N°. 203.
1326 Jaargang.
1889,
W oensdag
28 Augustus.
Een kloek woord.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-=J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Middelburg 27 Augustus.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
RECHTSZAKEN.
Thermometer.
Middelburg 27 Aug. vm. 8 u. 60 gr.
ra. 12 u 65 gr. av. 4 u. 63 gr. F
Verwacht W. wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mbstdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van e en 11
N redwenhxn zen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh VanDitmae te Rotterdam; de Gebe. Belinpante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mae Azn, te Amsterdam, aan het bureau bezorgd zjjn, willen
annonces aan. Hootdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nogworden opgenomen
ii.
(Slot.)
„Zwaarder dan het punt van leerplicht
weegt bij mij de verplichte Bchoolgeldhefling,"
aldus giug de heer Rutgers voort. „Dat
men voorheen, krachtens art. 49 van de
bestaande wet, vaak buitengewone subsidiën
gaf aan gemeenten, die het goed vonden
kosteloos onderwijs te geven aan kinderen
van ouders, die wel schoolgeld konden be
talen, heb ik altijd afgekeurd en geaarzeld
heb ik ook niet, hier in de kamer daarvoor
uit te komen. Iets geheel anders, wat men
thans wil.
Wanneer bij dit wetsontwerp werd voor
gesteld, dat de staat een zeker percentage
zou betalen in het nadeelig saldo der on-
derwijsrekening van iedere gemeente, dan
zou de staat zelf belangbebbende zijn bij de
schoolgeldheffing, omdat het nadeelig saldo
en de portie daarin van den staat er door
zou worden verminderdmaar nu de staat
een percentage in bedoelde uitgaven zal be
talen, die dezelfde blijven, onverschillig of
er schoolgeld geheven wordt of niet, bestaat
er geen fiscaal, geen financieel belang voor
den staat bij de schoolgeldheffing. Nu kan
de dwang tot schoolgeldheffing geen ander
dan een protectionistisch motief hebben, het
onbetamelijk, en, ik voeg er bij, het onze
delijk motiet, concurrentie van de bijzondere
school tegen de openbare gemakkelijk, en
die van de openbare tegen de bijzondere
school onmogelijk te maken.
Nu reeds bestaan er kostelooze bijzondere
scholen. Wanneer straks, ten gevolge van
het subsidie van den Staat, het geld, door
de ondernemers tot nogtoe besteed voor
onderwijzers, vrijvalt, dan zullen zij dit
gebruiken tot afschaffing of restitutie van
schoolgelden en dan is het middel gevonden,
om in veel korter tijd, dan noodig was om
liet Haarlemmermeer uit te malen, de open
bare school ledig te pompen. Het zou hier
tegen niet baten, al verbond men, zooals
eenigen verlangen, aan het subsidie voor
bijzondere scholen de voorwaarde mede van
schoolgeldheifing, omdat dit niet zou beletten,
dat het geld, voor schoolgeld, te betalen of
betaald, voorgeschoten of later teruggegeven
werd, hetzij door de eigenaren van de
bijzondere scholen rechtstreeks, hetzij via
tusschenpersonen. Daarom blijft er niets
anders over dan den dwang tot schoolgeld
heffing eenvoudig uit het wetsontwerp te
schrappen ofschoon ik erken, dat in beginsel
en in 't algemeen het beter is door de ouders,
die daartoe in staat zijn, schoolgeld te laten
ibetalen, omdat dit betalen in den regel het
onderwijs beter doet op prijs stellen. Doch
de gemeentebesturen moeten dit beoordeelen;
»?n dit algemeen beginsel wettigt den voor
geleiden dwang niet.
Nd1g zwaarder, zoo mogelijk, dan de ver
plichte schoolgeldheffing, weegt bij mij de
richting va» het wetsontwerp tegen de groote
steden, die deze regeering, als eene echte
plattelandsregeering, de kinderen van de
rekening maken wil.
Wat het wetsontwerp te dezen aanzien
bevat heeft tweeërlei gevolg.
Vooreerst wordt zoo ten deele het geld
gevonden tot subsidieering van de bijzondere
schoolin de tweede plaats worden daardoor
in hun zak gestraft zij, die zich beijverd en
de stoutigheid gehad hebben, om eerlijk en
tijdig aan de liberalistische wet van 1878,
de zoogenaamde scherpe resolutie, uitvoering
te geven. Nu beweer ik niet en geloof ik
ook niet, dat dit laatste het oogmerk der
regeering geweest ismaar het effect zal toch
zoo wezen, en de regeering had zelfs den
schijn van dit oogmerk moeten vermijden.
Wel heeft de regeering, bij hare jongste
editie van het wetsontwerp, de financieele
uadeelen voor de groote steden iets getemperd,
maar dit beteekent weinig. Voor alles moet
vervallen de regel, dat voor iederen onder
wijzer hetzelfde subsidie gegeven wordt, het
zelfde subsidie voor een onderwijzer in de
grootste stad als voor een onderwijzer in het
kleinste dorp, hetzelfde subsidie voor een
onderwijzer te Amsterdam aan het IJ als
voor een onderwijzer te Nieuw-Amsterdam
tusschen de Drentsche Iiunn jbedden.
Ik heb hiermede de hoofdbezwaren uiteen
gezet, die mij absoluut beletten, mijn steun
aan dit wetsontwerp toe te zeggenen, al
spreek ik niet namens de liberale partij, wat
mij nog nooit gebeurd is, toch durf ik wel
zeggen dat voor een aantal mijner medeleden
aan dezen kant diezelfde bezwaren onover
komelijke hinderpalen tegen de aanneming
van het wetsontwerp zijn, Maar bedenkt wel
gij, mijne heeren van de overzijde, dat het
alle hinderpalen zijn, die het in uwe hand
ligt, op te heffen, en die gij opheffen zult,
indien gij werkelijk den vrede wilt. Doet de
rechterzijde dat, dan zal voor haar weder
een sprankje van achting in mijn binnenste
ontkiemen, en de kans worden geboren dat
dit wetsontwerp met hulp van eenige liberalen
hier en ook aan gene zijde van het Binnenhof
worde aangenomen. Maar doet zij het niet,
dan zal daardoor de verdenking bevestigd
worden, waaronder zij bij mij rust, dat zij
over de verwerping van dit wetsontwerp niet
zoo heel diepen rouw zou dragen en misschien
liever de schoolkwestie behield als een ge
reedschap by de verkiezingen en als voor
waarde van haar bestaan.
Mocht het wetsontwerp verworpen worden,
natuurlyk niet hier, maar in de Eerste kamer,
dan zal het toch eene nuttige verschyning
geweest zijn, die der waarheid ten goede
kwam. Daardoor toch zal in de eerste plaats
zijn te niet gedaan een praatje, waarop zoo
even een stem uit Eindhoven pas heeft ge
wezen en waarmede jarenlang de lagere
klassen van belastingplichtigen met succes
zijn bewerkt bij de verkiezingen, het praatje,
dat de druk der belastingen te wijten was
aan de weelderige en kostbare inrichting
van het onderwijs door de liberalisten. Want
zij die beschuldigers waren, zijn rechters
geworden, en wat is hun eerste reorganisatie,
hun proefstuk geweest? Hun eerste maat
regel, nog maar een halve maatregel van
hun standpunt, gaat het onderwijs nog veel
duurder maken dan het was, dan de liberalen
het ooit zouden gemaakt hebben."
Hier merkte de heer A. van Dedem op
dat de wet van 1878 nog niet geheel uitge
voerd is, waarop de heer Rutgers herinnerde
daarom gezegd te hebben: „veel duurder
dan de regeling der liberalen ooit zou ge
worden zijn".
Dit was de heer De Savornin Lohman
weer niet eens; hij kon niet nalaten den
spreker te interrompeeren met de woorden
„Meer dan de helft goedkooper".
De heer Rutgers van Rozenburg voegde
hem echter toe: „Dat bewijzen de cijfers,
door de regeering medegedeeld, toch anders"
en hy vervolgde als slot van zijne redevoe
ring: „Te niet gedaan is mede de laster,
evenzeer niet zonder vrucht bij de verkie
zingen gebezigd, en overal onder de platte
landskiezers verspreid, dat de openbare school
was eene moderne secteschool, eene godde-
looze school, een broeikast van atheïsten.
Ware dit in plaats van laster waarheid
geweest, dan hadden eene regeering en eene
meerderheid van Christelijk bewustzijn niet
mogen toeven dien gruwel op te heffen, en
hadden zij allerminst zich mogen leenen tot
het indienen en steunen van een wetsontwerp,
dat de bestendiging van die school der onge
rechtigheid bevat.
Verscheurd ligt eindelijk tengevolge van
dit wetsontwerp ter neer het historieblad der
zoogenoemde offervaardigheid van de tegen
standers van het openbaar onderwijsen
merkwaardig is het dat een onverdachte
getuige als Marnix, dat zijn als ik 't wel
heb de aan hunne fiere traditie alleen
trouw gebleven, niet doleerende, afgescheide
nen, het ontwerp noemt „eene diepe verne
dering, eene verzoeking om vrijheid, kracht
en eere te wagen aan, te verkoopen voor
een schotel moes, in eene ure van vermoeid
heid en vreeze."
Ja, dit wetsontwerp is eene proeve van
de afmatting, de inzinking van die hoog
geroemde offervaardigheid, en eene proeve
van de vrees der agitatoren, die het enthu-
siasme voor de bijzondere school hadden
opgeschroefd, dat het kraantje der protestant-
sche Pieterspenning trager en trager mocht
gaan loopen.
Maar, mijnheer de voorzitter, wat ook van
dit ontwerp worde, de afloop zal mij altijd
voldoening geven. Indien het wordt aan
genomen, tant inieux en indien het door de
eigen schuld der rechterzijde te gronde gaat,
dan zullen wij op zijn graf deze spreuk
mogen beitelenhier ligt een wetsontwerp
dat voor het clericalisme in hooge mate be^
schamend was, en dat, al heeft het kort
geleefd, tot ontsmetting van den politieken
dampkring niet te vergeefs geleefd heeft."
Onze lezers, die de moeite namen deze
redevoering te lezen, zullen zich dit zeker
allerminst beklagen. Wij deden dit tenminste
niet. Al verschillen wij ook met den heer
Rutgers over de kwestie van den leerplicht,
waarvan wij, hadden wij eene stem, de
opneming in het ontwerp wel degelijk als
voorwaarde zouden willen stellen voor het
geven van onze goedkeuring aan het thans
aanhangige voorstel, er zijn nog zoovele
punten van aanraking tusschen hem en ons,
dat wij met instemming van zijne redevoering
kennis namen.
Mogen velen haar lezen en op hun beurt
anderen opwekken hun voorbeeld te volgen
Over het strafgeding, onlangs te Heerenveen
behandeld tegen twee maréohaussées, die een
weduwe hadden verlokt sterken drank te schen
ken, is in de pers het noodige te doen geweest.
Wel bleek nader dat de toestand van de
weduwe zeer overdreven was voorgesteld, dat
zij alles behalve doodarm was, enz., maar dit
veranderde niets aan het oordeel over het
gedrag der betrokken beambten.
In de vorige week is voor 't Haagschen kan
tongerecht soortgelijk geval behandeld thans
by de houdster eener kiosk te Scheveningen.
Aan een onder-inspecteur in burgerkleeding
werd door haar op herhaalden aandrang een
glaasje cognac getapt, nadat dit aanvankelijk
was geweigerd.
Naar aanleiding van beide feiten schrjjft
heden het Weekbl. v. h. Recht.
»Het schijnt dus wel, dat deze vreemdsoor
tige wjjze van opsporen van strafbare feiten,
die door de quasi-opsporende ambtenaren zeiven
opzettelijk worden uitgelokt, meer voorkomt
dan wij ons bjj de Heerenveensche zaak voor
stelden. Men mag vertronwen dat maatregelen
van hooger hand zullen worden genomen om
daaraan in het belang van de publieke mora
liteit en de waardigheid der justitie voor goed
een einde te maken."
By kon. besluit is benoemd tot ontvanger
der directe belastingen en accynzen te Heus-
den c. a. G. J. van Soest, ontvanger derzelfde
middelen te Resteren c. a., en is de ritmeester
A. W. H. K. van Bothnia Andre®, instructeur
bij het 3e reg. huzaren, op pensioen gesteld
en het bedrag van het pensioen bepaald op
1825 's jaars.
Yerder zjjn benoemdbij het wapen der in
fanterie, en wel bij het 6e reg., tot le luit.,
de 2e luit. C. C. van Altena, van het korps;
by het wapen der cavalerie, bij het le reg.
huzaren tot le luit., de 2e luit. R. E. Dittlin-
ger, van het korpsbij het 3e reg. huzaren,
tot ritmeester, de le luit. J. C. van Alphen,
van het 2e reg. huzaren.
Nog zyn benoemd tot commies by het dep.
van justitie, J. G. Tinbergen, Th. A. van Gin-
kel, W. Oosterland en L. F. Carrière, thans
allen adjunct-commies bij gemeld departement
en is aan mr C. A. H. Ebbinge Wubben, op
zyn daartoe gedaan verzoek, met ingang van
1 Sept. 1889, eervol ontslag verleend als nota
ris te Staphorst.
Donderdag a. verleent de minister van finan
ciën geen andientie.
Yolgens het U. T). heeft Z. M. de koning,
waarschijnlijk tengevolge van de ongunstige
weersgesteldheid, in de laatste dagen weer
hinder van zyn chronisch lij den (nieraandoening).
In de Maandag avond door de Eerste kamer
gehouden vergadering werden de laatsteljjk door
de Tweede kamer aangenomen wetsontwerpen
verzonden naar de in die vergadering opnieuw
getrokken afdeelingen.
Lettende op de zijde vanwaar by ons de
tegenstand tegen de crematie komt, verdient
het opmerking, dat van de 29 ovens tot lijk
verbranding in Europa er 23 in Italië zijn, en
te Rome waar de oven in 1883 werd opgericht,
in 1884 reeds 207 lijken verbrand waren. Te
Milaan, waar de lijkoven in 1876 in gebruik
kwam, bedroeg het geheele aantal lijkver
brandingen 594. ArnhCrt
Na al hare schoone gaven ons op eens
en zeer vroeg geschonken te hebben, blijft de
natuur, met uitzondering van enkele vriendelijke
oogenblikken, volharden in hare onaangename,
regenachtige buien.
Zoo "ook Maandagavond.
Geen wonder dat velen er toen tegen opzagen
om naar het Schuttershof te gaan ter bywoning
van een zomerconcert.
Hoe beschut men daar ook zit tegen den wind,
tegen den regen kan men zich toch niet be
veiligen, tenzij men in de zalen zijn toevlucht
zoekt. Maar dan verliest zulk een concert zyn
eigenaardig, prettig karakter, dan blijft het
nog altjjd een onaangenaam gezicht en gehoor,
wanneer een muziekkorps zijn taak vervult
onder accompagnement van stortvlagen.
Het was dan ook gisterenavond by den aan
vang van het vierde zomerconcert akelig leeg.
Alleen in de zaal, en onder het zeil telden wij
enkele hoorders. Maar gelukkig, toen ten
slotte de regen toch week, kwam er meer pu
bliek, zoodat bij het tweede gedeelte van het
programma het auditorium ons, de omstandig
heden in aanmerking genomen, nog meeviel.
Het stafmuziekcorps van het zesde regiment
infanterie uit Breda, dat, onder leiding van
den heer P. A. 'Stenz, een vorig maal veler
sympathie had verworven, begon, zonder zich
door het treurige weêr en de droeve opkomst
te laten ontmoedigen, met animo zyn taak om
een goed gekozen programma uit te voeren.
Vóór de beide slotnommershet aardige
Die Wachtparade kommt, dat overigens weinig
of geen muzikale waarde bezit, en de groote
fantaisie uit Robert le diable was ons eene
verscheidenheid van nommers geboden, waardoor
bijna ieder bevredigd kon zyn.
En nog was het corps niet moede om het
publiek te voldoen, want niet alleen werden
de zoo verdienstelijk uitgevoerde concert-polka
voorcornet: Le premier amour en Die Wachtparade
kommt op verzoek herhaald, maar tot afscheid
werd ons nog een nommer geboden. Het
biseeren, hoe vleiend voor de executanten, heeft
dikwijls zijn schaduwzijde. Zoo kwam het ons
wat al te veel gevergd voor om van den cor-
nettist een herhaling van zyn solo te vragen.
Hy was echter zoo beleefd aan dat verzoek te
voldoenen daarvoor voegt een woord van
erkentelijkheid.
Met minder lof kunnen wij gewagen van
de uitvoering der Scene en aria voor kleine
klarinet, die lang niet zuiver was. Had het
slechte weêr soms invloed op het instrument
Menig ensemble-nommer werd verdienstelijk
uitgevoerd. Dit kunnen wy echter niet zeggen
van de schoone Andante aus der unvollendeten
H-mol Sinfonie van Schubert. Bij dit nommer
liet de stemming nog al te wenschen over.
Overigens houden wij ons overtuigd, dat
menigeen te Middelburg met genoegen een
weder optreden van dit muziekkorps zal te
gemoetzien. Moge dit dan plaats hebben onder
gunstiger omstandigheden dau Maandagavond
De Nederlandsche bekende tenorzanger
Rogmans zal in den a. s. winter als oratorium
zanger te Londen optreden. Yoorloopig zal de
heer Rog mans zich aldaar in de maanden
December en Januari doen hooren, doch de
inogelykheid bestaat, dat hij aan de verlokkende
aanbiedingen, die hij uit Engelands hoofdstad
heeft ontvangen, gehoor geeft en Amsterdam
metterwoon gaat verlaten. (f7, D.)
Daa? te Koewacht de mazelen epidemisch
zyn verklaard, zijn de scholen aldaar voor on-
bepaalden tyd gesloten.
By kon. besl. is voor het tijdvak van 1 Sept.
1889 tot en met 31 Aug. 1890 tot ondersteu
ning in zyne studiën, van rijkswege eene beurs
van f 600 toegekend aan J. H. Schuurmans
Stekhoven, student in de faculteiten der ge
neeskunde en der wis- en natuurkunde te
Utrecht.
Bij de Chr. ger. kerk te Zierikzee, afd.
St. Domisstraat, is met algemeene stemmen
tot predikant beroepen ds M. Keulemans te
Middelburg.
Ds J. G. Deur, pred. te Leerbroek, heeft
voor het beroep naar O. W. Souburg bedankt.
Door den kerkeraad der N. H. G. te
Westkapglle is den 22 dezer met algemeene
stemmen tot predikant beroepen ds B. Bollée
te Oosterland.
Door een klein getal lidmaten der her
vormde gemeente te Oostkapelle is aan den
kerkeraad het verzoek gericht de reformatie
der kerk ter hand te nemen en de Dordsche
kerkorde van 1618 in te voeren.
Als een waardig besluit van de feestvie
ring ter eere van het jubileum van den
weleerw. heer J. A. Eversteijn te Goes werd
's avonds in diens tuin door het Harmonie
gezelschap Euphonia een concert gegeven, af
gewisseld door de uitvoering van enkele zang-
stukken.
De deken, die bovendien door vele stoffelyke
bljjken van belangstelling verrast werd, be
tuigde voor een en ander zyn harteljjken dank.
De belangstelling was dan ook zeer groot, zoo
wel van gemeentenaren als van daarbuiten
wonende ontving de jubilaris een stroom van
kaartjes, brieven en telegrammen.
Het seminarie ter opleiding Van missio
narissen voor de missie van kardinaal De Lavi-
gerie zal naar aan het Nieuws gemeld wordt
in Nederland gevestigd worden, en wel in het
bisdom 's-Hertogenbosch, nabjj Haren, op den
huize Gera. De omstandigheid, dat in Ne
derland plaatsvervanging in het leger mogelyk
is en ook by afschaffing daarvan vrijstel
lingen voor geestelijken worden verleend
moet van zeer veel invloed geweest zijn op
de keuze van het land, waar het seminaire
zal gevestigd zyn.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg,
Heden, Dinsdag, zyn veroordeeld wegens:
mishandeling: J. V., 17 j., schippers
knecht, en F. B., 17 j., leurder, beiden Clinge,
en P. M. de R., 59 j., visscher, Terneuzen,
ieder tot 3 b. s. 3 d. h.
diefstal: J. R., arbeider, Clinge, tot 7 d.,
en S. D., 18 j., dienstmeid, Oostburg, thans
alhier gedetineerd, tot 3 m. gev.
b e 1 e e d i g i n g R. D., 55 j., tuinier, Ter-
neuzen, tot ƒ12 b. s. 10 d. h.
beschadiging van eens andera
goed: N. D. Fz., 21 j., arbeider, Westka-
pelle, tot f 5 b. s. 5 d. h., en
bedelarjj: P. W. B., 48 j., zonder midde
len van bestaan en zonder vaste woonplaats,
thans alhier gedetineerd, tot 12 d. hecht., met
last tot zyne plaatsing in eene rijkswerkin
richting voor den tyd van éen jaar.
Allen in de kosten.
Vrygesproken zynP. O., 54 jmet
selaar, Aardenburg, beklaagd van mishandeling,
en P. J. D., 43 j., bontwerker, 's Gravenhage,
thans alhier gedetineerd, beklaagd van land-
loopery, laatstgenoemde met bevel tot zyne
invrijheidstelling.
Kantongerecht le Middelburg.
Heden (Dinsdag,) zyn veroordeeldC.
D.,
Westkapelle, wegens het verwekken van rumoer
des nachts, tot 2 b. s. 1 d. en verder wegens
dronkenschap: P. d. W., W. J. C. v. W., Mid
delburg, C. d. M. en L. V., Vlissingen, ieder
tot 3 b. s. 2 d.F. v. d. B., Dellt, J. J. A.
B., Rotterdam, M. d. M., C. N., Domburg, N.
H., R. J. K., G. J. J., Vlissingen, H. C. v. D.
zonder bekende woonplaats, ieder tot 1 b. s. 1
d.C. v. R., Middelburg, J. de P. en M. d. W.,
Vlissingen, ieder tot 2 weken hechtenisC.
A. K. en J. J. H., Vlissingen, ieder tot 3 dagen
heoht.A. K., J. P. C., J. C. de M., M. M.,
Vlissingen, ieder tot ƒ5 b. s. 2. d.J. J. L.,
Vlissingen, tot 1 week h,C. R., Vlissingen
en M, 'tG., Axel, ieder tot 3 weken h.L. d.
R. en P. E., Vlissingen, ieder tot 2 b. s.
2 d.J, J. H., Vlissingen, tot 3 d. h.H. v. S.,
Vlissingen, tot 3 maal 2 weken h.
En allen in de kosten van het geding.