N°. 105.
132e Jaargang.
1889.
Zaterdag
4 Mei.
Middelburg 3 Mei.
Deze courant verschijnt dagelijks;-
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.l
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentien: 20 cent per regel. Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de j daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
KERKNIEUWS.
RECHTSZAKEN.
MDDELBIMSCHE COURANT.
Thermometer.
Middelburg 3 Mei. vm. 8 u. 57 gr.
m. 12 u 05 gr. av. 4 u. 64 gr. F
Verwacht Z. wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën
Neeuwenhtjijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentien aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen
Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel, j zij des avonds nog worden opgenomen
De „Uilierale Unie" en de herziening
der onderwijswet.
1
Aan de verschillende afgevaardigden ter
Liberale Unie is de volgende «bjjlage" bij den
beschrijvingsbrief voor de al gemeene vergadering
van 18 Mei a. verzonden
»Het ontwerp tot gedeeltelijke herziening
der wet op het lager onderwijs is ingediend.
Intend en strekking zijn u bekend.
Ofschoon de regeering verklaart dat «het
aanbrengen van zeer ingrijpende wijzigingen
in de bestaande wet op dit oogenblik, nu- bij
de herziening der grondwet art. 192 (194)
ongewjjzigd is gebleven, niet lag op den weg
der regeering" kan kwaljjk ontkend worden
dat hoogst belangrijke veranderingen worden
voorgesteld.
De bijzondere school wordt gesubsidieerd,
het openbaar lager onderwijs verzwakt, het
openbaar meer uitgebreid lager onderwijs in
sterke mate bedreigd, het budget van vele
gemeenten zeer ernstig benadeeld.
Het ligt voorzeker op den weg van de Liberale
Unie over dit ontwerp hare meening uit te
spreken, eenheid van opvatting en gedragslijn,
voor zooveel zij het vermag, bij hare geestver
wanten te bevorderen. W|j achten ons dus
verplicht, u ten deze van praeadvies te dienen.
In de eerste plaats rijst de vraagof de
grondwet zich verzet tegen subsidieering van
de b|jzondere school W|j meenen dat deze
vraag, met het oog op de geschiedenis der
jongste herziening, ontkennend moet worden
beantwoord. Het toen gesprokene en geschre
vene, speciaal naar aanleiding van het voorstel
Schaepman, in verband met de wordingsge
schiedenis van artikel 194 bij de herziening
van 1848, wettigt de meening, dat de grond
wet zelve het subsidieeren van bijzonder onder
wijs noch verbiedt noch onmogelijk maakt. Doch
wèl gebiedt zij uitdrukkelijk dat het openbaar
onderwijs een voorwerp zij van de aanhoudende
zorg der regeering, wèl is zjj volkomen in
overeenstemming met de algemeene begeerte
b|j de geheele liberale partij dat het volkson
derwijs goed en algemeen zij.
De staat heeft wij zeggen het der regeering
in hare memorie van toelichting na «zeer
groot belang bij het volksonderwijs en is alleen
in staat te zorgen dat er overal en te allen
tijde een volksschool zij." Nu het niet mogelijk
is de kosten van het openbaar onderwijs op de
gebruikers daarvan te verhalen, is wij zeggen
het wederom der regeering na «de staat
wel verplicht een deel van het openbaar
onderwijs te doen bekostigen uit de openbare
kassen."
Is dus openbaar onderwjjs onmisbaar en
moet dit ten deele uit de openbare kassen
betaald worden, dan zou reeds daarom al
werd het niet uitdrukkelijk door de Grondwet
bevolen de regeering daaraan hare zorg
moeten wijden.
Volksbelang bij uitnemendheid als het volks
onderwijs is èn krachtens de grondwet èn naar
luid van de memorie van toelichting, behoort
het goed en algemeen te zjjn.
Reeds hieruit volgt dat van liberale zijde
elke poging om het openbaar onderwijs in ge
halte te verminderen of te verzwakken bestre
den, daarentegen voor uitbreiding van het
volksonderwijs gestreden moet worden.
Vorderen nu deze beginselen eveneens, dat
in de gegeven omstandigheden onvoorwaardelijk
afgewezen worde de eisch onzer tegenstanders
«subsidie voor het bjjzonder onderwijs?" Of
nioet onze levendige wensch dat het volkson
derwijs inderdaad algemeen worde, er ons toe
leiden dien eisch in te willigen?
Het ontwerp legt aan de overheid de ver
plichting op tot subsidieering, en dit wordt
gemotiveerd door de leuze van «rechtsgelijk-
heid." Dat dit een valsche leuze is, bew|jst
het regeeringsvoorstel zelf zoo duidelijk moge
lijk. De regeering zelve wil immers aan open
baar en aan bijzonder onderwjjs noch dezelfde
rechten toekennen noch dezelfde verplichtingen
opleggen. Noch dezelfde rechtenwant de regee
ring zelve stelt voor, alleen voor de onderwijs
krachten, niet ook voor den schoolbouw subsidie
aan bijzondere scholen te geven. Noch dezelfde
verplichtingen: immers de regeering stelt voorop
dat van de bijzondere school de «onmisbare
vrjjheid" niet mag worden aangetast.
De eisch van rechtsgelijkheid kan dan ook
niet door de liberale partij worden aanvaard.
Intusschen, ontkend worden kan het niet
dat de bijzondere school de uitgaven ten be
hoeve van het openbaar onderwijs voor staat
en gemeente vermindert, en het bijzonder
onderwjjs zoodanige uitbreiding heeft gekregen
dat 1/4 van de schoolgaande kinderen een bij
zondere school bezoeken. Bestaat nu er
een regeering is, in hoofdzaak voortgekomen uit
partijen welke den strijd voor de bijzondere
school tot leuze en punt van vereeniging hebben
aangenomen, er geen aanleiding voor de
liberale partij om in 't belang zoo van het
land als van het onderwijs aan de wenschen
der tegenpartij tegemoet te komen Men versta
ons wel: dat door het ontwerp aan een ge-
gronden eisch van rechtsgelijkheid zou worden
voldaan, betwisten w|j ten sterkste. Doch op
grond van billijkheid ware in 't algemeen be
lang en ter wille van het onderwjjs het beginsel
van subsidiëering toe te geven. In 't algemeen
belang: want inderdaad, het is meer dan tijd
dat de onderwjjs-quaestie ophoude een strui
kelblok te zijn voor behoorljjke behartiging
van vele gewichtige belangen, een oorzaak
van slechte partjjgroepeering en van onnatuur
lijke partijverbindingen.
Ter wille van het onderwjjs want het onder
wjjs zelve ljjdt onder den hardnekkig gevoerden
strijd; de oppositie tegen het zooveel gesmade
openbaar onderwijs brengt (men denke aan de
verwijdering van kinderen beneden 6 en boven
12 jaren) tot handelingen, door welke het belang
van de kinderen maar al te zeer wordt geschaad.
Getrouw aan ons grondbeginsel, dat bovenal
het onderwijs goed en algemeen moet zjjn,
kunnen wij, juist ter wille daarvan, mits
waarborgen gegeven worden dat ook het
gesubsidieerd bijzonder onderwijs goed zjj, in
den eisch van subsidie berusten, dewijl langs
dezen weg tot vervulling komen kan en moet
onze levendige wensch dat het lager onderwijs
algemeen worde door oplegging van de ver
plichting om het kind onderwijs te doen ge
nieten, hetzjj openbaar, hetzjj bjjzonder. On
eindig liever subsidie met leerplicht dan ver
bitterende strjjd over het onderwijsvraagstuk,
ten nadeele van de volksontwikkeling en van
de algemeene landsbelangen.
Geen non possumus doe de liberale partij
tegenover het wetsontwerp hooren.
Zjj verklare ter wille van het onderwijs in
't algemeen, ten bate van het landsbelang, zich
eerlijk en oprecht bereid een grooten stap tot
toenadering te doen, doch zjj bandhave daarbij
met de meeste energie haar hoofdbeginsel:
goed en algemeen volks-onderwijs.
Daarom dringe zij er met ernst en klem op
aan, dat die bepalingen in het ontwerp ge-
wjjzigd worden, welke het gehalte van het
openbaar onderwijs verzwakken (geringer mini
mum van onderwijzers, wjjze van benoeming
en ontslag van hoofden van scholen, ver
plichte heffing van b i 11 ij k schoolgeld), of
het openbaar meer uitgebreid lager onderwjjs
in sterke mate bedreigen (onthouding van
subsidie voor onderwijzers boven het minimum
en ook bjj een schoolgeld van gemiddeld meer
dan ƒ25), en dat voldoende waarborgen worden
gegeven voor het gehalte van het gesubsidieerd
bjjzonder onderwijs (met verkorting van het
overgangstijdperk van 8 jaren.)
Het overwegend argument tegen leerplicht
was tot dus ver het bezwaar tegen openbaar
onderwjjs en onvoldoende middelen om het
bijzonder onderwjjs naar wensch te ontwikkelen.
Welnu, de liberale, hervormingsgezinde partjj
toone den ernstigen wil, dat struikelblok op
te heffen en belyde openljjk wij willen dat
alle kinderen in Nederland goed lager
onderwjjs genieten, en dat belang gaat bjj ons
boven de vraag op welke school dit onderwijs
gegeven wordt.
Wij hopen en vertrouwen, dat het boven
staande bjj u instemming moge vinden."
Adres der Hamer van koophandel te
fHiddelburg- inzake de Hoterwet.
Het adres, door de kamer van koophandel
te Middelburg aan de Tweede kamer inzake
de margarinewet gezonden, luidt in zijn geheel
als volgt
»Het door de regeering ingediend ontwerp
van wet, houdende bepalingen tot voorkoming
van bedrog in den boterhandelkomt ons, ook
na de wjjziging, welke het blijkens schrijven
der regeering van 23 Maart heeft ondergaan,
om meer dan eene reden zeer bedenkeljjk voor.
In 't algemeen vereenigen wjj ons gaarne met
de bedenkingen, tegen het ontwerp aangevoerd
o. a. in de tot uwe vergadering gerichte
adressen der kamers van koophandel en fa
brieken van Arnhem, Haarlem, Leeuwarden en
Rotterdam, alsmede de Vereeniging van mar-
garineboter-fabrikanten in Nederland.
Ook wjj achten dit ontwerp een stap in de
verkeerde richting, waar het bescherming van
de natuurboter tegenover de margarineboter
zoo niet ten doel dan toch zeker tengevolge heeft.
Ook wjj noemen het onrechtvaardig dat de
margarineboter als 't ware vogelvrjj wordt
verklaard, daar het een ieder geoorloofd zal
zjjD slechte, onbruikbare, vervalschte natuur
boter den naam van margarine te geven en
onder dien naam te leveren en te verkoopen.
Ook wjj wjjzen er met nadruk op, dat de in
art. 2 gebrachte wjjziging welke als eene
concessie aan rechtmatige bezwaren bedoeld is
de zaak nog erger maaktop de verpakking
of op de waar zelve moet »het woord surrogaat
of wel margarine'''' voorkomen. Ieder knoeier
wordt als 't ware door deze redactie uitgenoodigd
zjjn slechte waar «margarine" te noemen
«surrogaat" en «margarine" worden zoodoende
identiek
Terwijl een groot verschil bestaat tussehen
«margarine" en «margarineboter" zou de wet
gever den fabrikant dwingen «margarine" te
noemen een product, dat hij uit die stof tot
margarineboter vervormd heelt.
Doch afgescheiden van de argumenten aan
recht en billijkheid ontleend en welke reeds
uitvoerig in vele adressen zjjn ontvouwd, mee
nen wjj uwe vergadering ook nog met nadruk
te moeten wjjzen op de groote beteekenis der
industrie, tegen welke het ontwerp gericht is.
Van de 1.273.000 centenaars (a 50 kilo), welke
in 1887 in Engeland werden ingevoerd, kwam
niet minder dan 1.172.000 centenaars uit ons
land. Voegt men bjj deze cjjfers het bedrag dat
naar België uitgevoerd en dat in ons land
verbruikt wordt, zoo komt men tot een produc
tie, welke veilig gesteld kan worden op SC
millioen kilogram. Daarvoor is noodig (270
liter per 1000 kilo) niet minder dan 20,520,000
liter melk, welke gemiddeld met 0.065 per
liter betaald wordt, zoodat de landbouwer van
de margarine-industrie 1,333,800 voor de
melk ontvangt.
Nu vestigen wij al aanstonds uwe aandacht
op het eenvoudige feit, dat de landbouw er
i oordeel in ziet die groote hoeveelheid melk niet
zelf tot natuurboter te verwerken, maar ze
aan de margarineboter-fabrieken te verkoopen.
Reeds hieruit volgt, dat die door den landbouw
vervolgde margarineboter-fabricage voor de
landbouwers zelf een voordeel oplevert; anders
toch zouden zjj zelf de melk tot boter maken
In de tweede plaats vestigen wjj er de aan
dacht op dat de staat, op het zout belasting
heffende (en niet in geringe mate), groot belang
bjj de industrie heeft. Per 1000 kilo marga
rineboter is noodig 60 kilo zout, alzoo in het
geheel niet minder dan 4,560,000 kilo zout,
welke 0.09 per kilo aan accijns oplevert,
alzoo 410,400. De staat loopt gevaar
die bate te verliezen, wanneer de industrie
zich naar België verplaatst, waar zjj bovendien
een dergeljjk exorbitant bedrag aan zoutbe-
lasting niet heeft op te brengen.
In de derde plaats wjjzen wjj erop dat, wan-
neer slechts de Nederlandsche natuurboterbe-
reiding op de hoogte van haren tjjd ware, de
Nederlandsche natuurboter eene belangrijke
afneemster zou vinden juist in de margarine
boter-fabrieken, welke thans (bij eene produc
tie van 76 millioen) niet minder dan 4,560,000
kilo fijne Deensche boter gebruiken. Laat men
aan beide takken van bedrjjt volle vrijheid,
dan zal de Nederlandsche landbouwer door
concurrentie tot krachtsinspanning gedrongen
er wellicht in slagen zjjn product zoo voor
treffelijk te maken, dat het bruikbaar is voor
den magarineboter-fabrikant en zal hij in zijn
zoogenaamde concurrente een afneemster van
aanzienljjke bedragen vinden. De gemiddelde
prijs, dien de margarineboter-fabrikant voor
beste Deensche boter betaalde, was over 1887
en 1888 1,43 per kilokon de Nederland
sche landbouwer dien prjjs evenzeer voor zjjn
product bedingen (hij maakt nu gemiddeld
1,10) dan zou alleen voor den afzet aan de
boterfabrieken 1.504,800 meer van die
4,560,000 kilo natuurboter worden ontvangen.
In de vierde plaats zjj herinnerd dat de ar-
beidsloonen 7,50 per 1000 kilo), in de marga
rineboter-fabricage verdiendop 577,000
kunnen gesteld worden. Waar veel over werke
loosheid geklaagd wordt, noemen wjj het on
verantwoordelijk, de kans te scheppen dat door
verplaatsing der industrie naar België die
arbeidsloonen aan onze werklieden ontnomen
zouden worden.
In de vjjfde plaats wijzen wjj op de vrachten,
verdiend door de binnenlandsche scheepvaart
en de spoorwegen. Het vervoer van de grond
stoffen van Rotterdam (de stapelplaats der
margarine en de aanvoermarkt uit Amerika)
naar de fabrieken en de overbrenging van het
afgewerkte artikel naar de plaatsen van con-
sumtie, kunnen gemiddeld op 6 per 1000
kilo gesteld worden.
Daarbij komt de vracht voor het transport
van de margarine naar ons land (tot een bedrag
van stellig 52,000 ton bruto), waarvan het
meerendeel door de booten der Nederlandscli
Amerikaansche stoomvaartmaatschappij uit Ame
rika wordt aangevoerd, en de vracht voor het
vervoer van de margarineboter naar Engeland,
't welk voor een deel eveneens onder Neder
landsche vlag (per stoomvaart-maatschappjj
Zeelandplaats heeft.
Onze Nederlandsche stoomvaart heeft dus
ook belang bjj den bloei dezer industrie.
Eindelijk vestigen wjj de aandacht op de
emballage. De verpakking der kunstboter geeft
groot vertier aan de kuiperijen, kistenmakerjjen
en mandenmakerijen in ons land die bedrjjven
geven aan vele handen werk. De emballage
kost per kilo margarineboter 3 a 3j cent, dus
voor 76 millioen kilo niet minder dan ƒ2.470.000,
waarvan een zeer groot gedeelte besteed wordt
aan arbeidsloon en een ander gedeelte aan
hoepels en teenen, welke beide artikelen nage
noeg uitsluitend in Nederland er voor worden
vervaardigd of gekweekt. Een mede niet onbe
langrijk onderdeel is oliede te Delft opge
richte olietabriek heeft aan de margarine
industrie haar ontstaan te danken en is
vermoedelijk geheel athankeljjk van het voort
bestaan der margarine-industrie. Ook van die
olie wordt inkomend recht (0.55 per 100 kilo)
betaald, zoodat het rjjk ook uit dien hoofde
(bjj een invoer van 13 millioen kilo) een bate
heeft.
Wij vleien ons door het bovenstaande eene
juiste schets gegeven te hebben van het belang
dat de Nederlandsche schatkist, de landbouwer
en de werkman heeft bjj den bloei der marga
rineboter-fabrieken.
Yoorwaar, het geldt hier niet alleen een
stap in een o. i. verkeerde richting, het voorstel
is niet alleen onbillijk en onrechtvaardig,
maar het ontwerp bedreigt bovendien in ern
stige mate een hoogst belangrjjken tak van
industrie, welke zeer groote voordeelen oplevert
en veel vertier geeft in menigen tak van bedrjjf.
Wjj verzoeken uwe vergadering daarom
dringend de voordracht der wet te verwerpen".
In Staatsblad no 4-3 is afgekondigd het vol
gende besluit van de staten-generaal in ver-
eenigde vergadering van 2 Mei 1889, krachten"
art. 47 der grondwet
De voorzitter van de Eerste kamer der staten-
generaal
«Overwegende, dat de staten-generaal heden
in vereenigde vergadering hebben genomen het
volgende besluit
«De staten-generaal in vereenigde vergade-
«riDg verklaren dat het in art. 38 der gron-
»«wet omschreven geval heeft opgehouden te
bestaan"
«Gezien art. 47 der grondwet
«Gelast, dat dit besluit, door plaatsing dezes
in het Staatsblad, wordt afgekondigd.
»'s Gravenhage, 2 Mei 1889
«De voorzitter van de Eerste kamer
der staten-generaal,
»W. A. A, J. schimmelpenninck. van der Ol je."
In de gisteren gehouden vereenigde zitting
der Staten-generaal deelde de minister Mackay,
na de genomen beslissing omtrent de hervatting
der regeering door onzen koning, mee dat, nu
dit voor het vaderland verbljjdende besluit was
genomen, de Raad van state, waarnemende het
koninklijk gezag, machtiging verleend heeft
geen verder gevolg te geven aan de den ministers
van justitie en van binnenlandsche zaken ge
dane opdracht tot indiening eener wet tot
voorziening in het regentschap.
Gelijk uit de mededeeling blijkt, gisteren
door den minister van buitenlandsche zaken
in de Eerste kamer gedaan, heeft de Engelsche
regeering geen weerstand geboden aan den
aandrang, door de Royal Agricultural Society op
haar uitgeoefend, en den datum, waarop de in
voer van levend Hollandseh vee in Engeland
was opengesteld 1 Juni drie maanden
dus tot 1 Sept. a. verschoven.
belast met de tjjdeljjke waarneming der con
trole Leeuwarden.
Nog is voor den tjjd van drie jaren gedeta
cheerd bij het wapen der genie van het leger
hier te lande, de eerste-luitenant der genie
A. C. Burgdorffer, van het leger in Nederlandsch-
Indië thans met verlof hier te lande.
Bij kon. besluit zjjn benoemdtot controleur
der directe belastingen, invoerrechten en acc.,
te Utrecht M. A. Bringenberg, thans te Leeu
warden te Coevorden H. W. J. Callenfels,
thans adjunct-coritroleur derzelfde middelen te
Maastrichttot adjunct-controleur derzelfde
middelen te Amsterdam P. A. van de Velde,
ontvanger der dir. bel., invoerr. en accijnzen
te Gennepte Maastricht A. E. F. A. baron
van Ittersum, ontvanger derzelfde middelen te
Groesbeek c. a.
Verder is C. F. L. Mirandolle, adjunct-con
troleur derzelfde middelen te Amsterdam, tevens
Dinsdag verleent de minister van justitie
geen audiëntie.
De verkiezing voor een lid der Tweede kamer
in het district Nijmegen vacature-Reuther
is bepaald op Dinsdag 21 Mei en eene
eventueele herstemming op Donderdag 4 Juni
d. a. v.
De minister van buitenlandsche zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de heer
L. van Riet, consul der Nederlanden te Buenos-
Aires, op een nader aan te kondigen tijdstip,
opnieuw aan zijn departement zal zjjn te spreken.
Geïnteresseerden gelieven zich inmiddels
schriftelijk tot genoemden ambtenaar (adres
departement van buitenlandsche zaken) te
wenden, onder aanwijzing waaromtrent zjj
inlichtingen wenschen te ontvangen.
Te Breda is op 79jarigen leeftijd plotse
ling overleden de vice-admiraal G. C. C. Pels
Rjjcken, oud-minister van marine.
De bij het leger in Oost-Indië gedetacheerde
kapitein der inf. F. W. J. Buys zal voor of op
den llen Mei e. k. met een der stoomschepen
naar Nederland terugkeeren.
De Nederlandsche Rijn- en Centraal-spoorweg
zullen, naar men Terzekert, binnen den tijd
van éen jaar aan de Exploitatie-Maatschappij
overgaan.
Donderdag zjjn wjj deelden dit in het
grootste gedeelte der oplaag van ons vorig
nommer reeds mee door het provinciaal
kerkbestuur van Zeeland tot predikant toege
laten de heeren P. Bokma en H. J. Noteboom,
beiden theol. cand. te Utrecht.
De heer F. Hage, pred. te Wolfaartsdijk,
herdacht Woensdag onder vele blijken van
belangstelling den dag, waarop hij vóór 25
jaar de evangeliebediening aldaar aanvaardde.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Bedrog.
Heden stond terecht E. J. L. N., oud 88 j.*
expéditeut en scheepsmakelaar te Terneuzeu,
ter zake dat hjj in het jaar 1888, in zijne
hoedanigheid van expéditeur en cargadoor te
Terneuzen, twee rekeningen, die bestemd waren
om te dienen tot bewijs van hetgeen hjj in
bovengenoemde kwaliteiten ten behoeve van
Antoon Nielsen, kapitein der Noorsche bark
Carel XV, had uitgegeven, valschelijk en in
strijd met de waarheid heeft opgemaakt doof
daarop te vermeldena. op de rekening geda
teerd Augustus 1888 1". een post voor loods
gelden ten bedrage van f 86.80, terwijl hij
daarvoor in werkelijkheid aan den ontvanger
der loodsgelden slechts had betaald 83.96 j
2°. een post voor het doen opmaken van het
protest, benoeming en beëediging van deskun
digen, benoeming en beëediging van een tolk
en salaris van dien tolk tot een bedrag van
28.30, terwijl hjj daarvoor in werkelijkheid
aan den griffier van het kantongerecht slechts
had betaald 10.90 b. op de rekening geda
teerd 2 November 1888 1°. een post voor loods
gelden ten bedrage van 92.70, terwijl hjj
daarvoor in werkelijkheid aan den ontvanger
der loodsgelden slechts had betaald eene som
van 88.752°. een post voor het doen op
maken van het protest, benoeming en beëedi
ging van deskundigen, benoeming en beëediging
van een tolk en salaris van dien tolk tot een
bedrag van 28.30, terwijl hij daarvoor in
werkelijkheid aan den griffier van het kanton
gerecht slechts had betaald eene som van
10.903». voor eene advertentie in de Ter-
neuzensche courant van 17 October 1888 tot een
bedrag van 5.88, terwijl hjj in werkelijkheid
aan den uitgever der courant daarvoor slechts
had betaald 1.30 en zulks met het oogmerk
om die rekeningen als echt en onvervalscht te
gebruiken, waaruit voor genoemden kapitein
Nielsen nadeel is ontstaan, daar deze de op
de rekeningen voorkomende bedragen aan hen}
heeft uitbetaald.