N°. 92. 132e Jaargang. 1889. Donderdag 18 April. Middelburg 17 April. DE GEWAPENDE NATIE. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere*familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; MIDDELBIIBHE (ill RANT. w Thermometer. Middelburg 17 April. vm. 8 u. 44 gr. m. 12 u 53 gr. av. 4 u. 48 gr. F Verwacht Verand. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te Tholen"W. A. van i Advertentiën Nieuwenhhijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmab te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het - aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gbosjean Co. te Brussel, i zij des avonds nog ïog worden opgenomen ii. (Slot.) Na de in ons vorig opstel medegedeelde opmerkingen geeft Lorand een overzicht van het Zwitsersche stelsel, waar als hoofd beginsel is aangenomen aan alle daartoe geschikte burgers onderricht te geven in den wapenhandel en ze zoo weinig moge lijk van hunne bezigheden af te houden. Voor de mindere soldaten bepaalt de militaire dienst zich bij de oefeningen der recruten- sthool, 45 a 80 dagen, volgens de korp sen, gedurende welken tijd zij het krijgs- onderricht ontvangen en verder, alle twee jaren bij den 18dagen-dienst. De tegenwoordige inrichting dagteekent van het jaar 1874. De herzieningsraden lijven slechts de helft der jongelingen in bij het leger in actie ven dienst, die hun twintigste jaar bereikt hebben In 1877: 13000 op 29000 ingeschre venen. (Zwitserland's bevolking bedraagt maar de helft van de Belgische.) De anderen gaan in de rangen van den landstorm, tenzij zij daartoe verhinderd zijn door volstrekte lichamelijke ongeschiktheid, want de herzie ningsraden zijn zeer gestreng. Gedurende twaalf jaren van 20 tot 32 jaar maken de ingelijfden deel van de keur des legersdan worden ze in de landweer opgenomen en blijven er dertien jaar, van 32 tot 45. De inlijving wordt voorafgegaan door een liehaamsonderzoek en een examen der re- cruten. Dit geldt vooral het lezen, het begrip van het gelezene, een klein opstel, de reken kunde, de aardrijkskunde, de geschiedenis, en de Zwitsersche grondwet. De antwoorden zijn over het algemeen zeer bevredigend er worden gewoonlijk niet meer dan een ten honderd geweigerd, als zijnde ongeletterden of zwakke geesten Degenen, wier antwoorden niet voldoende bevonden zijn, moeten gedurende de recrufen- school een bijgevoegde cursus volgen. Het getal dezer recruten bedroeg in 1882 lOten honderd. Na de keuring en het examen naar de ontwikkeling, en rekening houdend met de resultaten van dit tweeledig onderzoek, wijst de recruteer-officier het korps aan, waarbij de milicien zal dienst doen. Men neemt eerst voor de bijzondere korpsen de miliciens, die zich als vrijwilligers hebben aangegeven, mits zij aan de vereischte voorwaarden voldoen. In Zwitserland worden op alle scholen lager onderwijs is door den Bond tot 12 jaar en door de kantons nog ouder verplichtend gesteld de kinderen vooral in lichaams bewegingen geoefend, teneinde hen voor te bereiden tot de militaire exercitiën. Voor leerlingen van 10 tot 15 jaar is turnen ver plichtend aan elke school moet eene oefe ningsplaats van bepaalde afmeting verbonden zijn en 's jaarlijks moet minstens zestig uur les in het turnen gegeven worden. Van zeventien tot twintig jaren worden de jongelingen des Zondags geoefend in de soldatenschool en de schietoefeningen. Wan neer de onderwijzers hun diensttijd volbrengen, moeten ze allen de onderofficiersschool vol gen, waardoor ze bekwaam worden dit on derwijs te geven, dat vooral gericht is op lichaamsbewegingen. Met zijn twintigste jaar wordt de Zwitser op de controle-boeken geschrevenen de bataljons worden zooveel mogelijk samenge steld uit personen van een en hetzelfde ge west. De grondsteen van den Zwitserschen krijgsdienst is de recrutenschool. Daar leert de soldaat alles, wat hij dient te weten alle twee jaren moet hij een herhalingscursus volgen. De recrutenschool duurt 45 dagen voor de infanterie, 42 voor de vuurwerkma kers en den trein, 46 voor den gezondsheids- dienst, 45 voor de administratietroepen, 50 oor de genie, 55 voor de artillerie en 80 weken, hun het minst schade kan be- voor de cavalerie. De kaders worden 8 dagen vroeger opgeroepen dan de recruten, ten einde een voorbereidende cursus te onder gaan. Tweemaal 'sjaars hebben de oefeningen der recrutenschool plaats, naar gelang de bijzondere conveniëntie der kantons. De mili ciens kunnen een tijd kiezen, wanneer eene stoornis in hunne bezigheden, van zes tot tien rokkenen. Het recruten-onderricht geschiedt in de bondskazernes, welke, met de andere lokalen opzettelijk voor dit doel gehuurd, 26.000 man kunnen bevatten. De onderrichters vormen jaarlijks twee recrutenscholen in elke legerafdeelingthans is er sprake van drie. Alle twee jaren duren de herhalingsoefe ningen van den eersten ban, twaalf dagen voor de cavalerie, en achttien voor de andere corpsen. Zoodra de soldaten deel uitmaken van de landweer worden zij alle vier jaren voor zeven dagen opgeroepen. De oefenin gen der landweer worden insgelijks vooraf gegaan door een voorbereidenden cursus voor de kaders. Die herhalingsoefeningen zijn hoofdzakelijk trapsgewijze manoeuvres, die zich al meer en meer uitbreiden en met groote algemeene manoeuvres eindigen. De officieele verslagen bevestigen de vorderingen, de tucht en de flinke houding der soldaten gedurende die zeer vermoeiende exercitiën, welke het trouwe afbeeldsel van den oorlog zijn. De uitslag is zeer bevredigend, zoowel wat de officieren als de minderen betreft. In vredestijd moeten de Zwitsers alzoo gedurende een tijdsbestek van vijfentwintig jaren slechts 120 dagen dienen bij de infanterie, 160 bij de cavalerie of 140 dagen bij de artil lerie. De soldij bedraagt vijftig centimen daags. Wanneer de recruut in het leger komt, ontvangt hij zijne volledige uitrusting, op maat genomen, en zijne wapens, die hij behoudt en bewaart zoolang hij deel van het leger uitmaakt. Evenmin als er in Zwitserland een staand leger is, is er een korps officieren, die van hun vak een broodwinning maken. Behalve de instructeurs, de hoogere officieren en de bedienden van het militair bestuur, zoekt niemand een bestaan in den krijgsmansstand. Maar het ligt voor de hand dat de personen, die er zich op toeleggen om officier te worden, meer oefenings- en studietijd daaraan besteden dan de soldaten. Zij komen meerendeels voort uit de geleerde of gegoede burgers. Kooplieden, advocaten en leeraars treden bij de infanterie als officier in dienstonder wijzers zijn allen onder-officieren en worden bij de bijzondere corpsen ingelijfd; mannen van geld worden officier bij de cavalerie en ingenieurs in denzelfden rang bij de artillerie of de genie geplaatst. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze regels. Door goeden wil en ijver overwinnen de Zwitsersche officieren, die veel ten hunnent studeeren, tal van moeilijkheden, aan dit organisatie-stelsel verbonden, dat natuurlijk niet door alle specialiteiten op militair gebied in alle opzichten wordt goedgekeurd. De onder-officieren worden benoemd en aangesteld door den kapitein, op voorstel hunner officieren. Elk burger, die tot een graad geroepen wordt, is verplicht dien te aanvaarden. Het departement van oorlog ontslaat de onbekwame officieren. In oorlogstijd mag de generaal de officieren benoemen of ontslaan, zonder aan de gewone bepalingen gebonden te zijn. De officieren krijgen slechts een zeer ge ringe soldij. Het hoofd van het departement van oorlog ontvangt 10.000 fr. per jaar de korpsoversten van 8 tot 6.000 fr. en hunne onderhoorigen naar evenredigheid. De militairen, die niet bestendig aan het oorlogsdepartement werkzaam zijn, worden per dag betaaldkolonel 17 fr.kapitein 9; eerste luitenant 6; luitenant 5; almoezenier 8; adjudant 3sergeant-majoor 2,50korpo raal 1.50 soldaat 50 centiemen. Nog wenschen wij even te wijzen op de groote kwestie, waarop tal van hervormingen en verbeteringen op dit gebied schipbreuk lijden, op die der uitzonderingen. Zooals wij reeds opmerkten belijdt in Zwitserland een groot deel der bevolking den Eoomschen godsdienst en er bestaat ook daar eene ultra- katholieke partij. Toch heeft men de vrij stellingen op de volgende wijze kunnen be palen Volgens art. 2 der krijgswet zijn vrij van dienst gedurende den tijd hunner functien of van hnn ambt onder voorwaarde eene recrutenschool bijgewoond te hebben eningelijfdtezijnbij een legerkorps: de leden van den bondsraad, de bedienden der posterijen en militaire gestichten, de onmisbare bedienden der ziekenhuizen, der gevangenissen, der politie, der douanen, de geestelijken dieniet als almoezeniers bij het leger behooren, de bedienden van spoorwegen en stoombooten, de onderwijzers, indien hun dienst zulks vordert, de leden der bonds-vergadering ge durende den zittijd. Wie om de eene of andere reden (vrijstel ling, toelating, afwezigheid uit het land) zijn militairen dienst niet vervult, is onderworpen aan eene belasting van tenminste 6 fr. en betaalt daarenboven nog 1 fr. 50 per 1000 fr. netto fortuin, en 1 fr. 50 per 100 fr. netto inkomen. Wanneer de fortuin beneden de 1000 fr. is en de inkomsten minder dan 600 fr. zijn, blijft de belasting bepaald op 6 frs. Die militaire belasting mag nooit meer daD 3,000 frs per persoon bedragen. Er wordt rekening gehouden voor de vaststelling dei- belasting van de helft der fortuin van de ouders, tenzij deze reeds eene belasting be talen of onder dienst zijn. Van 20 tot 32 jaar betaalt men heele taxe, van 32 tot 45 halve taxe. Een andere belangrijke kwestie is die der onkosten. In 1887 bedroegen de netto-uitgaven voor het leger in Zwitserland 16 millioen voor den Bond en 1 millioen voor kantonnale uit gaven. Dit was echter een buitengewoon jaar, omdat men iederen dag oorlog ver wachtte. Ten slotte wijst Lorand nog op de groote tegenwerping: het argument der bergen dat gebezigd wordt om het stelsel van Zwitserland voor andere landen als onaannemelijk voor te stellen. De burgerlegers zijn zegt men goed voor Zwitserland, omdat de hooge bergen er eene natuurlijke borstwering vormen, terwijl o. a. het Belgische leger in het open veld zou te strijden hebben. „Hebben zij, die zoo spreken, dan nooit een kaart van Zwitserland bezien," vraagt Lorand? Zij zouden toch moeten weten, dat, al vormt het Alpenge bergte eene natuurlijke grens langs Italië, Zwitserland openstaat langs Frankrijk en Duitschland, eD dat het bewoond gedeelte van Zwitserland eene lange en weinig gol vende vlakte is, schier op heel haar uitge strektheid besproeid door de Aar en de haar toevloeiende waters, en die van het meer van Genève tot het meer van Constans gaat. Het Jura-gebergte is eene grens voor Frank rijk en geenszins voor Zwitserlandde Franschen zouden even gemakkelijk door dringen tot op de boorden van het meer van Neufchatel en van het meer Léman, als de Duitschers tot in de vallei der Aar. De Zwitsers zouden derhalve genoodzaakt zijn den iWlringer in het vlakke veld aan te tasten, en in Uit vooruitzicht nemen zij hunne voorzorgen. Bovendien bevinden hunne twee belangrijkste steden, Bazel en Genève; zich slechts op enkele kilometers afstand van de grens en volkomen onder het bereik van het vijandelijke geschut. Toch zouden die steden niet zonder verdediging mogen ge laten worden. „Onze Maas-vallei is voor het minst zoo oneffen als die der Aar, en binnen kort zal zij door twee ontzaglijke vestingen gesloten zijn, zonder de verschansing van Antwerpen te rekenen, waarop heel de ver dediging zou steunen, en eene machtige borstwering vinden aan de Alpen, waar het Zwitsersch leger zich niet zou kunnen terug trekken, zonder heel het land den vijand over te leveren gelijk dit over eenige jaren in België het geval ware geweest voor ons leger, dat op Antwerpen hadde moeten afzakken en waar niet eens het noodige voor het onderhoud eens legers voorhanden is. Wij wachten ernstiger argumenten; de tegenwerping der bergen houdt geen stand. Wij zullen ons natuurlijk wel onthouden van eene beoordeeling der technische zijden van dit vraagstuk en van de verdediging van Lorand. Meer bevoegden en deskundi gen zij dit overgelaten. Ons doel was tegenover de beweging waarvoor men kort geleden met zooveel agitatie de aandacht vroeg en die men nog schijnt te willen voortzetten, de attentie te vestigen op eene meer vaderlandslievende betooging in België, die ook voor ons land haar eigenaardig en groot belang heeft. Onder de militaire specialiteiten zullen er zijn die daarover de schouders ophalen, onder de politieke agitators die geen woorden ge noeg zullen vinden om haar te veroordeelen Maar het beginsel, dat daaraan ten grond slag ligt, komt ons toch zeer goed voor en de beweging zelve overweging ten volle waard. Een zoo sterk mogelijk, goed leger is een eerste vereischte voor de verdedigbaarheid van ons land. Een bevredigende oplossing van dit vraag stuk is natuurlijk op meer dan eene wijze mogelijkwij zeggen dit den luitenant-kolonel Eland na en eindigen ons opstel met de woorden, waarmee hij zijne lezenswaardige beschouwing over de bekende brochure van den heer Tindal besluit: „Wanneer allen, die reeds voor zich zeiven de beste beant woording meenen te hebben gevonden, dit wilden inzien, dan zou van militaire zijde alleen van de voorstanders der dienstver- vanging bestrijding te verwachten zijn, indien mocht blijken dat de regeering, zich gron dende op den arbeid der staatscommissie, met voorstellen komt, welke aan den eisck voldoen van het noodige en bereikbare te leveren, ook al mochten sommige onderdeelen, bijv, grootte der jaarlijksche lichtingen, oefeningstijd der militie, duur van den mili tieplicht, enz., den een of den ander voor verbetering vatbaar schijnen. Wij zouden dan het hartverheffende schouwspel zien, dat verreweg de meeste schrijvers over mi litaire onderwerpen, door vaderlandsliefde gedreven, zich over de details heenzettend en niet vragend of de regeering, welke de voorstellen indient, wel behoort tot de poli tieke partij, die zij persoonlijk zijn toegedaan, zich als éen man vereenigen om mede te werken aan de zoolang begeerde totstand koming van een regeling der levende strijd krachten, die voldoende waarborgen oplevert voor het duurzaam behoud van ons onaf hankelijk volksbestaan." Bij kon. besluit is aan den heer mr. F. M. C. E. Koksma, advo caat te Sluis, vergunning verleend om, als procureur bij de Arrondissements-Rechtbank te Middelburg, zijn verbljjfplaats te Sluis te blijven vestigen aan den eerste-luitenant. der infanten to ii. j. von Brucken Fock, thano op non-activiteit, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst de kapitein-kwartiermeester A T Vaupel nei ie regiment huzaren, op non-activiteit gesteld de kapitein-kwartiermeester J. F. Gefken, van het korps genietroepenop pensioen gesteld ten bedrage van 1268 's jaars de met verlof hier te lande aanwezige kapi tein der inf. van het leger in N.-I. D. de Yries Reilingh, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei 1889, eervol uit Z. M. mil. dienst ont slagen, met toekenning van pensioen; en de heer H. W- Beekhuis, arts, benoemd en aangesteld tot off. van gezondh. 2e kl. bjj het pers. van den geneesk. dienst van het leger in N.-I. Verder zijn de heeren M. C. Henriquez en J. H. Schotborgh, met ingang van den tweeden Dinsdag van de maand Mei 1889, benoemd tot lid van den kolonialen raad in de kolonie Curasao. Nog is de heer J. P. Hengeveld, gewezen ingenieur 2e kl. bij den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken in N.-I., laatstelijk met verlof hier te lande, op zijn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De heer F. G. Groebe, gezaghebber van St Martin (Nederlandsch gedeelte), is op zijn ver zoek, met ingang van 1 Juli 1889, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met behoud van aan spraak op pensioenen de heer J. H. A. van Daalen, advocaat-generaal bjj het hof van justitie in de kolonie Curasao, is met ingang van laatstgemelde dagteekening, benoemd tot gezaghebber van St. Martin (Nederlandsch gedeelte.) De Berlijnsche correspondent van de N. It. j Crt seintNaar ik hoor, is het aanleggen van eene gesubsidieerde Duitsche stoomvaartlijn op Oost- Afrika voorloopig, in strijd met vroegere mede- deelingen, nog niet te verwachten. Wel echter zijn er zeer gewichtige veranderingen op til in het verkeer met het Oosten over de Middel- landsche zee. Reeds vroeger werd medegedeeld, dat de Duitsche regeering tot bevordering van den handel op den Levant haren steun verleent aan veelomvattende plannen, op den grondslag der inrichting van eenen nieuwen Duitsehen exprestrein naar het Oosten, van Hamburg over Berlijn (met aansluiting van Londen via Vlis singen), Breslau, Budapest enz. In samenhang daarmede zal de nevenlijn BrindisiPort-Said der Australische en Oostaziatische gesubsidieerde vaart van de Norddeutsche Lloyd opgeheven en in de plaats daarvan eene nevenlijn Salonika- Port-Said aangelegd worden. Het is gebleken dat de lijn Brindisi—Port-Said geen voordeel afwerpt, terwjjl door de bovengenoemde ver binding over Salonika bet postverkeer tusschen de Noordduitsche handelssteden en Egypte met achttien uren zou worden verkort. De noodige stappen worden door de regeering reeds geno men, zoodat de nieuwe verbinding, die door de directe aansluiting met Londen via Vlissingen ook voor Holland van belang is, spoedig tot stand zal kunnen komen. Volgens bericbten in een paar bladen houdt de gunstige wending in 's konings toestand aan. De slaap blijft natuurlijk, zonder geneesmid delen. Mr. L. Haffmans heeft zijn ontslag genomen als lid van de Prov. staten van Limburg. De heer Haffmans behoort niet tot de leden, die dit jaar periodiek aftreden, maar stelt zijn mandaat ter beschikking, om het door hetnieuwe kiezerskorps vernieuwd te zien. Kort geleden kwamen in de Amsttrdamnief voor correspondenties uit Almelo over de fabrieken in Twente. Deze zjjn thans als vlugschrift verschenen onder den titelAbuizen of JokkentjesDe beweringen van Domela Nieuwenhuis en Bennink, die door de sociaal democraten steeds de brave Bennink wordt genoemd, worden door feiten weerlegd en de onwaarheid van hetgeen er ten opzichte der fabrieken, met name van den heer Stork, wordt aangevoerd, blijkt uit tal van feiten. Een van de meest treffende voorbeelden is wel de ont zenuwing van een tastbaar en zichtbaar argu ment, door den braven Bennink te berdd gebracht. Deze vertoonde op de groote meeting der sociaal-democraten een meisje van dertien jaar, »dat reeds een paar jaar had aew»'1'1 de weverij van 10 tni 10 ULir> 4 °P baar lijdensweg Kiem der zwakte had overgeërfd van bare moeder, die ook haar beste krachten had moeten afstaan ter bevrediging van den gouddorst der fabrikanten." En xraa nu dat meisje De correspon dent deelt omtrent haar mede Een kind uit het, gezin ueaeiaar, die vroeger pakhuisknecht is geweest, doch ontslagen werd en zich den bedelzak op den rug hing en wiens vrouw nooit de fabriek heeft bezocht. Vader en moeder zijn in Almelo bekend wegens hunne geringe lengte en ook wegens een soort dorst, die nog algemeener is dan gouddorst. Uit den aard der zaak gaat aan den dorst der ouders de onvoldoende voeding van het huisgezin gepaard. Zoo licht die brave Bennink de goegemeen te voor. Uit dit vlugschrift bljjkt verder dat de heer Domela Nieuwenhuis, die in de Tweede kamer zich een aanval veroorloofde tegen de Stor- k e n, nooit de fabrieken der heeren Stork be zocht heeft en nooit persoonlijk kennis genomen heeft van hetgeen door hen voor de arbeiders is gedaan. Van de eischen, op hoogen toon door hem in de kamer gesteld, zijn toch verschil lende een groot eind op weg door de heeren Stork te worden verwezenljjkt. Zoo bjjv. zijn de arbeidsuren in de laatste 25 jaren van 14

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1