BUITENLAND.
Verspreide Berichten.
STATEN-GENERAAL.
Algemeen Overzicht.
Beknopte Mededeelingen.
's GSravenliage. Tot consulair agent van
Frankrpk te Ylissingen is benoemd de beer
J. van Munster aldaar.
loonden. De arbeid in de Albertdokken
is rustig hervat. Dokwerkers en lossers hebben
toegestemd om met de blacklegs te werken.
bonden. Volgens den Weener correspon
dent van den Times wordt weder onderhandeld
tusschen Servië en Montenegro over een offen
sief en defensief verbond.
Saint Riliiel. Generaal Miribel en de
minister de Freycinet verklaarden, na een
wapenschouwing, met voldoening dat Frank
rijk veilig is en door zijn leger ontzag kan
Inboezemen.
Uit Amsterdam schrijft men ons
De Woensdag gehouden raadszitting was niet
van algemeen belang ontbloot, zooals wjj in
het telegraphisch bericht bereids deden uitkomen.
Het gold nl. de kwestie van de afschaffing der
haven- en kanaalgelden op het Noorzee-kanaal,
welke zaak al bjjna zoo oud is als de geschie
denis van dat kanaal jaren telt. Men weet
dat Rotterdam een vrije vaart op de Noordzee
bezit, die haar 3 mm. en dat Amsterdam
geen vrjje vaart heeft, die haar 6 mm. daaren
boven heeft gekost. Dat de scheepvaart en
de handel te Rotterdam bloeien en dat die
in Amsterdam niet toenamen, zooals van de
opening van het Noordzee-kanaal (1876) ver
wacht werd, zijn zaken van algemeene be
kendheid.
Geen wonder dat zich al luider en luider
stemmen voor de vrije vaart op het Noordzee
kanaal lieten hooren waar nog jaarlijks
millioenen voor het kanaal van Rotterdam
naar de Noordzee worden gevoteerd.
Deze regeering was dan ook niet doof voor
die luider en luider klinkende roepstemmen.
Onze burgemeester verklaarde zelf, dat hjj bij
deze regeering op de meest toeschietelijke wijze
was gehoord, waar hjj als woordvoerder der
raadscommissie de vrije vaart vraagtöf mondeling
öf in schriftuur1 bepleitte Maar Daar
was een maar aan. Koning Willem I had tot
gemoetkoming en bevordering van handel en
scheepvaart de rente gegarandeerd van de kosten
van stichting van rijks-entrepcitdokken te Am
sterdam, Antwerpen en Rotterdam. Die dokben
te Antwerpen waren in 1831, die in Rotterdam
later aan die steden overgegaan, doch in Am
sterdam was de toestand gebleven in statu quo
ante. Voor slechts 2 a 3 jaren had de regee
ring het kapitaal van het Amsterdamsche
entrepotdok afgelost, en nu er door de afsluiting
van het Oosterdok, door den Oosterspoorweg,
stemmen voor een nieuw handelsentrepót op
gingen, kon de regeering daaraan geen gereed
oor verleenen. omdat zij zelf nog zulk een
inrichting alhier bezit, die nog tamelijke ren
ten afwerpt, zooals het radicale raadslid J.
Becker en het liberale lid Moltzer verzekerden.
De bezwaren van de samenkoppeling door de
regeering van de afschaffing der kanaal- en
havengelden met den afkoop van het entrepot
dok, door een paar leden in 't midden gebracht,
werden glansrijk door den voorzitter weerlegd.
De terreinen van het entrepotdok waren, na
slooping der opstallen, 11 mm. waard, voor
welken prijs de regeering ze wil aanvaarden,
ook wanneer in 1900 geen nieuwe handelsin
richtingen zijn gebouwd; in welke transactie de
heer Gerritsen aanleiding vond om de bewering
derhh. Pjjnappel, Heineken, Treub te bestrijden,
dat de gemeente een risico van 2j mm. aan
vaardde, wat dan feitelijk ook eene onjuistheid
was.
De overige opposanten wenschten vooralsnog
den bestaanden toestand te bestendigen, in de
overtuiging, dat de regeering ook zonder equi
valent van 11 mm. tot de afschaffing der
kanaalgelden zou moeten overgaan. Ja, de heer
Pijnappel ging zoover te beweren, dat, wanneer
Amsterdam niet zoo voorbarig was geweest, de
lasten eener universiteit te aanvaarden, dit
thans reeds een regeeringstaak zou zijn geweest.
Het radicale raadslid mr Treub was niet
bijzonder gelukkig in zijn argumentatie, wat de
voorzitter vergoelijkte door te herinneren dat
de heer Treub bij de beraadslaging op 27 Juli
afwezig was. Het resultaat van de voordracht
is bekend. Zes van de 31 aanwezige leden
stemden tegen, mrs Pijnappel, Heineken, De
Vries, Treub, Den Tex en Sassen.
Vanwege den veehandel is uit Rotterdam
een deskundige naar Engeland vertrokken tot
het aankoopen van drie geschikte stoomschepen
waarvan er twee van Rotterdam, en één van
Amsterdam naar Londen zullen varen. Mocht
men daarin niet slagen, dan zullen voorloopig
booten gehuurd worden.
Te Wageningen kwam Dinsdag op een
steenfabriek een meisje van veertien jareD,
dat zich tegen het verbod van den machinist
in de machinekamer bevond, in aanraking met
eene as van de machine en werd meê rondge
draaid. Vooral aan het hoofd bekwam zij
vreeselijke verwondingen. Meer dood dan levend
werd zjj naar het ziekenhuis vervoerd.
Twee jeugdige wijkgravers te Zuid-Exloer-
mond zagen, toen ze bij hun werk kwamen,
twee geladen geweren onbeheerd in het land
liggen. Natuurlijk moesten die wapenen worden
bezien en betast tot een er van afging en
het schot den eenen jongeling deerlijk ver
wondde. De dokter heeft reeds elf hagelsuit
het lichaam verwijderd. De toestand van den
jongen moet ernstig, maar toch niet gevaar
lijk zjjn.
Uit onderscheidene plaatsen worden ver
schillende ongelukken gemeld
Te Koevorden viel een man van den zolder
en overleed na een vreeseljjk ljjden. Te Over-
hoven is een man door een ander zoo ernstig
gewond dat men voor zijn leven vreest. In
Macharen, nabij Osch, heeft eene vechtpartij
plaats gehad, met het gevolg dat iemand zoo
danig met een steen op het hoofd geslagen werd,
dat hjj den volgenden morgen overleed. De
overledene was met eenige lieden uit Maasbom
mel, waar het heiligendag (patroon der kerk)
was, naar Macharen gegaan, en misbruik van
sterken drank schijnt ook in dit geval wel
weder de aanleidende oorzaak geweest te zjjn.
Twee broeders uit Macharen zijn als vermoede
lijke daders gearresteerd.
Een paar dagen geleden heeft te Antwerpen
opnieuw eene ontploffing plaats gehad, die
groote onsteltenis te weeg bracht. Toen de
schilder Van Rymenant in den kelder zijner
woning, waar zich een groote hoeveelheid ben
zine en petroleum bevond, een petroleumlamp
wilde aansteken, geraakten de brandbare zelf
standigheden in vlam. Er volgde een hevige
ontploffinghet huis werd zwaar beschadigd
de schilder levensgevaarlijk en zijne vrouw
ernstig gewond.
Het Spiritistencongres te Parijs is Maandag
gesloten, nadat acht dagen lang de 500 deelne
mers in afdeelingen en algemeene vergaderingen
beraadslaagd en velen het woord gevoerd hadden.
Het Journal des Débats acht vooral het gods
dienstig karakter van het spiritisme opmerkelijk.
De meeste toespraken geleken veel op predi
cation, zegt het blad wat intusschen niet
verhinderde dat iemand de vraag opperde, of
het niet verstandig zou zijn eene nieuwe be
naming te zoeken voor God, waarop de voor
zitter aanmerkte, dat men in het congres
wijselijk vermeden had van God te gewagen,
omdat sommige spiritisten aan Zijn bestaan
geloofden, anderen niet.
Zekere abbé Rocca, die eenigermate in on
min is geraakt met zijne kerk, hield eene zeer
toegejuichte rede, waarin hij o. a. te velde
trok tegen de ultramontanen en den profeet
Jesaja »een groot medium" noemde.
De toespraak, waarmêe de heer mr A. van
Naamen van Eemnes Dinsdag het voorzitter
schap der Eerste kamer aanvaardde, luidt
als volgt
«Mijne heerenDoor het hooggewaardeerd
vertrouwen van onzen geëerbiedigden koning
geroepen deze plaats in te nemen, doe ik dit
met een innig gevoel van diep leedwezen. Ge
heel onverwacht toch, weinige dagen slechts
na onze laatste vergadering, ontroerde ons de
treurmare dat onze vriend en leidsman Schim-
melpenninck, dien wij allen zoo gaarne als
onzen voorzitter hadden behouden, plotseling
overleden was. Meer bevoegden en meer wei
sprekenden dan ik hebben reeds uitgesproken,
wat de overledene gedurende zjjn naar ons
oordeel kortstondig leven geweest is voor ons
land en ons vorstenhuis, voor zijne gade en
betrekkingen, die zooveel in hem verloren
hebben.
«Hiervan zal ik niet in herhalingen treden,
maar het zij mij vergund met een enkel woord
te herinneren, waarom de kamer zooveel in
hem verliest. Zijn edele uitnemende gaven van
hart en geest, zijn ijver en trouwe plichtsbe
trachting, zijn zelfstandigheid en onafhankelijk
heid waren oorzaak dat hij vele jaren als lid
ieders achtingvertrouwen en genegenheid
gewonnen had, dat hij als voorzitter zoo uit
stekend op zijn plaats was en wjj allen zijn
gemis betreuren en de groote leegte daardoor
ontstaan diep gevoelen. Zijn nagedachtenis zal
steeds bjj ons in eere blijven.
»De dierbare overledene en zijn hooggewaar
deerde voorganger hebben het optreden voor
mij hoogst moeiljjk gemaakt. Ik had er dan
ook niet aan gedacht de benoeming te aan
vaarden, als ik niet overtuigd was dat uwe
welwillende medewerking, steeds aan mijne
voorgangers betoond, in nog ruimer mat9 aan
mij zou worden verleend, omdat ik er nog meer
behoefte aan heb.
«Onpartijdige leiding zal steeds mijn ernstig
streven zijn onpartijdige beoordeeling van het
geen ons ter beslissing zal worden voorgelegd.
>In het vertrouwen dat de Almachtige onzen
arbeid zal zegenen en deze zal strekken tot
heil van het dierbaar vaderland, verklaar ik
het voorzitterschap te aanvaarden".
In de Tweede kamer sprak dienzelfden
dag de waarnemende voorzitter, de heer Van
der Schrieck, het volgende
«Mjjne heeren De u zeer wel bekende reden
vordert van mij deze plaats thans wederom te
bezetten. Als waarnemend voorzitter heet ik u
bij den aanvang van dit zittingjaar welkom en
veroorloof mij ter naleving van het bestaande
gebruik de volgende zeer weinige, maar ten
oprechtst gemeende woorden in het midden te
brengen.
«Bij den ons wachtenden arbeid moeten wij
steeds indachtig zijn, dat staten en volken dan
alleen kunnen bloeien en blijven bestaan, op
voorwaarde dat hunne wetten met wijsheid,
dat is, geheel in overeenstemming met de we
zenlijke belangen des volks samengesteld, met
onwankelbaren moed ten uitvoer gebracht en
met nauwgezetheid nageleefd worden.
«Deze naar ik meen onaantastbare
waarheid altjjd en onafgebroken voor oogen
houdende, zullen wij met kalmte, met orde en
zonder de minste noch geringste partyschap of
eenzijdigheid er onvermoeid naar streven onze
wetten zoodanig in te richten, dat zij tot on
wrikbare handhaving onzer onafhankelijkheid,
tot bestendiging onzer vrijheden strekken, dat
zij tot blij venden voorspoed, tot de best begrepen
welvaart van het ons zoo dierbaar vaderland
leiden.
«Tot 't naar behooren en naar eisch vervullen
van dezen voorzeker uiterst gewichtigen, maar
vooral niet minder moeilijken plicht, verleene
de Alwijze God ons Zijne onmisbare voorlich
ting. Ten innigste hopende, dat deze nimmer
hoog genoeg te schatten gunst ons toegedacht
zal zijn, aanvaard ik mijne zeer tijdelijke be
trekking met de herhaling der uit den grond
des harten voortkomende wenschen, dat het den
Almachtige behagen moge onzen zeer geëerbiedig
den koning, Z. M. Willem III, nog vele alleszins
gelukkige en voorspoedige regeeringsjaren te
schenken en Hoogstdeszelfs Doorluchtig gezin
te beschermen en te ondersteunen tot heil van
het zijn koninklijk Vorstenhuis liefhebbend en
getrouwe Nederland."
Naar mate in Frankrijk het oogenblik van
den beslissenden slag nadert, beginnen de poli
tieke partijen te cijferen en de rekening van
alle zijden op te maken. Het is begrijpelijk»
dat de slotsom vrij verschillend uitvalt, naar
mate de optelling geschiedt door Boulangisten,
royalisten of republikeinen.
Boulanger, die zich weder eens heeft laten
interviewen door een met hem sympathiseerenden
medewerker der Pall Mall Gazette, ziet geduldig
en vol vertrouwen de uitspraak van het land
tegemoet. Hij houdt zich vast overtuigd in
de nieuwe kamer een meerderheid van revisio
nisten te vindenvan welke schakeering, af
wisselend tusschen het reactionnaire zwart,
het legitimistische wit of het revolutionnaire
rood, deze herzieningsmeerderheid zal zijn,
hierover bekommert zich de generaal niet. Het
is hem voldoende, dat er een meerderheid zal
komen, dié het tegenwoordig miuisterie weg
jaagt, en Carnot zal het dan nog met een
ander, en nog eens met een kabinet beproeven,
tot de publieke opinie hem dwingt heen te
gaan. Boulanger schenkt aan Carnot nog éen
maand verblijf op het Elysée
En mocht het allicht zijn zelfs de opti
mistische generaal schijnt nog eenigen twjjfel
op dit punt te koesteren dat er geen meer
derheid van revisionisten in de aanstaande
kamer optreedt, dan zal er binnen twee maan
den een ontbinding der volksvertegenwoordiging
moeten volgen, en in de nieuwe kamer zullen
dan Boulanger en zijn royalistische en Bona
partistische vrienden niet over een kleine
maar over een groote meerderheid beschikken.
In afwachting van de dingen, die gebeuren
zullen, gaf de dictator in spe zijn ondervrager
tot dat tijdstip rendez-vous op het Elysee of de
Tuillerieën.
Vooral den graaf van Parijs en prins Victor
zal het aangenaam zijn dit laatste omtrent
Boulanger's goede verwachtingen te vernemen!
Ter loops zij nog vermeld, dat in de kamers
van den generaal op Portland Place;anders
gevuld met Franschen van zeer uiteenloopende
type, doodsche stilte heerschte. Zijn deze for
tuinzoekers allen naar het veld van den strijd
gezonden met de laatste instructies van hun
meester of vervullen zij de rol van de ratten
op het zinkende schip
Wat nu andere becijferingen omtrent het
resultaat der verkiezingen betreft, zoo verze
kert de Parijsche correspondent der Daily News
dat de reactionnairen op 250 zetels, waaronder
100 Boulangisten, hopen. De nieuwe kamer zal
576 leden tellen. De correspondent vreest echter,
dat zij wat al te vroeg hun schapen tellen,
ofschoon er alle kans bestaat, dat de republi
keinen het hard te verduren zullen hebben
tusschen de reactionnairen en de Boulangisten
om een meerderheid te erlangen. Is deze meer
derheid eenmaal verkregen, dan zal het zaak
zijn voor de republikeinen vast aaneengesloten
als éen party te blijven.
Hier echter ligt de groote moeilijkheidde
herziening en de eisch naar hervormingen heb
ben zich als een wig tusschen de beide groote
fracties der republikeinsche party de oppor
tunisten en radicalen, gedrongen.
In republikeinsche kringen heerscht omtrent
den uitslag op Zondag a. een vrjj optimistische
stemming. Het feit, dat zich onder de 1929
candidaten ongeveer 1200 leden van de generale
raden bevinden beschouwt men, met het oog op
het resultaat bij de jongste verkiezingen voor
de algemeene raden, als een gelukkig teeken
voor de republiek.
Te Londen is de kalmte en rust onder de
dokwerkers nog altijd niet geheel hersteld.
Het zijn de blacklegs, welke den ex-werkstakers
als een doorn in het oog steken.
Vooral in de Albert-dokken gaf de verbit
tering der teruggekeerde werkstakers tegen hun
kameraden, die door hen voor valsche broeders
worden uitgekreten, aanleiding tot heftige
tooneelen, waarbij het klappen en slagen
regende. Door den voorzitter der Albert-dokken
is daarop de tusschenkomst van den lord-mayor
en kardinaal Manning ingeroepen, wijl de vroe
gere werkstakers aan de schikking van Zater
dag 11. te kort komen en niet krachtens de
door hen aangegane verplichtingen de gedurende
de werkstaking aangeworven arbeiders met rust
laten. Naar aanleiding van een bijeenkomst,
welke hij met de dokbesturen had, richtte de
lord-mayor een proclamatie aan de dokwerkers,
waarin hij hen aanmaant de voorwaarden der
overeenkomst trouw te eerbiedigen en het
werk rustig te hervatten zonder de blacklegs
lastig te vallen.
Op een verzoek van de dokbesturen aan het
hoofd der politie om de samenscholingen der
niet in arbeid genomen dokwerkers bij de
dokken met geweld te doen uiteenjagen, gaf
de heer Monro een weigerend antwoord.
Hoezeer men ook de houding der ex-werk
stakers in deze moge betreuren, zoo verlieze
men toch niet uit het oog, dat het voor velen
een bittere teleurstelling is op het oogenblik
dat zjj hopen het werk te hervatten en na
zooveel weken rust en honger geld te verdienen,
te ontdekken, dat hun plaats door anderen is
ingenomen. Bovendien hebben de dokbesturen
zich niet van zulk een gunstige zijde tegen
over de werkstakers doen kennen, dat er geen
grond tot het vermoeden bestaat, of zij of bun
personeel niet van hun kant in strijd handelen
met de gesloten overeenkomst en voor de onder
de hand aangeworven arbeiders groote voorkeur
aan den dag leggen.
De Russische grootvorst-troonopvolger is
gisteren over Kiel naar Kopenhagen terug
gekeerd.
Omtrent den toestand van Crispi luiden
de berichten steeds gunstig. De wond begint
te genezen.
Mermeix, redacteur der Cocarde, is in
hooger beroep gekomen van zjjn vonnis. Zooals
men weet werd hij veroordeeld wegens diefstal
van stukken in het proces-Boulanger.
De Duitsche gezant te St. Petersburg,
generaal Von Schweinitz, is te Berlijn aange
komen. Men brengt zijn komst met het aan
staande bezoek van den czaar in verband, die
den 27 Sept. a. te Potsdam verwacht wordt.
Ook de rijkskanselier wordt in verband met
dit bezoek te Berlijn verwacht.
Keizerin Frederik is met haar dochters
gisteren te Fredensborg aangekomen. De
Grieksche kroonprins, diens broeder George en
de Duitsche gezant aan het Deensche hof reis
den haar tot Gjidser te gemoet.
De keizerin keert den 23en dezer uit
Kopenhagen naar Berlijn terug, waar prin
ses Sofie afscheid van de hofkringen zal nemen.
Den 19en October vertrekt keizerin Frederik
over Triest naar Athene. Het huwelijk vindt
aldaar den 27 October plaats.
Niet alle bisschoppen hebben op de cir
culaire van Tbévenet een uittartend antwoord
gegeven. Behalve een bezadigd schrijven van
den bisschop van Toulouse ontving de minister
van den bisschop van Rochelle een brief ten
antwoord, waarin deze prelaat verklaart zijn
reeds vroeger aan zijn priesters gegeven wenk
herhaald te hebben om nl. geen deel aan den
politieken strjjd te nemen. Hij verzekert in
dit opzicht zijn geestelijken te vertrouwen.
In strijd met het démenti, door Crispi's
Rif onna gegeven, houdt de Piemonteesche courant
haar bericht betrekkelijk plannen van het
Italiaansch ministerie van oorlog tot organi
satie van vier legers staande. Zij beweert ten
overvloede dat ook nog een vjjfde armee,
bestemd om over de grenzen niet in Oosten
rijk te ageeren, zal gevormd worden.
Turksche troepen op Kreta moeten zich
aan ernstige buitensporigheden in het district
Selena schuldig gemaakt hebben. Chakir pacha
zoowel als de Britsche en Engelsche consuls
stellen een onderzoek naar den juisten loop
der zaken in.
Een Italiaansch eskader is in den Piraeus
aangekomen.
De Grieksche gezant te Konstantinopel, Cou-
douriotti, zal bij de Porte protesteeren tegen
de jongste gevangennemingen op Kreta en
aandringen op inwilliging van de eischen der
opstandelingen en afkondiging van amnestie.
Carnot zal den 22en Sept. a. niet te Parijs
zijn. Hjj bljjft dien dag te Fontainebleau.
In de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad van Antwerpen werd mededeeling
gedaan van een verslag van het college van
schepenen over de ramp, veroorzaakt door de
ontploffing in Corvilain's kruitmagazjjn. Het
rapport treedt in eene herinnering der vesti
ging van de patronenfabriek en geeft eene
beschrijving van de inrichting. Volgens het
verslag was het vooral de gebrekkige wijze van
behandelen, die gevaar deed ontstaan. Tevens
wordt medegedeeld dat de bjj het besluit van
de bestendige deputatie voorgesehrevene maat
regelen van voorzorg door het gemeentebestuur
aan de verschillende ambtenaren overgebracht
zjjn. Het rapport concludeert, dat het eenige
raiddel om dergeljjke rampen te voorkomen,
bestaat in een strikt verbod om zulk een tak
van njjverheid uit te oefenen.
Van de oorzaak der ontploffing gewaagt het
verslag niet.
Tusschen Marokko en Spanje dreigt op
nieuw een conflict. Het Spaansche blad El
Liberal zegt dat, zoo de sultan van Marokko
onmachtig is de Mooren te kastijden, die een
Spaansch schip aanvielen, Spanje dan zich zelf
recht moet verschaffen.
De minister van buitenlandsche zaken, die
zich te Cadix bevond, is naar Madrid terug
gekeerd. Na zjjne aankomst had er eene nieuwe
daad van zeerooverjj plaats.
De hnparcial geeft te kennen, dat Spanje
tegenover Marokko zjjn gezag en prestige moet
handhaven.
Volgens de Spaansche bladen broeit er iets
in Marokka. Te Tanger en andere groote
steden worden buitengewone troepenbewegin
gen waargenomen forten en garnizoenen wor
den versterkt en de sultan maakte zelf een
reis door zijne staten om zijne macht over de
wilde Arabische volksstammen te bevestigen.
Den 15 Sept. 11. hield de Duitsche bond
voor herziening van het grondbezit haar jaar-
ljjksche vergadering te Keulen onder voorzit
terschap van dr Wehberg, De voorzitter opende
de vergadering meteen rede, waarin hjj een blik
terugwierp op de beweging, die beoogt het
grondbezit te brengen aan den staat en de
verhouding der partjjen ten opzichte dier be
weging.
De secretaris M. Flürscheim bracht rapport
uit over de werkzaamheid ven de vereeniging,
die zich beroemen mag op altjjd aangroeiende
zustervereenigingen in Holland en Zwitserland,
wier ledental reeds die van den Duitschen
bond overtreft. De spreker bracht verder rap
port uit over de resultaten van het Parjjsche
congres van grondhervormers in Juni 11. ge
houden. Daar werd met algemeene stemmen
een motie aangenomen, luidende dat de terug
gave van den grond aan de gemeenschap de
eenige weg is om een vreedzame oplossing der
sociale kwestie te bereiken.
De fabrikant Freese deelde mede, dat de stad
Hamburg reeds in den geest van den bond ge
handeld heeft door bij de onteigening van een
geheele wjjk voor de nieuwe vrjje haven het
terrein niet weder te verkoopen doch in het
pachtcontract te bepalen, dat de stygende rente
de stad Hamburg en geen gelukkigen speculanten
ten goede komt. Naar geljjke beginselen han
delt Altona.
Aan den Amerikaanschen leider der beweging
voor de opheffing van het particuliere grond
bezit, Henry George, werd door de vergaderden,
die zich na de werkzaamheden aan een feest
maal vereenigden, een telegraphische groet
gezonden.
De Shah van Perzië heeft den terugkeer
naar zjjn hoofdstad zes weken uitgesteld, omdat
de cholera, uit Bagdad overgebracht, vrjj stei k
nabjj de westelyke grenzen van zjjn rijk heerscht.
De Seivische regeering heeft besloten haar
gezant te Berljjn, Christitcb, wiens vrouw de
veel besproken goede vriendin van koning
Milan is, te pensionneeren.
De Ramp te Antwerpen»
Nog steeds vindt men in de Belgische bladen
beschrjjvingen van de ontploffing door oogge
tuigen. Zoo bevat de Koophandel den volgen
den brief, welke een antwoord geeft op de
door de reehterljjke commissie te stellen vragen,
of de ontploffing plaats vond in de fabriek van
Corvilain dan wel in de petroleummagazjjnen
van de firma Rieth Co.
De als door een wonder ontsnapte schrijft
De verschrikkelijke ramp, welke onze moeder
stad trof, is voorbjj. Al hare vreeselyke gevol
gen zjjn gekend, en op dit oogenblik breekt
zich een ieder het h »ofd met het opzoeken der
feiten, welke er aanleiding toe gaven. Dit feit
vooral zet my aan u om het relaas mijner
ontsnapping te verzoeken. Oordeel zoo aan
stonds ot ik het waarljjk «ontsnapping" noe
men mag.
Vrijdag 6 Sept. kortelings na rnjjn middagmaal,
besloot ik eene wrndeling Langsheen de dokken
te doen. De uitvoering volgde het besluit en
weldra bevond ik mjj aan de groote petrool-
ketels der firma Rieth en Co. Daar trof ik een
wegeltje aan, dat rechtstreeks naar den Schelde-
dijk leidt en genoemde plaats der ketels van de
fabriek Corvilain schfidt. Ik was eenigermate
getroffen door de stilte, welke aan dit gedeelte
der dokken he '.rschte en alleenlijk onderbroken
werd door het gezucht van het stoomtuig, dat
zich, indien ik mij wel herinner, onder een
afdak bevond, dat aan de plaats des toekomen
den onheils paalde. Ik besloot dan dit wegeltje
te volgen om zoodoende den Scheldedjjk te be
reiken. Ik kon ongeveer een tiental passen in ge
zegde richting gedaan hebben, toen ik achter mij
den stap van eenen anderen persoon hoorde.
Door instinctmatige nieuwsgierigheid gedreven,
keerde ik eenigszins het hoc fd om, teneinde
misschien heel toevallig, eenen vriend ot makker
te begroeten. Wel bekwam mjj die beweging!
Op ditzelfde oogenblik (de herinnering eraan
bljjft mij eeuwig bjj) zie ik uit de daar straks
genoemde fabriek (waarvan ik op dat oogenblik
de bestemming hoegenaamd niet giste) eene in
witten damp gehulde vlam opstijgen, gevolgd
door eenen knal. Dat was een eerste ont
ploffing, waarvan ik de uitwerkselen nauwelijks
gevoelde.
Van waar mij de tegenwoordigheid van geest
kwam, welke ik op dat oogenblik aan den dag
legde, bljjft mjj een geheim, doch genoeg zij
het u te weten dat de geest in eenen opper
sten zucht tot lichameljjk behoud, mjj de
woorden in den mond legde: »J.., leg u neer!"
Als eene levenlooze massa laat ik mjj neer
vallen en op datzelfde oogenblik grijpt eene
verschrikkelijke ontploffing plaats. Ik word
over den grond gestuwd, minstens een vijftal
meters ver, door eene kracht waarvan ik mij
nimmer het bestaan heb kunnen voorstellen.
Doch dan juist begint al bet wanhopige van
mjjnen toestand. Naast mjj stort, op dat oogen
blik, de ongelukkige neer, welke mjj volgde,
en dat met eenen pof welke mij nog jjzen
doet. Geen lidmaat verroert hij nog, stem noch
teeken verraden levenskracht. Vol schrik wend
ik het aangezicht naar de andere zjjde. Ade
men wordt mjj onmogeljjkde stikdamp en de
schromeljjke luchtbeweging beletten bet mij.
Kardoezen en stukken vlammend hout vallen
dreunend rondom mij en bedekken mij met
aarde. Onverpoosd gevoel ik hevige schokken
over het gansche lichaam,, waarvan die welke
mijn hoofd treffen niet de minst pijnljjke zijn.
Over mjj heen, in de richting der Schelde, zie
ik een drjjtal lichamen in de grilligste houdin
gen wegvliegen. Zjjn dat lijken of hebben
zij nog besef van ljjden? Moetik hier nu bjj-
voegen dat al het voorgaande het werk van
hoogstens één minuut is En terwijl rondom
mjj heen eén geknal weergalmt, alsof eene
gansche afdeeling schutterij mjj met haar vuur
achtervolgt, tracht ik mij op te richten. Ge
lukkig dat gaatvoor beenderbreuk heb ik
dus niet te vreezen. Als waanzinnig van schrik,
ijl ik in de richting van den dijk, klim hem
over, en laat mij, doodatgemat, aan de andere
zjjde neervallen.
Hier vallen nog wel stukken brandend hout
neder, maar voor het ongerichte lood ben ik
bevrijd. Ik rust daar hoogstens eeD paar minuten,
wanneer ik uit mjjne verdooving gewekt
worddoor gelach en gezangBen ik
zinneloos of ijl ik Doch neen daar vertoont
zich de jjseljjke werkeljjkheid onder de gedaante
van eenen werkman met blauwen kiel en wit
en zwart geruite broek, welke met al die teekens
eener dolzinnige vreugd boven op den dijk ver
schijnt, naar mij toekomt, terwjjl het bloed hem
uit het hoofd gudst. Ik wil vluchten, doch de
kracht ontbreekt mjj.
Zonder het minst acht op mij te geven ijlt
hjj mij voorbij en verdwijnt in het riet, dat
den Scheldeboord bezoomt. Eindelijk richt ik
mij op en ga, altijd beschermd door den dijk,
stedewaarts. Aan de rolbrug ontmoet ik den
drom volks, welke zich naar de plaats des
onheils spoedt. Met mjjne verscheurde en ver
brande kleederen, gewonde handen, gezengde
haren en bebloed hoofd trek ik ieders aandacht
op mij. Huurrijtuigen zijn niet te bekomen
allen hadden reeds hunne nare bestemming
Eindelijk ben ik te huis geraakt in eene ge
moedsstemming, welke de pen onmachtig is te
beschrijveneen mengsel van bljjdschap en
smart. De ontploffing zelve had mij een paar
herinneringsstukken in den zak gestopteene
vjjs en het koperen omhulsel eener ontplofte
kardoes."