13 Mei.
Maandag
N°. 112.
132° Jaargang.
1889.
BUITENLAND.
Middelburg 11 Mei.
1849- 12 Jfïri -1889.
Verkiezing
Verkiezing.
Inspectie en exercitie
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.i
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
BEKENDMAKINGEN.
BRAKTDWEBR.
Algemeen Overzicht.
MDDELBl IK.SIIIi: COURANT.
Thermometer.
Middelburg 11 Mei. vm. 8 u. 52 gr.
m. 12 u 53 gr. av. 4 u. 53 gr. F
Verwacht verand. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningsn: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van
NieuwenhdijzenVerder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie
bureau van Nijgh Van Ditmae te Botterdam, en de firma B. van dek Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het
Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Geosjean Co. te Brussel.
Advertentiën
moeten des namiddags te een uur
aan het bureau bezorgd zijn, willen
zij des avonds nog worden opgenomen
„Geliefde Landgenooten en Onderdanen
van alle rangen en standen
Door het afsterven van mijnen onverge-
telijken vader geroepen tot den troon der
Nederlanden, gevoel ik diep het gewicht
van de taak, die op mij rust.
Met het oog op God en vol vertrouwen
op een volk, dat zoo innig aan mijn Huis
is verbonden, aanvaard ik de Regeering.
Mijn eerste behoefte was hiervan, uit
mijne Residentie, openlijk bekendmaking te
doen, ofschoon treurige en heilige plichten
mij onverwijld elders roepen.
Willem de Eerste nam het Souverein
Gezag op, om het naar eene constitutie uit
te oefenen.
Willem de Tweede wijzigde, in overleg
met de Vertegenwoordiging, de Grondwet
naar de behoeften des tijds.
Mijne roeping zal het zijn, op denzelfden
voet aan de Grondwet volledige werking te
geven.
Ik reken, bij de vervulling van die roeping,
op de getrouwe medewerking van alle
grondwettige machten.
Ik bevestig alle ambtenaren, alle officiereu
van het leger, van de vloot en van de schut
terij, van welken rang zij ook mogen zijn,
in hunne betrekkingen.
Nederlanders! blijft getrouw aan de spreuk
uwer vaderenEendracht maakt machten
zoekt met mij de ware vrijheid in onderwerping
aan de wet."
Nauwelijks den 21 Maart 1849 per Cy
cloop te Hellevoetsluis uit Engeland aange
komen, waar Z. M. als prins van Oranje
sedert 20 Januari had vertoefd, toen den
19en Maart de tijding van den onverwachten
dood zijns vaders hem tot terugkeer naar
zijn Vaderland noopte, vaardigde koning
Willem III bovenstaande proclamatie uit.
En zeven weken later, den 12 Mei, nadat
de teraardebestelling van zijn vader had
plaats gehad, was de Nieuwe kerk te Am
sterdam getuige van de plechtige inhuldi
ging van den nieuwen vost.
In tegenwoordigheid van een uitgelezen
schaar van aanzienlijken in den lande sprak
koning Willem III bij die gelegenheid de
Staten-Generaal aldus toe:
„Door mijne geboorte en de Grondwet,
na het afsterven van mijnen onvergetelijken
vader, tot den Koninklijken troon der
Nederlanden geroepen, heb ik onmiddelijk
de Regeering aanvaard en dit plechtig aan
allé mijnen onderdanen bekend gemaakt.
Thans is het oogenblik daar dat ik, voor
het oog van den Almagtige, die het lot van
Koningen en volken in handen heeft, mij,
onder inroeping van Zijnen Heiligen Naam,
aan mijn edel, trouw en ordelievend volk
zal verbinden.
Hoog is de betrekking waarin ik geplaatst
ben. Zwaar zijn de plichten die op mij
rusten. Ook de Koningen kleven menschelijke
zwakheden aan, en daarom behoeven zij
instellingen en zelfstandige voorlichting, opdat
de kroon een brandpunt blij ve, dat weldadigen
gloed verspreidt.
Dit volk, dat een der eerste is geweest,
om uit de duisternis, het geweld en de
verdrukking der middeleeuwen orde en
vrijheid en waarborgen voor het behoud van
beide te voorschijn te roepen, heeft ook
thans weder, naar de 'behoefte des tijds,
zijne instellingen herzien en bevestigd.
Koning en volk, OraDje en Nederland hebben
met kalmte dit gewichtig werk volbracht»
en de onberekenbare voorrechten van rust
en vrede zijn het deel van den dierbaren
vaderlandschen grond gebleven.
Indien wij het oog slaan op de beroeringen,
die een groot deel van Europa teisteren
op de vernietiging der bronnen van bestaan
en welvaart, die zulke treffende lessen geven,
laat ons dan God dankbaar zijn, die het
dierbaar Vaderland heeft behouden en sluiten
wij ons nauwer en nauwer aaneen, opdat wij
Zijnen zegen mogen waardig blijven.
Laten wij ons dagelijks afvragen, of wij
onze plichten als Nederlanders jegens het
Vaderland, ik als Koning, gij, mijne Heeren,
als vertegenwoordigers des Volks, allen
hebben vervuld, en die Rechter, die in ons
binnenste is, dien niemand verloochenen kan,
zal ons den weg wijzen tot handhaving der
eer, tot bevordering van het belang des Lands.
Onze rustige houding in deze bewogene
jijden heeft ons niet slechts behoed voor
groote rampen zij heeft ook het aanzien
des Rijks vermeerderdwant zij heeft de
bewondering van alle beschaafde volken tot
zich getrokken. Ik verbind mij aan een
volk, grooter in deugden dan in het bezit
van een uitgestrekt grondgebied krachtiger
door eensgezindheid, dan door zielental.
Het is een grootsche roeping, Koning van
zulk een volk te zijn
Veertig jaren liggen er tusschen het
oogenblik dat die woorden werden gesproken
en het heden.
Welk een zeldzaam voorrecht is met dit
gewichtig feit den vorst beschorenwelk eene
bijzondere bladzijde in onze geschiedenis
vormt de boekstaving van zulk een langdurig
bestuur.
En terugziend op de afgelegde baan kome n
wij van zelf tot de overtuiging dat het een
gewichtig tijdvak is geweest in het leven
van Neerland's volk.
Tijdens de regeering van Willem II werd
de toenmalige grondwet gewijzigd naar den
drang des tijdsin 1887 onder koning Willem
III werd ons een nieuwe grondwet geschonken,
overeenkomstig de behoeften die zich jaren
lang hadden doen gevoelen.
Hoevele belangrijke stappen op wetgevend
gebied werden verder in dien tijd van veertig
jaren gezet, hoe menige schrede voorwaarts
is er gedaan!
Het zou ons te ver voeren, en voor
deze feestelijke gelegenheid, waarbij meer
behoefte bestaat aan een kort feestwoord dan
aan een langwijlig betoog, niet gepast zijn
wanneer wij door eene breede opsomming van
feiten uit de parlementaire geschiedenis dier
veertig jaren te veel vergden van de aan
dacht onzer lezers.
Wij herinneren slechts aan de postwet, de
muntwet, de wet regelende het kiesrecht,
die op de samenstelling en de macht van
de Provinciale staten, de gemeentewet, eene
herziening der wet op de burgerlijke pensioe
nen, waarop thans eene wijziging aanhangig
is, de wetten op de rechterlijke organisatie
en het beleid der justitie, het wetboek van
strafvordering en dat van strafrecht en de ar
beidswetvrucht van het jongste overleg tus
schen regeering en Staten-Generaal. Zijn dat
niet alle gewichtige zaken, die op de veertig
jarige regeering van onzen koning den
stempel drukten van degelijkheid en voor
uitgang? En juist bij de viering van een
feest als ditmaal plaats heeft past eene
herinnering aan al die gewichtige feiten,
omdat thans niet zooals bij den 70sten
verjaardag van onzen koning, den 19den
Februari 1887 de persoon van den vorst
op den voorgrond treedt maar de vertegen
woordiger van het hoogste gezag in onzen
staat, de constitutioneele koning, over wiens
regeering wij thans oordeelen kunnen.
En als Z. Mna zoovele jaren, op dien
feestdag eens mocht doen wat hij zeide dat
allen koning zoowel als vertegenwoordi
gers des volks dagelijks moesten doen
zich afvragen of die allen hun plichten jegens
het vaderland hebben vervuld, dan zal het
antwoord luiden, zooals bij alle wereldsche
zakenin veel kwamen wij te kort, maar
er rest toch nog veel, waarover tevredenheid
en vreugde mogen heerschen.
In de geschiedenis der volkeren hangt
niet alles van personen alleen maar veel
ook van de omstandigheden af. Het rader
werk van een constitntioneelen staat loopt
over zooveel schakels, dat niet altijd alles
vlug en zonder stoornis kan voortgaan, maar,
dank zij vooral mannen al 3 een Thorbecke
wij mogen op zulk een feestdag ook
hem wel eens herdenken zonder daardoor aan
anderer verdiensten iets te kort te willen
doen
is onder koning Willem III ons
land veel geschonken, waarop het roemen mag.
Koning van Nederland te zijn, noemde
Z. M. bij zijne inhuldiging eene grootsche
roeping.
Dat hij die roeping veertig jaren lang heeft
mogen vervullen; dat hij, terwijl elders
menigmaal stormen en beroeringen vielen
waar te nemen, in kalmte en vrede, geschraagd
door den steun van dat volk, hetwelk zijn
constitioneele monarchie in eere hield en
houdt als het hechtste bolwerk tegen ver
schillende aanslagen en pogingen om zijne
onafhankelijkheid en zijn inwendige rust in
gevaar te brengen, dat is een voorrecht
hetwelk Z. M. niet genoeg waardeeren kan,
omdat het zoo weinig vorsten ten deel valt,
en hem ook op 12 Mei zeker met dankbaar
heid zal vervullen.
Daarom wenscht het volk zijn koning
geluk met den dag van 12 Mei.
De geschiedschrijver heeft geboekstaafd
dat, toen koning Willem III den eed had
afgelegd op de grondwet, dit voor menigeen
eene geruststelling mocht heeten, omdat het
gerucht liep dat Z. M. bezwaar had tegen
die wet, gevolg van zijne bijzondere ideeën
omtrent de rechten van het volk, de plichten
van de kamers en de onderlinge verhouding
tusschen volk en vorst. Welnu, het veertigja
rig tijdperk zijnen'egeering zal Z. M. wel heb
ben leeren inzien dat juist die zelfde grondwet
en de daaruit voortvloeiende instellingen voor
de monarchie de grootste steunpilaar en tot
niet genoeg te waardeeren zegen is geweest.
En wij, volk van Nederland.
Wij hebben ook reden tot vreugde.
Wij zijn een vrij volk; een volk dat zelf
standig zich gevoelt en trotsch is op zijn
fierheid. Dat zich verzetten zou tegen tirannie
maar samenwerkt met en achting heeft jegens
hem, die zijn belangen trouw behartigt.
Wij buigen ons niet voor een vorst, maar
wel hechten wij ons aan hem, die in zijne
hooge positie toont dat hij zijne roeping
begrijpt en voor het welzijn van het volk
wil doen wat hij kan.
Boven liefde voor den koning gaat bij ons
gehechtheid aan de instellingen, die ons
onafhankelijk bestaan moeten waarborgen.
Dat koning Willem III als constitutioneel
vorst steeds den plicht getrouw zich toonde
om die instellingen als een kostbaar kleinood
te bewarendat hij, trots de „menschelijke
zwakheden die ook de koningen aankleven",
in dagen van rampspoed zoo menigen goeden
trek uit zijn karakter ons toonde dat alles
geeft reden tot vreugde over het zeldzame
feit in onze geschiedenis.
Maar bovenal hebben wij aanleiding om
dit veertigjarig jubilé te gedenken omdat
wij, ons herinnerend zoo menigen tak, die van
den Oranjeboom werd afgerukt, en terugziend
op de jongste gebeurtenissen ook met dezen
vorst, het een voorrecht mogen heeten dat
wij koning Willem III als jubilaris mogen
begroeten met een goede, liefdevolle gade
en een aanvallig kind naast zich.
Dat vorstelijk gezin geluk met den feestdag
van 12 Mei.
Het Nederlandsche volk heil op dezen
dag, die tevens het zegel drukt op zijne vrije,
monarchale instellingen, welke gedurende
de nu afgeloopen veertig jaren een proef
hebben doorstaan, die hare hechtheid zoo
duidelijk heeft doen kennen dat wij, wat
er ook moge gebeuren, met vertrouwen de
toekomst kunnen tegengaan I
Aanbesteding van het vervoer van vrachten
ten behoeve der gemeenle-fabricage.
Burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend dat bovengenoemde aanbesteding
op 17 Mei *a. s. niet zal plaats hebben.
Middelburg 10 Mei 1889.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
SCHOEEK
De Secretaris
A. DB YULDBB YAN NOORDE N
LEDEN DER PROVINCIALE STATEN.
De burgemeester en wethouders van Mid
delburg maken bekend
dat de inlevering van stembriefjes ter
benoeming van zes leden van de Provinciale
Staten van Zeeland in Middelburg zal plaats
hebben op Dinsdag den 14 Mei a. van des
voormiddags te n e g e n tot des namiddags te
v ij f uren
dat de kiezers, die op de kiezerslijsten van
die gemeente zijn vermeld als wonende in de
wijken A tot en met I hunne stembriefjes
moeten inleveren in de Oude Vierschaar
ten raadbuize beneden ingang Markt) en de
overige kiezers in de zoogenaamde Kamer
van Koophandel, mede ten raadhuize,
{beneden ingang Helm);
dat de opening van de in het hoofdkiesdistrict
Middelburg ingeleverde stembriefjes zal ge
schieden Woensdag den 15 Mei a., des voor
middags te 9 uren, in de langs den voortrap
te bereiken boven voorzaal van het Raadhuis
(hoofdbureau) en in de zoogenaamde van »den
Helm" te bereiken kamer van koophandel (onder
bureau).
Middelburg den 10 Mei 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd
SCHORER.
De secretaris,
A. DE VULDER YAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middel
burg maken bekend
dat bij de op den 8"teu dezer maand plaats
gehad hebbende opening van stembriefjes voor
de benoeming van één lid van den Gemeente
raad is gebleken dat niemand de volstrekte
meerderheid van stemmen beeft verkregen,
weshalve eene herstemming moet plaats hebben
tusschen de heeren J. F. VAN DUNNE en J.
P. FOKKER, welke de meeste stemmen op
zich vereenigd hebben
dat de dag voor deze herstemming is bepaald
op Dinsdag den 21 Mei a. s. van des voormid
dags 9 tot des namiddags 5 uren.
voorts dat de processen-verbaal van stem-
inlevering en stemopneming van den 7 en 8
Mei jl. aangeplakt en ter secretarie voor een
ieder ter inzage nedergelegd zijn.
Middelburg, den 10 Mei 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd
SCHORER,
De secretaris,
A. DE YULDER VAN NOORDEN.
BIJ DE
De burgemeester en wethouders van Middel
burg, gelet op art. 20 der verordening op de
brandweer in deze gemeente, van den 18 Juli
1888, maken bekenddat de inspectie en
exercitie met een gedeelte der brandspuiten,
volgens voordracht van bet bestuur over de
brandweer, zal plaats hebben Woensdag 22
Mei a., en wel met spuit A te 91 met spuit
B te 10j, met spuit C te 111 en met spuit D
te 11 uur.
Weshalve de bedienden, aan die spuiten ge
plaatst, opgeroepen worden zich ten voorschre
ven uren aan de onderscheidene brandspuithuisj es
te bevinden.
Hiervan is afkondiging geschied Waar bet
behoort, den 10 Mei 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd.
SCHORER.
De secretaris,
A. DE YULDER VAN NOORDEN.
Volgens de laatste berichten uit Westfalen
breidt zich de werkstaking onder de mijnwer
kers steeds meer uit. Op een andere plaats
in ons blad vindt men eenige bijzonderheden
over de betreurenswaardige voorvallen te Bo-
chum, welke schijnen toegeschreven te moeten
worden aan het teschneidige optreden van een
jong luitenant. Het is te hopen, dat de
maebtbebbenden te Berlijn, indien zij het abso
luut noodig vinden den tot heden in 't algemeen
ordelievenden werkstakers door militair vertoon
schrik in te boezemen, verder althans b e-
leidvolle bevelhebbers en geen zenuwach
tige jeugdige officieren zenden, die in vreedzame
burgers revolutionnaire werkstakers zien, waarop
dadelijk moet gevuurd worden. Voor zulk een
»misveratand" bestaat geen verontschuldiging,
daarvoor is de betrokken macht verantwoor
delijk, die aan onbekwame banden hoogst ge
vaarlijke opdrachten toevertrouwt.
Zooals reeds herhaaldelijk bij arbeiders
bewegingen, ook in andere landen o. a. in
België, gebleken is, scbjjnt eveneens in de
Westfaalsche mijndiatricten juist bet militaire
machtsvertoon aanleiding tot wanordelijkheden
te geren en de 'in den grond vredelievende
beweging een ernstig en dreigend karakter te
schenken, daar de verschijning der militairen niet
alleen den samenloop van nieuwsgierigen en
kwaadwilligen bevordert maar tevens de ver
bittering der* arbeiders aankweekt.
Terwijl men te Berlijn van booger hand mooi
bezig is den toestand te verergeren, men
moet reeds aan den staat van beleg denken
is bet opmerkeljjk, dat de algemeene sym-
pathiëen,die der burgerij en zelfs der ambtenaren,
in de werkstakende streken op de hand blijven
der arbeiders.
Sedert 1872, toen de Gründerzeit haar hoogste
punt bad bereikt, vond in deze mijndiatricten
geen werkstaking op zoo groote schaal plaats.
Terwijl van regeeringszijde wordt beweerd,
dat men bier met een goed geordende sociaal
democratische beweging te doen beeft, verze
keren anderen nadrukkelijk, dat aan deze toon
beweging onder de arbeiders elke leiding, over
eenkomstig een vastgesteld plan, ontbreekt;
alleen schijnt er te Dortmund een algemeen
comité onder den mijnwerker Schröder te be
staan, dat de leiding in handen genomen heeft.
De strike is eerder tot een uitbarsting ge
komen dan de voorziebtigsten onder de arbei
ders verwacht en gewensebt moeten hebben.
Maanden geleden is reeds te Essen een verga
dering van gedelegeerden van verschillende
Knappschafts-vereemgingen gehouden, waar
eischen geformuleerd en aan verschillende mijn-
besturen gezonden werden. Toen is reeds ver
langd een loonsverhoogingj van 15 pet., af
schaffing der overwerkuren en een arbeidsdag
van acht uren. Het was 'echter juist boven
genoemd comité, dat alom tegen werkstakingen
waarschuwde, teneinde te voren een flinke
organisatie te beramen. Tot dit doel waren
de gedelegeerden uitgenoodigd den 2en Juni a.
een bjjeenkomst te Dorstfeld te houden.
Zondag 11. vonden te Essen en Dortmund
tweegroote vergaderingen plaats; beide muntten
door stipte orde uit. Wel is waar was de
bijeenkomst te Dortmund van socialistische zijde
uitgegaan en hield een socialistisch arbeider
uit Crefeld daar een redevoering, doch diens
eiscb om een bond in socialistischen geest te
vormen, werd verworpen. Reeds genoemde
Schröder verklaarde uitdrukkelijk, dat de tegen
woordige loonbeweging vrij moest blijven
van allen politieken of godsdien-
tigen partijstrijd.
Dat de beweging geenszins een socialitiscb
karakter draagt bewijst bovendien een te Gel»
senkirchen gehouden vergadering van werk
stakers, die met de kreetleve de keizer 1 ge
opend en gesloten werd.
Op verschillende bijeenkomsten der werk»
stakers is besloten bij de gestelde eischen van
15 pot. loonsverbooging en acht werkuren te
volharden, maar het is de vraag, of de arbei
ders over voldoende middelen beschikken om
bun strijd tegen bet kapitaal uit te houden.
Ontvangen zij werkelijk flnancieelen steun uit
bet buitenland, wat door velen in twjjfel ge»
trokkéil en als pochhanserij beschouwd wordt,
dan bestaat hierop mógelijkheid, maar moeten
zjj uitsluitend uit eigen middelen putten, dan
is spoedige onderwerping bet minste kwaad,
dat Èij kiezen kunnen, want over spaarpen
ningen beschikken deze arme drommels niet.
Uit een door de Duitscbe bladen medegedeelde
statistiek blijkt toch dat bun jaarlijksch inko»
men bedroeg in 1883 905 Mrk 543) j
1884: 875 Mrk (ƒ525); 1885864 Mrk (ƒ518.40);
1886841 Mrk 504.60)1887 883 Mrk
529.80)1888910 Mrk 546). Alzoo
steeds verlaging van loon, behalve in de twee
laatste jaren, doch bier was de meerdere ver
dienste te danken aan de steeds toenemende
werkuren 1
Een werkstaking van een regeering, een zeel'
zeldzame gebeurtenis, wordt aangekondigd, wat
Engeland en de suiker-conventie betreft 1 In
verband met de bestrijding, welke de suiker
conventie in geheel Engeland onder alle par
tijen, zelfs onder de vrienden der regeering,
vindt, wordt bet twijfelachtig of het ministerie
de suiker-bill wel in bet parlement baar op
wachting zal laten maken.
Reeds werd gemeld, dat bet Britsche Kabinet,
bezwijkend voor den algemeenen druk, baar
verdere medewerking aan de conventie heeft
ontzegd. Dit bericht verdient intusscben be
vestiging. Maar in geen geval moet lord Salis
bury, in aanmerking genomen bet zeer twijfel
achtig succes van het wetsontwerp van baron
de Worms, voornemens zijn in geval van be
handeling in het parlement de kwestie van
vertrouwen te stellen. Niet alleen wordt de
wet wegens economische redenen door de libe»