Maandag
N°. 189.
1326 Jaargang.
1889.
12 Augustus.
Middellmrg 10 Augustus.
Brieven uit de Hofstad.
Deze courant verschijnt dagel^ks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.^=3
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regel. Bi] abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop a
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Bevolkingsregisters.
nillllllltl KliSi lll (III RAM.
k i w-r-i t-, ani n k ttt t»tTt? wr tv "Ptïttt 4-« VI unaa H tvtd» mftott OTt +.a TVioIpU W. A. van i
Advertentïën
Verwacht W. wind.
annonces aan.Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale
étrangère
De burgemeester en wethouders van Mid
delburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
konings van den 17 Juli 1889 (prov. blad no. 75),
betreffende de a.s. zevende algemeene tienja
rige volkstelling
herinneren de ingezetenen,voor zooveel noodig,
aan de bepalingen van het koninklijk besluit
van 27 Juli 1887 Staatsblad no. 141), regelende
hunne verplichting tot het doen van aangifte
voor de bevolkingsregisters en aan de bepa
lingen der verordening van 24 December 1862
op de nommering der huizen en het doen van
aangifte van de verhuizingen binnen de ge
meente.
Tot het doen van die aangiften bestaat
dagelijks behalve op Zon- en feestdagen, ter
secretarie gelegenheid van des voormiddags te
10 uren tot des middags te 12 uren.
Middelburg, 9 Augustus 1889.
De burg. en weth. van Middelburg,
F. ERMERINS, L. B.
De Secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
9 Augustus 1889.
»Het is met eene van verontwaardiging
trillende hand, dat deze regelen worden neer
geschreven." En geen wonder 1 Nog geheel
doortrokken van den zuiver monarchalen zuur
desem volgens het recept van den hoofdredacteur
van het Haagsche Dagblad, kom ik een dezer
dagen des middags te huis na een wandeling
om de vijvers van het Bosch, waarbij ik na
tuurlijk zorgvuldig vermeed zelfs één enkel
beeld van den »giftigen champignon" in mijne
oogen op te nemen uit vrees voor een revolu-
tionnaire aandoening van die edele deelen.
En wat zie ik bjj mijn bezoek aan de kinder
kamer, waarheen mijn eerste gang pleegt te
zjjn bij het binnentreden van mijn woning?
Schrik niet lezer 1 Zoo waarlijk zjjn mijn
beide veelbelovende zoontjes ijverig aan het
uitknippen en in elkaar zetten van een papieren
Eiffeltoren Ziedaar mij al mijn hoop ontno
men om mijn jongens eenmaal nuttige leden
van de maatschappij te zien. Reeds op dien
jeugdigen leeftijd besmet met het revolution-
naire vuil, in weerwil van de goede zorgen
van den heer Frederik van Hogendorp om
„de Haagsche banen daarvan zuiver te houden 1"
Zelfs met die versterking is het aan onze
anders zoo uitstekende «stadsreiniging" niet
mogen gelukken onze schoone Hofstad voor dat
vuil te bewaren. In mijn verbeelding zag ik
mjjn brave joDgens reeds een twintig jaren
ouder en niet meer zich bewegende tusschen
de «talrijke en aanzienlijke schare van Haag
sche burgeren", die in den jare 1889 protes
teerden tegen »de bespottelijke provocatie jegens
alle koningsgezinden in de loyale residentie",
maar deel uitmakende van »de liberale spot-
tersbend."
Zoo heeft de revolutie van 1789 ook reeds
die jeugdige hoofden en harten bedorven. O,
Frankrijk van die dagen, wat hebt gij op uw
gewetenNiet slechts dat uwe zonen van
honderd jaren later met een verdorven gemoed
nog herdenken wat voor een eeuw op uwen
bodem is geschied, neen, ook buiten uwe
grenzen leeft nog het toen uitgestrooide giftig
zaad, want ook daarbuiten doet men mede aan
dat herinneringsfeest, althans in zoover, dat
groot en klein er Eiffeltorens bouwt. Mijn
oudste jongen, aan wien ik vooral mijn gram
schap toonde over die verheerlijking van de
groote revolutie, poogde zichj te verdedigen
met de verzekering, dat hij van zijn leermeester
nooit had gehoord dat de Eiffeltoren een bouw
werk was van oproerlingenhij wist wel, dat
men in 1789 de Bastille had vernield, maar
wan het oprichten in die dagen van een toren
ïhad hij niets vernomen. Al wat hij van een
Eiffeltoren wist was dit, dat een ondernemend
ijzerfabrikant in Frankrijk, evenals zoovele
andere industrieelen, gebruik heeft willen maken
van de gelegenheid, die de tentoonstelling te
Parjjs thans biedt om reclame te maken voor
zij nzaak, en dat die meneer Eiffel daartoe het
grootsche plan had opgevat en uitgevoerd om,
in plaats van in zijn fabriek vervaardigde
zaken in te zenden, op het terrein zelf van de
door hem gebezigde grondstof een monument
yan bouwkunst op te richten, dat de bewon
dering van landgenoot en vreemdeling, van
deskundigen en leeken in het vak opwekt.
Zoo'n kwajongen! Hjj voelde derhalve niet
eens, dat alle étalages op de tentoonstelling
van 1889 veel meer strekken tot verheerlijking
van de revolutie dan als reclame voor de
inzenders.
En toch is het duidelijk, dat zjj allen, dus
ook de heer Eiffel, eigenlijk in het geheel niet
bedoelden hun inrichtingen en hun fabrikaat
bekend te maken, maar enkel bedacht waren
op het medevieren van het eeuwfeest der ge
beurtenissen van 1789of de heer Eiffel met
zijn toren schatten verdient, of hij zijn naam
daardoor wereldbekend heeft gemaakt, daarom
bekommert die fabrikant zich weinig hoofd
zaak is bij hem de herdenking van de revo
lutie, daarvoor bouwde hjj zijn toren, die dan
ook ten volle de namen verdient van «bouwwerk
ter glorificatie eener (de letterkundige Damas
zou zeker geschreven hebben «van eene" in
plaats van deze oneigenlijken tweeden naamval)
omwenteling" en «aanstooteljjk monument."
Hoe men zulk een monument durft namaken,
en dan nog wel «bij gelegenheid van de plech
tige viering eens («van een" zou vriend Damas
den hoofdredacteur Yan Hogendorp weer ver
beteren) vorstelijkenverjaardag(s)" is een ondoor-
grondeljjk raadsel. En dat men zoo'n namaaksel
aan kinderen in handen geeft, is afschuwelijk.
Ik raapte de stukken bijeen om die ten vure
te doemen, maar hield mij in, bedenkende dat
de lieden der groote revolutie ook verbrandden
wat hun tegenstondik was waarlijk op het
punt ook revolutionnair te worden door dien
vervloekten Eiffeltoren. Ik zwoer niet meer
naar Parijs te zullen gaan zoolang die Eiffel
toren er staat, want ik mocht eens niet zoo
bestand zijn tegen de verleiding als de heer
Yan Hogendorp, die in weerwil van zijn bezoek
aan de wereldtentoonstelling aldaar toch zuiver
monarchaal heeft kunnen blijven, tot zelfs in
illuminatie-toestellen. Dan liever mjjn schreden
naar het Duitsche rjjk gericht, waar men nooit
een revolutie zal verheerljjken en nooit Eiffel
torens zal namaken. Ja, zoo dacht ik, toen
juist mijn oog viel op den omslag van mjjner
kinderen gevaarljjk speelgoed en ik in groote
letters zag staan Eiffel-Thurm. Alzoo ook
Duitschland reeds voor de revolutie gewonnen
evenals de Haagsche aedilen.
Protesteerendacht mjjbaat niet meer
daden zjjn noodig om het ingewortelde kwaad
te verdelgen, en ik besloot mjjn sigaren-fabri
kant aan te zeggen den verkoop van zijn merk
Eiffeltoren te staken wil hjj zijn klandizie niet
verliezen, nooit meer te koopen in een winkel,
waar dat monument wordt verkocht als presse-
papier of wat ook, zorgvuldig toe te zien, dat
geen goederen in mjjn huis komen al is
het tegenwoodig een zware taak die als
fabrieksmerk den vermaledjjden toren dragen,
in éen woord met alle macht mede te
werken tot handhaving van «de majesteit van
het monarchaal gezag", dat door al die Eiffel
torens «zoo lichtvaardigljjk wordt gecompro
mitteerd". Eerstdaags denk ik oproepingen te
richten tot «die breede rjj van protesteerende
Haagsche burgers" zoodra zjj niet meer «gansch
onthutst en verslagen" zijn, om samen een
bond op te richten, waarvan de leden zich
verbinden nooit iets te koopen wat op de
tegenwoordige Parjjsche tentoonstelling is uit
gestald geweest ter glorificatie van de omwen
teling, noch duplicaten of namaaksels van die
voorwerpen. Zoo alleen kunnen Oranje en
Nederland behouden bljjven.
Loopen «de Haagsche banen" volgens den
hoofdredacteur van het Dagblad gevaar met
revolutionnair vuil bezoedeld te worden, en is
de bosch-vjjver daardoor reeds verontreinigd,
onze Haagsche grachten, die het sedert lang
zjjn door een ander soort vuil, houden zich
tegenwoordig inderdaad vrjj goed. Dit moet
te hunner eere en om den rechtvaardigheidswil
jegens het gemeentebestuur gezegd worden.
Ondanks het besluit om in het badseizoen niet
te spuien, verspreiden de grachten betrekkeljjk
weinig stank. Of dit reeds een gevolg is van
het adres van een andere breede schare pro-
testeerenden Het is moeiljjk te gelooven, dat
hun petitionement, waarop nog geen beschikking
is gegeven, reeds die uitwerking zou hebben.
En toch is het opmerkeljjk, dat onze grachten,
in plaats van met een dikken koek vunzig
zwart geljjk vroeger, thans veelal zjjn bedekt
met een aaneengesloten laag geel eendenkroos,
evenals in den tijd toen men nog spuide. Hoe
dat nu zonder spuien uit Delfland wordt aan
gevoerd is een raadsel, evenals de beweging,
die men tegenwoordig meermalen in het water,
nam. des nachts of 's morgens vroeg, kan waar
nemen. Ra, ra wat is dat Zou de natuur ons
te hulp komen, of zou er een andere geheim
zinnige macht zjjn die in stilte helpt?
Wat ik in een vorigen brief als mjjne over
tuiging uitsprak, is thans zekerheid geworden
de 2e kamer komt nog in deze maand bjjeen
ter behandeling van de onderwjjswet. In gis
singen omtrent den afloop zal ik mjj niet
verdiepen vooral zoolang de gewisselde stukken
niet bekend zjjn, is daaromtrent weinig te
voorspellen. Doch niet zonder een voorgevoel
van groote gebeurtenissen zien velen den uitslag
van het werk tegemoet.
H. M. de koningin is, zooals wjj gisteren in
het kort meldden, 's voormiddags met H. K. H.
prinses Wilhelmina en een talrjjk gevolg per
extra trein aan het Rhjjnspoorweg-station te
's Hage aangekomen. Toen de met vlaggen
versierde trein het station binnenreed, ging
onder de menigte, die zich op het perron had
opgesteld, een luid gejuich op, dat door H. M.
en de prinses, die beiden op het balcon van
den koninkljjken salonwagen stonden met hand-
wuiven werd beantwoord.
Yoor het koninkljjk wachtsalon, waar de trein
stilhield, werden de koningin en de prinses
door verschillende hofdignitarissen en autori
teiten begroet.
Nadat H. M. zich met de heeren eenige
oogenblikken vóór en in het wachtsalon had
onderhouden, nam zjj met de prinses in een
open rjjtuig plaats.
De menigte belangstellenden, die op het
stationsplein verzameld was, begroette de ko
ningin en de prinses met stormachtige toe
juichingen.
In de Rijnstraat en in andere straten der
stad hadden vele ingezetenen, ter eere van dit
kort bezoek van H. M. en de prinses, de nati
onale of oranjevlag uitgestoken.
's Middags te 1 uur had ten paleize een
dejeuner plaats gehad ter eere van HH. KK.
HH. prins en prinses Albert van Pruissen,
waaraan de hofdignitarissen en autoriteiten
hebben deelgenomen.
Te ruim half drie verlieten prins en prinses
Albert met hun gevolg het paleis.
Even na drie uren reed de koningin met de
prinses in een keurig met 4 paarden a la Dau-
mont bespannen landauer met voorrijder, naar
Scheveningen, om een tegenbezoek bjj prins
en prinses Albert op het Oranje-Hotel af te
leggen.
Van Scheveningen reed de koningin recht
streeks naar het station van den Rhjjnspoor-
weg, van waar zjj met de prinses te 3 u. 58 m.
per extratrein naar het Loo terugkeerde.
Overal waar H. M. zich met het prinsesje
vertoonde, werden zij door de wandelaars door
gejuich en beleefde groeten ontvangen.
Bjj kon. besl. is benoemd tot directeur van
het post en telegraafkantoor te Wormerveer F.
C. O. ten Bokkel, thans directeur van het rjjks-
telegraafkantoor aldaar.
A. Dinsdag verleent de minister van justitie
geene audiëntie.
Naar ons wordt medegedeeld heeft het raads
lid, dat zjjne reclame tegen den aanslag in
den hoofdeljjken omslag woordeljjk overge
nomen in ons blad, ontleend aan het Vaderland
las, zich op grond van art. 272 van het
Wetboek van Strafrecht tot den minister
gewend, omdat de reclame in geheime zitting
is behandeld geworden.
Aan den kapitein Quadekker, arrondissements
commandant der kon. maréchausseé te Maas
tricht, die van 17 Mei tot 7 Juni jl te Kerkrade
is gedetacheerd geweest met eene brigademaré-
chaussée, om de Nederlandsche mijnwerkers te
beschermen tegen den dwang van werkstakers
uit Pruisen, is door de ministers van oorlog en
van justitie de tevredenheid der regeering be
tuigd voor de beleid- en tactvolle houding,
daarbjj door hem in acht genomen.
Zjjn het Dagblad en de Tijd niet tevreden over
de benoeming van den heer Fransen van de
Putte tot voorzitter van de commissie voor de
Nederlandsch-Indischemarine-aangelegenheden,
de Arnhemsche courant kan zich met een
andere benoeming niet vereenigen.
«De ministers van koloniën en van marine
zoo schrijft dit blad, sehjjnen de burgemees
ters zoo bjjzonder geschikt te vinden voor
allerlei zaken, dat men dezer dagen een der-
geljjk ambtenaar benoemd ziet in eene com
missie, waarin eminente mannen als Fransen
van de Putte en Binkes plaats nemen, nl,
die tot onderzoek en voorlichting in eene
koloniale, maritieme kwestie. De burgemeester
van Doornspjjk toch weliswaar oud-luite
nant ter zee en anti-revolutionnair lid der
Tweede kamer is in eene dergelijke com
missie benoemd. Wjj kunnen niet bevroeden,
welke redenen de ministers tot die benoeming
hebben gehad, dan alleen deze veronderstelling,
dat de burgemeester van Doornspjjk zich
vroeger èn als zeeofficier èn als anti-revoluti-
onnair lid der Tweede kamer (tegenwoordig
een zeker middel om vooruit te komen) heeft
onderscheiden, wat ons tot nutoe nog niet
bekend was.
Wel wisten wjj, dat een zeeofficier, tot bur
gemeester benoemd, dikwjjls bjjzonder geschikt
voor die betrekking bljjkt te zjjn, doch wjj
meenden ookdat daarvoor eenige ernstige
voorbereiding en practische kennis van de
gemeente-administratie zeer noodig is.
Het schjjnt echter, dat, hoewel de burge
meester van Doornspjjk nog slechts kort in
functie is en hjj daarbjj natuurlijk als anti-
revolutionnair ook reeds als lid der Provinciale
staten is opgetreden, er buiten den tjjd voor
de werkzaamheden aan die beide voor hem
geheel vreemde betrekkingen verbonden, toch
nog voldoende gelegenheid voor hem overbljjft,
zich de bemoeiingen te getroosten van de ge
wichtige missie, hem toevertrouwd.
Yolgens het Hdbl geldt het verbod van den
koning betrekkeljjk het deelnemen van officieren
aan wedrennen niet alleen de leden1 van Zr Ms
militair huis maar alle officieren zonder
onderscheid.
Naar het Radicaal Weekblad verneemt, ver
toeft de heer F. Domela Nieuwenfiuis, die sinds
lang ljjdende was aan keelaandoening, thans
in Frankrjjk en is daar onder behandeling van
een kundig geneesheer. De kwaal toch is in
den laatsten tjjd zoozeer toegenomen, dat de
heer Domela Nieuwenhuis bjjna niet meer
spreken kan en op 't congres te Parjjs dan ook
moeite had, een paar keer behoorlijk verstaan
baar te spreken.
Uit het Noorden des lands schrjjft men aan
het D. v. N. onder dagteekening van 8 Aug.,
dat sommige rjjkstraktementen, die per kwar
taal worden uitbetaald, soms zeer lang weg
bljjven. Het loon van enkele ambtenaren, over
het tweede kwartaal, dat dus 1 Juli jl. verviel,
is heden nog niet uitbetaald, niettegenstaande
de rijksontvanger, met de uitbetaling belast, de
bevelschriften daartoe reeds ontvangen heeft.
Van dien tragen gang van zaken wordt de
ambtenaar de dupeeenige spoed in dezen
ware zeer gewenscht.
Yoor eenige dagen deelden wjj mede, wat in
het blaadje Gezin en Werkplaats, voor haar
leden op ongezette tjjden uitgegeven door de
«Vereeniging ter bevordering van de belangen
van het personeel der boekdrukkersfirma H. C.
A. Thieme te Nijmegen" door het hoofd der
firma geschreven werd over vacantie van
den arbeider.
Hetzelfde denkbeeld wordt ook besproken in
Vooruit, het orgaan der Vereeniging van kan
toorbedienden, naar aanleiding van de twee
vragen
«Zou in Amsterdam, met kans van slagen,
een beweging zjjn op touw te zetten, ten doel
hebbende aan den kantoorbediende jaarljjks
eenige vrije dagen te bezorgen
«Is te Amsterdam een algemeen sluitingsuur
voor kantoren en magazjjnen in te voeren
Zoo ja, welke is daartoe de weg
In de tweede vraag wordt natuurljjk bedoeld
een tjjdig sluitingsuur, opdat de bedienden niet
onmiddelljjk na het sluiten van kantoor of maga-
zjjn naar bed verlangen. En op die vraag ant
woordt de redactie volmondig «welzeker Het
antwoord op de vraag: «welke is daartoe de
weg ligt evenzeer voor de hand«Eenvoudig
de ernstige wil om te breken met een sleur, te
kwader uur hier ter stede ontstaan". Het blad
wjjst als voorbeeld ter navolging op Londen,
waar na zes uur aan zaken niet meer wordt
gedacht en patroons zoowel als bedienden de
vrjje beschikking over hun avond hebben.
Omtrent de eerste vraag geeft de redactie
dezelfde vingerwjjzing. Alle kantoren te Londen
geven iederen beambte ten minste veertien
achtereenvolgende dagen vrjj af. Heel Engeland
profiteert van zes Bank-Holydays en alle handel
staat van 24 December tot 2 of 3 Januari totaal
stil. Ook hier is verandering zeer eenvoudig,
als de patroons ze willen invoeren. Maar
in Amsterdam is de sleur te machtig 1
Schoolwetherziening.
Vrijdagavond is het verslag omtrent het
regeeringsontwerp tot wjjziging der wet op het
lager onderwjjs verschenen.
Het stuk is met inbegrip der nota's van de
heeren W. K. van Dedem en Huber 104 pagina's
groot, terwjjl daarbjj nog zijn gevoegd hetge-
wjjzigd ontwerp der regeering bjj haar antwoord
ngezonden, haar nader gewijzigd ontwerp na
het mondeling overleg ingediend en de tekst
der geheele schoolwet na de daarin te brengen
wjjzigingen bjj aanneming van dat nader ge-
wjjzigd ontwerp.
Het rapport is zeer stelselmatig ingericht.
Yoor elk onderwerp of onderdeel in de afdee-
lingen behandeld, is hetgeen daarover in de
sectiën is gezegd aangeduid met een V (Verslag).
Daarop volgt onmiddelljjk bjj ieder punt het
regeeringsantwoord, aangeduid met A (Ant
woord), terwjjl in de gevallen dat zoodanig punt
tot mondeling overleg aanleiding heeft gegeven
de resultaten daarvan zjjn aangeduid door een
M (Mondeling overleg).
Noodzakelijkheid en wenschelijkheid eener ge
deeltelijke herziening. Algemeen werd begrepen
en de regeering geeft dit toe dat het ontwerp
voornameljjk beoogt te zjjn een ernstige poging
om tegemoet te komen aan de grieven van
het bjjzonder onderwjjs. De regeering ont
kent dat door sommige bepalingen aan de
eischen van het openbaar onderwjjs kan worden
te kort gedaan. Tegen behandeling van amen
dementen op artikelen die of niet, óf gedeel-
teljjk ter wjjziging zjjn voorgedragen, zal da
regeering zich niet verzetten, maar zjj zal tei-
kens nagaan of eenig amendement past in het
bestek der wetsvoordracht en of hetgeen wordt
voorgesteld voor haar aannemeljjk zjj.
Invoering van leerplicht. Op opneming van
leerplicht werd door vele leden aangedrongen.
De regeering is van meening dat opneming van
voorschriften in dit ontwerp aan een zuivere
stemming niet bevorderlik zou kunnen zjjn,
daar de meeningen over eene regeling, waarbjj
de opvoeding der kinderen en de macht der
ouders over hunne kinderen betrokken zjjn, nog
zeer ver uiteen loopen. De regeering staat niet
vjjandig tegenover het denkbeeld van leerplicht.
Het is echter nog niet genoegzaam zeker dat
leerplicht het beste middel zal zjjn om de kwaal
van het ongeregeld schoolgaan te keeren. In de
afdeelingen was het denkbeeld geopperd om te
bepalen dat het doen verrichten van arbeid
door kinderen van 6 tot 12 jaar, voor zooverre
dit niet reeds bjj de wet verboden is, niet zal
zjjn toegelaten gedurende de uren, waarop maat-
chappeljjk-schoolonderwjja gegeven wordt.
De minister achtte uitbreiding van het verbod
van kinderarbeid in deze wet minder op haar
plaats, ten opzichte van den veldarbeid zou het
verbod gedurende een deel van den zomer toch
moeten worden opgeheven, terwjjl de beslissing
omtrent den tjjd van opheffing aan de gemeente
besturen overgelaten zou moeten worden, waar
door het verbod veel van zjjne beteekenis zou
verliezen. De regeering acht het verkiesljjker
om, onder veranderde omstandigheden later het
vraagstuk van den leerplicht in aanmerking te
brengen door afzonderljjke regeling.
Schooltoezicht. Over het algemeen kan de
regeering getuigen dat deze ambtenaren hunne
taak met toewjjding en jjver vervullen. Reor
ganisatie van dezen tak van dienst schjjnt voor
alsnog niet wenscheljjk. Uitsluitend districts
schoolopzieners in dienst te stellen zou groote
financieele bezwaren medebrengen. Later kan
een reorganisatie afzonderljjk geschieden en dan
kan overwogen worden in hoever er verbetering
kan gebracht worden in de samenstelling der
schoolcommissiën, door de keuze der leden ge
heel of gedeelteljjk door de ouders te doen plaats
hebben.
Opleiding tot alle Christelijke en maatschappe
ttjke deugden. Terwjjl men in de afdeelingen
niet onverdeeld ingenomen was met onveran
derd behoud van art. 33 der bestaande wet
vindt de regeering geen aanleiding dit artikel
thans weder aan de orde te stellen. Bjj deze
herziening, waarbjj de reorganisatie van de
openbare lagere school niet op den voorgrond
staat, kan dit vraagstuk bljjven rusten.
Uitbreiding van het aantal verplichte vakken
In de afdeelingen werd aangedrongen op uit
breiding, althans voor jongens, voor zoover
betreft het onderwjjs in handteekenen en in
de gymnastiek. De regeering meent hand
teekenen niet als verplicht leervak te moeten
voorstellen j zjj wil wel bevorderen en steunen
waar de gemeentebesturen dat vak aan de
scholen verbinden of afzonderljjke teekenscholen
instellen.
Ten aanzien der gymnastiek heeft zjj geen
bezwaar en zjj stelt dan ook nu voor dat vak
verplichtend te stellen, beperkt tot het doen
van goede lichaamsoefeningen op de lageys