Woensdag 14 Augustus. N°. 191. 132" Jaargang. 1889. ONTGINNERS. Nationale Militie. Deze courant verschijnt d a g e 15 k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=J Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager! Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;' iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! BEKENDMAKINGEN. FEUILLETON. Mid&elburg 13 Augustus. MIDDELBEK Agenten te VliaaingenP. G. de Yet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën NratrwENHuiJZEN.Yerder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags'te een nut bureau van Nijöh Van Ditmajr te Botterdamde Gebr. Bel int ante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nogworden opgenomen Thermometer. Middelburg 13 Aug. vm. 8 u. 61 gr. m. 12 u 69 gr. av. 4 u. 67 gr. F Verwacht N. W. wind. Oproeping van verlofgangers der lichting 1887. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den len Mei 1889, A no. 791/1, 3de afdeeling (Provinciaal blad no. 46,) roept bjj deze op de in deze gemeente wo nende milicien-verlofgangers der lichting 1887, behoorende tot de 10e compagnie van het le regt. vesting-artillerie, om op den tjjd en de plaats, als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voor werpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten einde recht streeks naar hun corps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf en wel op Donderdag den 23en Aug" a., des voormiddags tusschen 9 en 10 uren, bij den burgemeester hunner woon plaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas, ten einde de noodige biljetten, alsmede dag geld, indien zjj dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bjj hun corps gestraft. Zjj, die niet aan de oproeping voldoen, wor den als deserteurs behandeld, terwijl de genen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandigheid, onder overleg ging van eene verklaring van den geneesheer, tjjdig kennis behooren te geven aan den bur gemeester. Na hun herstel vervoegen zjj zich bjj hun corps. Middelburg, den 12 Augustus 1889. De burgemeester voornoemd, F. ERMERINS, L. B. Oproeping van verlofgangers der lichting 1886. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den len Mei 1889, A no 791/1, 3de afdeeling (Provinciaal blad no 46,) roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 1886, be hoorende tot het korps rijdende-artillerie, om op den tjjd en de plaats als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zjjn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bjj hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten einde rechtstreeks naar hun corps te vertrekken. Zjj moeten zich vooraf en wel op Donderdag den 22 Aug. a., des voormiddags tusschen 9 en 10 uur bjj den burgemeester hunner woon plaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas ten einde de noodige biljetten, alsmede dag geld, indien zjj dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschjjnen worden bjj het corps gestraft. Zij, die niet aan de oproeping voldoen, wor den als deserteurs behandeld, terwjjl dege nen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te ko men, van die omstandigheid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zjj zich bjj hun corps. Middelburg, den 13 Augustus 1889. De burgemeester voornoemd, F. ERMERINS, L. B. 5. Uit het Deensch van Kristofer Kristofersen. IV. In de eenzaamheid. »Men moet werken zoolang het dag is," zei Björn, de ontginner. Dat was zijn leus in ernst en in scherts en in het dorp begon men het hem na te zeggen. »Men moet werken zoolang het dag is, zegt Björn van het dal", zei men, wanneer men vond dat de rusturen te lang gerekt werden. Maar op de ontginnershoeve werd er minder gerust dan ergens anders in de buurt. Zoodra de sneeuw smolt in het voorjaar was Björn op de berghelling met houweel en spade en zoolang de dag aan den hemel was klonken zjjne forsche slagen in de losse steenen en als Ingrid van het Bpinnewiel naar den stal ging hoorde zij den echo langs de wanden van den Heksenboom. >Hjj werkt zoolang het dag is, die Björn", zeiden de lieden, die bout reden aan den anderen kant van den berg. Tegen den oogsttjjd moest hjj zich naar de jjo^ve begeven om zjjn heerendienst te ver Aan de Zatphensche Courant wordt uit Den Haag geschreven Eindeljjk is dan het schoolwetsrapport ver schenen. Die de lijvige stukken doorleest zal nog minder begrijpen boe het mogeljjk was dat de heer Lohman, de voorzitter van de commissie van rapporteurseenige weken geleden in de Tweede kamer kon zeggen, dat men eigenljjk wel terstond tot stemmen kon overgaan, want dat er toch geen nieuws meer van te vertellen viel. Het thans ver schenen rapport heeft de zaak weer in een nieuw stadium gebracht, want er zjjn van regeeringswege zoovele en zoo gewichtige wij zigingen aangebracht, dat het ontwerp er nu geheel anders uitziet dan eenige weken te voren. Te oordeelen naar den inhoud van het thans gewijzigd ontwerp ia de gissing niet gewaagd, dat de onbekende stemmen, die in de laatste weken in de clericale organen op een verzoenende houding aandrongen, nauw verwant zjjn aan de kringen der regeering, want erkend moet worden, dat de regeering op tal van punten de scherpe kanten van haar voordracht wat heeft afgeslepen, en verschil lende wijzigingen heeft opgenomen, waarvan de duideljjke bedoeling is om, met behoud van het subsidiestelsel, de herziening voor de li beralen meer aannemeljjk te maken. Behoud van de vergeljjkende examens in gewjjzigden vorm - bet verbod om een kweekeling voor een klasse te plaatsen als er geen bevoegd onder wijzer in hetzelfde schoolvertrek aanwezig is verandering van den grondslag van berekening van het onderwjjzend personeel in verhouding tot het aantal leerlingen verstrekking van rijkssubsidie ook voor onderwjjzers, die boven het verplicht minimum worden aangesteld verscherping van de voorwaarden, waaraan bjjzondere scholen moeten voldoen om aanspraak te kunnen maken op subsidie opneming van de gymnastiek onder de verplichte leervakken van het lager onderwjjs ziedaar zoovele punten, waarop het ontwerp ongetwijfeld ver betering heeft ondergaan. Men kan er nog bjjvoegen, dat de Min. ook is teruggekomen van zjjn plan om aan de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs alle rjjkssu'osidie te ontnemen, en dat er ook een beschermende bepaling is opgenomen voor de hulponderwijzers aan de openbare scholen, die als gevolg van de nieuwe organisatie hun betrekking zullen verliezen, want dat aan dezen gedurende twee jaren een wachtgeld zal worden toegekend. Na nog in een verdere beschouwing van de denkbeelden der regeering en der commissie van rapporteurs getreden te zjjn, meent de correspondent ten slotte dat al worden er ook geen algemeene beschouwingen gehouden, toch wel een debat van drie weken verwacht kan worden, te meer nu de regeering verklaard heeft dat ook de artikels der schoolwet, waar op nog geen wijziging is voorgesteld, in dis cussie kunnen komen. Dientengevolge bljjven ook de leerplicht en het schooltoezicht, of richten, gelijk in het contract vermeld stond, en al was de andere eigenaar geen strenge pachtheer, het was toch hard om daar drie weken lang te staan maaien, wetende dat het gras thuis ook zoo hoog was en met eiken dag, die er verliep, bedierf. Maar als hjj dan zjjn plicht gedaan had, spaarde hjj ook zijne krachten niet als hjj thuis kwam. Dan werd de nacht ook een deel van den dag, die ge bruikt moest worden. »Hjj staat op een goeden voet met den sergeant, die Björn", zeiden de boeren in den omtrek, als zij zagen hoe dat jaar op jaar ging. Kwam de herfst met vorst, zoodat het houweel niet meer in den grond drong, dan hakte Björn gave, omgewaaide boomen tot hakhout voor den winter en stapelde dat in de gang voor het woonvertrek, en als de eerste sneeuw lag ging hjj naar de stad. Hjj moest ruim vjjf mjjlen afleggen met zjjn sledelading. Een mud aardappelen, een mand met forellen, een paar kazen, eenige potten boter dat was zjjn koopwaar. »Daar komt de groote bergman met zjjn winter- lading", zeiden de dorpelingen schertsende, als zjj hem de hoogte zagen afkomen. Hjj groette met vrooljjke grappen als hjj voorbjj de hofsteden kwam en was overal welkom om uit te rusten. Na drie of vier dagen keerde hjj terug. »Hebt gij goed ge markt?" vroeg men hem lachend. Heel goed", was zjjn antwoord. Dan had hjj een vaatje gezouten viscb, een ton haring, een paar tobben schoon de regeering baar medewerking weigert, op de agenda. Wat het einde zal zijn, zoo luidt het slot, kan niemand met zekerheid voorspellen, maar één troost is erals dit ontwerp wordt aan genomen en tot wet verheven, dan behoeft men zich ten minste niet bevreesd te maken, dat dezelfde regeering over eenigen tjjd met nieuwe voorstellen zal komen. Op dit punt is haar verklaring zoo pertinent mogeljjk. Zjj geeft wat zjj binnen de grenzen der grondwet meent te kunnen geven en zal ook geen wij ziging van het grondwetsartikel voordragen. En tegen die verklaring heeft noch de heer Lohman, noch de heer Schaepman geprote steerd. Men schjjnt dus in het clericale kamp besloten te hebben de vroeger gestelde eischen aanmerkeljjk te matigen." Zondag hebben prins en prinses Albrecht van Pruisen Scheveningen, waar zjj bijna vier weken verbljjf bielden, verlaten, en zijn naar hun residentie teruggekeerd. De zonen van prinB Albert blijven nog met hun burgerljjke en militaire gouverneurs tot in het laatst dezer week te Scheveningen. Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot burg. van Noordgouwe R. Groeneveld de Kater, tot burg. van Heinkenszand B. Vermande. Verder zjjn benoemd: T. Tops tot burge meester van Waalre; tot burg. van Voorburg mr H. N. C. baron van Tujjll van SerooBkerken tot burg. van Meerkerk, van Leerbroek en van Nieuwland, S. H. Binkes tot burg. van Stedum, M. T. Marringatot burg. van Margraten, C. J. H. Broerstot burg. van Egmond aan zee en van Egmond binnen, P. Prangertot burg. van Laren. C. L. Velthuysen; tot burg. van Schermerhorn, H. van Aken tot burg. van Ursem J. Kostot burg. van Steenderen, C. D. G. Planten tot burg. van Heivoort, Ph. J. Veratertot burg. van Waardenburg, W. Wjjnveldt en tot burg. van Oud-Bejjerland A. van Baak, burg. van Ketel en Spaland, met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. Bjj kon. besluit is de offlcier-machinist der 2e kl. A. Brnch, met ingang van den len September bevorderd tot officier-machinist der le klasse. Aan A. Hordjjk, te Veere, wed. P. J. Rienstra, in leven predikant bij de Hervormde gemeente aldaar is, met ingang van 1 Juli jl. een pen sioen van 100 verleend. Tot directeur aan het departement van onder wjjs, eeredienst en njjverheid in Nederlandsch- Indië, is, benoemd de beer P. H. van der Kemp, tot dusver secretaris aan dat departe ment. Naar men meldt waren in de laatste dagen te 's Hage de conferentiën tusschen de verte genwoordigers der regeering, den rijkscommis saris en adjunct-rjjkscommissaris der staats spoorwegen en de gemachtigden van de betrokken of andere nuttige dingen voor Ingridook een weinig stads brood voor hen die thuis zaten te wachten en dat was de voorraad voor het eerste gedeelte van den winter. De volgende reis deed hjj pas met nieuwjaar, als de wegen althans zóo begaanbaar waren dat hij het dorp kon bereiken. Maar meestal sloot de winter de ontginners in, zoodat alleen een man zonder slee, op schaatsen kon overkomen. En wanneer de lange nacht zwaar en koud over het dal lag uitgestrekt, de rivier vast zat, het visch- water gesloten was en er in het gebergte een doodsche stilte heerschte, dan hadden zjj, die in de hut zaten op de zon te wachten, een langdurige rust. Maar toch rustten zjj niet. »Er is altijd iets te doen", zei Björn, droeg hout en gereedschap naar den haard en begon te bjjtelen en te spijkeren, zoolang er licht te krijgen was van de pektoorts. En op die wjjze waren er tafels Len stoelen in de hut gekomen al waren zij nu ook niet zoo fraai en sierlijk als die in de pronkkamer op de hoeve en iedere hark, ieder handvatsel, dat noodig kon zjjn, was geheel in orde tegen den tjjd dat men in het dorp het gereedschap begon na te zien. Daarom was bjj dan ook weer klaar om een stuk van de helling te gaan bewerken, zoodra de dooi inviel. Zoo verliep het eene jaar na het andere, waarin telkens een nieuw stuk van de woeste gronden ontgonnen werd en tevens werd de stroom van bet water tegen de hut gekeerd spoorwegmaatschappijen, over het overnemen door den Staat van Rijn- en Centraalspoorweg in vollen gang. De onderhandelingen raken ten einde, zoodat als vrucht van het overleg de regeeringsvoorstellen niet lang meer zullen uitblijven. Aan het D. v. N. wordt gemeld, dat de heer Tindal gedurende dezen zomer niet stil heeft gezeten om in de door hem aangeduide richting, verbetering te brengen in den staat van onze defensie. Hjj heeft nogmaals tal van conferenties met kamerleden gehad en o. a. ook een breed voerige memorie bjj den koning ingediend, waarin hjj de middelen aanwijst om de gevaren te keeren, welke hjj vroeger onder de aandacht van de regeering en de volksvertegenwoordiging heeft gebracht. Van deze memorie zond hjj tevens afschrift aan den minister van binnen- landsche zaken. Is het blad goed ingelicht dan kan men weldra weder opstellen van den heer Tindal te gemoet zien. Volgens betoog van mr L. Haffmans in het Venl. Weekbl. bestaan er drie levenskwestiën voor de anti-liberale meerderheid, d. w. z. drie kwestiën waar haar leven mee gemoeid is. Het zjjnlo de kwestie van het onderwjjs2o die van den vrjjhandel of protectie3o die van de plaatsvervanging. Elk dezer kwestiën is in staat de anti-liberale meerderheid in den grond te boren en de liberalen weer aan het roer te brengen. De heer Haffmans maakt onderscheid tus schen de partjj en de meerderheid. De partij kan het best met een enkele kwestie doen, de meerderheid stelt hoogere eischen. Zonder be scherming is deze niet op de been te houden en evenmin wanneer men de plaatsvervanging afschaft. Komt er geen bescherming of wordt de plaatsvervanging afgeschaft, dan is er geen houden meer aan, dan loopt, dat durft hjj verzekeren, de meerderheid verloren, onherroe- peljjk verloren. Gjj hebt er geen idee van, hoe 'n teer ding zoo'n meerderheid is, voegt hjj er hjj. Vooral een anti-liberale, in Neder land nog nooit vertoond, en die alleen door de ont zettende fouten en baldadigheden der liberalen, gepaard met de slechte tjjden, mogelijk is géworden. Naar bet Vad. verneemtkeert de heer Beelaerts van Blokland, diplomatiek vertegen woordiger van de Zuid-Afrikaansche republiek, dezer dagen te 's Hage uit Lissabon terug. Zjjn zending, regeling van de tarieven voor het vervoer over den Deiagoa-spoorweg, beet te zijn mislukt. In de te Amsterdam gehouden alg. verg. der Ned. Ver. van spoorwegartsen werd het bestuur herkozen en medegedeeld, dat het aantal leden 95 bedraagt en dat de geldmiddelen in bloei- enden toestand verkeerden. De commissie, benoemd bij kon. besluit van 8 Maart 1888 was, na een belangrjjk rapport uitgebracht te hebben, over hetgeen wel het meest noodige was tot voorziening in het ver- leenen van de eerste hulp bjj spoorwegonge met slooten en allerlei kunstmiddelen, die Björn kende. Hjj was trotsch op zjjn hofstede en daar was ook heel wat te zien geen onkruid in den akker, elk strootje zoo fijn alsof het gekweekt was, een weiland zoo hoog en dicht, dat een otter zich er in kon ver schuilen en het kon meestal met St Jan ge maaid worden. Ja, zoo zal de heele berghelling eenmaal worden, als gij maar werkt zoolang het dag is, jongen", zei Björn tot den kleinen Johannes, die zjjn vader overal naliep. En Björn voelde niet dat die jaren hem ouder maakten, er was ook geen groot verschil aan hem te zien. Zjjn rug was iets ronder dan vroeger toen hij in het gelid stond in het kamp, en zjjn gelaat was niet meer zoo rond en glad, maar anders plegen tien jaar toch een zwaarder stempel op een man te drukken. En Ingrid hadden zjj ook eenigszins getee- kend. Zij was nog geen dertig jaar, maar leek reeds een oude vrouw. Bjjna elk jaar had zjj een »reis" moeten maken en nu stond de kleine Johannes aan het hoofd van een half dozijn. Telkens als de jonggeborene naar de kerk moest, zou Ingrid medegaan, maar altijd kwam er iets in den weg, en hetgeen er den laatsten keer in den weg kwam had haar bjjna het leven gekost. Haar kerkgewaad lag gereed en Ingrid stond klaar, met glad gestreken haar, om het aan te trekken, toen Johannes naar binnen kwam loopen al roepende»Moe« lukken, in Dec. 1888 ontbonden. Aan het rap port was nog geen gevolg gegeven. In de plaats van wijlen prof. Donders werd dr W. H. Snellen te Utrecht tot eerelid der vereeniging benoemd. Naar aanleiding van de benoeming van dr J. H. Gunning tot hoogleeraar te Leiden hadden de Amgterdamsche raadsleden, de heeren Hei- neken, Djjkmans, Gerritsen en Daniels een voor stel aan den raad ingediend, om het besluit betreffende de benoeming, de jaarwedden en bet pensioen van kerkeljjke hoogleeraren bjj de uni versiteit, in te trekken. Dit voorstel was in handen gesteld van B. en W. ten fine van praeadvies. Dezen hebben curatoren en den senaat der universiteit geraadpleegd, terwjjl de eersten wederom het advies der theologische faculteit hebben ingewonnen. B. en W. kunnen zich geheel vereenigen met de stelling der curatoren, dat alleen en uitsluitend het belang der universiteit den raad, evenals in 1882, moet leiden, om de vereischte gelden be schikbaar te stellen voor kerkeljjke hoogleeraren, maar dat dit belang dan ook thans, evenals toen, die beschikbaarstelling vordert. Op dien grond geven B. en W. den raad in overweging, bet voorstel der vier raadsleden te verwerpen. Naar aanleiding van de benoemde commissie voor de Nederlandsch-Indische marine-aange legenbeden, maakt de Arnh. Crt bezwaar, dat de regeering door de benoeming van staats- commissiën belangrjjke zaken van zich afschuift. Die commissie doet wat bet werk was van den minister, en daardoor ljjdt de ministerieele verantwoordelijkheid evenzeer als het ministe rieel gezag. Indien de Arnh. Crt het regeeren door de staats-commissiën dus bedenkelijk acht, dan geldt die bedenking niet zoozeer de door de regeering geopenbaarde behoefte, aan voor lichting, maar de wijze waarop zjj die voor lichting zoekt. Men gaat zich afvragen, waartoe dat heirleger van ambtenaren aan het dep. van koloniën te 's Gravenhage en van het Indisch bestuur op Java dan eigenljjk dient, wanneer de minister om eene zaak, "die geheel binnen de gewone en dageljjksche regeerings- bemoeiingen valt, gelijk de organisatie der ma rine in Ned.-Indië, moet te rade gaan met advi seurs buiten de ministerieele bureau's, buiten den ambteljjken kring. Men kan veilig aannemen dat al die officieele adviseurs over de ter beslissing staande qnaestie het hunne reeds hebben gezegd', wie de Indische administratie kent zal er wel niet aan twijfelen of daarmede zjjn al vele riemen papier, doozen pennen, flesschen inkt en veel landstjjd gemoeid geweest, maar nu de zaak in handen is gegeven van de staats-commissie zal het gezag van een oud-minister van kolo niën worden gesteld tegenover dat van den gouverneur-generaal, dat van een ex- tegenover dat van een fungeerend minister van marine, dat van een gewezen lid van den raad van Indië tegenover dat van het tegenwoordig college, dat van een oud-commandant van de zeemacht tegenover dat van diens opvolger, dat van een vorigen tegenover dat van den huidigen di recteur van binnenlandsch bestuur. Kan zulk der, de bonte is op de helling in een kuil gezaktZij wierp haar besten rok weer neer en liep naar de plaats waar bet arme dier stond te loeien, met domme oogen en zonder besef om haar poot uit den kuil te trekken. Ingrid werd een beetje boos toen zjj zag dat die oude koe zoo onbeholpen waszjj trok dus wat harder dan noodig was en stortte in den afgrond. Zij bracht er het leven af, maar van de reis naar de stad kwam niets en zjj behield baar geheele leven een aandenken aan den val. Zjj had vaak erge pjjn in de zjjde en moest steeds mank loopen. Het kind, dat daarna geboren werd, kwam kreupel ter wereld en □am al den tjjd in beslag, dien Ingrid voor een tocht naar de stad had kunnen besteden. Björn werd wel eens mistroostig als hjj zjjn vrouw zoo vermoeid en zwaarmoedig haar werk zag doen, en vroeg zich wel eens af of zjj dia sombere uitdrukking ook zou gehad hebben toen hij met haar vrijde. Neen maar dan liep hjj den berg op om die gedachten van zich af te zetten, die hem maar week maakten en toch nergens toe dienden. Doch daarop kwam er een winter met ziekte en gebrek. In het najaar begon het zwakke kindje te sukkelen en op zekeren dag stierf het. Het kostte geld en moeite om het op Christenwjjs begraven te krjjgenmaar da pachtheer was bereid om te helpen. »Gjj moogt God danken dat hjj den stumper tot zich ge« nomen heett" zei mevrouw, »Ja dat is waaj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1