6 ZITTING VAN DINSDAG 2 JULI 1889. dat zij in Mei 1887 de vrijheid hebben genomen aan heeren Gedeputeerde staten te verzoeken de oprichting van een steiger bij het stoombootveer te Borssele te willen bevorderen, ten behoeve waarvan de gemeente Borssele den Wolfaartsweg zou begrindeD; dat zij ten antwoord hebben ontvangen dat genoemd College bereid is een voorstel tot het bouwen van een steiger bij de staartnol aan u te doen, wanneer zekerheid zal zijn gegeven dat de wegen uit het zuid westelijk deel van Driewegen of uit Ellewoutsdijk naar de staartnol worden verhard en de kruin van die nol van eene 3 M. breede klinkerbestrating worde voorzien dat de gemeente Borssele zich daarbij bereid heeft verklaard de kosten der klinkerbestrating voor hare rekeniog te nemen, doch dat de gemeente Driewegen alleen tot verharding van den weg tusschen Driewegen en de staart kan overgaan, wanneer het rijk, de pro vincie en andere gemeenten daarvoor bijdragen ver- leenen dat van de betrokken gemeenten geen enkele bereid is in de kosten van genoemde verharding eenige bijdrage beschikbaar te stellen; dat er mitsdien geen kans bestaat dat de voor waarden, door Driewegen gesteld, vervuld zullen worden dat, naar de bescheiden meening van adressanten, de billijkheid medebrengt dat de provincie de kosten der verharding van den weg naar Driewegen voor hare rekening neme, wanneer heeren Gedeputeerde staten die verharding als voorwaarde voor het op richten van een steiger blijven stellen; dat adressanten vermeenen dat de betrokken ge meenten de groote kosten der verharding niet zullen kunnen dragen en alzoo die voorwaarde het oprichten van een steiger totaal onmogelijk zal maken; dat de provincie groot belang heeft bij het maken van een steiger, vermits het aantal reizigers zeer zou toenemen als bij bestond, daar thans velen eene andere route nemen bij het heerechen van ongunstig weer, terwijl ook het veevervoer uit de haven van Elle woutsdijk langs bet veer van Borssele—Terneuzen zou worden geleid; dat het drukke personenvervoer, u kunnende blijken uit het provinciaal verslag, ook in vergelijking o. a. met het verkeer te Hoedekenskerke, aanspraak geeft op de aanwezigheid van een steiger. Eedenen waarom adressanten de vrijheid nemen u eerbiedig te verzoeken wel te willen besluiten tot het oprichten van een steiger te Borssele." Het voorstel van Ged. staten luidt: P. Verburg Mz. en 286 andere ingezetenen van Borssele, 's Heerenhoek, Driewegen, Ovezand en Nieuw- dorp verzoeken uwe vergadering, bij het hieronder afgedrukt adres, te willen besluiten tot het oprichten van een steiger te Borssele. Eenige dagen vóór de ontvangst van dat stuk, werd een verzoek tot ons gericht door E. A. van der Bent en 115 andere ingezetenen van Ellewoutsdijk, Oude- lande en Driewegen, om te onderzoeken in boever het aanbrengen van een steiger te Ellewoutsdijk in het provinciaal en algemeen belang zou zijn, om daarna zoo mogelijk de noodige voorstellen aan u te doen. Dit laatste adres wordt door een vijftal te Ellewouts dijk en Driewegen wonende veehandelaars op België ondersteund, die mededeelen dat, al mocht te Borssele een steiger worden gebouwd, het veevervoer uit Elle woutsdijk toch niet naar dien steiger zou worden verlegd. Daar het onderzoek naar aanleiding van laatstbe doelde adressen nog niet is afgeloopeD, hebben wij de eer u voor te stellen, het adres van Verburg c. s. in onze handen te stellen, teneinde u daaromtrent in eene volgende vergadering een voorstel te doen. Alzoo wordt besloten. Verder worden de volgende voorstellen van Gedeputeerde staten naar de afdeelingen verzonden: Een voorstel tot het aangaan van eene geldieening ter aflossing van de alsnog loopende 4 pet. geldlee- ningen ten laste der provincie, met daarmede in ver band staande voorstellen. Een voorstel betreffende het adres van het gemeen tebestuur van Westkapelle omtrent de uitkeering van het subsidie voor verloskundige hulp. De verantwoording van Gedeputeerde staten wegens de enkel provinciale- en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over het dienstjaar 1887. De begrooting der kosten van het provinciaal be stuur, voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1890. De begrooting der enkel provinciale en huishoude lijke inkomsten en uitgaven voor 1890 met een voor stel betreffende de heffing van opcenten op de grond en personeele belasting te behoeve der provincie. Achtereenvolgens worden voor kennisgeving aange nomen de volgende mededeelingen van den voorzitter. a. dat de presentielijst van de vergaderingen van Gedeputeerde staten ter griffie is nedergelegd b. dat een staat van ambtenaren en bedienden ter griffie is nedergelegd; c. dat een staat van alle provinciale eigendommen en bezittingen, alsmede eene afzonderlijke staat van die welke verhuurd of verpacht zijn, ter griffie zijn nedergelegd. De voorzitter stelt voor om de, ingevolge art. 46 der provinciale wet op 3 Juli, te houden bijeenkomst voor de verkiezing van zes leden van Gedepu teerde staten te doen aanvangen te 10 uren, en om in dezelfde vergadering over te gaan tot de verkiezing- van liet lid der staten, bedoeld, in art. 89 der provinciale wet, alsmede om de splitsing der vergadering in afdeelingen. aan te houden tot na afloop der verkiezingen van. Gedeputeerde staten. De vergadering vereenigt zich met dit voorstel. De voorzitter sluit de bijeenkomst.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 10