N°. 196.
132® Jaargang.
1889.
Dinsdag
20 Augustus.
ONTGINNERS.
Middelburg 19 Augustus.
Deze courant verschijnt d a g e I ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
""FEUILLETON.
LETTEREN EN KUNST.
ten en een goddeloos leven. P»n flikkerden
Hlllltflllt III.s
oil rant.
Advertentiën
Thermometer.
Middelburg 19 Aug. vm. 8 u. 63 gr.
m. 12 n 71 gr. av. 4 u. 68 gr. F
Verwacht Z. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van V
Neeuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- I moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh Van Ditmae te Rotterdamde Gebb. Belineante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mae Azn, te Amsterdam, i aan het bureau bezorgd zjjn, willen
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
Bp kon. besl. zjjn benoemd: tot burgemeester
van Bergambacht, jhr A. H. P. C. van Such-
telen van de Haare, en tot burgemeester van
Ammerstol, F. C. H. Rojjaards.
Nog is aan J. Overman eervol ontslag ver
leend als ontvanger der registratie en domeinen
te Horst, behoudens aanspraak op pensioen, en
in zijne plaats benoemd H. W. de Wilde, thans
surnumerair der registratie en domeinen.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal op Donderdag den 22en Augustus
eerstkomende niet plaats hebben.
die in het advies zijn vermeld, kan het ant
woord niet twijfelachtig zijn.
Maar bovendien, nachtwerk in het algemeen
deugt niet. Want dientengevolge kwjjnt het
huiselijk leven in ontelbare gezinnen en waar
dat leven kwijnt, daar welt een bron van ar
moede en ellende. Een zegen voor onze arbei
dersbevolking en in het belang van heel de
maatschappij zou het dan ook zjjnindien
nachtarbeid ook van volwassenenzoo niet
geheel, dan toch zooveel doenljjk afgeschaft
werd. Nu moge aangezien dit voor menige
industrie een kwestie van stilan of vallen is
tegenover buitenlandsche concurrentie daar
aan niet te denken wez :n zonder een inter
nationale regeling, die nog verre is. Doch
laat ten minste, in afwachting van dat betere
der toekomst, alvast den jongeren van jaren
de weldaad door den wetgever hun toegedacht,
niet ontgaanwaar het niet onvermjjdeljjk
blijkt, hun die te ontnemen".
Door den heer W. A. Scholten, fabrikant te
Groningen, is aan den minister van justitie ver
gunning gevraagd, ook voortaan jongens van 14
tot 16 jaren in zijne papierfabriek te Sappemeer
om de andere week des nachts aan het werk
te mogen houden. De minister vroeg het advies
van Ged. staten, die de kamer van koophandel
van Hoogezand-Sappemeer raadpleegden. Deze
adviseerde met algemeene stemmen om niet
alleen dit verzoek in te willigen, maar ook
den minister uit te noodigen aan alle papier
en tarwemeelfabrikanten die nacht en dag
werken, gelijke vergunning te geven.
In het Sociaal Weekblad wordt dlaarover door
den heer C. Hoekstra het volgende geschreven:
«Wij erkennen de mogelijkheid van gebie
dende redenen die nopen kunnen tot de ver
gunning, om in dit opzicht van het verbod
der wet af te wijken. Doch men heeft het
recht te verlangen, dat in een advies ten gun
st e van zulk een vergunning klemmender argu
menten worden bjjgebraeht dan de bloote
verwjjzing naar den drang der concurrentie;
een argument, waaraan in zjjn vage algemeen
heid, vooral waar het den heer W. A. Scholten
geldt, zooals hier het geval is, zeker geen over
wegende waarde kan worden gehecht. Alsof
de daardoor noodig geworden verhooging van
arbeidsloon het batig saldo der papierfabriek
te Sappemeer tot een nadeelig maken zou
En dan de raad aan Ged. staten, den minister
van justitie uit te noodigeu, bet daarheen te
leiden, dat aan alle papier- en tarwemeelfabrie-
ken, die dag en nacht werken, gelijke gunst
worde toegestaan, als waarom de heer Scholten
heeft gevraagdKan het eenzijdiger Er
zullen nog wel andere fabrikanten zjjn, die
dat privilege even begeerlijk achten, en met
evenveel recht zullen kunnen zeggen»Och
het werk, dat de jongens 's nachts te doen
hebben beteekent niet veel
Ons dunktbjj een kwestie als deze is de
vraag gerechtvaardigd, of het te verantwoor
den is, dat voor jongens van bedoelden leeftijd,
die nog kinderen zjjn, de natuurorde verbroken
wordt, waardoor lichaam en geest beide ge
schaad worden, met terzijdestelling van wette
lijke bepalingen. Indien geen betere en meer
afdoende argumenten worden aangevoerd, dan
In de berichten der Indische mail, ioopende
van 13 tot 15 Juli, wordt o. a. uit Kotta
Radja geschreven, dat weer 150 mindere mili
tairen met deze mailboot naar Padang zjjn
overgebracht, waarvan ruim 100 met beri-beri.
Ook onder de officieren gaat de ziekte weer
eenige offers vragen.
Naar aanleiding van een bjj de regeering van
den resident van Menado ontvangen bericht,
dat een Boegineesche handelaar van Gorontalo,
zekere La Oemasa met zjjn volgelingen, het
slachtoffer van tusschen Pargi en de Boegineezen
van Palos bestaande verwikkelingen geworden
en te Tariboeloe (een onderhoorigheid van Pa-
rigi) vermoord is, zou Z. M. stoomschip Java
bestemd om de vlag te vertoonen in de ver
schillende afdeelingen en eilanden, behoor ende
tot de residentiën Menado en Ternate, na den
kolen voorraad te hebben aangevuld, met den
meesten spoed naar Menado vertrekken, ten
einde den resident aldaar in de gelegenheid te
stellen, ter zake van dien moord een onderzoek
in te stellen.
ÏJit het Deensch
van Kristofer Kristofersen.
VI.
Uitgeput.
Hendrik lachte bitter na Björn's woorden, dat
hij geen arbeider noodig had en zei«Dat
weet ik maar gij hebt toch wel gehoord
dat ik volstrekt niet bjj n kom uit gebrek
aan werkIk die zoo goed door het heele
land békend ben en kan doen wat ik wil
Laten wjj elkaar helpen, vriendIk wil
hier even ais gjj een plek ontginnen, mij door
het grint heen werken, op den bergrug wonen
en op het dorp neerzien. Ik zal u helpen om
de schade door de overstrooming aangericht
te herstellen, gij zult mjj leeren hoe ik het
in deze wildernis moet aanleggen. Hier wil
ik zjjn. Wat drommelSla toe. Zullen
wij elkaar wederkeerig helpen?" Dit laatste
riep hij opgewonden, luiddruchtig uit doch
werd terstond weer ernstig en zag Björn aan
alsof hij nu gereed' was met vragen en een
antwoord verlangde bjj stak hem de hand
toe, met oogen waarin vastberadenheid flik
kirde.
Het hoofdbestuur der Vereeniging tot bevor
dering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid in
Nederland heeft, ter voldoening aan een wensch
der algemeene vergadering, aan den minister
van binnenlandsche zaken een adres gericht om
aan te dringen op spoedige regeling van het
professioneel onderwjjs voor ambachtslieden.
Het voegt er echter den wensch by, dat aan
een eventueel rjjks-subsidie ten behoeve van
het practisch professioneel onderwijs voor am
bachtslieden de bepaalde voorwaarde worde
verbonden, dat het bestuur dezer scholen niet
meer dan noodig is voor de belangen van het
onderwjjs der leerlingen in concurrentie trede
met de bjjzondere njjverheid.
Over het gewjjzigd ontwerp tot herziening
der onderwijswet verklaart de Arnh. Crt. zich
aangenaam verrast, omdat de regeering op
sommige punten heeft toegegeven, waarop het
blad een halstarrig vasthouden aan met zeke
ren ophef vooropgestelde beginselen meende
te moeten verwachten. Ten aanzien van twee
punten vooral, en wel hoofdpunten van debat,
acht zjj den in de antwoorden van den minister
van binnenlandsche zaken op de bedenkingen
van de kamer aangeslagen toon vrjj wat lager
dan die, waarin de memorie van toelichting
was geschreven; en die hoofdpunten zjjn: de
met veel nadruk aangekondigde rechtsgelijk
heid voor bjjzonder en openbaar onderwjjs, en
de onbeperkte vrjjheid, voor de gesubsidieerde
sectescholen geëischt. In het gemeen overleg
tusschen regeering en vertegenwoordiging wordt
het motief van rechtsgelijkheid ver op den
achtergrond geschoven om het subsidiestelsel
voornamelijk uit het oogpunt van billjjkheid
te beschouwen, en terwjjl de vage bepalingen
van het oorspronkelijk ontwerp, welke zekeren
schjjn van waarborg tegen misbruik van het
subsidiestelsel heetten op te leveren, met opzet
zóo waren geredigeerd om «de vrjjheid van
onderwjjs, in gezonden zin opgevat, volkomen
ongeschonden" te laten, heeft de minister thans
daarin eenige stellige voorschriften opgenomen,
die althans eenigen wezenljjken waarborg op
leveren, maar dan ook de «onmisbare vrjjheid
van de bjjzondere school", waaraan eerst niet
getornd mocht worden, moeten aantasten.
Met de opname van gymnastiek als verplicht
vak in het gewjjzigd ontwerp is Het Centrum
zeer weinig ingenomen. Het blad meent, dat
de invoering der »vrjje en orde-oefeningen der
gymnastiek" op menig bezwaar zal stuiten en
daarom acht het 't ook begrjjpeljjk, dat de re
geering de noodige overgangsbepalingen daar
voor in de wet wil opgenomen zien.
Beweging en lichaamsoefeningen houdt ook
het blad voor de jeugd zeer wenschelijk. Doch
daarvoor bestaat voor de kinderen buiten de
school ruimschoots gelegenheid. Op papier
doen gymnastiek, vrjje- en orde-oefeningen een
vrjj goed effect, doch als men deze in de scho
len uitgevoerd ziet, geven zij dien indruk niet.
»Wjj hebben, verklaart Het Centrumop voor
name kostscholen, kostbare gymnastieklokalen
met allerlei toestellen ongebruikt en ten laatste
afgebroken gezien."
Een «andere leeljjke bepaling", die alleen het
bijzonder onderwjjs betreft, vindt het Centrum
in de voorwaarde, die voor het verkrijgen der
rijkssubsidie gesteld wordt, dat in de meisjes
scholen ten hoogste twee uur per week in de
nuttige handwerken zal mogen besteed worden.
«Onderwijs en oefening in nuttige hand
werken, schrjjft het blad, achten wjj voor meis
jes vrjj wat nuttiger, dan zooveel te meer
lesover zoogdieren, over den beer, den oli
fant, en het openbaar-onder wijs-zoogdier, den
menschover afgelegen bergen, rivieren; over
koolzuur, waterstofgas enz.
«Gebrek aan werk voor meisjes is een der
groote klachten in ons land. In nuttige hand
werken staan onze vrouwen en meisjes ver bjj
andere volken ten achter. Zjj schjjnen, om
niet veel te noemen, niet eens onze boordeD,
overhemden en manchetten te kunnen maken,
voorwerpen, die wij bijna geheel uit het bui
tenland trekken. Laten zjj op de scholen, zoo
noodig, met de machine leeren werken, in
plaats dat het onderwijs in nuttige handwer
ken tot twee uren 's weeks beperkt worde.
Zjjn nuttige handwerken voor de vrouw des
werkmans niet hoogst noodzakelijk
Uit een zuiver paedagogisch oogpunt zjjn
nuttige handwerken op de school bovendien
hoogst aanbevelenswaardig.
»Een elk, die ietwat met het werkeljjk school
wezen bekend is, weet dat gedurende het laat
ste uur van den middagschooltjjd, de aandacht
der kinderen bjjna niet op te houden is. De
kinderen zjjn dan vermoeid en afgeleerd. Yoor
verbieden en straffen is het dan de tjjd, »en
de meester komt amper rond met slaan" zoo
als een boerenjongen tot zjjn vader zei. De
beste school wordt dan rumoerig, en het on
derwjjs vervloeit. Dit laatste uur wordt op
de bjjzondere school voor meisjes gewoonljjk
aan handwerken besteed. Daar onder wordt
nu en dan een liedje gezongen, en de tjjd zóo
hoogst nuttig besteed. Daar er Woensdags
en Zaterdags voor de meisjes gewoonlijk geen
school is, zjjn de overblijvende vier laatste
middaguren uitmuntend voor nuttige hand
werken geschikt. Op jongensscholen is leeren
en onderwijzen, in het laatste middaguur voor
jongens en meesters zelf een kruis. Verstan
dige onderwjjzers gebruiken dit uur dan ook
dikwjjls voor nuttige, ontwikkelende verhalen."
Het blad hoopt en vertrouwt, dat de rech
terzijde die, »vrjje en orde-oefeningen der gym
nastiek", (groote goden wat benamingroept
het uit) en die beperking van het onderwjjs
in de nuttige handwerken tot twee uur 's weeks
uit de wet zal lichten. Om deze verandering
zal «de booze Eerste Kamer" het wetsontwerp
niet verwerpen.
Het Volksblad, orgaan van volksonderwijs,
noemt het gewijzigd ontwerp tot wjjziging der
onderwijswet de tweede uitgave der herzienings
wet. »In werkelijkheid schrjjft het blad
hebben wjj te doen met eene tweede uitgave,
want ingevolge het gehouden overleg zjjn er
in het oorspronkelijke ontwerp niet geringe
wjjzigingen gebracht. En wjj aarzelen niet
het onbewimpeld uit te sprekenvoor den
voorstander van goed volksonderwijs en voor
den vriend der openbare school zjjn die wjj
zigingen nagenoeg alle verbeteringen. Het
hoofdbezwaar tegen het wetsontwerp, het in
ons oog zoowel uit staatsrechtelijk als uit
paedagogisch oogpunt afkeurenswaardig be
ginsel der subsidieering van de bjjzondere,
slechts voor ééne gezindte bruikbare school is
natuurljjk niet weggenomen, maar, men ontvein-
ze zich het niet, door de verschillende wjjzi
gingen, door den minister in zjjn oorspronkelijk
ontwerp gebracht, zijn de kansen van aanneming
der nieuwe onderwjjsregeling door beide Kamers
onzer staten-generaal zeer belangrjjk gestegen.
«Hiermede is echter niet gezegd, dat alle wjj
zigingen even gewichtig zjjn, maar met elkaar
vormen zjj toch eene niet onbeduidende verbe
tering van het oorspronkelijk ontwerp."
derland en Oranje stelde den heer Paul Striiter,
katholiek, candidaat.
De volgende redenen voert mr Haffmans in
het Venloosch weekblad aan ter invoering van
beschermende rechten.
Wjj zjjn innig overtuigd dat bjj de vermaarde
verkiezingen in het voorjaar van 1888 deze
overweging den doorslag heeft gegeven «Van
de liberalen krjjgen wjj nooit in der eeuwig
heid bescherming voor landbouw en industrie
dus weg met de liberalen 1"
En wat zal het nu zjjn, wanneer van de anti
liberalen ook geen bescherming komt Dan
zal men zeggen: Ik kies in het vervolg in 't
geheel niet meer, want het helpt toch niet." En
dan hebben de liberalen schoon spel.
Wij begrjjpen niet, dat de minister van wa
terstaat en van financiën dit niet inzien, dat
zjj zich niet haasten, het heffen van bescher
mende rechten voor te stellen. Een kind be
grijpt toch dat zulks noodig is.
Niet omdat het vóór de verkiezingen beloofd
is, dit zou minder zjjn, een ministerie be
hoeft niet alles te doen wat anderen beloofd
hebben't is al mooi, als het zjjn eigen be
loften vervult, maar omdat men het ver
wacht, omdat men er op gerekend heeft, toen
men anti-liberalen ging kiezen.
Waarljjk, de stemmen van hen die uitslui
tend, omdat van de liberalen geen bescherming
te wachten is, op anti-liberalen gestemd heb
ben, kan onze zwakke meerderheid niet missen.
Al wordt de schoolwet gewjjzigd, al wordt in
dit opzicht voldaan aan het verlangen onzer
kiezers, het helpt niet, geloof me, het helpt
niet. Er moeten beschermende rechten komen,
of de boel gaat codille.
Intusschen, al wierd zelfs aan deze twee
rechtmatige eischen voldaan, al had men niet
meer te klagen noch over onze sohoolwetge-
ving, noch over onze tariefwetgeving, dan loopt
het nog mis, wanneer de plaatsvervanging wordt
afgeschaft.
Naar men meldt neemt de belangstelling in
de arbeiders-enquête, door de werklieden te
Amsterdam te houden, steeds toe. Er zjjn nu
omstreeks 20 sectiën gevormd, die elk een be
paalden werkkring hebben te vervullen.
In het geheel nemen thans 27 vereenigingen
aan deze beweging deel.
Ook door de kiesvereeniging Grondwet te
Amsterdam is de heer mr J. W. Alting Mees
candidaat gesteld voor het lidmaatschap van
den raad.
De anti-revolutionnaire kiesvereeniging Ne-
Het laatste nummer van Eigen Haard
bevat een historisch schetsje naar aanleiding
van het feest der Waldenzen. Daar bjj is een
houtgravure gevoegd, het portret van den leeraar
en aanvoerder Henri d'Arnaudverder een be
schouwing van den heer C. T. J. Louis Rieber,
over «Nederlandsch houtsnijwerk", met tal van
afbeeldingen der voorwerpen, waarop de beoefe
naars dezer herlevende oud-Nederlandsche kunst
zich 't meest toeleggen.
Daarin wordt met zeer veel lof melding ge
maakt van den houtsnijder Pieter Pujjpe Lz.,
de öljarige houtsnjjder tevens barbier te Oost-
«Maar de pachtheer
«Pachtheer de oude Bak daar zal ik
het wel meê eens worden", viel de Zigeuner
levendig in, «de oude Bak is de eenige man in
het dorpdie eenig verstand heeft. Die ziet
iemand niet boos aan en scheldt iemand niet
voor Zigeuner uit. Dat weet gjj ook wel,
Björn, want uw vrouw en ik zjjn van dezelfde
afkomst."
Björn sloeg de oogen neer. Het was waar.
Hjj wist dat Ingrid een onecht kind was maar
daar wilde hjj nu niets van weten. Zij had
gemaakt dat hjj het vergat. Maar in het dorp
was men het waarschjjnljjk niet vergeten.
Daarom was zjj als meisje meestal op zich
zelf geweest en daarom zonden de dorpelingen
hem gisteren zeker zoo weinig deelneming
betoond hebben. Maar het was hard om er
op die wjjze aan herinnerd te worden door
een verstooteling, die zich bjj hem wilde in
dringen en misschien onrust in zjjn huis zou
stokenDan gingen de ondeugden van dat
volk misschien ook op de kinderen over. Zou
het nu waarljjk gedaan zijn met het geluk
VII.
Hulp.
Een paar dagen later stonden Björn en
Hendrik tegenover de hut hout te zagen.
Neen hoe dat eigenljjk in zjjn werk was
gegaan dat hij daar boven op stond en op den
boomstam neer keek door een wolk van zaag
sel, dat kon Björn zelf niet begrjjpen. Dat
moesten kunsten geweest zjjn, die hjj niet ver
stond. En hjj had ook geen tjjd om zich te
verbazen, want wat kon die kerel aanzetten
tot werkenBjörn had altjjd bij zichzelf
gedacht dat hjj geen luilak was, die elk oogen
blik moet rusten en in zjjne handen spuwen
maar nu had hij toch zjjn man gevonden
Zulke forsche rukken aan de zaag had hjj
nooit gevoeld en als hjj meende dat Hendrik
al zijn krachten in eens verspilde, dan vergiste
hjj zich ookwant de kerel was des avonds
nog even flink als des morgens.
Björn wilde voor niemand onder doen, vooral
niet voor een zwerveling! Maar o weeowee!
hij voelde het in zjjn rug.
Hoe het in zjjn werk gegaan was dat hjj
een helper had, voor wien hjj vrees en bewon
dering tevens koesterde De kerel gunde
hem waarlijk geen tijd om tot bezinning te
komen en die vraag te beantwoorden. Hjj had
een stille hoop gehad dat Ingrid er iets op
gevonden zou hebben, om dat dringende aan
bod te helpen van de hand te wjjzen, maar
Ingrid had niets gezegd. Dus had hjj het aan
zjjn pachtheer overgelaten die zou den
zwerveling wel niets willen verpachten, en als
hjj niets pachten mocht, dan zou de lust om
te helpen hem ook wel vergaan maar Hen
drik kwam terug uit het dorp met het contract
in den zak en de vergunning van den pachtheer
om te helpen en hulp aan te nemen. Toen
had Björn er in moeten berusten. Nog nooit
had hjj zich zoo machteloos gevoeld om zjjn
eigen zin te doen.
En nu stond hjj daar op de stellage en
voelde zich bjjna als de ondergeschikte van
den ander. Hjj kon zjjn gelaat niet zien door
het zaagsel, dat hem in de oogen woei, maar
het was alsof hjj dien blik, dien donkeren
blik, die kon lachen en ernstig zjjn tegelijk,
op zich voelde rusten. En daarom wilde hjj
het niet opgeven, al deed zjjn rug hem nog
zoo'n pjjn, want dan zou Hendrik hem uit
lachen. Zoo werkten zij voort, totdat Ingeborg,
zjjn dochtertje, naar buiten kwam om hem
voor het avondeten te roepen.
«Gjj zjjt de sterkste kerel, met wien
ik nog ooit gezaagd heb", zei Hendrik.
«Hebt gjj er genoeg van vroeg Björn,
Hjj was zoo moede dat hij zjjn rug niet meer
voelde, maar dat gezegde deed hem toch heel
veel genoegenhet kwam zoo onverwachts,
alsof hjj toch degeen geweest was, die het
werk gedreven had. Hjj zag Hendrik veel
vriendelijker aan dan te voren. Maar toen deze
nu na den zwaarsten werkdag, dien Björn nog
ooit op de hoeve beleefd had, weer begon het
een en ander uit te voeren, de zaag aan te
zetten, de bijl bij te sljjpen en dergeljjken
meer, toen kon de flinke ontginner zjjne oogen
niet gelooven. Men had in het dorp wel eens
gezegd dat hjj hulp kreeg van de berggeesten,
maar
Men zag niet dat hjj werkte, die slanke,
buigzame gestaltehet was niet alsof hjj met
grove handen het werk aanpakte, zooals een
ander. Hij draaide een poos om iets heen,
stond een poos voorover gebogen, zonder iets
te zeggen en klaar was het.
Eenige dagen leefde Björn tusschen angst,
bewondering en tegenzin en Hendrik zei niet
veel; maar maakte zich onontbeerlijk.
's Avonds, als het werk afgeloopen was, nam
hjj het een of ander in de hut ter hand en
begon iets te vertellen, terwijl hjj half in een
hoek verscholen zat. En eiken avond kwamen
de kinderen dichter bjj hem.
Hjj begon meestal heel kalm en bedaard,
niet alsof hjj een verhaal wilde doen, maar
slechts een paar woorden in het gesprek
mengen over iets dat er eens gebeurd was,
en terwijl hjj dan zoo zat te babbelen, kwam
er spoedig een heele geschiedenis. Was hjj
eenmaal aan den gang, dan had hjj het spoe
dig over de zee en verre landen. Hjj had veel
gezien, die jonge man en overal had hjj schik
in. Maar terwjjl hjj kalm zat te vertellen
over breede 3tranden met uitgestrekte land
goederen, welvarende dorpen en fraaie steden
aan de zee waarop groote schepen, met
volle zeilen, hoe langer hoe verder, hoe langer
hoe verder wegvoeren, tot dat men er niets
meer van zag terwjjl hjj over zjjn werk
gebogen zat en daar geheel verdiept in scheen
barstte hjj op eens los met een wilda
legende vol uitgelatenheid, vreeseljjke gevecll»