N°. 167.
1889.
132s Jaargang.
Woensdag 9 Ik «fe jd IT Juli.
i
KENNISGEVING.
Opening jacht op waterwild.
Middelburg 16 Juli.
Deze courant verschynt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—J
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent:
Advertentiën: 20 cent per regel.' Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
RECHTSZAKEN.
Kerkelijke geschillen.
HIDDELBllGSdHE (III RANT.
Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peiji, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën
Middelburg 16 Juli. vm. 8 u. 63 gr. Nieuwe nhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
m. 12 u 67 gr. av. 4 u. 67 gr. F j bureau van Nijgh Van Ditmas te Rotterdam; de Gebb.. Belinïante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de ia Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zijn, wille*
Verwacht W. wind. i annonces aan.Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parpa en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger, i zjj des avonds nog worden opgenomen
De commissaris des konings in Zeeland
gezien het besluit van Gedeputeerde staten
van 12 Juli jongstleden, no. 99;
gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87);
maakt bekend dat de opening der jacht op
waterwild, zijndeeenden, duikers, waterhoen
ders, watersnippen, schrieken, kemphanen,
strandloopers, wulpen en plevieren, in deze
provincie door Gedeputeerde staten is bepaald
op Woensdag 24 Juli aanstaande.
Middelburg, 15 Juli 1889.
De commissaris des konings voornoemd,
DE BRAÜW.
Naar aanleiding van het voorstel-Bahlmann
bespreekt de Arnhemse!ie courant de vraag wie
de graanrechten zouden betalen.
Naar het blad meent is duurder brood een
noodwendig en onvermijdelijk gevolg van graan
rechten indien het brood, na de invoering van
dit Bahlmannelpk recht, niet duurder werd,
zou het doel van den gansohen maatregel ge
heel zjjn gemist.
Met eenig nadenken kan iedereen dit inzien.
Het voorstel bedoelt verbetering van den mate-
rieelen toestand van den binnenlandschen pro
ducent, zonder hem rechtstreekschen onderstand
uit de schatkist te verleenen. Het invoerrecht
zonder prjjsverhooging baat hem natuurlpk
niet. Alleen middellijk trekt hij er voordeel
van, dat de prjjs van het buitenlandsch graan
met het bedrag van het invoerrecht verhoogd
wordt, daar hjj, voor zijn product geen recht
hebbende te betalen, de prjjsverhooging in
eigen zak steekt. Opnieuw blijkt hieruit de
volstrekte onwaarheid van de bewering, dat
•de buitenlandsche producent het graanrecht
zou betalen. Was dit het geval, dan zou de
•markt van buitenlandsche granen niet rjjzen
■door de invoering van het recht, met welks
'bedrag eenvoudig de winst van den producent
■zou verminderen. Maar waar bljjft dan het
voordeel voor den binnenlandschen graanbouwer
en den man die achter hem zit, den grond
eigenaar? Indien er geen prjjsverhooging van
graan en brood op de invoering van graan
rechten volgt, is de poging tot opbeuring van
de noodljjdende grondeigenaars volkomen jjdel.
En dat die verhooging heeft plaats gehad, dit
bewjjst overal de statistiek.
Verhooging van graanprjjs is met verhooging
van broodprjjs synoniem. Was dit niet het
geval, dan zou de bevoordeeling van de
grondeigenaars gaan ten koste van molenaars
en bakkers alleen, en dit zou wezenljjk wat al
te kras zjjn vooral in een tijd, waarin de ge
moederen vervuld zjjn van zekeren aandrang
haar .rechtsgelijkheid.1' Wat nu verhooging
?tt.n den broodprjjs beteekent is gemakkelijk
?60f elk gezin na te rekenen. Het gebruik
van graan voor de consumtie wordt algemeen
gesteld op 150 Kg. per hoofd en per jaar; ver
deelt men dit gebruik geljjkeljjk over tarwe en
rogge, die in het wetsontwerp met 1.20 en
0.60 per 100 Kg, belast worden, dan verkrjjgt
men eene prjjsverhooging van f 1.35 voor de
brood-consumtie ran elk hoofd der bevolking,
een hoofdgeld dus van dat bedrag, dat voor
de gansche natie meer dan vjjf millioen gul
den in het jaar beloopt, en waarin de min
vermogenden, geljjk van zelf spreekt, in ver-
geljjking veel meebetalen zullen dan de
gegoeden. En wanneer er nu zulk een mond
wordt opgezet over ondrageljjke lasten, die zjj
aan de natie willen opleggen, welke eene klas-
senbelasting voorstellen, naar de zuivere draag
kracht omgeslagen, van ruim acht millioen,
en tegen afschaffing van andere ongeljjkdruk-
kende belastingen, wat zal men dan niet moeten
aanroeren tot afkeuring van een maatregel,
die met een zoo onbilljjk opgelegd hoofdgeld
de natie bezwaren wil?
Maar daarenboven, bestaat er nog een be
zwaar tegen graanrechten, die vooral hier te
lande voorstellen, zooals de heer Bahlmann er
thaDS een ingediend heeft, aannemeljjk maken,
ja nauweljjks als ernstig gemeend zullen doen
opvatten. Dat is de belemmering, die de han
del altoos door zulk eene heffing ondervindt.
Het zou eene grove, eene belacheljjke inconse
quentie zjjn, indien de Nederlandsche wetge-
yer, die met zoo groote en prjjzenswaardige
vrijgevigheid de handelswegen en handelsin-
riehtingen heeft verbeterd, of tot de betering
door anderen krachtig medegewerkt heeft,
thans moedwillig den handel ging belemmeren
en bemoeileken. Niet alleen belacheljjk en
inconsequent, maar zelfs in hooge mate onver
standig. Want elke belemmering, die den
handel in de Nederlandsche havens wordt aan
gedaan, is een motief tot verplaatsing naar
elders, waar het handelsbelang beter zou wor
den ingezien, en ten slotte zou ons land, met
zjjne voortreffeljjke ligging en kostbare han
delsinrichtingen, 't moeten aanzien, dat eigen
kortzichtigheid en verkeerd begrepen belang
van eene klasse van burgers, die waarljjk wel
voor zichzelf kunnen zorgen, den buitenland-
schen concurrent ten koste van Nederland
hadden grootgemaakt.
In een tweede artikel, waarop w jj nader terug
komen, bespreekt hetzelfde blad de vraagwie
eigenljjk van' de graanrechten genot zouden
hebben.
Bjj kon. besl. is benoemd tot burgemeester
van Oosterland A. van der Have en is op ver
zoek eervol ontslag verleend aan C. J. J. A.
Van Tejjlingen als burgemeester van Nieuw
en St Joosland en Ritthem. (Dit bericht werd
nog in een deel der oplaag van ons vorig
nommer opgenomen.)
Verder is de markies De Guirior, laatsteljjk
secretaris van het Spaansch gezantschap bjj het
Nederlandsche hof, benoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw.
Nog is pensioen verleend aan H. Peet
wed. H. Valk, comm. Ie kl. bjj 's rijksbelas
tingen ad ƒ219; mr F. Alting Mees, lid van
den raad van state ad 577J. H. van
Daalen, commies le kl. b^ 's rjjka belastingen,
ad 474; F. J. A. van de Wakker idem ad
437W. L. Ziegenhoock idem ad 488
W. F. Wassink, idem ad ƒ545; N. J. George,
idem 2e kl. ad f 371H. Hamstra, ontvanger
der dir. belastingen enz. 900F. L. J. de
Belleville, essaieur bjj den waarborg op gou
den en zilveren werken te 's Gravenhage ad
1095 j jhr R. Schuurbeque Boejje, betaal
meester, ad 2400.
De minister van marine verleent a. Vrjjdag
geen audiëntie.
Van het rapport omtrent bureau's voor het
onderzoeken van levensmiddelen enz. van de
commissie, door het hoofdbestuur van het Nut
van H Algemeen daartoe uitgenoodigd, zjjn
o. a. afdrukken gezonden aan de regeering,
gedeputeerde 3taten der provinciën, 100 ge
meentebesturen, geneeskundige raden, gezond-
heidscommissiën enz.
De tiende jaarljjksche examens der Neder
landsche Toonkunstenaars-vereeniging zjjn Maandag
te 's Gravenhage begonnen.
Van de 5 candidaten zjjn geslaagd: voor
piano (lager onderwjjs) mej. J. M. Ludérus te
's Gravenhage, mej. J. W. de Waard te Assen,
mevr. J. H. Gallajj geb. Sanders te Tilburg
en mevr. H. A. Mejjroos te Arnhem.
Te Amsterdam is op 79jarigen leeftjjd
overleden mev. Maria Francisca Bia, weduwe
van J. Ed. de Vries, eerder weduwe van Reinier
Engelman, in haren tjjd eene zeer verdiensteljjke
tooneelspeelster, die in den Stadsschouwburg
op bet Leidscheplein eerste rollen speelde.
Robert Hamerling, de bekende dichter
is Zaterdag te Graz in den ouderdom van 59
jaar overleden. De eerste groote werken, waar
mede hjj in de geheele beschaafde wereld zijnen
naam vestigde, waren Ahasver in Hom en der
König von Sion. In latere jaren verschenen
van zjjne hand o. a. Die Sieben Todsünden en
de roman Aspasiavan dramatische werken,
doch niet zoo hoog geschat, Danton und Ro
bespierre en Teut. Nog niet lang geleden liet
Hamerling eene autobiographie het licht zien
onder den titel: Stationen meiner Lébenspil-
g er schaft.
In 1855, dus op 25jarigen leeftjjd, werd
Hamerling, een geboren Oostenrijker, tot leeraar
aan het gymnasium te Triest benoemd, maar
reeds 10 jaren later moest hp om gezondheids
redenen zjjn ontslag nemen. Nooit is hjj sedert
dien tjjd meer gezond geweestzjjn ingewands-
Ijjden nam langzaam maar zeker toein de
laatste twee weken van zjjn leven kon hjj
nagenoeg geen voedsel meer verdragen.
In des dichters testament, in 1879 gemaakt,
moeten zich uitvoerige bepalingen bevinden,
niet alleen omtrent zjjn vrjj aanzienlek ver
mogen, maar ook aangaande zjjne letterkundige
nalatenschap, waaronder volgens de N. Fr.
Presse een bijna voltooid werk van wjjsgeerigen
aard voorkomt.
Na gehouden examen zijn aan de rijks hoo-
gere burgerschool te Middelburg bevorderd
Van de eerste klasse tot de tweede: L. J.
Roscam Abbing, D. S. van den Berg, B. Both,
M. van Boven, W. F. Dhont, J. B. Ellerman,
F. Gort, A. van Hooff, P. Keulemans, J. G. M. J.
Langeraap, C. J. Meulmeester, e. v., F. W.
Morren, H. J. van Nederveen, W. Ch. Noske,
H. A. C. Pieterse, E. I. Ch. Plasschaert, E. G. Th.
van Raalte, I. Rekkers en W. Terwoert.
Van de tweede klasse tot de derde I. H. E.
Boaason, e. v., A. C. Breebaart, J. C. Broeder,
J. C. Broeke, J. A. van Boven, E. W. A. Dhont,
C. J. Esink, J. C. Rerkmejjer, e. v., C. K. Douw
van der Krap, K. F. Douw van der Krap, A.
Littooij, e. v., F. E. L. Meuffels, A. J. van
Ockenburg, J. J. Pervoost, A. P. Snoep, e. v.,
J. Snoep, e. v., W. Voorbeijtel en P. A. Wattez.
Van de derde klasse tot de vierdeC. G.
Baert, A. J. Beunke, e. v., P. J. Boogaert, A. J.
Cense, e. v., C. H. Cochius, J. Crucq, C. M.
Dhont, J. G. H. Dhont, C. E. de Haas, L. A.
van der Harst, H. J. Hendrikse, e. v., D. J.
van Meerendonk, I. H. L. Meuffels, G. C. de
Neve, e. v., J. P. Oggel, J. A. van Puffelen,
e. v., J. van de Ree, A. K. Zweede en J. van
de Velde Olivier, e. v.
Van de vierde klasse tot de vjjfde J. J. M.
Baart, F. E. van Hennekeler, J. M. van den
Hoek, e. v., N. Keulemans, e. v., A. J. de
Koning, P. J. A. Krnpsse, A. M. C. Sehorer,
J. M. Slegt, J. L. A. Wjjnne en P. de Wjjs.
Heden waren het de, getrouw de school
bezoekende, leerlingen van school C, hoofd de
heer P. G. de Jager, die op de bovenzaal der
Sociëteit de Vergenoeging bijeen waren om van
de Vereen, tot wering van schoolverzuim een be
looning voor getrouwe plichtsbetrachting te
ontvangen.
In 1888 werd op genoemde school gedurende
langer of korter tjjd aan het onderwjjs op
deze school deelgenomen door 455 leerl.
Door plaatsing of het verlaten der school in
den loop van het jaar konden niet voor eene
belooning in aanmerking komen 143, zoodat
gedurende het geheele jaar de school bezochten
312 leerl.
Daarvan werden beloond 267 leerlingen met
hoogstens 5 willekeurige verzuimen, waaronder
zonder éen willekeurig verzuim 153.
Als belooningen werden uitgereikt84 ge
tuigschriften aan leerlingen van het 5e en 6e
leerjaar, welke leerlingen tevens zullen deel
nemen aan een op Vrjjdag a. s. te houden
rijtoer, die de feestvierders over Vrouwepolder
naar de Oranjezon voeren zal.
Verder werden uitgereikt: 44 atlassen en
139 boekgeschenken.
De heer B. A. Verhejj sprak de kleinen toe
en wees hun op het voorrecht, dat zjj door eigen
plichtsbetrachting en door de zorg hunner
ouders genieten. Niet alleen hebben zjj van
het onderwjjs geprofiteerd maar bovendien ont
vangen zjj nog eene aangename verrassing of
het uitzicht op een prettig tochtje.
Spreker merkte op dat in dit jaar nog 45
aehterbljjvers op school C zjjn, die, door het
«achter de haag" loopen, het recht op eene
belooning verbeurd hebben, en vroeg den aan
wezigen schoolkinderen ook hunnerzijds er toe
mede te werken dat die aehterbljjvers een
volgend jaar minder talrjjk zjjn. Zjj Kunnen
dat door hen, die niet voor een bekroning in
aanmerking kwamen, de zelfvoldoening en de
pret, die zjj genoten, af te schilderen.
"Waar de heer Verhejj wees op de vele zorgen
der onderwjjzers, herinnerde hjj aan het ver
lies, dat deze school leed door het afsterven
van een der onderwjjzers die, met lust en pver
zjjne betrekking bekleedend, door zijne familie
en vrienden betreurd wordt en wiens herinne
ring bq de aanwezigen ook nog wel niet zal
zjjn vergeten.
Na hulde aan de nagedachtenis van den
doode te hebben gebracht, stelde spreker de
verdiensten van het hoofd der school en van
de andere onderwjjzers in het licht en noodigde
hy de bekroonden uit een herhaald hoera voor
hen aan te heffen. Daaraan werd con amore
voldaan.
De uitreiking der bekroningen had verder
op de gewone wjjze plaats en werd veraange
naamd door eenige zangnommers van de
leerlingen.
Vonnis, gewezen op 15 Juli 1889 door het
kantongerecht te Middelburg, in zake
het college van kerkvoogden der Nederland
sche hervormde kerk, afdeeling Serooskerke (W.),
eischers,
tegen Abraham Maljaars, van beroep land
bouwer, wonende te Serooskerke (W.), gedaagde.
Gezien de dagvaarding enz.
Overwegende ten aanzien van de daadzaken enz.
en in rechten:
Overwegende dat, naar aanleiding van het
plaatse! qke reglement op het beheer der kerke-
ïyke goederen en fondsen der Nederduitsche
hervormde gemeente te Serooskerke (W.) door
de eischers in hunne hoedanigheid van college
van kerkvoogden dier gemeente wordt gevorderd
van den gedaagde als aangeslagen in de 6e
klasse een bedrag van ƒ15, waarvoor hp is
gebracht op het kohier van den koofdeljjken
omslag, opgemaakt den 9 Aug. 1888, tot dekking
van de uitgaven dier gemeente over het jaar 1888;
O. dat de ged., hoewel tot betaling van dit
bedrag gesommeerd, beeft geweigerd het te
voldoen op grond dat de ged. tijdens de vast
stelling van dat kohier geen lid meer was van
de Nederlandsche hervormde kerk
O. dat de Nederlandsch hervormde kerk als
zedelpk lichaam bestaat uit al de hervormde
gemeenten in het koninkrpk, zoodat, wanneer
door eene dezer gemeenten van iemand een
kerkelpken omslag wordt geheven, deze nood
wendig dient te zpn lid der Nederlandsche
hervormde kerk
O. dat de eischerB, toegelaten zpnde om het
door hen aangeboden bewijs te leveren dat ged.
is aangeslagen als lid dier kerk, hebben over
gelegd een boek, waarvan op den omslag voor
komen de woorden«Lidmatenboek Serooskerke
Walcheren", alsmede een geschreven stuk, ge
dateerd op 14 Juni 1889, door de kerkeraadsleden
der Nederduitseh hervormde gemeente te
Serooskerke onderteekend, waarbij deze ver
klaren dat gemeld boek alle de namen bevat
van de personen, welke, hetzij door afgelegde
belpdenis des geloofs, hetzp door overbrenging
van het bewijs daarvan van eene andere ker-
kelpke gemeente, als lidmaten der hervormde
kerk te Serooskerke zpn erkend en toegelaten
O. dat de echtheid van dit boek, alsmede die
van de onderteekening van deze schrifteiyke
verklaring niet wordt ontkend, zoodat bedoeld
boek moet worden beschouwd te zpn het lid
matenboek der Nederduitsche hervormde ge
meente te Serooskerke
O. dat ons door inzage van dit boek is ge
bleken dat daarin de ged. als lidmaat is inge
schreven en dat hp daarvan nimmer als zoo
danig is geroieerd
O. dat voorts nog door de eischers is over
gelegd het afschrift van een exploit van den
deurwaarder bp de arrondissements-rechtbank
te Middelburg C. A. Kouion van 13 Febr. 1889,
in welk stuk onder meer is vermeld «dat ten
verzoeke van den ged. en van nog 142 andere
personen, allen wonende te Serooskerke en allen
gezamenlpke belanghebbende leden der Neder
landsche hervormde kerk, deze als requirante
aanzeggen aan E. Loen, predikant der Neder
landsche hervormde gemeente te Grppskerke,
wonende aldaar, bewerende te zpn consulent
der Nederlandsch hervormde gemeente te Seroos
kerke, en anderen als geïnsinueerden, welke
geïnsinueerden beweren te zpn en te vormen
den kerkeraad der Nederlandsche hervormde
gemeente te Serooskerke; dat de requiranten
als te zpn de leden des kerkeraads en alzoo te
vormen den kerkeraad der Nederlandsch her
vormde gemeente te Serooskerke eeniglpk be
schouwend Johannes Henricus Martinns Godfried
Wolf, predikant, wonende te Yeere, en anderen
dat zp requiranten de geïnsinueerden niet er
kennen als te zpn de leden des kerkeraads en
alzoo te vormen den kerkeraad der Nederlandsch
hervormde gemeente te Serooskerke;"
O. dat een zoodanig exploit, als gedaan door
den deurwaarder bp eene arrondissements
rechtbank binnen zpn werkkring en alzoo
opgemaakt ten overstaan van een openbaar
ambtenaar, het volledig bewps oplevert van
hetgeen dat daarin vermeld staat, terwpl aan
het daarvan door dien ambtenaar afgegeven
en onderteekend afschrift gelpke bewpskracht
moet worden toegekend als aan dat oorspron-
kelpk stuk daar de overeenstemming daarmede
niet is ontkend
O. dat door dit exploit mitsdien wettig is
bewezen dat de ged. zich daarin heeft ge-
qualificeerd te zpn «medebelanghebbend lid
der Nederlandsch hervormde kerk"
O. dat tegen deze bewezen feiten dat de ged.
als lid der Nederlandsch hervormde kerk in
het lidmatenboek der Nederduitseh hervormde
gemeente Serooskerke staat geboekt §n dat hjj
zich zelven in gemeld exploit van 13 Febr.
1889 als «lid der Nederlandsch hervormde
kerk" heeft gequalificeerd, de ged. heeft aan
geboden, onder erkentenis nogthans van in
vroeger tpd lid der Nederlandsch hervormde
kerk te zpn geweest, als tegenbewps te leveren
het bewps dat hp tpdens de vaststelling van
het kohier reeds had opgehouden lid dier kerk
te zpn, namelpk, dat hp door woord of daad
ten duidelpkste had getoond niet meer tot die
kerk te behooren
O. met betrekking tot dit aangeboden tegen
bewps
dat art. 2 van het algemeen reglement voor
de hervormde kerk in het koningrpk der
Nederlanden van 9 Sept. 1851, bekrachtigd bp
kon. besluit van 23 Maart 1852 en in werking
gekomen den len Mei van dat jaar, welk regle
ment als regelende het lidmaatschap ook in
beheerszaken kan worden aangenomen, zpn aan
gewezen wie tot die kerk behooren, terwpl
bp art. 3 is bepaald dat dezen tot die kerk
blpven behooren zoolang zp niet door woord
of daad ten duidelpkste hebben getoond zich
van haar af te scheiden
dat uit de bewoordingen van laatstgemeld
artikel blpkt dat, om zich af te scheiden,
geene verklaring dier afscheiding aan het be
trokken kerkbestuur meer wordt gevorderd,
doch dat woord of daad daartoe voldoende is;
dat woorden en daden door getuigen bewps-
baar zpn, terwpl aan den rechter de beslissing
is in hoeverre zp, bewezen zpnde, voldoende
aantoonen, dat feitelpk eene afscheiding van
de kerk heeft plaats gehad;
O. dat van de zpde van den ged. zpn aan
gevoerd 7 getuigen, uit wier opgaven, waarvan
de summiere inhoud onder de daadzaken van
dit vonnis zpn opgenomen, wettig is bewezen
door de beëedigde verklaringen van de ge
tuigen Jan van den Broecke, Joos de Voogd,
Jan de Vos en Jacobus Onderdpk dat de ged.
in een vergadering, gehouden te Serooskerke
op 14 Mei 1887, met de daar aanwezige per
sonen heeft aangenomen het voorstel om zich
los te maken van de kerkelpke regeling, voort
vloeiende uit het kon. besluit van 7 Januari
1816, gewpzigd in het jaar 1882 en om tot
eene andere kerkordening over te gaan
door de beëedigde verklaringen van de ge
tuigen Jacobus Geldof Pz., Jan van den Broec
ke, Joos de Voogd, Cornelis Willeboordse,
Willem Boone, Jan de Vos en Jacobus Onder
dpk, dat de ged. sedert November 1887, in plaat»
van in het oude kerkgebouw der Nederduitseh
hervormde gemeente te Serooskerke, steeds ter
kerke is gegaan in de schuur, welke te Se
rooskerke tot kerkgebouw voor de Nederduitseh
gereformeerde kerk aldaar is ingericht, van
welke laatstgenoemde kerk de leden, door tot
eene andere kerkordening over te gaan, zich
hadden afgescheiden van de Nederlandsch
hervormde kerkdat in bedoelde schuur de
dienst werd waargenomen door den predikant
bp de Nederduitseh gereformeerde kerk te Se
rooskerke J. H. M. G. Wolf, door wien ook
doop en avondmaal werd toegediend
door de beëedigde verklaringen van de ge
tuigen Joos de Voogd, Cornelis Willeboordse,
Willem Boone, Jan de Vos en Jacobus Onder
dpk, dat de ged. op den 22 Febr. 1888 zpn kind
liet doopen in het kerkgebouw der Nederduitseh
gereformeerde kerk te Vrouwepolder, door den
predikant bp de Nederduitseh gereformeerde
kerk te Middelburg Klaarhamer, welke doof
de synode uit zpn ambt van predikant bp da
Nederlandsch hervormde kerk waB ontzet;
O. dat deze bewezen feiten dat de ged. op
den 14 Mei 1887 in eene vergadering te
Serooskerke met andere zpne instemming heeft
betuigd met een voorstel en daartoe is toege
treden om kerkelpk te gaan leven in de zoo
genaamde Nederduitseh gereformeerde kerk te
Serooskerke onder eene andere kerk verordening
dan die der Nederlandsch hervormde kerkdat
hp sedert November 1887 in het nieuw ingerichte
kerkgebouw dier Nederduitseh gereformeerde
kerk in plaats van in het kerkgebouw der
Nederduitseh hervormde gemeente te Seroos
kerke steeds is ter kerke gegaan en dat hp
zpn kind in het kerkgebouw van eene Neder
duitseh gereformeerde kerk door een predikant
bp eene zoodanige kerk heeft laten doopen
allen daden zpn, die, met elkander in verband,
duidelpk zouden aantoonen eene afscheiding
van de Nederlandsch hervormde kerk, ware
het niet dat, met dit alles in lpnrechten etrpd,
door den ged. ware gepleegd eene daad, waar
door hp heeft getoond zich zelven steeds nog
te beschouwen als te zpn lid der Neder
landsch hervormde kerk, toen hp op 13 Febr,
1889 het meergemeld exploit heeft doen uit»
door de» deurwaarder Keujonj dp|