N°. 167. 1889. 132s Jaargang. Woensdag 9 Ik «fe jd IT Juli. i KENNISGEVING. Opening jacht op waterwild. Middelburg 16 Juli. Deze courant verschynt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—J Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent: Advertentiën: 20 cent per regel.' Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. RECHTSZAKEN. Kerkelijke geschillen. HIDDELBllGSdHE (III RANT. Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peiji, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën Middelburg 16 Juli. vm. 8 u. 63 gr. Nieuwe nhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur m. 12 u 67 gr. av. 4 u. 67 gr. F j bureau van Nijgh Van Ditmas te Rotterdam; de Gebb.. Belinïante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de ia Mar Azn, te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zijn, wille* Verwacht W. wind. i annonces aan.Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parpa en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger, i zjj des avonds nog worden opgenomen De commissaris des konings in Zeeland gezien het besluit van Gedeputeerde staten van 12 Juli jongstleden, no. 99; gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); maakt bekend dat de opening der jacht op waterwild, zijndeeenden, duikers, waterhoen ders, watersnippen, schrieken, kemphanen, strandloopers, wulpen en plevieren, in deze provincie door Gedeputeerde staten is bepaald op Woensdag 24 Juli aanstaande. Middelburg, 15 Juli 1889. De commissaris des konings voornoemd, DE BRAÜW. Naar aanleiding van het voorstel-Bahlmann bespreekt de Arnhemse!ie courant de vraag wie de graanrechten zouden betalen. Naar het blad meent is duurder brood een noodwendig en onvermijdelijk gevolg van graan rechten indien het brood, na de invoering van dit Bahlmannelpk recht, niet duurder werd, zou het doel van den gansohen maatregel ge heel zjjn gemist. Met eenig nadenken kan iedereen dit inzien. Het voorstel bedoelt verbetering van den mate- rieelen toestand van den binnenlandschen pro ducent, zonder hem rechtstreekschen onderstand uit de schatkist te verleenen. Het invoerrecht zonder prjjsverhooging baat hem natuurlpk niet. Alleen middellijk trekt hij er voordeel van, dat de prjjs van het buitenlandsch graan met het bedrag van het invoerrecht verhoogd wordt, daar hjj, voor zijn product geen recht hebbende te betalen, de prjjsverhooging in eigen zak steekt. Opnieuw blijkt hieruit de volstrekte onwaarheid van de bewering, dat •de buitenlandsche producent het graanrecht zou betalen. Was dit het geval, dan zou de •markt van buitenlandsche granen niet rjjzen ■door de invoering van het recht, met welks 'bedrag eenvoudig de winst van den producent ■zou verminderen. Maar waar bljjft dan het voordeel voor den binnenlandschen graanbouwer en den man die achter hem zit, den grond eigenaar? Indien er geen prjjsverhooging van graan en brood op de invoering van graan rechten volgt, is de poging tot opbeuring van de noodljjdende grondeigenaars volkomen jjdel. En dat die verhooging heeft plaats gehad, dit bewjjst overal de statistiek. Verhooging van graanprjjs is met verhooging van broodprjjs synoniem. Was dit niet het geval, dan zou de bevoordeeling van de grondeigenaars gaan ten koste van molenaars en bakkers alleen, en dit zou wezenljjk wat al te kras zjjn vooral in een tijd, waarin de ge moederen vervuld zjjn van zekeren aandrang haar .rechtsgelijkheid.1' Wat nu verhooging ?tt.n den broodprjjs beteekent is gemakkelijk ?60f elk gezin na te rekenen. Het gebruik van graan voor de consumtie wordt algemeen gesteld op 150 Kg. per hoofd en per jaar; ver deelt men dit gebruik geljjkeljjk over tarwe en rogge, die in het wetsontwerp met 1.20 en 0.60 per 100 Kg, belast worden, dan verkrjjgt men eene prjjsverhooging van f 1.35 voor de brood-consumtie ran elk hoofd der bevolking, een hoofdgeld dus van dat bedrag, dat voor de gansche natie meer dan vjjf millioen gul den in het jaar beloopt, en waarin de min vermogenden, geljjk van zelf spreekt, in ver- geljjking veel meebetalen zullen dan de gegoeden. En wanneer er nu zulk een mond wordt opgezet over ondrageljjke lasten, die zjj aan de natie willen opleggen, welke eene klas- senbelasting voorstellen, naar de zuivere draag kracht omgeslagen, van ruim acht millioen, en tegen afschaffing van andere ongeljjkdruk- kende belastingen, wat zal men dan niet moeten aanroeren tot afkeuring van een maatregel, die met een zoo onbilljjk opgelegd hoofdgeld de natie bezwaren wil? Maar daarenboven, bestaat er nog een be zwaar tegen graanrechten, die vooral hier te lande voorstellen, zooals de heer Bahlmann er thaDS een ingediend heeft, aannemeljjk maken, ja nauweljjks als ernstig gemeend zullen doen opvatten. Dat is de belemmering, die de han del altoos door zulk eene heffing ondervindt. Het zou eene grove, eene belacheljjke inconse quentie zjjn, indien de Nederlandsche wetge- yer, die met zoo groote en prjjzenswaardige vrijgevigheid de handelswegen en handelsin- riehtingen heeft verbeterd, of tot de betering door anderen krachtig medegewerkt heeft, thans moedwillig den handel ging belemmeren en bemoeileken. Niet alleen belacheljjk en inconsequent, maar zelfs in hooge mate onver standig. Want elke belemmering, die den handel in de Nederlandsche havens wordt aan gedaan, is een motief tot verplaatsing naar elders, waar het handelsbelang beter zou wor den ingezien, en ten slotte zou ons land, met zjjne voortreffeljjke ligging en kostbare han delsinrichtingen, 't moeten aanzien, dat eigen kortzichtigheid en verkeerd begrepen belang van eene klasse van burgers, die waarljjk wel voor zichzelf kunnen zorgen, den buitenland- schen concurrent ten koste van Nederland hadden grootgemaakt. In een tweede artikel, waarop w jj nader terug komen, bespreekt hetzelfde blad de vraagwie eigenljjk van' de graanrechten genot zouden hebben. Bjj kon. besl. is benoemd tot burgemeester van Oosterland A. van der Have en is op ver zoek eervol ontslag verleend aan C. J. J. A. Van Tejjlingen als burgemeester van Nieuw en St Joosland en Ritthem. (Dit bericht werd nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer opgenomen.) Verder is de markies De Guirior, laatsteljjk secretaris van het Spaansch gezantschap bjj het Nederlandsche hof, benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Nog is pensioen verleend aan H. Peet wed. H. Valk, comm. Ie kl. bjj 's rijksbelas tingen ad ƒ219; mr F. Alting Mees, lid van den raad van state ad 577J. H. van Daalen, commies le kl. b^ 's rjjka belastingen, ad 474; F. J. A. van de Wakker idem ad 437W. L. Ziegenhoock idem ad 488 W. F. Wassink, idem ad ƒ545; N. J. George, idem 2e kl. ad f 371H. Hamstra, ontvanger der dir. belastingen enz. 900F. L. J. de Belleville, essaieur bjj den waarborg op gou den en zilveren werken te 's Gravenhage ad 1095 j jhr R. Schuurbeque Boejje, betaal meester, ad 2400. De minister van marine verleent a. Vrjjdag geen audiëntie. Van het rapport omtrent bureau's voor het onderzoeken van levensmiddelen enz. van de commissie, door het hoofdbestuur van het Nut van H Algemeen daartoe uitgenoodigd, zjjn o. a. afdrukken gezonden aan de regeering, gedeputeerde 3taten der provinciën, 100 ge meentebesturen, geneeskundige raden, gezond- heidscommissiën enz. De tiende jaarljjksche examens der Neder landsche Toonkunstenaars-vereeniging zjjn Maandag te 's Gravenhage begonnen. Van de 5 candidaten zjjn geslaagd: voor piano (lager onderwjjs) mej. J. M. Ludérus te 's Gravenhage, mej. J. W. de Waard te Assen, mevr. J. H. Gallajj geb. Sanders te Tilburg en mevr. H. A. Mejjroos te Arnhem. Te Amsterdam is op 79jarigen leeftjjd overleden mev. Maria Francisca Bia, weduwe van J. Ed. de Vries, eerder weduwe van Reinier Engelman, in haren tjjd eene zeer verdiensteljjke tooneelspeelster, die in den Stadsschouwburg op bet Leidscheplein eerste rollen speelde. Robert Hamerling, de bekende dichter is Zaterdag te Graz in den ouderdom van 59 jaar overleden. De eerste groote werken, waar mede hjj in de geheele beschaafde wereld zijnen naam vestigde, waren Ahasver in Hom en der König von Sion. In latere jaren verschenen van zjjne hand o. a. Die Sieben Todsünden en de roman Aspasiavan dramatische werken, doch niet zoo hoog geschat, Danton und Ro bespierre en Teut. Nog niet lang geleden liet Hamerling eene autobiographie het licht zien onder den titel: Stationen meiner Lébenspil- g er schaft. In 1855, dus op 25jarigen leeftjjd, werd Hamerling, een geboren Oostenrijker, tot leeraar aan het gymnasium te Triest benoemd, maar reeds 10 jaren later moest hp om gezondheids redenen zjjn ontslag nemen. Nooit is hjj sedert dien tjjd meer gezond geweestzjjn ingewands- Ijjden nam langzaam maar zeker toein de laatste twee weken van zjjn leven kon hjj nagenoeg geen voedsel meer verdragen. In des dichters testament, in 1879 gemaakt, moeten zich uitvoerige bepalingen bevinden, niet alleen omtrent zjjn vrjj aanzienlek ver mogen, maar ook aangaande zjjne letterkundige nalatenschap, waaronder volgens de N. Fr. Presse een bijna voltooid werk van wjjsgeerigen aard voorkomt. Na gehouden examen zijn aan de rijks hoo- gere burgerschool te Middelburg bevorderd Van de eerste klasse tot de tweede: L. J. Roscam Abbing, D. S. van den Berg, B. Both, M. van Boven, W. F. Dhont, J. B. Ellerman, F. Gort, A. van Hooff, P. Keulemans, J. G. M. J. Langeraap, C. J. Meulmeester, e. v., F. W. Morren, H. J. van Nederveen, W. Ch. Noske, H. A. C. Pieterse, E. I. Ch. Plasschaert, E. G. Th. van Raalte, I. Rekkers en W. Terwoert. Van de tweede klasse tot de derde I. H. E. Boaason, e. v., A. C. Breebaart, J. C. Broeder, J. C. Broeke, J. A. van Boven, E. W. A. Dhont, C. J. Esink, J. C. Rerkmejjer, e. v., C. K. Douw van der Krap, K. F. Douw van der Krap, A. Littooij, e. v., F. E. L. Meuffels, A. J. van Ockenburg, J. J. Pervoost, A. P. Snoep, e. v., J. Snoep, e. v., W. Voorbeijtel en P. A. Wattez. Van de derde klasse tot de vierdeC. G. Baert, A. J. Beunke, e. v., P. J. Boogaert, A. J. Cense, e. v., C. H. Cochius, J. Crucq, C. M. Dhont, J. G. H. Dhont, C. E. de Haas, L. A. van der Harst, H. J. Hendrikse, e. v., D. J. van Meerendonk, I. H. L. Meuffels, G. C. de Neve, e. v., J. P. Oggel, J. A. van Puffelen, e. v., J. van de Ree, A. K. Zweede en J. van de Velde Olivier, e. v. Van de vierde klasse tot de vjjfde J. J. M. Baart, F. E. van Hennekeler, J. M. van den Hoek, e. v., N. Keulemans, e. v., A. J. de Koning, P. J. A. Krnpsse, A. M. C. Sehorer, J. M. Slegt, J. L. A. Wjjnne en P. de Wjjs. Heden waren het de, getrouw de school bezoekende, leerlingen van school C, hoofd de heer P. G. de Jager, die op de bovenzaal der Sociëteit de Vergenoeging bijeen waren om van de Vereen, tot wering van schoolverzuim een be looning voor getrouwe plichtsbetrachting te ontvangen. In 1888 werd op genoemde school gedurende langer of korter tjjd aan het onderwjjs op deze school deelgenomen door 455 leerl. Door plaatsing of het verlaten der school in den loop van het jaar konden niet voor eene belooning in aanmerking komen 143, zoodat gedurende het geheele jaar de school bezochten 312 leerl. Daarvan werden beloond 267 leerlingen met hoogstens 5 willekeurige verzuimen, waaronder zonder éen willekeurig verzuim 153. Als belooningen werden uitgereikt84 ge tuigschriften aan leerlingen van het 5e en 6e leerjaar, welke leerlingen tevens zullen deel nemen aan een op Vrjjdag a. s. te houden rijtoer, die de feestvierders over Vrouwepolder naar de Oranjezon voeren zal. Verder werden uitgereikt: 44 atlassen en 139 boekgeschenken. De heer B. A. Verhejj sprak de kleinen toe en wees hun op het voorrecht, dat zjj door eigen plichtsbetrachting en door de zorg hunner ouders genieten. Niet alleen hebben zjj van het onderwjjs geprofiteerd maar bovendien ont vangen zjj nog eene aangename verrassing of het uitzicht op een prettig tochtje. Spreker merkte op dat in dit jaar nog 45 aehterbljjvers op school C zjjn, die, door het «achter de haag" loopen, het recht op eene belooning verbeurd hebben, en vroeg den aan wezigen schoolkinderen ook hunnerzijds er toe mede te werken dat die aehterbljjvers een volgend jaar minder talrjjk zjjn. Zjj Kunnen dat door hen, die niet voor een bekroning in aanmerking kwamen, de zelfvoldoening en de pret, die zjj genoten, af te schilderen. "Waar de heer Verhejj wees op de vele zorgen der onderwjjzers, herinnerde hjj aan het ver lies, dat deze school leed door het afsterven van een der onderwjjzers die, met lust en pver zjjne betrekking bekleedend, door zijne familie en vrienden betreurd wordt en wiens herinne ring bq de aanwezigen ook nog wel niet zal zjjn vergeten. Na hulde aan de nagedachtenis van den doode te hebben gebracht, stelde spreker de verdiensten van het hoofd der school en van de andere onderwjjzers in het licht en noodigde hy de bekroonden uit een herhaald hoera voor hen aan te heffen. Daaraan werd con amore voldaan. De uitreiking der bekroningen had verder op de gewone wjjze plaats en werd veraange naamd door eenige zangnommers van de leerlingen. Vonnis, gewezen op 15 Juli 1889 door het kantongerecht te Middelburg, in zake het college van kerkvoogden der Nederland sche hervormde kerk, afdeeling Serooskerke (W.), eischers, tegen Abraham Maljaars, van beroep land bouwer, wonende te Serooskerke (W.), gedaagde. Gezien de dagvaarding enz. Overwegende ten aanzien van de daadzaken enz. en in rechten: Overwegende dat, naar aanleiding van het plaatse! qke reglement op het beheer der kerke- ïyke goederen en fondsen der Nederduitsche hervormde gemeente te Serooskerke (W.) door de eischers in hunne hoedanigheid van college van kerkvoogden dier gemeente wordt gevorderd van den gedaagde als aangeslagen in de 6e klasse een bedrag van ƒ15, waarvoor hp is gebracht op het kohier van den koofdeljjken omslag, opgemaakt den 9 Aug. 1888, tot dekking van de uitgaven dier gemeente over het jaar 1888; O. dat de ged., hoewel tot betaling van dit bedrag gesommeerd, beeft geweigerd het te voldoen op grond dat de ged. tijdens de vast stelling van dat kohier geen lid meer was van de Nederlandsche hervormde kerk O. dat de Nederlandsch hervormde kerk als zedelpk lichaam bestaat uit al de hervormde gemeenten in het koninkrpk, zoodat, wanneer door eene dezer gemeenten van iemand een kerkelpken omslag wordt geheven, deze nood wendig dient te zpn lid der Nederlandsche hervormde kerk O. dat de eischerB, toegelaten zpnde om het door hen aangeboden bewijs te leveren dat ged. is aangeslagen als lid dier kerk, hebben over gelegd een boek, waarvan op den omslag voor komen de woorden«Lidmatenboek Serooskerke Walcheren", alsmede een geschreven stuk, ge dateerd op 14 Juni 1889, door de kerkeraadsleden der Nederduitseh hervormde gemeente te Serooskerke onderteekend, waarbij deze ver klaren dat gemeld boek alle de namen bevat van de personen, welke, hetzij door afgelegde belpdenis des geloofs, hetzp door overbrenging van het bewijs daarvan van eene andere ker- kelpke gemeente, als lidmaten der hervormde kerk te Serooskerke zpn erkend en toegelaten O. dat de echtheid van dit boek, alsmede die van de onderteekening van deze schrifteiyke verklaring niet wordt ontkend, zoodat bedoeld boek moet worden beschouwd te zpn het lid matenboek der Nederduitsche hervormde ge meente te Serooskerke O. dat ons door inzage van dit boek is ge bleken dat daarin de ged. als lidmaat is inge schreven en dat hp daarvan nimmer als zoo danig is geroieerd O. dat voorts nog door de eischers is over gelegd het afschrift van een exploit van den deurwaarder bp de arrondissements-rechtbank te Middelburg C. A. Kouion van 13 Febr. 1889, in welk stuk onder meer is vermeld «dat ten verzoeke van den ged. en van nog 142 andere personen, allen wonende te Serooskerke en allen gezamenlpke belanghebbende leden der Neder landsche hervormde kerk, deze als requirante aanzeggen aan E. Loen, predikant der Neder landsche hervormde gemeente te Grppskerke, wonende aldaar, bewerende te zpn consulent der Nederlandsch hervormde gemeente te Seroos kerke, en anderen als geïnsinueerden, welke geïnsinueerden beweren te zpn en te vormen den kerkeraad der Nederlandsche hervormde gemeente te Serooskerke; dat de requiranten als te zpn de leden des kerkeraads en alzoo te vormen den kerkeraad der Nederlandsch her vormde gemeente te Serooskerke eeniglpk be schouwend Johannes Henricus Martinns Godfried Wolf, predikant, wonende te Yeere, en anderen dat zp requiranten de geïnsinueerden niet er kennen als te zpn de leden des kerkeraads en alzoo te vormen den kerkeraad der Nederlandsch hervormde gemeente te Serooskerke;" O. dat een zoodanig exploit, als gedaan door den deurwaarder bp eene arrondissements rechtbank binnen zpn werkkring en alzoo opgemaakt ten overstaan van een openbaar ambtenaar, het volledig bewps oplevert van hetgeen dat daarin vermeld staat, terwpl aan het daarvan door dien ambtenaar afgegeven en onderteekend afschrift gelpke bewpskracht moet worden toegekend als aan dat oorspron- kelpk stuk daar de overeenstemming daarmede niet is ontkend O. dat door dit exploit mitsdien wettig is bewezen dat de ged. zich daarin heeft ge- qualificeerd te zpn «medebelanghebbend lid der Nederlandsch hervormde kerk" O. dat tegen deze bewezen feiten dat de ged. als lid der Nederlandsch hervormde kerk in het lidmatenboek der Nederduitseh hervormde gemeente Serooskerke staat geboekt §n dat hjj zich zelven in gemeld exploit van 13 Febr. 1889 als «lid der Nederlandsch hervormde kerk" heeft gequalificeerd, de ged. heeft aan geboden, onder erkentenis nogthans van in vroeger tpd lid der Nederlandsch hervormde kerk te zpn geweest, als tegenbewps te leveren het bewps dat hp tpdens de vaststelling van het kohier reeds had opgehouden lid dier kerk te zpn, namelpk, dat hp door woord of daad ten duidelpkste had getoond niet meer tot die kerk te behooren O. met betrekking tot dit aangeboden tegen bewps dat art. 2 van het algemeen reglement voor de hervormde kerk in het koningrpk der Nederlanden van 9 Sept. 1851, bekrachtigd bp kon. besluit van 23 Maart 1852 en in werking gekomen den len Mei van dat jaar, welk regle ment als regelende het lidmaatschap ook in beheerszaken kan worden aangenomen, zpn aan gewezen wie tot die kerk behooren, terwpl bp art. 3 is bepaald dat dezen tot die kerk blpven behooren zoolang zp niet door woord of daad ten duidelpkste hebben getoond zich van haar af te scheiden dat uit de bewoordingen van laatstgemeld artikel blpkt dat, om zich af te scheiden, geene verklaring dier afscheiding aan het be trokken kerkbestuur meer wordt gevorderd, doch dat woord of daad daartoe voldoende is; dat woorden en daden door getuigen bewps- baar zpn, terwpl aan den rechter de beslissing is in hoeverre zp, bewezen zpnde, voldoende aantoonen, dat feitelpk eene afscheiding van de kerk heeft plaats gehad; O. dat van de zpde van den ged. zpn aan gevoerd 7 getuigen, uit wier opgaven, waarvan de summiere inhoud onder de daadzaken van dit vonnis zpn opgenomen, wettig is bewezen door de beëedigde verklaringen van de ge tuigen Jan van den Broecke, Joos de Voogd, Jan de Vos en Jacobus Onderdpk dat de ged. in een vergadering, gehouden te Serooskerke op 14 Mei 1887, met de daar aanwezige per sonen heeft aangenomen het voorstel om zich los te maken van de kerkelpke regeling, voort vloeiende uit het kon. besluit van 7 Januari 1816, gewpzigd in het jaar 1882 en om tot eene andere kerkordening over te gaan door de beëedigde verklaringen van de ge tuigen Jacobus Geldof Pz., Jan van den Broec ke, Joos de Voogd, Cornelis Willeboordse, Willem Boone, Jan de Vos en Jacobus Onder dpk, dat de ged. sedert November 1887, in plaat» van in het oude kerkgebouw der Nederduitseh hervormde gemeente te Serooskerke, steeds ter kerke is gegaan in de schuur, welke te Se rooskerke tot kerkgebouw voor de Nederduitseh gereformeerde kerk aldaar is ingericht, van welke laatstgenoemde kerk de leden, door tot eene andere kerkordening over te gaan, zich hadden afgescheiden van de Nederlandsch hervormde kerkdat in bedoelde schuur de dienst werd waargenomen door den predikant bp de Nederduitseh gereformeerde kerk te Se rooskerke J. H. M. G. Wolf, door wien ook doop en avondmaal werd toegediend door de beëedigde verklaringen van de ge tuigen Joos de Voogd, Cornelis Willeboordse, Willem Boone, Jan de Vos en Jacobus Onder dpk, dat de ged. op den 22 Febr. 1888 zpn kind liet doopen in het kerkgebouw der Nederduitseh gereformeerde kerk te Vrouwepolder, door den predikant bp de Nederduitseh gereformeerde kerk te Middelburg Klaarhamer, welke doof de synode uit zpn ambt van predikant bp da Nederlandsch hervormde kerk waB ontzet; O. dat deze bewezen feiten dat de ged. op den 14 Mei 1887 in eene vergadering te Serooskerke met andere zpne instemming heeft betuigd met een voorstel en daartoe is toege treden om kerkelpk te gaan leven in de zoo genaamde Nederduitseh gereformeerde kerk te Serooskerke onder eene andere kerk verordening dan die der Nederlandsch hervormde kerkdat hp sedert November 1887 in het nieuw ingerichte kerkgebouw dier Nederduitseh gereformeerde kerk in plaats van in het kerkgebouw der Nederduitseh hervormde gemeente te Seroos kerke steeds is ter kerke gegaan en dat hp zpn kind in het kerkgebouw van eene Neder duitseh gereformeerde kerk door een predikant bp eene zoodanige kerk heeft laten doopen allen daden zpn, die, met elkander in verband, duidelpk zouden aantoonen eene afscheiding van de Nederlandsch hervormde kerk, ware het niet dat, met dit alles in lpnrechten etrpd, door den ged. ware gepleegd eene daad, waar door hp heeft getoond zich zelven steeds nog te beschouwen als te zpn lid der Neder landsch hervormde kerk, toen hp op 13 Febr, 1889 het meergemeld exploit heeft doen uit» door de» deurwaarder Keujonj dp|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1