Zaterdag 17 Augustus. N°. 194. 132" Jaargang. 1889. ONTGINNERS. Deze courant verschijnt d a g e 1 k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=3 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; IfóddQllmrg 16 Augustus. FEUILLETON* LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS" KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. niDDi'lbi mm (in rim. Thermometer. Middelburg 16 Aug. vm. 8 u. 66 gr. ni. 12 u 72 gr. av. 4 u. 66 gr. F Verwacht W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peltl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van NiETJWENHTruzEN. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie bureau van Nijgh Van Ditmab te Rotterdamde Gebk. Belintante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te een uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de consul te Buenos-Ayres, de heer Van Riet, voor het laatst tjjdens zjjn verblijf'hier te lande, aan 's ministers departement te spreken zal zijn op Dinsdag en Woensdag 20 en 21 Augustus e. k., des voor middags van 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 uren. Door den minister van koloniën zijn krachtens het kon. besl. van 29 Augustes 1883 (Ned. Staatsblad no 133 en Ind. Staatsblad no 249), de heeren J. B. van der Houven van Oordt, H. Selleger, B. T. W. van Hasselt, A. Mulder, J. P. W. Houtman, G. Engelberts, C. Canne, K. Wjjbrands, T. Brouwer, H. Doeff, W. A. J. Noltenius van Elsbroek, H. van Santwijk, J. A. H. S. Hanozet Gordon, J. A. Verstege, P. E. Mens Fiers Smeding, J. M. Masset, H. T. M. Pino Post, G. H. T. Wiggers van Kerchem en D. U. van Stenis gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indie om in administratieve betrekkingen daar te lande te worden geplaatst. Op het volgende omtrent een nieuwe regeling van de vergoeding voor reis- en verblijfkosten in het jongste verslag der Algemeene Reken kamer vestigt het N. v. d. I). de aandacht »In Januari 1888 deelde de minister van financiën aan de kamer mede, dat de toepassing der by het boninkljjk besluit van 1 Januari 1884 (Stbld no 4) vastgestelde bepalingen om trent de vergoeding voor reis- en verblijfkosten, van lieverlede eenige moeilijkheden had doen ontstaan, en tot enkele interpretation aanlei ding gegeven, welke de regeering niet langer wenschte te bestendigen; dat, met het oog daarop, besloten was die bepalingen te herzien, en dat de minister, in overleg met zijne ambt- genooten, eene nieuwe regeling had ontworpen, welke hjj met de bjjbehoorende nota van toe lichting aan de kamer ter beoordeeling inzond. »Het ontwerp gaf haar aanleiding tot eenige opmerkingen en bedenkingen, welke zjj bij brief van 13 Februari 1888 ter kennis van den minister bracht." Yreemd mag het heeten, zegt het Nieuws, dat de nieuwe regeling nog steeds op zich doet wachten! Onlangs schrijft het Marineblad bracht het Noorsche instructievaartuig voor adelbors ten, Nomen geheeten, een kort bezoek aan Amsterdam. Tjjdens het verblijf aldaar werd door officieren en adelborsten een krans gelegd op het praalgraf van Michiel Adriaans, de Rujjter in de Nieuwe kerk, als stille hulde aan de nagedachtenis van Neerland's grootsten zeeheld. In droeve tegenstelling met deze erkenning van ons roemrjjk verleden want door dien Uit het Deensch van Kristofer Kristofersen. VI. ITitgepat) De rivier Btortte snel naar beneden naar het dorp, vuil en gezwollen, vol leedvermaak en hoogmoedig, overstroomde zij de lage wei landen sleepte stukken akkerland, mest- hoopen, hekken en bruggen mee, kreeg toevoer van nieuwe beken, die uit den berg ontspron gen en zich een weg baanden door de rollende steenen, over de heide, over pas ontgonnen bouwland, onder boomwortels en groote rots blokken door, zjj drong in de kelders en onder de vloeren van stallen, loste de sneeuw op de heuvels op, werd tegengehouden door aard kluiten en groote steenen met een leven en een gedruisch dat de menschen, die sedert jaren in rust en vrede in den omtrek gewoond en gebouwd hadden, zoo deed schrikken, dat zjj de vlucht namen in de kerk en daar met vreeze en beven afwachtten wat er gebeu ren zou. Thans stond de menigte weer op het kerk- held te huldigen, lauwert men evenzeer een glorievol tijdperk uit onze geschiedenis is het feit, dat een der tjjdschriiten, hetwelk officieel ter lezing verstrekt wordt aan boord onzer schepen, Nederland geheel voorbijgaat bij eene opsomming van de in 1888 gebouwde oorlogsbodems. Eerst komen de groote mogenheden met hun rijen van nieuw ontstane kolossen, dan volgen de kleine zeemogendheden, maar van Nederland is geen sprake. Den naam wordt zelfs niet genoemd. Men had toch kunnen melden, dat het niets gedaan heeft, evenzeer als dit van de andere zeemogendheidjes is geschied Door den koning van Zweden is tot bijwo ning van het Orientalisten-eongres te Stock holm prof. M. J. de Goeje van Leiden als zijn gast genoodigd. De Hollandsche opera begint 1 Sept. te Amsterdam haar nieuwe campagne. Er zijn verschillende nieuwe krachten geëngageerd en de heer Yan der Linden zal over een nieuw orkest den staf zwaaien. Dumas schrijft een roman en een tooneel- stuk over hetzelfde onderwerp. De hoofdrol in het stuk is bestemd voor mile. Bartet van het Theatre Francais. Door de beide onderwijzers S. Roda en Dokker te Hansweert, is bjj de examens te Breda de hoofdacte verkregen. Naar men meldt zal het 25jarig bestaan der instelling voor onderwijs in de taal-, land en volkenkunde van Ned.-Indië, te Delft, in den aanvang van de maand September, feestelijk worden herdacht. Op Dinsdag 3 September zullen de colleges van den nieuwen cursus op plechtige wijze worden geopend, terwijl de volgende dagen eenige feestelijkheden plaats hebben, waarvoor door den raad der gemeente eene aanzienlijke subsidie is verleend. Bedankt voor het beroep naar Yeeredoor den heer J. van den Bergen, te Gelselaar. Door de rechtbank te Haarlem wordt thans behandeld de zaak tegen H. Y., oud 26 jaar, laatst wonende te Amsterdam, beschul- van in den nacht van 18 op 19 Juni jl. tus- schen 12 en 4 uur te hebben ingebroken in een der vertrekken van het kantoor der firma E. H. Krelage en zoon, aan den Kleinen Houtweg, en aldaar uit de gesloten medaillekast te hebben ontvreemd omstreeks 109 gouden-, zilveren- en zilver-vergulde medailles van verschillende ten toonstellingen, meerendeels prijkende mqt den naam Krelage, en die aan 3 verschillende per sonen te Amsterdam 10 Juni te hebben te koop aangeboden. Twee, Wortelboer en Con- senheim, hebben van hem gekocht voor ruim 800. C. neeft de door hem gekochte medailles, voordat hjj ze betaalde, bjj den essayeur Schone doen smelten en daarvoor 1072 ontvangen. Bekl. ontkent alle schuld. Verschillende ge tuigen hebben hem bepaald herkend, zoowel in zjjn schamele kleeding als den dag na den diefstal, toen hjj geheel in 't nieuw was. Aan den bekl. is als verdediger toegevoegd jhr mr F. W. van Styrum, adv. en proc. te Haarlem. Gisteren morgen ia in bekl. laars een briefje gevonden, door hem geschreven aan L. Con senheim, waarin hjj schrjjft»ik vertrouw op u, dat gjj zult zeggen mjj niet bepaald te her kennen, zoo niet, dan zal ik appelleeren als ik veroordeeld wordt, en dan zeg ik dat gjj f 500 aan den koop hebt verdiend en dat geeft u een leeljjken duw. Maar als gij zorgt dat ik vrjj kom, dan kan men u niets doen." Bljjkbaar had bekl. er op gerekend met C. (die in Amsterdam wegens heling preventief zit) vóór de zitting te worden opgesloten. De klerk der bank van leening R., die dezer dagen voor de rechtbank te Haarlem terecht stond wegens diefstal, is veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. De visscherijen in de Schelde en Zeeuwsclie slroomen. (Vervolg.) x Met betrekking tot de garnalenvis- s c h e r jj lezen wjj in het verslag het volgende: Door den laten winter liet deze visscherjj zich in het begin van 'tjaar zeer ongunstig aanzien; ze is evenwel niet onvoordeelig ge weest. Er werd over het algemeen meer ge vangen dan in 1887 en de kwaliteit was beter, grover. Dit laatste hau veel invloed op de opbrengst, welke ook zeer bevredigend was, zelfs zóo, dat men zich niet zulk een hoogen prijs herinnert, welke zich bovendien zoo goed staande hield. Bjj grooten aanvoer kwam het natuurljjk wel voor, dat de prijzen belangrijk daalden en zelfs was dit somtijds zóo sterk, dat de visschers hunne kosten niet konden goedmakenmaar telkens stegen de prijzen weer en werd het geleden verlies dubbel ver goed. Half Maart begon men met deze visscherjj op de Ooster-Schelde, doch de vangst was zóo geringdat 8 visschers van Tholen in het begin van April naar Hellevoetsluis gingen, om aldaar deze visscherjj uit te oefenenzij wer den op het einde dier maand door nog 2 anderen gevolgddeze 10 hielden het aldaar tot 8 Juni uit; men kan rekenen dat deze, gedurende al den tjjd, dat zjj visschten, gemiddeld 25 a 27 per week hebben verdiend. Drie andere visschers van Tholen en twee van St. Annaland vischten het geheele seizoen door in het Keeten, het Brabantsch vaarwater en in den Dorsman door of vanwege hen werd de vangst uitgeventzjj zullen zoo ongeveer 15 a 20 per week verdiend hebben Van Bruinisse, Brouwershaven en Ouddorp werden 15 vaartuigen voor deze visscherjj ge bezigd, bemand met 3 a 4 koppen (de boven- plein en zocht naar iets om zich mee bezig te houden. De rivier stroomde vlak langs het plein, maar begon weer in hare bedding terug te keerenhet gevaar was voorbij en dus be hoefde men zich ook niet te kwellen met de ge dachte om het voor het vervolg te keeren. Zulke strooming was toch een zeldzaamheid. Al diegenen die daar bjjeen stonden konden zich nauwelijks zoo iets van vroeger herinneren. De meesten hadden eenige schade geleden, doch weinigen hadden er veel bjj verloren. «Gisteren sprak ik Björn Kjellbotten I" zei een man en schudde lang met het hoofd eer hjj voortging. «Zjjn die menschen toch niet heelemaal stapelgekHjj was hier om éen koe te verkoopen, maar de andere willen zij daar boven houden. Neen zjj willen niet hier beneden onder de menschen wonen, of schoon men wel kan begrjjpen dat lawine en overstrooming daar vreeseljjk huisgehouden hebben." «Dat is onze lieven Heer verzoeken," zei een vrouw met vaste overtuiging. «Dat heb ik ook meer dan eens gezegd," viel een andere in. «Onze lieve Heer heeft die groote woestenjj daar niet voor niets ge maakt. Die is niet voor de menschen dat heb ik ten minste altjjd geleerd." «O neen I" zuchtte de eerste «niet voor Christenmenschen, die gaarne in de kerk voor Gods aanschjjn komen." Een man, die een paar passen van baar af stond en alles hoorde, kwam nu naberbij en sprak op gewichtigen toon met een krassende stem »Nu ja maar voor wie is die woestenjj dan wel Guri Horgen?" De toegesprokene streek zich over het voor hoofd, en zag den man over haar schouder aande andere vrouwen keerden zich bjjna van hem af. Maar een bejaard man nam met veel deftigheid het woord en zei «Dat zal ik u zeggen, Maarten, al zijt gjj nog zoo'n knap man en een schoolmeester, er woont allerlei daar boven in die wildernis dat wjj niet zien. En als het de bedoeling van onzen lieven Heer geweest is om hem te straffen die niet in Hem geloofden dien keer, toen hij Sint Olaf tot ons zond en hjj die opsloot in bergen en holen tot dat zijn dag gekomen is, dan heeft niemand het recht om daar boven te gaan spitten en graven en ontginnen." «Neen Mads, dat is bjjgeloof" hernam de schoolmeester «berggeesten en aardmannetjes behooren niet meer tot ons volksonderwijs." «Ik ben te oud om onderwjjs te krjjgen over hetgeen ik weet", zei de oude man en verwijderde zich een paar passen. «Nu ja, ik geef toe dat die man, die Björn een onchristeljjke stjjfhoofdigheid aan den dag legt door zich niet te schikken naar Gods wil, die hem keer op keer zoo duidèljjk geöpenbaard wordt", begon de schoolmeester op onderrichten toon. Maar niemand luisterde, genoemde vaartuigen waren slechts met 2 koppen bemand.) Voor hen was het Brouwers- havensche zeegat voornamelijk het arbeidsveld. Het bleek niet het minst geschiktezjj ver dienden 30 tot 40 per week. Al de garnalen, die in de Goereesche en Brouwers- havensche zeegaten gevangen zjjn, werden naar de Londensche of Hullsche markt gezonden. De Arnemuidsche visschers, die ook meest voor de Engelsche markt visschen of ze te Vlissingen aan opkoopers voor de Fransche markt leveren, be gonnen met deze visscherjj in de tweede helft van Maart, in het Yeergat en vóór West-Schouwen; de vangst was echter zoo gering, dat een paar hunner naar Hellevoetsluis vertrokken, iets wat in geen 4 jaren gebeurd was. In April ging het echter beter; hoewel men van 's morgens 4 tot 's avonds 9 uren moest visschen om 1 a l£ mand te bemachtigen, werd de moeite toch beloond, want men ontving f 9 en zelfs enkele malen 12 per mand. Slechts eenmaal werd 20 voor een mand garnalen ontvangen. In het laatBt van April steeg de vangst tot 2 manden, die zeer groot van stuk was en waar voor men 6 i 7 per mand bedong. Mei gaf eer minder dan meer en toen was de prijs 5 per mand. Op het laatst dezer maand was het voor de binnen visschers in het Veergat bepaald slecht; zjj vingen nog niet éen mand, terwijl het visschen door de groote hoeveelheid krabben, die in de netten kwam, bjjna ondoen- ljjk werd. Op de Wester-Schelde was in den toestand van deze visscherjj geen verschil met die der Ooster-Scheldein het begin zeer slecht, later beter, doch altjjd zeer ongeljjk. Half April kan men eerst zeggen, dat de visscherjj begon toen gingen ongeveer 40 vaartuigen, bemand met 2 en 3 koppen, er op uit, waarvan er tot het einde van December bleven visschen, hetgeen zeer zelden voorkomt. Naar België verkocht, maakten zij tusschen 12i a, 15 cent per KG. Zij die aan de opkoopers te Vlissingen konden leveren, bedongen van 15 tot 25 cent. De vangst op de Wester-Schelde berekent men op 900.000 KG. De Belgische visschers, die hunne vangst te Antwerpen levend leveren, maakten van 5 tot 7 francs per emmer. Evenals andere jaren werd ook nu weer de visscherjj door een groot aantal personen uit geoefend met de steekkor (steeknet) op de slikken en de daar doorloopende geulen. Dit is wel de minst aangename wjjze van visschen, daar men in het voorjaar soms tot aan de borst door het water moet loopen het geeft bovendien slechts eene sobere verdienste. Zjj vangen meestal klein, week goed, waarvoor slechts lage prjjzen gegeven worden. Met betrekking tot de h a r i n g-v i s s c h e- r jj meldt het verslag het volgende Den 7 Februari begon een visscher de eer ste w^er te steken en den 13en werd hij daar in door de overigen (nagevolgd. Den 16en Februari werd de eerste fuik geplaatst,waarin men toen 40 haringen ving. Den 18en waren ook andere visschers zoover gevorderd, dat zjj ook de fuiken konden plaatsen; de vangst varieerde van 20 tot 160 stuks per fuik bjjna alle haringen waren toen leeg. Toen op 20 Februari de vorst weer inviel, was de haring den 21sten weer verdwenen; men ving slechts van 1 tot 10 stuks; den 23en moesten de fuiken tehuis gehaald worden en de fuikgaten werden, om het jjs beteren door gang te geven, opgetrokken. Het jjs bracht evenwel nogal belangrjjke schade aan de wee- ren toe. Den 4en Maart begon men de weeren weder in orde te brengen en den lOen kon men weer visschen. De eerste vangst was 5 volle haringenzjj steeg den 13en tot 500 k 700 stuks en den 18en tot 1000 stuks per tjj. Hoewel men voortdurend last van drjjfjjs had, werd dit den 20en zoo erg, dat bjj som mige weeren het hout achterover ging en de vangst tot op 15 stuks terugliep. Den 26en Maart was het weder eindelijk tot normalen toestand gekomen, en ving men van 200 tot 3000 stuks per weer en per tjj. Vele jonge (half was) haringen werden toen ook gevan gen, zelfs van 5 tot 10 bennen per tjj. Den 1 April werd de meeste haring, zjjnde 2000 tot 4000 stuks, gevangendaarna ging de vangst zoo achteruit, dat op den 21en d. a. v. slechts van 25 tot 75 stuks gevangen werden. Op 't laatst van April steeg de vangst wel weder tot enkele honderden, doch in Mei ging ze weer, op éene uitzondering na, toen een visscher eene vangst deed van 2000 stuks, achteruit, om tegen het einde der maand te eindigen. In het begin was de prjjs f 3, half Maart f 2.50, later f 2, 1.30 en 1 per 100 stuks. De halfwasharingen brachten f 1.40 per 100 stuks op. Omvisch. De vangst van omvisch was, uit gezonderd de elft, gering. Den 2en April ving men de eerste elft, langzamerhand meer, zoodat men op 't laatst dier maand van 3 tot 6 stuks per tjj en per weer bemachtigde. Daarna verminderende, ving men op 10 Mei nog een enkele, zoodat de vangst toen als afgeloopen kon worden be schouwd. In 't begin werd f 1.20 per stuk betaald, doch langzamerhand daalde de prjjs tot op f 0.60. Den 25 April werd de eerste geep en de eerste rog gevangen de totale vangst van deze vischsoorten was-, door het koude weder, ge ring. De grootBte vangsten waren 10 h 15 roggen en 50 a 60 geepen in de meest bene den liggende visscherjjen de overige brachten, het niet hooger dan 25 stuks. De rog bracht van 15 tot 35 cent, de geep van 4 tot 5 cent per stuk op. De vangst van bot, schol, spiering, tong, bliek en fint was van geene beteekenis. Een steur van 60 halve KG. verdwaalde in eene weer, als ook 6 zalmen, die gezamenljjk omstreeks 90 opbrachten. Ook enkele zeehonden werden in de weeren gevangen. Op de Wester-Schelde was de grootste haring vangst op éen tjj 2000 stuks. Dit was slechts eene enkele maal het gevalvangsten van 200 en 600 stuks in de ansjovis weeren waren goede vangsten. In de stallen ving men slechts van 10 tot 30 stuks. De prijs was gemiddeld ƒ0.67i per 100 stuks. Er werden ongeveer 50 elften (Clupea alosa ofschoon hjj hun in hoofdzaak geljjk gaf, want hjj was begonnen met een ongeloovige leer en het baatte niet of hjj hun nu al wilde uiteen zetten wat recht of onrecht was. Een voor een verlieten zjj hem koel en onvriendeljjk. De veldwachter stond in de nabjjheid en bladerde in zjjne papieren. Hjj moest een paar nieuwe verordeningen of iets dergeljjks aflezen. «Het doet er niets toe", zei hjj «want ik geef er niet om en gjjlieden natuurljjk nog minder, en buitendien heb ik mjjn bril vergeten." Daarom stak hjj de papieren weer kalm in zjjn zak. «Jawel, gij hebt geljjk Mads", mengde hjj zich in het gesprek. «Een dorp is een dorp en een wildernis moet een wildernis bljjven. Tiet loopt nooit goed af met die menschen let op mjjn woorden; op een mooien dag hebben wjj ze hier in het dorp, als een bedelaarstroep, of nog erger. «Zjj hebben zich tot nog toe dapper ge houden", zei een jongere man. «Ja, met trots en verstoktheid gaat het wel een tjjdlang, maar ik zeg mjjn meening", sprak de oude man en bevestigde ieder woord met een hoofdknik, «heeft God de heer ons van oudsher een dorp gegeven met hofsteden om te bewonen dan moeten wjj in zjjn wil berusten en niet meer verlangen." «Maar als nu het dorp niet groot genoeg meer is voor allen", bracht de jongere in het midden, «Ach kom dat is groot genoeg, net ala altjjd I zei de veldwachter, zich haastende om den ouden Mads te hulp te komen. «En als er iemand overschiet, dan kan hjj naar Amerika gaan." Op den muur bij de rivier zat een heel jong mensch, geheel alleen, met den rug naar da kerk en het plein en de menschen in de rivier te kjjken die voorbij stroomde. Maar hjj hoorde elk woord, dat achter hem gesproken werd. Hjj behoorde tot diegenen die overschieten, ala ieder het zjjne heeft genomen. Hjj draaide schieljjk het hoofd om en wierp een blik als een bliksemstraal over de schare der kerkgangers, stond op en stak het kerk plein over. Er was iets veerkrachtigs, iets uit dagends in zjjn gangdoch als hjj bjj een groepje bleef staan dan keerde men zich af en ging heen zonder met hem te spreken de veldwachter volgde hem met de oogen. Hij kwam bjj het hek, bedacht zich, maakte een beweging alsof hjj terug wilde keeren; doch stak toen eensklaps snel den weg over en liep het weiland door. Hij was overkompleet. Niemand had iets anders dan verachting voor hem ja mis schien ook een weinig vrees, wanneer zjj niet met velen bjj elkaar waren. Het was overal hetzelfde, waar hjj zich vertoonde waas allen in vrede bjj elkaar waren, daar voelde hjj aat men hem met booze oogen aanzag. Men durfde hem niet aanvallen, omdat men wist daf

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1