Donderdag 22 Augustus. KEMSGEVIHG. N°. 198. 132e Jaargang. 1889. ONTGINNERS. Middelburg 21 Augustus. "FEUILLETON- Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s J met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-=! Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën': 20 cent per regel. Bij abonnement lager! Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! BEKENDMAKINGEN. VIIIDFIRI RGSOil CO! RAM. Thermometer. Middelburg 21 Aug. vm. 8 u. 59 gr, ai. 12 u 66 gr. av. 4 u. 70 gr. F Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Nieuwenhuuzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam; de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daitbe Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen Opening jacht op klein wild. De commissaris des konings in Zeeland ge zien het besluit van de gedeputeerde staten van 16 Augustus 1889, no. 85gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87) maakt bekend, dat de opening der jacht op klein wild, met uitzondering van die op fa zanten, in de provincie is bepaald op Zaterdag 31 Augustus 1889 voorts dat de jacht op fazanten zal worden geopend op Dinsdag 1 October 1889, en dat de korte jacht zal geoorloofd zijn dagelijks en de lange jacht op Maandag, Woensdag en Zaterdag van iedere week, alsmede op de vier dagen, voorafgaande aan de sluiting der jacht, alles met uitzondering van de Zondagen. Middelburg, 17 Augustus 1889. De commissaris des konings voornoemd, DE BRAUW. Bjj kon. besluit is aan den inspecteur van het loodswezen enz. in het 2e district te Ter schelling P. B. Logger, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit die betrekking, behoudens toekenning van zoodanig pensioen als waarop hij zal bevonden worden aanspraak te hebben; en benoemd tot inspecteur van het loodswezen aldaar, de commissaris der loodsen te Antwerpen G. T. Roorda. Bjj kon. besluit zijn benoemdtot ontv. der dir. bel. en acc. te Hasselt c. a., A. Mulder jr, eerste klerk bij het dep. van financiën (afd. comptabiliteit en verificatie), te 's-Gravenhage tot ontv. der dir. bel. en acc. te Uithuizen c. a., J. ter Haar, ontv. derzelfde middelen te Kollum c. a., tot ontv. der dir. bel. en acc. te Menaldum c. a., (res. Dronrjjp), P. de Bruyn, ontv. derzelfde middelen te Lisse c. a.tot ontv. der dir. bel. en acc. te Dongen c. a., J. M. du Celliée Mulder, ontv. derzelfde mid delen te Montfoort c. a. Aan den commies van het dep. van fin. W. J. van Sandick, is bij kon. besluit, op zjjn verzoek, eervol ontslag uit genoemde betrekking ver leend, behoudens aanspraak op pensioen. Nog is aan den dir. van het post- en tele graafkantoor te Winterswijk, P. Th. de Ridder, op grond van ongeschiktheid wegens lichaams gebreken, op zjjn verzoek, eervol ontslag ver leend uit die betrekking. De Soerab. Crt. verzekert, dat de heer Spren- ger van Eyk de grootste concurrent is voor het presidium der Javasche bank. Op voorstel van den heer Kerdjjk zullen de nog niet gedrukte, bij het onderwjjsvoorstel behoorende staten worden gedrukt, welke be- Uit het Deensch van Kristofer Kristofersen. VIII. Bezoek. Björn zag na deze hatelijke woorden van zijn toekomstigen pachtheer verbaasd naar den jongen man, die, zooals hjj wist, onlangs thuis gekomen was van een verre reis. »Maar zouden wjj hier niet eerst in dit water gaan visschen vroeg een van de twee anderen. >Hier kunnen wij zeker een goede boot krijgen.1' Björn lachte. Een boot op de Zwarte rivier? dien vent zat het verstand ook niet in den weg 1 »Is er visch in dat water vroeg de zoon van den landheer en wierp Björn een glui- perigen, zjjdelingschen blik toe. »Ja visch is er", antwoordde deze kalm. »En gjj vangt zeker wel eens wat Ja daar behoefde hjj geen geheim van te maken. Hij ving soms heel veel. Als men dat vroeger niet gedaan had, kwam bet zeker vatten de opgaven van het in openbare en bijzondere scholen geheven schoolgeld en van de lichamen, van welke de bijzondere scholen uitgaan. In het Centrum schrijft dr Schaepman aan het slot van een artikel over leerplicht Na al hetgeen in het verslag over het ver band tusschen den leerplicht en het aanhangig wetsontwerp is gezegd, is het onnoodig hier over verder uit te weiden. Het is meer dan voldoende gebleken, dat de meeningen over leerplicht, over den omvang, de wijze van in voering en wat dies meer zij, nog zeer uiteen- loopen. Maar daarbjj, indien men van de vraag over den leerplicht geen politieke vraag wil maken, dan behoort men haar zeker ter zijde te laten bij de behandeling van dit wets ontwerp. Het doel van dit wetsontwerp is duidelijk aangegeven. De regeering heeft zich stipt aan haar program gehouden en alle vragen van zuiver paedagogischen aard laten rusten. De uitzonderingen, die zij hier of daar op dezen regel toeliet, zijn van weinig ingrijpende be- teekenis. Met den leerplicht is het iets anders. Hier over loopen ook onder partjjgenooten de mee ningen uiteen. De zaak is van zooveel om- vattenden aard, dat men aarzelt haar in bij zonderheden te bespreken. Het nut wordt door den een zoo hoog geroemd, door den ander zoo laag aangeslagen, dat men niet weet wat te raden. De noodzakelijkheid wordt betwijfeld of onvoorwaardelijk erkendde mogelijkheid is voor den een onbewijsbaar, is voor den an der zonneklaar. In deze omstandigheden is hoe men ook over het beginsel denke een* practisch oordeel onmogelijk. Het kan alleen dan van eenige waarde zijn, wanneer het ge veld wordt over een ontwerp, dat door zijn artikelen de gelegenheid biedt tot het uit spreken van een beredeneerd ja of neen. Naar aanleiding van de weigering der re geering om leerplicht in de schoolwetsherziening op te nemen, schrijft de Prov. Gron. Crt »Het standpunt der regeering is onbegrijpe lijk. Zij was het, die bij de behandeling dei- wet op den kinderarbeid de bevoegdheid tot kortwieken der. macht van de ouders over het kind predikte gaaf en zonder voorbehoud. In het kader dezer wet, van welker aanneming zij zich de eer toekent, past de leerplicht pre cies. Men kan beweren dat hij van de wette lijke maatregelen tegen den kinderarbeid het noodzakelijk complement is, de sluitsteen zon der welken de eerstgenoemde wet niet heilzaam werken kan. En in haar antwoord op het onderwijsverslag verklaart de regeering »niet vijandig te staan tegenover het denkbeeld van den leerplicht." Maar als men van haar de invoering vraagt, wijkt zij terug en tracht met een later later te ontspringen aan den dans. »Schuilt er dan wezenlijk een adder onder het gras Het maakt dien iniruk. In elk gevalop het program der liberale partij staat de leerplicht sedert lang. De gelegenheid nu dit deel van hare taak te volbrengen, mag zij niet laten voorbijgaan. Destructief tegenover het ontwerp treedt zij niet op, als zjj tracht dat de menschen bang waren voor de berg- »Zoo, zooworden op die wijze de heerlijkheden van het landgoed verspild en matigt men zich maar zoo ongeoorloofd het recht aan om te stelen. Gij weet toch zeker wel dat gij iets onwettigs doet, wanneer gij in dit water vischt sprak de aanstaande land heer tot den pachter en kneep de oogen dicht. Neen, dat wist Björn niet. Hij keek den jongen heer openhartig aan en kon maar niet beseffen dat het fijne stadsheertje, met zijn stijve, trotsche houding, iets met hem te maken kon hebben en moest zich geweld aandoen om het te gelooven. »Ik heb altijd verlof gehad van den pacht heer", zei hij na een poos. »Ja van vader dat is wat ik zeg hij heeft zich altijd laten bestelen door zijn pachters en alles goedgevonden. Daarom hebben zij zijne bezitting ook bijna geheel opgegeten. Dat moet anders worden", beloofde de erfgenaam. »Sta u nu daar niet boos te maken om niets", viel de man uit de hoofdstad goedig in, »gij vergalt ons het genoegen van hier in een onbedorven oord, onder eenvoudige natuur kinderen te komen, met uwe praatjes over bebouwing, beplanting, bemesting en opbrengst, waar gjj altjjd mee aankomt. Is dat den kerel nu te misgunnen dat hjj af en toe een forel vangt Ik geloof dat wjj het ook zouden doen, daarin den leerplicht in te lasschen. Immers de regeering onderschrijft het beginsel. En met de opneming van het beginsel is voor- loopig genoeg gedaan. Maar ook niets te veel. Yoor de liberale partij is het een nu of nooit. Stemt zij vóór de wet, zonder dat daarin de leerplicht voorkomt, zij zal concessies doen, maar geene ontvangen. Wat in lijnrechten strijd zoude zijn met de sterke stelling, die zjj inneemt. En met het karakter der aanhangige wet bovendien, die in de eerste plaats eene politieke is, zoodat »aan de voorstanders der twee tegenovergestelde richtingen concessiën gedaan moeten worden." De Staatscourant van 21 dezer bevat de op 29 Oct. 1888 te Konstantinopel gesloten inter nationale overeenkomst, bestemd om ten allen tijde en aan alle mogendheden het vrije gebruik van het Suez-kanaal te verzekeren en de op 29 Nov. 1888 te Parijs tusschen Nederland en Frankrijk gesloten overeenkomst, om het geschil nopens de grensregeling tusschen Suriname en Fransch-Guyana aan eene scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen. In de Staats-Crt. wordt de aandacht van het publiek gevestigd op de omstandigheid, dat de vermindering van het port der ge drukte stukken, papieren en bescheiden en monsters van koopwaren, van 5 cent tot 3 cent voor elk gewicht van 50 gram of gedeelte van 50, met een minimum van 15 cent voor de papieren en bescheiden en van 5 cent voor de monsters, welke portvermindering is vastgesteld bjj het koninkljjk besluit van 24 Mei jl. Staatsblad no 68), alleen van toepassing is voor de verzendingen naar de Nederlandsche koloniën en bezittingen in Oost-en West-Indië, langs een anderen dan den rechfat.reekschen zeeweg. De vermindering geldt dus niet in het verkeer met de landen der algemeene postvereeniging, bedoeld bjj art. lc van het koninklijk besluit van 14 Maart 1879 Staatsblad no 45), waarvoor het port der hierboven ver melde stukken, evenals vroeger, op 5 cent voor elk gewicht van 50 gram of gedeelte van 50 gram, met een minimum van 15 cent voor de papieren en bescheiden, en van 7£ cent voor de monsters, bepaald blijft. Meermalen toch komt het voor dat gedrukte stukken, papieren en bescheiden en monsters van koopwaren voor Britsch-Indië, de Straits- Settlements, China, Japan, enz. met 3 cent per 50 gram gefrankeerd zijn, wat ten gevolgb heeft, dat een port ten bedrage van het dubbele van het ontbrekende bedrag, ten laste van den geadresseerde gebracht wordt. Door den christeljjk-historischen kiezersbond Marnix is een adres gericht tot den koning en de Tweede kamer, uitsprekende de bezwa ren van den bond tegen het ontwerp van schoolwet-wjjziging en den wensch te kennen gevend, dat het ontwerp veranderd worde in dier voegedat de verplichting van alle ge bruikers, die niet on- of minvermogend zijn, om zeiven den kostenden prijs te betalen, uit gangspunt zjj van de schoolwet-wjjziging. gjj en ik, als wij in hetzelfde geval waren wat »Hier is geen sprake van misgunnen, maar recht moet recht zijn en elk onwettig ingrijpen in de rechten van den landheer zal voortaan ernstig gestraft worden 1" verklaarde de jonge Bah streng en voegde er zachter bij, terwijl hjj zjjn vriend voorbij liep. sik houd er niet van dat gjj uwe lichtzinnige, radicale beschouwingen uitbazuint, zoodat ons volk het hoort; zjj worden toch al aanmatigend genoeg." De drie, die in de hut thuis hoorden, drukten zich zoo plat mogelijk tegen den muur om plaats te maken voor de drie heeren, die elkaar opmerkzaam maakten hoe schamel een woning toch kon zijn, en er zich over verheugden dat zij nu zoo'n armoedig berghutje gezien hadden en er van den winter in de stad van konden vertellen. Zij keken naar den haard en naar het zolderluik en verbaasden zich dat men daar des winters kon wonen, ja, want 's zomers was het wel aardig om zoo in rust en vrede te leven en eindelijk legden zij een paar schellingen op de tafel, voor de melk, zeiden zij. Maar Ingrid beweerde dat het veel te veel was en zich verwonderende dat de inhaligheid hier nog niet doorgedrongen was, moest de goedhartige stedeling het geld dat boven den prjjs van Ingrid voor de melk was, weer opsteken. »Komt laat ons nu gaan", zei de aan- Ook vestigt Marnix de aandacht op zijn bezwaar tegen het ongewijzigd gelaten art. 33; op de noodzakelijkheid van onverwijlde grond wetsherziening, bepaaldeljjk van art. 192 alsmede op den vaccine-dwang. Het bestuur van de vereeniging de Dageraad heeft eenige beschouwingen betreffende het wetsontwerp tot herziening van de wet op het lager onderwijs aan de Tweede kamer ter over weging aangeboden. Adressant is van meening, dat het standpunt bij het ontwerpen dezer wijziging ingenomen, dat de ouders in de allereerste plaats geroepen zjjn te zorgen voor het onderwjjs hunner kinderen, en de toepassing daarvan in het voorschrift dat een billijk schoolgeld moet geheven worden van ieder schoolgaand kind met uitzondering van bedeel den on vermogenden, niet in overeenstemming is met het staatsbelang. Op den staat rust minstens geljjken plicht als op de ouders, daar gelaten nog of niet zelfs uitsluitend de staat geroepen is de kosten voor voldoend onderwijs te bestrjjden. De bestaande redactie van art. 46 al. 14 verdient daarom verreweg de voor keur boven de voorgestelde. Verder betoogt adressant, dat het onderwjjs in het belang der gemeenschap voor allen toe gankelijk, voldoend en algemeen moet zjjn dat slechts de staat bjj machte is daar voldoende voor te waken en dat het dus de plicht van den wetgever is, zulke maatregelen voor te schrijven, dat het onderwjjs aan dien drieledi- gen eisch beantwoorde. Adressant verzoekt der Tweede kamer er voor te waken, dat door de aangewezen gevaren geen onherstelbaar nadeel aan het onderwjjs des volks worde berokkend, er voor te zorgen, dat door eene volkomene gelijkstelling van het bjjzonder met het open baar onderwjjs zoo in plichten als rechten een krachtige stoot ten goede aan ons onderwjjs worde gegeven, en g&g eiuQciyit *3.0©*- iü-roo^isag van den leerplicht tot minstens het veertiende jaar aan den meest dringenden eisch des tijds worde voldaan zonder welks inwilliging de beste wetten op het onderwjjs weinig of niets zullen baten ten behoeve van de groote massa des volks. Men meldt, dat de gouverneur van Atjeh, tijdens zijn jongste verblijf te Edi, aan den vorst op staanden voet een boete van 50.000 dollars heeft opgelegd, met de mededeeling, dat hjj van uit Kota-Radja nader zou melden, wat nog moest worden bjjbetaald. Alle onkosten, voor de laatste opstootjes ge maakt, worden den Radja in rekening gebracht, het overvoer en de verpleging van de troepen, de aan verminkte militairen uit te betalen gagementen én pensioenen, het verlies van wapenen en munitie enz. De vorst heeft onmiddellijk de 50.000 dollars betaaldmen vreest evenwel te Edi, dat hjj, liever dan langer zulk een verantwoordeljjk- heid te dragen eerstdaags voor goed naar het meer rustige Singapore zal uitwijken. Aan het verslag der voornaamste gebeurte nissen in het gouvernement Atjeh en onder- hoorigneden, loopende van 23 Juni jl. tot en staande grondeigenaar, die weinig deelgenomen had aan de bewondering van de hut. »Gjj zijt zeker gereed om met ons mede te gaan, Björn klonk het meer bevelend dan vragend. Björn had er niet veel lust in. De manier en de taal van den zoon van zjjn pachtheer hadden hem gehinderd en na het eerste gevoel van kleinheid en geringheid tegenover den jongen man, was er een zweem van zelfbe- wustzjjn bij hem boven gekomen. Hij had er nooit goed over nagedacht wat eigenljjk een pachtheer was en had zich echter daar onder nooit iemand anders voorgesteld dan den ouden Bah, goedig, rechtschapen, die wel eens kon uitvallen, maar nooit iets anders op het oog had dan zjjn bestwil. Nu kwam eensklaps de gedachte aan een heer en meester. Niemand zou het aan hem gezien hebben, terwjjl hjj daar eerbiedig en stil bjj den haard stond en niets scheen te hooren of te verstaan van hetgeen die vreemden overjzjjne zaken en omstandig heden praatten. Maar het was als een zachte dauw, die in hem viel, iets iets dergeljjks als Hendrik bjj zjjn vertrek in hem opgewekt had. Maar hjj ging toch mee den berg op om de bagage van de heeren te dragen. En hij hoorde hen onder het wandelen samen spreken over het ontginnen van woeste gronden. Zjj waren het niet eens, dat hoorde bjj wel. Hjj, die zoo even gezegd had dat men Björn niet mocht misgunnen dat bjj af en toe een forel met 5 dezer, wordt door de Jav. Ct. het vol gende ontleend Groot-Atjeh. Verscheidene posten in de linie werden nu en dan meer of minder hevig be schoten. Op den 23en Juni werd binnen Boekit Karang de militaire commandant, de le luit. J. H. R. Steinmetz en op den 27en Juni binnen Lamdjamoe een inlandsch fuselier gewond, ter wjjl binnen Lamith op het bastion een kanon nier een schot door het hoofd kreeg en sneuvelde. Tusschen Kota Alam en Oleh Karang, Lambaroe en Kota Radja en tusschen Siroen en Lambaroe werden in verschillende nachten telephoondraad geroofd en isolatoren vernield. Gedurende den verslagtijd keerden Toekoe Tjoet Toengkoeb en zijn oom Toekoe Moeda Rajjoek van uit Pedir met ongeveer 1000 mannen, vrouwen en kinde ren naar hun geboortegrond in de XXVI Moe- kims terug. Onderhoorigheden. Op de Noord-, Oost- en Westkust bleef de toestand stationnair. In het Edische bleef het rustigin eene door den waarnemend adsistent-resident ter Noord- en Oostkust te Edi belegde vergadering, waaraan al de hoofden van de beoosten Koewala Djamboe Ajer gelegen Atjehsche staatjes deelnamen, hebben deze zich bjj geschrift solidair aanspra- keljjk gesteld voor de rust te Edi. Te Melaboeh werden de kampongs in den omtrek van onze versterking nu en dan verontrustop de ver sterking werd echter geen schot gelost. Er woei meestal een vrjj harde westen- en zuid westenwind; regen en droogte wisselden elkander af. De gezondheidstoestand was stationnair het gemiddeld aantal lijders, in het militair hospitaal te Panteh Perak opgenomen, bedroeg per dag 23, tegen 24 gedurende den vorigen verslagtjjddaarvan waren 6 lijdende aan beri-beri, tegen 4 gedurende den laatsten ver slagtjjd, zoodat de stand dier ziekte weder minder gunstig is geworden. In een vergadering van de Amsterdamsche af deeling der Vereeniging voor algemeen kies- en stemrecht is de heer Fortuyn candidaat gesteld voor het lidmaatschap van den gemeenteraad. Het wetsontwerp, hetwelk strekt om aan da regeering gelden toe te staan voor de uitbrei ding van het wapen der maréchaussée, is door de groote meerderheid der leden in de Tweede kamer met ingenomenheid ontvangen. Men was van gevoelen dat het prestige der maréchaussée grooter is dan dat der rjjksveld- wacht, dewijl in geval van onlusten het gebruik der maréchaussée gebleken is de voorkeur te verdienen boven dat der militaire macht, wier optreden somtjjds verbittert en die meer ge- eigend is om rustverstoring te onderdrukken dan om die te voorkomen. Er werd gevraagd of het de bedoeling der regeering is den dienst der maréchaussées, gaandeweg in het geheele rijk in te voeren, en hoe in plaatsen, waar geen garnizoenen zijn, voor de huisvesting der manschappen ge zorgd zou worden. Eindeljjk werd tegen den naam van het wapen eenig bezwaar gemaakt. Het scheen voegzaam dien naam, welke afkomstig is uit de dagen van Napoleon I, door een Nederland- schen te vervangen. ving, meende dat zulke ontginners het recht moesten hebben om te jagen en te visschen, zooveel zij wilden, en alles te nemen wat zij gebruiken konden, wat de wildernis opleverde, maar de aanstaande landheer vroeg spottend: »Maar moeten wjj, aan wien de grond be hoort dan niets hebben »Dat is al heel dom, dat de grond aan u behoort, terwjjl gjj er niet eens de gesteldheid van kent 1 »Stil 1" de erfgenaam keek over zjjn schouder en zei: »Gjj kunt in alle geval wel wat mindér hard schreeuwen, dat die kerel het niet hoort. Neen, vriend, men moet de zaak verstandig beschouwen. Die menschen zijn al heel blij, als men hun een plekje gronds afstaat om te ontginnen anders moesten zjj van honger omkomen. En wij grondeigenaars hier in Noorwegen moeten werkelijk de zaak practisch aanvatten. Wij moeten alle soorten van privilegiën afschaffen, als het ons goed zal gaan. Mijn vader is veel te slof geweest met de pachtcontracten hjj heeft goede, vrucht baar gemaakte stukken weer laten pachten door de zoons der oude pachters en bjjna op de zelfde voorwaarden. Ik zal dat anders inrichten." Iedere oude pachthoeve zal ik bij de hof stede trekken en dan maak ik de verafgelegen bergweiden tot pachtterrein. Niemand zal iets anders dan woeste gronden ter ontginning kunnen krijgen. Alleen op die wjjze kan ik van de hofstede een landgoed maken, dat gs*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1