N°. 138.
132® Jaargang.
1889.
Donderdag
13 Juni.
Middelburg 12 Juni.
Deze courant verschijnt d a g e I y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—2
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentlen20 cent per regel.' Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer/0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ
ZEELAND.
Kon. Ned. Poslvaart.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
MDDEIBI li(.MIIi: (III HIM.
Thermometer.
Middelburg 12 Juni. vm. 8 u. 67 gr.
m. 12 u 72 gr. av. 4 u. 66 gr. F
Verwacht verand. wind.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet MestdaghA Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Ailvertentlën
Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- i moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, en de Erven B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen
Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gbosjean Co. te Brussel. zjj des avonds nog worden opgenomen
Bjj kon. besluit is benoemd tot notaris te
's Gravenhage H. J. Weve, candidaat-notaris
aldaar.
Op verzoek is eervol ontslag verleend aan mr
J. F. van der Leq de Clercq als 2e-luit. bij de
dd. schutterij te Zierikzee en bij die schutterij
als zoodanig benoemd mr II. C. Moolenburgh,
thans schutter.
Verder zjjn benoemd tot gezworen van den
Zuid-Kraajjertpolder, prov. Zeeland, M. G. van
Nieuwenhuijzentot lid van het bestuur van
het waterschap voor de uitwatering door de
Sluis in de Piet, prov. Zeeland, B. Vermande.
Nog is benoemd tot directeur van het post
en telegraafkantoor te Sliedrecht D. Rjjnders,
thans in gelijke betrekking te Geertruidenberg.
Voor het kantongerecht te Amsterdam
stond heden de heer Willink Ketjen terecht
wegens .opzettelijke beleediging van den minis
ter van koloniën in de rechtmatige uitoefening
van zjjn functiën."
In die vervolging vond de heer Ketjen aan
leiding om in het jongst verschenen nommer
van de Familiebode de aandacht van het Neder-
landsche volk nog eens op zijne zaak te ves
tigen en te herinneren wat er gebeurd is.
Hij schreef o. a.
«Zeer in 't kort wil ik de hoofdzaak nog eens
in herinnering brengen en, daar ik weet dat
er velen zjjn, die de quaestie, ofschoon ze bij
herhaling gelezen hebbende, niet begrijpen, zal
ik haar tevens door een eenvoudige vergelijking
uit het dagelijksch leven ophelderen.
.Wanneer men zijn dienstbode den dienst op
zegt, dan is men hiervoor geen verantwoording
schuldig, mits men zich houdt aan de bepa
lingen der wet en de aangegane overeenkomst.
«Had men nu die dienstbode vooraf beschul
digd, bijv. van diefstal, en was zij daarop door
den bevoegden rechter vrijgesproken, dan heeft
men nog wel het recht haar weg te zenden,
doch men mag in het ontslaghriefje niet zetten
dat men dit deed, .omdat zij wegens diefstal
heeft terechtgestaan."
.Ieder gevoelt het immoreele, dat er in der
gelijke handeling zou gelegen zijn, en het
onbetwistbaar recht der dienstbode om zich
daartegen te verzetten.
.Een dergelijke bejegening nu heeft men mij
aangedaan, echter onder de zeer verzwarende
omstandigheden van roof, wetschennis enz.
»lk ben door den leger-commandant Bouw
meester beschuldigd van herhaalde en opzet
telijke ongehoorzaamheid. Om dit te consta-
teeren deed hij overleggen aan den raad van
onderzoek een schandelijke correspondentie
tusschen verschillende chefs onderling, die hij
mij, in strijd met de wet, onthield, en waarin,
curieus genoeg, het woord .ongehoorzaamheid"
zelfs niet voorkwam. De raad van onderzoek
sprak mij dan ook vrij zonder onderzoek, zelfs
zonder één getuige te hooren en nu werd ik
op advies van dieazelfden leger-commandant
(beschuldiger) ontslagen, somdat (stond er in
den considerans van het gouvernementsbesluit,
mijn .ontslagbriefje") .ik voor een raad
van onderzoek had terechtgestaan wegens op
zettelijke en herhaalde ongehoorzaamheid."
.Welnu, Nederlanders, ontdoet dit feit van alle
bezwarende omstandigheden en brengt het zoo
terug tot het eenvoudige voorbeeld van hierbo
ven, dan nog vraag ik u: Waar gij het ineen
dienstbode zoudt afkeuren, dat zij zich een derge
lijke bejegening liet welgevallen, zoudt ge daar
den officier niet verachten, die toonde minder
eergevoel en karakter te bezitten dan de eerste de
beste keukenmeid
«Ziedaar in 't kort de reden van mijn verzet tot
heden en voor de toekomst, en noch dwaze be
schuldigingen van prinsessenmoord, noch mei-
needen, noch vervolgingen over bjjzaken, die men
uit 't verband rukt met de hoofdzaak, zullen mij
weerhouden.
.Indien de rechter mij heden veroordeelt begin
ik morgen van voren af aan, tot de dood er op
volgt of ik in mjjn recht hersteld word."
En het feit, waarvoor de heer Ketjen heden
terecht staat, is, zegt hij, dat hij den minister
van koloniën heeft verweten dat hg de lafheid
paarde aan de misdaad, toen hg hem door ge
heime politie deed bespieden en vervolgen, in
plaats van hem ridderlijk aan te klagen, we
gens zjjn openljjke beschuldiging.
Ter aanvulling van het gisteren ons gezonden
bericht over de vergadering van Volksonderwijs
frordt ons nog uit Amsterdam geschreven:
Toen de flnancieele voorstellen, in verband
met de uitgifte van het Volksblad, waren afge
handeld, stelde de voorzitter dadelijk aan de
orde een zevental vraagpunten, door het hoofd
bestuur opgesteld, naar aanleiding van een
ontwerp van wet op den leerplicht, door eene
speciale commissie, bestaande uit de heeren
mr Willeumier, mr De Kanter en Michiels ge-
concepieerd. Over deze zeven vragen werd
ongeveer drie en half uur gedebatteerd en daarbij
werden zoovele cardinale punten en van minder
aanbelang besproken, dat het ondoenlijk is
daarvan een beknopt verslag terug te geven.
De eerste vraag luiddeIs de vergadering over
tuigd dat het bekende ontwerp (dit is reeds her
haalde malen in de afdeelingen en in de pers
besproken) als grondslag voor eene regeling van
den leerplicht zou kunnen dienen
Aangezien deze vraag nu wel als de cardo
quaestionum mocht beschouwd worden, werd,
op voorstel van Amsterdam I, besloten deze het
laatst te beantwoorden en andere, die meer
details inhielden, vooraf te laten gaan, waarbij
dan tevens de voorstellen, als die van Amster
dam over al of niet proportioneel schoolgeld,
en Dordrecht over leerplicht, in behandeling
konden komen.
Zoo werd het dan na ampele discussie on-
noodig geacht dat voor de invoering eener wet
op den leerplicht bijzondere ambtenaren wer
den aangesteld, doch dat dit wel aan de arron-
dissements-sehoolopzieners kon worden overge
laten.
Eén voorstel van Amsterdam om den leer
plicht tot 13 in plaats van tot 12 volgens
het concept der commissie uit te strekken
werd goedgekeurd, alsmede om in de wet ook
het herhalings-onderwjjs op te nemen.
De vragen of de beslissing over den omvang
van het herhaliDgsonderwijs op bijzondere
scholen aan de besturen kon overgelaten wor
den, onder goedkeuring der districts-schoolop-
zieners met recht om daarvan in hooger beroep
te komen, en of die autoriteit de bevoegdheid
moest worden toegekend te beslissen over het
al of niet voldoende van huisonderwijs werd
toestemmend beantwoord. Doch onraadzaam
werd het geacht om processen-verbaal wegenR
schoolverzuim (door het hoofd der school te
doen opmaken; men vond beter dit door den
arrondissements-schoolopziener te laten doen.
Toen deze vragen afgehandeld en bjj stem
ming of door zitten en opstaan hare beslissing
erlangd hadden, werd de eerste, de hoofdvraag
met daverende toejuiching goedgekeurd en
stemde de vergadering door luid applaus in
met den dank, dien de voorzitter aan de com
missie van redactie bracht voor haar moeite
vollen en gewichtigen, met zoo uitstekend ge
volg bekroonden, arbeid.
Het laatste punt der agenda was de bespre
king van het ontwerp tot herziening der
onderwijswet. Namens het hoofdbestuur voerde
de heer Verslujjs daartegen tal van bezwaren
aan, als het maximum van leerlingen voor een
onderwjjzerhet stellen van een premie op het
«klaar maken" van onderwijzers de benoeming
van onderwijzers met de afschaffing van de
vergelijkende examens, terwijl het hoofdbestuur
mede bezwaar had over de waarborgen bij
subsidieering van bijzonder onderwjjs.
De vraag of men dan geen bezwaar had
tegen die subsidieering werd niet uitgemaakt.
Meenden sommigen dat Volksonderwijs nimmer
die subsidieering kon billjjkenanderen deelden
dat gevoelen niet, en wanneer maar goede
waarborgen werden gegeven dat het geld niet
nutteloos gebruikt werd, wilde zjj die subsi
dieering wel toestaan, als komende ten nutte
van 't onderwijs in 't algemeen. Lang en breed
werd over die kwestie weer gesproken. Het
hoofdbestuur achtte deze zaak van minder
belang, omdat deze vereeniging algemeen bekend
staat als principieel gekant tegen subsidieering
van bjjz. onderwijs. Het resultaat van het debat
was dat het bestuur gemachtigd werd om in
een adres aan de vertegenwoordiging in bij
zonderheden aan te toonen dat het aanhangig
ontwerp als schadeljjk voor volksonderwijs en
volksontwikkeling onaannemelijk is, en dat bij
herziening der wet dringend noodig is daarin
leerplicht op te nemen.
Hierna werd de vergadering, te tien uur des
voormiddags aangevangen, te kwart voor zes
uur des namiddags gesloten.
Omtrent de vergadering der katholieke kies-
vereeniging te Roermond, waarin een candi-
daat werd gesteld voor de Tweede kamer, deelt
Het Centrum mede
Yier jder voorloopig besproken candidaten
waren tegenwoordig^en®moesten loten voor de
volgorde, waarin zjj mochten spreken, waartoe
door den voorzitter aan ieder hoogstens een
kwartiernurs was toegestaan,
Achtereenvolgens zetten nu de heeren d'Olne'
Schieffer, De Ras en Yan der Maessen hun
beginselen uiteenomtrent den dienstplicht,
het onderwijs en de protectie was hun pro
gram ongeveer gelijkluidend.
Daarna tot stemming overgaande, waaraan
121 leden deelnamen, verkreeg de heer d'Olne
69, de heer Schieffer 19, de heer Van der
Maessen 16, de heer De Ras 17 stemmen.
Eerstgenoemde is nu tot candidaat gepro
clameerd, doch, naar Het Centrum verneemt,
blijft de heer De Ras zijn candidatuur tegen
over de kiesvereeniging handhaven.
Naar men meldt, is het reisplein van den Shah
van Perzie, voor zoover ons land betreft, ge
wijzigd. Althans het voorgenomen bezoek van
den Perzischen vorst met zijn gevolg, bestaande
uit 27 leden van zijne hofhouding, aan de
residentie zou achterwege blijven of in streng
incognito gebracht worden.
Dientengevolge zgn de reeds genomen toebe
reidselen voor eene ceremonieele ontvangst van
den Oosterschen monarch ten hove, gestaakt.
O. a. was bepaald, dat een groot gala-diner
ten hove ter eere van den bhah zou plaats
hebben, hetwelk zou worden bijgewoond door
H. M. de koningin, die daartoe van het Loo
naar de hofstad zou komen.
De Atjehsche correspondent van het IIU.
schrijft het volgende dd. 12 Mei jl.
.Den 7n Mei kwam nog een compagnie in
fanterie te Edi uit Groot-Atjeh, zoodat daar
mede het geheele Be bataljon daar bijeen was.
Versterkt door de landingsdivisie der marine,
te zamen ongeveer 650 man, werd den 8n d. a. v.
uitgerukt naar de stelling des vijands te Pedawa
PoutoBg (Klein Pedawa). Op de loopgraven
stuitende, had een vreeselijke klewangaanval
door ongeveer 400 Atjehers op de 4e compag
nie plaats, die, gesteund door de Amboineezen,
den aanval weerstond en afsloeg. De vijand
liet meer dan 200 lijken achter en sloeg des
nachts, alles verlatende, op de vlucht.
.Onze verliezen bedroegen aan doodenluit.
Gade en 5 europeesche militairen, aan gewon
den 10 europeesche militairen (allen klewang-
wonden)".
Niettegenstaande het Deensche hof bijna
iedere voorstelling bjjwoonde, bedraagt het
deficit der Meiningers te Kopenhagen 18000.
Men schrijft dit hoofdzakeljjk aan de groote
hitte gedurende hun verblijf aldaar toe, waar
door de schouwburg leeg bleef.
Te Bruinisse is mejuffrouw A. van den
Berge, no 1 der voordracht, benoemd tot onder
wijzeres op eene jaarwedde van ƒ450.
Aan de rjjks-universiteit te Leiden zgn
de volgende examens afgelegddoor den heer
W. F. J. Waghtho het candidaats-examen in
de rechtendoor den heer P. F. Augustijn, dat
in de geneeskunde.
In de heden te Vlissingen gehouden alge-
meene vergadering van deelhebbers in boven
genoemde maatschappij werd verslag uitgebracht
over het veertiende boekjaar der maatschappij.
Daaraan ontleenen wjj het volgende
Hoewel het dienstjaar 1888 niet geheel aan
de verwachtingen heeft beantwoord, kan daarop
toch met eenige tevredenheid terug gezien
worden.
In dat jaar werd voor het eerst de dubbele
dienst der maatschappij, bij dag en nacht, van
1 Januari tot 31 December, geregeld, zonder
eenige stoornis, volbracht. De bezwaren, in een
vorig jaarverslag uiteengezet, bleven geduren
de 1888 bjjna onverminderd op de exploitatie
drukken, en toch mocht daarbij de uitkomst
worden bereikt, welke indertijd, toen tot den
dagdienst werd besloten, als in elk geval ver
zekerd is aangenomen. De exploitatie der beide
diensten toch kon over het geheele jaar uit
de aanvankelijk weinig vermeerderde inkom
sten worden bekostigd. Tevens werd op on-
bekrompene wjjze in onderhoud en verbetering
van het materieel voorzien en kon de ruim
berekende bgdrage in het ketelfonds worden
geBtort.
Tegen het einde van 1888 werd door den
wetgever het nieuwe postcontract bekrachtigd,
dat op 5/11 Juni 1888 met de regeering was
gesloten en waarbjj in beginsel is aangenomen,
dat de maatschappij jaarlijks een bepaalde som
voor het vervoer der post met de beide dien
sten zal ontvangen en haar een aandeel wordt
verzekerd in grootere winsten, die het gevolg
zouden kunnen zijn van eene uitbreiding van
het postverkeer. Behoudens buitengewone
omstandigheden is het bedongen minimum
voor een tijdvak van tien jaren aan de maat
schappij gewaarborgd.
Bij den aanvang van den winterdienst werd
het vroege vertrekuur van den ochtendtrein
uit Londen, 7 uren 15, op 7 uren 50 gebracht.
Deze verbetering, tot stand gekomen door sa
menwerking van de continentale spoorweg
maatschappijen en van de Zeeland, kon haren
invloed op het personenverkeer nog niet doen
gelden, maar commissarissen hopen dat de ver
korting der reis en het voor Engeland meer
passend vertrekuur, daarop met den aanstaan
den zomerdienst eenen gunstigen invloed zullen
uitoefenen. Intusschen blijft het belang der
maatschappij dringend een nog later vertrek
uur eischen. Daartoe bljjft men het mogelijke
aanwenden.
Het goederenvervoer bleef zich in minstens
even aanzienlijke mate ontwikkelen als in het
voorgaand jaar. Hoewel de vrachten niet ge
heel bevredigend waren, een gevolg der scherpe
mededinging van de talrijke goederendiensten
tusschen Engeland en het vasteland, is uit deze
vermeerdering eene'goede bate verkregen. Com
missarissen vleien zich dat ook deze maatschappij
eenigermate zal deelen in de algemeene ver
hooging der goederenvrachten.
In September 1888 overleed de heer J. G.
Betz, die sedert de oprichting der maatschappij
eerst als mede-directeur der Kon. Fed. Stoom
bootmaatschappij, na 1877 als mede-commissaris,
met onvermoeiden ijver en toewijding hare
belangen heeft voorgestaan. De Zeeland verloor
in hem een warmen en trouwen vriend, wiens
nagedachtenis bg haar niet zal verloren gaan.
De balanswaarde van de stoomschepen be
droeg op 31 December 1888 4.402.770.324 en
het «Ketelfonds" ƒ238,329.71.
In het «Reservefonds" was op 31 December
18S7 aanwezig 15,612.12 in 1888 werd aan
rente geboekt 639,77 het totaal op 31 Dec.
1888 bedroeg 16,251.89.
De resultaten der exploitatie over het afge-
loopen jaar zjjn de volgendeer werden afge
legd door het stoomschipPrinses Marie 59,
Prinses Elizabeth 101, Prins Hendrik 94, Willem,
Prins van Oranje, 111, Engeland 121, Duitsch-
land 122, Nederland 122, te zamen 730 reizen
tegen 579 reizen in 1887 en 365 reizen in 1886.
De bruto-opbrengsten beliepen in 1888
1.294.711.704 tegen 1.200.341 in 1887.
Het vervoer van reizigers bleef stationair,
daarentegen breidde het goederenvervoer zich
geleideljjk uit. In 1888 werden 5.095 tons
meer vervoerd dan in 1887, en steeg de op
brengst van ƒ275.652.384 in 1887 tot ƒ307.191.83
in 1888.
Het postvervoer nam wederom aanzienlijk toe.
De exploitatiekosten bedroegen in 1888
1.106.135.044 of gemiddeld per reis ƒ1515.254
tegen 950.152.34 of gemiddeld per reis
1641.02 in 1887.
De meerdere uitgaven in 1888 ad ƒ155.982.704
zijn ontstaan door het grooter aantal reizen
(151) in 1888 afgelegd wegens den dagdienst,
welke in 1887 eerst van 1 Juni af in werking
was.
Er werd voorts in het afgeloopen jaar ruim
25.000 besteed voor het aanbrengen van
nieuwe wielen in het stoomschip Prinses Marie,
terwijl de overlading van goederen, enz. de
exploitatierekening met ongeveer 6000 meer
bezwaarde dan in 1887.
De gezamenljjke ontvangsten beliepen in
1888 1.294.711,704 0n de exploitatiekosten
1.106.135.044, zoodat een voordeelig saldo
overbljjft van 188.576.66.
Hiervan moeten worden afgetrokkenhet
nadeelig saldo der intrestrekening, voortsprui
tende uit de rente der 3 pet obligatieleening,
na aftrek van rente van uitgezette gelden
101.560.52bjjdrage ten behoeve van het
ketelfonds 70.000verlies bg verkoop van
het stoomschip Aurora 5.155.724 verlies
op uitgelote obligatiën der leening 1886
7.833.34registratiekosten verlenging post-
contract 425.574, samen 184.975.16, zoodat
de beschikbare winst bedraagt f 3601.50, welke
commissarissen ingevolge art. 17 der statuten,
voor afschrjjving hebben bestemd.
Op de vergadering waren vertegenwoordigd ne
gen en zeventig aandeelen, uitbrengende dertig
stemmen. De balans en het verslag werden
goedgekeurd.
In het gebouw Stroucken te Amsterdam werd
heden de 103e algemeene vergadering van af
gevaardigden dezer maatschappij gehouden, en
geopend door prof. mr G. A. van Hamel met
eene rede, waarin hij, na den traditioneelen
welkomstgroet, even eene vergelijking maakte
tusschen deze vergadering en die welke vóór
100 jaren in Frankrijk werd gehouden, waaruit
eene nieuwe orde der dingen werd geboren,
om daarna meer in het breede over de wrange
en meer aangename vruchten der Fransche
omwenteling uit te weiden. Spreker zou niet
onbillijk zijn door te ontkennen, dat zij voor
de burgers vrijheden in gelooven en spreken,
denken en handelen brachtvoor de regeerders
verdeeling van de bevoegdheden ter wetge* ing
voorts verheffing van de rechtsbedeeling door
de openbaarheid der zittingen, en afschaffing
van monsterachtige standsverhoudingen en de
zegeningen van het onderwijs in alle kringen
zich verspreidden. Ook zou hij niet blind zijn
voor de feiten, dat menige zegenaanbrengende
hervorming uit bloed en tranen te voorschijn
kwam, totdat eindelijk ook de aangebeden
volksleiders bunne hoofden op de guillotine
lieten rusten.
In tegenstelling van hen, die met wijlen den
edelen staatsman Modderman, nog vóór 1900
aanbreekt, eene geweldige sociale revolutie zien
aanbreken, wilde spreker protesteeren tegen
ieder geloof aan de noodwendigheid der revo-
lutiën, omdat de Eransche revolutie de wapen3
voor den strijd der geesten voor goed en onder
allen beeft rondgedeeld. Voor wie in den
strijd der geesten eerlijke wapenen zich kiezen,
en met noeste vlijt ze smeden en scherpen wil,
staan de arsenalen en werkplaatsen wijdopen.
Doch de groote middelen om de eerlijkheid en
de ridderlijkheid in den strjjd der geesten te
bewaren zooveel het kan, liggen in den moed
om der onwaarheid het vizier van het gelaat
te rukken, in het geduld telkens de waarheid
daar tegenover te plaatsen, en in den lustom.
de misleide massa in begrijpelijke taal voor
te lichten.
Tot het hanteeren dezer wapenen wekto
spreker ten slotte de leden der maatschappij
op, die zoodoende bondgenoote kan zijn van
allen die, zij het ook onder, andere veldteeke-
nen en kleuren verzameld, denzelfden edelen
en eerlijken strijd der geesten aanvaarden.
Deze rede die zich door vorm en inhoud
van vele gelegenheidsspeeches sterk onderscheidt,
waardoor zij moeilijk in enkele volzinnen is
samen te vatten werd luide toegejuicht.
Volgens de agenda zou alsnu uitbrenging
van bet jaarverslag moeten volgen, wat ach»
terwege bleef, omdat aan alle afgevaardigden
een gedrukt verslag werd verstrekt. Daaruit
bijjkt o. a. dat de Mu thans ongeveer 16,000
leden en begunstigers met 370 eereleden telt.
Het getal departementen bleef stationnair.
Uit de rekening en verantwoording over
1887/1888 kon men ontwaren, dat de financiën
betrekkelijk gunstig zgn. Van de machtiging,
om 8000 van het kapitaal te verzilveren,
behoefde geen gebruik gemaakt te worden,
maar van het saldo kon nog 4000 in pro
longatie worden belegd. Het batig saldo van
de rekening der vroeger voorgenomen stichting
eener kweekschool voor bewaarschoolhouderes-
sen bedraagt 3025, waaraan eerstdaags eene
vaste bestemming zal gegeven worden.
De commissie van onderzoek ter verkrijging
van verbeterde arbeiderswoningen bezocht
Arnhem, Amsterdam, Den Haag, Hengelo,
Haarlem, Deventer, Zwolle, Groningen, Leeuwar
den, Sneek en Heeren veen. Nog andere plaatsen
zullen bezocht en daarna haar verslag opge
maakt worden. De commissie hoopt haar taak
in den loop van het volgend jaar ten einde te
brengen, waarin mede tegemoet kan worden
gezien bet verslag der commissie van onderzoek
naar den toestand der zieken- en begrafenis
fondsen.
De heer mr A. Kerdjjk houdt zich bezig met
eene regeling van het leerlingwezen en met de
vraag in hoeverre deze zaak voor ons land
aanbeveling verdient.
Van de 150 aanvragen tot voordrachten
werden 146 gehouden, en uit de verslagen
daarvan bijjkt, dat zij meerendeels in een
wezenljjke behoefte voorzien, en door zeer velen
üoog gewaardeerd worden.
Niet zonder moeite werden eenige kleine
geschriften uitgegeven ter levering aan en
verspreiding door dedepartementen. Met nog
twee werkjes, die gereed zjjn, zal het gewenschte
zestal uitgegeven zjjn.
Behalve de subsidiën voor de leerlingen der
rijksschool voor kunst-nijverheid, het waarborg
fonds van het Nederlandsch Werkliedenfonds, het
anderwgs van schipperskinderen enz. werd nog