Woensdag
14 Augustus.
N°. 191.
132" Jaargang.
1889.
ONTGINNERS.
Nationale Militie.
Deze courant verschijnt d a g e 15 k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;'
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
BEKENDMAKINGEN.
FEUILLETON.
Mid&elburg 13 Augustus.
MIDDELBEK
Agenten te VliaaingenP. G. de Yet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën
NratrwENHuiJZEN.Yerder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags'te een nut
bureau van Nijöh Van Ditmajr te Botterdamde Gebr. Bel int ante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nogworden opgenomen
Thermometer.
Middelburg 13 Aug. vm. 8 u. 61 gr.
m. 12 u 69 gr. av. 4 u. 67 gr. F
Verwacht N. W. wind.
Oproeping van verlofgangers der lichting
1887.
De burgemeester van Middelburg, gezien de
circulaire van den commissaris des konings in
deze provincie van den len Mei 1889, A no.
791/1, 3de afdeeling (Provinciaal blad no. 46,)
roept bjj deze op de in deze gemeente wo
nende milicien-verlofgangers der lichting 1887,
behoorende tot de 10e compagnie van het le regt.
vesting-artillerie, om op den tjjd en de plaats, als
in de aan hen uit te reiken order is vermeld,
tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voor
werpen van kleeding en uitrusting, door hen
bij hun vertrek met groot verlof medegenomen,
benevens van hun verlofpas, ten einde recht
streeks naar hun corps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf en wel op Donderdag
den 23en Aug" a., des voormiddags tusschen 9
en 10 uren, bij den burgemeester hunner woon
plaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas,
ten einde de noodige biljetten, alsmede dag
geld, indien zjj dit verlangen en daarop recht
hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur
niet ter aflevering verschijnen, worden bjj hun
corps gestraft.
Zjj, die niet aan de oproeping voldoen, wor
den als deserteurs behandeld, terwijl de
genen, die door ziekte verhinderd worden
op den bepaalden dag onder de wapenen te
komen, van die omstandigheid, onder overleg
ging van eene verklaring van den geneesheer,
tjjdig kennis behooren te geven aan den bur
gemeester. Na hun herstel vervoegen zjj zich
bjj hun corps.
Middelburg, den 12 Augustus 1889.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS, L. B.
Oproeping van verlofgangers der lichting
1886.
De burgemeester van Middelburg, gezien de
circulaire van den commissaris des konings in
deze provincie van den len Mei 1889, A no 791/1,
3de afdeeling (Provinciaal blad no 46,) roept
bij deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1886, be
hoorende tot het korps rijdende-artillerie, om
op den tjjd en de plaats als in de aan hen uit te
reiken order is vermeld, tegenwoordig te zjjn,
voorzien van al de voorwerpen van kleeding
en uitrusting, door hen bjj hun vertrek met
groot verlof medegenomen, benevens van hun
verlofpas, ten einde rechtstreeks naar hun corps
te vertrekken.
Zjj moeten zich vooraf en wel op Donderdag
den 22 Aug. a., des voormiddags tusschen 9
en 10 uur bjj den burgemeester hunner woon
plaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas
ten einde de noodige biljetten, alsmede dag
geld, indien zjj dit verlangen en daarop recht
hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur
niet ter aflevering verschjjnen worden bjj het
corps gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, wor
den als deserteurs behandeld, terwjjl dege
nen, die door ziekte verhinderd worden op
den bepaalden dag onder de wapenen te ko
men, van die omstandigheid, onder overlegging
van eene verklaring van den geneesheer, tijdig
kennis behooren te geven aan den burgemeester.
Na hun herstel vervoegen zjj zich bjj hun corps.
Middelburg, den 13 Augustus 1889.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS, L. B.
5.
Uit het Deensch
van Kristofer Kristofersen.
IV.
In de eenzaamheid.
»Men moet werken zoolang het dag is,"
zei Björn, de ontginner. Dat was zijn leus in
ernst en in scherts en in het dorp begon men
het hem na te zeggen.
»Men moet werken zoolang het dag is, zegt
Björn van het dal", zei men, wanneer men
vond dat de rusturen te lang gerekt werden.
Maar op de ontginnershoeve werd er minder
gerust dan ergens anders in de buurt.
Zoodra de sneeuw smolt in het voorjaar was
Björn op de berghelling met houweel en spade
en zoolang de dag aan den hemel was klonken
zjjne forsche slagen in de losse steenen en als
Ingrid van het Bpinnewiel naar den stal ging
hoorde zij den echo langs de wanden van den
Heksenboom. >Hjj werkt zoolang het dag is,
die Björn", zeiden de lieden, die bout reden
aan den anderen kant van den berg.
Tegen den oogsttjjd moest hjj zich naar de
jjo^ve begeven om zjjn heerendienst te ver
Aan de Zatphensche Courant wordt uit Den
Haag geschreven
Eindeljjk is dan het schoolwetsrapport ver
schenen. Die de lijvige stukken doorleest zal
nog minder begrijpen boe het mogeljjk was
dat de heer Lohman, de voorzitter van de
commissie van rapporteurseenige weken
geleden in de Tweede kamer kon zeggen,
dat men eigenljjk wel terstond tot stemmen
kon overgaan, want dat er toch geen nieuws
meer van te vertellen viel. Het thans ver
schenen rapport heeft de zaak weer in een
nieuw stadium gebracht, want er zjjn van
regeeringswege zoovele en zoo gewichtige wij
zigingen aangebracht, dat het ontwerp er
nu geheel anders uitziet dan eenige weken te
voren. Te oordeelen naar den inhoud van het
thans gewijzigd ontwerp ia de gissing niet
gewaagd, dat de onbekende stemmen, die in
de laatste weken in de clericale organen op
een verzoenende houding aandrongen, nauw
verwant zjjn aan de kringen der regeering,
want erkend moet worden, dat de regeering
op tal van punten de scherpe kanten van haar
voordracht wat heeft afgeslepen, en verschil
lende wijzigingen heeft opgenomen, waarvan
de duideljjke bedoeling is om, met behoud van
het subsidiestelsel, de herziening voor de li
beralen meer aannemeljjk te maken. Behoud van
de vergeljjkende examens in gewjjzigden vorm
- bet verbod om een kweekeling voor een
klasse te plaatsen als er geen bevoegd onder
wijzer in hetzelfde schoolvertrek aanwezig is
verandering van den grondslag van berekening
van het onderwjjzend personeel in verhouding
tot het aantal leerlingen verstrekking van
rijkssubsidie ook voor onderwjjzers, die boven
het verplicht minimum worden aangesteld
verscherping van de voorwaarden, waaraan
bjjzondere scholen moeten voldoen om aanspraak
te kunnen maken op subsidie opneming van
de gymnastiek onder de verplichte leervakken
van het lager onderwjjs ziedaar zoovele
punten, waarop het ontwerp ongetwijfeld ver
betering heeft ondergaan. Men kan er nog
bjjvoegen, dat de Min. ook is teruggekomen
van zjjn plan om aan de scholen voor meer
uitgebreid lager onderwijs alle rjjkssu'osidie te
ontnemen, en dat er ook een beschermende
bepaling is opgenomen voor de hulponderwijzers
aan de openbare scholen, die als gevolg van
de nieuwe organisatie hun betrekking zullen
verliezen, want dat aan dezen gedurende twee
jaren een wachtgeld zal worden toegekend.
Na nog in een verdere beschouwing van de
denkbeelden der regeering en der commissie
van rapporteurs getreden te zjjn, meent de
correspondent ten slotte dat al worden er ook
geen algemeene beschouwingen gehouden, toch
wel een debat van drie weken verwacht kan
worden, te meer nu de regeering verklaard
heeft dat ook de artikels der schoolwet, waar
op nog geen wijziging is voorgesteld, in dis
cussie kunnen komen. Dientengevolge bljjven
ook de leerplicht en het schooltoezicht, of
richten, gelijk in het contract vermeld stond,
en al was de andere eigenaar geen strenge
pachtheer, het was toch hard om daar drie
weken lang te staan maaien, wetende dat het
gras thuis ook zoo hoog was en met eiken
dag, die er verliep, bedierf. Maar als hjj dan
zjjn plicht gedaan had, spaarde hjj ook zijne
krachten niet als hjj thuis kwam. Dan werd
de nacht ook een deel van den dag, die ge
bruikt moest worden. »Hjj staat op een goeden
voet met den sergeant, die Björn", zeiden de
boeren in den omtrek, als zij zagen hoe dat
jaar op jaar ging. Kwam de herfst met vorst,
zoodat het houweel niet meer in den grond
drong, dan hakte Björn gave, omgewaaide
boomen tot hakhout voor den winter en
stapelde dat in de gang voor het woonvertrek,
en als de eerste sneeuw lag ging hjj naar de
stad. Hjj moest ruim vjjf mjjlen afleggen met
zjjn sledelading. Een mud aardappelen, een
mand met forellen, een paar kazen, eenige
potten boter dat was zjjn koopwaar. »Daar
komt de groote bergman met zjjn winter-
lading", zeiden de dorpelingen schertsende,
als zjj hem de hoogte zagen afkomen.
Hjj groette met vrooljjke grappen als hjj
voorbjj de hofsteden kwam en was overal
welkom om uit te rusten. Na drie of vier
dagen keerde hjj terug. »Hebt gij goed ge
markt?" vroeg men hem lachend. Heel goed",
was zjjn antwoord. Dan had hjj een vaatje
gezouten viscb, een ton haring, een paar tobben
schoon de regeering baar medewerking weigert,
op de agenda.
Wat het einde zal zijn, zoo luidt het slot,
kan niemand met zekerheid voorspellen, maar
één troost is erals dit ontwerp wordt aan
genomen en tot wet verheven, dan behoeft
men zich ten minste niet bevreesd te maken,
dat dezelfde regeering over eenigen tjjd met
nieuwe voorstellen zal komen. Op dit punt
is haar verklaring zoo pertinent mogeljjk. Zjj
geeft wat zjj binnen de grenzen der grondwet
meent te kunnen geven en zal ook geen wij
ziging van het grondwetsartikel voordragen.
En tegen die verklaring heeft noch de heer
Lohman, noch de heer Schaepman geprote
steerd. Men schjjnt dus in het clericale kamp
besloten te hebben de vroeger gestelde eischen
aanmerkeljjk te matigen."
Zondag hebben prins en prinses Albrecht van
Pruisen Scheveningen, waar zjj bijna vier weken
verbljjf bielden, verlaten, en zijn naar hun
residentie teruggekeerd.
De zonen van prinB Albert blijven nog met
hun burgerljjke en militaire gouverneurs tot in
het laatst dezer week te Scheveningen.
Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot burg. van
Noordgouwe R. Groeneveld de Kater, tot burg.
van Heinkenszand B. Vermande.
Verder zjjn benoemd: T. Tops tot burge
meester van Waalre; tot burg. van Voorburg
mr H. N. C. baron van Tujjll van SerooBkerken
tot burg. van Meerkerk, van Leerbroek en van
Nieuwland, S. H. Binkes tot burg. van Stedum,
M. T. Marringatot burg. van Margraten, C.
J. H. Broerstot burg. van Egmond aan zee
en van Egmond binnen, P. Prangertot burg.
van Laren. C. L. Velthuysen; tot burg. van
Schermerhorn, H. van Aken tot burg. van
Ursem J. Kostot burg. van Steenderen, C.
D. G. Planten tot burg. van Heivoort, Ph. J.
Veratertot burg. van Waardenburg, W.
Wjjnveldt en tot burg. van Oud-Bejjerland A.
van Baak, burg. van Ketel en Spaland, met
toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde
betrekking.
Bjj kon. besluit is de offlcier-machinist der
2e kl. A. Brnch, met ingang van den len
September bevorderd tot officier-machinist der
le klasse.
Aan A. Hordjjk, te Veere, wed. P. J. Rienstra,
in leven predikant bij de Hervormde gemeente
aldaar is, met ingang van 1 Juli jl. een pen
sioen van 100 verleend.
Tot directeur aan het departement van onder
wjjs, eeredienst en njjverheid in Nederlandsch-
Indië, is, benoemd de beer P. H. van der
Kemp, tot dusver secretaris aan dat departe
ment.
Naar men meldt waren in de laatste dagen
te 's Hage de conferentiën tusschen de verte
genwoordigers der regeering, den rijkscommis
saris en adjunct-rjjkscommissaris der staats
spoorwegen en de gemachtigden van de betrokken
of andere nuttige dingen voor Ingridook een
weinig stads brood voor hen die thuis zaten te
wachten en dat was de voorraad voor het
eerste gedeelte van den winter. De volgende
reis deed hjj pas met nieuwjaar, als de wegen
althans zóo begaanbaar waren dat hij het dorp
kon bereiken. Maar meestal sloot de winter
de ontginners in, zoodat alleen een man zonder
slee, op schaatsen kon overkomen. En wanneer
de lange nacht zwaar en koud over het dal
lag uitgestrekt, de rivier vast zat, het visch-
water gesloten was en er in het gebergte een
doodsche stilte heerschte, dan hadden zjj, die
in de hut zaten op de zon te wachten, een
langdurige rust. Maar toch rustten zjj niet.
»Er is altijd iets te doen", zei Björn, droeg
hout en gereedschap naar den haard en begon
te bjjtelen en te spijkeren, zoolang er licht te
krijgen was van de pektoorts. En op die
wjjze waren er tafels Len stoelen in de hut
gekomen al waren zij nu ook niet zoo fraai
en sierlijk als die in de pronkkamer op de
hoeve en iedere hark, ieder handvatsel, dat
noodig kon zjjn, was geheel in orde tegen den
tjjd dat men in het dorp het gereedschap
begon na te zien. Daarom was bjj dan ook
weer klaar om een stuk van de helling te
gaan bewerken, zoodra de dooi inviel.
Zoo verliep het eene jaar na het andere,
waarin telkens een nieuw stuk van de woeste
gronden ontgonnen werd en tevens werd de
stroom van bet water tegen de hut gekeerd
spoorwegmaatschappijen, over het overnemen
door den Staat van Rijn- en Centraalspoorweg
in vollen gang. De onderhandelingen raken
ten einde, zoodat als vrucht van het overleg de
regeeringsvoorstellen niet lang meer zullen
uitblijven.
Aan het D. v. N. wordt gemeld, dat de heer
Tindal gedurende dezen zomer niet stil heeft
gezeten om in de door hem aangeduide richting,
verbetering te brengen in den staat van onze
defensie. Hjj heeft nogmaals tal van conferenties
met kamerleden gehad en o. a. ook een breed
voerige memorie bjj den koning ingediend,
waarin hjj de middelen aanwijst om de gevaren
te keeren, welke hjj vroeger onder de aandacht
van de regeering en de volksvertegenwoordiging
heeft gebracht. Van deze memorie zond hjj
tevens afschrift aan den minister van binnen-
landsche zaken. Is het blad goed ingelicht
dan kan men weldra weder opstellen van den
heer Tindal te gemoet zien.
Volgens betoog van mr L. Haffmans in het
Venl. Weekbl. bestaan er drie levenskwestiën
voor de anti-liberale meerderheid, d. w. z. drie
kwestiën waar haar leven mee gemoeid is. Het
zjjnlo de kwestie van het onderwjjs2o die
van den vrjjhandel of protectie3o die van de
plaatsvervanging. Elk dezer kwestiën is in
staat de anti-liberale meerderheid in den grond
te boren en de liberalen weer aan het roer te
brengen.
De heer Haffmans maakt onderscheid tus
schen de partjj en de meerderheid. De partij
kan het best met een enkele kwestie doen, de
meerderheid stelt hoogere eischen. Zonder be
scherming is deze niet op de been te houden
en evenmin wanneer men de plaatsvervanging
afschaft. Komt er geen bescherming of wordt
de plaatsvervanging afgeschaft, dan is er geen
houden meer aan, dan loopt, dat durft hjj
verzekeren, de meerderheid verloren, onherroe-
peljjk verloren. Gjj hebt er geen idee van,
hoe 'n teer ding zoo'n meerderheid is, voegt
hjj er hjj. Vooral een anti-liberale, in Neder
land nog nooit vertoond, en die alleen door de ont
zettende fouten en baldadigheden der liberalen,
gepaard met de slechte tjjden, mogelijk is
géworden.
Naar bet Vad. verneemtkeert de heer
Beelaerts van Blokland, diplomatiek vertegen
woordiger van de Zuid-Afrikaansche republiek,
dezer dagen te 's Hage uit Lissabon terug.
Zjjn zending, regeling van de tarieven voor
het vervoer over den Deiagoa-spoorweg, beet
te zijn mislukt.
In de te Amsterdam gehouden alg. verg. der
Ned. Ver. van spoorwegartsen werd het bestuur
herkozen en medegedeeld, dat het aantal leden
95 bedraagt en dat de geldmiddelen in bloei-
enden toestand verkeerden.
De commissie, benoemd bij kon. besluit van
8 Maart 1888 was, na een belangrjjk rapport
uitgebracht te hebben, over hetgeen wel het
meest noodige was tot voorziening in het ver-
leenen van de eerste hulp bjj spoorwegonge
met slooten en allerlei kunstmiddelen, die
Björn kende. Hjj was trotsch op zjjn hofstede
en daar was ook heel wat te zien geen
onkruid in den akker, elk strootje zoo fijn
alsof het gekweekt was, een weiland zoo hoog
en dicht, dat een otter zich er in kon ver
schuilen en het kon meestal met St Jan ge
maaid worden.
Ja, zoo zal de heele berghelling eenmaal
worden, als gij maar werkt zoolang het dag is,
jongen", zei Björn tot den kleinen Johannes,
die zjjn vader overal naliep. En Björn voelde
niet dat die jaren hem ouder maakten, er was
ook geen groot verschil aan hem te zien. Zjjn
rug was iets ronder dan vroeger toen hij in
het gelid stond in het kamp, en zjjn gelaat
was niet meer zoo rond en glad, maar anders
plegen tien jaar toch een zwaarder stempel op
een man te drukken.
En Ingrid hadden zjj ook eenigszins getee-
kend. Zij was nog geen dertig jaar, maar
leek reeds een oude vrouw. Bjjna elk jaar
had zjj een »reis" moeten maken en nu stond
de kleine Johannes aan het hoofd van een half
dozijn. Telkens als de jonggeborene naar de
kerk moest, zou Ingrid medegaan, maar altijd
kwam er iets in den weg, en hetgeen er den
laatsten keer in den weg kwam had haar bjjna
het leven gekost. Haar kerkgewaad lag gereed
en Ingrid stond klaar, met glad gestreken
haar, om het aan te trekken, toen Johannes
naar binnen kwam loopen al roepende»Moe«
lukken, in Dec. 1888 ontbonden. Aan het rap
port was nog geen gevolg gegeven. In de plaats
van wijlen prof. Donders werd dr W. H. Snellen
te Utrecht tot eerelid der vereeniging benoemd.
Naar aanleiding van de benoeming van dr
J. H. Gunning tot hoogleeraar te Leiden hadden
de Amgterdamsche raadsleden, de heeren Hei-
neken, Djjkmans, Gerritsen en Daniels een voor
stel aan den raad ingediend, om het besluit
betreffende de benoeming, de jaarwedden en bet
pensioen van kerkeljjke hoogleeraren bjj de uni
versiteit, in te trekken.
Dit voorstel was in handen gesteld van B.
en W. ten fine van praeadvies.
Dezen hebben curatoren en den senaat der
universiteit geraadpleegd, terwjjl de eersten
wederom het advies der theologische faculteit
hebben ingewonnen.
B. en W. kunnen zich geheel vereenigen met de
stelling der curatoren, dat alleen en uitsluitend
het belang der universiteit den raad, evenals in
1882, moet leiden, om de vereischte gelden be
schikbaar te stellen voor kerkeljjke hoogleeraren,
maar dat dit belang dan ook thans, evenals
toen, die beschikbaarstelling vordert.
Op dien grond geven B. en W. den raad in
overweging, bet voorstel der vier raadsleden
te verwerpen.
Naar aanleiding van de benoemde commissie
voor de Nederlandsch-Indische marine-aange
legenbeden, maakt de Arnh. Crt bezwaar, dat
de regeering door de benoeming van staats-
commissiën belangrjjke zaken van zich afschuift.
Die commissie doet wat bet werk was van den
minister, en daardoor ljjdt de ministerieele
verantwoordelijkheid evenzeer als het ministe
rieel gezag. Indien de Arnh. Crt het regeeren
door de staats-commissiën dus bedenkelijk acht,
dan geldt die bedenking niet zoozeer de door
de regeering geopenbaarde behoefte, aan voor
lichting, maar de wijze waarop zjj die voor
lichting zoekt. Men gaat zich afvragen, waartoe
dat heirleger van ambtenaren aan het dep.
van koloniën te 's Gravenhage en van het
Indisch bestuur op Java dan eigenljjk dient,
wanneer de minister om eene zaak, "die geheel
binnen de gewone en dageljjksche regeerings-
bemoeiingen valt, gelijk de organisatie der ma
rine in Ned.-Indië, moet te rade gaan met advi
seurs buiten de ministerieele bureau's, buiten den
ambteljjken kring. Men kan veilig aannemen dat
al die officieele adviseurs over de ter beslissing
staande qnaestie het hunne reeds hebben gezegd',
wie de Indische administratie kent zal er wel niet
aan twijfelen of daarmede zjjn al vele riemen
papier, doozen pennen, flesschen inkt en veel
landstjjd gemoeid geweest, maar nu de zaak
in handen is gegeven van de staats-commissie
zal het gezag van een oud-minister van kolo
niën worden gesteld tegenover dat van den
gouverneur-generaal, dat van een ex- tegenover
dat van een fungeerend minister van marine,
dat van een gewezen lid van den raad van
Indië tegenover dat van het tegenwoordig college,
dat van een oud-commandant van de zeemacht
tegenover dat van diens opvolger, dat van een
vorigen tegenover dat van den huidigen di
recteur van binnenlandsch bestuur. Kan zulk
der, de bonte is op de helling in een kuil
gezaktZij wierp haar besten rok weer neer
en liep naar de plaats waar bet arme dier
stond te loeien, met domme oogen en zonder
besef om haar poot uit den kuil te trekken.
Ingrid werd een beetje boos toen zjj zag dat
die oude koe zoo onbeholpen waszjj trok dus
wat harder dan noodig was en stortte in den
afgrond. Zij bracht er het leven af, maar van
de reis naar de stad kwam niets en zjj behield
baar geheele leven een aandenken aan den val.
Zjj had vaak erge pjjn in de zjjde en moest
steeds mank loopen. Het kind, dat daarna
geboren werd, kwam kreupel ter wereld en
□am al den tjjd in beslag, dien Ingrid voor een
tocht naar de stad had kunnen besteden.
Björn werd wel eens mistroostig als hjj zjjn
vrouw zoo vermoeid en zwaarmoedig haar werk
zag doen, en vroeg zich wel eens af of zjj dia
sombere uitdrukking ook zou gehad hebben
toen hij met haar vrijde. Neen maar dan
liep hjj den berg op om die gedachten van
zich af te zetten, die hem maar week maakten
en toch nergens toe dienden.
Doch daarop kwam er een winter met ziekte
en gebrek. In het najaar begon het zwakke
kindje te sukkelen en op zekeren dag stierf
het. Het kostte geld en moeite om het op
Christenwjjs begraven te krjjgenmaar da
pachtheer was bereid om te helpen. »Gjj moogt
God danken dat hjj den stumper tot zich ge«
nomen heett" zei mevrouw, »Ja dat is waaj