N°. 168.
132" Jaargang.
1889.
Donderdag
18 Juli.
In liet zomerhuisje.
Middelburg 17 Juli,
FEUILLETON.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.—1
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent?
Advertentïën20 cent per regel." Bi] abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer/0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Novelle aan het Noordzeestrand.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Oesler-visscherij en.
MDDELBUGSQi COURANT.
Thermometer.
Middelburg 17 Juli. vm. 8 u. 60 gr.
m. 12 u 60 gr. av. 4 tl 63 gr. F
Verwacht verand. wind.
Advertentïën
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van
Niextwenhijijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh Van Ditmab te Botterdam de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam, aan het bureau bezorgd zjjn, willen
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, j zjj des avonds nogworden opgenomen
In het tweede opstel, waarop wij gisteren
doelden, antwoordt de Arnh. Ct. op de vraag:
wie eigenljjk van de graanrechten genot zou
den hebben, het volgende
Wie het voorstel-Bahlmann heeft ingezien, zal
de bovenstaande een onnoozele vraag achten.
Het is expresselijk vervaardigd om »in den
kwjjnenden toestand van sommige takken van
landbouw" te voorzien, zooals daarin uitdruk
kelijk gezegd wordt, en met dien pluralus
majestatis «sommige takken" wordt blijkbaar
die éene tak, die op den graanbouw betrek
king heeft, bedoeld. Het voorstel kan dan ook
gezegd worden gedaan te zijn, om de wenschen
te vervullen van die grondeigenaars en graan-
bouwers in Limburg, die reeds een jaar of drie
geleden deze wenschen, doch zonder goed ge
volg, bij de Tweede kamer te berde hebben
gebracht.
De noodlijdende graanbouwer wordt echter
volstrekt niet beter door het graanrecht, en
dit laatste heeft uitsluitend de verdienste van
den Nederlandschen staat zesdhalf millioen te
leveren.
Wjj weten wie de betaler van graanrecht
en het slachtoffer van de verhooging der graan
prijzen zal zjjn, en het is alleen de vraag, of
de heilzame resultaten, die door den maat
regel voor enkelen te behalen zjjn, evenredig
zjjn aan de bezwaren, verbonden aan het kunst
matig duurder maken van het brood. De groote
graanbouw bestaat hier te lande slechts bjj
uitzondering, vooral in het landsdeel, waar men
het meest op graanrechten aandringtde sta
tistiek leert dat die tak van landbouw bjjna
uitsluitend gedreven wordt op eigen onderne
mingen van hoogstens tien hektaren geheele
uitgestrektheid. Alleen de eigen ondernemin
gen kunnen hier in aanmerking komen, want
waar gepacht wordt, regelt zich de pachtsom
rechtstreeks naar den graanprjjs, zoodat voor.
spoed of tegenspoed van den eigenlijken graan
bouwer, wiens industrie men beschermen en
uit haar verval verheffen wil, niet afhangen
van dien prjjs, tenzij de landheer eene daaraan
niet evenredige pachtsom wil afdwingen. Wie
echter zoo handelt, bedriegt zich zelf, daar hij
bij den afloop van zulk een bezwarend pacht-
contract geen nieuwen pachter op dezelfde
voorwaarden zal vinden. En in het belang
van zulke kortzichtige landheeren zal men toch
geen graanrechten willen invoerenindien de
voorsteller dat had gewild, had hjj niet van
«sommige takken van landbouw", maar van
«sommige wjjzen van geldbelegging" gesproken,
daar zjjn voorstel dan gegolden had niet de
industrie van den landbouwer, maar de indus
trie van den grondeigenaar, niet den graan-
verbonwer, maar den kapitalist.
Dus is de graanbouw de industrie van een
groot getal kleine eigen-geërfden, wier onder
neming zoo weinig uitgebreid is, dat de prjjs-
verhooging van zijn product tengevolge van
graanrechten nagenoeg geheel wordt ingeslokt
Uit het Duitsck.
Van ROSENTHAL—BONIN.
Hield de regen aan dan kon men in dit
luchtige zomerhuisje schuilen en later langs een
anderen weg, eerst tusschen de duinen en
verder langs tuinen en weilanden aan de
achterzijde van het dorp komen.
Op die wandeling trof men bjj twijfelachtig
weer dan ook altjjd een groot deel der bad
gasten aan, daar men aan die zjjde zeker was,
als het erg werd, een schuilplaats te vinden.
Mjjn weg had mjj ook reeds eenmaal naar
dit zomerhuisje gevoerd. Het lag tameljjkver
van de zee af, tegen een duin aan en bestond
uit een houten vloer, die zich op zes houten
palen ongeveer twee voet boven het zand
verhief, zoodat bjj hoogen vloed de golven
onder het huisje konden doorspoelen, zonder
het lichte gebouwtje mede te sleepen.
Aatl de achterzjjde was het met planken
afgesloten en aan de zeezjjde half open. Dat
Wil zeggenhet had een borstwering tot op
een halve manshoogte, zoodat de zeelucht
vrjjen toegang bad en men, als men er inzat,
Bftt! vrjj uitzicht genoot,
door de schade, welke de graanbouwer als ge
woon consument door die prjjsverhooging lijdt.
Teelt kjj alleen voor eigen verbruik, dan laat
de marktprijs hem geheel onverschillig. Een
boer, die bjjvoorbeeld een hectare tarwe teelt
(die dus eene landbouwonderneming bezit van
5 HA. en daaruit, volgens de gewone bereke
ning, eene normale opbrengst van 22 HL. per
HA. trekt, zal ongeveer deze geheele opbrengst
behoeven voor de consumptie van eigen gezin
hem kan dus het redmiddel van den heer
Bahlmann niet veel baten. Doch zoo wij als
normaal aannemen het door de statistiek aan
gegeven grenscijfer van 10 hektaren als uitge
strektheid der hoeve, dan bepaalt zich het
voordeel, dat de graanbouw op '/s gedeelte
van den grond, dus voor 2 HA., trekken zal
uit de verhooging der graanprjjzen, na aftrek
van het voor eigen gebruik benoodigde van
zjjn product, dat hem onverschillig laat, tot
eene som van even 30, of drie gulden
per bunder voor de gansche onderneming
Is dit mager resultaat, waaraan de landbouwer
toch wel niet zjjne verheffing uit kwjjning en
verval zal te danken hebben, dan inderdaad
evenredig aan het bedenkelijk bedrjjf van kunst
matige verhooging van den broodprijs, van
opzetteljjk opdrijven van de kosten van bestaan
voor een gansch volk
Men noemt het voorgesteld graanrecht matig,
en uit het oogpunt van bescherming is het dat
zeker; wij geven toe dat het zelfs gerust ge
heel onvoldoende te noemen is om in den
kwijnenden toestand van de graanproductie
eenige verbetering te brengen. Maar waar
het om de gevolgen lang niet matig zal ge
acht en ondervonden worden, dat is bij de
lagere volksklasse. Want, zooals wjj vroeger
gezien hebben, bestaan die gevolgen in een
üootügeia van gemiaaeia een guiuen per nootd
der bevolking, en naarmate men verder afdaalt
in de maatschappelijke standen, zal het wer
kelijk cjjfer van bezwaar, wegens het toene
mend broodgebruik, meer en meer boven dat
middencjjfer stjjgen.
De minister van marine verleent Vrjjdag geen
audiëntie.
Jhr. A. E. M. van Rjjckevorsel van Kessel,
burgemeester der gemeente Schaijk, is benoemd
tot burgemeester der gemeente Herpen, met
bepaling dat deze betrekkingen gelijktijdig
door hem zullen worden waargenomen.
De luitenant ter zee der le klasse W. J. de
Bruyne wordt met den len September a. s.
eervol ontheven van de waarneming der be
trekking van officier-instructeur bij het Kon.
Instituut voor de marine te Willemsoord en
op dien datum vervangen door den luitenant
ter zee der 2e klasse W. J. Cohen Stuart.
De officier van gezondheid der le klasse bjj
de zeemacht C. J. P. Verhoeff en de officier
van administratie der 2e klasse M. C. de Jong,
behoorende tot de rol van Zr Ms instructie
vaartuig Urania, worden met den 30en dezer
op non-activiteit gesteld.
De zijwanden waren insgelijks van hout en
het dak bestond uit latten, waarover zeildoek
gespannen was. Aan een der zjjkanten liep
een trap van eenige treden, naar een deur
die toegang tot het gebouwtje gaf. Het
zomerhuisje bevatte een lange tafel en langs
de zjj- en achterwanden liep een bank.
In gedachte slenterde ik voort naar het
Zuiderstrand. Het was guur en de wind, dien
ik tegen had, was zeer sterk. Op zee wor
stelde een haringvisscher met volle zeilen
tegen de blauwgroene baren. Zware wolken
hingen laag op het water en zweefden over
het eiland. De zon brak meermalen door en
wierp een schel licht op de glazige, woelige
golven en de kale duinen, doch telkens ging
zjj weer achter de zwarte wolken schuil.
Het weer was niet opwekkend, doch de
badkuur schreef loopen bjj elke weêrsgesteld'
heid voor, en zoo zwoegde ik, evenals zoo
menige badgast, dapper en plichtmatig voort.
Eindelijk begon het ook te regenen, eerst
zacht, daarna harder en weldra kregen wjj een
zware bui met den wind mee.
Gelukkig wenkte ons boven het zomerhuisje
tegen j ik maakte een wending, verliet het
harde strand en liep door het dikke zand
naar dit toevluchtsoord.
Het was er reeds tameljjk vol. Onder de
aanwezigen zag ik enkele bekende gezichten,
o. a. den kapitein der Augusta, die dicht bjj
de deur tegen de borstwering geleund stond.
Hjj zag mjj binnenkomen, wierp mjj een
In de commissie tot herziening van den
leiddraad der schermoefeningen voor de infan
terie zjjn benoemd luit.-kolonel A. F. Lanzing,
van het regiment grenadiers en jagers, kapitein
J. E. H. Hanckar, van de normaalschool en
kapitein jhr A. L. F. T. van der Wjjck, van
het 7e regiment infanterie.
Bjj de te 's Gravenhage gehouden examens
der Ned. Toonkunstenaars-vereeniging is Dinsdag
geslaagd van de vier candidatenmejuffrouw
C. M. Boeters van Lennep, te Deventer, voor
piano (lager onderwjjs).
Na gehouden overgangs-examen zjjn aan
de H. B. S. te Goes bevorderd:
van de voorbereidings tot de eerste klasse J.
Th. van Borrendamme, D. Sandee, C. A. Schrij
ver en J. D. Fujjkschot
van de eerste tot de tweede klasse P. Wal
raven, C. C. Kayser, A. Markusse, L. van Del
len, H. J. Stigter, G. A. Leverland, I.
Emanuel, F. E. S. Knitel, H. Schneider, A. J.
Sturm en J. C. Bom, benevens de leerling voor
enkele vakkenL. Oranje, voorwaardeljjk W.
F. J. Stieger, M. J. Vis en L. W. van Puffelen
van de tweede tot de derde klasse G. v. d.
Berge, P. J. Sprujjt, F. N. Pikaar, S. H. Vleu
gels Schutter, G. Ph. Ittman, J. Ossenwaarde
enW. J. vanHamme; voorwaardeljjk, C. Risseeuw;
van de derde tot de vierde klasse J. M. Goed-
bloed, C. van Oosten, M. D. Dekker en A. Njjsten,
voorwaardeljjk J. H. Ochtman en J. C. Pilaar
van de vierde tot de vjjfde klasse, voor-
33. Oivyoucuuu, o. xx. \N. AG till HUIL
en G. Th. C. Callenfels. De leerlingen voor
enkele vakken L. P. Holthujjzen en A. Ridder.
Te Arnhem is voor hoofdonderwjjzeres
geslaagd mejuffrouw A. Krafft te Middelburg,
en te Breda verwierf de heer P. J. van Aartsen
van Waterlandkerkje de hoofdakte.
Te Utrecht is geslaagdbjj het aanvul-
lings-examen dier- en delfstof kunde, de heer
J. W. L. te Nobel.
De commissie tot het afnemen van exa
mens ter verkrijging van een diploma als
stuurman aan boord van koopvaardjjschepen
te Rotterdam heeft 15 candidaten geëxami
neerd. Zjjn geslaagd voor de groote stoomvaart:
als eerste stuurman J. A. Cuypers, als tweede
stuurman J. C. Metus voor de groote zeilvaart
als eerste stuurman B. de Boer, als tweede
stuurman J. Bel, F. Karst, E. Teusma als derde
stuurman, H. Potjewjjd en D. Lohman, welke
laatste ook met gunstig gevolg het aanvullings
examen stoomvaart aflegde. Het diploma als
stuurman voor de kleine zeilvaart werd uit
gereikt aan Th. de Boer.
Dinsdag avond vereenigde zich in de
Hoogstraat alhier voor het gebouw, waar het
Leger des Heils zjjne bjjeenkomsten houdt, weder
vorschenden blik toe, doch lette verder niet
op mij.
Het weer werd hoe langer hoe slechter, de
vloed kwam op; de wind groeide aan tot
storm en schudde het wrakke houten ge
bouwtje; de hemel werd duisterder, de regen
nam toe. Er kwamen voortdurend meer vluch
telingen aan, zoodat het huisje geheel vol
werd.
Een menigte jongelieden gingen op de lange
tafel zitten, want een rij oudere dames had
de banken in beslag genomen; de overigen
stonden.
Men wachtte geduldig en menigeen luisterde
bezorgd naar de steeds heviger wordende
windvlagen, die het houten huisje dreigden
omver te werpen en het linnen dak deden
kraken.
Eensklaps werd de deur driftig geopend en
mjjn vriend de consul trad met een paar
vrienden en zjjn dochter binnen, allen druipnat
en bljjkbaar in geen rozenkleurige stemming.
Zjj zagen mjj, groetten vrjj stjjf en ontdekten
toen den kapitein. De heer Walter fronste
de wenkbrauwen en bracht op zeer in het
oogloopende wjjze zjjn dochter naar het andere
einde van het gebouwtje. Het was bjjna
grappig om ïe zien hoe de goede man zjjn
best deed om een ondoordringbaren muur te
vormen tusschen de oogen zjjner dochter en
die van den kapitein.
Yele der aanwezigen merkten het en ik zag
dat zjj elkaar aanstietten, knipoogjes garen es
een vrjj groote menigte, die in den beginne
zich bepaalde tot het aanheffen van een hoera,
wanneer enkelen het gebouw verlieten, maar
weldra baldadigheid pleegde door met steentjes
tegen de ruiten van dat gebouw te werpen en
dientengevolge eenige glazen te breken.
Toen de Heilsoldaten te ongeveer tien uren
het huis verlieten om per tram naar Vlissin
gen te vertrekken, werden zjj door een joelende
en tierende menigte achtervolgd. Door de zorg
van de politie vonden zij in het stadhuis eene
schuilplaats tot de tram vertrok toen werd de
orde niet meer verstoord.
Enkelen, die aan de kwajongensachtige mani
festatie deelnamen, zjjn door de politie verba-
liseerd.
Met den sneltrein uit Duitschland kwam
heden ochtend te twaalf uren te Vlissingen
aan Sir Eduard Mallet, Engelsch gezant te
Berljjn, met zjjne echtgenoote en zjjne zuster
Lady Ella Rüssell. Met de aansluitende dag
boot Nederland der maatschappjj Zeeland ver
trokken zjj naar Londen.
Uit Vlissingen schrijft men ons
»'t Is me het kermisje welwas de uitroep
van een man, die met vrouw en kinderen de
kermis bezocht had. En waarljjk de man had
geljjk, de kermis beteekent niet veel. Zoo er
eene plaats is waar het bekende «de kermis
sterft haar eigen dood" bewaarheid wordt, dan
is het Vlissingen.
Natuurljjk zjjn de onmisbare draaimolens en
poffertjeskramen weêr present. In eene tot
schieten ingerichte tent kan men zjjn lusten
in dat edele vermaak bot vieren, terwjjl zjj,
die van een «zoeten" of «zuren" mond houden,
gelegenheid vinden tot bevrediging daarvan
in de niet talrjjk aanwezig zijnde koek- en
zuurkramen.
In KOLLitJUUAZiCiA zaïigoiiuo eij mu£itjimi<ti£eiiae
gezelschappen treft men nog weinig aan
het gezelschap «Bakker" geeft in het lokaal
van den heer Kujjpers een paar voorstellingen,
die nog al in den smaak van het kermishoudend
publiek schjjnen te vallen.
Maandag namiddag is met hoogwater
op de Molenplaat omhoog gevaren het Neder-
landsch aakschip Francina, schipper J. Wfêber,
beladen metjjzererts van Gent naar Ruhrort.
Na een gedeelte der lading in een lichter te
hebben overgeladen en overboord geworpen is
het heden morgen vlot geraakt en op de West-
havendam-slikken gesleept. De inventaris is
grootendeels te Hansweert opgeborgen, terwjjl
het schip veel schade heeft geleden.
(Vervolg.)
Met betrekking tot het zoutgehalte
merkt de commissie het volgende op
Uit gesprekken met verschillende kweekers
is ons gebleken dat men het slechte gedjjen
der oesters naast lage temperatuur toeschrijft
aan vermeerderd zoutgehalte van het Schelde-
water, tengevolge waarvan de oesters wateri
ger zouden geworden zjjnmen besluit daartoe
uit analogie met hetgeen men waarneemt bjj
iets toefluisterden, hetgeen den consul zeker
zeer onaangenaam was.
Het werd hoe langer hoe voller, de wind
nam toe in kracht en rukte plotseling met een
knal als een geweerschot, een gedeelte van het
dak weg. Iedereen week, om zich tegen den
regen te beschutten, naar een kant, en nu
kwam er nog een zwaarder slag. De houten
vloer helde naar de deur over en zakte voor
de helft in. Er ontstond een vreeseljjk gekerm
en gegil.
De jonge heeren die op de tafel zaten
gleden op den schoot der oude dames, vele
anderen struikelden en gleden naar de deur
onder hen bevond zich ook juffrouw Marga-
retha, en die viel juist tegen den kapitein aan
deze had in den eersten schrik de armen uit
gespreid, misschien wel om zjjn evenwicht te
bewaren, en het meisje viel juist in die armen,
met haar mond op zjjn mond.
Hjj sloeg de armen om haar heen en kuste
de lippen, die op de zjjnen terecht kwamen
en Margaretha beantwoordde onder snikken
die kussen,
Toen de vloer, op het zand terechtkomende,
niet verder zakken kon, en het wankelende
huisje niet instortte, ontstond een pjjnljjke
stilte, alleen afgebroken door het snikken der
consulsdochter en de hartstochteljjke kussen
van den kapitein.
Ik keek naar den Gonsuldie had zjjn even
wicht verloren en lag op de knieën, bleek en
strak naar zjjne dochter, in de ar-wen van den
diepzee oesters, wier geringere kwaliteit aan
het hoogere zoutgehalte van het zeewater toe
geschreven wordt.
Ofschoon het veelvuldig voorkomen van wa
terachtige oesters op de Schelde een feit is,
dat niet ontkend kan worden, meenen wjj te
mogen beweren, dat zulks niet het gevolg is
van een verhoogd zoutgehalte van het Schelde-
water, omdat sinds het jaar 1880, waarin wjj
onze waarnemingen begonnen, de stand van
den Areometer zich steeds bljjft bewegen tus
schen 1022 en 1025, zonder dat eenige in het
oog vallende afwjjking plaats heeft.
Opmerkeljjk bljjft het dat te Bruinisse, waar
het water tengevolge van het door de rivieren
aangevoerde zoetwater minder zout en rjjker
aan voedende bestanddeelen is, de oesters veel
vetter werden.
Regenval. Een andere geliefkoosde be
wering is, dat veel regen een gunstigen invloed
uitoefent op de ontwikkeling van de oesters en
veelvuldig kan men hooren, dat de magere
oesters voorkomen tengevolge van de droge
jaren, die wjj achter den rug hebben.
Aan de hand van geregelde waarnemingen
valt het niet moeielijk ook die bewering te
ontzenuwen.
Regenval te Wemeldinge in milimeters.
1884 1885 1886 1887 1888
April 19.2 29.9 15.8 22.9
Mei 51.2 85.8 110.3 28.2 6.6
Juni 14.0 57.3 55.6 19.0 91.7
Juli 102.0 57.8 6.5 156.2
Augustus 49.2 47.0 29.9 53.6 65.1
September 38.0 69.8 14.8 49.4 28.3
October 84.2 157.0 51.4 77.8 95.9
November 49.1 60.3 47.5 45.9 40.5
406.9 507.1 383,1 303.3 484.3
totaal der maanuen öëpt./iNov.
171.3 287.1 113.7 173.1 164.7
Uit bovenstaande waarnemingen bljjkt dat
de jaren 1884 en 1886, bekend als goede jarm,
volstrekt niet uitblinken door hun regenval
en dat zelfs de regenval van het ongeluks
jaar 1888 dien van alle voorgaande jaren over
treft. Ook wanneer men het totaal der maanden
Sept./Nov. in aanmerking neemt, als zjjnde
van het meeste gewicht voor de ontwikkeling
het vet worden van de oester, en die
totalen onderling vergeljjkt, is het onmogelijk
eene conclusie te trekken, waardoor de bewering
gerechtvaardigd wordt, dat schaarschte van
regen en dientengevolge verminderde afvoer
van polderwater naar de Schelde, als oorzaak
van het slechte gedjjen der oesters moet be
schouwd worden. De jaren 1885 en 1888 toch
zjjn beide als ongunstig bekend en wjjzen
juist aan een grooter regenval dan de jaren
1884 en 1887, die als gunstig bekend staan
voor den groei der oesters van iederen leeftjjd
Wil men evenwel tot eene gevolgtrekking
komen, dan zouden bovenstaande cjjfers ons
juist voeren tot een standpunt, dat ljjnrecht
staat tegenover de boven aangehaalde bewe
ringen en zoude men aanleiding vinden tot
de opmerking, dat natte jaren en daarmede
gepaard gaande gedekte luchten niet bevor
derlik zjjn voor de ontwikkeling der oesters.
kapitein, starende.
Het publiek had bet zonderlinge tafereel
natuurljjk ook opgemerkt. Eenige jongelieden
waren, zoodra het verdachte gekraak begon,
over de borstwering gesprongen, maar in het
tentje bevonden zich nog genoeg menschen
die, nadat zjj den eersten schrik te boven
waren, zwegen en nieuwsgierig afwachtten wat
er nu zou gebeuren.
Het heele voorval had met alles wat ik hief
beschreven heb, niet langer dan éen minuut
geduurd, maar het was zóo verrassend en da
toestand, die er zich uit ontwikkelde, zoo be-
langrjjk dat alle aanwezigen er een goed ge
speeld bedrjjf van een treurspel in zagen.
De consul stond op, zag om zich heen, klom
over de rechtopstaande verbrjjzelde planken
naar zjjn dochter toe, nam haar bjj den arm
en voerde haar als een slaapwandelaarster naar
buiten in den thans minder wordenden regen.
De kapitein volgde langzaam, evenals ik en
de andere kennissen van den consul.
«Mjjnheer de consul", begon de kapitein
ernstig en bescheiden, «deze ontmoeting was
geen afspraak, maar louter toeval."
«Dat weet ik", antwoordde de heer Walter
en zag den gezagvoerder strak aan, »gjj hebt
u dit toeval zeer goed ten nutte gemaakt."
«De hartstocht overmeesterde mjj. Wat
zoudt ga gedaan hebben, mjjnheer Walter^
wanneer u het meisje, dat gjj innig en trouw
bemint zoo onverhoeds in de armen en op den
mond gevallen ware troeg de kapitein,