan moet het" het parool van elke partjj. »En al het geschil dat rijzen kan, is dus niet of we soldaatje zullen spelen, noch ook of we onze grenzen open zullen laten, maar uitsluitend, op wat wijs de poorte van ons land op slot is te houden. .Zijn we hierbjj nu in de keuze van ons verweermiddel vrij .Natuurlijk niet. .Als iemand mjj met een stok aanvalt, heb ik een ander verweermiddel noodig, dan zoo hij den haan tegen mjj overhaalt. Als een vijand met twintig regimenten op komt zetten, heb ik heel wat meer verweer noodig, dan als hjj mjj aanvalt, met een enkel batailjon. »Wjj zijn dus niet vrij, maar zeer onvrij, en moeten onze gedragsljjn laten bepalen door de gedragslijn van den vijand." »Nu kan men" zegt het blad verder .voor die defentie öf een huurleger in het veld brengen, öf Leen volksleger öf een leger met remplaijanten, öf eindelijk een leger naar het beginsel van persoonljjken dienstplicht ge organiseerd maar voor Nederland is een huur leger ondenkbaar, een volksleger onbereikbaar, en staat dus feiteljjk de keus slechts tusschen het militieleger met het recht van uitkoop, of het militieleger uit alle rangen en standen gerecruteerd. En tusschen die beide laatste kiest het blad, tot tjjd en wjjle men het beter inlichte, de invoering van het laatste stelsel, zij 't ook als een noodzakeljjk kwaad. Niet dat het met dit stelsel dweept, of ook de betrekkeljjke voordeelen van het andere stelsel niet inzie. .Maar," schrjjft de Standaard ten slotte, .het gaat om de onafhankeljjkheid van ons vaderland. »En als we dan zien, hoe de legers zonder remplaoanteustelsel dusver nog altoos de legers met remplaifantenstelsel onbarmhartig en op verpletterende wjjs geslagen hebben, dan missen we metterdaad den moed, om ons vaderland aan de proefneming met het laatste te wagen. .Zelfs machtige staten als Oostenrijk en Frankrjjk, militaire machten van den eersten rang, zjjn door het kleinere Pruisen, straks door andere Duitsche staten geholpen, zoo red deloos eD hopeloos geëcraseerd, dat ze geen vinger meer verroeren konden, en beide hadden hun leger naar het rempla9antenstelsel ingericht. .Na Sadowa begrijpt Oostenrijk dan ook waarin zjjn dwaasheid school, laat op eens dit foutieve stelsel los, en voert terstond den per soonljjken dienstplicht in. »En na Sedan ziet ge Frankrjjk evenzoo met het remplajantenstelsel breken, en met een energie, die uw bewondering wekt, bet Pruisi sche stelsel invoeren. .Welke grond is er dan om te meenen dat Nederland ten deze alleen een uitzondering op den regel zal maken? .Wat zon ons vrijheid schenken, om het nog maals met een remplayantenleger te wagen .We zien bet niet in. .En tot tijd en wjjle men ons een geheel nieuw licht over deze materie deed opgaan, zouden wjj voor ons aandeel de verantwoorde- ljjkheid van zulk een proefneming niet durven aanvaarden. .Wel voelen we wat er tegen is, en we achten de bezwaren, die het thans schier overal aangenomen stelsel drukken, niet geringja, al gevoelden we die zeiven niet, we zouden uit eerbied voor anderer bedenking niets liever doen dan uit den weg gaan. .Maar we herbalen bethet is bier geen kwestie van liever of niet liever. »De eenige vraag die beslissen mag is Acht ge met een minder drukkend stelsel uw vader land veilig f" Bij kon. besluit is, met ingang van 1 October a. s., aan de telegrafist der derde kl. bjj de rijkstelegraaf, mejuffrouw J. Vos, op baar ver zoek, eervol ontslag verleend uit 's rjjks dienst. Door den minister van koloniën is de heer F. M. E. L. Keratens gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot adspirant-ingenieur bjj den waterstaat en de burgerlijke openbare werken daar te lande. De kapitein-luitenant ter zee P. C. C. Pabs wordt met den lsten November a. s. eervol ontheven van het hevel over Zr. Mb. instructie korvet Nautilus, en dat bevel opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zee H. G. Hildebrandt. Het hof heeft van heden af voor zeven dagen den lichten rouw aangenomen wegens het overljjden van Z. H. Karei III, vorst van Monaco. De gewonen audiëntie van den minister van oorlog »al Donderdag a. niet plaats hebben, De gepens. luit.-generaal jbr G. M. Verspijck, adjudant-generaal van Z. M. den koning die dezer dagen aan den Duitscben keizer bet grootkruis der Militaire Willemsorde heeft over handigd is benoemd tot ridder van de le klasse, met diamanten, der orde van den Rooden Adelaar van Pruisen, en de le-luitenant der infanterie R. J. graaf Schimmelpenninck, ordonnance-offieier van Z. M., tot ridder van dezelfde orde. Omtrent de oorzaken der Tjilegonscbe onlus ten leest men in het koloniaal verslag Onder de gemengde bevolking van de afdee- ling Anjer, onder welke sedert de opheffing van het voormalig sultanaat van Bantam steeds door een minder gunstigen geest jegens het gouvernement bezield is geweest en van oudsher als zeer fanatiek bekend, hadden de godsdien stige secten of devotiën als de nagsabandyah en de gadiryah-nagsdbandyah tal van beleidevs gevonden, zelfs onder de inlandsche ambtenaren en hoofden, welke beljjders, ingevolge een der stelregels dier seoten, blinde gehoorzaamheid verschuldigd zjjn aan de leeraren (goeroe's" of .kiai's"), en niet worden aangenomen, dan na een eed van volstrekte geheimhouding te hebben afgelegd. Van deze omstandigheden is, geljjk later bleek, waarschijnlijk in opvolging van de in blazingen van een tegen het laatst van Juni 1888 weder naar Mekka teruggekeerden sjech, Hadji Mardjoeki of Marzugi, geboortig van Tanara, gebruik gemaakt, om een krachtige poging te wagen, ten einde een nieuw Moham- medaansch rjjk te stichten. Het is bekend ge worden, dat niet alleen in de afdeeling Anjer, doch ook in de aideeling Serang en wellicht elders, reeds van het najaar van 1887 af door de voornaamste goeroe's van tjjd tot tjjd ver gaderingen waren gehouden, zoo onderling als met hun leerlingen en aanhangers, ten einde een gemeenschappelijk optreden voor te bereiden, van welke vergaderingen, gedeeltelik door de medeplichtigheid, gedeelteljjk door plichtver zuim van de inlandsche ambtenaren, het bestuur evenwel geheel onkundig is gebleven. De be doeling was om, na het uitmoorden van de Europeanen en ook van de inlandsche ambte naren, voor zoover die zouden gebleken zjjn ons bestuur getrouw te willen bljjven, den Kiai Hadji 'Ismael uit te roepen als vorst van het te stichten Moslimsch rijk, hoewel als het hoofd der samenzwering of althans als leider der uitvoering beschouwd moet worden de kiai Hadji Wasid, uit den kampong Bedji in de nabjj- heid van Tjilegon. Het vervroegen van het tijdstip, waarop de onlusten zouden uitbreken, is oorzaak geweest dat de plannen der samen zweerders alleen in de afdeeling Anjer tot een begin van uitvoering zjjn gekomen. Hoewel in verschillende dessa's der afdeeling Serang de kiai's met hun moerids (leerlingen of aanhan gers) zich gereed hielden, om de gewesteljjke hoofdplaats (Serang) aan te vallen, hebben zjj daarvan afgezien, toen de bende muiters, die van Tjilegon reeds derwaarts op weg was, door de in allerjjl van Serang afgezonden militairen uiteen gedreven en denzelfden dag ook de komst van troepen uit Batavia bekend geworden was. Zoo aanvankelijk door de ondervraging van enkelen der schuldigen de indruk werd verkre gen dat, behalve fanatisme, ook ontevredenheid over eenige bestuurshandelingen en over den druk der belastingen eene voorname oorzaak was van de bloedige rustverstoring te Tjilegon, die indruk moest plaats maken voor de door nadere, meer volledige onderzoekingen verkre gen overtuiging, dat de rustverstoring uitslui tend beraamd of voorbereid is door godsdienst ijveraars. Wel hebben dezen, om enkelen hunner volgelingen te overreden, wellicht gewezen op de belastingheffing, waaraan zrj onderworpen waren, en hun voorgespiegeld dat in het te stichten Moslitnsch rjjk geen belastingen zouden behoeven te worden opgebracht, doch het is voldoende gebleken, dat fanatisme de eenige drijfveer is geweest. Niettemin is door het herstel der rust door het bestuur er naar gestreefd om door verlaging van den aanslag der belastingen (de landrente was in 1888 reeds aanzienlek verlaagd) alB anderszins de toestanden in de residentie Bantam te verbeteren, welk streven tot dusver de ge- wenschte uitwerking niet heeft gemist. Enkele maatregelen, zooals een verbetering van de positie der dorpshoofden en een versterking der politiemiddelen in het gewest, maken nog een onderwerp van onderzoek uit. Reeds is een maatregel genomen, die den stoot kan geven aan het ontluiken in Bantam van de peperteelt als volkscultuur. Het gedeelte van het verslag, waarin daarvan melding is gemaakt, is nog niet verschenen. Blijkens aankondiging in ons vorig nommer heeft het Rotterdamsche tooneelgezelschap, directie Alex. Faassen en „O, het voornemen Dinsdag 1 October de rjj van de zes te geven tooneelvoorstellingen in den Schouwburg te Middelburg te openen met De Familie Lonei, blyspel in vier bedrjjven, van Adolf L'Arronge. Aan de eerste opvoering van dit stuk wjjdde de Nieuwe Rotterdamsche courant in haar nom mer van Zaterdag een zeer -zaardeerend en voor het gezelschap hoogst vleiend artikel. Na gewezen te hebben op de aanwinst, die het gezelschap verkreeg door het toetreden als lid van den heer L. B. J. Moor en de jongere krachten Yan den Heuvel, Erfmann en mevrouw Schepers, schrjjft de bekende recensent van dit blad over het stuk zelf .Tooneelkennis, kunstvaardigheid en inzicht in hetgeen het publiek gaarne vertoond ziet, spreidt L'Arronge ook in het thans opgevoerde stuk tentoon. De gewone zwakheden der Duitsche bljjspelen van dezen tjjd: gebrek aan samenhang, bij eene haast overdadigen rjjkdom van stof, en als een gevolg daarvan, gerektheid, doen zich ook hier waarnemen. Maar ze worden teruggekocht door zooveel goeds, dat in onze schatting De familie Lonei tot het beste gerekend mag worden, dat uit de kunsttempels van over den Rjjn ons toe is gevoerd. De draad, die het geheel verbindt, ligt losjes, maar hjj is er toch, en tegen het einde krjjgt men hem, door eene niet onvernuftige kunstgreep, weer stevig in handen. Onder de vele episoden, waarmede het stuk is volgemaakt, zjjn er die van nauw keurige waarneming getuigen, andere die goede lessen te hooren geven, nog weer andere van veel komische werking. Er zjjn aardige genre stukjes in, een paar maal wordt er een zeer ernstige toon in aangeslagen, aan vrooljjke tafereeltjes ontbreekt het niet, die ditmaal geen van alle in zotternjj ontaarden. Goed gespeeld, is een stuk met deze kwaliteiten in staat ge- ruimen tijd bjjval te vinden." Voor de opvoering heeft de pensent zeer veel woorden van lof. De heeren Van Nieuw- land, die, volgens hem, in stukken als de familie Lonei »niet te verbeteren" is, Alex. Faassen en Van den Heuvel worden door hem zeer geprezen. Omtrent den heer Moor, die door andere bladen om de vertolking van zjjn rol van den tooneelspeler BertholdReinliardhoog gewaardeerd wordt, zegt de recensent van de N. R. Ct >Om een geroutineerd acteur als den heer Moor te prijzen, wacht men zjjn gelegenheid af. De rol van Berthold Reinhard, een tooneel speler, is daartoe weinig geschikt. In de kunst van »zeggen", in beschaafd, fijn spel, ligt het zwaartepunt van Moor's talent, en behalve dat Duitsche bljjspelen in den regel daartoe geen bjjzondere aanleiding geven, ligt zjjne komlsch- geuioedeljjke rol in De familie Lonei er geheel buiten. Dat hij haar naar behooren speelde, behoeft nauwelijks gezegd te worden." Het verslag omtrent die opvoering, welke op het publiek een zeer gunstigen indruk heeft nagelaten, eindigt met deze verzekering»Er bestaat grond om te verwachten dat het gezel schap, samengesteld zooals het nu is, in deze soort van stukken nog meermalen iets goeds, somwijlen iets voortreffeljjks, te zien zal geven." Op grond van dit gevoelen van een zeer bevoegd beoordeelaar, gesteund door dat van andere te Rotterdam verschjjnende bladen, die met even en enkele zelfs met nog meer lof over stuk en opvoering schreven, meenén wjj metge rustheid de belangstelling van het kunstminnend publiek te Middelburg te mogen vragen voor de voorstelling op Dinsdag 1 October en tevens eraan te mogen herinneren dat de gelegenheid tot het teekenen voor abonnementskaarten nog open bljjft tot 30 September. Zjj, die afwezig waren, toen de ljjBt te hunnen huize werd aangeboden, kunnen nog bjj de heeren J. C. W. Altorffer en F. B. den Boer alhier terecht om van hun verlangen te doen blijken. Het a. seizoen kan aan menigeen een goed en goedkoop kunstgenot verschaffen uoor de opvoeringen van dit verdienstelijk gezelschap, die de voorstellingen, welke de bekende veree- niging met den langen naam ons bieden zal, op aangename wjjze zullen aanvullen. Zooals men weet zal de firma F. B, van Ditmar te Utrecht, een Gedenkblad Holland— Antwerpen uitgeven, waarvan de opbrengst be stemd is voor de ongelukkigen, die door de bekende ramp te Antwerpen zjjn getroffen. Naar die firma ons thans meldt zonden onze koning en onze koningin een schrjjven met Hd. handteekeningenwaarbij zjj de uitgevers machtigen die handteekening in het gedenkblad te doen afdrukken, en hebben vele letterkundi gen en kunstenaars van naam hunne medes

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1