BUITENLAND. Verspreide Berichten. STATEN-GENERAAL. Algemeen Overzicht. Beknopte Mededeelingen. 's GSravenliage. Tot consulair agent van Frankrpk te Ylissingen is benoemd de beer J. van Munster aldaar. loonden. De arbeid in de Albertdokken is rustig hervat. Dokwerkers en lossers hebben toegestemd om met de blacklegs te werken. bonden. Volgens den Weener correspon dent van den Times wordt weder onderhandeld tusschen Servië en Montenegro over een offen sief en defensief verbond. Saint Riliiel. Generaal Miribel en de minister de Freycinet verklaarden, na een wapenschouwing, met voldoening dat Frank rijk veilig is en door zijn leger ontzag kan Inboezemen. Uit Amsterdam schrijft men ons De Woensdag gehouden raadszitting was niet van algemeen belang ontbloot, zooals wjj in het telegraphisch bericht bereids deden uitkomen. Het gold nl. de kwestie van de afschaffing der haven- en kanaalgelden op het Noorzee-kanaal, welke zaak al bjjna zoo oud is als de geschie denis van dat kanaal jaren telt. Men weet dat Rotterdam een vrije vaart op de Noordzee bezit, die haar 3 mm. en dat Amsterdam geen vrjje vaart heeft, die haar 6 mm. daaren boven heeft gekost. Dat de scheepvaart en de handel te Rotterdam bloeien en dat die in Amsterdam niet toenamen, zooals van de opening van het Noordzee-kanaal (1876) ver wacht werd, zijn zaken van algemeene be kendheid. Geen wonder dat zich al luider en luider stemmen voor de vrije vaart op het Noordzee kanaal lieten hooren waar nog jaarlijks millioenen voor het kanaal van Rotterdam naar de Noordzee worden gevoteerd. Deze regeering was dan ook niet doof voor die luider en luider klinkende roepstemmen. Onze burgemeester verklaarde zelf, dat hjj bij deze regeering op de meest toeschietelijke wijze was gehoord, waar hjj als woordvoerder der raadscommissie de vrije vaart vraagtöf mondeling öf in schriftuur1 bepleitte Maar Daar was een maar aan. Koning Willem I had tot gemoetkoming en bevordering van handel en scheepvaart de rente gegarandeerd van de kosten van stichting van rijks-entrepcitdokken te Am sterdam, Antwerpen en Rotterdam. Die dokben te Antwerpen waren in 1831, die in Rotterdam later aan die steden overgegaan, doch in Am sterdam was de toestand gebleven in statu quo ante. Voor slechts 2 a 3 jaren had de regee ring het kapitaal van het Amsterdamsche entrepotdok afgelost, en nu er door de afsluiting van het Oosterdok, door den Oosterspoorweg, stemmen voor een nieuw handelsentrepót op gingen, kon de regeering daaraan geen gereed oor verleenen. omdat zij zelf nog zulk een inrichting alhier bezit, die nog tamelijke ren ten afwerpt, zooals het radicale raadslid J. Becker en het liberale lid Moltzer verzekerden. De bezwaren van de samenkoppeling door de regeering van de afschaffing der kanaal- en havengelden met den afkoop van het entrepot dok, door een paar leden in 't midden gebracht, werden glansrijk door den voorzitter weerlegd. De terreinen van het entrepotdok waren, na slooping der opstallen, 11 mm. waard, voor welken prijs de regeering ze wil aanvaarden, ook wanneer in 1900 geen nieuwe handelsin richtingen zijn gebouwd; in welke transactie de heer Gerritsen aanleiding vond om de bewering derhh. Pjjnappel, Heineken, Treub te bestrijden, dat de gemeente een risico van 2j mm. aan vaardde, wat dan feitelijk ook eene onjuistheid was. De overige opposanten wenschten vooralsnog den bestaanden toestand te bestendigen, in de overtuiging, dat de regeering ook zonder equi valent van 11 mm. tot de afschaffing der kanaalgelden zou moeten overgaan. Ja, de heer Pijnappel ging zoover te beweren, dat, wanneer Amsterdam niet zoo voorbarig was geweest, de lasten eener universiteit te aanvaarden, dit thans reeds een regeeringstaak zou zijn geweest. Het radicale raadslid mr Treub was niet bijzonder gelukkig in zijn argumentatie, wat de voorzitter vergoelijkte door te herinneren dat de heer Treub bij de beraadslaging op 27 Juli afwezig was. Het resultaat van de voordracht is bekend. Zes van de 31 aanwezige leden stemden tegen, mrs Pijnappel, Heineken, De Vries, Treub, Den Tex en Sassen. Vanwege den veehandel is uit Rotterdam een deskundige naar Engeland vertrokken tot het aankoopen van drie geschikte stoomschepen waarvan er twee van Rotterdam, en één van Amsterdam naar Londen zullen varen. Mocht men daarin niet slagen, dan zullen voorloopig booten gehuurd worden. Te Wageningen kwam Dinsdag op een steenfabriek een meisje van veertien jareD, dat zich tegen het verbod van den machinist in de machinekamer bevond, in aanraking met eene as van de machine en werd meê rondge draaid. Vooral aan het hoofd bekwam zij vreeselijke verwondingen. Meer dood dan levend werd zjj naar het ziekenhuis vervoerd. Twee jeugdige wijkgravers te Zuid-Exloer- mond zagen, toen ze bij hun werk kwamen, twee geladen geweren onbeheerd in het land liggen. Natuurlijk moesten die wapenen worden bezien en betast tot een er van afging en het schot den eenen jongeling deerlijk ver wondde. De dokter heeft reeds elf hagelsuit het lichaam verwijderd. De toestand van den jongen moet ernstig, maar toch niet gevaar lijk zjjn. Uit onderscheidene plaatsen worden ver schillende ongelukken gemeld Te Koevorden viel een man van den zolder en overleed na een vreeseljjk ljjden. Te Over- hoven is een man door een ander zoo ernstig gewond dat men voor zijn leven vreest. In Macharen, nabij Osch, heeft eene vechtpartij plaats gehad, met het gevolg dat iemand zoo danig met een steen op het hoofd geslagen werd, dat hjj den volgenden morgen overleed. De overledene was met eenige lieden uit Maasbom mel, waar het heiligendag (patroon der kerk) was, naar Macharen gegaan, en misbruik van sterken drank schijnt ook in dit geval wel weder de aanleidende oorzaak geweest te zjjn. Twee broeders uit Macharen zijn als vermoede lijke daders gearresteerd. Een paar dagen geleden heeft te Antwerpen opnieuw eene ontploffing plaats gehad, die groote onsteltenis te weeg bracht. Toen de schilder Van Rymenant in den kelder zijner woning, waar zich een groote hoeveelheid ben zine en petroleum bevond, een petroleumlamp wilde aansteken, geraakten de brandbare zelf standigheden in vlam. Er volgde een hevige ontploffinghet huis werd zwaar beschadigd de schilder levensgevaarlijk en zijne vrouw ernstig gewond. Het Spiritistencongres te Parijs is Maandag gesloten, nadat acht dagen lang de 500 deelne mers in afdeelingen en algemeene vergaderingen beraadslaagd en velen het woord gevoerd hadden. Het Journal des Débats acht vooral het gods dienstig karakter van het spiritisme opmerkelijk. De meeste toespraken geleken veel op predi cation, zegt het blad wat intusschen niet verhinderde dat iemand de vraag opperde, of het niet verstandig zou zijn eene nieuwe be naming te zoeken voor God, waarop de voor zitter aanmerkte, dat men in het congres wijselijk vermeden had van God te gewagen, omdat sommige spiritisten aan Zijn bestaan geloofden, anderen niet. Zekere abbé Rocca, die eenigermate in on min is geraakt met zijne kerk, hield eene zeer toegejuichte rede, waarin hij o. a. te velde trok tegen de ultramontanen en den profeet Jesaja »een groot medium" noemde. De toespraak, waarmêe de heer mr A. van Naamen van Eemnes Dinsdag het voorzitter schap der Eerste kamer aanvaardde, luidt als volgt «Mijne heerenDoor het hooggewaardeerd vertrouwen van onzen geëerbiedigden koning geroepen deze plaats in te nemen, doe ik dit met een innig gevoel van diep leedwezen. Ge heel onverwacht toch, weinige dagen slechts na onze laatste vergadering, ontroerde ons de treurmare dat onze vriend en leidsman Schim- melpenninck, dien wij allen zoo gaarne als onzen voorzitter hadden behouden, plotseling overleden was. Meer bevoegden en meer wei sprekenden dan ik hebben reeds uitgesproken, wat de overledene gedurende zjjn naar ons oordeel kortstondig leven geweest is voor ons land en ons vorstenhuis, voor zijne gade en betrekkingen, die zooveel in hem verloren hebben. «Hiervan zal ik niet in herhalingen treden, maar het zij mij vergund met een enkel woord te herinneren, waarom de kamer zooveel in hem verliest. Zijn edele uitnemende gaven van hart en geest, zijn ijver en trouwe plichtsbe trachting, zijn zelfstandigheid en onafhankelijk heid waren oorzaak dat hij vele jaren als lid ieders achtingvertrouwen en genegenheid gewonnen had, dat hij als voorzitter zoo uit stekend op zijn plaats was en wjj allen zijn gemis betreuren en de groote leegte daardoor ontstaan diep gevoelen. Zijn nagedachtenis zal steeds bjj ons in eere blijven. »De dierbare overledene en zijn hooggewaar deerde voorganger hebben het optreden voor mij hoogst moeiljjk gemaakt. Ik had er dan ook niet aan gedacht de benoeming te aan vaarden, als ik niet overtuigd was dat uwe welwillende medewerking, steeds aan mijne voorgangers betoond, in nog ruimer mat9 aan mij zou worden verleend, omdat ik er nog meer behoefte aan heb. «Onpartijdige leiding zal steeds mijn ernstig streven zijn onpartijdige beoordeeling van het geen ons ter beslissing zal worden voorgelegd. >In het vertrouwen dat de Almachtige onzen arbeid zal zegenen en deze zal strekken tot heil van het dierbaar vaderland, verklaar ik het voorzitterschap te aanvaarden". In de Tweede kamer sprak dienzelfden dag de waarnemende voorzitter, de heer Van der Schrieck, het volgende «Mjjne heeren De u zeer wel bekende reden vordert van mij deze plaats thans wederom te bezetten. Als waarnemend voorzitter heet ik u bij den aanvang van dit zittingjaar welkom en veroorloof mij ter naleving van het bestaande gebruik de volgende zeer weinige, maar ten oprechtst gemeende woorden in het midden te brengen. «Bij den ons wachtenden arbeid moeten wij steeds indachtig zijn, dat staten en volken dan alleen kunnen bloeien en blijven bestaan, op voorwaarde dat hunne wetten met wijsheid, dat is, geheel in overeenstemming met de we zenlijke belangen des volks samengesteld, met onwankelbaren moed ten uitvoer gebracht en met nauwgezetheid nageleefd worden. «Deze naar ik meen onaantastbare waarheid altjjd en onafgebroken voor oogen houdende, zullen wij met kalmte, met orde en zonder de minste noch geringste partyschap of eenzijdigheid er onvermoeid naar streven onze wetten zoodanig in te richten, dat zij tot on wrikbare handhaving onzer onafhankelijkheid, tot bestendiging onzer vrijheden strekken, dat zij tot blij venden voorspoed, tot de best begrepen welvaart van het ons zoo dierbaar vaderland leiden. «Tot 't naar behooren en naar eisch vervullen van dezen voorzeker uiterst gewichtigen, maar vooral niet minder moeilijken plicht, verleene de Alwijze God ons Zijne onmisbare voorlich ting. Ten innigste hopende, dat deze nimmer hoog genoeg te schatten gunst ons toegedacht zal zijn, aanvaard ik mijne zeer tijdelijke be trekking met de herhaling der uit den grond des harten voortkomende wenschen, dat het den Almachtige behagen moge onzen zeer geëerbiedig den koning, Z. M. Willem III, nog vele alleszins gelukkige en voorspoedige regeeringsjaren te schenken en Hoogstdeszelfs Doorluchtig gezin te beschermen en te ondersteunen tot heil van het zijn koninklijk Vorstenhuis liefhebbend en getrouwe Nederland." Naar mate in Frankrijk het oogenblik van den beslissenden slag nadert, beginnen de poli tieke partijen te cijferen en de rekening van alle zijden op te maken. Het is begrijpelijk» dat de slotsom vrij verschillend uitvalt, naar mate de optelling geschiedt door Boulangisten, royalisten of republikeinen. Boulanger, die zich weder eens heeft laten interviewen door een met hem sympathiseerenden medewerker der Pall Mall Gazette, ziet geduldig en vol vertrouwen de uitspraak van het land tegemoet. Hij houdt zich vast overtuigd in de nieuwe kamer een meerderheid van revisio nisten te vindenvan welke schakeering, af wisselend tusschen het reactionnaire zwart, het legitimistische wit of het revolutionnaire rood, deze herzieningsmeerderheid zal zijn, hierover bekommert zich de generaal niet. Het is hem voldoende, dat er een meerderheid zal komen, dié het tegenwoordig miuisterie weg jaagt, en Carnot zal het dan nog met een ander, en nog eens met een kabinet beproeven, tot de publieke opinie hem dwingt heen te gaan. Boulanger schenkt aan Carnot nog éen maand verblijf op het Elysée En mocht het allicht zijn zelfs de opti mistische generaal schijnt nog eenigen twjjfel op dit punt te koesteren dat er geen meer derheid van revisionisten in de aanstaande kamer optreedt, dan zal er binnen twee maan den een ontbinding der volksvertegenwoordiging moeten volgen, en in de nieuwe kamer zullen dan Boulanger en zijn royalistische en Bona partistische vrienden niet over een kleine maar over een groote meerderheid beschikken. In afwachting van de dingen, die gebeuren zullen, gaf de dictator in spe zijn ondervrager tot dat tijdstip rendez-vous op het Elysee of de Tuillerieën. Vooral den graaf van Parijs en prins Victor zal het aangenaam zijn dit laatste omtrent Boulanger's goede verwachtingen te vernemen! Ter loops zij nog vermeld, dat in de kamers van den generaal op Portland Place;anders gevuld met Franschen van zeer uiteenloopende type, doodsche stilte heerschte. Zijn deze for tuinzoekers allen naar het veld van den strijd gezonden met de laatste instructies van hun meester of vervullen zij de rol van de ratten op het zinkende schip Wat nu andere becijferingen omtrent het resultaat der verkiezingen betreft, zoo verze kert de Parijsche correspondent der Daily News dat de reactionnairen op 250 zetels, waaronder 100 Boulangisten, hopen. De nieuwe kamer zal 576 leden tellen. De correspondent vreest echter, dat zij wat al te vroeg hun schapen tellen, ofschoon er alle kans bestaat, dat de republi keinen het hard te verduren zullen hebben tusschen de reactionnairen en de Boulangisten om een meerderheid te erlangen. Is deze meer derheid eenmaal verkregen, dan zal het zaak zijn voor de republikeinen vast aaneengesloten als éen party te blijven. Hier echter ligt de groote moeilijkheidde herziening en de eisch naar hervormingen heb ben zich als een wig tusschen de beide groote fracties der republikeinsche party de oppor tunisten en radicalen, gedrongen. In republikeinsche kringen heerscht omtrent den uitslag op Zondag a. een vrjj optimistische stemming. Het feit, dat zich onder de 1929 candidaten ongeveer 1200 leden van de generale raden bevinden beschouwt men, met het oog op het resultaat bij de jongste verkiezingen voor de algemeene raden, als een gelukkig teeken voor de republiek. Te Londen is de kalmte en rust onder de dokwerkers nog altijd niet geheel hersteld. Het zijn de blacklegs, welke den ex-werkstakers als een doorn in het oog steken. Vooral in de Albert-dokken gaf de verbit tering der teruggekeerde werkstakers tegen hun kameraden, die door hen voor valsche broeders worden uitgekreten, aanleiding tot heftige tooneelen, waarbij het klappen en slagen regende. Door den voorzitter der Albert-dokken is daarop de tusschenkomst van den lord-mayor en kardinaal Manning ingeroepen, wijl de vroe gere werkstakers aan de schikking van Zater dag 11. te kort komen en niet krachtens de door hen aangegane verplichtingen de gedurende de werkstaking aangeworven arbeiders met rust laten. Naar aanleiding van een bijeenkomst, welke hij met de dokbesturen had, richtte de lord-mayor een proclamatie aan de dokwerkers, waarin hij hen aanmaant de voorwaarden der overeenkomst trouw te eerbiedigen en het werk rustig te hervatten zonder de blacklegs lastig te vallen. Op een verzoek van de dokbesturen aan het hoofd der politie om de samenscholingen der niet in arbeid genomen dokwerkers bij de dokken met geweld te doen uiteenjagen, gaf de heer Monro een weigerend antwoord. Hoezeer men ook de houding der ex-werk stakers in deze moge betreuren, zoo verlieze men toch niet uit het oog, dat het voor velen een bittere teleurstelling is op het oogenblik dat zjj hopen het werk te hervatten en na zooveel weken rust en honger geld te verdienen, te ontdekken, dat hun plaats door anderen is ingenomen. Bovendien hebben de dokbesturen zich niet van zulk een gunstige zijde tegen over de werkstakers doen kennen, dat er geen grond tot het vermoeden bestaat, of zij of bun personeel niet van hun kant in strijd handelen met de gesloten overeenkomst en voor de onder de hand aangeworven arbeiders groote voorkeur aan den dag leggen. De Russische grootvorst-troonopvolger is gisteren over Kiel naar Kopenhagen terug gekeerd. Omtrent den toestand van Crispi luiden de berichten steeds gunstig. De wond begint te genezen. Mermeix, redacteur der Cocarde, is in hooger beroep gekomen van zjjn vonnis. Zooals men weet werd hij veroordeeld wegens diefstal van stukken in het proces-Boulanger. De Duitsche gezant te St. Petersburg, generaal Von Schweinitz, is te Berlijn aange komen. Men brengt zijn komst met het aan staande bezoek van den czaar in verband, die den 27 Sept. a. te Potsdam verwacht wordt. Ook de rijkskanselier wordt in verband met dit bezoek te Berlijn verwacht. Keizerin Frederik is met haar dochters gisteren te Fredensborg aangekomen. De Grieksche kroonprins, diens broeder George en de Duitsche gezant aan het Deensche hof reis den haar tot Gjidser te gemoet. De keizerin keert den 23en dezer uit Kopenhagen naar Berlijn terug, waar prin ses Sofie afscheid van de hofkringen zal nemen. Den 19en October vertrekt keizerin Frederik over Triest naar Athene. Het huwelijk vindt aldaar den 27 October plaats. Niet alle bisschoppen hebben op de cir culaire van Tbévenet een uittartend antwoord gegeven. Behalve een bezadigd schrijven van den bisschop van Toulouse ontving de minister van den bisschop van Rochelle een brief ten antwoord, waarin deze prelaat verklaart zijn reeds vroeger aan zijn priesters gegeven wenk herhaald te hebben om nl. geen deel aan den politieken strjjd te nemen. Hij verzekert in dit opzicht zijn geestelijken te vertrouwen. In strijd met het démenti, door Crispi's Rif onna gegeven, houdt de Piemonteesche courant haar bericht betrekkelijk plannen van het Italiaansch ministerie van oorlog tot organi satie van vier legers staande. Zij beweert ten overvloede dat ook nog een vjjfde armee, bestemd om over de grenzen niet in Oosten rijk te ageeren, zal gevormd worden. Turksche troepen op Kreta moeten zich aan ernstige buitensporigheden in het district Selena schuldig gemaakt hebben. Chakir pacha zoowel als de Britsche en Engelsche consuls stellen een onderzoek naar den juisten loop der zaken in. Een Italiaansch eskader is in den Piraeus aangekomen. De Grieksche gezant te Konstantinopel, Cou- douriotti, zal bij de Porte protesteeren tegen de jongste gevangennemingen op Kreta en aandringen op inwilliging van de eischen der opstandelingen en afkondiging van amnestie. Carnot zal den 22en Sept. a. niet te Parijs zijn. Hjj bljjft dien dag te Fontainebleau. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Antwerpen werd mededeeling gedaan van een verslag van het college van schepenen over de ramp, veroorzaakt door de ontploffing in Corvilain's kruitmagazjjn. Het rapport treedt in eene herinnering der vesti ging van de patronenfabriek en geeft eene beschrijving van de inrichting. Volgens het verslag was het vooral de gebrekkige wijze van behandelen, die gevaar deed ontstaan. Tevens wordt medegedeeld dat de bjj het besluit van de bestendige deputatie voorgesehrevene maat regelen van voorzorg door het gemeentebestuur aan de verschillende ambtenaren overgebracht zjjn. Het rapport concludeert, dat het eenige raiddel om dergeljjke rampen te voorkomen, bestaat in een strikt verbod om zulk een tak van njjverheid uit te oefenen. Van de oorzaak der ontploffing gewaagt het verslag niet. Tusschen Marokko en Spanje dreigt op nieuw een conflict. Het Spaansche blad El Liberal zegt dat, zoo de sultan van Marokko onmachtig is de Mooren te kastijden, die een Spaansch schip aanvielen, Spanje dan zich zelf recht moet verschaffen. De minister van buitenlandsche zaken, die zich te Cadix bevond, is naar Madrid terug gekeerd. Na zjjne aankomst had er eene nieuwe daad van zeerooverjj plaats. De hnparcial geeft te kennen, dat Spanje tegenover Marokko zjjn gezag en prestige moet handhaven. Volgens de Spaansche bladen broeit er iets in Marokka. Te Tanger en andere groote steden worden buitengewone troepenbewegin gen waargenomen forten en garnizoenen wor den versterkt en de sultan maakte zelf een reis door zijne staten om zijne macht over de wilde Arabische volksstammen te bevestigen. Den 15 Sept. 11. hield de Duitsche bond voor herziening van het grondbezit haar jaar- ljjksche vergadering te Keulen onder voorzit terschap van dr Wehberg, De voorzitter opende de vergadering meteen rede, waarin hjj een blik terugwierp op de beweging, die beoogt het grondbezit te brengen aan den staat en de verhouding der partjjen ten opzichte dier be weging. De secretaris M. Flürscheim bracht rapport uit over de werkzaamheid ven de vereeniging, die zich beroemen mag op altjjd aangroeiende zustervereenigingen in Holland en Zwitserland, wier ledental reeds die van den Duitschen bond overtreft. De spreker bracht verder rap port uit over de resultaten van het Parjjsche congres van grondhervormers in Juni 11. ge houden. Daar werd met algemeene stemmen een motie aangenomen, luidende dat de terug gave van den grond aan de gemeenschap de eenige weg is om een vreedzame oplossing der sociale kwestie te bereiken. De fabrikant Freese deelde mede, dat de stad Hamburg reeds in den geest van den bond ge handeld heeft door bij de onteigening van een geheele wjjk voor de nieuwe vrjje haven het terrein niet weder te verkoopen doch in het pachtcontract te bepalen, dat de stygende rente de stad Hamburg en geen gelukkigen speculanten ten goede komt. Naar geljjke beginselen han delt Altona. Aan den Amerikaanschen leider der beweging voor de opheffing van het particuliere grond bezit, Henry George, werd door de vergaderden, die zich na de werkzaamheden aan een feest maal vereenigden, een telegraphische groet gezonden. De Shah van Perzië heeft den terugkeer naar zjjn hoofdstad zes weken uitgesteld, omdat de cholera, uit Bagdad overgebracht, vrjj stei k nabjj de westelyke grenzen van zjjn rijk heerscht. De Seivische regeering heeft besloten haar gezant te Berljjn, Christitcb, wiens vrouw de veel besproken goede vriendin van koning Milan is, te pensionneeren. De Ramp te Antwerpen» Nog steeds vindt men in de Belgische bladen beschrjjvingen van de ontploffing door oogge tuigen. Zoo bevat de Koophandel den volgen den brief, welke een antwoord geeft op de door de reehterljjke commissie te stellen vragen, of de ontploffing plaats vond in de fabriek van Corvilain dan wel in de petroleummagazjjnen van de firma Rieth Co. De als door een wonder ontsnapte schrijft De verschrikkelijke ramp, welke onze moeder stad trof, is voorbjj. Al hare vreeselyke gevol gen zjjn gekend, en op dit oogenblik breekt zich een ieder het h »ofd met het opzoeken der feiten, welke er aanleiding toe gaven. Dit feit vooral zet my aan u om het relaas mijner ontsnapping te verzoeken. Oordeel zoo aan stonds ot ik het waarljjk «ontsnapping" noe men mag. Vrijdag 6 Sept. kortelings na rnjjn middagmaal, besloot ik eene wrndeling Langsheen de dokken te doen. De uitvoering volgde het besluit en weldra bevond ik mjj aan de groote petrool- ketels der firma Rieth en Co. Daar trof ik een wegeltje aan, dat rechtstreeks naar den Schelde- dijk leidt en genoemde plaats der ketels van de fabriek Corvilain schfidt. Ik was eenigermate getroffen door de stilte, welke aan dit gedeelte der dokken he '.rschte en alleenlijk onderbroken werd door het gezucht van het stoomtuig, dat zich, indien ik mij wel herinner, onder een afdak bevond, dat aan de plaats des toekomen den onheils paalde. Ik besloot dan dit wegeltje te volgen om zoodoende den Scheldedjjk te be reiken. Ik kon ongeveer een tiental passen in ge zegde richting gedaan hebben, toen ik achter mij den stap van eenen anderen persoon hoorde. Door instinctmatige nieuwsgierigheid gedreven, keerde ik eenigszins het hoc fd om, teneinde misschien heel toevallig, eenen vriend ot makker te begroeten. Wel bekwam mjj die beweging! Op ditzelfde oogenblik (de herinnering eraan bljjft mij eeuwig bjj) zie ik uit de daar straks genoemde fabriek (waarvan ik op dat oogenblik de bestemming hoegenaamd niet giste) eene in witten damp gehulde vlam opstijgen, gevolgd door eenen knal. Dat was een eerste ont ploffing, waarvan ik de uitwerkselen nauwelijks gevoelde. Van waar mij de tegenwoordigheid van geest kwam, welke ik op dat oogenblik aan den dag legde, bljjft mjj een geheim, doch genoeg zij het u te weten dat de geest in eenen opper sten zucht tot lichameljjk behoud, mjj de woorden in den mond legde: »J.., leg u neer!" Als eene levenlooze massa laat ik mjj neer vallen en op datzelfde oogenblik grijpt eene verschrikkelijke ontploffing plaats. Ik word over den grond gestuwd, minstens een vijftal meters ver, door eene kracht waarvan ik mij nimmer het bestaan heb kunnen voorstellen. Doch dan juist begint al bet wanhopige van mjjnen toestand. Naast mjj stort, op dat oogen blik, de ongelukkige neer, welke mjj volgde, en dat met eenen pof welke mij nog jjzen doet. Geen lidmaat verroert hij nog, stem noch teeken verraden levenskracht. Vol schrik wend ik het aangezicht naar de andere zjjde. Ade men wordt mjj onmogeljjkde stikdamp en de schromeljjke luchtbeweging beletten bet mij. Kardoezen en stukken vlammend hout vallen dreunend rondom mij en bedekken mij met aarde. Onverpoosd gevoel ik hevige schokken over het gansche lichaam,, waarvan die welke mijn hoofd treffen niet de minst pijnljjke zijn. Over mjj heen, in de richting der Schelde, zie ik een drjjtal lichamen in de grilligste houdin gen wegvliegen. Zjjn dat lijken of hebben zij nog besef van ljjden? Moetik hier nu bjj- voegen dat al het voorgaande het werk van hoogstens één minuut is En terwijl rondom mjj heen eén geknal weergalmt, alsof eene gansche afdeeling schutterij mjj met haar vuur achtervolgt, tracht ik mij op te richten. Ge lukkig dat gaatvoor beenderbreuk heb ik dus niet te vreezen. Als waanzinnig van schrik, ijl ik in de richting van den dijk, klim hem over, en laat mij, doodatgemat, aan de andere zjjde neervallen. Hier vallen nog wel stukken brandend hout neder, maar voor het ongerichte lood ben ik bevrijd. Ik rust daar hoogstens eeD paar minuten, wanneer ik uit mjjne verdooving gewekt worddoor gelach en gezangBen ik zinneloos of ijl ik Doch neen daar vertoont zich de jjseljjke werkeljjkheid onder de gedaante van eenen werkman met blauwen kiel en wit en zwart geruite broek, welke met al die teekens eener dolzinnige vreugd boven op den dijk ver schijnt, naar mij toekomt, terwjjl het bloed hem uit het hoofd gudst. Ik wil vluchten, doch de kracht ontbreekt mjj. Zonder het minst acht op mij te geven ijlt hjj mij voorbij en verdwijnt in het riet, dat den Scheldeboord bezoomt. Eindelijk richt ik mij op en ga, altijd beschermd door den dijk, stedewaarts. Aan de rolbrug ontmoet ik den drom volks, welke zich naar de plaats des onheils spoedt. Met mjjne verscheurde en ver brande kleederen, gewonde handen, gezengde haren en bebloed hoofd trek ik ieders aandacht op mij. Huurrijtuigen zijn niet te bekomen allen hadden reeds hunne nare bestemming Eindelijk ben ik te huis geraakt in eene ge moedsstemming, welke de pen onmachtig is te beschrijveneen mengsel van bljjdschap en smart. De ontploffing zelve had mij een paar herinneringsstukken in den zak gestopteene vjjs en het koperen omhulsel eener ontplofte kardoes."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 3