„DE TENTEN VAN SEM. FEUILLETON. Verspreide Berichten. GRANT ALLEN. LETTEREN EN KUNST. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. VERKOOPINGEN ENZ. zicli voor, zoolang dit in de hoogere graden onvoltallig is, welk gebrek gaandeweg minder wordt door opschuiving te voorzien en voor zooveel mogelijk bij de depots aan te vullen met de overblijvende sergeants en korporaals der mariniers, voor zoover deze na mobilisoe- ring bij de beschikbaar blijvende mariniers kunnen gemist worden. Het tekort aan machinisten-personeel moet, naar gelang der omstandigheden, aangevuld worden door aanneming als tijdelijk machinist van het machisten-personeel der alsdan stil liggende particuliere stoomschepen dan wel door het bezigen der geschiktste vuurstokers le klasse als machinist 3e klasse. By kon. besluit is de heer G. O. Snijders, arts, benoemd tot off. van gezondh. 2e kl. bij de zeemacht. Verder islo de luit. t/z le kl. N. W. Ammers, ter zake van in doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, onder toekenningvan een pensioen van 1259 'sjaars en een verhooging van pensioen van ƒ825 'sjaars; 2o bevorderd tot luit. t/z le kl. de luit. t/z 2e kl. R. O. J. Verschoor en 3o aan den gepens. officier van adm. 2e kl. P. Lensing de titulaire rang van off. van adm. le kl. toegekend. Door den minister van waterstaat enz. is bepaald dat de hoofdcommies der posterijen C. M. Hennequin zijn functie zal uitoefenen ter postkantore te Amsterdam en de commies le. kl. H. A. Hoxel op het spoorweg-postkan toor no. 1. De le luit. J. C. Schraver, van het korps mariniers, vertrekt den 20n Juli per s. s. Koningin Emma naar Oost-Indië, om dienst te doen bij het eskader aldaar. In de Provinciale staten van Overijsel komt in de dezer dagen te houden zitting een eigen aardige kwestie ter sprake In de jongste wintervergadering werd door den heer mr Gr. Wicherlink ter kennis van de leden gebracht, dat hij verhinderd was de zit ting van Woensdag 4 Nov. bij te wonen met het oog op den dankdag voor het gewas. De heer mr P. I. G. van Diggelen richtte daarop tot Ged. staten het verzoek hun meening mede te deelen omtrent de vraag of de staten be voegd zouden zijn het besluit, waarbij een bid- en dankdag voor het gewas is ingesteld, in te trekken, en zoo ja, of de intrekking wenscheljjkis. Thans hebben Ged. staten aan dit verzoek gehoor gegeven. Zij brengen in herinnering dat reeds tweemaal, en wel in Nov. 1855 en Nov. 1864, deze vraag in de statenvergadering werd gesteld en behandeld. De eerste maal werd het voorstel om aan Ged. staten een on derzoek op te dragen, eenvoudig verworpen; de tweede maal verklaarden de staten, naar aanleiding van een door de afdeelingen uitge bracht rapport, dat zij onbevoegd waren tot wijziging of afschaffing dezer dagen en dat zij zich van alle inmenging in deze thans zuiver kerkelijke zaak moesten onthouden. «Het komt ons voor zeggen Ged. staten in het thans uitgebracht rapport dat de staten zich met dit besluit op het juiste stand punt hebben geplaatst. De bid- en dankdagen in Nederland zijn instellingen van zeer ouden datum, die gedu rende langen tijd nu eens door het kerkelijke dan weer door het openbaar gezag werden ge ordonneerd, zonder dat een der beide machten zich daardoor in hare rechten getreden waande. In de tweede helft der zestiende eeuw ver anderde dit allengs en kwam de regeling dezer materie uitsluitend in handen van het staats gezag. Werd nog in 1578 de biddag ingesteld «door raedt der kercke en bewillinghe der overheid", in de Haagsche kerkenorden van 1591 staat kortweg »dat de bid- en vastendagen bij der overhejjdts verordonneert zullen worden". Deze verordening erkende alzoo alleen de bur gerlijke overheid als gerechtigd en bevoegd om bede- en dankdagen in te stellen, zonder den raad of de medewerking van het kerkelijk gezag. Geheel dus strookende met hare bevoegdheid, besloot de vergadering van Ridderschap en Steden de staten van Overijsel op 22 April 1655 tot de instelling van een bid- en dankdag voor het gewas, toen door de deputatie der Synode was verzocht «dat alhier, naar het 65. Vit het Engelsch VAU HOOFDSTUK ÏLVIII. Seliaak Aan het station te Algiers haalde oom Tom wat hun nog van bagage overgebleven was (het meeste van hun garderobe was te St. Cloud vernield), zoodat zij dringend noodig hadden om te Sidi-Aia wat anders te vinden en van die gelegenheid maakte Iris gebruik om een rijtuig te nemen (met een Arabischen koetsier), waarin zij met Meriem alleen den heuvel van Mustapha kon oprijden. De anderen mochten allen in het groote rijtuig plaats nemen zei zij, in haar rijtuigmaar zij wilde liever met haar nichtje in een huurrijtuig gaanwant om de waarheid te zeggen was de gepromoveerde Engelsche dame, even nieuws gierig als een gewoon kostschoolmeisje. Oom Tom vond dat het zoo gek zou staan, daar Meriem niet eens kousen aan hare voeten had Maar Iris legde hem natuurlijk spoedig het zvrjjgen opea toea Eustace van zjjn kant ook voorbeeld van eenige andere provinciën, een provinciale bededag telken jare in April of Mei mocht worden geordonneerd om de scha delijke droogten en andere landbedervende plagen, waarmede God ons rechtvaardig om onzer zonden wil nu eenige jaren herwaarts extraordinair had bezocht, af te bidden". Staat het derhalve vast dat ridderschap en steden, het toenmalig gewesteljjk bestuur, wel degelijk bevoegd waren ten aanzien van de bid- en dankdagen regelend op te treden, daaruit te besluiten, dat ook thans het bestuur van Overjjsel daartoe nog bevoegd is, zou dunkt ons, strjjd wekken met het bij de grond wet aangenomen beginsel der scheiding van kerk en staat. Dat beginsel brengt mede, dat ieder openbaar gezag en dus ook uwe verga dering zich hebbe te onthouden van bemoei ingen met de inwendige aangelegenheden der kerk en nu zal het wel geen betoog behoeven dat een regeling betreffende den bede- en dankdag voor het gewas, waarmede immers de viering van een zuiver godsdienstige plech tigheid beoogd wordt, tot die aangelegen heden behoort." Het antwoord op de vraag van den heer Yan Diggelen luidt dus ontkennend wat het eerste gedeelte betreft, waardoor de behande ling van het tweede van zelf vervalt. Dezer dagen ontvingen wij een proefnum mer van een blad, getiteld de Liberaal, populair staatkundig weekblad voor Nederland, dat den 6 Juli a. s. bij genoegzame deelneming, zal ver schijnen. De redactie zal worden waargenomen door den heer C. L. Rambonnet, verantwoordelijk redacteur van de Bommelsche Courant en de nitgave geschiedt te Zaltbommel. Mr H. Goeman Borgesius heeft eene in leiding geschreven en aanteekeningen gemaakt op de Arbeidswet welke met die wet door J. F. van Druten te Sneek worden uitgegeven. Ongetwijfeld zullen velen, die door hun betrek king verplicht zijn zich op de hoogte te stellen van de nieuwe arbeidswet, ingenomen zijn met een toelichting der verschillende bepalingen, door iemand zoo bevoegd als de heer Borgesius Achter ieder der artikelen is uitvoerig vermeld welke opmerkingen daaraan werden vastge knoopt zoo in de Tweede als in de Eerste kamer en welke de opvatting was van den minister van justitie. V an de bekroning van Therése Schwartze voor hare in* e- ding in het salon te Parijs geeft de correspondent aldaar van het Dagblad een uitvoerig verslag. Eerst herinnert hij, hoe de ministers en andere autoriteiten en de vermaard- ste kunstenaars daarbij tegenwoordig waren. «Toen", zoo schrijft hij, »mej. Schwartze voor de estrade verscheen, vloog weder alles op en was er een oorverdoovend applaus. En het bleek ook spoedig uit andere betuigingen hoe hoog haar talent in de Parijsche ateliers staat aan geschreven. De minister drukte haar warm de hand, maar wenkte haar door te gaan naar Jules Breton, die eenige plaatsen verder zat. Hij, die haar niet persoonlijk kende en haar zelfs nooit heeft gezien, had gevraagd haar de medaille te overhandigen. De groote schilder vatte haar bij de handen en gaf de warmste bewondering te kennen voor hare zeldzame gaven. Het publiek applaudis seerde steeds, en het duurde tamelijk lang, want Meissonnier, Lefèbre, Bonnat, Guillaume en nog verscheidene anderen, die vrij ver uit elkaar zaten, wilden allen mej. Schwartze de hand drukken en geluk wenschen. En toen zij op hare plaats terugkwam werd ze omringd door andere, jongere artisten, velen reeds van een grooten naam in Frankrijk, die haar niet persoonlijk kenden en dus maar gewacht hadden op hare verschijning, om haar te mogen be groeten." Bedankt voor de beroepen naar Zoutelande, Babyloniënbroek en den Hill, Giesen-Oudekerk en Peursum en aangenomen dat naar Oud- Vosmeer door den heer W. B. H. van Lin- schoten, candidaat te Middelburg. Aangenomen het beroep naar de doleerende kerk te Zaamslag door den heer W. A. Vrolijk, cand. aan de vrije universiteit. De Ned. Israëlitische gemeente te Utrecht herdacht dezer dagen op zeer feestelijke wijze haar honderdjarig bestaan. een duit in het zakje wilde leggen, stemde oom Tom terstond in de vreemdsoortige schik king toe, dolblij dat hij de rijke erfgename ten minste nog een half uur langer van dien ge vaarlijken gelukzoeker kon verwijderd houden. »Wjj moeten haar van dien gluiperigen natuurvorscher zien af te houden", fluisterde hij zijn zuster in. »Het was een gelukkig toe val dat juist de schilder dien avond bij ons te St. Cloud was dat is een onschadelijke jongen en zoo bedeesd als een jong meisje in onze jeugdmaar als het die ander geweest ware, dan wed ik om een goudstuk dat hij haar terstond ten huwelijk had gevraagd ter wille van dat schampschot in zijn schouder bij die schermutseling met de Kabylen," Oom Tom was echter niet weinig trotsch op zijn eigen aandeel in het gevecht en sprak er dus ten opzichte der andere altjjd met ge ringschatting over. »Nu moet gij mij alles vertellen, Meriem," zei Iris zoodra zij naast elkaar in het huur- rjjtuigje zaten. »Gjj weet dat gij te Sidi Aia mijn gast moet zijn, en eer wij daar komen dien ik te weten hoe uw verhouding tot de heeren Blake en Le Marchant is." Meriem lachte op een eigenaardige manier over den beschermenden toon, dien Iris als meesteres van Sidi Aia aannammaar begon toch dadelijk met al het vuur eener eerste liefde haar zonderling verhaal voor hare deel nemende toehoorster uit te storten. Zjj ver- Kantongerecht te Middelbul g. Heden (Dinsdag) zijn veroordeeld J. S., Vlis- singen, wegens dronkenschap en 't opgeven van een valschen naam, tot 2 b. van 1 s. 1 d. elke b. en f 5 b, s. 2 d.; J. B., Serooskerke, wegens het zonder acte niet zorgen om te beletten dat de hond, dien men bij zich heeft, wild opspoort en drijft, tot 5 b. s. 2 d.H. v. O., J. K., H. v. O. J. K., M. M., W. T., Domburg en C. P., West- kapelle, wegens het delven naar konijnen zonder toestemming van den rechthebbende op den grond, ieder tot ƒ5 b. s. 2d., verbeurdverkla ring der konijnen of de waarde daarvan, sub hecht, van 1 dag voor ieder der eerste twee en de laatste en van 2 d. voor de overigen, boven dien vernietiging van de twee stokken wat de laatsten betreft; C. de M., Woensdrecht, wegens het bejagen van eens anders grond zonder ver gunning, tot ƒ10 b. s. 8 d. en teruggave bevolen van de patroon aan C. de M.J. P., Ritthem wegens het zich zonder acte bevinden met ge laden schietgeweer in 't veld, tot 10 b, s. 3 d en verbeurdverklaring van het geweer of de geldswaarde a 2 s. 1 d. h.K. de R., L. K v. H., Middelburg, wegens het met schietgeweer bejagen van een anders grond zonder acte en vergunning, ieder tot 2 b. v. 15 s. 3 d. elke b. met verbeurdverklaring der schietgeweren of de waarde daarvan a 3 voor ieder geweer s. 2 d. voor ieder beklaagdeJ. W., Westka- pelle, wegens het delven naar konijnen zonder vergunning, tot 2 b. s. 2 d. Verder wegens dronkenschap: J.D., P.J.H J. S., Middelburg, A. de V., H. M. B., C. K. J. F., Vlissingen en J. de L., Domburg, ieder tot 1 b. s. 1 d. En allen in de kosten van het geding. Onder verwijzing naar achterstaande advertentie deelen wij mede dat a. Donderdag middag de nijverheids-tentoonstelling alhier zal bezocht worden door Z. E. den minister van Binnenlandsche zaken. Het aantal bezoekers uit Zierikzee, die Zondag onze stad en de tentoonstelling per pleizierbooten bezochten, schatten wij op een 600 tal. Duidelijkheidshalve vermelden wij dat daaronder ook de passagiers der Spoorboot begrepen waren. Heden morgen heeft een jeugdig werkman die aan den bouw der stoommeelfabriek alhier behulpzaam was, kalk in een zijner oogen ge kregen, tengevolge waarvan hij vermoedelijk dat lichaamsdeel zal moeten missen. De opzichter van 's rjjks waterstaat 4e klasse P. de Ronde is, met ingang van 1 Juli, bevorderd tot opzichter 3e klasse. Soldaat S. van het garnizoen Middelburg werd heden naar den krijgsraad te 's Hage over gebracht, beschuldigd van mishandeling en verwonding. In den avond van den 17 Juni ontstond in de. Stad Goes alhier tusschen dezen soldaat en den matroos der marine P., van het wachtschip te Vlissingen, twist waarbij de soldaat de sabel trok en daarmede een burger, die tusschen beiden kwam, eene verwonding toebracht. Genoemde herberg is thans ten tweeden male door den garnizoenscommandant van Middelburg voor alle militairen verboden. Maandag had te Zierikzee de le verificatie plaats in zake het faillissement van den effec tenhandelaar C. Verkerke te Tholen, waaruit bleek dat het passief 200.000 en het actief tusschen de 80 a 90.000 is. Prov. blad no 70 bevat eene circulaire van Gedeputeerde staten aan de colleges van burg. en weth. in Zeeland, waarin zjj kennis geven dat door den gemeenteraad van Yerseke besloten is de jaarmarkt of kermis aldaar, welke ten vorigen jare werd afgeschaft, weder in te voeren, en te bepalen dat die, als vroe ger, zal beginnen op den laatsten Woensdag van September en eindigen op Maandag daar aanvolgende. Ged. staten verzoeken, indien bij de ge meenteraden tegen dat besluit bezwaar mocht bestaan, daarvan vóór 15 Juli e. k. mededee- ling te willen doen. Prov. blad. no. 69 bevat het besluit van gedeputeerde staten tot afkondiging van een bijzonder reglement voor het bestuur en be heer der waterkeering van de calamiteuse Hoofdplaat- en Thomaespolders. arbeidersgezinnen een droe- telde alles met die onopgesmuktejopenhartigheid, die bij Meriem voortvloeide uit de vermenging van haar Kabylischen eenvoud en de aangebo ren oprechtheid der Knyvetts. Zij verborg niets, verontschuldigde niets, vergoelijkte niets, zelfs niet dat zij gezegd had«Hoe kon ik ooit zooveel met Vernon ophebben Iris lachte met niet weinig zelfbewusten trots, toen Meriem in haar eenvoud zei«Als een bliksemstraal ging er een licht voor mij op, Iris, en ik dacht met schrik bij mij zeiven Goede hemelWat heb ik gedaan Heb ik zijn leven het leven van Eustace op het spel gezet voor een man als Vernon? Hij is duizendmaal meer waard dan BlakeEn hij bemint mjj, zooals Vernon nooit iemand zou kunnen beminnen." Hierbij fronste Iris even het voorhoofd. Zij wist niet. of zij stil mocht blijven zitten om zulk een heiligschennis aan te hooren. Haar Vernon! Haar schilder! Haar dichter! Haar koningDurfde dat Kabylische meisje zich een oordeel over hem aanmatigen Welk een verwaandheid. Welk een dwaas zelfvertrou wen Maar in alle geval was zij nu vrij om met Vernon te trouwenDaarom alleen kon zij Meriem veel vergeven En toen Meriem op haar argelooze manier besloot»En toen trok hij mij op de sofa, Iris en kuste mij en ik legde mijn hoofd op zjjn schouder en weende en was ozoo onuitsprekelijk gelukkig", toen voelde die be- Tot havenmeester te Waarde is met 4 van de 7 stemmen benoemd de heer J. Geleedst aldaar. De bekende varkensziekte breidt zich te Oud-Vosmeer zeer sterk uit. Zaterdag is aldaar het dertiende dier, lijdende aan die be smettelijke ziekte, onder toezicht van de politie begraven. Dit is voor vele vig vooruitzicht. Eene zelfde tijding zendt men ons uit Oos- terland, doch daarbij voegt men de ongelooflijke mededeeling dat de opkoopers de reeds doode, geheel blauwachtige dieren voor een gulden of tien komen halen, en later in Rotterdam met groote winst van de hand doen. Waarom vragen wij zou daar niet gebeuren wat in Oud-Vosmeer geschiedt Naar men ons uit Oosterland meldt staan de veldvruchten daar en in de omgeving voor het meerendeel goed, maar verlangen zij naar regen. Tarwe, rogge en erwten zijn zeer goed. Vlas is er puik geweest, nl. van 175 per gemet, doch enkele partpen bleven kort of waren te veel beschadigd door den hagel om koopers te vinden. De hooioogst is bijna ten eindegroote hoeveelheden zijn ingezameld het werd goed gewonnen, maar gebrek aan maaiers was oorzaak dat het soms te lang heeft gestaan. Nieuwe aardappelen worden reeds bjj de kleine maat verhandeld en zjjn keurig van smaak. Van de weinige ooftboomen zullen alleen de appels iets opleverende peren niets, en de steenvruchten zeer weinig. Naar men ons meldt is de oestermaat schappij de Hals en Grevelingen te Bruinisse op de tentoonstelling te Keulen voor door haar ingezonden oesters en mosselen bekroond met de zilveren medaille. Maandag ochtend wilde aan het station te Arnhem een ambtenaar ter provinciale griffie een trein voorbjjloopen, toen hij het ongeluk had te struikelen en hem beide beenen werden afgereden. Zijn toestand moet zeer gevaarlijk zijn Te Hulst had een gewezen clown uit een paardenspel, dat dezer dagen de kermis aldaar had bezocht en die van daar was achtergeble ven, na reeds bij onderscheidene koffiehuishou ders te hebben geprobeerd eene voorstelling te geven, tegen Vrijdag avond geannonceerd te zullen optreden in het café De Ooievaar. Vooraf had hij, met toestemming van den burgemees ter, met een lijst geloopen, waarop voor een 15 a 20 was geteekend. Op het bepaalde uur waren een aantal nieuwsgierigen in de zaal aanwezig, doch wie er kwam, niet de man, die voordrachten houden en goochelen zou. Deze liet op zich wachten, en was, naar later bleek, met den trein van half zeven naar St. Nicolaas vertrokken, met zich nemende de entréegelden. Met ingang van den len Juli is de plaats vervanger-conducteur te Boxtel P. van Houte bevorderd tot conducteur der posterpen, stand plaats te Vlissingen. Door de gemeenteraden van IJzendijke, Biervliet, Waterlandkerkje, Schoondijke en Hoofdplaat en de besturen der polders Prins Willem Oranje (IJzendijke) MauritsKleine Jonkvrouw (benoorden)RetranchementGroote Jonkvrouw (benoorden)Nieuwen Passageule ClaraGroot- en Klein ZuiddiepeGroote Jonk vrouw (bezuiden)Oranje (Biervliet)Amelia Sint PietersHelenaHoofdplaat, Zacharias, le deelWilhelminaZacharias 2e deel, Gouden Eiland en Brandkreek- en Nieuwer Haven hebben aan de Provinciale Staten van Zeeland eei adres gezonden, waarin zij te kennen geven «Dat door hunne gemeenteraden en algemeene vergaderingen van ingelanden met belangstel ling is kennis genomen van de pogingen, die door het comité ter bevordering van den aanleg van een stoomtramweg van Schoondijke over IJzendijke naar de Belgische grens, richting Eecloo, worden aangewend tot bereiking van zijn doel; »Dat zij het tot stand komen van dien tram weg, als eene levenskwestie voor het nog steeds geïsoleerd gelaten oostelijk deel van het 4e district van Zeeland beschouwen «Dat zij overtuigd zijn dat dat werk niet uit te voeren is, indien niet de onderne ming wordt gesteund door bjjdragen van het rijk, de provincie, de postadminestratiede gemeenten en de polders in evenredigheid van de ondersteuning, die de stoomtram Breskens- Maldeghem is te beurt gevallen. «Dat zij in de overtuiging hebben bijgedragen zooveel hunne krachten zulks toelieten en wel tot een bedrag van 2760, gedurende tien jaren; »Dat zjj met leedwezen hebben vernomen dat alle hoop voor het comité op het verkrijgen eener rijkssubsidie verijdeld is geworden, en dat zelfs voor vergoeding van postvervoer slechts uitzicht is gegeven of 32.50 per kilometer, terwijl op een vergoeding van ƒ178 per kilometer, gelijk aan de maatschappij Breskens-Maldeghem Wordt betaald, gerekend is. «Dat zij daarom met genoegen zien dat het comité, niettegenstaande zooveel teleurstelling, moed is blijven behouden en thans de verzeke ring kan geven dat de tramlijn nog tot stand zal komen, indien de bijdrage, in 1888 door uwe vergadering verleend, voor twintig in plaats van voor tien jaren wordt toegestaan. »Reden waarom adressanten eerbiedig de vrijheid nemen het desbetreffende aan uwe vergadering, door het comité gedaan verzoek te ondersteunen en de inwilliging daarvan te verzoeken." schaafde Engelsche dame een sterke neiging om op den openbaren weg, op den heuvel van Mustapha hare armen om den hals harer nicht te slaan en dat meisje met de bloote voeten, ten aanzien van alle voorbijgangers te omhelzen. Eigenlijk is bij ons allen de liefde zoozeer gelijk »En nu Iris", riep Meriem, haar hand stevig drukkende, »moet gjj en Vernon samen trouwen en rijk en gelukkig zijn en te Sidi Aia wonen, zooals gij wilt". «Maar gp moet ook wat van mjjn geld hebben", riep Iris uit, zonder aan den vaak herhaalden raad van oom Tom te denken. «Gjj moet mjj met u laten deelen niet de helft misschien maar zooveel als oom Tom zal goedvinden". Meriem lachte weer met dien eigenaardigen glimlach, dien Iris dezen morgen al meermalen had opgemerkt. «Ik zal iets van het geld van sir Arthur nemen, als gij het verlangt", antwoordde zij bedaard, niet als iemand die een gunst aanneemt, doch met een zekere terughouding, die Iris terstond opviel, evenals haar gewijzigde uit drukking het geld van sir Arthur. «Maar Eustache en uw oom zullen dat wel bedistelen. Ik heb natuurljjk volstrekt geen verstand van die dingen. Eustace en ik zullen alles goed vinden wat gij beschikt". Zij sloegen den hoek om bp den zuilVoirol. Meriem inwendig verbaasd over al de groot- Maandag werd te Tholen verkocht eene hoogaars, behoorende aan den boedel van C. Verkerke voor 300 aan B. Schot Jz. Tevens werd de le veiling gehouden van eene statietjalk metende 146 ton, genaamd de Vrouw Filippina, behoorende aan de erven D. Bolier en liggende in het kanaal van Zuid-Beveland. De tjalk bracht ƒ2500 op. Te Hulst is Maandag verkocht een woon huis met 29 heet. 60 cent. dijkgrond. zijnde cijnsgrond, in de gemeente Grauw voor 570, 1 h. 12 a. 60 c. dijk op den Zandberg voor ƒ820, 9 h. 38 a. 70 c. bouw-en weiland in den polder Klein Kieldrecht %or f 7930 en 2 h. 29 a. 70 c. bouwland in denzelfden polder voor 2830. Een zonderlinge tegenstelling met de mededeeling van het Geïll. politienieuws omtrent de betaling, namens den shah van Perzië, aan den heer Van Maarseveen, fabriekant van deco raties, vormt het bericht in het N. v. Ned. dat voor de bij dien heer gedane bestelling de gelden vooruit zijn betaald. Te Amsterdam viel een kind van 11 maanden uit een raam der 2e verdieping op straat en overleed kort daarop. Te Rotterdam is Zaterdagavond de brand weer eigenaardig in dienst geweest. Op een loos alarm waren in de Aert van Nesstraat alle brandspuiten, aangewezen voor wijk 18, binnen 10 minuten present. Even later kwam een stads-brandkar ook al op het terrein. De reden van dit loos alarm was een woes teling, die dronken was en zijne moeder wilde vermoorden. Op het moordgeschreeuw ijlden een paar man de woning in en ontzetten de vrouw, terwijl zij den zoon niet zonder veel moeite aan de woede der vrouwen op straat konden onttrekken, en hem brachten naar een bureau van politie. Het standje had echter een klein half uur geduurd, en ondanks het geschreeuw om «poli tie", «help" en «moord", was er niet een poli tieman in die bedrijven zichtbaar geweest. Nauwelijks schreeuwt er echter éen eene enkele maal brand, of politie snelt toe, en de brand weer komt op het appel. Toen was echter de 20-jarige oproerige reeds gebracht waar hij wezen moest. Dat een dienstbode voetstoots wegloopt is meer gebeurd, maar dat een geheel dienst personeel zich plotseling verwijdert, dit behoort zeker wel tot de zeldzaamheden. In Arnhem ontbrak Maandagochtend, toen in het Zieken huis de dagdienst zou beginnen, het geheele vrouweljjke dienstpersoneel, op éene verpleegster na, op het appèl. Na haar loon te hebben ontvangen, schijnen ze zich des nachts of in den vroegen ochtend te hebben verwijderd. Te 's Bosch viel Zaterdagnacht omstreeks 12§ uur een werkman in zijne woning van de trappen, tengevolge waarvan hij eene schedel breuk bekwam, waaraan hij Zaterdag middag te ruim 2 uren is overleden. Misbruik van sterken drank moet de oorzaak van dit ongeluk zjjn. Maandagavond viel te Vlissingen een jongen, werkzaam in den scheepsbouw, in het op de fabriek de Schelde in aanbouw zijnde stoomschip Merapi en brak tengevolge daarvan den rechterarm boven de pols. Aan een particulieren brief ontleent het Dagblad het volgende omtrent den moord, op den controleur 2e kl. A. F. P. Graafland te Indragiri (Ned. Oost-Indië) gepleegd «Zoo even kwamen er berichten uit Riouw omtrent de treurige gebeurtenis. Den 15den Mei, des namiddags, ging de heer Graafland met echtgenoote en kinderen eene wandeling doen. Bij den luitenant-Chinees gebruikten zjj een kop thee, toen een oppasser berichtte dat er eene prauw was aangekomen, waarvan de opva renden ongezind waren om te doen onderzoeken wat er in was. De heer Graafland begaf zich naar het vaartuig, waarin drie personen waren geze ten, en beval hun dat zij de kagangs zouden ontladen. heid en pracht, langs den geheelen weg, met die tallooze moorsche villa's, die zoo schitterend afstaken bij de nauwe straten en leelijke hutten van haar geboorteplaats, totdat zij eindeljjk met een breede oprjjlaan aan het mooiste en indruk wekkendste van al die huizen kwamen en daarvoor stil hielden. Dit was dus Sidi Aia De erfenis van Yussuf! Het hart van Meriem sprong op bij dien aanblikDit paleis had dus het hare kunnen zjjnMaar zjj benijdde het Iris niet zjj was bljj dat zij en Vernon het kregen. Wat had zjj aan villa's zooals deze? Met Eustace kon zjj immers overal gelukkig zijn (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2