ROTINCIALE STATEN TAN ZEELAND.
ZITTING VAN DINSDAG 2 JULI 1889.
3
Avondzitting van Dinsdag 2 Juli. Opening der ver
gadering onderzoek der geloofsbrieven en beëediging
nieuwe ledenmededeeling ingekomen stukkenvoor
stellen van gedeputeerde statenbepaling van den dag
der volgende bijeenkomst.
Voorzitter jhr mr W. M. de Brauw.
Tegenwoordig 42 leden, de heerenFokker, Walter,
Hammacher, Buteux, Snijders, Van Waesberghe Jans-
sens, J. C. K. van der Bilt, B. V. van der Bilt, Pompe
van Meerdervoort, Van Lijnden, Bolle, Van der Vliet,
Van der Have, Hoogenboom, Frnijtier, Brevet, Van
Woelderen, Van Deinse, Lucasse, Snonck Hurgronje,
Thomaes, Stevens, Dronkers, De Smidt, Kakebeeke,
Ogge), Van der Beke Callenfels, Moes, Quarles van
Uff-ird, Heijse, Hollestelle, Den Boer, Van Teijlingen,
Lantsheer, Hennequin, Van Uije Pieterse, Berdenis
van Berlekom, Risseeuw, Wagtho, Huvers, Sipkes en
Van Schouwen.
De voorzitter opent deze zomervergadering in
naam des kODings.
De voorzitter houdt de volgende toespraak
„Mijne Heeren.
Sedert uwe laatste bijeenkomst zijn geene leden
door den dood uit ons midden weggerukt. Toch be
treuren wij het verlies van twee leden, die door den
loop der verkiezingen hun zetel in de Staten hebben
verloren.
In de eerste plaats bedoel ik het door u allen
hooggeschat lid van het Gedeputeerd college, den
heer Bijbau, die het dertigste jaar was ingetreden van
zijn lidmaatschap der Staten, en ruim tien jaren zich
op voortreffelijke wijze gekweten heett van zijne taak
als lid van Gedeputeerde staten.
Zijn ijver, nauwgezetheid en kennis evenaarden de
warme liefde, die hij voor zijne betrekking gevoelde.
Zijn attreden is een groot verlies voor uw Gedepu
teerd college en ook in deze vergadering zal hij door
u allen met leedwezen worden gemist.
Wij danken hem van harte voor de groote diensten,
die hij aan Zeeland bewezen heeft. Op uw aller hoog
achting en vriendschap kan hij blijven rekenen en
onze beste wenschen volgen hem op zijn verder le
venspad.
Ik behoef u niet te herinneren, mijne heeren, dat
Gedeputeerde staten met een tweede verlies werden
bedreigd. Weinig had het gescheeld of wij hadden
ook de diensten moeten missen van den heer J. C. R.
van der Bilt, het oudste lid der Staten van Zeeland
en het oudste lid van Gedeputeerde Staten in geheel
ons land.
Dat zijne groote ervaring en werkkracht voor de
provincie zijn behouden gebleven, is een gevolg van
het edele besluit van den heer Van Hou te, om het
lidmaatschap der Staten, dat hem door zijne kiezers
opnieuw was opgedragen, niet te aanvaarden, maar
de kiezers van het hoofdkiesdistrict Sluis in de ge
legenheid te stellen den heer Van der Bilt een schit
terend bewijs te geven van hunne waardeering. Den
heer Van Houte, dien wij zoo gaarne nog langer in
ons midden hadden willen zien, brengen wij onzen
dank voor zijne zelfopoffering, waardoor hij Zeeland ten
zeerste aan zich beeft verplicht. Deze verkiezing in
het district Sluis strekt tot eer van alle daarbij be-
Bijvoegsel van de Mlddelburgsche courant van Maandai
trokken partijentot eer van den heer Van der Bilt,
tot eer van den heer Van Houte en tot eer van Wes
telijk Zeenwsch-Vlaanderen, dat getoond heeft erken
telijk te zijn jegens een lid der StateD, dat geheel
zijn werkzaam leven en al zijne krachten aan de
provincie heeft gewijd."
De voorzit ter stelt aan de orde het onderzoek
der geloofsbrieven van de herkozen en nieuw
gekozen leden in de hoofdkieedistricten Zierikzee,
Goes, Sluis, Middelburg, Hulst en Tholen en benoemt
daarvoor twee commissiën nl. de heeren Fokker,
Lucasse en Hennequin voor de geloofsbrieven der
gekozen leden in de hoofdkiesdistricten Zierikzee,
Goes en Sluis en de heeren Van Lijnden, Huvers en
Hollestelle voor de geloofsbrieven der gekozen leden
in de hoofdkiesdistricten Middelburg, Hulst en Tholen.
Gedurende den tijd, dat de commissie zieh met het
onderzoek onledig houdt, worden de werkzaamheden
geschorst.
Ter vergadering teruggekeerd, breDgt de heer Van
Lijnden namens de eene commissie rapport uit,
waaruit blijkt dat alle stukken in orde zijn bevonden,
zoodat de commissie adviseert tot toelating van de
heeren 3. P. I. Buteux, C. L. van Woelderen,
mr 5f. J. C. Snouck Hurgronje, J. J. A.
van Teijlingen, Tl», van Uije Pieterse, mr
O. A. Berdenis van Bcrlekoin, gekozen in het
hoofdkiesdistrict middelburg, mr T. A. Wagtho
gekozen in het hoofdkiesdistrict Tholen, P. moes,
mr F. J. F. m. Walter, P. J. Fruijtler en
mr A. <D. B. Thomaes, gekozen in het hoofdkies
district Hulst.
Op voorstel des voorzitters wordt overeenkomstig
het advies der commissie besloten.
De genoemde heeren worden door den griffier
binnengeleid en leggen in handen van den voorzitter
de vereischte eeden af.
De voorzitter wenscht den heeren geluk met
hunne herbenoeming en noodigt hen uit hunne
plaatsen in te nemen.
Vervolgens brengt de heer Fokker rapport uit
namens de andere commissie. Volgens dat rapport
waren alle stukken in orde en adviseert deze com
missie tot toelating van de heeren 3. H. C. Heijse,
3. Hoogenboom Bz., M. Bolle Lz., gekozen in
het hoofdkiesdistrict Zierikzee, jbr mr J. 3. Pompe
van Meerdervoort, CJ. J. Huvers, 3. van
Schouwen, jhr mr J. H. Ruarles van Flford,
gekozen in het hoofdkiesdistrict Goes, en H. G. Ham-
maclier, mr F. J. Brevet en mr JT. C. R. van
der Bilt, gekozen io het hoofdkiesdistrict Sluis.
Op voorstel van den voorzitter vereenigt de
vergadering zich met dit advies.
Ook deze heeren worden door den griffier binnen
geleid en leggen de vereischte eeden af.
De voorzitter wenscht eveneens hun geluk, waarna
zij zitting nemen.
De voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken
a koninklijk besluit, houdende goedkeuring der
wijziging van de begrooting der enkel provinciale en
huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1889;
b koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
a het reglement op het gebrnik van de steigers in
Zeeland
b de wijziging van het reglement op het bestuur
van het waterschap Schouwen;
c koninklijk besluit, houdende goedkeuring der
besluiten tot heffing en invordering van steigerrecht
voor het gebruik van de steigers in Zeeland
15 Juli 188». 1