EEN REIS l\ OE MORGENSCHEMERING,
FEUILLETON,
in.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
evenaarde trouw en ijver zijn moeilijken post
In het voorjaar van 1889 repatrieerende, moest hij
in het Zuiden van Frankrijk herstel van gezond
heid zoeken. Kort na elkaar werd hij bevor
derd tot kapitein ter zee en benoemd tot ridder
der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Wegens
zijn degelijk en humaan karakter, als flink en
bekwaam officier is zijn heengaan voor de marine
een groot verlies, evenals dit een onherstelbare
slag is voor zijne echtgenoote en kinderen.
Tengevolge van den uitslag van de gehouden
vergelijkende examens der adspiranten voor
eene plaatsing als volontair bij den artillerie
cursus te Delft en den voorbereidenden practi-
schen cursus der militaire school te Haarlem,
komen voor eene plaatsing bij die inrichtingen
op 1 Oct. e. k. in aanmerking
Artillerie cursus: W. J. C. Schuurman, C. M.
G. P. Couvée, K. A. Pfeiffer, J. D. Rolandus
Hagedoorn, H. J. D. van Maanen, W. N. Bakker
C.G.zoon, E. W. J. Groen en B. J. A. Polvliet.
Voorbereidende practische cursus der mili
taire schoolW. L. Leclercq, C. K. Elout, H.
Stellenboom, II. C. Wins, D. van Dijk, J. J. C.
van Dijk, B. A. James, A. H. Gouwe, H. M.
Brouwer, N. A. C. Pennink, M. Belzer, J. R
Wiegel, H. P. J. Schinkel, C. J. A. Kruyt, M.
H. M. Leclercq, J. D. B. Ophorst, L. Lens, M.
J. II. F. A. Schieffer, P. M. Oversluys, C. Webb,
E J. M. Ochsendorf, J. A. Westhoff, W. K. C.
Beerstecher,W. H. Sablerolle en C. P. vanGinkel.
Door het hoofdbestuur der Nederlandsche
protectionistische landbouwvereeniging, is in een
adres aan de Tweede Kamer zijne groote inge
nomenheid te kennen gegeven met het aan
die kamer door het lid dier kamer, mr B. M.
Bahlmann, gedane voorstel tot het heffen van
rechten bij invoer van granen, enz. Hoewel
hoogere dan de voorgestelde rechten, met het
oog op den zeer treurigen en gedrukten toe
stand waarin de landbouw, enz. verkeeren, zeer
zeker meer in overeenstemming zouden zjjn
met de daarin algemeen gevoelde behoeften,
zal adressant zich echter zeer gelukkig rekenen,
als de voorgestelde invoerrechten zullen worden
geheven. Adressant verzoekt, het wetsvoorstel
zoo mogelijk aan te vullen met alle voort
brengselen van onzen nationalen landbouw en
bij invoer van dei-gelijke producten daarvan
een zoodanig recht te heffen, als overeen zal
komen met de lasten, waarop onze nationale
landbouw te rekenen heeft, of zoodanig, als
de wetgever in zijne wijsheid zal meenen te
moeten bepalen.
In hare Memorie van Antwoord over het
wetsontwerp tot instelling eener consignatiekas
verklaart de regeering ten aanzien van het
denkbeeld om de geconsigneerde gelden bij de
rijkspostspaarbank te storten dat zij het be
trekken van die instelling in den dienst van
's rijks schatkist niet wenschelijk acht noch
voor het sparend publiek noch voor den staat.
Zij meent, dat eenvoudiger dan bij het wets
ontwerp de dienst der consignatiekas niet kan
geregeld worden. Niet alleen is geen sprake
van de oprichting eener nieuwe administratie,
maar zelfs geen enkel nieuw ambtenaar zal
aangesteld behoeven te worden.
Haar doel dezer wet is volgens hare nadere
omschrijving, om het bezwaar op te heffen
waartoe de opheffing van het Amortisatie
syndicaat bij de wet van 27 December 1840
[Stbl. no 77) aanleiding geeft, daarin bestaande
dat thans bij geen enkele wet is voorgeschreven
waar de vroeger daarin gedane consignatiën
moeten geschieden.
Hoewel het wetsontwerp van 1865 bij het
maken van dit ontwerp niet alleen geraad
pleegd, maar op meerdere punten gevolgd is,
ging het echter door de consignatie van alle
gelden en zaken toe te laten der regeering te
ver, zoodat zij het raadzaam geacht heeft tot
het stelsel der wet van Nivöse terug te keeren
en alleen de consignatie van hier te lande
gangbare muntspeciën, munt- en bankbiljetten
toe te laten.
Tegen het in het leven roepen van een af
zonderlijk fonds heeft de reg. bezwaar. De
voor de geconsigneerde gelden uit te betalen
rente zal daarom, evenals tot dusverre, ten laste
der staatsbegrooting verevend worden, waar
tegenover al de gekweekte rente jaarlijks ten
laste der middelen zal geboekt worden.
Het tijdstip der in werking treding van deze
Uit het Duitsch.
van C. Karlweis.
Raimond nam het boek op, lachte vriendelijk
en zei met een zucht
»Onze mooie lessen Daarop werd het
stil, totdat zij een gebaar maakte om te willen
heengaanmaar hij trad haar in den weg
en zei
»Waarom wilt gij mij zoo spoedig weer
verlatenvroeger bleeft gij altijd minstens
een uur."
«Als uw leerlinge, ja."
»0, en zou ik u nu niets meer kunnen
leeren
»Dat bedoelde ik niet, waarlijk niet
zei zij, terwijl een donkere blos haar gelaat
overtoog.
»Wat zjjt gij schoon geworden riep hij
onwillekeurig uit. Het was de eerste maal
dat hij de verandering opmerkte, welke zij
ondergaan had. Nu zag hij voor het eerst hoe
bevallig het dunne japonnetje zich om hare
ronde ledematen sloot, hoe elk harer bewe-
wet wordt, in plaats van 1 Juli 1889, gesteld
op 1 Januari 1890.
Ter tegemoetkoming aan de in de afdeelin-
gen gemaakte bedenkingen is voor art. 1 eene
nieuwe, meer duidelijke redactie ontworpen,
van den volgenden inhoud
>Er wordt onder den naam van consignatiekas
eene bewaarkas ingesteld, ten einde daarin op
te nemen
a de geldsommen waarvan de consignatie
plaats heeft uit de kracht van eene wet, een
koninklijk besluit, een rechterlijk bevel of een
door of vanwege een der hoofden van de
departementen van algemeen bestuur uitgevaar
digd voorschrift
b de tot de consignatie betrekkelijke bescheiden.
»De consignatiën van geldsommen kunnen
niet anders geschieden dan
in Nederlandsche standpenningen en pas
munt, de laatste tot bedragen welke, ingevolge
de wet, in betaling moeten worden aangenomen
in muntbiljetten, wettig betaalmiddel zjjnde>
en in biljetten der Nederlandsche Bank, zoolang
deze in 's rijks kassen in betaling worden
aangenomen.
De Indische bladen bevatten nadere mede-
deelingen omtrent het gevecht bij Eotta-Pohama,
waar de kapitein van den gen eralen staf W. T.
N. von Geusau, de le luitenant der infanterie
Veerman en de le luitenant der genie N.
Hageman sneuvelden.
De Javabode deelt behalve het sneuvelen der
drie hierboven genoemde officieren mede, dat
gewond zijn de le luitenant jhr J. A. C. von
Schmidt auf Altenstadt van het 6e*'bataljon
infanterie, de 2e luitenants A. E. Piera, W. A.
Tromp van het 3e bataljon) en Schroder en
87 minderen.
»De Atjehers", aldus schrijft het blad ver
volgens, »die bij bovengenoemde noordelijkste
benting onzer stelling de linie overschreden,
lokten de bezetting uit tot een aanval. Uit
Kotta-Radja schijnt toen versterking te zijn
gezonden. Er moet woedend en man tegen
man gevochten zijnonze soldaten hebben zich
schitterend gedragen, den vijand verdreven en
zijne versterking genomen, waarin hij 30 dooden
achterliet.
»Dat ons verlies aan dooden en gewonden
zoo groot was (30 en 91), is waarschijnlijk
daaraan toe te schrijven, dat het sterk geacci
denteerd terrein niet toeliet 's vjjands benting
om te trekkenbij een frontaanval moeten
noodwendig altijd vele manschappen in het
zand bijten, vooral wanneer, zooals men beweert,
de onzen verward raakten in den door den
vijand voor zijne benting opgestelde ijzerdraad
versperringen. Uit die benting moeten boven
dien twee stukken geschut van vrij zwaar kaliber
onze rangen gedund hebben, welke kanonnen
na inneming der versterking door de onzen
vernageld zijn.
»Nadere berichten zijn bij het legerbestuur
ter zake niet ontvangen, en kunnen ook niet
verwacht wordendan per eerstaankomende
Engelsche mail".
In zijn mailoverzicht schrijft hetzelfde blad,
naar aanleiding van dit gevecht »In koever
de door de Atjehers geleden nederlaag aan de
vredesonderhandelingen ten goede zal komen,
gelijk men ook van het laatste treffen te Edi
heeft gedacht, is moeilijk te zeggen. Blijkbaar
is het de oorlogspartij, die tracht op de onzen
een voordeel te behalen teneinde aldus de
bovenhand te behoudennu dit haar niet ge
lukt, zal ook zjj wellicht spoedig het hoofd in
den schoot moeten leggen. De jonge sultan
wil niets liever dan zich onderwerpen, en op
den duur zullen de hoofden aan dien drang
geen weerstand kunnen bieden, maar zal ieder
hunner trachten voor zichzelf daaruit het groot
ste voordeel te trekken door den sultan te
Kotta-Radja te brengen. Voor ons heeft die
onderwerping echter weinig waarde, wanneer
niet alle voorname hoofden er aan meedoen,
omdat er anders gevaar zou zijn voor een tegen-
sultan. Daarom zijn de onderhandelingen zoo
wel met den sultan als met Panglima Polim,
Tiroe en Haschim dan ook in vollen gang-
Moge het bloed der bij Kotta-Pohama geval
lenen tot den goeden uitslag bijdragen en zoo
niet geheel nutteloos zijn gevloeid".
Met genoegen deelen wij mee dat het
bestuur der Vereeniging ter bevordering van goede
gingen hare bekoorlijke gestalte deed uit
komen.
Hij trachtte achter een grap den indruk te
verbergen, dien zij op hem maakte, en zoi
met een gedwongen lach
»Ja, ik zie wel dat gij niet jong genoeg
meer zijt en ik ben nog niet oud genoeg om
de lessen te mogen voortzettenwaarom zijt
ge ook zoo op eens een dame geworden
Zij zag smeekend naar hem opdie toon
krenkte haarhij begreep dien blik terstond
en zei:
»Kom, ga hier tegenover mij zitten, wij
moeten nog een laatste les hebben."
Zij knikte zeer dankbaar en kreeg een
stoel, greep naar haar boek en zei: „Zie
zooHij nam aarzelend in zijn leuningstoel
plaats.
>Nu kunnen wij ons bijna verbeelden dat
er niets gebeurd is. Dat gij niet ziek geweest
en kind gebleven zijt." Wederom zag hij haar
een poos aan en riep eensklaps uit»Neen,
neen, wij willen niet met een leugen fbesluiten.
Gij zijt geen kind meer en het is anders tus-
schen ons geworden, ook bij mijZie mij niet
zoo bedroefd aan, het moest er toch eens toe
komen. Het is mijn schuld, omdat ik deze
ontmoeting niet vermeden heb."
Hij stond op en vatte hare handen.
»Laat ons afscheid nemen en ga dan heen
Geloof mij, ik ben nooit een trouwer vriend
geweest dan ik nu voor u ben en er zal een
voorstellingen op kunstgebied alhier tegen het
a. seizoen weder eene overeenkomst heeft ge
sloten met de Rotterdamsche tooneelisten, direc
tie de heeren Legras en Haspels, voor het geven
van drie voorstellingen. Er wacht ons dus op
dat gebied weer kunstgenot.
Verder is genoemd bestuur in onderhande
ling over andere voorstellingen op kunstgebied.
Zaterdag a., des morgens te 10 uur, wordt
zooals vroeger reeds gemeld is in de
sociëteit de Vergenoeging alhier gehouden eene
vergadering van onderwjjzers aan de rijks
normaallessen in de tweede inspectie.
Tengevolge der ongesteldheid van den in
specteur, den heer Moens, zal de vergadering
geleid worden door den heer De Groot, arron-
dissements-schoolopziener te Utrecht. Behandeld
worden de volgende puntenlo het onderwijs
in de aardrijkskunde, in te leiden door den heer
Van der Leij, onderwijzer aan de kweekschool
te Middelburg, en 2o het onderwijs in den zang,
in te leiden door den heer Ruichrok, onder
wijzer bij de rijksnormaallessen te Utrecht.
De algemeene vergadering van het onder
wijzersgezelschap in het arrondissement Mid
delburg zal dit jaar te Middelburg worden
gehouden in het gebouw der sociëteit St. Joris
op Zaterdag den 14 Sept. Behalve de gewone
werkzaamheden bevat het programma behan
deling van een letterkundig onderwerp dooi
den heer K. C. Delvoije te Vlissingen.
De vergadering zal met een maaltijd worden
besloten.
Mej. Marie J. Verbmgh,jiplofedvolapüka,
te Middelburg, is door den heer Schleijer, te
Constanz, benoemd tot Jixamel plo Neddn,
examinatrice voor Nederland. Zij is de eerste
dame onder de volapükisten over de geheele
wereld, aan wie deze onderscheiding is verleend.
Bljjkens het Maandboekje overleden te
Middelburg in de maand Augustus 29 personen,
14 van het mannelijk en 15 van het vrouwelijk
geslacht.
De leeftijd der overledenen was beneden het
jaar 11, van 15 jaar 2, van 5—10 1, van
1520 1, van 3035 1, van 3540 1, van
5055 1, van 5560 4, van 6065 1, van
65—70 3, van 7075 2 en van 8085 1.
De ziekten der overledenen waren klier-
tering, longontsteking, kinder-diarrhoea ieder
4, longtering 2, en voorts levenszwakte, kanker,
stuipen, beroerte, hersenontsteking, slepend
ruggemergslijden, kinkhoest, hartgebrek, buik-
vliesontsteking, nierziekte, plotseling, niet be
handeld ieder 1 elders overleden 3 personen.
Dat de standplaats van den molen der
gemeente Grijpskerke aan den straatweg naar
Middelburg voor het verkeer van rij- en voer
tuigen belemmerend is, mag algemeen bekend
heeten. Naar men ons meldt heeft de raad van
eerstgenoemde gemeente besloten zich tot het
polderbestuur van Walcheren te wenden met
verzoek aan een gedeelte van dien weg eene
andere richting te geven.
Men hoopt dat die pogingen gunstig gevolg
zullen hebben.
Men schrijft ons uit Ylissingen
Begunstigd door heerlijk weder werd Maan
dag namiddag te een uur de door de scherp-
schuttersvereeniging Vlissingen uitgeschreven
schietwedstrijd begonnen, en Dinsdag middag
voortgezet. Op beide dagen werd druk gescho
ten en hevig gekampt.
Behalve door de leden van bovengenoemde
vereeniging, hadden ook nog eenige leden van
Medioburgum te Middelburg en Nuttig en aan
genaam te Oostkapelle, van de tot haar ge
richte uitnoodiging tot deelname gebruik ge
maakt.
De prijzen werden behaald als volgtWed
strijd op 150 meter 5 schoten, le H. L.
Hermans, 34 p. 1. s. 12. 2e W. Heijboer van
Middelburg, 34 p. 1. s. 11. 3e H. de Pagter,
33 p. 4e B. van Eesteren, 33 p. 5e J. M.
Boone van Middelburg 33 p., beslist door
kampschieten. 6e J. Geldof van Oostkapelle
33 p. 7e C. Dommisse TCz. 33 p. 1. s. 10.
8e M. Laernoes 31 p.
Wedstrijd op 200 meter, 5 schoten, le H.L.
Hermans 54 p. 1. s. 12, 2e H. de Pagter 54 p.
tijd komen dat gij dit begrijpt en mij dank
baar zijt dat ik te eerlijk ben geweest om u
uw jeugd te ontstelen." Hij liet hare handen
los en keerde zich af. Zij had tranen in de
oogen en toen zij langzaam naar de deur ge
gaan was, barstte zij in snikken uit en riep
»Wilt gij nu ook al niet meer van mij
weten? Wat heb ik u misdaan? Zeg het
toch, ik weet het niet."
Hij ging naar haar toe, tilde haar hoofdje
op, totdat hare betraande oogen hem aanzagen
en zei toen op harteljjken toon.
»Neen gij hebt gelijk het was een dwaze
zwakheid. Vergeet wat ik gezegd heb. Ga
weer bedaard zitten, wij zullen praten totdat
die tranen gedroogd zijn, opdat juffrouw Wen-
delin niet merkt wat er tusschen ons is voor
gevallen." Zij lachte dankbaar, nam weer
gehoorzaam tegenover hem plaats en bracht
af en toe even haar zakdoek aan de oogen
maar hij praatte met haar zooals vroeger, als
leermeester en vaderlijke vriend. Doch onge
merkt liet hij dien toon weer varen, begon te
stotteren, zocht naar zijn woorden en streek,
volgens oude gewoonte, met de hand over zijn
voorhoofd.
Clara voelde dat er iets aan haperde en
stond op:
»lk ben vandaag wat moede", zei hij,
zich verontschuldigende.
Zij stak hem de hand toe en vroeg:
»Mag ik nog eens terugkomen
1. s. 11, 3e W. Heyboer van Middelburg 50 p.,
4e J. M. Boone van Middelburg 49 p., 5e C.
Dommisse T.Cz. 47 p.
Wedstrijd op 25 passen, 6 schoten met revol
ver. le P. W. H. de Kan van Middelburg 22 p.,
2e H. L. Hermans 22 p., 3e Verhagen van Mid
delburg 12 p.
Voor den personeelen wedstrijd, uitsluitend
voor de leden der vereeniging Vlissingen, waren
beschikbaar 17 prijzen, waaronder een zeer
fraaie horlogestandaard, aangeboden door den
heer C. L. van Woeldereneen cuivre-poli
kaartenschotel door den president der vereeni
ging, den heer H. L. Hermans en een portret
album door den heer J. M. Hessing Jr, vice-
president.
Deze prijzen werden behaald door:
H. de Pagter, C. Dommisse F.C.z., H. L. Her
mans, J. de Munck, B. van Eesteren, A. Meer
man, M. Hakker, A. Neugebauer, I. Andriesse,
S. A. Luitwieler, J. P. Lonwerse, Q. Brandt,
M. Visser, J. Scherer, H. de Munck, J. Lange-
veld en W. G. Beker. Waar geen woonplaats
achter de namen der winners is vermeld, zijn
dit allen leden van de vereeniging Vlissingen.
Bij het uitreiken der prijzen hield de presi
dent een korte toespraak, waarbij hij den over
winnaars geluk wenschte met het behaalde
succes, terwijl hij de niet-winners aanspoorde
om door trouwe oefening zich zoover te bekwa
men dat ook zij bij eene volgende gelegenheid
een prijs zullen kunnen verwerven.
Namens de zustervereenigingen sprak de heer
Heijboer nog een enkel woord van dank voor
de tot hen gerichte uitnoodiging en de harte
lijke ontvangst.
Uit dezelfde staa schrijft men ons:
Heden morgen kwam alhier binnen de Engel
sche stoomboot James Hogg, gez. L. Stephenson,
van Newport, geladen met steenkolen, bestemd
voor het stoomschip Dunrobin Castle van de
Castle Line, dat heden avond of dezen nacht
hier wordt verwacht.
Ook dit is weer een gevolg van de werk
staking te Londen.
Hoewel door de doortastende maatregelen der
directie van de Castle Line ook de booten dezer
maatschappij en ook de Dunrobin Castle nog
met volle lading en op tijd vertrekken, was er
nu geen gelegenheid om een voldoenden voor
raad steenkolen te Londen in te nemen.
Voor Vlissingen geeft dit weer eenige be
drijvigheid in de binnenhaven.
Dinsdag sloeg te Kloetinge de bliksem
in den schoorsteen van eene woning. In de
woning zelve werden de matten geschroeid en
de kopjes op tafel aan stukken gestooten.
Meer schade richtte de bliksem niet aan.
Men schrijft ons
Anders dan verleden jaar is men in Westeljjk
Zuid-Beveland ver gevorderd met de landbouw-
werkzaamheden. In de meeste gemeenten zijn
de graangewassen oinnen. Zélfs is dit het geval
met vele paardenboonen, die men in 1888 niet
wist binnen te krijgen. Over het algemeen is
men tamelijk tevreden. Van de kwaliteit dei-
graangewassen hoorden wij nog geen kwaad
zeggen, de kwantiteit schijnt hier en daar wat
te wenschen over te laten. De erwten zijn
goed, van de bruineboonen, hier zeer oneigen
aardig klimboonen genoemd, gaat niets dan
lof. Ook de wortelgewassen beloven veel.
Over den aardappeloogst verkeert men nog
eenigszins in het onzekere. Dit staat vast, de
aardappelen zijn overal heerlijk van smaak,
wel niemand zal ze met lange tanden behoeven
te eten. Een feit ia het ook, dat,, waar de
winteraardappelen, uit behoefte of nieuwsgie
righeid, voor een klein gedeelte gerooid werden,
de opbrengst meeviel. Wanneer wij eene mooie
herfstmaand mochten krijgen, zal de geheele
aardappeloogst spoedig een begin nemen en
minstens eene maand vroeger dan verleden jaar
afgeloopen zijn.
Uit de tuinen zijn de zomergroenten verdwe
nen. Het loof der verschillende boonsoorten
heeft een geelachtige tint aangenomen. De
kooien, overal groot van stuk, bereiken meer
en meer hunnen vollen wasdom. Och, dat de
hatelijke, vieze koolrupsen het leven der tuiniers
weer zuur moeten maken Kroten en wortelen
zijn goed. Prei is er weinig en bovendien niet
mooi. Wie het geluk gehad heeft uien boven
te krijgen, is thans zeer tevreden over de grootte.
Doch daar zit hem het juist in, bijna niemand
zag zijn zaad ontkiemen, de uien zullen duur
worden. De enkele geluksvogels, die niet be-
Zeker", zei hij peinzend en lang nadat
zij vertrokken was, stond hjj nog roerloos op
dezelfde plek, totdat hij opeens uitriep
»Zij is nog een kind
Den volgenden dag kwam zij op hetzelfde
uur terug en het onderwerp werd weer opgevat,
waar het was blijven steken. Raimond nam
zijn taak als leermeester nog ernstiger op dan
vroeger en vermeed elk woord, dat niet uit
sluitend de lessen betrofdit viel hem niet
altijd gemakkelijk, want Clara was onuitput
telijk in vragen, die vaak zulk een bedenke
lijke wending namen dat hij eensklaps zweeg
en haar wantrouwend aanzag. Haar open blik
beschaamde hem echter altijd en hij herhaalde
bij zich zelf steeds»zjj is nog een kind" en
antwoordde haar ook in dien geest.
De lesuren werden echter op die manier een
kwelling voor hem hij begon er tegen op te
zien en toch verwachtte hij haar met ongeduld.
Dat maakte hem knorrig en lastig, zoodat
juffrouw Wendelin haar nood aan haar buur
vrouw over hem klaagde.
»Ik weet niet wat hem scheelt, maar er
is niet meer met hem te eggen of te ploegen.
Niets is er naar zijn zinAls ik wat vraag
krijg ik geen antwoordof hij bromt zoo
onverstaanbaar dat ik nooit weet wat hij
eigenlijk wil. Hij was vroeger heel anders,
dat kan ik u wel zeggen
Clara ging juist de gang door, want het
lesuur naderde weerzij zag opvallend bleek
drogen zijn met oud zaad of zelf goed nieuw
zaad gewonnen hadden, zullen goede zaken
maken, wanneer zij een aardig lapje uien hebben.
Geluksvogels kan men ook hen noemen die
nog wat jutteperen aan de hoornen hebben.
Men spreekt van fabelachtige hooge prjjzen.
Peren zijn er over het algemeen zeer weinig,
appelen wel iets meer, doch al ziet men hier
en daar goed geladen boomen, de opbrengst
der appelboomen zal het middelmatige nauwe
lijks halen, vooral daar de wind nu en dan
schadelijk huis gehouden heeft.
Uit Terseke schrijft men aan de N. R. Crt
De oesterverzendingen naar het buitenland
zijn aangevangen, en niettegenstaande de warme
dagen neemt Duitschland evenals België reeds
vrij aardig af. Ook Engeland begintde F^an-
sche oesters schijnen dit jaar veel geleden te
hebben door de overmatige warmte in Mei en
Juni, en de kwaliteit dier oesters is belangrijk
minder dan het vorig jaar.
Onze Zeeuwsche oesters zijn dit jaar oneindig
beter dan in de laatste jaren wel gaven de
maanden Juli en Augustus niet veel groei, maar
Mei en Juni hebben aan onze oesters veel goed
gedaan, en als nu de Septembermaand voortgaat
wat warmte te brengen, dan belooft de aan
staande oestercampagne veel goeds. Van eene
bepaalde markt is vooralsnog niets te zeggen
voor mooi eerste soort goed wordt op dit oogen-
blik 50 per 1000 gemaakt, kleinere soorten
gaan nog niet weg; die beginnen eerst veel
later aan de markt te komen.
Ook de aanslag van oesterbroed, zoowel op
de pannen als op de schelpjes, was dezen zomer
zeer ruimpannen met 60 a 70 broedjes zijn
volstrekt geen zeldzaamheid. De pannen worden
nu reeds binnengehaald, omdat de groote hoe
veelheid aanwezige zeesterren dit noodzakelijk
maken.
Het schijnt echter niet op alle perceelen van
de Terseker oesterbank te zijn, dat de groote
leverbare oesters zoo sterk gegroeid zijn en vol
visch zitten, ten minste men hoort dezen en
genen nog wel klagen dit verschil moet men
in hoofdzaak wijten aan de kwaliteit der
gronden. Zandgronden leveren natuurlijk minder
goede oesters dan vette derriegronden. Over
het algemeen kunnen de oesterkweekers dit jaar
echter tevreden zijn, en als zij zelf de prjjzen
niet bederven, ligt het goed voor hen.
In de Dinsdag te Tholen gehouden ge
meenteraadsvergadering is besloten het algemeen
armbestuur aan te raden eene subsidie te verlee-
nen aan de diaconie armen eene opruiming van
boomen te houden in de plantage, teneinde den
groei der overige te bevordereneen lantaarn
te plaatsen op de groote poort der openbare
school teneinde den Doelweg voldoende te
verlichten en eene oproeping te doen voor eene
onderwijzeres met akte Fransch en voor eene
onderwijzer mot akte gymnastie.
Verder werd eene herziening der plaatselijke
belasting in handen eener commissie gesteld.
Te Scherpenisse breidt de besmettelijke
keelziekte zich meer en meer uit. Thans zijn
aldaar drie personen als lijdende aan deze
besmettelijke ziekte aangegeven.
Door den koning van Zweden en Noor
wegen is aan J. C. v. d. Broecke, W. M. Ber-
revoets en M. W. Berrevoets verleend de
reddingsmedaille 3e kl. voor hun lofwaardig
gedrag bij het redden der bemanning van het
in den nacht van den 9en op den lOen Febr.
jl. bij Cadzand gestrande Noordsche schip
Columbus.
Een Goesenaar, die eenige maanden ge
leden naar de Argentjjnsche republiek vertrok,
om, als hij daar werk en brood vond, later
zijne vrouw en kinderen ook te laten overkomen,
is, zonder zjjn doel bereikt te hebben, daar ter
stede teruggekeerd.
Het gaat natuurljjk niet aan 's n:ans lotge
vallen gedurende zjjn verbljjf in Argentinië
in bijzonderheden te schetsen, maar wij achten
het toch niet overbodig in korte trekken zjjne
ervaringen mede te deelen, opdat anderen
daarmede hun voordeel kunnen doen.
Uit zjjne mededeelingen bleek, dat de hoofd
oorzaak van zijnen terugkeer hierin was gelegen,
dat hjj afgezien nog van de verdiensten
het niet geraden achtte zjjn huisgezin te laten
overkomen. Hoewel geene bjjzondere ziekten
er heerschende zjjn is de sterfte onder de kinderen
van landverhuizers, vooral beneden de vjjf a
zes jaren, groot, tengevolge van het groote
verschil van klimaat tusschen noordeljjk Europa
en ging de vrouwen met een korten groet
voorbij.
»Het verwondert mij dat hjj nog geduld
voor die lessen heeft", zei de weduwe, haar
naoogende. »Ik ben altijd bang dat er plot
seling een einde aan zal komenToen de
buurvrouw te kennen gaf dat de doctor mis
schien op het meisje verliefd was, wilde zjj
hier echter niets van hooren en zei heel
beslist
»Neen, zoo is hjj niet, daarop zou ik
mjjn hand wel in het vuur durven steken.
Hjj verliefd Aan zoo iets behoeft men bjj
hem niet te denken."
De doctor, »bij wien aan zoo iets niet ge
dacht behoefde te worden", zat weer tegenover
Clara en las met haar Tafereelen uit het
Duitsche verleden, van Freytag. Zjj waren
aan het hoofdstuk »Luther" en Clara had juist
een zin uitgelezen, dien Raimond herhaalde,
waarbij hjj bjjzonder veel nadruk legde op de
laatste woorden
»Want alle bekrompenheid zijner
natuur en beschaving verdwjjnt tegenover den
grooten zegen, die uit zjjn edelmoedig hart in
het leven van zijn volk gevloeid is
»Hebt gjj dat begrepen?" Zjj knikte,
maar hij schudde het hoofd en zei:
»Ik vrees dat gjj u vergist", zei hij. >Gjj
hebt alleen de woorden verstaanmaar ik
vraag of gjj weet wat het zeggen wil om uit
de volheid van een menschenhart zegen uit te