N°. 138. 132® Jaargang. 1889. Donderdag 13 Juni. Middelburg 12 Juni. Deze courant verschijnt d a g e I y k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—2 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentlen20 cent per regel.' Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer/0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.' LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ ZEELAND. Kon. Ned. Poslvaart. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. MDDEIBI li(.MIIi: (III HIM. Thermometer. Middelburg 12 Juni. vm. 8 u. 67 gr. m. 12 u 72 gr. av. 4 u. 66 gr. F Verwacht verand. wind. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet MestdaghA Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Ailvertentlën Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- i moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, en de Erven B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gbosjean Co. te Brussel. zjj des avonds nog worden opgenomen Bjj kon. besluit is benoemd tot notaris te 's Gravenhage H. J. Weve, candidaat-notaris aldaar. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan mr J. F. van der Leq de Clercq als 2e-luit. bij de dd. schutterij te Zierikzee en bij die schutterij als zoodanig benoemd mr II. C. Moolenburgh, thans schutter. Verder zjjn benoemd tot gezworen van den Zuid-Kraajjertpolder, prov. Zeeland, M. G. van Nieuwenhuijzentot lid van het bestuur van het waterschap voor de uitwatering door de Sluis in de Piet, prov. Zeeland, B. Vermande. Nog is benoemd tot directeur van het post en telegraafkantoor te Sliedrecht D. Rjjnders, thans in gelijke betrekking te Geertruidenberg. Voor het kantongerecht te Amsterdam stond heden de heer Willink Ketjen terecht wegens .opzettelijke beleediging van den minis ter van koloniën in de rechtmatige uitoefening van zjjn functiën." In die vervolging vond de heer Ketjen aan leiding om in het jongst verschenen nommer van de Familiebode de aandacht van het Neder- landsche volk nog eens op zijne zaak te ves tigen en te herinneren wat er gebeurd is. Hij schreef o. a. «Zeer in 't kort wil ik de hoofdzaak nog eens in herinnering brengen en, daar ik weet dat er velen zjjn, die de quaestie, ofschoon ze bij herhaling gelezen hebbende, niet begrijpen, zal ik haar tevens door een eenvoudige vergelijking uit het dagelijksch leven ophelderen. .Wanneer men zijn dienstbode den dienst op zegt, dan is men hiervoor geen verantwoording schuldig, mits men zich houdt aan de bepa lingen der wet en de aangegane overeenkomst. «Had men nu die dienstbode vooraf beschul digd, bijv. van diefstal, en was zij daarop door den bevoegden rechter vrijgesproken, dan heeft men nog wel het recht haar weg te zenden, doch men mag in het ontslaghriefje niet zetten dat men dit deed, .omdat zij wegens diefstal heeft terechtgestaan." .Ieder gevoelt het immoreele, dat er in der gelijke handeling zou gelegen zijn, en het onbetwistbaar recht der dienstbode om zich daartegen te verzetten. .Een dergelijke bejegening nu heeft men mij aangedaan, echter onder de zeer verzwarende omstandigheden van roof, wetschennis enz. »lk ben door den leger-commandant Bouw meester beschuldigd van herhaalde en opzet telijke ongehoorzaamheid. Om dit te consta- teeren deed hij overleggen aan den raad van onderzoek een schandelijke correspondentie tusschen verschillende chefs onderling, die hij mij, in strijd met de wet, onthield, en waarin, curieus genoeg, het woord .ongehoorzaamheid" zelfs niet voorkwam. De raad van onderzoek sprak mij dan ook vrij zonder onderzoek, zelfs zonder één getuige te hooren en nu werd ik op advies van dieazelfden leger-commandant (beschuldiger) ontslagen, somdat (stond er in den considerans van het gouvernementsbesluit, mijn .ontslagbriefje") .ik voor een raad van onderzoek had terechtgestaan wegens op zettelijke en herhaalde ongehoorzaamheid." .Welnu, Nederlanders, ontdoet dit feit van alle bezwarende omstandigheden en brengt het zoo terug tot het eenvoudige voorbeeld van hierbo ven, dan nog vraag ik u: Waar gij het ineen dienstbode zoudt afkeuren, dat zij zich een derge lijke bejegening liet welgevallen, zoudt ge daar den officier niet verachten, die toonde minder eergevoel en karakter te bezitten dan de eerste de beste keukenmeid «Ziedaar in 't kort de reden van mijn verzet tot heden en voor de toekomst, en noch dwaze be schuldigingen van prinsessenmoord, noch mei- needen, noch vervolgingen over bjjzaken, die men uit 't verband rukt met de hoofdzaak, zullen mij weerhouden. .Indien de rechter mij heden veroordeelt begin ik morgen van voren af aan, tot de dood er op volgt of ik in mjjn recht hersteld word." En het feit, waarvoor de heer Ketjen heden terecht staat, is, zegt hij, dat hij den minister van koloniën heeft verweten dat hg de lafheid paarde aan de misdaad, toen hg hem door ge heime politie deed bespieden en vervolgen, in plaats van hem ridderlijk aan te klagen, we gens zjjn openljjke beschuldiging. Ter aanvulling van het gisteren ons gezonden bericht over de vergadering van Volksonderwijs frordt ons nog uit Amsterdam geschreven: Toen de flnancieele voorstellen, in verband met de uitgifte van het Volksblad, waren afge handeld, stelde de voorzitter dadelijk aan de orde een zevental vraagpunten, door het hoofd bestuur opgesteld, naar aanleiding van een ontwerp van wet op den leerplicht, door eene speciale commissie, bestaande uit de heeren mr Willeumier, mr De Kanter en Michiels ge- concepieerd. Over deze zeven vragen werd ongeveer drie en half uur gedebatteerd en daarbij werden zoovele cardinale punten en van minder aanbelang besproken, dat het ondoenlijk is daarvan een beknopt verslag terug te geven. De eerste vraag luiddeIs de vergadering over tuigd dat het bekende ontwerp (dit is reeds her haalde malen in de afdeelingen en in de pers besproken) als grondslag voor eene regeling van den leerplicht zou kunnen dienen Aangezien deze vraag nu wel als de cardo quaestionum mocht beschouwd worden, werd, op voorstel van Amsterdam I, besloten deze het laatst te beantwoorden en andere, die meer details inhielden, vooraf te laten gaan, waarbij dan tevens de voorstellen, als die van Amster dam over al of niet proportioneel schoolgeld, en Dordrecht over leerplicht, in behandeling konden komen. Zoo werd het dan na ampele discussie on- noodig geacht dat voor de invoering eener wet op den leerplicht bijzondere ambtenaren wer den aangesteld, doch dat dit wel aan de arron- dissements-sehoolopzieners kon worden overge laten. Eén voorstel van Amsterdam om den leer plicht tot 13 in plaats van tot 12 volgens het concept der commissie uit te strekken werd goedgekeurd, alsmede om in de wet ook het herhalings-onderwjjs op te nemen. De vragen of de beslissing over den omvang van het herhaliDgsonderwijs op bijzondere scholen aan de besturen kon overgelaten wor den, onder goedkeuring der districts-schoolop- zieners met recht om daarvan in hooger beroep te komen, en of die autoriteit de bevoegdheid moest worden toegekend te beslissen over het al of niet voldoende van huisonderwijs werd toestemmend beantwoord. Doch onraadzaam werd het geacht om processen-verbaal wegenR schoolverzuim (door het hoofd der school te doen opmaken; men vond beter dit door den arrondissements-schoolopziener te laten doen. Toen deze vragen afgehandeld en bjj stem ming of door zitten en opstaan hare beslissing erlangd hadden, werd de eerste, de hoofdvraag met daverende toejuiching goedgekeurd en stemde de vergadering door luid applaus in met den dank, dien de voorzitter aan de com missie van redactie bracht voor haar moeite vollen en gewichtigen, met zoo uitstekend ge volg bekroonden, arbeid. Het laatste punt der agenda was de bespre king van het ontwerp tot herziening der onderwijswet. Namens het hoofdbestuur voerde de heer Verslujjs daartegen tal van bezwaren aan, als het maximum van leerlingen voor een onderwjjzerhet stellen van een premie op het «klaar maken" van onderwijzers de benoeming van onderwijzers met de afschaffing van de vergelijkende examens, terwijl het hoofdbestuur mede bezwaar had over de waarborgen bij subsidieering van bijzonder onderwjjs. De vraag of men dan geen bezwaar had tegen die subsidieering werd niet uitgemaakt. Meenden sommigen dat Volksonderwijs nimmer die subsidieering kon billjjkenanderen deelden dat gevoelen niet, en wanneer maar goede waarborgen werden gegeven dat het geld niet nutteloos gebruikt werd, wilde zjj die subsi dieering wel toestaan, als komende ten nutte van 't onderwijs in 't algemeen. Lang en breed werd over die kwestie weer gesproken. Het hoofdbestuur achtte deze zaak van minder belang, omdat deze vereeniging algemeen bekend staat als principieel gekant tegen subsidieering van bjjz. onderwijs. Het resultaat van het debat was dat het bestuur gemachtigd werd om in een adres aan de vertegenwoordiging in bij zonderheden aan te toonen dat het aanhangig ontwerp als schadeljjk voor volksonderwijs en volksontwikkeling onaannemelijk is, en dat bij herziening der wet dringend noodig is daarin leerplicht op te nemen. Hierna werd de vergadering, te tien uur des voormiddags aangevangen, te kwart voor zes uur des namiddags gesloten. Omtrent de vergadering der katholieke kies- vereeniging te Roermond, waarin een candi- daat werd gesteld voor de Tweede kamer, deelt Het Centrum mede Yier jder voorloopig besproken candidaten waren tegenwoordig^en®moesten loten voor de volgorde, waarin zjj mochten spreken, waartoe door den voorzitter aan ieder hoogstens een kwartiernurs was toegestaan, Achtereenvolgens zetten nu de heeren d'Olne' Schieffer, De Ras en Yan der Maessen hun beginselen uiteenomtrent den dienstplicht, het onderwijs en de protectie was hun pro gram ongeveer gelijkluidend. Daarna tot stemming overgaande, waaraan 121 leden deelnamen, verkreeg de heer d'Olne 69, de heer Schieffer 19, de heer Van der Maessen 16, de heer De Ras 17 stemmen. Eerstgenoemde is nu tot candidaat gepro clameerd, doch, naar Het Centrum verneemt, blijft de heer De Ras zijn candidatuur tegen over de kiesvereeniging handhaven. Naar men meldt, is het reisplein van den Shah van Perzie, voor zoover ons land betreft, ge wijzigd. Althans het voorgenomen bezoek van den Perzischen vorst met zijn gevolg, bestaande uit 27 leden van zijne hofhouding, aan de residentie zou achterwege blijven of in streng incognito gebracht worden. Dientengevolge zgn de reeds genomen toebe reidselen voor eene ceremonieele ontvangst van den Oosterschen monarch ten hove, gestaakt. O. a. was bepaald, dat een groot gala-diner ten hove ter eere van den bhah zou plaats hebben, hetwelk zou worden bijgewoond door H. M. de koningin, die daartoe van het Loo naar de hofstad zou komen. De Atjehsche correspondent van het IIU. schrijft het volgende dd. 12 Mei jl. .Den 7n Mei kwam nog een compagnie in fanterie te Edi uit Groot-Atjeh, zoodat daar mede het geheele Be bataljon daar bijeen was. Versterkt door de landingsdivisie der marine, te zamen ongeveer 650 man, werd den 8n d. a. v. uitgerukt naar de stelling des vijands te Pedawa PoutoBg (Klein Pedawa). Op de loopgraven stuitende, had een vreeselijke klewangaanval door ongeveer 400 Atjehers op de 4e compag nie plaats, die, gesteund door de Amboineezen, den aanval weerstond en afsloeg. De vijand liet meer dan 200 lijken achter en sloeg des nachts, alles verlatende, op de vlucht. .Onze verliezen bedroegen aan doodenluit. Gade en 5 europeesche militairen, aan gewon den 10 europeesche militairen (allen klewang- wonden)". Niettegenstaande het Deensche hof bijna iedere voorstelling bjjwoonde, bedraagt het deficit der Meiningers te Kopenhagen 18000. Men schrijft dit hoofdzakeljjk aan de groote hitte gedurende hun verblijf aldaar toe, waar door de schouwburg leeg bleef. Te Bruinisse is mejuffrouw A. van den Berge, no 1 der voordracht, benoemd tot onder wijzeres op eene jaarwedde van ƒ450. Aan de rjjks-universiteit te Leiden zgn de volgende examens afgelegddoor den heer W. F. J. Waghtho het candidaats-examen in de rechtendoor den heer P. F. Augustijn, dat in de geneeskunde. In de heden te Vlissingen gehouden alge- meene vergadering van deelhebbers in boven genoemde maatschappij werd verslag uitgebracht over het veertiende boekjaar der maatschappij. Daaraan ontleenen wjj het volgende Hoewel het dienstjaar 1888 niet geheel aan de verwachtingen heeft beantwoord, kan daarop toch met eenige tevredenheid terug gezien worden. In dat jaar werd voor het eerst de dubbele dienst der maatschappij, bij dag en nacht, van 1 Januari tot 31 December, geregeld, zonder eenige stoornis, volbracht. De bezwaren, in een vorig jaarverslag uiteengezet, bleven geduren de 1888 bjjna onverminderd op de exploitatie drukken, en toch mocht daarbij de uitkomst worden bereikt, welke indertijd, toen tot den dagdienst werd besloten, als in elk geval ver zekerd is aangenomen. De exploitatie der beide diensten toch kon over het geheele jaar uit de aanvankelijk weinig vermeerderde inkom sten worden bekostigd. Tevens werd op on- bekrompene wjjze in onderhoud en verbetering van het materieel voorzien en kon de ruim berekende bgdrage in het ketelfonds worden geBtort. Tegen het einde van 1888 werd door den wetgever het nieuwe postcontract bekrachtigd, dat op 5/11 Juni 1888 met de regeering was gesloten en waarbjj in beginsel is aangenomen, dat de maatschappij jaarlijks een bepaalde som voor het vervoer der post met de beide dien sten zal ontvangen en haar een aandeel wordt verzekerd in grootere winsten, die het gevolg zouden kunnen zijn van eene uitbreiding van het postverkeer. Behoudens buitengewone omstandigheden is het bedongen minimum voor een tijdvak van tien jaren aan de maat schappij gewaarborgd. Bij den aanvang van den winterdienst werd het vroege vertrekuur van den ochtendtrein uit Londen, 7 uren 15, op 7 uren 50 gebracht. Deze verbetering, tot stand gekomen door sa menwerking van de continentale spoorweg maatschappijen en van de Zeeland, kon haren invloed op het personenverkeer nog niet doen gelden, maar commissarissen hopen dat de ver korting der reis en het voor Engeland meer passend vertrekuur, daarop met den aanstaan den zomerdienst eenen gunstigen invloed zullen uitoefenen. Intusschen blijft het belang der maatschappij dringend een nog later vertrek uur eischen. Daartoe bljjft men het mogelijke aanwenden. Het goederenvervoer bleef zich in minstens even aanzienlijke mate ontwikkelen als in het voorgaand jaar. Hoewel de vrachten niet ge heel bevredigend waren, een gevolg der scherpe mededinging van de talrijke goederendiensten tusschen Engeland en het vasteland, is uit deze vermeerdering eene'goede bate verkregen. Com missarissen vleien zich dat ook deze maatschappij eenigermate zal deelen in de algemeene ver hooging der goederenvrachten. In September 1888 overleed de heer J. G. Betz, die sedert de oprichting der maatschappij eerst als mede-directeur der Kon. Fed. Stoom bootmaatschappij, na 1877 als mede-commissaris, met onvermoeiden ijver en toewijding hare belangen heeft voorgestaan. De Zeeland verloor in hem een warmen en trouwen vriend, wiens nagedachtenis bg haar niet zal verloren gaan. De balanswaarde van de stoomschepen be droeg op 31 December 1888 4.402.770.324 en het «Ketelfonds" ƒ238,329.71. In het «Reservefonds" was op 31 December 18S7 aanwezig 15,612.12 in 1888 werd aan rente geboekt 639,77 het totaal op 31 Dec. 1888 bedroeg 16,251.89. De resultaten der exploitatie over het afge- loopen jaar zjjn de volgendeer werden afge legd door het stoomschipPrinses Marie 59, Prinses Elizabeth 101, Prins Hendrik 94, Willem, Prins van Oranje, 111, Engeland 121, Duitsch- land 122, Nederland 122, te zamen 730 reizen tegen 579 reizen in 1887 en 365 reizen in 1886. De bruto-opbrengsten beliepen in 1888 1.294.711.704 tegen 1.200.341 in 1887. Het vervoer van reizigers bleef stationair, daarentegen breidde het goederenvervoer zich geleideljjk uit. In 1888 werden 5.095 tons meer vervoerd dan in 1887, en steeg de op brengst van ƒ275.652.384 in 1887 tot ƒ307.191.83 in 1888. Het postvervoer nam wederom aanzienlijk toe. De exploitatiekosten bedroegen in 1888 1.106.135.044 of gemiddeld per reis ƒ1515.254 tegen 950.152.34 of gemiddeld per reis 1641.02 in 1887. De meerdere uitgaven in 1888 ad ƒ155.982.704 zijn ontstaan door het grooter aantal reizen (151) in 1888 afgelegd wegens den dagdienst, welke in 1887 eerst van 1 Juni af in werking was. Er werd voorts in het afgeloopen jaar ruim 25.000 besteed voor het aanbrengen van nieuwe wielen in het stoomschip Prinses Marie, terwijl de overlading van goederen, enz. de exploitatierekening met ongeveer 6000 meer bezwaarde dan in 1887. De gezamenljjke ontvangsten beliepen in 1888 1.294.711,704 0n de exploitatiekosten 1.106.135.044, zoodat een voordeelig saldo overbljjft van 188.576.66. Hiervan moeten worden afgetrokkenhet nadeelig saldo der intrestrekening, voortsprui tende uit de rente der 3 pet obligatieleening, na aftrek van rente van uitgezette gelden 101.560.52bjjdrage ten behoeve van het ketelfonds 70.000verlies bg verkoop van het stoomschip Aurora 5.155.724 verlies op uitgelote obligatiën der leening 1886 7.833.34registratiekosten verlenging post- contract 425.574, samen 184.975.16, zoodat de beschikbare winst bedraagt f 3601.50, welke commissarissen ingevolge art. 17 der statuten, voor afschrjjving hebben bestemd. Op de vergadering waren vertegenwoordigd ne gen en zeventig aandeelen, uitbrengende dertig stemmen. De balans en het verslag werden goedgekeurd. In het gebouw Stroucken te Amsterdam werd heden de 103e algemeene vergadering van af gevaardigden dezer maatschappij gehouden, en geopend door prof. mr G. A. van Hamel met eene rede, waarin hij, na den traditioneelen welkomstgroet, even eene vergelijking maakte tusschen deze vergadering en die welke vóór 100 jaren in Frankrijk werd gehouden, waaruit eene nieuwe orde der dingen werd geboren, om daarna meer in het breede over de wrange en meer aangename vruchten der Fransche omwenteling uit te weiden. Spreker zou niet onbillijk zijn door te ontkennen, dat zij voor de burgers vrijheden in gelooven en spreken, denken en handelen brachtvoor de regeerders verdeeling van de bevoegdheden ter wetge* ing voorts verheffing van de rechtsbedeeling door de openbaarheid der zittingen, en afschaffing van monsterachtige standsverhoudingen en de zegeningen van het onderwijs in alle kringen zich verspreidden. Ook zou hij niet blind zijn voor de feiten, dat menige zegenaanbrengende hervorming uit bloed en tranen te voorschijn kwam, totdat eindelijk ook de aangebeden volksleiders bunne hoofden op de guillotine lieten rusten. In tegenstelling van hen, die met wijlen den edelen staatsman Modderman, nog vóór 1900 aanbreekt, eene geweldige sociale revolutie zien aanbreken, wilde spreker protesteeren tegen ieder geloof aan de noodwendigheid der revo- lutiën, omdat de Eransche revolutie de wapen3 voor den strijd der geesten voor goed en onder allen beeft rondgedeeld. Voor wie in den strijd der geesten eerlijke wapenen zich kiezen, en met noeste vlijt ze smeden en scherpen wil, staan de arsenalen en werkplaatsen wijdopen. Doch de groote middelen om de eerlijkheid en de ridderlijkheid in den strjjd der geesten te bewaren zooveel het kan, liggen in den moed om der onwaarheid het vizier van het gelaat te rukken, in het geduld telkens de waarheid daar tegenover te plaatsen, en in den lustom. de misleide massa in begrijpelijke taal voor te lichten. Tot het hanteeren dezer wapenen wekto spreker ten slotte de leden der maatschappij op, die zoodoende bondgenoote kan zijn van allen die, zij het ook onder, andere veldteeke- nen en kleuren verzameld, denzelfden edelen en eerlijken strijd der geesten aanvaarden. Deze rede die zich door vorm en inhoud van vele gelegenheidsspeeches sterk onderscheidt, waardoor zij moeilijk in enkele volzinnen is samen te vatten werd luide toegejuicht. Volgens de agenda zou alsnu uitbrenging van bet jaarverslag moeten volgen, wat ach» terwege bleef, omdat aan alle afgevaardigden een gedrukt verslag werd verstrekt. Daaruit bijjkt o. a. dat de Mu thans ongeveer 16,000 leden en begunstigers met 370 eereleden telt. Het getal departementen bleef stationnair. Uit de rekening en verantwoording over 1887/1888 kon men ontwaren, dat de financiën betrekkelijk gunstig zgn. Van de machtiging, om 8000 van het kapitaal te verzilveren, behoefde geen gebruik gemaakt te worden, maar van het saldo kon nog 4000 in pro longatie worden belegd. Het batig saldo van de rekening der vroeger voorgenomen stichting eener kweekschool voor bewaarschoolhouderes- sen bedraagt 3025, waaraan eerstdaags eene vaste bestemming zal gegeven worden. De commissie van onderzoek ter verkrijging van verbeterde arbeiderswoningen bezocht Arnhem, Amsterdam, Den Haag, Hengelo, Haarlem, Deventer, Zwolle, Groningen, Leeuwar den, Sneek en Heeren veen. Nog andere plaatsen zullen bezocht en daarna haar verslag opge maakt worden. De commissie hoopt haar taak in den loop van het volgend jaar ten einde te brengen, waarin mede tegemoet kan worden gezien bet verslag der commissie van onderzoek naar den toestand der zieken- en begrafenis fondsen. De heer mr A. Kerdjjk houdt zich bezig met eene regeling van het leerlingwezen en met de vraag in hoeverre deze zaak voor ons land aanbeveling verdient. Van de 150 aanvragen tot voordrachten werden 146 gehouden, en uit de verslagen daarvan bijjkt, dat zij meerendeels in een wezenljjke behoefte voorzien, en door zeer velen üoog gewaardeerd worden. Niet zonder moeite werden eenige kleine geschriften uitgegeven ter levering aan en verspreiding door dedepartementen. Met nog twee werkjes, die gereed zjjn, zal het gewenschte zestal uitgegeven zjjn. Behalve de subsidiën voor de leerlingen der rijksschool voor kunst-nijverheid, het waarborg fonds van het Nederlandsch Werkliedenfonds, het anderwgs van schipperskinderen enz. werd nog

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1