Yrijdag 24 Mei. „DE TENTEN VAN SEM. N°. 122. 1326 Jaargang. 1889. FEUILLETON. Verspreide Berichten. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen." Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.J Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 23 Mei. GRANT ALLEN. LETTEREN EN KUNST. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. VERKOOPINGEN. ENZ. HIDIIIllKIK.Stlli; (III RANT. Thermometer. Middelburg 22 Mei. vm. 8 u. 69 gr. m. 12 u 79 gr. av. 4 u. 75 gr. F Verwacht N. W. wind. Advertentiën Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg maakt be kend dat op Zaterdag den 25 Mei 1889, des namiddags te 2 uur, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 23 Mei 1889. De burgemeester voornoemd, SCHORER. De Arnh. Crt. betuigt baar leedwezen dat de statenverkiezingen met zulk een hartstochte lijkheid hebben plaats gehad, dat de colleges van gedeputeerde staten in eenige provinciën groote verliezen hebben geleden. Dit is des te treuriger, omdat bet niet een onvermijdelijk gevolg was van den strijd, zooals meer voor komt tot leedwezen van alle strijdende partijenmaar het is door de tegenpartij voorzien en gewild. «Alle liberalen moeten uit de gedeputeerde staten, al zijn ze onmis baar, want op deze wijze komt men ook vin de liberale burgemeesters af," heette de strijd leuze, waaronder de groote hoop werd aange voerd. Dat de liberalen te Utrecht, ziende dat in hun eigen provincie dit verfoeilijk ostracisme stond toegepast te worden op een bekwaam en achtenswaardig lid van gedeputeerde staten, représailles hebben genomen tegenover een clericaal lid va.n hetzelfde college, wie zal het afkeuren Yoor edelmoedigheid en ridderlijk heid laat het onbesuisd en onbehouwen op treden van de tegenpartij werkelijk geen plaats meer over. Al hebben de liberalen eenige verliezen onder gaan, de Arnh. Ct. ziet geen reden tot onge rustheid noob vrees, dat de liberale partij al voorgoed uitgediend beeft. Na al het misbaar, dat aan de verkiezing van 14 Mei zulk eene groote politieke beteekenis beeft gegeven, is de uitslag daarvan zeer belangrijk. Het is eene soort van plebisciet geweest over de tegenwoor dige regeeringspartjj, en als zoodanig kan de liberale meerderheid in de Eerste kamer, voor wie de uitspraak vooral van beteekenis is, daarin niets anders zien dan eene veroordeeling van de regeering, dan eene aansporing van de kiezers tot de liberale elementen om pal te blijven staan, dan eene door de verkiezingcijfers gemakkelijk te staven belofte voor de algemeene politieke verkiezingen van 1892. »De kiezers, door schoone beloften verlokt, doch wier teleurstel ling niet door snorkende tirades en tale Kanaans weg te redeneeren is, beginnen, zegt de Arnh. Ct., blijkbaar in te zien dat zij zich in Maart 1888 op een verkeerden weg hebben laten leiden, en dat van de toen gekozen vertegen woordigers en de daarna opgetreden regeering niets anders te verwachten is dan desorganisatie en bederf eene slechte lading, welke de vlag van het «Christeljjk bewustzijn" op den duur niet kan dekken." 35. Uit het Engelsch VAN HOOFDSTUK XXVI. Griehsche letterkunde. «Maar waarom zou ik ook willen dat gij Theocritus kondt lezen, daar gij in hoofdzaak reeds zelf een Theocritus zijt Wat de Grie ken trachten met woorden en maat te zeggen, dat drukt gij in vorm en kleuren uit. Het is dezelfde bevalligheid, hetzelfde gemak, de zelfde Zuidelijke landelijkheid, dezelfde natuur lijke eenvoud. Aan uw kunst is niets ge maakts." Haar eigen denkebelden sleepten Iris mede. >Gjj behoeft niet ter schole te gaan bij de Grieken. Gjj zijt dichter en schilder en hebt uzelven de denkbeelden, die wij, gewone stervelingen, ons moeten eigen maken door dagelijks hard te studeeren in de meesterstuk ken der letterkunde." Blake zag haar met zijne groote oogen vol kinderlijke verbazing aan. Kiesche vleierij is aangenaam voor iedereensympathie, waar deering, aanmoediging in onze kunst onder Men vestigt er onze aandacht op, dat in de nummers 62, 63. 64 en 65 van het Staatsblad koninklijke besluiten voorkomen, welke zijn gedateerd op 12 Mei 1889, dus op een Zondag. Wij constateeren eenvoudig het feit, dat ook onder de tegenwoordige regeering kan voor komen, wat vroeger, zoo wij ons niet bedriegen, aan liberale regeeringen nog al zwaar werd aangerekend. De Staatscourant van heden bevat het besluit van den 12den Mei 1889 Staatsblad n° 62) tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 Maart 1888 (Staatsblad n0 67J, waarbij nader wordt bepaald welke ziekten van het vee voor besmettelijk worden gehouden en welke der in de wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad n° 131J genoemde maatregelen bij het dreigen of heer- schen van elke dier ziekten moeten toegepast worden. Na gedurende ongeveer twee jaren geen be weging in de buitenlucht te hebben genoten, begaf zich de koning Dinsdag middag in het park en wandelde daar met H. M. de koningin een kwartiertje onder de kastanjeboomen op en nêer. Wel eenigszins vermoeid, doch opge wekt, bleef Z. M. daarna nog een geruimen tijd op het bordes verpoozen. De toestand van Z. M. is bepaald veel gun stiger dan toen het koninklijk gezin 17 Mei van bet vorige jaar op Het Loo kwam. (TV. v. d. D.) Op het Woensdag te Goes, door de Zang- vereeniging der afdeeling Goes van de Maat schappij tot bevordering der toonkunst gegeven concert had men zoo schrijft men ons het voorrecht der medewerking van den heer H. Kruse, solo-violoncellist te Middelburg. Hij mocht zich in een algemeenen bijval verhengen. Die executant bracht een viertal stukken ten gehoore, waaronder een Albumblatt van eigen compositie. Na elk stuk steeg de ingenomen heid van de aanwezigen met zijn spel, en nadat hij het laatste nommer gespeeld had, was de bijval zoo groot dat hij nog een nommer ten beste gaf. De heer Kruse werkt gemakkelijk, ontlokt een grootschen sympatieken toon aan zjjn instru ment en weet door zijn technische vaardigheid alle moeilijkheden te overwinnen. Zonder overdrijving mag men hem een kunstenaar noemen, en, met het oog op zijn jeugd, kan van hem nog veel verwacht worden. Maandag bracht de president der Fran- sche republiek met zijne echtgenoote en den minister van onderwijs een bezoek aan de ten toonstelling, om de afdeeling der retrospectieve Fransehe schilderkunst en tevens de afdeelin- gen van de vreemde schilderkunst te openen. Te omstreeks vijf uur kwamen de hooge perso nages in de Nederlandsche afdeeling van schil derkunst, waar de heeren MarteL s en Mesdag zich in het bijzonder met de ontvangst hadden belast. De heer Carnot was zeer hoffelijk jegens beide heeren bij het beschouwen hunner inzen dingen en gaf groote ingenomenheid te kennen vinden wij niet dikwijlsmaar dat zjjde eenige vrouw op aarde, die hij het meest ont zag en bewonderde, van wie hij den geheelen nacht gedroomd had, zoo tot hem zou afdalen om hem als het ware op haar eigen hoogte te plaatsen en zjjn talent met haar kennis te verge lijken dat was meer dan hij had durven hopen. En het mooiste was dat hij in het allerbinnenste van zijn gemoed moest erkennen dat er iets waars was in hetgeen zij zeide. Hij was schilder en dichter van aanleg en hjj voelde instinctmatig dat er eenige verwant schap bestond tussehen zijn werk en de beste landelijke poëzie. Maar Le Marchant had hem zoo iets nooit gezegd. Niemand behalve zij, die onvergelijkelijke, had ooit het genie erkend dat in hem leefde. »Gjj zjjt wel goed", zei hjj, tot aan de wortels van zjjn hoofdhaar kleurende. «Gij maakt dat ik mjj zoo met u op mijn gemak gevoel. Wil ik u nu eens zeggen waarom ik dacht dat Theocritus in het Latijn geschreven heeft Omdat ik hem alleen ken uit de hal lade van LangWaar de blauwe Siciliaansche zee breektweet gjj wel. En ik verbeeldde mjj dat de Sicilianen toch Latjjn gesproken hebben; want nu spreken zjj immers Italiaansch." «Dat heb ik nooit gelezen", zei Iris verbaasd. >0 laat ik het dan eens voor u opzeg gen", riep hjj uit, verrukt dat hjj iets kende met de geheele afdeeling. De heer Martens deelde den heer Carnot in het bijzonder mede, dat nog nooit op eenige wereldtentoonstelling de Neder landsche schilders zooveel hadden ingezonden,,en de heer Carnot gaf op de meest heusche wjjze te kennen, dat hjj deze deelneming op hoogen prijs stelde. Bij het heengaan bedankte hij met groote hoffeljjkheid voor de verkregen inlichtingen en gaf te kennen, dat hij gaarne eens later incog nito terug zou komen, om alles eens rustig te beschouwen. Daarmede liep dit bezoek af, zeer naar wensch van al de aanwezigen, zoodat thans de Nederlandsche schildersafdeeling voor goed is geopend. Eene vluchtige aanschouwing van hetgeen in de vreemde afdeelingen is, heeft mjj, zegt de part. corresp. der N, R. Crt. te Parijs, de overtuiging gegeven, dat Neder land tot de beste behoort. Ik zou die meening op eigen gezag niet zoo willen neerschrijven, indien ik haar niet had hooren uiten door een aantal heeren, die Maandag dezelfde wande ling hebben gemaakt. Beroepen tot predikant bij de N. H. gemeente te Schoonhoven ds G. P. Krujjff, te Domburg en te Heinkenszand de heer W. B. H. van Linschoten te Middelburg. Zaterdag middag, te twee uren, houdt de gemeenteraad van Middelburg vergadering ter behandeling van onderstaande zaken onderzoek geloofsbrieven (zoo mogeljjk)ingekomen stuk ken verzoek commissie van toezicht op de scholen voor lager onderwijs betreffende hout- of asphalt bestrating vóór school C, met rapport van burg. en weth.de volgende voorstellen van burg. en weth.: tot aanvulling van art. 1 der verordening V op het lager onderwijs tot verkoop van het terrein tussehen de Goesche Korenmarkt en Nieuwe poort aan dr Bolle c. s. en aan A. B. de Roostot toekenning van pensioen aan mej. C. H. Hamakerstot ver huring van het nog beschikbare gedeelte van het terrein, vroeger in gebruik bij de Commercie compagnie aan de dames H. Snouck Hurgronje en L. Backer; tot verhuring van 252 centiaren grond op het Seisbolwerk aan G. Alberts Lz. en Coen tot verhuring van een stuk grond op de Oostpunt aan J. de Gelder. Verder komen ter tafel een verzoek van burg. en weth. om goedkeuring van hun besluit van den 15 Mei 1889, waarbij aan de commissie van de dit jaar te houden tentoonstelling van njjverheid is vergund om twee draden aan te leggen van de gloeilampenfabriek der Gebr8 Boudewijnse n aar den voorgevel van het Schuttershof tot electrisehe verlichting van dezen gevel en een concept besluit tot wijziging der begrooting voor 1889. Ten slotte zal worden behandeld het in de vergadering van 8 Mei 1889 aangehouden vraagpunt betreffende de aanbesteding van het vervoer van vrachten ten behoeve der gemeente- fabricage en zal een gemeente-geneesheer worden benoemd. Eene hoe langer zoo minder voorkomende plechtigheid bracht heden het garnizoen te Middelburg onder de wapenen. Den sergeant-ziekenopziéhfor L. P. Good viel het groote voorrecht te beurt om namens den minister van oorlog de gouden medaille en 50 gratificatie te ontvangen, als helooning voor den jjver en trouw, waarmede hij gedurende 36 jaren in het leger heeft gediend. Daartoe werd om half twee uur eene gar nizoensparade gehouden op het Molenwater en het eeremetaal, in tegenwoordigheid van alle officieren, voor het front van den troep uitgereikt. Nadat de majoor G. van Nouhujjs op de groote beteekenis van zulk eene langdurige plichtsbetrachting gewezen en den jubilaris geluk gewensoht had met deze onderscheiding, werd de medaille door den chef van het militair hospitaal J. H. Teeling uitgereikt en werd hier op voor den ouden braven dienaar gedefileerd. De onderofficieren van het garnizoen schonken hem als bljjk hunner belangstelling een armstoel. Gisteren is op het terrein van de gasfa briek alhier, bjj het graven van een put voor den nieuwen gashouder, een been gevonden van kolossale afmeting. Het is 1.10 M. breed en 1.30 M. lang. Door den directeur der fabriek werd het ge vondene in het museum gedeponeerd, waar de conservator, die op dit oogenblik buitenslands vertoeft, na zijn terugkomst, wellicht eenige opheldering zal kunnen geven omtrent den oorsprong en den aard van het gevondene. dat haar vreemd was, en zei het gedicht, met zjjn welluidende stem, waaraan de aandoening een eigenaardige trilling verleende, vloeiend op. Iris volgde hem met groote belangstelling en zei toen het uit was «Mooi, eenvoudig en mooi, evenals uwe schilderjj." Zjj zwegen een poos en daarna zei Iris om van onderwerp te veranderen. «Wat is het warm! Ik heb zoo'n dorst. Ik wilde dat ik wat limonade had 1 Mijn koninkrjjk voor een citroen." Blake verviel weer in ^poëzie, hij was nu eenmaal in de stemming en riep uit O een dronk wjjns, die jaren lang Bekoeld is in de diepte der aarde, Smakende naar Flora en 't jonge groen, O een beker uit het warme Zuiden Vol echten geurigen Hippocrene „Dat is ook lief! Is dat ook Andreas Lang? Zeg het heelemaal op." Blake vroeg verbaasd«Wat kent gij dat niet Dat is van Keats. Ode aan de Nachtegaal. Ik dacht natuurljjk dat gij jdat gelezen hadt. Het is zoo lief." Iris bloosde weer en zei bjj wjjze van ver ontschuldiging «Gjj zult mij erg onwetend vinden, vrees ikmaar ik heb in de laatste jaren zooveel aan Latjjn en Grieksch moeten doen, dat ik de Engelscbe dichters wel wat verwaarloosd heb; terwjjl gjj juist geheel van Namens Gedeputeerde staten van Zeeland is heden aanbesteedhet Uitvoeren van eenige werkzaamheden ten behoeve van den provincia len stoombootdienst op de Wester-Schelde. Daarvoor was ingeschreven door de heeren J. M. van Ditmars en Zoon te Middelburg voor 573.50, P. Monjé te Vlissingen voor 616 en D. Bijl, eveneens te Vlissingen, voor 583. IWEEDE KAMER. Verbodsbepalingen tegen het dragen van wapenen. Tengevolge van de afschaffing van het Fran sehe wetb. v. strafr. is art. 314 Code Penal en dus ook de daarin voorkomende strafbepaling tegen het dragen van wapenen vervallen, doch daaruit volgt alleen dat de overtreding der bepalingen, opgenomen in de Declaration du Roi van 1728 en het Decreet van' 2 Nioóze an XIV, welke in den Code overgenomen waren, bjj gemis van eene poenale sanctie volgens de rijks wetten niet meer strafbaar is, niet dat de verbodsbepalingen zelve zjjn vervallen. Reeds spoedig na de invoering van het Nederl. wetb. v. strafr. gingen, zoowel in als buiten de ver tegenwoordiging, stemmen op, die de nood zakelijkheid van voorziening in de ontstane leemte aantoonden. Gevolg gevende aan zijne toezegging daaromtrent, heeft de minister van justitie thans het wetsontwerp onder boven- staanden titel ingediend. De minister heeft dit gedaan door intrekking der verbodsbepalingen uit de Fransehe wetten, bij eene wet, die zelve hun geest doortrokken schijnt te zjjn. Ik wilde dat ik er ook zooveel van gelezen had." Jonge liefde is altijd openhartig verwaand en dus riep hij verrukt uit «Hoe spoedig ontdekt een vrouw wat er in iemand zit; zooveel sneller dan een man. Ik heb nu al zes maanden met Le Marchant in een tent gewoond en ik geloof niet dat hij iets in mij gevonden heeft dan eenige handig heid in het schilderen." Iris sloeg bedeesd de oogen neer, als een gewoon jong meisje, dat niet te Cambridge was geweest, en zei langzaam «Mijnheer Le Marchant is een man van de wetenschap. Misschien hebben gij en ikmeerpunten van overeenkomst." Vernon Blake wandelde dien avond het steile bergpad op met een hart, dat bonsde, bonsde als nooit te voren en zei voor de honderdste maal bjj zichzelf: «Hier is, door Gods goedheid het meisje dat ik hebben moet." Zooals Geraint zei, toen hij Enid voor het eerst zag. HOOFDSTUK XXV. Oe zaak der eisclieres staat slecht. De eerstvolgende veertien dagen was de toewijding van Blake voor het landschap meer dan voorbeeldig. Het figuur scheen eensklaps alle aantrekkelijkheid voor hem verloren te het dragen van wapenen regelt, omdat, liet men dit aan gemeentelijke verordeningen over, naar verhouding slechts zeer kleine straffen zouden kunnen bedreigd worden. De zaak, die de algemeene veiligheid betreft, kan boven dien geacht worden eene zaak van rijksbelang te zjjn. Het wetsontwerp verbiedt het dragen van wapenen (geweren, karabjjnen, revolvers, pis tolen en andere vuurwapenenwindroeien, dolken, dolkmessen, sabels, degens, degenstokken, priemstokken, wapenstokken en dergelijke voorwerpen) op of aan den openbaren weg of op eenige publieke plaats, op straffe van hech tenis, van hoogstens 7 dagen of geldboete van hoogstens ƒ100, welke straf bij herhaling binnen het jaar, tot hechtenis van hoogstens 4 weken wordt gebracht. Het wapen kan worden verbeurd verklaard. Uitgezonderd is het dragen van wapenen, waar zulks geschiedt op bevol of onder toestemming der overheid, bij de uitoefening van de jacht, bjj deelneming aan toegestane optochten, terwjjl voorts ver gunning tot het dragen van een bepaald soort wapens kan worden verleend door den commis saris des konings, in gevallen waar iemand's leven op zoodanige wjjze bedreigd wordt, dat het niet gerechtvaardigd zijn zou, dezen, als hij zich uit noodweer wapenen wil, zulks on- voorwaardeljjk te beletten. Toegelaten blijft het vervaardigen, verkoopen, ten verkoop in voorraad hebben en het vervoeren van behoor lijk ingepakte wapenen, maar voor 't overige meent de min. dat moeiljjk kan worden ont kend, dat het dragen van wapenen gevaar voor de algemeene veiligheid oplevert. In het gunstigste geval toch, nl. dat hjj die een wapen draagt, volstrekt geen misdadige oogmerken heeft, zal toch, waar zjjne harts tochten, door welke omstandigheden ook, worden opgewekt, zjjn hand allicht naar het wapen grijpen om zich daarvan te bedienen. Onder de gewapende macht, in dit onderwerp bedoeld, zjjn ook begrepen de door de regee ring erkende vereenigingen tot oefening in den wapenhandel. Burg. en weth. van Amsterdam hebben aan den raad ingediend een voorstel om aan de Nederlandsche Electriciteit-Maatschappij aldaar te verleenen concessie tot het leveren van electrisehe stroomen in de gemeente Amsterdam van 1 Juli 1889 tot en met 31 Juli 1918. De concessie omvat het recht tot het leggen en hebben van leidingen, in en over den open baren gemeentegrond en het openbaar gemeen tewater, dienende voor de levering aan de gemeente en aan particulieren van electrisehe stroomen tot verlichting, het overbrengen van beweegkracht, en voor industrieele doel einden, in de gemeente Amsterdam. De concessie is in geen geval eene uitslui tende, zoodat de gemeente te allen tjjde be voegd blijft, om, hetzjj voor het gansche stads gebied, hetzij voor een of meer gedeelten daarvan, aan anderen concessie tot het leveren van electrisehe stroomen te verleenen, dan wel zelve die levering op zich te nemen hebben. Hij begaf zich geregeld eiken morgen naar St. Cloud, langs dien moeieljjken bergpas, en schilderde aan den achtergrond zjjner groote schilderjj, met een volharding en een verachting van versioeienis, die in een meer bezadigd man den hoogsten lof zou verdiend hebben. Toe vallig kwam Iris ook eiken morgen daar langs en keek in het voorbijgaan even naar de vorderingen op zjjn doek. Men zou bjjna gezegd hebben dat zjj het beiden met opzet deden, indien zoo iets denk baar ware bij een gepromoveerde damemaar dezulken zjjn natuurlijk boven alle verdenking verheven. «Vindt gjj niet dat hjj een beetje ge- vaarljjk is, Tom vroeg mevrouw Knyvett meer dan eens aan haar broeder. En de groote advocaat, die er zich op beroemde zoo'n fijnen neus te hebben voor fortuinzoekers, antwoordde ter loops Wel neen, Amelie. Hjj is een onbeduidend, onontwikkeld jongmensch. Volstrekt niet de man om verliefd te worden op een meisje als Iris, en zeker niet iemand waar Iris ooit verliefd op worden zal. Hij weet niet half genoeg voor haar. Dien knappen Le Marchant, dien sluwen kerel moeten wij op een afstand houden." Deze voorspelling kwam zoo goed uit dat Iris eer het veertien dagen verder was er zich op betrapte dat zjj eiken morgen met een kloppend hart uit het venster va»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1