„DE TENTEN VAN SEM.
FEUILLETON.
Verspreide Berichten.
GRANT ALLEN.
LETTEREN EN KUNST.
KERKNIEUWS.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
VERKOOPINGEN ENZ.
zicli voor, zoolang dit in de hoogere graden
onvoltallig is, welk gebrek gaandeweg minder
wordt door opschuiving te voorzien en voor
zooveel mogelijk bij de depots aan te vullen
met de overblijvende sergeants en korporaals
der mariniers, voor zoover deze na mobilisoe-
ring bij de beschikbaar blijvende mariniers
kunnen gemist worden.
Het tekort aan machinisten-personeel moet,
naar gelang der omstandigheden, aangevuld
worden door aanneming als tijdelijk machinist
van het machisten-personeel der alsdan stil
liggende particuliere stoomschepen dan wel
door het bezigen der geschiktste vuurstokers le
klasse als machinist 3e klasse.
By kon. besluit is de heer G. O. Snijders,
arts, benoemd tot off. van gezondh. 2e kl. bij
de zeemacht.
Verder islo de luit. t/z le kl. N. W.
Ammers, ter zake van in doch niet door den
dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen
gesteld, onder toekenningvan een pensioen
van 1259 'sjaars en een verhooging van
pensioen van ƒ825 'sjaars; 2o bevorderd tot luit.
t/z le kl. de luit. t/z 2e kl. R. O. J. Verschoor
en 3o aan den gepens. officier van adm. 2e kl.
P. Lensing de titulaire rang van off. van adm.
le kl. toegekend.
Door den minister van waterstaat enz.
is bepaald dat de hoofdcommies der posterijen
C. M. Hennequin zijn functie zal uitoefenen
ter postkantore te Amsterdam en de commies
le. kl. H. A. Hoxel op het spoorweg-postkan
toor no. 1.
De le luit. J. C. Schraver, van het korps
mariniers, vertrekt den 20n Juli per s. s.
Koningin Emma naar Oost-Indië, om dienst te
doen bij het eskader aldaar.
In de Provinciale staten van Overijsel komt
in de dezer dagen te houden zitting een eigen
aardige kwestie ter sprake
In de jongste wintervergadering werd door
den heer mr Gr. Wicherlink ter kennis van de
leden gebracht, dat hij verhinderd was de zit
ting van Woensdag 4 Nov. bij te wonen met
het oog op den dankdag voor het gewas. De
heer mr P. I. G. van Diggelen richtte daarop
tot Ged. staten het verzoek hun meening mede
te deelen omtrent de vraag of de staten be
voegd zouden zijn het besluit, waarbij een bid-
en dankdag voor het gewas is ingesteld, in te
trekken, en zoo ja, of de intrekking wenscheljjkis.
Thans hebben Ged. staten aan dit verzoek
gehoor gegeven. Zij brengen in herinnering
dat reeds tweemaal, en wel in Nov. 1855 en
Nov. 1864, deze vraag in de statenvergadering
werd gesteld en behandeld. De eerste maal
werd het voorstel om aan Ged. staten een on
derzoek op te dragen, eenvoudig verworpen;
de tweede maal verklaarden de staten, naar
aanleiding van een door de afdeelingen uitge
bracht rapport, dat zij onbevoegd waren tot
wijziging of afschaffing dezer dagen en dat zij
zich van alle inmenging in deze thans zuiver
kerkelijke zaak moesten onthouden.
«Het komt ons voor zeggen Ged. staten
in het thans uitgebracht rapport dat de
staten zich met dit besluit op het juiste stand
punt hebben geplaatst.
De bid- en dankdagen in Nederland zijn
instellingen van zeer ouden datum, die gedu
rende langen tijd nu eens door het kerkelijke
dan weer door het openbaar gezag werden ge
ordonneerd, zonder dat een der beide machten
zich daardoor in hare rechten getreden waande.
In de tweede helft der zestiende eeuw ver
anderde dit allengs en kwam de regeling dezer
materie uitsluitend in handen van het staats
gezag. Werd nog in 1578 de biddag ingesteld
«door raedt der kercke en bewillinghe der
overheid", in de Haagsche kerkenorden van
1591 staat kortweg »dat de bid- en vastendagen
bij der overhejjdts verordonneert zullen worden".
Deze verordening erkende alzoo alleen de bur
gerlijke overheid als gerechtigd en bevoegd
om bede- en dankdagen in te stellen, zonder
den raad of de medewerking van het kerkelijk
gezag.
Geheel dus strookende met hare bevoegdheid,
besloot de vergadering van Ridderschap en
Steden de staten van Overijsel op 22
April 1655 tot de instelling van een bid- en
dankdag voor het gewas, toen door de deputatie
der Synode was verzocht «dat alhier, naar het
65.
Vit het Engelsch
VAU
HOOFDSTUK ÏLVIII.
Seliaak
Aan het station te Algiers haalde oom Tom
wat hun nog van bagage overgebleven was
(het meeste van hun garderobe was te St.
Cloud vernield), zoodat zij dringend noodig
hadden om te Sidi-Aia wat anders te vinden
en van die gelegenheid maakte Iris gebruik
om een rijtuig te nemen (met een Arabischen
koetsier), waarin zij met Meriem alleen den
heuvel van Mustapha kon oprijden. De anderen
mochten allen in het groote rijtuig plaats
nemen zei zij, in haar rijtuigmaar zij wilde
liever met haar nichtje in een huurrijtuig
gaanwant om de waarheid te zeggen was de
gepromoveerde Engelsche dame, even nieuws
gierig als een gewoon kostschoolmeisje. Oom
Tom vond dat het zoo gek zou staan, daar
Meriem niet eens kousen aan hare voeten had
Maar Iris legde hem natuurlijk spoedig het
zvrjjgen opea toea Eustace van zjjn kant ook
voorbeeld van eenige andere provinciën, een
provinciale bededag telken jare in April of
Mei mocht worden geordonneerd om de scha
delijke droogten en andere landbedervende
plagen, waarmede God ons rechtvaardig om
onzer zonden wil nu eenige jaren herwaarts
extraordinair had bezocht, af te bidden".
Staat het derhalve vast dat ridderschap
en steden, het toenmalig gewesteljjk bestuur,
wel degelijk bevoegd waren ten aanzien van
de bid- en dankdagen regelend op te treden,
daaruit te besluiten, dat ook thans het bestuur
van Overjjsel daartoe nog bevoegd is, zou
dunkt ons, strjjd wekken met het bij de grond
wet aangenomen beginsel der scheiding van
kerk en staat. Dat beginsel brengt mede, dat
ieder openbaar gezag en dus ook uwe verga
dering zich hebbe te onthouden van bemoei
ingen met de inwendige aangelegenheden der
kerk en nu zal het wel geen betoog behoeven
dat een regeling betreffende den bede- en
dankdag voor het gewas, waarmede immers
de viering van een zuiver godsdienstige plech
tigheid beoogd wordt, tot die aangelegen
heden behoort."
Het antwoord op de vraag van den heer
Yan Diggelen luidt dus ontkennend wat het
eerste gedeelte betreft, waardoor de behande
ling van het tweede van zelf vervalt.
Dezer dagen ontvingen wij een proefnum
mer van een blad, getiteld de Liberaal, populair
staatkundig weekblad voor Nederland, dat den
6 Juli a. s. bij genoegzame deelneming, zal ver
schijnen. De redactie zal worden waargenomen
door den heer C. L. Rambonnet, verantwoordelijk
redacteur van de Bommelsche Courant en de
nitgave geschiedt te Zaltbommel.
Mr H. Goeman Borgesius heeft eene in
leiding geschreven en aanteekeningen gemaakt
op de Arbeidswet welke met die wet door J.
F. van Druten te Sneek worden uitgegeven.
Ongetwijfeld zullen velen, die door hun betrek
king verplicht zijn zich op de hoogte te stellen
van de nieuwe arbeidswet, ingenomen zijn met
een toelichting der verschillende bepalingen,
door iemand zoo bevoegd als de heer Borgesius
Achter ieder der artikelen is uitvoerig vermeld
welke opmerkingen daaraan werden vastge
knoopt zoo in de Tweede als in de Eerste kamer
en welke de opvatting was van den minister
van justitie.
V an de bekroning van Therése Schwartze
voor hare in* e- ding in het salon te Parijs geeft
de correspondent aldaar van het Dagblad een
uitvoerig verslag. Eerst herinnert hij, hoe de
ministers en andere autoriteiten en de vermaard-
ste kunstenaars daarbij tegenwoordig waren.
«Toen", zoo schrijft hij, »mej. Schwartze voor
de estrade verscheen, vloog weder alles op en
was er een oorverdoovend applaus. En het bleek
ook spoedig uit andere betuigingen hoe hoog
haar talent in de Parijsche ateliers staat aan
geschreven. De minister drukte haar warm de
hand, maar wenkte haar door te gaan naar
Jules Breton, die eenige plaatsen verder zat.
Hij, die haar niet persoonlijk kende en haar
zelfs nooit heeft gezien, had gevraagd haar de
medaille te overhandigen.
De groote schilder vatte haar bij de handen
en gaf de warmste bewondering te kennen voor
hare zeldzame gaven. Het publiek applaudis
seerde steeds, en het duurde tamelijk lang,
want Meissonnier, Lefèbre, Bonnat, Guillaume
en nog verscheidene anderen, die vrij ver uit
elkaar zaten, wilden allen mej. Schwartze de
hand drukken en geluk wenschen. En toen zij
op hare plaats terugkwam werd ze omringd
door andere, jongere artisten, velen reeds van
een grooten naam in Frankrijk, die haar niet
persoonlijk kenden en dus maar gewacht hadden
op hare verschijning, om haar te mogen be
groeten."
Bedankt voor de beroepen naar Zoutelande,
Babyloniënbroek en den Hill, Giesen-Oudekerk
en Peursum en aangenomen dat naar Oud-
Vosmeer door den heer W. B. H. van Lin-
schoten, candidaat te Middelburg.
Aangenomen het beroep naar de doleerende
kerk te Zaamslag door den heer W. A. Vrolijk,
cand. aan de vrije universiteit.
De Ned. Israëlitische gemeente te Utrecht
herdacht dezer dagen op zeer feestelijke wijze
haar honderdjarig bestaan.
een duit in het zakje wilde leggen, stemde
oom Tom terstond in de vreemdsoortige schik
king toe, dolblij dat hij de rijke erfgename ten
minste nog een half uur langer van dien ge
vaarlijken gelukzoeker kon verwijderd houden.
»Wjj moeten haar van dien gluiperigen
natuurvorscher zien af te houden", fluisterde
hij zijn zuster in. »Het was een gelukkig toe
val dat juist de schilder dien avond bij ons
te St. Cloud was dat is een onschadelijke
jongen en zoo bedeesd als een jong meisje in
onze jeugdmaar als het die ander geweest
ware, dan wed ik om een goudstuk dat hij
haar terstond ten huwelijk had gevraagd ter
wille van dat schampschot in zijn schouder
bij die schermutseling met de Kabylen,"
Oom Tom was echter niet weinig trotsch
op zijn eigen aandeel in het gevecht en sprak
er dus ten opzichte der andere altjjd met ge
ringschatting over.
»Nu moet gij mij alles vertellen, Meriem,"
zei Iris zoodra zij naast elkaar in het huur-
rjjtuigje zaten. »Gjj weet dat gij te Sidi Aia
mijn gast moet zijn, en eer wij daar komen
dien ik te weten hoe uw verhouding tot de
heeren Blake en Le Marchant is."
Meriem lachte op een eigenaardige manier
over den beschermenden toon, dien Iris als
meesteres van Sidi Aia aannammaar begon
toch dadelijk met al het vuur eener eerste
liefde haar zonderling verhaal voor hare deel
nemende toehoorster uit te storten. Zjj ver-
Kantongerecht te Middelbul g.
Heden (Dinsdag) zijn veroordeeld J. S., Vlis-
singen, wegens dronkenschap en 't opgeven van
een valschen naam, tot 2 b. van 1 s. 1 d. elke
b. en f 5 b, s. 2 d.; J. B., Serooskerke, wegens het
zonder acte niet zorgen om te beletten dat de
hond, dien men bij zich heeft, wild opspoort en
drijft, tot 5 b. s. 2 d.H. v. O., J. K., H. v. O.
J. K., M. M., W. T., Domburg en C. P., West-
kapelle, wegens het delven naar konijnen zonder
toestemming van den rechthebbende op den
grond, ieder tot ƒ5 b. s. 2d., verbeurdverkla
ring der konijnen of de waarde daarvan, sub
hecht, van 1 dag voor ieder der eerste twee en
de laatste en van 2 d. voor de overigen, boven
dien vernietiging van de twee stokken wat de
laatsten betreft; C. de M., Woensdrecht, wegens
het bejagen van eens anders grond zonder ver
gunning, tot ƒ10 b. s. 8 d. en teruggave bevolen
van de patroon aan C. de M.J. P., Ritthem
wegens het zich zonder acte bevinden met ge
laden schietgeweer in 't veld, tot 10 b, s. 3 d
en verbeurdverklaring van het geweer of de
geldswaarde a 2 s. 1 d. h.K. de R., L. K
v. H., Middelburg, wegens het met schietgeweer
bejagen van een anders grond zonder acte en
vergunning, ieder tot 2 b. v. 15 s. 3 d. elke
b. met verbeurdverklaring der schietgeweren of
de waarde daarvan a 3 voor ieder geweer
s. 2 d. voor ieder beklaagdeJ. W., Westka-
pelle, wegens het delven naar konijnen zonder
vergunning, tot 2 b. s. 2 d.
Verder wegens dronkenschap: J.D., P.J.H
J. S., Middelburg, A. de V., H. M. B., C. K.
J. F., Vlissingen en J. de L., Domburg, ieder
tot 1 b. s. 1 d.
En allen in de kosten van het geding.
Onder verwijzing naar achterstaande
advertentie deelen wij mede dat a. Donderdag
middag de nijverheids-tentoonstelling alhier
zal bezocht worden door Z. E. den minister
van Binnenlandsche zaken.
Het aantal bezoekers uit Zierikzee, die
Zondag onze stad en de tentoonstelling per
pleizierbooten bezochten, schatten wij op een
600 tal. Duidelijkheidshalve vermelden wij dat
daaronder ook de passagiers der Spoorboot
begrepen waren.
Heden morgen heeft een jeugdig werkman
die aan den bouw der stoommeelfabriek alhier
behulpzaam was, kalk in een zijner oogen ge
kregen, tengevolge waarvan hij vermoedelijk
dat lichaamsdeel zal moeten missen.
De opzichter van 's rjjks waterstaat 4e
klasse P. de Ronde is, met ingang van 1 Juli,
bevorderd tot opzichter 3e klasse.
Soldaat S. van het garnizoen Middelburg
werd heden naar den krijgsraad te 's Hage over
gebracht, beschuldigd van mishandeling en
verwonding.
In den avond van den 17 Juni ontstond in
de. Stad Goes alhier tusschen dezen soldaat en
den matroos der marine P., van het wachtschip
te Vlissingen, twist waarbij de soldaat de sabel
trok en daarmede een burger, die tusschen
beiden kwam, eene verwonding toebracht.
Genoemde herberg is thans ten tweeden male
door den garnizoenscommandant van Middelburg
voor alle militairen verboden.
Maandag had te Zierikzee de le verificatie
plaats in zake het faillissement van den effec
tenhandelaar C. Verkerke te Tholen, waaruit
bleek dat het passief 200.000 en het actief
tusschen de 80 a 90.000 is.
Prov. blad no 70 bevat eene circulaire
van Gedeputeerde staten aan de colleges van
burg. en weth. in Zeeland, waarin zjj kennis
geven dat door den gemeenteraad van Yerseke
besloten is de jaarmarkt of kermis aldaar,
welke ten vorigen jare werd afgeschaft, weder
in te voeren, en te bepalen dat die, als vroe
ger, zal beginnen op den laatsten Woensdag
van September en eindigen op Maandag daar
aanvolgende.
Ged. staten verzoeken, indien bij de ge
meenteraden tegen dat besluit bezwaar mocht
bestaan, daarvan vóór 15 Juli e. k. mededee-
ling te willen doen.
Prov. blad. no. 69 bevat het besluit van
gedeputeerde staten tot afkondiging van een
bijzonder reglement voor het bestuur en be
heer der waterkeering van de calamiteuse
Hoofdplaat- en Thomaespolders.
arbeidersgezinnen een droe-
telde alles met die onopgesmuktejopenhartigheid,
die bij Meriem voortvloeide uit de vermenging
van haar Kabylischen eenvoud en de aangebo
ren oprechtheid der Knyvetts. Zij verborg
niets, verontschuldigde niets, vergoelijkte niets,
zelfs niet dat zij gezegd had«Hoe kon ik
ooit zooveel met Vernon ophebben
Iris lachte met niet weinig zelfbewusten
trots, toen Meriem in haar eenvoud zei«Als
een bliksemstraal ging er een licht voor mij
op, Iris, en ik dacht met schrik bij mij zeiven
Goede hemelWat heb ik gedaan Heb
ik zijn leven het leven van Eustace op het
spel gezet voor een man als Vernon? Hij is
duizendmaal meer waard dan BlakeEn hij
bemint mjj, zooals Vernon nooit iemand zou
kunnen beminnen."
Hierbij fronste Iris even het voorhoofd. Zij
wist niet. of zij stil mocht blijven zitten om
zulk een heiligschennis aan te hooren. Haar
Vernon! Haar schilder! Haar dichter! Haar
koningDurfde dat Kabylische meisje zich
een oordeel over hem aanmatigen Welk een
verwaandheid. Welk een dwaas zelfvertrou
wen Maar in alle geval was zij nu vrij om
met Vernon te trouwenDaarom alleen kon
zij Meriem veel vergeven
En toen Meriem op haar argelooze manier
besloot»En toen trok hij mij op de sofa,
Iris en kuste mij en ik legde mijn hoofd
op zjjn schouder en weende en was ozoo
onuitsprekelijk gelukkig", toen voelde die be-
Tot havenmeester te Waarde is met 4
van de 7 stemmen benoemd de heer J. Geleedst
aldaar.
De bekende varkensziekte breidt zich te
Oud-Vosmeer zeer sterk uit. Zaterdag is
aldaar het dertiende dier, lijdende aan die be
smettelijke ziekte, onder toezicht van de
politie begraven.
Dit is voor vele
vig vooruitzicht.
Eene zelfde tijding zendt men ons uit Oos-
terland, doch daarbij voegt men de ongelooflijke
mededeeling dat de opkoopers de reeds doode,
geheel blauwachtige dieren voor een gulden
of tien komen halen, en later in Rotterdam
met groote winst van de hand doen.
Waarom vragen wij zou daar niet
gebeuren wat in Oud-Vosmeer geschiedt
Naar men ons uit Oosterland meldt staan
de veldvruchten daar en in de omgeving voor
het meerendeel goed, maar verlangen zij naar
regen. Tarwe, rogge en erwten zijn zeer goed.
Vlas is er puik geweest, nl. van 175 per
gemet, doch enkele partpen bleven kort of
waren te veel beschadigd door den hagel om
koopers te vinden. De hooioogst is bijna ten
eindegroote hoeveelheden zijn ingezameld
het werd goed gewonnen, maar gebrek aan
maaiers was oorzaak dat het soms te lang heeft
gestaan. Nieuwe aardappelen worden reeds bjj
de kleine maat verhandeld en zjjn keurig van
smaak. Van de weinige ooftboomen zullen alleen
de appels iets opleverende peren niets, en de
steenvruchten zeer weinig.
Naar men ons meldt is de oestermaat
schappij de Hals en Grevelingen te Bruinisse op
de tentoonstelling te Keulen voor door haar
ingezonden oesters en mosselen bekroond met
de zilveren medaille.
Maandag ochtend wilde aan het station
te Arnhem een ambtenaar ter provinciale griffie
een trein voorbjjloopen, toen hij het ongeluk
had te struikelen en hem beide beenen werden
afgereden. Zijn toestand moet zeer gevaarlijk zijn
Te Hulst had een gewezen clown uit een
paardenspel, dat dezer dagen de kermis aldaar
had bezocht en die van daar was achtergeble
ven, na reeds bij onderscheidene koffiehuishou
ders te hebben geprobeerd eene voorstelling te
geven, tegen Vrijdag avond geannonceerd te
zullen optreden in het café De Ooievaar. Vooraf
had hij, met toestemming van den burgemees
ter, met een lijst geloopen, waarop voor een
15 a 20 was geteekend. Op het bepaalde
uur waren een aantal nieuwsgierigen in de
zaal aanwezig, doch wie er kwam, niet de
man, die voordrachten houden en goochelen
zou. Deze liet op zich wachten, en was, naar
later bleek, met den trein van half zeven naar
St. Nicolaas vertrokken, met zich nemende
de entréegelden.
Met ingang van den len Juli is de plaats
vervanger-conducteur te Boxtel P. van Houte
bevorderd tot conducteur der posterpen, stand
plaats te Vlissingen.
Door de gemeenteraden van IJzendijke,
Biervliet, Waterlandkerkje, Schoondijke en
Hoofdplaat en de besturen der polders Prins
Willem Oranje (IJzendijke) MauritsKleine
Jonkvrouw (benoorden)RetranchementGroote
Jonkvrouw (benoorden)Nieuwen Passageule
ClaraGroot- en Klein ZuiddiepeGroote Jonk
vrouw (bezuiden)Oranje (Biervliet)Amelia
Sint PietersHelenaHoofdplaat, Zacharias, le
deelWilhelminaZacharias 2e deel, Gouden
Eiland en Brandkreek- en Nieuwer Haven hebben
aan de Provinciale Staten van Zeeland eei
adres gezonden, waarin zij te kennen geven
«Dat door hunne gemeenteraden en algemeene
vergaderingen van ingelanden met belangstel
ling is kennis genomen van de pogingen, die
door het comité ter bevordering van den aanleg
van een stoomtramweg van Schoondijke over
IJzendijke naar de Belgische grens, richting
Eecloo, worden aangewend tot bereiking van
zijn doel;
»Dat zij het tot stand komen van dien tram
weg, als eene levenskwestie voor het nog steeds
geïsoleerd gelaten oostelijk deel van het 4e
district van Zeeland beschouwen
«Dat zij overtuigd zijn dat dat werk niet
uit te voeren is, indien niet de onderne
ming wordt gesteund door bjjdragen van het
rijk, de provincie, de postadminestratiede
gemeenten en de polders in evenredigheid van
de ondersteuning, die de stoomtram Breskens-
Maldeghem is te beurt gevallen.
«Dat zij in de overtuiging hebben bijgedragen
zooveel hunne krachten zulks toelieten en wel
tot een bedrag van 2760, gedurende tien jaren;
»Dat zjj met leedwezen hebben vernomen dat
alle hoop voor het comité op het verkrijgen
eener rijkssubsidie verijdeld is geworden, en
dat zelfs voor vergoeding van postvervoer
slechts uitzicht is gegeven of 32.50 per
kilometer, terwijl op een vergoeding van ƒ178
per kilometer, gelijk aan de maatschappij
Breskens-Maldeghem Wordt betaald, gerekend is.
«Dat zij daarom met genoegen zien dat het
comité, niettegenstaande zooveel teleurstelling,
moed is blijven behouden en thans de verzeke
ring kan geven dat de tramlijn nog tot stand
zal komen, indien de bijdrage, in 1888 door
uwe vergadering verleend, voor twintig in
plaats van voor tien jaren wordt toegestaan.
»Reden waarom adressanten eerbiedig de
vrijheid nemen het desbetreffende aan uwe
vergadering, door het comité gedaan verzoek
te ondersteunen en de inwilliging daarvan te
verzoeken."
schaafde Engelsche dame een sterke neiging
om op den openbaren weg, op den heuvel van
Mustapha hare armen om den hals harer nicht
te slaan en dat meisje met de bloote voeten,
ten aanzien van alle voorbijgangers te omhelzen.
Eigenlijk is bij ons allen de liefde zoozeer
gelijk
»En nu Iris", riep Meriem, haar hand
stevig drukkende, »moet gjj en Vernon samen
trouwen en rijk en gelukkig zijn en te Sidi
Aia wonen, zooals gij wilt".
«Maar gp moet ook wat van mjjn geld
hebben", riep Iris uit, zonder aan den vaak
herhaalden raad van oom Tom te denken.
«Gjj moet mjj met u laten deelen niet de
helft misschien maar zooveel als oom Tom zal
goedvinden".
Meriem lachte weer met dien eigenaardigen
glimlach, dien Iris dezen morgen al meermalen
had opgemerkt.
«Ik zal iets van het geld van sir Arthur
nemen, als gij het verlangt", antwoordde zij
bedaard, niet als iemand die een gunst aanneemt,
doch met een zekere terughouding, die Iris
terstond opviel, evenals haar gewijzigde uit
drukking het geld van sir Arthur. «Maar
Eustache en uw oom zullen dat wel bedistelen.
Ik heb natuurljjk volstrekt geen verstand van
die dingen. Eustace en ik zullen alles goed
vinden wat gij beschikt".
Zij sloegen den hoek om bp den zuilVoirol.
Meriem inwendig verbaasd over al de groot-
Maandag werd te Tholen verkocht eene
hoogaars, behoorende aan den boedel van
C. Verkerke voor 300 aan B. Schot Jz.
Tevens werd de le veiling gehouden van eene
statietjalk metende 146 ton, genaamd de Vrouw
Filippina, behoorende aan de erven D. Bolier
en liggende in het kanaal van Zuid-Beveland.
De tjalk bracht ƒ2500 op.
Te Hulst is Maandag verkocht een woon
huis met 29 heet. 60 cent. dijkgrond. zijnde
cijnsgrond, in de gemeente Grauw voor 570,
1 h. 12 a. 60 c. dijk op den Zandberg voor
ƒ820, 9 h. 38 a. 70 c. bouw-en weiland in den
polder Klein Kieldrecht %or f 7930 en 2 h.
29 a. 70 c. bouwland in denzelfden polder
voor 2830.
Een zonderlinge tegenstelling met de
mededeeling van het Geïll. politienieuws omtrent
de betaling, namens den shah van Perzië, aan
den heer Van Maarseveen, fabriekant van deco
raties, vormt het bericht in het N. v. Ned.
dat voor de bij dien heer gedane bestelling de
gelden vooruit zijn betaald.
Te Amsterdam viel een kind van 11
maanden uit een raam der 2e verdieping op
straat en overleed kort daarop.
Te Rotterdam is Zaterdagavond de brand
weer eigenaardig in dienst geweest. Op een
loos alarm waren in de Aert van Nesstraat alle
brandspuiten, aangewezen voor wijk 18, binnen
10 minuten present. Even later kwam een
stads-brandkar ook al op het terrein.
De reden van dit loos alarm was een woes
teling, die dronken was en zijne moeder wilde
vermoorden. Op het moordgeschreeuw ijlden
een paar man de woning in en ontzetten de
vrouw, terwijl zij den zoon niet zonder veel
moeite aan de woede der vrouwen op straat
konden onttrekken, en hem brachten naar een
bureau van politie.
Het standje had echter een klein half uur
geduurd, en ondanks het geschreeuw om «poli
tie", «help" en «moord", was er niet een poli
tieman in die bedrijven zichtbaar geweest.
Nauwelijks schreeuwt er echter éen eene enkele
maal brand, of politie snelt toe, en de brand
weer komt op het appel.
Toen was echter de 20-jarige oproerige reeds
gebracht waar hij wezen moest.
Dat een dienstbode voetstoots wegloopt
is meer gebeurd, maar dat een geheel dienst
personeel zich plotseling verwijdert, dit behoort
zeker wel tot de zeldzaamheden. In Arnhem
ontbrak Maandagochtend, toen in het Zieken
huis de dagdienst zou beginnen, het geheele
vrouweljjke dienstpersoneel, op éene verpleegster
na, op het appèl. Na haar loon te hebben
ontvangen, schijnen ze zich des nachts of in den
vroegen ochtend te hebben verwijderd.
Te 's Bosch viel Zaterdagnacht omstreeks
12§ uur een werkman in zijne woning van de
trappen, tengevolge waarvan hij eene schedel
breuk bekwam, waaraan hij Zaterdag middag
te ruim 2 uren is overleden.
Misbruik van sterken drank moet de oorzaak
van dit ongeluk zjjn.
Maandagavond viel te Vlissingen een
jongen, werkzaam in den scheepsbouw, in het
op de fabriek de Schelde in aanbouw zijnde
stoomschip Merapi en brak tengevolge daarvan
den rechterarm boven de pols.
Aan een particulieren brief ontleent het
Dagblad het volgende omtrent den moord, op
den controleur 2e kl. A. F. P. Graafland te
Indragiri (Ned. Oost-Indië) gepleegd
«Zoo even kwamen er berichten uit Riouw
omtrent de treurige gebeurtenis. Den 15den Mei,
des namiddags, ging de heer Graafland met
echtgenoote en kinderen eene wandeling doen.
Bij den luitenant-Chinees gebruikten zjj een
kop thee, toen een oppasser berichtte dat er
eene prauw was aangekomen, waarvan de opva
renden ongezind waren om te doen onderzoeken
wat er in was. De heer Graafland begaf zich
naar het vaartuig, waarin drie personen waren
geze ten, en beval hun dat zij de kagangs zouden
ontladen.
heid en pracht, langs den geheelen weg, met
die tallooze moorsche villa's, die zoo schitterend
afstaken bij de nauwe straten en leelijke hutten
van haar geboorteplaats, totdat zij eindeljjk met
een breede oprjjlaan aan het mooiste en indruk
wekkendste van al die huizen kwamen en
daarvoor stil hielden. Dit was dus Sidi Aia
De erfenis van Yussuf! Het hart van Meriem
sprong op bij dien aanblikDit paleis had
dus het hare kunnen zjjnMaar zjj benijdde
het Iris niet zjj was bljj dat zij en Vernon
het kregen.
Wat had zjj aan villa's zooals deze? Met
Eustace kon zjj immers overal gelukkig zijn
(Wordt vervolgd.)