„DE TENTEN VAN SEM," 42 F EUILLETON- Onder de ingekomen stukken en daarop te nemen besluiten nam eene voorname plaats in bet antwoord van den minister van finan ciën op de van wege het comité gedane vraag betreffende den afkoop van tienden. Een concept-antwoord werd ter tafel ge bracht waarbij in de eerste plaats dank wordt betuigd voor de welwillende beantwoording der vraag en ton tweede eene nadere aan duiding wordt gedaan van de wenschen van het comité in deze aangelegenheid. Goedgevonden werd dat concept-antwoord, eenigszins gewijzigd, door eene commissie van twee leden te doen aanbieden aan Z. E. den minister van financiën, welke leden dan waar schijnlijk in staat zullen gesteld worden het schrjjven mondeling toe te lichten. Vervolgens werd rapport uitgebracht door de commissie voor het algemeen Nederlandsche Landbouwblad. Met betrekking hierop zegt het bestuur »Zijn er van vele landbouwmaatschappijen antwoorden ingekomen, meerendeels getuigende van instemming met het beginsel, doch vrees uitende voor financiëele bezwaren niet allen gaven hun gevoelen te kennen en wij mogen het u niet ontveinzen wij hadden meerdere belangstelling en beter gemotiveerde adviezen van onderscheidene maatschappijen verwacht waar het eene zaak geldt van zoo dringend belang. Meerdere publiciteit toch, verspreiding van meer wetenschap, nadere onderlinge aan sluiting, wie het ernstig meent met den Neder- landschen landbouw dient dat te beoogen en krachtig te willen steunen. Men versta ons wel. Wij erkennen de geldeljjke moeilijkheid van wege de geringe financieele krachten van meerdere onzer maatschappijen, doch dat zjj ons geen reden om een goed plan te laten varen Een nader denkbeeld, ons niet verwer pelijk voorkomend, werd ons door het commis sielid, den oud-voorzitter Fontein de Jong, in herinnering gebrachtmen trachte zich te ver staan met een onzer meest bekende landbouw bladen, staande onder redactie van kundige en welbekende mannen. Ons lacht dat denkbeeld toe en aan de bespreking zal het worden onder worpen." Door het bestuur werden drie denkbeelden aan het oordeel der leden onderworpen lo. oprichting van zoodanig blad door het comité, 2o. overleg met de redactie van het maand blad van de Hollandsche maatschappij van land bouw en 3o. overleg met een der bestaande landbouwbladen De heer Fontein de Jong lichtte zijn idee, hierboven genoemd, in het breede toe en kwam tot de conclusie dat dit de meeste aanbeveling verdient. De kosten daarvan begrootte hij op 5000, welke bij een eenigszins voldoende deelneming zouden gedekt worden indien het blad tegen 1 's jaars werd verkrijgbaar gesteld. Tevens wenscht de commissie waarvan spreker lid is aan de regeering voor deze zaak subsidie te vragen, De heer Hofman achtte dit laatste minder gewenscht, vooral omdat hjj het verkrijgen dier subsidie betwijfelde. De heer Bultman verklaarde zich eveneens tegen het vragen van een subsidie. Hij achtte het beter officieus vrijdom van port te verzoeken. Goedgevonden werd de commissie uit te noodigen een schrijven aan den minister saam te stellen, waarbij die vrijdom van port gevraagd wordt, en dat adres mondeling bij den minister te ondersteunen. De commissie is verder diligent verklaard om in eene volgende vergadering een nader rap port uit te brengen. Hierna werd besproken de vee-invoer in Engeland. Ter inleiding hiervan werd in de punten van beschrijving gevraagd Is het niet wenscheljjk dat het Nederland sche landbouw-comité zich wende direct tot de Engelsche en tevens tot onze eigene regeering, om aan te dringen op practische en doeltref fende maatregelen, die een einde kunnen maken aan dezen voor onze fokkerij zoo heilloozen en waarlijk onverdienden toestand. De uitstekende en voordeelige maatregelen, eenmaal door onze regeering genomen, tot verzekering der sani taire belangen van onzen veestapel, waaraan inmiddels krachtig de hand moet gehouden hebben waarlijk een betere waardeering ver diend, zich niet enkel uitend in woorden van bewondering, maar ook gestaafd door daden, die de groote opofferingen kunnen vergoeden niet alleen in ons maar in het algemeen, tevens internationaal belang. Uil het Engelsch VAN GRANT ALLEN. HOOFDSTUK XXXI. Streng1 professioneel» »De groote dwaling van een zenuwachtig gestel is, om het met ronde woorden te zeggen zelfzucht" ging de dokter voort. >Mjjn systeem is om den patiënt geheel aan zich zelf te ont trekken. De enge kring van eigenbelang leidt eindeljjk tot zenuwverslapping. Shakespeare zpgt het reeds dat zelfzucht de weg is tot krankzinnigheid. Men kan daar nie t genoeg tegen strijden. Hebt gjj mjjn boek over ziekten van den geest gelezen? Weet gij welke theorie ik daarin bloot leg over den oorsprong van den waanzin Juist op dat oogenblik was dit onderwerp Harold hoogst onaangenaam en hij zei dus eenigszins scherp »Neen, dat heb ik niet gelezen. Ik vermijd met opzet alle boeken over zenuw ziekten." Welnu, mjjn theorie is deze", ging de In verband met de zeer gewenschte vergun ning van invoer van levend vee in Engeland wordt reeds hier en daar bij de regeering aan gedrongen het rotkreupel onder de besmette- ljjke veeziekten op te nemen. Het bestuur brengt deze zaak ook onder de aandacht der leden, teneinde de regeering de zienswijze te doen kennen van het geheele comité. Besloten werd dat het bestuur zich te dezer zake zal wenden tot de regeering en, waar dit wenscheljjk mocht zijn, ook tot de Staten- generaal. Op voorstel van den heer Fontein de Jong zal ook aan gedeputeerde staten van de ver schillende provinciën een afschrift van het aan de regeering te zenden schrjjven worden ge zonden. De afd. Noord-Holland van het Ned. Rundvee stamboek heeft voorgesteld het hoofdbestuur dier vereenigingte verzoeken thansreeds maatregelen te nemen, opdat het Ned. rundvee waardig ver tegenwoordigd worde op de tentoonstelling in de Argentjjnsche republiek in 1890, en al dat gene te verrichten wat die vertegenwoordiging mogelijk kan maken. Samenwerking der verschillende maatschap- pjjen ter verkrijging van financieelen steun bjj de regeering werd wenscheljjk geacht en daartoe de tusschenkomst van het landbouw-comité ingeroepen. Het bestuur geeft in overweging aan het verlangen van het Ned. rundvee stamboek gevolg te geven. De heer Bultman lichtte het verzoek van het Ned. Rundvee Stamboek nader toe. Uitinlichtingen, welwillend gegeven door den heer Yan Riet, Nederl. consul in de Argent jjnsche republiek, is gebleken dat een inzending van het Neder- landsch vee zeker veel belangstelling wekken zal, maar waarschjjnljjk ook tot resultaat zal hebben het aankweeken van handelsrelatiën. Het zou wenschelijk zjjn eene inzending te doen van een 50tal stuks rundvee en een lOtal paarden. Aangezien echter de kosten van het vervoer enz. vrij hoog zullen zijn en niet zullen kunnen gedragen worden door de landbouwers die exposeeren, is financieele steun tot dekking van een waarschjjnljjk tekort noodig. Een der andere leden, de heer Konjjnenburg, deelde mede dat de kosten van eene inzending te Buenos Ayres van 25 stuks vee kunnen ^be rekend worden, op 20.000, waar tegenover staat dat bjj verkoop een zoodanige prijs kan bedongen worden, zoodat de risico zeer gering is. Datzelfde lid merkte ook op dat, hoezeer hjj vooropstelt dat de expositie slechts enkele provinciën kan ten goede komen, hij het toch op prjjs stellen zou dat Nederlandsch vee daar werd tentoongesteld. De heeren Waller en Breebaart gaven den vorigen spreker niet toe dat de inzending slechts enkele provinciën ten bate komen kan. Wanneer uit Friesland en Noord-Holland fokvee wordt getrokken, kunnen de fokkers in andere pro vinciën even goed als de Friezen en Noord- Hollanders goed vee voor export aan de markt brengen. Laatstgenoemde betwjjfelde echter of de meening van den heer Konjjnenburg, dat het Ned. vee in Argentina zulke hooge prijzen zou opbrengen, wel juist is. Hjj vroeg ook of het niet wenscheljjk zou zjjn te dezer zake in over leg te treden met de verschillende maatschap- pjjen en het rundvee-stamboek, wjjl het hem bekend is dat bjj eene maatschappij het voor nemen bestaat op eigen gelegenheid eene inzen ding te Buenos-Ayres te doen. De heer Breebaart was van oordeel dat het wenscheljjk zjjn zou dat de onderscheidene maatschappjjen een zeker bedrag bjjeen brach ten tot dekking der kosten eener inzending en dat, is dit geschied, de steun der regeering voor de te loopen risico worde gevraagd. Goedgevonden werd dat het landbouwcomité deze zaak ter hand neme en het bestuur zich wenden zal tot de verschillende rundvee- en paardenstamboeken om voorlichting, en aan deze vereenigingen en aan de verschillende landbouwmaatschappijen de vraag te doen in hoever zjj de zaak financieelen steun willen verleenen. Alvorens zal aan de regeering worden ge vraagd of ook zjj en zoo ja op welke wijze aan deze zaak haren steun geven wil. De commissaris des konings verklaarde, na de behandeling van dit punt, tot zjjn leedwe zen wegens ambtsbezigheden verplicht te zjjn de vergadering te verlaten. Hjj verzekerde met genoegen en belangstelling de discussies te hebben gevolgd en dankte de heeren voor de ontvangst. dokter met groot en beroepsjjver voort»dat krankzinnigheid volt trekt geen verstandsziekte is, zooals de meeste menschen denken het is een ziekte van zedeljjken, maatschappeljjken aard. Iemand, die een gezond, natuurlijk leven, met de noodige afwisseling, leidt die vrij met zjjne medemenschen omgaat zich veel om hun welzjjn en geluk bekommert, die leest en denkt, werkt en speelt die zich levendig de gevoelens, wenschen en opvattingen van anderen kan voorstellen zoo iemand wordt nooit krankzinnig. Hjj komt er niet toe in de gelegenheid. Zjjn omgeving is te gezond en zjjn belangstelling te veel verdeeld. Een gezin, vrienden, maatschappelijke plichten, samen leving dat zijn altemaal waarborgen tegen ongezonde neigingen. Letterkunde, wetenschap, kunst, politiek, hoe ruimer uw kringhoe minder uw kans voor zenuwstoornis. Maar iemand die alleen voor zich zelf leeft de vrjjgezel, die den heelen dag in den club zit de rijkaard die een gezin en de samen leving vervelend vindt, wiens gezellige eigen schappen onvoldoende ontwikkeld zijn, wiens maatschappelijke talenten slapen of niet be staan, dat is de man die het eerst krankzinnig wordt. Die soort van menschen krijgen stok paardjes, ot manieën. Een geliefkoosd plan, meestal geheel persoonlijk, neemt al hun geest kracht in beslag. Indien het gelukt, worden zij krankzinnig van blijdschapindien het De voorzitter sprak namens de vergadering zjjn dank uit voor de door den heer commis saris des konings betoonde belangstelling, die door het landbouw-comité op hoogen prijs wordt gesteld. Hierna werd een half uur pauze gehouden. De vergadering heropend zjjnde, werd aan de orde gesteld de rekening over 1888. De ontvangsten en uitgaven bedragen 645.13 Met betrekking tot die rekening wordt medegedeeld dat, met uitzondering der maat- 8chappjj in Limburg, de inkomsten dezelfde bleven en dus de uitgaven tot het hoog noodige zijn beperkt. Een batig saldo ad 334.72^ blijft over en dat bedrag wil het bestuur geheel of gedeel telijk naar het goedvinden der vergadering besteden voor het doeleinde, reeds even hier- voren aangestipt. De rekening werd gearresteerd. Vervolgens kwam het algemeen landbouw- verslag ter tafel. Over deze aangelegenheid bestaat, zooals het bestuur mededeelt, verschil van gevoelen. Heeft de 2e kamer besloten nu door de staats- landbouw-coinmissie eene enquête wordt in gesteld, het gewone jaarljjksche verslag niet te doen continueeren de Holl. maatsch. van land bouw heeft daartegen ernstig bezwaar en het genootsch van landbouw- en kruidkunde in de prov- Utrecht vraagt met de vereeniging van burge meesters en secretarissen dierzelfde provincie, dat de bewerking van het landbouwverslag aan de gemeente-besturen worde ontnomen als min der op hun weg en niet strekkende tot het verkrjjgen van de verlangde immer meest vertrouwbare gegevens. De gevoelens zijn dus verdeeld. Wil men eenerzijds onder verbetering waar noodig op de oude wijze voortgaan en wel zoodra mogeljjk, met opheffing van de tjjdeljjke onder breking der bestaande reeks anderzjjds is men van oordeel, dat de vraag van Utrecht instemming, althans ernstige overweging ver dient, want dat met ontheffing der gemeente besturen deze toch beter aan de landbouw- maatschappjjen en vereenigingen zou kunnen worden opgedragen, mits officieel, als zoodanig door de hooge regeering erkend en tege moetkoming in de onvermjjdeljjke kosten zeker toch verantwoord door het algemeen be lang, aan dezen arbeid verbonden. De heer Waller was van oordeel dat de tegenwoordige wjjze van samenstellen van het landbouw verslag door de opgaven van de gemeentebesturen geen aanbeveling verdient omdat de gegevens onbetrouwbaar zjjn. Indien het landbouwcomité daarin verbetering kan brengen zou het een grooten dienst aan den landbouw bewjjzen, want het verslag sticht in elk geval nut. De heer Konijnenburg was van oordeel dat, indien mocht besloten worden dat het comité zich in deze zaak wenden zal tot de regeering, daarbjj tevens werd aangedrongen op beknoptheid; z. i. treedt men in bedoeld verslag te veel in kleinigheden en kan het zonder nadeel zeer beperkt worden. De heer Bultman wees er op dat de land- bouwverslagen meestal vrij goed worden opge maakt en wenschte aan de regeering de vraag te doen, voort te gaan met de publiekmaking van het landbouwverslag, zoo mogeljjk beknop ter dan het tot dusver geschiedde en ook tjjdiger dan tot nu toe het geval was. De voorzitter bestreed de meening dat over het algemeen de door de gemeentebesturen ingezonden verslagen onbetrouwbaar zouden zjjn. Er zjjn tal van gemeentebesturen, die met zorg het landbouwverslag saamstellen. De heer Wuijtier van Vliet was van meening dat de burgemeesters te veel werkzaamheden moeten verrichten om de noodige zorg te kunnen wjjdenaan een 1 andbouw verslag, dat voor enkelen, die niet der zake kundig zjjn, veel moeiljjk- heden oplevert, en wenscht die taak aan de speciale maatschappijen op te dragen Hij stelt voor den minister te verzoeken de uitgave van het verslag te continueeren, beperkter en spoe diger dan tot nu toe geschiedde. Alzoo werd besloten. Daarna rees de vraaghoe moeten de gege vens verzameld worden? Aangezien de landbouw- commissie waarschjjnljjk spoedig deze zaak zal terhandnemen, werd goedgevonden af te wachten wat die commissie in deze zal voorstellen. Ondersteuning der paardenfokkeijj is het volgend punt der agenda. Volgens het bestuur moet hier daadwerkeljjk opgetreden te worden en dient het comité zjjn misloopt worden zij het van teleurstelling." Onbewust plukte Harold weer aan den bovensten knoop van zijn reispak. Het kost bare papier kraakte zoo welluidend daaronder. Het klonk als verborgen muziek in zjjn oor. »Denkt gjj dat zei hij, een geeuw onderdrukkende. »Gelooft gjj dat krankzinnig heid op zelfzucht berust »Of ik dat geloof? Mijn waarde heer, dat behoef ik niet te gelooven. Ik weet het zeker. Ik heb de zaak bestudeerd. Gjj moet herhaaldelijk krankzinnigen gezien hebben, in gestichten »Ik bezoek geen gestichten." »En toch hebt gjj krankzinnigen ont moet", ging de dokter, vuur vattende voort, »die meenden dat zij rijk warenof arm, of Napoleon, of de rechtmatige erfgenaam van de kroon, of de schrijvers van »Het verloren Paradijs," of vervolgd doorboozebloedverwanten, of de Czar, of Mohammed. Maar gij zult nooit een krankzinnige ontmoeten, die zich verbeeldt dat iemand anders rijk geworden was, dat iemand de Khan van Tartarjje was, dat iemand anders vervolgd werd. Zelf, zelf, zelf. Alle krank zinnigen hebben slechts éen ui troep. Ik ben ditik ben datAl wat zjj zeggen komt op Ik neer, altijd Ik. Zjj vergeten hunne kinderen, hunne vrouwen, hunne vrienden, hunne vijanden) maar zjj vergeten geen oogenblik hun eigen waan, of hun kleine grieven." gevoelen uit te spreken over wat z. i. in het algemeen dient te worden gedaan en geldelijk moet van de belangstelling van het comité blijken door het uitloven van premiën. Be ginnen wjj met de paarden zegt het bestuur niets belet ons later de veefokkerij in het algemeen te steunen. Zoodoende zullen wjj een bewjjs geven dat wjj ons niet bepalen tot ad- viseeren, maar dat wjj ook gaarne helpen, voor-zooverre onze middelen veroorloven. »Werd er vroeger wel eens zegt het bestuur en oogenschjjnljjk niet geheel ten onrechte, gezegd, dat de posten voor onvoorziene uitga ven te hoog waren, en dat dus de bijdragen der maatschappjjen konden verlaagd worden, thans zal het bljjken welke bestemming wjj aan het overschot willen geven. Geen der bjj ons aangesloten maatschappjjen kan, dunkt ons, daartegen ernstig bezwaar doen gelden; immers genoegzaam geheel en al, ten minste voor een beduidend bedrag, worden haar con- tributiën gerestitueerd in den vorm van pre miën voor tentoonstellingenzoodoende worden de ons toevertrouwde en niet geheel en al benoodigde gelden nuttig besteed, en het Ned. Landbouw-Comité is in staat daardoor een tast baar teeken van leven te geven. Waar het gemis daarvan juist meermalen werd betreurd als veroorzaakt door financieel geringe krach ten, is dit, nu wjj eenmaal een kas vormden, binnen ons bereik. Het komt allen ten goede en is ons tot voordeel in de openbare meening." Dit punt werd in het breede besproken door den heer Dommer van Poldersveldt, die het wenscheljjk achtte dat het landbouwcomité bjj tentoonstellingen voor paarden een of meer medailles uitloofde. Daarbjj werd nog door den spreker medege deeld dat bjj de ministers van oorlog en water staat het voornemen bestaat de bevordering van de paardenfokkerjj krachtdadig te steunen. De heer Waller meende dat volgens de statuten van het comité het niet mogeljjk is belooningen uit te loven, van welken aard ook, en was van oordeel dat daarvoor niet uit de kas van het comité mag worden geput. De voorzitter was van eene andere meening, die hjj eveneens op grond der statuten ver dedigde. De heer Bauduin meende dat het bij het opmaken der statuten in de bedoeling lag de uitgaven voor het comité zooveel mogelijk te beperken tot de noodzakeljjkste uitgaven. De heer Fontein de Jong, die aan het samen stellen der statuten een werkzaam aandeel had, gaf eenige inlichtingen. Hjj meende dat eene uitgaaf als hier wordt voorgesteld niet in de bedoeling lag en was van oordeel dat, alvorens zoodanig besluit werd genomen, de afgevaar digden eerst de beslissing van de hoofdbesturen der maatschappijen dienden in te winnen. Het bestuur wijzigde zijn voorstel in zoover om de zaak in principe te bespreken. Hierna werd het idee goedgekeurd de afgevaardigden uit te noodigen hunne maatschappjjen omtrent het denkbeeld te raadplegen. De heer Breebaart verklaarde zich tegen het denkbeeld prijzen of medailles uit te loven en achtte het beter om, als de uitgaven minder zjjn dan de ontvangsten, de bijdragen der maat schappjjen te verminderen. De heer Hofman was van hetzelfde gevoelen. De heer Dommer en Poldersveldt lichtte het denkbeeld van het bestuur nader toe en wees er op dat bjj goedkeuring van het voorstel eigenljjk hetzelfde bereikt wordt als de tegen standers wenschenteruggave aan de maat schappijen, omdat de premiën dan toch aan de onderscheidene maatschappijen ten goedekomen. De heer Waller verklaarde zich ook ten sterkste tegen het voorstel, waarna het bestuur dit terugnam. Intusschen werd nog door den voorzitter me- dedeeling gedaan van een telegraphisch bericht van het Loo, waarbij namens Z. M. dank wordt gezegd voor den ontvangen gelukwensch en de verzekering gegeven dat de bloei van den Neder- landschen landbouw Z. M. zeer ter harte gaat. Aan de orde werd nu gesteld de benoeming van een secretaris. Daarbjj wordt de vraag gesteld, of het niet wenschelijk ware, telkens een bepaald per soon als adjunct of plaatsvervangend secre taris aan te wjjzen. Bij ontstentenis of aftre ding tusschentjjds, stuit men nu op moeiljjkheid en zouden de werkzaamheden moeten gedaan worden door iemand, die daaraan misschien geheel vreemd is. Vooral met het oog op de toekomst zou aanvulling van het bestuur wel licht aanbeveling kunnen verdienen om dat Harold ging wrevelig naar den anderen kant der boot. Die praatjes verveelden hem. Hjj bedankte er voor om altijd over krankzinnigen te hooren praten, terwijl hij op weg was naar Algiers om zjjn aanspraken op een prachtig fortuin te doen gelden en zjjn nicht te dwingen om met hem te trouwen. Hij was met zichzeli vervuld en gekrenkt door die vervelende ver halen. Men moet iemand niet met zulke nietige dingen lastig vallen, wanneer zjjn ziel geheel ingenomen is door éen grootsch plan, waar al zijn geluk van afhangt. Éen voorstelling nam geheel zjjn denkvermogen in beslaghjj zag steeds zichzelf te Sidi-Aia, de kasten en laden doorzoekende en het testament van Sir Arthur vindende (het valsche natuurljjk) maar dat was een onbeduidende bijzonderheid. En dan genoodzaakt te zijn om te luisteren naar dien ouden kerel, die maar altijd op den zelfden toon doorbromde»wat men voor namelijk vermijden moet is te groote ingenomen heid met zijn eigen zaken. Voorlieden met een zelfzuchtig karakter is te groote belangstelling in persoonljjke aangelegenheden de eerste stap op den noodlottigen weg. Het brengt hen van lieverlede tot dementia acuta." Goede hemelZou die man nooit ophou den met dat gezanik. Praten, praten, praten, den heelen dag doorEn het testament van Sir Arthur zat al] dien tijd in zjjn borstzak. Gepreocupeerd Ja welWie zou dat niet bezwaar weg te nemen. De heer Konijnenburg werd met 11 stemmen tot secretaris benoemd, terwijl eene stem op den heer Koole werd uitgebracht. Op de vraag des voorzitters verklaart de heer Konjjnenburg zich bereid de betrekking voorwaardelijk op zich te nemen. Vervolgens was aan de orde de bespreking van landbouw-coöperatie. Opnieuw zegt het bestuur en wel in de laatste dagen werd onze aandacht op deze hoogst belangrijke kwestie gevestigd door het geschrift van mr D. Bauduin te 's Gravenhage. Daar, waar hjj duideljjt en aannemeljjk aan toont het overgroote nut der coöperatie speci aal op landbouwgebied en dat wel juist in onze ongunstige tjjden, daar ligt het o. i. geheel op den weg van het landbouw comité deze practische kwestie ernstig te onderzoeken en liefst krachtig te bevorderen. Het beshiur noodigde den heer Bauduin uit deze zaak nader te willen toelichten, wat door dezen gedaan werd. Verder gaf het bestuur de vergadering in overweging de zaak commissoriaal te maken, opdat, na grondige studie en toetsing der ar gumenten, in het geschrift gesteld, en na ken nisneming van de litteratuur in het algemeen op dat gebied, het landbouw-comité in de eerstvolgende, desverlangd buitengewone ver gadering zich uitspreke in een deugdeljjk ge motiveerd verslag. Dit achtte de heer Bauduin onnoodig, hjj achtte het nuttiger, indien de verschillende maatschappjjen van landbouw de zaak ter hand namen en de afdeelingen opwekten nader kennis te maken met de bestaande litteratuur op coöperatief gebied. De heer Konijnenburg achtte het beter nog te trachten door het levende woord het beginsel van coöperatie ingang te doen vinden. De heer Bauduin deelde dat gevoelen en ver klaarde iemand in zjjne omgeving te kennen die, volkomen op de hoogte van de coöperatie, bereid is alleen tegen vergoeding van reiskosten overal waar men hem dat vraagt de coöperatie bekend te maken. De bedoelde persoon is de heer mr. A. Slotem.jker te 's Gravenhage. De heer Fontein de Jong verklaarde hiermede volkomen in te stemmen en vroeg of het geene overweging verdienen zou uit de kas een zeker bedrag beschikbaar te stellen om het houden van zoodanige voordrachten te bevorderen. Ook wees deze spreker op het groote nut dat door het verspreiden van eenvoudige geschriften zou kunnen gesticht worden. De heer "Waller, hoewel overtuigd van het groote nut dezer zaak, meende toch dat het niet aanging om voor dit doel de kas aan te spreken. Hetzelfde bezwaar, dat bjj hem bestond tegen het uitloven van medailles, geldt ook voor deze zaak. De heer Hofman meende ook dat het niet aangaat daarvoor gelden van het comité be schikbaar te stellen. Hij gaf echter in over weging de aandacht der verschillende land bouwmaatschappijen te vestigen op de ver schijning van het werkje van den heer Bauduin, hun een exemplaar van bedoelde brochure ter kennismaking te zenden en daarbjj de mede- deeling te voegen dat de heer Slotemaker be reid is tegen vergoeding van reiskosten over coöperatie lezingen te houden. Conform dit idee werd besloten. De begrooting voor 1889 wjjst dezelfde in komsten aan als de vorige. Zjj bedraagt in ontvang en uitgaaf 814.72£, met een bedrag van 164.72£, terwjjl de uitgaven eveneens geraamd zijn op hetgeen vorige dienstjaren hebben gevorderd. De heer Bultman gaf in overweging den post voor bureaukosten van 20 op 50 te brengen, en den post voor commissiën van 50 tot 100 te verhoogen. De bijdrage van de maatschappijen wenschte de heer Bultman, in plaats van 15 zooals die is uitgetrokken, vast te stellen op 10. Het bestuur nam zjjn voorstel om 300 uit te trekken voor premiën terug en de voorstel len van den heer Bultman, over waardoor de ontvangsten komen op 654.72J en de uit gaven op geljjk bedrag met een post voor on voorzien van f 224.72%. De vergadering vereenigde zich hiermede. Het laatste punt der agenda betrof progres sieve grondbelasting. Het hoofdbestuur van het genootschap van njjverheid in Groningen, heeft, naar aanlei ding van het resumé over de progressieve grondbelasting voorkomende in de handelin- zjjn Het fortuin van Sir Arthuren Iris 1 HOOFDSTUK XXXII. nAux itrmex Cifoyens." Daarboven in het gebergte hadden intus schen zonderlinge dingen plaats, waarvan Le Marchant noch Blake iets vermoedden. Het was een gure avond van den Algerijn- schen winter. De natuurvorscher zat in zjjn tent een weinig te rillen en paste een Kabylenpak aan, dat hij als merkwaardigheid op een naburige markt gekocht had om mee naar Engeland te nemen. Blake was uit dineeren gevraagd op het fort, waar hjj ongehinderd met Iris praatte, .onder de oogen van oom Tom zoo onergdenkend is de oude dag, wanneer de opvattingen een maal vast staan. En Meriem zat op den grond in haar eigen kamer erover na te denken, hoe veel beter het voor haar zou geweest zjjn, in dien die twee schitterende sterren uit Engeland nooit aan haar kalmen, ouderwetschen Kaby- lischen horizont waren komen flikkeren. Daarbuiten op den heuvel zou een heel an der tooneel haar oog getroffen hebben, indien zjj toevallig uit het venster gekeken had. Want daar waren in het heldere maanlicht de mannen van Beni-Merzong vergaderd, naar oud gebruik met alle wapenen, en in hun midden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2