Maandag N°. 189. 1326 Jaargang. 1889. 12 Augustus. Middellmrg 10 Augustus. Brieven uit de Hofstad. Deze courant verschijnt dagel^ks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.^=3 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bi] abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop a betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. Bevolkingsregisters. nillllllltl KliSi lll (III RAM. k i w-r-i t-, ani n k ttt t»tTt? wr tv "Ptïttt 4-« VI unaa H tvtd» mftott OTt +.a TVioIpU W. A. van i Advertentïën Verwacht W. wind. annonces aan.Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale étrangère De burgemeester en wethouders van Mid delburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings van den 17 Juli 1889 (prov. blad no. 75), betreffende de a.s. zevende algemeene tienja rige volkstelling herinneren de ingezetenen,voor zooveel noodig, aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 27 Juli 1887 Staatsblad no. 141), regelende hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters en aan de bepa lingen der verordening van 24 December 1862 op de nommering der huizen en het doen van aangifte van de verhuizingen binnen de ge meente. Tot het doen van die aangiften bestaat dagelijks behalve op Zon- en feestdagen, ter secretarie gelegenheid van des voormiddags te 10 uren tot des middags te 12 uren. Middelburg, 9 Augustus 1889. De burg. en weth. van Middelburg, F. ERMERINS, L. B. De Secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. 9 Augustus 1889. »Het is met eene van verontwaardiging trillende hand, dat deze regelen worden neer geschreven." En geen wonder 1 Nog geheel doortrokken van den zuiver monarchalen zuur desem volgens het recept van den hoofdredacteur van het Haagsche Dagblad, kom ik een dezer dagen des middags te huis na een wandeling om de vijvers van het Bosch, waarbij ik na tuurlijk zorgvuldig vermeed zelfs één enkel beeld van den »giftigen champignon" in mijne oogen op te nemen uit vrees voor een revolu- tionnaire aandoening van die edele deelen. En wat zie ik bjj mijn bezoek aan de kinder kamer, waarheen mijn eerste gang pleegt te zjjn bij het binnentreden van mijn woning? Schrik niet lezer 1 Zoo waarlijk zjjn mijn beide veelbelovende zoontjes ijverig aan het uitknippen en in elkaar zetten van een papieren Eiffeltoren Ziedaar mij al mijn hoop ontno men om mijn jongens eenmaal nuttige leden van de maatschappij te zien. Reeds op dien jeugdigen leeftijd besmet met het revolution- naire vuil, in weerwil van de goede zorgen van den heer Frederik van Hogendorp om „de Haagsche banen daarvan zuiver te houden 1" Zelfs met die versterking is het aan onze anders zoo uitstekende «stadsreiniging" niet mogen gelukken onze schoone Hofstad voor dat vuil te bewaren. In mijn verbeelding zag ik mjjn brave joDgens reeds een twintig jaren ouder en niet meer zich bewegende tusschen de «talrijke en aanzienlijke schare van Haag sche burgeren", die in den jare 1889 protes teerden tegen »de bespottelijke provocatie jegens alle koningsgezinden in de loyale residentie", maar deel uitmakende van »de liberale spot- tersbend." Zoo heeft de revolutie van 1789 ook reeds die jeugdige hoofden en harten bedorven. O, Frankrijk van die dagen, wat hebt gij op uw gewetenNiet slechts dat uwe zonen van honderd jaren later met een verdorven gemoed nog herdenken wat voor een eeuw op uwen bodem is geschied, neen, ook buiten uwe grenzen leeft nog het toen uitgestrooide giftig zaad, want ook daarbuiten doet men mede aan dat herinneringsfeest, althans in zoover, dat groot en klein er Eiffeltorens bouwt. Mijn oudste jongen, aan wien ik vooral mijn gram schap toonde over die verheerlijking van de groote revolutie, poogde zichj te verdedigen met de verzekering, dat hij van zijn leermeester nooit had gehoord dat de Eiffeltoren een bouw werk was van oproerlingenhij wist wel, dat men in 1789 de Bastille had vernield, maar wan het oprichten in die dagen van een toren ïhad hij niets vernomen. Al wat hij van een Eiffeltoren wist was dit, dat een ondernemend ijzerfabrikant in Frankrijk, evenals zoovele andere industrieelen, gebruik heeft willen maken van de gelegenheid, die de tentoonstelling te Parjjs thans biedt om reclame te maken voor zij nzaak, en dat die meneer Eiffel daartoe het grootsche plan had opgevat en uitgevoerd om, in plaats van in zijn fabriek vervaardigde zaken in te zenden, op het terrein zelf van de door hem gebezigde grondstof een monument yan bouwkunst op te richten, dat de bewon dering van landgenoot en vreemdeling, van deskundigen en leeken in het vak opwekt. Zoo'n kwajongen! Hjj voelde derhalve niet eens, dat alle étalages op de tentoonstelling van 1889 veel meer strekken tot verheerlijking van de revolutie dan als reclame voor de inzenders. En toch is het duidelijk, dat zjj allen, dus ook de heer Eiffel, eigenlijk in het geheel niet bedoelden hun inrichtingen en hun fabrikaat bekend te maken, maar enkel bedacht waren op het medevieren van het eeuwfeest der ge beurtenissen van 1789of de heer Eiffel met zijn toren schatten verdient, of hij zijn naam daardoor wereldbekend heeft gemaakt, daarom bekommert die fabrikant zich weinig hoofd zaak is bij hem de herdenking van de revo lutie, daarvoor bouwde hjj zijn toren, die dan ook ten volle de namen verdient van «bouwwerk ter glorificatie eener (de letterkundige Damas zou zeker geschreven hebben «van eene" in plaats van deze oneigenlijken tweeden naamval) omwenteling" en «aanstooteljjk monument." Hoe men zulk een monument durft namaken, en dan nog wel «bij gelegenheid van de plech tige viering eens («van een" zou vriend Damas den hoofdredacteur Yan Hogendorp weer ver beteren) vorstelijkenverjaardag(s)" is een ondoor- grondeljjk raadsel. En dat men zoo'n namaaksel aan kinderen in handen geeft, is afschuwelijk. Ik raapte de stukken bijeen om die ten vure te doemen, maar hield mij in, bedenkende dat de lieden der groote revolutie ook verbrandden wat hun tegenstondik was waarlijk op het punt ook revolutionnair te worden door dien vervloekten Eiffeltoren. Ik zwoer niet meer naar Parijs te zullen gaan zoolang die Eiffel toren er staat, want ik mocht eens niet zoo bestand zijn tegen de verleiding als de heer Yan Hogendorp, die in weerwil van zijn bezoek aan de wereldtentoonstelling aldaar toch zuiver monarchaal heeft kunnen blijven, tot zelfs in illuminatie-toestellen. Dan liever mjjn schreden naar het Duitsche rjjk gericht, waar men nooit een revolutie zal verheerljjken en nooit Eiffel torens zal namaken. Ja, zoo dacht ik, toen juist mijn oog viel op den omslag van mjjner kinderen gevaarljjk speelgoed en ik in groote letters zag staan Eiffel-Thurm. Alzoo ook Duitschland reeds voor de revolutie gewonnen evenals de Haagsche aedilen. Protesteerendacht mjjbaat niet meer daden zjjn noodig om het ingewortelde kwaad te verdelgen, en ik besloot mjjn sigaren-fabri kant aan te zeggen den verkoop van zijn merk Eiffeltoren te staken wil hjj zijn klandizie niet verliezen, nooit meer te koopen in een winkel, waar dat monument wordt verkocht als presse- papier of wat ook, zorgvuldig toe te zien, dat geen goederen in mjjn huis komen al is het tegenwoodig een zware taak die als fabrieksmerk den vermaledjjden toren dragen, in éen woord met alle macht mede te werken tot handhaving van «de majesteit van het monarchaal gezag", dat door al die Eiffel torens «zoo lichtvaardigljjk wordt gecompro mitteerd". Eerstdaags denk ik oproepingen te richten tot «die breede rjj van protesteerende Haagsche burgers" zoodra zjj niet meer «gansch onthutst en verslagen" zijn, om samen een bond op te richten, waarvan de leden zich verbinden nooit iets te koopen wat op de tegenwoordige Parjjsche tentoonstelling is uit gestald geweest ter glorificatie van de omwen teling, noch duplicaten of namaaksels van die voorwerpen. Zoo alleen kunnen Oranje en Nederland behouden bljjven. Loopen «de Haagsche banen" volgens den hoofdredacteur van het Dagblad gevaar met revolutionnair vuil bezoedeld te worden, en is de bosch-vjjver daardoor reeds verontreinigd, onze Haagsche grachten, die het sedert lang zjjn door een ander soort vuil, houden zich tegenwoordig inderdaad vrjj goed. Dit moet te hunner eere en om den rechtvaardigheidswil jegens het gemeentebestuur gezegd worden. Ondanks het besluit om in het badseizoen niet te spuien, verspreiden de grachten betrekkeljjk weinig stank. Of dit reeds een gevolg is van het adres van een andere breede schare pro- testeerenden Het is moeiljjk te gelooven, dat hun petitionement, waarop nog geen beschikking is gegeven, reeds die uitwerking zou hebben. En toch is het opmerkeljjk, dat onze grachten, in plaats van met een dikken koek vunzig zwart geljjk vroeger, thans veelal zjjn bedekt met een aaneengesloten laag geel eendenkroos, evenals in den tijd toen men nog spuide. Hoe dat nu zonder spuien uit Delfland wordt aan gevoerd is een raadsel, evenals de beweging, die men tegenwoordig meermalen in het water, nam. des nachts of 's morgens vroeg, kan waar nemen. Ra, ra wat is dat Zou de natuur ons te hulp komen, of zou er een andere geheim zinnige macht zjjn die in stilte helpt? Wat ik in een vorigen brief als mjjne over tuiging uitsprak, is thans zekerheid geworden de 2e kamer komt nog in deze maand bjjeen ter behandeling van de onderwjjswet. In gis singen omtrent den afloop zal ik mjj niet verdiepen vooral zoolang de gewisselde stukken niet bekend zjjn, is daaromtrent weinig te voorspellen. Doch niet zonder een voorgevoel van groote gebeurtenissen zien velen den uitslag van het werk tegemoet. H. M. de koningin is, zooals wjj gisteren in het kort meldden, 's voormiddags met H. K. H. prinses Wilhelmina en een talrjjk gevolg per extra trein aan het Rhjjnspoorweg-station te 's Hage aangekomen. Toen de met vlaggen versierde trein het station binnenreed, ging onder de menigte, die zich op het perron had opgesteld, een luid gejuich op, dat door H. M. en de prinses, die beiden op het balcon van den koninkljjken salonwagen stonden met hand- wuiven werd beantwoord. Yoor het koninkljjk wachtsalon, waar de trein stilhield, werden de koningin en de prinses door verschillende hofdignitarissen en autori teiten begroet. Nadat H. M. zich met de heeren eenige oogenblikken vóór en in het wachtsalon had onderhouden, nam zjj met de prinses in een open rjjtuig plaats. De menigte belangstellenden, die op het stationsplein verzameld was, begroette de ko ningin en de prinses met stormachtige toe juichingen. In de Rijnstraat en in andere straten der stad hadden vele ingezetenen, ter eere van dit kort bezoek van H. M. en de prinses, de nati onale of oranjevlag uitgestoken. 's Middags te 1 uur had ten paleize een dejeuner plaats gehad ter eere van HH. KK. HH. prins en prinses Albert van Pruissen, waaraan de hofdignitarissen en autoriteiten hebben deelgenomen. Te ruim half drie verlieten prins en prinses Albert met hun gevolg het paleis. Even na drie uren reed de koningin met de prinses in een keurig met 4 paarden a la Dau- mont bespannen landauer met voorrijder, naar Scheveningen, om een tegenbezoek bjj prins en prinses Albert op het Oranje-Hotel af te leggen. Van Scheveningen reed de koningin recht streeks naar het station van den Rhjjnspoor- weg, van waar zjj met de prinses te 3 u. 58 m. per extratrein naar het Loo terugkeerde. Overal waar H. M. zich met het prinsesje vertoonde, werden zij door de wandelaars door gejuich en beleefde groeten ontvangen. Bjj kon. besl. is benoemd tot directeur van het post en telegraafkantoor te Wormerveer F. C. O. ten Bokkel, thans directeur van het rjjks- telegraafkantoor aldaar. A. Dinsdag verleent de minister van justitie geene audiëntie. Naar ons wordt medegedeeld heeft het raads lid, dat zjjne reclame tegen den aanslag in den hoofdeljjken omslag woordeljjk overge nomen in ons blad, ontleend aan het Vaderland las, zich op grond van art. 272 van het Wetboek van Strafrecht tot den minister gewend, omdat de reclame in geheime zitting is behandeld geworden. Aan den kapitein Quadekker, arrondissements commandant der kon. maréchausseé te Maas tricht, die van 17 Mei tot 7 Juni jl te Kerkrade is gedetacheerd geweest met eene brigademaré- chaussée, om de Nederlandsche mijnwerkers te beschermen tegen den dwang van werkstakers uit Pruisen, is door de ministers van oorlog en van justitie de tevredenheid der regeering be tuigd voor de beleid- en tactvolle houding, daarbjj door hem in acht genomen. Zjjn het Dagblad en de Tijd niet tevreden over de benoeming van den heer Fransen van de Putte tot voorzitter van de commissie voor de Nederlandsch-Indischemarine-aangelegenheden, de Arnhemsche courant kan zich met een andere benoeming niet vereenigen. «De ministers van koloniën en van marine zoo schrijft dit blad, sehjjnen de burgemees ters zoo bjjzonder geschikt te vinden voor allerlei zaken, dat men dezer dagen een der- geljjk ambtenaar benoemd ziet in eene com missie, waarin eminente mannen als Fransen van de Putte en Binkes plaats nemen, nl, die tot onderzoek en voorlichting in eene koloniale, maritieme kwestie. De burgemeester van Doornspjjk toch weliswaar oud-luite nant ter zee en anti-revolutionnair lid der Tweede kamer is in eene dergelijke com missie benoemd. Wjj kunnen niet bevroeden, welke redenen de ministers tot die benoeming hebben gehad, dan alleen deze veronderstelling, dat de burgemeester van Doornspjjk zich vroeger èn als zeeofficier èn als anti-revoluti- onnair lid der Tweede kamer (tegenwoordig een zeker middel om vooruit te komen) heeft onderscheiden, wat ons tot nutoe nog niet bekend was. Wel wisten wjj, dat een zeeofficier, tot bur gemeester benoemd, dikwjjls bjjzonder geschikt voor die betrekking bljjkt te zjjn, doch wjj meenden ookdat daarvoor eenige ernstige voorbereiding en practische kennis van de gemeente-administratie zeer noodig is. Het schjjnt echter, dat, hoewel de burge meester van Doornspjjk nog slechts kort in functie is en hjj daarbjj natuurlijk als anti- revolutionnair ook reeds als lid der Provinciale staten is opgetreden, er buiten den tjjd voor de werkzaamheden aan die beide voor hem geheel vreemde betrekkingen verbonden, toch nog voldoende gelegenheid voor hem overbljjft, zich de bemoeiingen te getroosten van de ge wichtige missie, hem toevertrouwd. Yolgens het Hdbl geldt het verbod van den koning betrekkeljjk het deelnemen van officieren aan wedrennen niet alleen de leden1 van Zr Ms militair huis maar alle officieren zonder onderscheid. Naar het Radicaal Weekblad verneemt, ver toeft de heer F. Domela Nieuwenfiuis, die sinds lang ljjdende was aan keelaandoening, thans in Frankrjjk en is daar onder behandeling van een kundig geneesheer. De kwaal toch is in den laatsten tjjd zoozeer toegenomen, dat de heer Domela Nieuwenhuis bjjna niet meer spreken kan en op 't congres te Parjjs dan ook moeite had, een paar keer behoorlijk verstaan baar te spreken. Uit het Noorden des lands schrjjft men aan het D. v. N. onder dagteekening van 8 Aug., dat sommige rjjkstraktementen, die per kwar taal worden uitbetaald, soms zeer lang weg bljjven. Het loon van enkele ambtenaren, over het tweede kwartaal, dat dus 1 Juli jl. verviel, is heden nog niet uitbetaald, niettegenstaande de rijksontvanger, met de uitbetaling belast, de bevelschriften daartoe reeds ontvangen heeft. Van dien tragen gang van zaken wordt de ambtenaar de dupeeenige spoed in dezen ware zeer gewenscht. Yoor eenige dagen deelden wjj mede, wat in het blaadje Gezin en Werkplaats, voor haar leden op ongezette tjjden uitgegeven door de «Vereeniging ter bevordering van de belangen van het personeel der boekdrukkersfirma H. C. A. Thieme te Nijmegen" door het hoofd der firma geschreven werd over vacantie van den arbeider. Hetzelfde denkbeeld wordt ook besproken in Vooruit, het orgaan der Vereeniging van kan toorbedienden, naar aanleiding van de twee vragen «Zou in Amsterdam, met kans van slagen, een beweging zjjn op touw te zetten, ten doel hebbende aan den kantoorbediende jaarljjks eenige vrije dagen te bezorgen «Is te Amsterdam een algemeen sluitingsuur voor kantoren en magazjjnen in te voeren Zoo ja, welke is daartoe de weg In de tweede vraag wordt natuurljjk bedoeld een tjjdig sluitingsuur, opdat de bedienden niet onmiddelljjk na het sluiten van kantoor of maga- zjjn naar bed verlangen. En op die vraag ant woordt de redactie volmondig «welzeker Het antwoord op de vraag: «welke is daartoe de weg ligt evenzeer voor de hand«Eenvoudig de ernstige wil om te breken met een sleur, te kwader uur hier ter stede ontstaan". Het blad wjjst als voorbeeld ter navolging op Londen, waar na zes uur aan zaken niet meer wordt gedacht en patroons zoowel als bedienden de vrjje beschikking over hun avond hebben. Omtrent de eerste vraag geeft de redactie dezelfde vingerwjjzing. Alle kantoren te Londen geven iederen beambte ten minste veertien achtereenvolgende dagen vrjj af. Heel Engeland profiteert van zes Bank-Holydays en alle handel staat van 24 December tot 2 of 3 Januari totaal stil. Ook hier is verandering zeer eenvoudig, als de patroons ze willen invoeren. Maar in Amsterdam is de sleur te machtig 1 Schoolwetherziening. Vrijdagavond is het verslag omtrent het regeeringsontwerp tot wjjziging der wet op het lager onderwjjs verschenen. Het stuk is met inbegrip der nota's van de heeren W. K. van Dedem en Huber 104 pagina's groot, terwjjl daarbjj nog zijn gevoegd hetge- wjjzigd ontwerp der regeering bjj haar antwoord ngezonden, haar nader gewijzigd ontwerp na het mondeling overleg ingediend en de tekst der geheele schoolwet na de daarin te brengen wjjzigingen bjj aanneming van dat nader ge- wjjzigd ontwerp. Het rapport is zeer stelselmatig ingericht. Yoor elk onderwerp of onderdeel in de afdee- lingen behandeld, is hetgeen daarover in de sectiën is gezegd aangeduid met een V (Verslag). Daarop volgt onmiddelljjk bjj ieder punt het regeeringsantwoord, aangeduid met A (Ant woord), terwjjl in de gevallen dat zoodanig punt tot mondeling overleg aanleiding heeft gegeven de resultaten daarvan zjjn aangeduid door een M (Mondeling overleg). Noodzakelijkheid en wenschelijkheid eener ge deeltelijke herziening. Algemeen werd begrepen en de regeering geeft dit toe dat het ontwerp voornameljjk beoogt te zjjn een ernstige poging om tegemoet te komen aan de grieven van het bjjzonder onderwjjs. De regeering ont kent dat door sommige bepalingen aan de eischen van het openbaar onderwjjs kan worden te kort gedaan. Tegen behandeling van amen dementen op artikelen die of niet, óf gedeel- teljjk ter wjjziging zjjn voorgedragen, zal da regeering zich niet verzetten, maar zjj zal tei- kens nagaan of eenig amendement past in het bestek der wetsvoordracht en of hetgeen wordt voorgesteld voor haar aannemeljjk zjj. Invoering van leerplicht. Op opneming van leerplicht werd door vele leden aangedrongen. De regeering is van meening dat opneming van voorschriften in dit ontwerp aan een zuivere stemming niet bevorderlik zou kunnen zjjn, daar de meeningen over eene regeling, waarbjj de opvoeding der kinderen en de macht der ouders over hunne kinderen betrokken zjjn, nog zeer ver uiteen loopen. De regeering staat niet vjjandig tegenover het denkbeeld van leerplicht. Het is echter nog niet genoegzaam zeker dat leerplicht het beste middel zal zjjn om de kwaal van het ongeregeld schoolgaan te keeren. In de afdeelingen was het denkbeeld geopperd om te bepalen dat het doen verrichten van arbeid door kinderen van 6 tot 12 jaar, voor zooverre dit niet reeds bjj de wet verboden is, niet zal zjjn toegelaten gedurende de uren, waarop maat- chappeljjk-schoolonderwjja gegeven wordt. De minister achtte uitbreiding van het verbod van kinderarbeid in deze wet minder op haar plaats, ten opzichte van den veldarbeid zou het verbod gedurende een deel van den zomer toch moeten worden opgeheven, terwjjl de beslissing omtrent den tjjd van opheffing aan de gemeente besturen overgelaten zou moeten worden, waar door het verbod veel van zjjne beteekenis zou verliezen. De regeering acht het verkiesljjker om, onder veranderde omstandigheden later het vraagstuk van den leerplicht in aanmerking te brengen door afzonderljjke regeling. Schooltoezicht. Over het algemeen kan de regeering getuigen dat deze ambtenaren hunne taak met toewjjding en jjver vervullen. Reor ganisatie van dezen tak van dienst schjjnt voor alsnog niet wenscheljjk. Uitsluitend districts schoolopzieners in dienst te stellen zou groote financieele bezwaren medebrengen. Later kan een reorganisatie afzonderljjk geschieden en dan kan overwogen worden in hoever er verbetering kan gebracht worden in de samenstelling der schoolcommissiën, door de keuze der leden ge heel of gedeelteljjk door de ouders te doen plaats hebben. Opleiding tot alle Christelijke en maatschappe ttjke deugden. Terwjjl men in de afdeelingen niet onverdeeld ingenomen was met onveran derd behoud van art. 33 der bestaande wet vindt de regeering geen aanleiding dit artikel thans weder aan de orde te stellen. Bjj deze herziening, waarbjj de reorganisatie van de openbare lagere school niet op den voorgrond staat, kan dit vraagstuk bljjven rusten. Uitbreiding van het aantal verplichte vakken In de afdeelingen werd aangedrongen op uit breiding, althans voor jongens, voor zoover betreft het onderwjjs in handteekenen en in de gymnastiek. De regeering meent hand teekenen niet als verplicht leervak te moeten voorstellen j zjj wil wel bevorderen en steunen waar de gemeentebesturen dat vak aan de scholen verbinden of afzonderljjke teekenscholen instellen. Ten aanzien der gymnastiek heeft zjj geen bezwaar en zjj stelt dan ook nu voor dat vak verplichtend te stellen, beperkt tot het doen van goede lichaamsoefeningen op de lageys

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1