EEN REIS l\ OE MORGENSCHEMERING, FEUILLETON, in. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. evenaarde trouw en ijver zijn moeilijken post In het voorjaar van 1889 repatrieerende, moest hij in het Zuiden van Frankrijk herstel van gezond heid zoeken. Kort na elkaar werd hij bevor derd tot kapitein ter zee en benoemd tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Wegens zijn degelijk en humaan karakter, als flink en bekwaam officier is zijn heengaan voor de marine een groot verlies, evenals dit een onherstelbare slag is voor zijne echtgenoote en kinderen. Tengevolge van den uitslag van de gehouden vergelijkende examens der adspiranten voor eene plaatsing als volontair bij den artillerie cursus te Delft en den voorbereidenden practi- schen cursus der militaire school te Haarlem, komen voor eene plaatsing bij die inrichtingen op 1 Oct. e. k. in aanmerking Artillerie cursus: W. J. C. Schuurman, C. M. G. P. Couvée, K. A. Pfeiffer, J. D. Rolandus Hagedoorn, H. J. D. van Maanen, W. N. Bakker C.G.zoon, E. W. J. Groen en B. J. A. Polvliet. Voorbereidende practische cursus der mili taire schoolW. L. Leclercq, C. K. Elout, H. Stellenboom, II. C. Wins, D. van Dijk, J. J. C. van Dijk, B. A. James, A. H. Gouwe, H. M. Brouwer, N. A. C. Pennink, M. Belzer, J. R Wiegel, H. P. J. Schinkel, C. J. A. Kruyt, M. H. M. Leclercq, J. D. B. Ophorst, L. Lens, M. J. II. F. A. Schieffer, P. M. Oversluys, C. Webb, E J. M. Ochsendorf, J. A. Westhoff, W. K. C. Beerstecher,W. H. Sablerolle en C. P. vanGinkel. Door het hoofdbestuur der Nederlandsche protectionistische landbouwvereeniging, is in een adres aan de Tweede Kamer zijne groote inge nomenheid te kennen gegeven met het aan die kamer door het lid dier kamer, mr B. M. Bahlmann, gedane voorstel tot het heffen van rechten bij invoer van granen, enz. Hoewel hoogere dan de voorgestelde rechten, met het oog op den zeer treurigen en gedrukten toe stand waarin de landbouw, enz. verkeeren, zeer zeker meer in overeenstemming zouden zjjn met de daarin algemeen gevoelde behoeften, zal adressant zich echter zeer gelukkig rekenen, als de voorgestelde invoerrechten zullen worden geheven. Adressant verzoekt, het wetsvoorstel zoo mogelijk aan te vullen met alle voort brengselen van onzen nationalen landbouw en bij invoer van dei-gelijke producten daarvan een zoodanig recht te heffen, als overeen zal komen met de lasten, waarop onze nationale landbouw te rekenen heeft, of zoodanig, als de wetgever in zijne wijsheid zal meenen te moeten bepalen. In hare Memorie van Antwoord over het wetsontwerp tot instelling eener consignatiekas verklaart de regeering ten aanzien van het denkbeeld om de geconsigneerde gelden bij de rijkspostspaarbank te storten dat zij het be trekken van die instelling in den dienst van 's rijks schatkist niet wenschelijk acht noch voor het sparend publiek noch voor den staat. Zij meent, dat eenvoudiger dan bij het wets ontwerp de dienst der consignatiekas niet kan geregeld worden. Niet alleen is geen sprake van de oprichting eener nieuwe administratie, maar zelfs geen enkel nieuw ambtenaar zal aangesteld behoeven te worden. Haar doel dezer wet is volgens hare nadere omschrijving, om het bezwaar op te heffen waartoe de opheffing van het Amortisatie syndicaat bij de wet van 27 December 1840 [Stbl. no 77) aanleiding geeft, daarin bestaande dat thans bij geen enkele wet is voorgeschreven waar de vroeger daarin gedane consignatiën moeten geschieden. Hoewel het wetsontwerp van 1865 bij het maken van dit ontwerp niet alleen geraad pleegd, maar op meerdere punten gevolgd is, ging het echter door de consignatie van alle gelden en zaken toe te laten der regeering te ver, zoodat zij het raadzaam geacht heeft tot het stelsel der wet van Nivöse terug te keeren en alleen de consignatie van hier te lande gangbare muntspeciën, munt- en bankbiljetten toe te laten. Tegen het in het leven roepen van een af zonderlijk fonds heeft de reg. bezwaar. De voor de geconsigneerde gelden uit te betalen rente zal daarom, evenals tot dusverre, ten laste der staatsbegrooting verevend worden, waar tegenover al de gekweekte rente jaarlijks ten laste der middelen zal geboekt worden. Het tijdstip der in werking treding van deze Uit het Duitsch. van C. Karlweis. Raimond nam het boek op, lachte vriendelijk en zei met een zucht »Onze mooie lessen Daarop werd het stil, totdat zij een gebaar maakte om te willen heengaanmaar hij trad haar in den weg en zei »Waarom wilt gij mij zoo spoedig weer verlatenvroeger bleeft gij altijd minstens een uur." «Als uw leerlinge, ja." »0, en zou ik u nu niets meer kunnen leeren »Dat bedoelde ik niet, waarlijk niet zei zij, terwijl een donkere blos haar gelaat overtoog. »Wat zjjt gij schoon geworden riep hij onwillekeurig uit. Het was de eerste maal dat hij de verandering opmerkte, welke zij ondergaan had. Nu zag hij voor het eerst hoe bevallig het dunne japonnetje zich om hare ronde ledematen sloot, hoe elk harer bewe- wet wordt, in plaats van 1 Juli 1889, gesteld op 1 Januari 1890. Ter tegemoetkoming aan de in de afdeelin- gen gemaakte bedenkingen is voor art. 1 eene nieuwe, meer duidelijke redactie ontworpen, van den volgenden inhoud >Er wordt onder den naam van consignatiekas eene bewaarkas ingesteld, ten einde daarin op te nemen a de geldsommen waarvan de consignatie plaats heeft uit de kracht van eene wet, een koninklijk besluit, een rechterlijk bevel of een door of vanwege een der hoofden van de departementen van algemeen bestuur uitgevaar digd voorschrift b de tot de consignatie betrekkelijke bescheiden. »De consignatiën van geldsommen kunnen niet anders geschieden dan in Nederlandsche standpenningen en pas munt, de laatste tot bedragen welke, ingevolge de wet, in betaling moeten worden aangenomen in muntbiljetten, wettig betaalmiddel zjjnde> en in biljetten der Nederlandsche Bank, zoolang deze in 's rijks kassen in betaling worden aangenomen. De Indische bladen bevatten nadere mede- deelingen omtrent het gevecht bij Eotta-Pohama, waar de kapitein van den gen eralen staf W. T. N. von Geusau, de le luitenant der infanterie Veerman en de le luitenant der genie N. Hageman sneuvelden. De Javabode deelt behalve het sneuvelen der drie hierboven genoemde officieren mede, dat gewond zijn de le luitenant jhr J. A. C. von Schmidt auf Altenstadt van het 6e*'bataljon infanterie, de 2e luitenants A. E. Piera, W. A. Tromp van het 3e bataljon) en Schroder en 87 minderen. »De Atjehers", aldus schrijft het blad ver volgens, »die bij bovengenoemde noordelijkste benting onzer stelling de linie overschreden, lokten de bezetting uit tot een aanval. Uit Kotta-Radja schijnt toen versterking te zijn gezonden. Er moet woedend en man tegen man gevochten zijnonze soldaten hebben zich schitterend gedragen, den vijand verdreven en zijne versterking genomen, waarin hij 30 dooden achterliet. »Dat ons verlies aan dooden en gewonden zoo groot was (30 en 91), is waarschijnlijk daaraan toe te schrijven, dat het sterk geacci denteerd terrein niet toeliet 's vjjands benting om te trekkenbij een frontaanval moeten noodwendig altijd vele manschappen in het zand bijten, vooral wanneer, zooals men beweert, de onzen verward raakten in den door den vijand voor zijne benting opgestelde ijzerdraad versperringen. Uit die benting moeten boven dien twee stukken geschut van vrij zwaar kaliber onze rangen gedund hebben, welke kanonnen na inneming der versterking door de onzen vernageld zijn. »Nadere berichten zijn bij het legerbestuur ter zake niet ontvangen, en kunnen ook niet verwacht wordendan per eerstaankomende Engelsche mail". In zijn mailoverzicht schrijft hetzelfde blad, naar aanleiding van dit gevecht »In koever de door de Atjehers geleden nederlaag aan de vredesonderhandelingen ten goede zal komen, gelijk men ook van het laatste treffen te Edi heeft gedacht, is moeilijk te zeggen. Blijkbaar is het de oorlogspartij, die tracht op de onzen een voordeel te behalen teneinde aldus de bovenhand te behoudennu dit haar niet ge lukt, zal ook zjj wellicht spoedig het hoofd in den schoot moeten leggen. De jonge sultan wil niets liever dan zich onderwerpen, en op den duur zullen de hoofden aan dien drang geen weerstand kunnen bieden, maar zal ieder hunner trachten voor zichzelf daaruit het groot ste voordeel te trekken door den sultan te Kotta-Radja te brengen. Voor ons heeft die onderwerping echter weinig waarde, wanneer niet alle voorname hoofden er aan meedoen, omdat er anders gevaar zou zijn voor een tegen- sultan. Daarom zijn de onderhandelingen zoo wel met den sultan als met Panglima Polim, Tiroe en Haschim dan ook in vollen gang- Moge het bloed der bij Kotta-Pohama geval lenen tot den goeden uitslag bijdragen en zoo niet geheel nutteloos zijn gevloeid". Met genoegen deelen wij mee dat het bestuur der Vereeniging ter bevordering van goede gingen hare bekoorlijke gestalte deed uit komen. Hij trachtte achter een grap den indruk te verbergen, dien zij op hem maakte, en zoi met een gedwongen lach »Ja, ik zie wel dat gij niet jong genoeg meer zijt en ik ben nog niet oud genoeg om de lessen te mogen voortzettenwaarom zijt ge ook zoo op eens een dame geworden Zij zag smeekend naar hem opdie toon krenkte haarhij begreep dien blik terstond en zei: »Kom, ga hier tegenover mij zitten, wij moeten nog een laatste les hebben." Zij knikte zeer dankbaar en kreeg een stoel, greep naar haar boek en zei: „Zie zooHij nam aarzelend in zijn leuningstoel plaats. >Nu kunnen wij ons bijna verbeelden dat er niets gebeurd is. Dat gij niet ziek geweest en kind gebleven zijt." Wederom zag hij haar een poos aan en riep eensklaps uit»Neen, neen, wij willen niet met een leugen fbesluiten. Gij zijt geen kind meer en het is anders tus- schen ons geworden, ook bij mijZie mij niet zoo bedroefd aan, het moest er toch eens toe komen. Het is mijn schuld, omdat ik deze ontmoeting niet vermeden heb." Hij stond op en vatte hare handen. »Laat ons afscheid nemen en ga dan heen Geloof mij, ik ben nooit een trouwer vriend geweest dan ik nu voor u ben en er zal een voorstellingen op kunstgebied alhier tegen het a. seizoen weder eene overeenkomst heeft ge sloten met de Rotterdamsche tooneelisten, direc tie de heeren Legras en Haspels, voor het geven van drie voorstellingen. Er wacht ons dus op dat gebied weer kunstgenot. Verder is genoemd bestuur in onderhande ling over andere voorstellingen op kunstgebied. Zaterdag a., des morgens te 10 uur, wordt zooals vroeger reeds gemeld is in de sociëteit de Vergenoeging alhier gehouden eene vergadering van onderwjjzers aan de rijks normaallessen in de tweede inspectie. Tengevolge der ongesteldheid van den in specteur, den heer Moens, zal de vergadering geleid worden door den heer De Groot, arron- dissements-schoolopziener te Utrecht. Behandeld worden de volgende puntenlo het onderwijs in de aardrijkskunde, in te leiden door den heer Van der Leij, onderwijzer aan de kweekschool te Middelburg, en 2o het onderwijs in den zang, in te leiden door den heer Ruichrok, onder wijzer bij de rijksnormaallessen te Utrecht. De algemeene vergadering van het onder wijzersgezelschap in het arrondissement Mid delburg zal dit jaar te Middelburg worden gehouden in het gebouw der sociëteit St. Joris op Zaterdag den 14 Sept. Behalve de gewone werkzaamheden bevat het programma behan deling van een letterkundig onderwerp dooi den heer K. C. Delvoije te Vlissingen. De vergadering zal met een maaltijd worden besloten. Mej. Marie J. Verbmgh,jiplofedvolapüka, te Middelburg, is door den heer Schleijer, te Constanz, benoemd tot Jixamel plo Neddn, examinatrice voor Nederland. Zij is de eerste dame onder de volapükisten over de geheele wereld, aan wie deze onderscheiding is verleend. Bljjkens het Maandboekje overleden te Middelburg in de maand Augustus 29 personen, 14 van het mannelijk en 15 van het vrouwelijk geslacht. De leeftijd der overledenen was beneden het jaar 11, van 15 jaar 2, van 5—10 1, van 1520 1, van 3035 1, van 3540 1, van 5055 1, van 5560 4, van 6065 1, van 65—70 3, van 7075 2 en van 8085 1. De ziekten der overledenen waren klier- tering, longontsteking, kinder-diarrhoea ieder 4, longtering 2, en voorts levenszwakte, kanker, stuipen, beroerte, hersenontsteking, slepend ruggemergslijden, kinkhoest, hartgebrek, buik- vliesontsteking, nierziekte, plotseling, niet be handeld ieder 1 elders overleden 3 personen. Dat de standplaats van den molen der gemeente Grijpskerke aan den straatweg naar Middelburg voor het verkeer van rij- en voer tuigen belemmerend is, mag algemeen bekend heeten. Naar men ons meldt heeft de raad van eerstgenoemde gemeente besloten zich tot het polderbestuur van Walcheren te wenden met verzoek aan een gedeelte van dien weg eene andere richting te geven. Men hoopt dat die pogingen gunstig gevolg zullen hebben. Men schrijft ons uit Ylissingen Begunstigd door heerlijk weder werd Maan dag namiddag te een uur de door de scherp- schuttersvereeniging Vlissingen uitgeschreven schietwedstrijd begonnen, en Dinsdag middag voortgezet. Op beide dagen werd druk gescho ten en hevig gekampt. Behalve door de leden van bovengenoemde vereeniging, hadden ook nog eenige leden van Medioburgum te Middelburg en Nuttig en aan genaam te Oostkapelle, van de tot haar ge richte uitnoodiging tot deelname gebruik ge maakt. De prijzen werden behaald als volgtWed strijd op 150 meter 5 schoten, le H. L. Hermans, 34 p. 1. s. 12. 2e W. Heijboer van Middelburg, 34 p. 1. s. 11. 3e H. de Pagter, 33 p. 4e B. van Eesteren, 33 p. 5e J. M. Boone van Middelburg 33 p., beslist door kampschieten. 6e J. Geldof van Oostkapelle 33 p. 7e C. Dommisse TCz. 33 p. 1. s. 10. 8e M. Laernoes 31 p. Wedstrijd op 200 meter, 5 schoten, le H.L. Hermans 54 p. 1. s. 12, 2e H. de Pagter 54 p. tijd komen dat gij dit begrijpt en mij dank baar zijt dat ik te eerlijk ben geweest om u uw jeugd te ontstelen." Hij liet hare handen los en keerde zich af. Zij had tranen in de oogen en toen zij langzaam naar de deur ge gaan was, barstte zij in snikken uit en riep »Wilt gij nu ook al niet meer van mij weten? Wat heb ik u misdaan? Zeg het toch, ik weet het niet." Hij ging naar haar toe, tilde haar hoofdje op, totdat hare betraande oogen hem aanzagen en zei toen op harteljjken toon. »Neen gij hebt gelijk het was een dwaze zwakheid. Vergeet wat ik gezegd heb. Ga weer bedaard zitten, wij zullen praten totdat die tranen gedroogd zijn, opdat juffrouw Wen- delin niet merkt wat er tusschen ons is voor gevallen." Zij lachte dankbaar, nam weer gehoorzaam tegenover hem plaats en bracht af en toe even haar zakdoek aan de oogen maar hij praatte met haar zooals vroeger, als leermeester en vaderlijke vriend. Doch onge merkt liet hij dien toon weer varen, begon te stotteren, zocht naar zijn woorden en streek, volgens oude gewoonte, met de hand over zijn voorhoofd. Clara voelde dat er iets aan haperde en stond op: »lk ben vandaag wat moede", zei hij, zich verontschuldigende. Zij stak hem de hand toe en vroeg: »Mag ik nog eens terugkomen 1. s. 11, 3e W. Heyboer van Middelburg 50 p., 4e J. M. Boone van Middelburg 49 p., 5e C. Dommisse T.Cz. 47 p. Wedstrijd op 25 passen, 6 schoten met revol ver. le P. W. H. de Kan van Middelburg 22 p., 2e H. L. Hermans 22 p., 3e Verhagen van Mid delburg 12 p. Voor den personeelen wedstrijd, uitsluitend voor de leden der vereeniging Vlissingen, waren beschikbaar 17 prijzen, waaronder een zeer fraaie horlogestandaard, aangeboden door den heer C. L. van Woeldereneen cuivre-poli kaartenschotel door den president der vereeni ging, den heer H. L. Hermans en een portret album door den heer J. M. Hessing Jr, vice- president. Deze prijzen werden behaald door: H. de Pagter, C. Dommisse F.C.z., H. L. Her mans, J. de Munck, B. van Eesteren, A. Meer man, M. Hakker, A. Neugebauer, I. Andriesse, S. A. Luitwieler, J. P. Lonwerse, Q. Brandt, M. Visser, J. Scherer, H. de Munck, J. Lange- veld en W. G. Beker. Waar geen woonplaats achter de namen der winners is vermeld, zijn dit allen leden van de vereeniging Vlissingen. Bij het uitreiken der prijzen hield de presi dent een korte toespraak, waarbij hij den over winnaars geluk wenschte met het behaalde succes, terwijl hij de niet-winners aanspoorde om door trouwe oefening zich zoover te bekwa men dat ook zij bij eene volgende gelegenheid een prijs zullen kunnen verwerven. Namens de zustervereenigingen sprak de heer Heijboer nog een enkel woord van dank voor de tot hen gerichte uitnoodiging en de harte lijke ontvangst. Uit dezelfde staa schrijft men ons: Heden morgen kwam alhier binnen de Engel sche stoomboot James Hogg, gez. L. Stephenson, van Newport, geladen met steenkolen, bestemd voor het stoomschip Dunrobin Castle van de Castle Line, dat heden avond of dezen nacht hier wordt verwacht. Ook dit is weer een gevolg van de werk staking te Londen. Hoewel door de doortastende maatregelen der directie van de Castle Line ook de booten dezer maatschappij en ook de Dunrobin Castle nog met volle lading en op tijd vertrekken, was er nu geen gelegenheid om een voldoenden voor raad steenkolen te Londen in te nemen. Voor Vlissingen geeft dit weer eenige be drijvigheid in de binnenhaven. Dinsdag sloeg te Kloetinge de bliksem in den schoorsteen van eene woning. In de woning zelve werden de matten geschroeid en de kopjes op tafel aan stukken gestooten. Meer schade richtte de bliksem niet aan. Men schrijft ons Anders dan verleden jaar is men in Westeljjk Zuid-Beveland ver gevorderd met de landbouw- werkzaamheden. In de meeste gemeenten zijn de graangewassen oinnen. Zélfs is dit het geval met vele paardenboonen, die men in 1888 niet wist binnen te krijgen. Over het algemeen is men tamelijk tevreden. Van de kwaliteit dei- graangewassen hoorden wij nog geen kwaad zeggen, de kwantiteit schijnt hier en daar wat te wenschen over te laten. De erwten zijn goed, van de bruineboonen, hier zeer oneigen aardig klimboonen genoemd, gaat niets dan lof. Ook de wortelgewassen beloven veel. Over den aardappeloogst verkeert men nog eenigszins in het onzekere. Dit staat vast, de aardappelen zijn overal heerlijk van smaak, wel niemand zal ze met lange tanden behoeven te eten. Een feit ia het ook, dat,, waar de winteraardappelen, uit behoefte of nieuwsgie righeid, voor een klein gedeelte gerooid werden, de opbrengst meeviel. Wanneer wij eene mooie herfstmaand mochten krijgen, zal de geheele aardappeloogst spoedig een begin nemen en minstens eene maand vroeger dan verleden jaar afgeloopen zijn. Uit de tuinen zijn de zomergroenten verdwe nen. Het loof der verschillende boonsoorten heeft een geelachtige tint aangenomen. De kooien, overal groot van stuk, bereiken meer en meer hunnen vollen wasdom. Och, dat de hatelijke, vieze koolrupsen het leven der tuiniers weer zuur moeten maken Kroten en wortelen zijn goed. Prei is er weinig en bovendien niet mooi. Wie het geluk gehad heeft uien boven te krijgen, is thans zeer tevreden over de grootte. Doch daar zit hem het juist in, bijna niemand zag zijn zaad ontkiemen, de uien zullen duur worden. De enkele geluksvogels, die niet be- Zeker", zei hij peinzend en lang nadat zij vertrokken was, stond hjj nog roerloos op dezelfde plek, totdat hij opeens uitriep »Zij is nog een kind Den volgenden dag kwam zij op hetzelfde uur terug en het onderwerp werd weer opgevat, waar het was blijven steken. Raimond nam zijn taak als leermeester nog ernstiger op dan vroeger en vermeed elk woord, dat niet uit sluitend de lessen betrofdit viel hem niet altijd gemakkelijk, want Clara was onuitput telijk in vragen, die vaak zulk een bedenke lijke wending namen dat hij eensklaps zweeg en haar wantrouwend aanzag. Haar open blik beschaamde hem echter altijd en hij herhaalde bij zich zelf steeds»zjj is nog een kind" en antwoordde haar ook in dien geest. De lesuren werden echter op die manier een kwelling voor hem hij begon er tegen op te zien en toch verwachtte hij haar met ongeduld. Dat maakte hem knorrig en lastig, zoodat juffrouw Wendelin haar nood aan haar buur vrouw over hem klaagde. »Ik weet niet wat hem scheelt, maar er is niet meer met hem te eggen of te ploegen. Niets is er naar zijn zinAls ik wat vraag krijg ik geen antwoordof hij bromt zoo onverstaanbaar dat ik nooit weet wat hij eigenlijk wil. Hij was vroeger heel anders, dat kan ik u wel zeggen Clara ging juist de gang door, want het lesuur naderde weerzij zag opvallend bleek drogen zijn met oud zaad of zelf goed nieuw zaad gewonnen hadden, zullen goede zaken maken, wanneer zij een aardig lapje uien hebben. Geluksvogels kan men ook hen noemen die nog wat jutteperen aan de hoornen hebben. Men spreekt van fabelachtige hooge prjjzen. Peren zijn er over het algemeen zeer weinig, appelen wel iets meer, doch al ziet men hier en daar goed geladen boomen, de opbrengst der appelboomen zal het middelmatige nauwe lijks halen, vooral daar de wind nu en dan schadelijk huis gehouden heeft. Uit Terseke schrijft men aan de N. R. Crt De oesterverzendingen naar het buitenland zijn aangevangen, en niettegenstaande de warme dagen neemt Duitschland evenals België reeds vrij aardig af. Ook Engeland begintde F^an- sche oesters schijnen dit jaar veel geleden te hebben door de overmatige warmte in Mei en Juni, en de kwaliteit dier oesters is belangrijk minder dan het vorig jaar. Onze Zeeuwsche oesters zijn dit jaar oneindig beter dan in de laatste jaren wel gaven de maanden Juli en Augustus niet veel groei, maar Mei en Juni hebben aan onze oesters veel goed gedaan, en als nu de Septembermaand voortgaat wat warmte te brengen, dan belooft de aan staande oestercampagne veel goeds. Van eene bepaalde markt is vooralsnog niets te zeggen voor mooi eerste soort goed wordt op dit oogen- blik 50 per 1000 gemaakt, kleinere soorten gaan nog niet weg; die beginnen eerst veel later aan de markt te komen. Ook de aanslag van oesterbroed, zoowel op de pannen als op de schelpjes, was dezen zomer zeer ruimpannen met 60 a 70 broedjes zijn volstrekt geen zeldzaamheid. De pannen worden nu reeds binnengehaald, omdat de groote hoe veelheid aanwezige zeesterren dit noodzakelijk maken. Het schijnt echter niet op alle perceelen van de Terseker oesterbank te zijn, dat de groote leverbare oesters zoo sterk gegroeid zijn en vol visch zitten, ten minste men hoort dezen en genen nog wel klagen dit verschil moet men in hoofdzaak wijten aan de kwaliteit der gronden. Zandgronden leveren natuurlijk minder goede oesters dan vette derriegronden. Over het algemeen kunnen de oesterkweekers dit jaar echter tevreden zijn, en als zij zelf de prjjzen niet bederven, ligt het goed voor hen. In de Dinsdag te Tholen gehouden ge meenteraadsvergadering is besloten het algemeen armbestuur aan te raden eene subsidie te verlee- nen aan de diaconie armen eene opruiming van boomen te houden in de plantage, teneinde den groei der overige te bevordereneen lantaarn te plaatsen op de groote poort der openbare school teneinde den Doelweg voldoende te verlichten en eene oproeping te doen voor eene onderwijzeres met akte Fransch en voor eene onderwijzer mot akte gymnastie. Verder werd eene herziening der plaatselijke belasting in handen eener commissie gesteld. Te Scherpenisse breidt de besmettelijke keelziekte zich meer en meer uit. Thans zijn aldaar drie personen als lijdende aan deze besmettelijke ziekte aangegeven. Door den koning van Zweden en Noor wegen is aan J. C. v. d. Broecke, W. M. Ber- revoets en M. W. Berrevoets verleend de reddingsmedaille 3e kl. voor hun lofwaardig gedrag bij het redden der bemanning van het in den nacht van den 9en op den lOen Febr. jl. bij Cadzand gestrande Noordsche schip Columbus. Een Goesenaar, die eenige maanden ge leden naar de Argentjjnsche republiek vertrok, om, als hij daar werk en brood vond, later zijne vrouw en kinderen ook te laten overkomen, is, zonder zjjn doel bereikt te hebben, daar ter stede teruggekeerd. Het gaat natuurljjk niet aan 's n:ans lotge vallen gedurende zjjn verbljjf in Argentinië in bijzonderheden te schetsen, maar wij achten het toch niet overbodig in korte trekken zjjne ervaringen mede te deelen, opdat anderen daarmede hun voordeel kunnen doen. Uit zjjne mededeelingen bleek, dat de hoofd oorzaak van zijnen terugkeer hierin was gelegen, dat hjj afgezien nog van de verdiensten het niet geraden achtte zjjn huisgezin te laten overkomen. Hoewel geene bjjzondere ziekten er heerschende zjjn is de sterfte onder de kinderen van landverhuizers, vooral beneden de vjjf a zes jaren, groot, tengevolge van het groote verschil van klimaat tusschen noordeljjk Europa en ging de vrouwen met een korten groet voorbij. »Het verwondert mij dat hjj nog geduld voor die lessen heeft", zei de weduwe, haar naoogende. »Ik ben altijd bang dat er plot seling een einde aan zal komenToen de buurvrouw te kennen gaf dat de doctor mis schien op het meisje verliefd was, wilde zjj hier echter niets van hooren en zei heel beslist »Neen, zoo is hjj niet, daarop zou ik mjjn hand wel in het vuur durven steken. Hjj verliefd Aan zoo iets behoeft men bjj hem niet te denken." De doctor, »bij wien aan zoo iets niet ge dacht behoefde te worden", zat weer tegenover Clara en las met haar Tafereelen uit het Duitsche verleden, van Freytag. Zjj waren aan het hoofdstuk »Luther" en Clara had juist een zin uitgelezen, dien Raimond herhaalde, waarbij hjj bjjzonder veel nadruk legde op de laatste woorden »Want alle bekrompenheid zijner natuur en beschaving verdwjjnt tegenover den grooten zegen, die uit zjjn edelmoedig hart in het leven van zijn volk gevloeid is »Hebt gjj dat begrepen?" Zjj knikte, maar hij schudde het hoofd en zei: »Ik vrees dat gjj u vergist", zei hij. >Gjj hebt alleen de woorden verstaanmaar ik vraag of gjj weet wat het zeggen wil om uit de volheid van een menschenhart zegen uit te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2