N°. 157.
132° Jaargang.
1889.
Yrijdag
5 Juli.
Eigen Hulp.
Middelburg 4 Juli.
Rijks-belastingen.
Nationale Militie.
Deze courant verschijnt dagelyks?
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—=3
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager?
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 1—7 regels 1.50
iedere regel meer/0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
■ff
BEKENDMAKINGEN.
LETTEREN EN KUNST.
MDDELBUGSdE (III RAM.
■Thermometer.
Middelburg 4 Juli. m 8 u.
69
m. 12 u 75 gr. av. 4 u. 72 gr,
Verwacht N. wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van
NiETjWENHinjzEN. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie
bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdamde Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en het Algemeen advertentiebureau van A. de la Mar Azn, te Amsterdam,
annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te een nut
aan het bureau bezorgd zjjn, willes
zjj des avonds nog worden opgenomen
II.
Het ia nog niet lang geleden dat in onze
omgeving ook op aansluiting bij de beweging
tegen de vereeniging Eigen Hulp werd aan
gedrongen. Vrijdag den 26en October van
het vorig jaar toch trad te Vlissingen de
heer J. Nienhuis uit Delft als apostel op om
de neringdoenden aan te sporen tegenover
Eigen Hulp zich aaneen te sluiten en aldus
door eendrachtige samenwerking, door alle
gepaste middelen die vereeniging terug te
dringen van den weg, waarop zij zich thans
beweegt en die op het verderf der winkeliers
schijnt aangelegd.
In hoever nu die beweging succes heeft
of zij sinds dien tijd zich hier en elders heeft
uitgebreid of Eigen Hulp nadeelige gevolgen
heeft ondervonden van de „gepaste en doel
treffende middelen," welke te harer be
strijding zjjn aangewend, kunnen wij niet
zeggen. Groot is onze verwachting daarom
trent nooit geweestwant ontegenzeggelijk
heeft Eigen Hulp voor de personen, in wier
belang zij werkzaam is, te groot nut en is
die vereeniging, waar zij bestaat, te krachtig
van natuur, om door zulk een tegenstand
op haar grondvesten geschokt te worden.
Maar dit sluit niet uit dat de hoofdbe
denking, tegen haar geuit door den heer
Nieuhuis, door ons ten volle gedeeld wordt
en dat de heer Beerstecher die in zijn betoog
geheel over het hoofd ziet. Hij noemt hen
verblind die „beweren dat het doel der asso
ciaties is, een nijvere klasse in de maat
schappij ten gronde te richten, terwijl zij
slechts beoogen het lot van een oneindig
grootere, minstens even nijvere klasse,
voornamelijk bestaande uit den werkmans
stand en wat men in Duitschland noemt het
intellectueele proletariaat, dus minimum-men-
schen, te verzachten. Haar streven is derhalve
slechts dat, wat dreigt te zinken, steunend
staande te houden."
Eilieve, alles goed en wel. Dit is zeker
het primitieve doel geweest, maar thans
is het toch een niet te loochenen feit dat,
waar de winkels van Eigen Hulp open
staan voor een ieder, voor leden enniet-
leden der vereeniging, deze daardoor als
gewoon winkelier in concurrentie treedt met
andere neringdoenden.
De heer Nienhuis uitte daartegen vooral
zjjn bezwaren, en hij herinnerde er aan hoe
het oorspronkelijk doel der coöperatie te
Rochdale washet zich verschaffen van de
eerste levensbehoeften, in goede kwaliteit en
tot billijken prijs, door werklieden die daartoe
onderling zich vereenigden.
Het lag voor de hand dat reeds de uit
voering van dit primitieve plan nadeelig
moest zijn voor de neringdoenden, omdat
het een groot deel hunner afnemers aan
hun clientèle onttrok. Dat zij dit grooten-
deels te wijten hebben gehad aan zich zeiven,
aan hun, zooals de heer Beerstecher dit
uitdrukt„weinig eerlijke en baatzuchtige
handelingen tegenover menschen die zich
niet kunnen en mogen laten exploiteeren", is
niet te ontkennen; maar het was en bleef
voor hen toch altijd een groot verlies, waar
over zij toch waarlijk niet vreugdevol gestemd
konden zijn. De winkeliers moesten van die
beweging nadeel ondervinden, dat lag voor
de hand; en al was die coöperatie er ook
op gericht anderen voor zinken te behoeden,
zij had toch tevens ten gevolge dat de
neringdoenden gevaar liepen achteruit te gaan.
En toen nu dit coöperatie-stelsel meer en
meer zich uitbreidde, zelfs vermogenden of
hooggeplaatste staats- of stedelijke ambtena
ren zich van Eigen Hulp bedienden, en men
zich niet meer bepaalde tot het aanschaffen
van de eerste levensbehoeften doch ook
allerlei andere zaken door middel van Eigen
Hu'p ging koopen, toen werd het voor de
mannen, die een bestaan zoeken in hun vak,
steeds moeilijker naarmate de kring, waar
zij als 't ware buiten gesloten w erden, hoe
langer hoe grooter werd.
Maar het ergst was en hierop wijst
de heer Beerstecher in 't geheel niet dat
Eigen Hulp gewoon winkelier werden,
werkend met het kapitaal der leden, zich
gemakkelijk beweegt, door contante betaling
zijner afnemers met billijker winst zich
tevreden kan stellen en zoodoende aan den
winkelier eene concurrentie aandoet, die deze
onmogelijk kan tegengaan.
Dit laatste bezwaar juist mag niet licht
geteld wordenen het weegt daarom bij ons
zoo zeer omdat het gegrond is op het zeer
juiste begrip dat Eigen Hulp daardoor haar
reden van ontstaan verlooehent.
Wij gaan niet mee met hen, die het „help
u zeiven" willen beperken tot een zekere
categorie van personen; die van de vereeni
ging Eigen Hulp willen uitsluiten vermogen
den, hooggeplaatste ambtenaren enz., want
dit zou zijn de vrijheid aan banden leggen
en gaan rieken naar eene zeker soort
protectie van een bepaalden stand.
Maar evenmin kunnen wij ons vereenigen
met den weg, dien Eigen Hulp thans is
ingeslagen om zelf tegenover het
publiek als winkelier op te treden.
Dat de neringdoenden daarom te meer
den strijd daartegen aanbinden kunnen wij
ons voorstellen. Van het begin af aan was
Eigen Hulp bun vijand dit valt met de
schoonste theorieën niet weg te redeneeren,
evenmin als de waarheid dat zij zelve
schuld waren aan het ontstaan van die
concurrentie. Maar scherp en in menig
opzicht onbillijk en onrechtvaardig is Eigen
Hulp eerst in de laatste jaren tegenover hen
opgetreden.
Dat zij daarom hunnerzijds, uit zelfbe
houd gedwongen, naar allerlei middelen zoe
ken om die vereeniging machteloos te maken,
is te begrijpen; dat zij daarbij nog al eens
de plank mis slaan het ligt voor de hand.
Is het toch geen overdrijving, wanneer zij
aan deze en gene het recht willen ontzeggen
om zich van het middel der coöperatie te
bedienen, teneinde hun eigen positie te ver
beteren
Vermogenden, hooggeplaatste staats- of
stedelijke ambtenaren zouden van Eigen
Hulp geen lid mogen zijn.
In een brochure, het vorig jaar verschenen
onder den titelDe sociale kwestie in den
burgerstandwerd o. a. gewezen op de vele
rijks- en gemeente-ambtenaren, die uit de
belastingen worden betaald en „die, let wel,
met dat door den burger zoo zuur bijeen
gebrachte geld kolossale winkelneringen on
derhouden, ten doel hebbende de welvaart
te fnuiken van denzelfden burger, die tot
die bezoldiging ook het zijne heeft bijge
dragen".
Hetzelfde is elders, op meer dan eene
vergadering, gezegd, maar die bewering
gaat, volgens ons, van een geheel verkeerd
standpunt uit.
In de allereerste plaats is een rijks- of
gemeenteambtenaar geen ondergeschikte van
de belastingschuldigen, en allerminst van een
zeker deel daarvan. Hij werkt in het belang
van den staat, de provincie of de gemeente;
hij is dus een ambtenaar van de algemeene
samenleving, maar juist omdat hij ambtenaar
van het algemeen is, is hij des te vrijer. Hij
levert zijne diensten en de staat, de provincie
of de gemeente betaalt hem. Beide zijn dus
quitte. En allerminst gaat het aan om, zooals
men wil, hun chefs zich te laten bemoeien
met de wijze waarop zij zich voorzien van
hunne dagelijksche behoeften. Ten slotte
zou alleen een minister op dit punt vrij zijn
tenzij de koning ook hem dwong een
bepaald systeem te volgen, en zou er een
algemeene, ongeoorloofde controle ontstaan.
Geen wonder dat tegen zulk een streven
zich ook onder de tegenstanders van Eigen
hulp stemmen deden hooren. Zoo o. a., op
een 30 October 11. te Utrecht gehouden verga
dering van den Nederlandschen bond Maat
schappelijk belangde heer Van der Vaart
uit Den Haag, die verklaarde de vrijheid
van den ambtenaar niet te willen aantasten;
deze moest, volgens hem, vrij zijn waar en
van wien hij zijne goederen wilde halen.
Alleen wilde hij de hulp der regeering
inroepen om tegen te gaan dat hoog geplaatste
ambtenaren werk verrichten bij Eigen hulp
Die hulp tocli wordt gratis verleend en zoo
ontvangen de leden meer proeenten winst.
Zulk een eisch is echter ook verwerpelijk,
en het zou hoogst gevaarlijk zijn om hem
in te willigen. Zij, die hem stellen, bedenken
toch dat een regeering daardoor misbruik
maken zou van haai* macht en een zeer
bedenkelijken weg zou inslaan, te bedenkelijker
omdat er in den tegenwoordigen tijd al te veel
een streven in dien geest zich openbaart. Een
bestuur heeft van zijne ambtenaren niets meer
te vorderen dan plichtsbetrachting, maar aller
minst tegenover hen het recht zich te mengen
in hun particuliere zaken, die buiten hui
ambt staan. Men vergete niet dat, werd eens
de wensch van de tegenstanders van Eigen
Hulp vervuld, spoedig meerdere eischen zich
zouden doen hooren, en een regeering zich
het recht zou kunnen toeeigenen om ook op
andere wijze een ongewettigden invloed op
de ambtenaren uit te oefenen.
Men ziet, wij achten de bestrijders van
Eigen Hulp niet gelukkig in de middelen
die zij aangeven, om hun doel te bereiken
Trouwens het zal moeilijk blijven deze nete
lige kwestie op eene goede manier op te
lossen.
De vrijheid, waarop wij zoozeer prijs stellen
en die de winkeliers ook in eere dienen te
houden, willen zij geen gevaar loopen dat
zij zeiven eenmaal getroffen worden door het
zelfde wapen, hetwelk zij tegen hun bestrijders
willen laten hanteeren die vrijheid ver
biedt eenige inbreuk te maken op het recht
van een i e d e r om het coöperatie-stelsel
ten eigen bate aan te wenden.
Maar waar die neringdoenden nu zoo mach
teloos staan tegenover Eigen Hulp, daar
kunnen wij nog niet inzien dat het, zooals
de heer Beerstecher dit voorstelt, een onge
oorloofd, een oneerlijk middel hunnerzijds
is, wanneer zij bij verkiezingen voor colleges
hun stem niet geven aan voorstanders van
de vereeniging Eigen Hulphun vijanden.
Men versta ons niet verkeerd.
Wij betreuren ten sterkste wanneer bij
verkiezingen allerlei bijoogmerken, allerlei
drogredenen, allerlei particuliere veeten den
doorslag geven hij het uitbrengen van een
stem. De eenige vraag moet hij een niet
politieke verkiezing volgens ons zijnwie
is de meest geschikte persoonwie kent
b. v. het best de belangen der gemeente
Dien persoon stemmen wij.
Maar, zoolang de menschen zijn zooals ze
zijn; zoolang onpartijdigheid en een onbe
vangen blik niet aller deel is, zoolang zal
de verwachting, dat men algemeen dit stand
punt inneme, wel tot de vrome wenschen
blijven behooren. Het is nu eenmaal niet
anderseen winkelier of handelaar zal eerder
een klant van hem stemmen dan een waaraan
hjj niets verdient. En zoolang het kiezen voor
raadslid beschouwd wordt als een soort dienst,
dien men een candidaat bewijst, is het be
grijpelijk dat een kiezer niet meewerkt om
zulk een eer te betoonen aan hem, die op
de eene of andere manier zijne belangen be
nadeelt.
Zoolang er geen ideaal-menschen zijn, is
deze de zuivere, practisehe zijde van het
vraagstuken door ons te verdiepen in allerlei
bespiegelingen, komt men geen stap verder.
Eigen Hulp en de winkeliers staan als
vijanden tegenover elkaar. Dat valt niet te
ontkennen.
Die vereeniging heeft, bij al hare goede
en gewettigde zijden, een voor de winkeliers
hoogst bedenkelijken vorm aangenomen.
En de winkeliers, steeds beproevende die
gevaarlijke concurrente tegen te houden,
prijzen daartoe verkeerde middelen aan.
Dit is de slotsom, waartoe wij, na be
schouwing van dit vraagstuk, van zelf'
moeten komen.
Wat te doen om den strijd te beslechten
of te verzachten
Wanneer Eigen Hulp besluiten kon hare
winkels niet meer voor het publiek open te
stellen maar eenvoudig aan hare leden te
verkoopen, dan zou er reeds, dunkt ons,
een groote schrede gedaan zijn op den weg
der verzoening, en Eigen Hulp meer en beter
aan haar oorspronkelijk karakter beant
woorden.
En de winkeliers
Laat hen ook het coöperatie-stelsel te baat
nemen, in dien zin dat zij de handen in
elkaar slaan om, zooals de heer Beerstecher
dit aangeeft, te trachten hun onmisbaarheid
tegenover Eigen Hulp te loonen. Menig
winkelier ontbreekt het aan bedrijf-kapitaal
of aan de gelegenheid om in het groot goede
waar in te slaan. Hij doet anderen con
currentie aan, doch loopt öf gevaar zichzelven
ten onder te werken óf, wat even erg is,
door het publiek minder goede waar te
leveren, zijn klanten te verliezen.
Waarom kan er onder een zeker aantal
goede, flinke winkeliers niet samenwerking
zijn, om gemeenschappelijk in het groot die
artikelen, waarin Eigen Hulp het meest
concurreert, in te koopen en op zulk een
wijze, door lagen prijs en uitstekende kwali
teit van waar, die vereeniging te bestrijden?
Zij zuilen daardoor tevens zoovelen die
zonder kennis van zaken, als laatste red
middel om een bestaan te vinden, een
winkeltje beginnen en zulke gelegenheden
verrijzen tegenwoordig als paddestoelen uit
den grond terughouden van dergelijke
plannen, die toch altijd ook de goede win
keliers benadeelen.
Zoo zullen dezen zich zelve helpen en geen
inbreuk maken op de rechten van personen
die evenveel aanspraak kunnen doen gelden
op vrijheid van handelen als zij zelve.
Men zal als bezwaar* tegen het door ons
aangegeven denkbeeld vooral aanvoeren de
onderlinge concurrentie tusschen de nering
doenden. Wij tellen die niet licht, maar waar
men een gemeenschappelijken vijand moet
bestrijden dient men zooveel mogelijk de
handen ineen te slaan en in sommige artikelen
samen te werken.
Dit brengt het gemeenschappelijk
belang mee.
Een tweede middel tot verbetering zou
wellicht kunnen zijn dat de flinke winkeliers
zich vereenigden om, evenals Eigen Hulp,
slechts a contant te leveren.
Zij zouden daardoor lager prijs voor hunne
waren kunnen vorderen, omdat zij dan minder
gevaar loopen van noiuvaleurs en met hun
kapitaal veel meer kunnen werken.
Zijn onze ideeën niet praktisch genoeg
welnu, men stelle daartegenover andere.
Wij gaven ze in het belang der winkeliers,
die echter nooit uit het oog mogen verliezen
dat ook bij dit vraagstuk het belang van
het algemeen gaat boven dat van bijzondere
personen; en dat op dien algemeenen regel
te hunnen behoeve, evenmin als ten gerieve
van anderen, te veel inbreuk mag ge
maakt worden.
De burgemeester van Middelburg maakt
bekend: dat bij hem ontvangen en aan den ont
vanger der directe belastingen ter invordering
is verzonden het door den provincialen inspec
teur der directe belastingen enz. te Middelburg,
den 3en Juli 1889, invorderbaar verklaarde
kohier der personeele belasting no 3 voor het
dienstjaar 1889/90, met uitnoodiging aan ieder
wien zulks aangaat, om, na bekomen ken
nisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste
bet door hem verschuldigde te kwijten, met
herinnering tevens, dat de bezwaren, welke
dienaangaande mochten bestaan, binnen drie
maanden na heden behooren te worden inge
diend;
terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die
in den loop des dienstjaars een perceel ver
laten, zonder daarin eenige roerende goederen
of iemand in hunnen dienst achter te laten,
indachtig maakt op de gunstige bepaling van
art. 7 der wet op de personeele belasting van
den 9den April 1869, (Stbld no. 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 3 Juli 1889.
De burgemeester voornoemd,
SCBOEEB,
Oproeping van verlofgangers der lichtingen
1886 en 1887.
De burgemeester van Middelburg, gezien de
circulaire van den commissaris des konings in
deze provincie van den 1 Mei 1889, A no.
791/1, 3de afdeeling (Provinciaal blad no. 46,)
roept bij deze op de in deze gemeente wo
nende milicien-verlofgangers der lichtingen 1886
en 1887, behoorende tot de 2e compagnie van
het korps pontonniers (lichting 1886) en tot
de 11e en 12e compagnie van het 4e regiment
vesting-artillerie (lichting 1887) om op den tijd
en de plaats, als in de aan hen uit te reiken
order is vermeld, tegenwoordig te zjjn, voorzien
van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting,
door hen bij hun vertrek met groot verlof
medegenomen, benevens van hun verlofpas,
ten einde rechtstreeks naar hun corps te ver
trekken.
Zjj moeten zich vooraf en wel op Donderdag
den 11 Juli a., des voormiddags tusschen 9
en 10 uren, bij den burgemeester hunner woon
plaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas,
ten einde de noodige biljetten, alsmede dag
geld, indien zij dit verlangen en daarop recht
hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur
niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun
corps gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, wor
den als deserteurs behandeld, terwijl de
genen, die door ziekte verhinderd worden
op den bepaalden dag onder de wapenen te
komen, van die omstandigheid, onder overleg
ging van eene verklaring van den geneesheer,
tijdig kennis behooren te geven aan den bur
gemeester. Ha hun herstel vervoegen zjj zich
bij hun corps.
Middelburg, den 3 Juli 1889.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
Afsluiting van den Thijshoekschen weg
in de gemeente Nisse.
Gedeputeerde staten van Zeeland maken
bekend dat bovengenoemde weg op 8 en 9 Juli
a. s. voor het verkeer met rjj- en voertuigen
en vee zal zjjn afgesloten.
Middelburg, 4 Juli 1889.
Gedeputeerde staten voornoemd,
VAN DER BILT, wd voorzitter.
E. FOKKER, griffier.
Bjj kon. besl. zijn P. Wjjn en M. Kievit,
artsen, benoemd en aangesteld tot off. van gez.
2e kl. by het pers. van den geneesk. dienst
van het leger in N.-I.
Verder zjjn benoemd by het wapen der genie,
bij den staf van het wapen, tot kapitein de le
luit". R. Scheffer; tot le luitenant, de 2e luit.
J. S. Bas, heide van dien staf, eerstgenoemde
werkzaam by de kon. mil. academie.
Door de arr.-rechtbank te Assen is, ter ver*
vulling van de opengevallen betrekking van
griffier van dat college, opgemaakt de navol
gende alphabetische Ijjst van aanbeveling :jhr,
mr. R. O. van Holthe tot Echten, subs, griffier
bij gemelde rechtbank; mr. S. A. Hulst, griffier
der arr.-rechtbank te Heerenveen, en mr. H- J.
Jordens griffier der arr.-rechtbank te Almelo,
In de staten van Gelderland zijn, in plaats
van de aftredende liberale leden, tot Gedepu
teerden gekozen twee katholieken en een anti-
revolutionnair.
In de overige provinciën werden de aftre
denden herkozen, behalve in Utrecht jhr mr
De Beaufort, in wiens plaats professor De
Geer gekozen werd.
De Juli-aflevering van de Globe (uitgave
van den heer D. G. Kröber Jr. te Middelburg)
bevatJongste Fransehe romans "Wiesbaden
Sybaris; De neus als veiligheidswachterEen
genezen Othello; De afschrapper van geraamten;
De oude zuster; Zwarte en groene thee; Hoe
men componist wordt.
—Bjj de voortzetting der"*verkooping van de
verzamelingen-Secretan werden voor de schilde
rijen fabelachtige sommen betaald. Van de
moderne stukken brachten drie van Corot
respectievelijk 16,000, 56,000 en 84,000 francs
op. Een stuk van Courbet gold 76,000 franca.
8tukken van Diaz brachten 33,000 en 36,000
francs op. Dupré's Bord de riviere werd met
40,000 francs betaaldDaubigny's Rentree des
moutons met 42,500 francs.
Verscheidene stukjes van Meissonier werden
verkocht voor 50 a 70 duizend francs. Zjjn
Cuirassiers werd door den hertog van Aumals
gekocht voor 190,000 francs. Een Troyon gold
70,000 francs, een ander ajjner stukken Li