20
ZITTING VAN VRIJDAG 5 JULI 1889.
te zamen een mindere opbrengst van 77.564. De
overige inkomsten komen overeen met de raming. Er
is alzoo meer ontvangen dan geraamd 12.248.37
Ten slotte wordt ter verantwoording nog medegedeeld
lo. dat het besluit, waarbij de begrooting der enkel
provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven
is gewijzigd, na koninklijke goedkeuring, is afge
kondigd in het Provinciaal blad no. 85 van 1887
2o. dat buiteu de in de overgelegde rekening verant
woorde inkomsten geene andere, het dienstjaar 1887
betreffende zijn ontvangen; 3o. dat door de ontvangers
der provinciale heffingen naar behooren rekeDing en
verantwoording is gedaan 4o. dat de uitgevoerde
werken, welke niet in het onderhoudsbestek waren
opgenomen, vooraf door den hoofdingenieur bij den
provincialen waterstaat zijn geraamd en de daartoe
betrekkelijke overeenkomsten, of staten van kosten
aan onze goedkeuring zijn onderworpenen dat al
hetgeen de provincie over het dienstjaar 1887 ver
schuldigd was, voor zooveel noodig, na onderzoek der
schuldvorderingen, in tijda betaalbaar is gesteld, wat
de werken en wegen betreft, op door den hoofdinge
nieur deugdelijk verklaarde declaratiën der aannemers.
Het algemeen verslag der afdeelingen
wordt uitgebracht door den heer Pouipe »au
meerder voort.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 40 leden, waaronder 6 leden van Gedeputeerde
staten.
In geene der afdeelingen werd eenig bezwaar tegen
dit voorstel ingebracht
Daar dit verslag, blijkens de mededeeling van den
voorzitter, geen aanleiding geeft aan gedeputeerde
staten tot wijziging van hun voorstel en geen der
leden het woord verlangt wordt het voorstel met alge -
meene stemmen aangenomen.
De heeren leden van Gedeputeerde staten onthielden
zich van stemming.
h. voorstel tot vaststelling der begrootlng- der
kosten van het provinciaal bestuur, voor
zooveel het rijksbestuur is, voor 1890.
In het geheel is geraamd 61.089.80. Dit totaal is
verdeeld als volgt
Jaarwedden van den commissaris des konings, van
de leden van Gedeputeerde staten, van den griffier en
van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale
griffie, alsmede schrijfloonen f 46.500; bureau- en
lokaal-behoeften, drukwerken, onderhoud, lasten en
huur van gebouwen 10.789.
Reis- en verblijfkosten van den commissaris des
konings, van de leden van Gedeputeerde staten, van
den griffier en van de ambtenaren en bedienden bij
de provinciale griffie f 800.
Reis- en verblijfkosten van de leden der staten 3000.
Het algemeen verslag der afdeelingen
wordt uitgebracht door den heer Me ümidt.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 40 leden, waaronder 6 leden van Gedepu
teerde staten.
In niet één der afdeelingen is bij de behandeling
van dit voorstel eenige bedenking daartegen gemaakt.
De voorzitter deelt mede, dat Gedeputeerde
staten in dit verslag geen aanleiding vonden wijziging
in hun voorstel te brengen.
Geen der leden verlangt deel te nemen aan de al-
gemeene beraadslagingen over dit voorstel, waarop
art. 14 zonder hoofdelijke stemming en het geheele
voorstel met algemeenestemmen wordt aangenomen.
Me liegrooting der enkel provinciale en
huishoudelijke inkomsten en uitgaven
van 1890.
Uitgaven:
Hoofdstuk I. Jaarwedden en vergoeding van reis-
en verblijfkosten 43.350.
Hoofdstuk II. Kosten van het aanleggen en onder
houden van provinciale wegen en werken 45.627.
Hoofdstuk III. Kosten van het onderhoud van pro
vinciale eigendommen en wegens die eigendommen
verschuldigde lasten 193.70.
Hoofdstuk IV. Renten en aflossingen van aange
gane leeningen 65.600.
Hoofdstuk V. Kosten van het provinciaal blad en
van andere ten behoeve der provincie gedrukte stuk
ken f 4700.
Hoofdstuk VI. Kosten van verpleging der arme
krankzinnigen 8500.
Hoofdstuk VII. Uitgave door bijzondere wetten
aan de provincie opgelegd 110.200.
Hoofdstuk VIII. Andere uitgaven, niet onder de
vorige hoofdstukken behoorende 51.474.90uitgaven
ter bevordering van den landbouw en veeteelt in Zee
land 882.90 uitgaven tot aanmoediging van voor
lezingen over den landbouw door wandelleeraars ƒ300;
snbsidie voor ambachtsscholen 1700; kosten van in
standhouding van den stoombootdienst op de Wester-
Schelde f 3500subsidie voor een stoombootdienst
tusschen Walzoorden en Vlake en een wagendienst
tusschen Walzoorden en Hulst ƒ15.000belooning van
den persoon, belast met het toezicht op de uitoefening
van den stoombootdienst tusschen Walzoorden en
Vlake 150subsidie voor de spoorboot-maatschappij
te Middelburg (het negende van het tienjarig tijdvak)
12.000; subsidie aan de maatschappij voor den aan
leg en de exploitatie van een stoomtramweg van Bres-
kens naar Maldeghem met een zijtak naar Sluis 6000;
subsidie aan de maatschappij voor deu aanleg en de
exploitatie van een stoomtramweg van Schoondijke
over IJzendijke naar de Belgische grens in de richting
van Eecloo f 3000; subsidie aan de vereeniging tot
bevordering van animale koepokinenting te Middel
burg I 200subsidie aan de gemeenten ter voorzie
ning in de behoeften aan genees- en verloskundige
hulp in Zeeland ƒ1100; subsidie aan de Maatschappij
tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland
voor de bevordering en aanmoediging der paarden
fokkerij in Zeeland f 2200.
Hoofdstuk IX. Onvoorziene uitgaven 23.237.76§.
Het totaal der uitgaven f s geraamd op 352,883.36(.
Inkomsten.
Hoofdstuk I. Ontvangsten wegens vroegere diensten
f 50.299.014.
Hoofdstuk II. Opbrengst van belastingen en hef
fingen, met inbegrip van acht en twintig opcenten op
de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendom
men en de ongebouwde eigendommen, alsmede achttien
opcenten op de hoofdsom der belasting op het perso
neel, samen 251.429.
Opbrengst van verpachte tollen 8440) en opbrengst
van steigers 5800) samen 14,240.
Andere belastingen en heffingen niet onder de vorige
behoorende. Nihil.
Hoofdstuk III. Baten en opkomsten, spruitende uit
voorwerpen in eigendom aan de provincie toebekoo-
rende, of die door de Provinciale staten beheerd wor
den f 3312.50.
Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard
en toevallige baten: subsidie uit 'srijks kas bij wijze
van abonnement, voor het onderhoud der groote wegen
van de tweede klasse met hunne embranchementen
3000; subsidie uit 's rijks kas voor den stoomboot
dienst op de Wester-Schelde f 4000; teruggave van.