flltóiirgsclie Courant
„DE TEHTEi™ SEM."
BIJVOEGSEL
Middelburg 13 April.
Brieven uit de Hofstad.
6 FEUILLETON;
GRANT ALLEN.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
senteerde den bezoeker van de trap te doen
gooien. Deze was echter op alles voorbereid
en haalde een revolver te voorschijn, eischende
dat men hem van het lijf zon blijven. De be
woner van het huis gaf toen eindelijk, om van
den lastigen kerel af te komen, een kleine som
gelds. Maar hoe komt zoo'n blad aan abon-
né's, en waarom heeft het o, zooveel .verkapte"
lezers? Waarom? Omdat het ongelukkig
genoeg den mensch schijnt ingeboren te zijn
met eenige voldoening een medemensch te zien
bevuilenmisschien toont hjj zelf dan des te
schooner, des te beter. Want waartoe anders
die ziekelijke nieuwsgierigheid om te lezen wat
men vooraf weet leugen en laster te zijn, om
te zien neerhalen in het slijk wat men weet
dat rein en goed is Het is wel schande,
dat zulke lasterbladen bestaan en schijnen te
kunnen voortleven. W anneer ieder, die aan
spraak maakt op den naam van fatsoenlijk
mensch, voortaan dat vuil den rug toekeerde,
en niet zoodra hij hoort dat vrienden of ken
nissen over den hekel worden gehaald, onmid
dellijk weten wilde welke en hoeveel drek er
verwerkt werd, dan zouden de dagen van
Argus en Asmodée en dergelijke geteld zijn.
De schoorsteen zou er niet meer rooken bij
gebrek aan brandstof en onze lachende schil
derachtige stad zou met nog meer trots
's zomers zich in haar prachtkleed aan de be
wonderende vreemdelingen mogen vertoonen.
Het verhaal in Recht voor Allen, waarover
ook de Midd. Crt van heden spreekt, gelijkt
ook veel op een stukje uit Argus. Evenwel
is het lang niet geheel leugen, voor het grootste
deel is het zelfs overeenkomstig de waarheid.
Natuurlijk is onwaar, dat de rechters geheim
houding zouden beloofd hebben, en zulks is
duidelijk genoeg, daar de rechterlijke macht
in de geheele zaak niet betrokken is geweest.
Wel waar schijnt echter het feit, dat de be
doelde juffrouw van een dikke vijftig jaren
haar kapitaaltje bij den doctor op lijfrente heeft
gezet en dat die lijfrente slechts over éen week
is uitbetaald, waarna de vrouw is overleden.
Het onderzoek zal moeten uitmaken of de
overeenkomst al dan niet vrijwillig is aange
gaan en of de spoedige dood van de juffrouw
te voorzien was voor haren geneesheer. In dit
geval zou zeker de zaak meer dan ergerlijk zijn.
Knoeierijen vindt men overal. De heer
Schaepman wilde zich tot tolk maken van
hen, die verbolgen zijn over de handelingen
van den minister Keuchenius in zake de pakket
vaart met de maatschappij Holland, waarin
een van 's ministers zonen betrokken is. Langs
een omweg heeft die maatschappij thans gedaan
gekregen, wat haar eerst openlijk is geweigerd
en wel op goede gronden. Daarover wilde de
heer Schaepman den minister interpelleeren,
en geheel onverwachts vroeg hij daartoe verlof,
dat hem werd verleend. De heer Keuchenius
was hiermede alles behalve ingenomen, en hij
had zeker wel eenig recht tot de opmerking,
dat hij die interpellatie niet van] bevriende
zijde had kunnen verwachten. De heer Schaep
man schijnt dit na eenige samensprekingen
met den minister ook te hebben ingezien en
hoeft nu eenvoudig van zijne interpellatie af
gezien den voorzitter der kamer is verzocht
die niet aan de orde te stellen. Het is ge
makkelijk van den minister, maar die loop van
zaken wijst wel op wat al te veel zucht tot
.gemeen overleg."
Men zond ons een Gids voor inleggers hij de
rijkspostspaarbank en voor hen, die het wenschen
te worden, bewerkt door den heer P. J. F. du
Bois, hoofdcommies ter directie dier bank.
Dit werkje zal, vergissen wij ons niet, tegen
zeer billijken prijs algemeen verkrijgbaar worden
gesteld op de postkantoren.
Het lijkt ons een practisch boekje. Beknopt,
maar toch volledig, bevat het alles wat dienstig
kan zijn om het den inlegger bij de rijkspost
spaarbank, in zijne betrekking met die instelling)
zoo gemakkelijk mogelijk te maken; om hem
onder de verschillende omstandigheden, welke
zich bij het inleggen en terugbetalen van gelden
kunnen voordoen,den juisten weg te doen kennen,
dien hjj, ter bereiking van zijn doel, zonder
noodeloos tijdverlies en veel moeite, heeft te
bewandelen. Het werkje kan daarenboven be
vorderlijk zijn, om bestaande onjuiste begrippen
aangaande de wijze, waarop de rijkspostspaar
bank werkt, weg te nemen.
Wij kunnen niet altijd melding maken van
de boekwerken, die men ons zoo overvloedig
ter kennisneming zendt, doch met den Gids
van den heer Du Bois maken wij gaarne een
uitzondering, omdat hier van geen winstbejag
sprake is en hij krachtig kan medewerken tot
bevordering van een groot volksbelang
het sparen.
In het laatste nommer van Uilenspiegel vinden
wij eene plaat, die ons het ministerie toont,
terwijl de premier, in elke hand een lauwertak
dragend, den minister van justitie hulde brengt
nu de arbeidswet tot stand gekomen is. .Geachte
collega zegt de premier gij zijt de eerste
en de eenige uit ons midden, die iets tot stand
brengt. Wij hebben de behoefte gevoeld, u
daarvoor onze hulde aan te bieden O, ik
weet wat gij zeggen wilt. De wijze waarop
uwe wet tot stand kwam, neemt veel van de
glorie weg. Laat dit zijn, maar gij kunt u dan
toch beroemen op het initiatiefen wij wij
bewonderen het in u, dat gij dan toch in elk
geval iets weet te doen."
Gaat de opbrengst der rijksmiddelen vooruit,
de vooruitgang is en blijft niet groot, zegt
liet Vaderland. Maart kwam bijna 2. ton boven
de opbrengst in 1888 en het afgeloopen kwar
taal gaf een avans van 456,000. Aan de
toeneming hadden de meeste middelen deel
van de accijnzen bleven echter wijn, zout en
geslacht nog ten achteren bjj verleden jaar,
gelijk mede van de indirecte belastingen de
hypotheekrechten. De invoerrechten stegen
slechts zeer luttel en de telegrafen brachten
iets minder op. Dat de grondbelasting minder
ruim vloeide, is aan bekende oorzaken te wij
ten. Het is de vraag, of voor posterijen en
telegrafen, die zich de laatste jaren in steeds
stijgende richting bewegen, op dien grond de
raming niet wat roekeloos is geweest; althans
de eerste is nog f 140,000, de tweede 8000
onder de raming.
Wat nu de maand Maart betreft, valt op te
merken, dat de grondbelasting het tekort be-
.gon in te halendat de invoerrechten rijke
lijk vloeiden, 70,000 boven de ramingdat
de zegelrechten evenals de vorige maanden
bijzonder veel opbrachten ƒ275.000 tegen
232.000 verleden jaardat de successierechten
ƒ90.000 lager waren dan verleden jaar; dat
de meeste accijnzen minder opbrachten, ge
slacht zelfs 25.000 minder, doch dat dit
tekort meer dan gecompenseerd werd door de
suiker, die bijna 2 ton meer afwierp.
De Standaard wil geen repristinatie.
Yelen zullen niet weten of zij zei ven het willen
want repristinatie is een aan verreweg de meesten
onbekend woord. Het beteekentherstel van
vroegeren toestand. Dit wil de Standaard niet,
zij heeft gelijk men moet het onmogelijke niet
verlangen. Zij wil alleen maar de oude be
proefde beginselen tot hun recht doen komen.
Dus niet de zaken, maar de oude beginselen.
Daar beginselen niet tot hun recht kunnen
komen dan door toepassing, wordt de bewering
dat zij repristinatie wil, indirect door haar zelve
erkend.
Als een voorbeeld voert zij aan, dat ook zjj
geen uitsluitende staatskerk wil, maar wel eene
bevoordeelde. Het is dus maar eene quaestie van
wat meer of wat minder en alleen de vraag
welken omvang de voordeelen zullen hebben.
Nu vertrouwen wij niet te veel op de beschei
denheid en gematigdheid van hen, die dit be
palen zullen. Belijders van andere kerkgenoot-
schappelijke leerstellingen zullen dan misschien
slechts geduld worden zooals voorheen Toch
wil de Standaard geen reprisitinatie. Arnh.Ct
Bij kon. besl. zijn benoemd tot dijkgraaf van
den Zonnemairepolder J. M. van den Bout Mz.
en tot plaatsvervangend-djjkgraaf van den
Schorerpolder C. Polderdijk.
Yerder is aan A. B. van den Eeckhout op
verzoek eervol ontslag verleend als 2e luit. bij
het 5e bat. rust. schutterij in Zeeland en bij
het 2e bat. van die schutterij benoemd tot 2en
luit. M. J. Goemans, thans schutter.
Nog is het den officier van admin. 2e kl. C.
C. Hammacher toegekende pensioen en ver
hoogd pensioen, ten gezamenlijke bedrage van
ƒ850 'sjaars, met ingang van 1 April voor den
tijd van vijf jaar verlengd.
Bij kon. besluit zijn nog benoemdtot ont
vanger der belastingen te Lemmer J. H. Kog
gekamp, thans te ValKenburg; te GroenlooP.
YA.N DE
TAN
Maandag 15 April 1889, n° 89.
12 April 1889.
Den Haag is een aardige, riante stad, maar
helaas ontsierd door vele vlekjes op haar steeds
nieuw-modisch kleed. Als de vlekjes eens kon
den wordén uitgewischt! Een heel erge vlek
vormen bjjv. de grachten die er nog verre
af zijn van als stroomende rivieren Den Haag
te doorsnijden, en die nu vermoedelijk gedu
rende het badseisoen, dus eenige maanden lang
weer geheel tot stilstand zullen gebracht wor
den, uit vrees, dat het strand zou verontrei
nigd worden. Het is jammer, dat het badseisoen
niet in de wintermaanden valtdan zou het
met-spuien minder erg zijn dan juist in den
warmen zomertjjdMaar men wist nu toch
eenmaal, dat de badgasten in Juli en Augustus
te Scheveningen zijn, en nu mag gevraagd
worden of men niet vooruit heeft kunnen zien,
dat het werk der waterverversching in het
badseisoen zou moeten stil liggendan hadde
men misschien beter gedaan zijn geld in den
zak te houden of althans een doelmatiger uit-
loozing te zoeken. Met onze openbare werken
zjjn wij niet gelukkig. En als nu wat men
op dat gebied doet zooal niet praktisch dan
nog maar mooi ware, dan zou men wel zeer
verkeerdelijk het nut aan de schoonheid op
offeren, maar daarvoor ware toch nog iets te
zeggen, althans meer dan voor dingen die èn
onpraktisch èn leelijk zjjn. En het gemeente
bestuur toont zoo weinig goeden smaak, dat
het inderdaad tot vandalisme overslaat. Het
heeft, naar het schijnt, den dood gezworen aan
boomen en groennu wordt weder op ver
schrikkelijke manier huisgehouden op den
nieuwen Scheveningschen weg, waar hoe
moeilijk het kweeken van houtgewas in een
duinstreek ook zij nu over een groote lengte
de bemanteling wordt ontdaan ten behoeve
van den aanleg van een park, met natuurlijk
o, zulke mooie villa's. Alsof het niet geld
waard is daar als beschutting èn tegen den
zeewind èn tegen de fel op het zand brandende
zon wat geboomte en struiken te hebben
Doch wij behoeven niet buiten de stad te
gaan om vlekjes te ontdekken, om ons te erge
ren. Wat zegt men er wel van, dat hier des
namiddags nog om vier uur in de voornaamste
wjjken en druk bezochte straten de asch- en
vuilnisbakken van stadswege geledigd worden,
zeer ten gerieve van de nieuwe, frissche toi
letjes der wandelende damesNog allerlei
vlekjes zouden zijn aan te wijzen, maar die
beteekenen alle nog maar weinig bij die ééne
groote, schandelijke vlek, die aan het Haagje
kleeft, een vlek, die niet slechts van onkunde
of onverschilligheid of weinig zin voor het
schoone getuigt, maar wijst op een leeljjken
karaktertrek. Ik bedoel de mogelijkheid van
voortbestaan en zelfs van zekeren bloei van
blaadjes, zooals wij er een hier zien uitkomen,
van Argus, die met zijn honderd oogen niets
anders schijnt te zien, dan schandalen, en dan
nog dikwijls schandalen, die niet gebeurd zjjn
doch alleen verzonnen worden om blad en
beurs te vullen, den lezers genoegen te doen
en enkelen zoo mogelijk te vernederen.
De meest gewetenlooze laster en de erger
lijkste aantijgingen worden in die schendblaadjes
verspreid. Men zou zeggen, hoe kan zoo'n blad
bestaan Het antwoord zullen zij kunnen ge
ven, die wel eens bedreigd zijn met de opne
ming van het een of ander minder vleiend
stukjevelen toch hebben er, onbegrijpelijk
genoeg, vrjj groote sommen voor over om de
plaatsing te voorkomen. Soms gaat die afkoop
niet eens vrijwilligzoo bracht onlangs een
kerel van zoo'n schendblad een bezoek bij een
geacht ingezetene, die echter nauwelijks van
het afzetters-voorstel gehoord had of hij pre-
Uil het Engelsch
VAN
HOOFDSTUK IV.
Kr treedt een Iieldin op.
Welken weg?" vroegBlake, stilstaande.
>Dergeljjke beslissingen laat ik altijd aan
het toeval over", antwoordde Le Marchant
luchthartig, weinig vermoedende hoezeer zijn
toekomstig lot van die beslissing afhing, en
hjj wierp een sou in de hoogte. »Laat het lot
beslissen. Kruis rechts, munt linksHet is
kruis 1 Zeg, Ahmed, of Ali, of hoe gij heeten
moogt", ging hij in het Arabisch tot een zijner
volgelingen voort. »Weet gij waarheen dit pad
rechts voert
»Naar den berg van den Beni-Merzong,
excellentie", antwoordde de havelooze Arabier
eerbiedig. >Dat is een goed dorp voor u om
te overnachten. De Beni-Merzongs zijn de be
roemdste vervaardigers van sieraden en aarde
werk onder al de Kabylen.
»Dat is juist wat wij noodig hebben",
ging Le Marchant in het Engelsch voort,
Bftdat hjj het andere voor Blake vertaald had.
»Het toeval heeft ons, als gewoonljjk, goed
geleid. Een heerlijke godheid 1 Laat ons dus
terstond naar de Beni-Merzongs gaan."
Al pratende stak hij den sou, die zjjn lot
beslist had, weer in zjjn zak. 01 kostbare
souGij verdient met het zuiverste goud
verguld, en in een juweelen medaillon om een
dameshals gedragen te worden 1"
Zjj klommen nog steeds langs een smal rots
pad, waar een geit nauweljjks plaats vond om
te staan, totdat zjj eindeljjk, laat op den
middag, in een grjjs, oud dorp kwamen, dat
boven op den top van een kleinen berg lag.
»Dit is Beni-Merzong", zei de Arabier
en schaarde de muildieren op een rjj aan den
ingang der straat. »Hier houdt het pad op.
Wjj kunnen niet verder."
»Laat ons dan rondzien naar een plek
om onze tent op te slaan", riep Le Marchant
uit. »Dat zal hier zeker niet gemakkelijk
gaan. In de woestjjn had men in dat opzicht
altjjd te veel keus, maar hier op die rotsach
tige hellingen zal het moeite kosten om tien
vierkante ellen vlakken grond te vinden."
Na een kwartier jjverig zoeken,niet weinig
belemmerd door de nieuwsgierigheid van
eenige Kabylen, hadden zjj een plek ontdekt,
vlak bjj het huis van het dorpshoofd, in de
schaduw van een lieve, witte graftombe, over
schaduwd door esschenboomen, van wier takken
wilde wingerdranken bevallig neerhingen. Blake
vond het een ideaal van een legerplaats. Rondom
hooge bergen met golvende ljjnen, beneden, diepe
ravjjnen, begroeid met Middellandsche zeeden
nen, altijd groene eiken en Spaansche kastanjes
en in de verte de witte pieken der besneeuwde
Djurjara, die, over de andere bergen heen, in
de avondzon blonken en glinsterden. De schil
der zou daar uren naar hebben kunnen staan
kjjken, en het kostte hem moeite om zich aan
dat heerljjke schouwspel te onttrekken en de
behulpzame hand te gaan bieden bij het pro-
zaische werk van het inslaan der palen voor
de tent en het ontpakken der bagage.
Doch nu was er een heele troep Kabylen
uit het dorp gekomen, die op luiden toon hun
afkeuring over de handelingen der vreemde
lingen te kennen gaven. Zjj waren bljjkbaar
verstoord over de keuze der legerplaats. Le
Marchant kende nog geen woord van hun taal
en was dus niet in staat om met de mannen
te spreken, die evenmin Fransch als Arabisch
verstonden. Het was duidelijk dat die bevol
king hen met grooten weerzin aanzag en dat
het dorpshoofd, die een meisje bjj zich had,
dat zjjn dochter of zjjn vrouw scheen te zjjn,
groote moeite had om te beletten dat zjj hun
afkeer in vjjandige dacten lucht gaven.
Het meisje trok vooral de aandacht der
beide Engelschen. En geen wonder! zulk een
prachtige verschijning hadden zij zelden gezien
Lang en slank, met forsche, welgevormde
ledematen, bijna niet donkerder dan menige
Engelsche dame, doch met een bjjzonder fier
Heetjans, thans te Tubbergente Zwaluwe C.
W. van der Meulen, thans te Kuinerwold te
Maarssen H. C. Berger, thans te Heerlente
Gouda F. H. Thorbecke, thans te Oud-Beierland;
te Sloten J. H. Blankert, thans te Hasselt.
Eervol ontslagen, met dankbetuiging, H. Ham
stra, als ontvanger te Zoltkamp en opgeheven
de ontvangkantoren Zoltkamp en Eenrum.
Zooals wjj in een deel der oplaag van ons
vorig nommer meldden, is de Eerste kamer
bijeengeroepen tegen Dinsdag 23 April, des
avonds te 8 uur, en is, volgens verklaring van
professor Rosenstein en de geneesheeren des
konings, doordat Z. M. in de laatste dagen meer
natuurljjken slaap heeft kunnen genieten, Hoogst
Derzelver toestand eenigszins gunstiger. Bjj
grootere kalmte gevoelt zich de Hooge Ljjder
in het algemeen aangenamer, ofschoon zeer zwak.
Het hof nam, wegens het overlijden van
H. K. H. mevrouw de hertogin van Cambridge,
voor zeven dagen den lichten rouw aan.
Door den minister van oorlog is bepaald dat
de miliciens der lichting van 1888, die voor
het bljjvend gedeelte zjjn aangewezen o. a.bjj
het 3e regement infanterie, tot 26 beptember
1889 onder de wapenen zullen worden gehouden.
Evenals in vorige jaren is aan de Israëlitische
militairen de gelegenheid gegeven om hun
eerlang invallend Paaschfeest ten hunnent te
vierendaartoe is verlof verleend van 1524
April a. s.
Men schrijft ons uit Ylissingen
Vrijdagavond gaf de onderofficiersvereeniging
Vriendschap en Genoegen alhier een tooneel-
voorstelling, met welwillende medewerking van
een drietal dames, ten voordeele van »de oud-
gepensionneerde onderofficieren en minderen
van het leger."
Niettegenstaande het seizoen reeds ver ge
vorderd is en in dezen tjjd van het jaar derge-
ljjke voorstellingen in den regel niet druk
worden bezocht, was nu de zaal van den heer
K 'ijpers geheel bezet.
H»t hoofddeel van het programmaDe Ban
dieten, blijspel in 4 bedrjjven, werd met veel
talent afgespeeldde hoofdrollen, zoowel die
voor heeren als voor dames, werden goed ver
tolkt en het geheel maakte een zeer aange-
namen indruk op het publiek, getuigen de vele
bijvalsbetuigingen.
Ook het nastukje De Tweelingbroeders, bljjapel
met zang in éen bedrijf, werd zeer goed voor
gedragen.
Wjj wenschen de vereeniging geluk met het
behaalde succes, en vertrouwen dat de onder
vonden blijken van tevredenheid, gegeven door
het publiek, dat zelfs de spelers tweemaal
terug riep, een spoorslag voor haar moge
zjjn, om op den thans ingeslagen weg voort
te gaan.
In de pauze werd door den heer Kotte, vice-
president der vereeniging, (thans in burger
betrekking) namens haar, met een harteljjke
toespraak aan ieder der dames een fraai bouquet
overhandigd, terwjjl hjj de hoop uitsprak dat
zjj bij volgende gelegenheden ook weer bereid
zouden gevonden worden hare zoo zeer ge
waardeerde medewerking te verleenen.
Na afloop der voorstelling hield een zeer
geanimeerd bal verscheidenen nog lang bjjeen.
Gaarne maakten wjj van de ons gezonden
uitnoodiging gebruik om de teekeningen te
bezichtigen, vervaardigd door de leerlingen
van de burgeravondschool alhier gedurende
den cursus 18881890.
Zoowel wat wjj zagen van het rechtljjnig
teekenen als van het handteekenen, bewjjst
dat de leerlingen voor dit zoo nuttig vak van
onderwjjs aan aanleg ook grooten lust paren.
Het zou te betreuren zjjn, wanneer onze stad-
genooten niet het bewjjs leverden dat zjj belang
stellen in den arbeid van leeraars en leerlingen
van de burgeravondschool door een druk bezoek
te brengen aan de tentoongestelde teekenen
7<jj zjjn het bezichtigen ten volle waard
Te Scherpenisse werd Vrjjdag de eerste
driemaandelijksche vergadering gehouden van
het onderwjjzersgezelschap op het eiland Tholen-
en schoon gelaat, stond zjj daar als een stand
beeld. Als type geleek zij wel wat op dit
vrooljjke Kabylische meisje, dat zjj aan de
beek gezien hadden, maar haai- houding
was veel voornamer en edeler. Hare trek
ken waren prachtig en uit hare
oogen sprak groote schranderheid Le Mar
chant vond dat er uitzag, als een Spar-
taansche uit den sten tjjd van Sparta even
vrijmoedig als buigzaam, even sterk als schoon.
In het eerst hield zjj zich op een afstand,
als ware zjj bevreesd voor die vreemdelingen
doch toen, na een poos de menigte iets minder
luidruchtig werd, en de pogingen om elkaar te
verstaan eenigermate slaagden, kwam zjj iets
naderbjj en sloeg hunne bewegingen met de.
grootste belangstelling gade.
In den beginne, terwijl de Spanjaard en de
Arabieren hielpen bjj het opslaan van detent,
werd het gesprek onder de reizigers alleen in
geradbraakt Fransch gevoerd en het meisje ver
stond bljjkbaar noch zuiver, noch geradbraakt
Fransch.
Vous ne parlez pas Francaisvroeg Le
Marchantmaar zjj schudde het hoofd en legde
haar vinger op den mond. Hjj ging dus voort
met ontpakken, terwjjl het meisje er naar stond
te kijken, in een schilderachtige houding, met
den arm op den rand der kleine graftombeaf
en toe maakte zjj fluisterend een opmerking
tegen hare landgenooten, die op eenigen afstand
stonden. Men scheen haar met veel ontzag te
Alle plaatsen van het eiland, behalve Tholen,
waren vertegenwoordigd. Na afdoening van
eenige huishoudeljjke zaken werd het le punt
der agendaVreemde woorden in onze taal inge
leid door den heer L. van Koojjen, hoofd der
school te Poortvliet. Spreker toonde achter
eenvolgens aan hoe onze taal zoo wel in de
17e, 18e als 19e eeuw steeds ontsierd en ver
basterd werd door het gebruik van vreemde
woorden. Hjj gaf echter toe dat er zekere
klassen van vreemde woorden waren, die niet
konden geweerd worden bjj gemis aan een
Nederlandschen naam voor die zaak, doch hjj
was van oordeel dat er eene menigte vreem
delingen verbannen dienen te worden. Ter
beantwoording van de vraag op welke wjjze
men het spoedigst van hen bevrijd zou zjjn
gaf de heer Van Rujjven als zjjne meening te
kennen, dat de schrijvers van boeken, tijd
schriften en dagbladen in de eerste plaats de
aangewezen personen waren om de taalzuive
ring ter hand te nemen. Spreker wees er ook
nog op, hoe de Zuid-Nederlandsche letterkun
digen het in dit opzicht verre van hun Noord-
sche naburen winnen, en steeds zooveel mo
gelijk hunne taal trachten zuiver te houden.
Het 2e puntVan het eenvoudige tot het
samengestelde werd ingeleid door den heer
L. v. Langeraad, hoofd der school te St. Maar
tensdijk, die begon met de herinnering hoe
het juist 40 jaar geleden was sedert hjj lid
van een onderwjjzersgezelschap was geworden,
en hjj toen als zjjn eerste onderwerp ook het
zelfde punt had ingeleid. Verder gaf hjj een
beeld van die gezelschapsvergaderingen uit die
dagen. Hjj achtte het echter niet noodig uit
de natuur, de geschiedenis, de waarheid van
het gezegde te staven dat men met het een
voudige moet beginnen, daar dit van algemeene
bekendheid is; en besloot zjjn voordracht met een
toepassing van eene rekenkundige eigenschap
der getallen.
Te Oost- en West-Souburg is tot predikant
beroepen de heer W. Gerritsen, predikant te
Wierden.
Kantongerecht te Goes.
In de zitting van Vrjjdag zjjn veroordeeld
J. de J., A. G., H. T., Heinkenszand, J. V. Wz.,
Kruiningen, P. L., Kapelle, J. H., Coljjnsplaat,
wegens het aanwenden van pogingen om wild
te bemachtigen door middel van een wildstrik,
ieder tot 5 b. s. 4 d. h.J. R., P. G., 's Hee-
renhoek, H. G., 's Heer-Arendskerke, A. H.,
Ovezande, wegens het jagen in gesloten jacht-
tjjd zonder vergunning van den eigenaar of
rechthebbende, ieder tot 2 maal 5 b. s. 3 d. h.
voor iedere boete; W. R., Rotterdam, wegens
het, als gezagvoerder op een stoomboot, met
dat vaartuig niet stoppen voor een brug van
een rjjkskanaal, niettegenstaande het sein daartoe
gegeven was, tot ƒ10 b. s. 5 d. h.N. B.,
N. B., Terseke, wegens openbare dronkenschap
de le tot 3 d. h., de 2e tot 3 maal 3 d. h.
T. C., Wissekerke, wegens het bejagen van
eens anders veld zonder acte, tot 1 b. s. I d. h.;
M. L., Goes, wegens het in strijd met de ver
ordening lateil losloopen van een hond, tot f 3
b. s. 1 d. h.C. L., 's Heer Arendskerke, J. R.,
Heinkenszand, L. Ph. v. O., Hoogerheide, we
gens het zonder vergunning, en zonder daartoe
gerechtigd te zjjn, loopen langs een spoorweg,
ieder tot 1 b. s. 1 d. h.
En ten slotte wegen* Schelde-reglement-over-
treding G. v. K., J. V., M. de W. Gz., A. deW.
Gz., M. v. d. B., Krabbendjjke, ieder tot 2 b.
s. 2 d. h.G. K., Krabbendjjke, J. K.; Th. B.
en C. v. d. B., Yerseke, ieder tot 1 b. s. 1 d. h.
Allen tevens in de kosten.
Prov. blad no 39 bevat het besluit van Ge
deputeerde staten, houdende bepaling van het
aandeel der gemeenten in de lichting voor de
nationale militie van het jaar 1889.
Dat aandeel bedraagt voor
Aardenburg 6, Arnemuiden 3, Axel 7Baar
land 1, Biervliet 8, Biggekerke 3, Borssele 5,
Boschkapelle 4, Breskens 4, Brouwershaven 4,
Bruinisse 7, Burgh 2, Cadzand 3, Cats 2, Clinge
4, Coljjnsplaat 8, Cortgene 2, Domburg en Aagte-
behandelen, als ware zjj iemand van aanzien.
Ongetwjjfeld is zjj de vrouw van het dorpshoofd,
dacht Le Marchant, toen hjj hoorde op welk
een bevelenden toon zjj tot de anderen sprak.
»Geef mij even dat touw aan," riep hjj
eensklaps in het Engelsch tot Blake. »Gauw
want ik moet het meteen om dezen paal binden."
Het mooie meisje keek bjj die woorden met
de grootste verbazing op, en tot niet geringe
verwondering van Le Marchant kwam ze naar
hem toe en gaf hem het touw, zonder eenige
aarieling, alsof hij het haar gevraagd had.
>Het is zonderling hoe vlug die half bar-
baarsche volken een onbekende taal leeren ver
staan", ging Le Marchant hoogst voldaan voort,
»dit meisje begreep aan den toon mjjner stem
wat ik bedoelde, toen ik u om dat touw vroeg,
zonder dat ik er zelfs mjjn hand naar uitge
strekt had."
»Ik kan zelf ook zoo spreken", antwoordde
het meisje in een Engelsch, dat bijna even
goed was als dat van Le Marchant, doch met
een ietwat Oostersch accent. »Ik hoorde n
om het touw vragen en dacht natuurljjk dat
gjj tot mjj spraakt, daarom gaf ik het u. Maar
ik dacht ook", voegde zjj er met aangeboren
waardigheid bjj »dat gij het wel wat beleefder
had hunnen vragen."
"Was het meisje verbaasd geweest dat zjj Le
Marchant kon verstaan, nu was het alsof hjj door
den bliksem getroffen werd, toen hjj haar hoorde
spreken. Hjj kon zjjne ooren niet gelooven.