RAMP TE ANTWERPEN.
N°. 221.
132® Jaargang.
1889.
W oensdag
18 September.
Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k s J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-=J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regeL Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 17 September.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
RECHTSZAKEN.
NIDIIIIJII Ii(.SU3i: (ÜIRAM.
Thermometer.
Middelburg 17 Sept. ra. 8 n 51 gr.
sn. 12 u 63 gr. av. 4 u. 59 gr. F
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de VêyMestdagh& Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentïën
Neeijwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een nnr
bureau van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam de Gebb. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, i aan het bureau bezorgd zjjn, willen
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nogworden opgenomen
Wij ontvingen heden van een onbekende
een bankbiljet van 100 CE. 9803 voor de
ongelukkigen, die door deze ramp, behalve
het gemis van menig kind of bloedverwant,
have en goed verloren.
Zooals men weet is voor de ontvangst van
giften aan ons bureau een bus geplaatst.
De bij ons ingekomen gelden zullen wij
overmaken aan den voorzitter der Holland-
sche Club te Antwerpen.
Wij ontvingen tot heden in het geheel
225.90.
's Gravenhage 17 September 1889.
(Per telegraaf.)
Bij de opening der nieuwe zitting van de
Staten-generaal is heden door den minister
van binnenlandsche zaken, die zich daartoe,
vergezeld van de overige ministers, op de
gebruikelijke wijze naar de vergaderzaal had
begeven, de volgende rede uitgesproken
Mijne heeren!
De koning, ook thans verhinderd in uw
midden te verschijnen, heeft ons opgedragen
deze zitting der Staten-generaal te openen.
De geestdrift, waarmede het heuglijk feit
van Zijner Majesteits veertigjarige regeering
door het Nederlandsche volk alom in den
lande is herdacht, heeft opnieuw het bewijs
geleverd, dat een hechte, onverbreekbare
band het huis van Oranje en Nederland
vereenigd houdt.
Het is aangenaam te mogen mededeelen
dat 'skonings betrekkingen met de buiten-
landsche mogendheden steeds van den meest
viiendscbappelijken aard zijn.
Onderhandelingen zijn aangeknoopt en
middelen beproefd om aan de bestaande
onzekerheid omtrent de grenzen van het
Nederlandsch gebied, zoo in Suriname als
op Borneo, een goed einde te maken.
De oogst heeft in dit jaar over het alge
meen beantwoord aan de goede verwach
tingen die daarvan gekoesterd werdende
toestand van den veestapel is zeer bevredi
gend de heropening van de Engelsche markt
voor den onbelemmerden invoer van levend
hoorn- en wolvee uit [Nederland, die op 1
September jongstleden plaats had, zal onge
twijfeld een gunstigen invloed op den vee
handel uitoefenen.
Ook voor den goederenhandel, de scheep
vaart en de nijverheid is de toestand ver
beterd.
De toestand van 'srijks geldmiddelen blijft
bij voortduring bevredigend, mede tengevolge
van het ruimer vloeien van verschillende
bronnen van inkomsten.
Behalve de reeds aanhangige wetsont
werpen zullen aan uwe overweging worden
onderworpen voorstellen tot herziening der
wetten op de consulaatrechten en tot voor
ziening tegen besmettelijke ziektenwijders
ontwerpen betreffende het faillissement en
de surseance van betaling, het wetboek van
militair strafrecht en de vaststelling van een
reglement op de krijgstucht.
In verband met de weldra te wachten vol
tooiing der herziening van de belastbare
opbrengst der ongebouwde eigendommen zal
u een wetsontwerp worden aangeboden tot
vaststelling van het bedrag der belasting op
de ongebouwde eigendommen, voor het rijk
te heffen. Met het daarvoor aan te nemen
bedrag zal rekening kunnen gehouden wor
den bij een mede aan u aan te bieden ont
werp van wet tot wijziging van sommige
bepalingen van den zesden titel der wet,
regelende de samenstelling, inrichting en
bevoegdheid der gemeentebesturen ter voor
ziening in de min gunstige finantieele om
standigheden van sommige gemeenten.
Een wetsvoorstel tot verbetering der hef
fing van invoerrechten naar de waarde zal
u bereiken, nadat bij de wet zal zijn fóè-
krachtigd de nadere overeenkomst tot wijzi
ging van het handels- en scheepvaart-tractaat
met Groot-Brittannië en Ierland.
Ontwerpen tot regeling van den verplich
ten krijgsdienst en tot vaststelling van de
bepalingen omtrent den staat van oorlog en
beleg zullen u zoo spoedig mogelijk worden
overgelegd.
Een voorstel tot verandering der bestaande
voorschriften op het vervoer van brieven en
drukwerken zal u eerlang bereiken. De her
ziening der wetten op de pakketpost en op
de rijkspostspaarbank wordt voorbereid, gelijk
mede een wetsontwerp tot toekenning van
tegemoetkoming aan werklieden wegens ver
minking in dienst van het rijk of van aan
nemers van rijkswerken.
Overeenkomsten tot het verkrijgen eener
betere regeling van het spoorwezen zullen
vermoedelijk spoedig aan uwe goedkeuring
worden onderworpen.
De toestand der overzeesche bezittingen
van het rijk geeft over het algemeen stof
tot tevredenheid en hoop op vooruitgang.
Zee- en landmacht kweten zich ook daar
van haren plicht en handhaafden, waar zij
geroepen werden aan vijandelijke aanvallen
weerstand te bieden, haren ouden roem.
Het nog altijd voortdurend verzet van
enkele hoofden en hunne aanhangers onder
de bevolking van Atjeh maakte tot tweemalen
de wederopvatting der wapenen noodzakelijk,
waarbij ook door onze troepen groote ver
liezen geleden werden; niettemin openbaart
zich steeds meer neiging tot toenadering en
onderwerping.
Op Java zijn de woelingen onder de be
volking door het krachtig optreden van het
bestuur en de bestraffing der schuldigen
geheel bedwongen en is de rust overal her
steld.
Hoewel nog enkele takken van landbouw
nijverheid lijden onder ziekten in het gewas
of geringe prijzen op de wereldmarkt, breidt
de nijverheid zelve zich uit en vermeerdert
ook onder eene gematigde heffing van be
lastingen de welvaart der bevolking.
Middelen worden beraamd om de kolonie
Suriname uit haren staat van verval op te
beuren.
De kolonie CuraQ*p werd geteisterd door
eene langdurige droogte. Aan de noodlij
dende bevolking werd van bestuurswege en
door de algemeene liefdadigheid zooveel
mogelijk hulp verschaft.
Gods onmisbare zegen ruste op uwen
arbeid tot bevordering van 's lands belangen.
In naam des konings verklaren wij deze
zitting der staten-generaal geopend.
Deze openingsrede brachten wij, zooveel
ons dit mogelijk was, reeds heden middag
onder de oogen van onze lezers.
En wat zullen wij daarvan zeggen
Het einde was als het begin en het be-'
gin gelijk het einde.
Toen verleden jaar in September dit kabi
net het woord richtte tot de vertegenwoor
diging had het dit reeds in Mei gedaan,
telkens met een overvloed van woorden.
En in Mei voerden de ministers van
financiën en koloniën het hoogste woord;
maar later traden deze bescheiden op den
achtergrond. Alleen hoorden wij nu een
jaar geleden ons verzekeren dat de toestand
van 's lands geldmiddelen, in Mei „niet on
gunstig" geheeten, niet onbevredigend was,
want „tot het doen van voorstellen tot ver
sterking van 's rijks inkomsten bestond geen
aanleiding."
Thans wederom een zeer uitvoerige ope
ningsrede, rijk in woorden, en waarin opnieuw
de voornaamste persoon, de man der finan
ciën, niets anders verklaart dan dat „de
toestand van 's rijks geldmiddelen bij voort
during bevredigend blijft, mede tengevolge
van het ruimer vloeien van verschillende
bronnen van inkomsten."
Waarlijk, de heer Godin de Beaufort rust
in Abraham's schoot; tenzij hem eenig ver
wijt kwelt over het onrecht, dat zijne partij-
genooten den liberalen steeds aandeden, toen
zij zoozeer klaagden over het „wanbeheer"
van die tegenstanders, aan wie hij toch zijn
rustige rust te danken heeft.
Want men verlieze toch nooit nit het oog
dat vroeger bij alle verkiezingen juist ge
klaagd is over de schromelijke lasten, door
de „liberalisten" het volk opgelegdterwijl
nu nog altijd door een anti-revolutionnair
minister geen stap gedaan is en, naar
het schijnt, ook niet gedaan zal worden om
eene betere verdeeling van lasten in het
leven te roepen.
Die lasten zullen vooral vermeerderen,
wanneer de nieuwe schoolwet tot stand komt
en op grond daarvan wordt zeker toegezegd
eene regeling ter voorziening in de min
gunstige financieele omstandigheden van som
mige gemeenten. Maar van een grondige
herziening van ons geheele belastingstelsel,
als zoo dringend noodig door deze regeering
erkend, spreekt de troonrede nog niet.
Aan beloften op andere punten is het
staatsstuk, hoe breedsprakig ook, al even
arm als vorige jaren. Want ontdoen wij de
openingsrede van alles, wat wij zouden
kunnen noemen eene revue van hetgeen in
het vorige zittingjaar in den lande en onze
bezittingen de aandacht verdiende, dan blijft
er bijna niets over.
En wat ons dan nog wordt toegezegd was
over het geheel genomen niet nieuw. Het
zijn noodzakelijke en bekende regelingen, die
uit plaats gehad hebbende onderzoekingen
en feiten voortvloeien.
Wij hebben om deze meening te staven
onze lezers slechts te wijzen op de achtste en
de negende paragraaf van bovenstaande rede.
Nadat de bekende commissie in zake
's lands verdediging haar rapport had uit
gebracht, lag het voor de hand dat ontwer
pen tot regeling van den verplichten krijgs
dienst en tot vaststelling van de bepalingen
omtrent den staat van oorlog en beleg der
kamer „zoo spoedig mogelijk" zullen worden
overgelegd.
Men lette echter vooral hierbij op het
totaal gemis van eenige vingerwijzing in
welke richting die regeling zich zal bewegen.
Zoolang het middel nog niet gevonden is
om het struikelblok van den persoonlijken
dienstplicht weg te nemen, zal het „zoo
spoedig mogelijk" nog al rekbaar genomen
worden.
De optimistische beschouwing omtrent
Atjeh willen wij hopen dat in het a. jaar
bevestigd worde. Tot heden bieden het
beleid en het doorzicht van den minister
Keuchenius ons echter nog geen waarborgen
om zijne verklaring op dit punt hem volmondig
na te zeggen.
De openingsrede van dit jaar is wij
herhalen het gelijk aan die der vorige,
namens dit ministerie uitgesproken,
Er spreekt geen kracht uitgeen zelfbe
wustheid, geen overtuiging. Al wat men
toezegt, hoe veel ook op papier, geeft weinig
nieuws en met het oog op het verleden
ontbreekt ons nog alle waarborg dat dat
weinige verwezenlijkt zal worden.
Maar laat ons dit kabinet daarover niet
hard vallen.
Het groote struikelblok ging over van
het oude in het nieuwe jaar.
En zoolang de regeling van het onderwijs
vraagstuk nog niet heeft plaats gehad
zoolang kan het ministerie niet krachtig
optreden, want zoolang staat het niet op
vasten bodem. Is het in deze te toeschie
telijk dan bederft het zijn zaak bij zijn
eigen vriendendoet het niet voldoende
concessies op dit punt, dan staat het zwak
tegenover de Eerste kamer.
Op zulk een standpunt zich bevindend,
is het dan wonder dat men achter vele
woorden en schijnbare beloften zijn zwakheid
verbergt
H. M. de koningin woonde, vergezeld van de
beide hofdames en van den kamerheer, baron
Taets van Amerongen van Natewitz, Zondag
voormiddag de godsdienstoefening bij in de
kerk der hervormde gemeente te Apeldoorn,
onder het gehoor van ds. Hattink.
Het ongunstige bericht van het Utr. Dagbl.
omtrent den gezondheidstoestand van Z. M. den
koning bljjkt onjuist geweest te zjjn. Immers
van goed ingelichte zjjde wordt ons het vol
gende geschreven
In den toestand van Z. M. den koning is
geene verandering gekomen. Z. M. staat nog
altjjd des morgens te zes uur opbehandelt
geregeld eiken morgen de regeeringszakenont
vangt dageljjks en bij tusschenpoozen de heeren
van zjjn gevolg en begeeft zich des avonds
omstreeks tien uur ter ruste. De koning beweegt
zich sedert zijne laatste ziekte uitsluitend binnen
zijne eigen vertrekken, die alle op ééne zelfde
verdieping gelegen zjjn.
Naar 't schjjnt is Z. M. wel wat zwakker
ter been geworden, doch dit moet hoofdzakelyk
worden toegeschreven aan te weinig beweging.
(Hbld.J
De Haagsche correspondent van de N. Gron.
Ct. schrjjit, dat baron van Zuylen van Njje-
velt om gezondheidsredenen bedankt heeft voor
het hem aangeboden voorzitterschap der Eerste
kamer. Dezelfde correspondent meent te weten,
dat de beraadslagingen over de onderwjjswet
morgen over acht dagen zullen worden hervat.
Het weekblad de Amsterdammer kiest party
voor den heer Keuchenius wat den koffieverkoop
betreft en wjjdt aan dit geschilpunt een aardige
plaat. De minister wordt voorgesteld koffiema-
lende, terwjjl een knielende Javaansche vrouw
de opbrengst in een zak verzamelt en een
talrjjke groep vertoornde koffie-makelaars den
minister dreigend de vuisten vertoonen. Het
opschrift luidt: »De koffieveiling van 6 Aug. 1889"
en het onderschrift: Laat ze maar praten, kind-,
wij krijgen het toch in het laadje
De schrjjver van de Parlementaire Kroniek in
het Rott. NU. schrijft naar aanleiding der eerste
rede van den heer Okma, Friesch afgevaardigde
in de Tweede kamer, o. a. het volgende
»Maar het aardigste van de zaak is dat de
heer Okma plotseling is bljjven steken zonder
dat hjj het zelf scheen te weten. Immers zfjne
rede eindigt als volgt
»Er is nog éene zinsnede in de missive van
Gedeputeerde staten, die wel eens besproken
dient te worden, nl. die over .eigenaardig
Friesche toestanden". Hierover dus nog een
enkel woord." Toen ging de heer Okma bljjk-
baar zoeken naar zjjne nog overige velletjes
schrift en van die gelegenheid maakte de
voorzitter gebruik om de speech kortweg af te
snjjden en de vergadering te sluiten. Hoogst-
waarschjjnljjk is dit echter te goeder trouw
geschied, want er heerschte in de zaal een
naamloos gedruisch, waartusschen men nu en
dan de krakende stem van den redenaar hoorde,
sprekende over .Gedeputeerde", over »Com-
misje", over de .werkkrachten, die meestallen
gezegend zjjn met kinderen", enz. Ik heb
zelden of nooit zulk eeD tooneel in de kamer
bjjgewoond. Toen de heer Okma uit een zjjner
bundels citeerde dat men op de Friesche scholen
zoo slecht leerde lezen, riep Van Kerkwjjk
.Nou, maar dat hooren wjj waarachtig wel
De kamer barstte in een schaterlach uit."
Bjj kon. besluit zjjD benoemd tot surnume
rair bjj het bestuur der directe belastingen,
invoerrechten en accjjnzenF. W. J. Ligten-
berg, H. H. Mulder, C. M. Cremer, J. Kruyff,
P. van der Meulen, J. H. Meerdink, J. H. van
Barneveld, P. J. der Weduwen, K. R. Winkler,
M. van der Linde, C. H. Stassen, K. A. J. M.
baron van Lamsweerde, U. van Eerde, G. D. L.
Rink en B. J. J. M. Timmerman.
Den heer Willem Albert van Maenen, reeder
te Antwerpen, onlangs door den shah van
Perzië benoemd tot ridder der orde van den
Leeuw en de Zon, ontving dezer dagen vergun
ning tot het aannemen van de versierselen
dier orde
Naar het Bat. Hand. weet mede te deelen
wil men in gewoonlijk goed ingelichte kringen
te Batavia weten, dat de tegenwoordige leger
bevelhebber alles behalve ingenomen is met
de tot heden gevolgde Atjeh-politiek; ja zelfs
van het plan zwanger gaat, vooral na de jongste
gebeurtenissen op Atjeh, aldaar meer agressie!
op te treden. .Voorzeker, zegt het blad, doet
die meening het nieuwe legerhoofd alle eer
aan, doch het zal de vraag zjjn of die over
tuiging van Z. Excellentie, in woorden gebracht
en nedergelegd in adviezen, wel zoo krachtig
zal blijken te zjjn dat de machthebbenden zich
gedrongen zullen voelen ditmaal van beginselen
en bepalingen af te wjjken. Inderdaad aldus
besluit het blad het wordt hoog tjjd, dat
er in den tegenwoordigen toestand verandering
ten goede komt."
Te Bozen is Zondag plechtig onthuld het
gedenkteeken ran Walther von der Vogelweide,
den bekenden Duitschen minnezanger uit de
12de eeuw.
De 11de jaarcollecte voor de scholen met
den bjj bel bracht op te Oosterland met Nieu-
werkerk, Kapelle, Ouwerkerk, Vianen en Nieuw
en Sir Jansland 19,50 en te Serooskerke
(Walcheren) 87,32.
Te Rome zal in de maand October een
generaal kapittel worden gehouden van de
Franciscaner-orde. Er moet nl. een nieuwe
pater-generaal gekozen worden. De afge
vaardigden der verschillende provinciën, welke
in alle deelen der wereld verspreid zjjn, komen
reeds naar Rome, de eene over land, de andere
over zee. Onder de kloosterorden behoorde die
van de Franciscanen een der grootste in ledental.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Heden, Dinsdag, zjjn veroordeeld we
gens
o m k o o p i n g J. B. P,, 21 j., werkman,
Hoofdplaat, tot 8 b. s. 8 d. h.
diefstal: J. H., lij., Retranchement, tot
5 b. s. 5 d. h., en G. H., 34 j., schrjjnwer-
ker, zonder bekende woonplaats, tot 3 m. gev.;
verzet: J. M., 18 j. en J. M., 18 j., vis-
schers, de le tot 2 maal 14 d. en de 2e tot
14 d., en D. v. B., 16 j., visscher, en G. d. N.
22 j., arbeider, beiden tot 3 d. gev., allen Arne-
muiden
verzet en mishandeling: L. v. E.,
23 j., visscher, Arnemuiden, tot 1 m. gev.
verzet en beleediging van een
beambte: P. d. K., 28 j., bierhuishouder,
Grjjpskerke, tot 14 d. gev.;
beleediging van een beambte:
J. A. 1. d. R., 25 j., en A. H., 44 j., beiden
werklieden, Terneuzen, de le tot 5 en /8 b.
s. 5 en 8 d. h,, en de 2e tot 6 b. s. 6 d. h.;
beleediging: C. S., 25 j., werkman,
Terneuzen, tot f 1 b. s. 1 d. h. en J. G. P.,
36 j., Vlissingen, alhier gedetineerd, tot 8
b. s. 6 d. h.
mishandeling: P. T., 24 j., arbeider,
Bergen-op-Zoom, tot ƒ8 b. s. 8 d. h.
Allen in de kosten.
Vrjj.g esproken isC. O., 21 j., visscher,
Arnemuiden, beklaagd van vernieling.
Voor de arr. rechtbank te Zierikzee werd
beden de behandeling voortgezet der zaak
tegen P. V., commissionair in effecten te Tholen,
thans in hechtenis, beklaagd van verduistering.
Den beklaagde werd, bljjkens de gisteren voor
gelezen acte van beschuldiging, ten laste gelegd
dat hjj tusschen September 1886 en Mei 1889, op
het eiland Tholen of elders binnen het rjjk, ten
nadeele van verschillende eigenaren, opzetteljjk
wederrechterlijk zich zou hebben toegeëigend
en mitsdien hebben verduisterd de na te melden
gelden en geldswaarden, welke hjj, uithoofde
van zjjn beroep als commissionnair in effecten
en tegen geldeljjke vergoeding onder zich had,
als: van C. J. B. te Tholen eene som van/5850;
van dezelfde ƒ690; M. G. v. N. te Poortvliet
tot een bedrag van ƒ3300; van J. K. te Tholen
ot eeD bedrag van ƒ1300; van C. J. J. G. te
Zuidzande tot een bedrag van 4000M. T.
te Tholen tot een bedrag van 1000W. C.
A. te Tholen tot een bedrag van 200J. L.
te St. Maartensdjjk omstreeks ƒ960; D. M.
wed. G. te St. Maartensdjjk tot een bedrag van
3600J. D. E. te Poortvliet, inschrijving
grootboek, groot ƒ1000; Weezenarmen te Oud-
Vosmeer, inschrjjving grootboek, groot ƒ2400.
Laatstgenoemde gelden waren hem door den
secretaris-penningmeester ter hand gesteld.
In de rechtszitting van Maandag erkende
de beklaagde de effecten in bewaring
gekregen en die verkocht te hebben, met het
doel ze later weder terug te koopen. Zjjn finan
cieele toestand was echter zoo achteruitgegaan,
dat hjj daartoe niet meer in staat was.
Beklaagde bleef op verschillende punten
hardnekkig ontkennen en kwam daardoor in
tweestrjjd met zjjne afgelegde verklaringen voor
den rechter-commissaris. Daaromtrent om ophel
dering gevraagd, zeide hjj, dat hjj bjj de instruc
tie zoo veonfuus" was.
Onder de getuigen behoorde ook een 84-jarige
man, die beklaagde 900 had toevertrouwd,
benevens eene jonge dochter die met tranen