flltóiirgsclie Courant „DE TEHTEi™ SEM." BIJVOEGSEL Middelburg 13 April. Brieven uit de Hofstad. 6 FEUILLETON; GRANT ALLEN. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. senteerde den bezoeker van de trap te doen gooien. Deze was echter op alles voorbereid en haalde een revolver te voorschijn, eischende dat men hem van het lijf zon blijven. De be woner van het huis gaf toen eindelijk, om van den lastigen kerel af te komen, een kleine som gelds. Maar hoe komt zoo'n blad aan abon- né's, en waarom heeft het o, zooveel .verkapte" lezers? Waarom? Omdat het ongelukkig genoeg den mensch schijnt ingeboren te zijn met eenige voldoening een medemensch te zien bevuilenmisschien toont hjj zelf dan des te schooner, des te beter. Want waartoe anders die ziekelijke nieuwsgierigheid om te lezen wat men vooraf weet leugen en laster te zijn, om te zien neerhalen in het slijk wat men weet dat rein en goed is Het is wel schande, dat zulke lasterbladen bestaan en schijnen te kunnen voortleven. W anneer ieder, die aan spraak maakt op den naam van fatsoenlijk mensch, voortaan dat vuil den rug toekeerde, en niet zoodra hij hoort dat vrienden of ken nissen over den hekel worden gehaald, onmid dellijk weten wilde welke en hoeveel drek er verwerkt werd, dan zouden de dagen van Argus en Asmodée en dergelijke geteld zijn. De schoorsteen zou er niet meer rooken bij gebrek aan brandstof en onze lachende schil derachtige stad zou met nog meer trots 's zomers zich in haar prachtkleed aan de be wonderende vreemdelingen mogen vertoonen. Het verhaal in Recht voor Allen, waarover ook de Midd. Crt van heden spreekt, gelijkt ook veel op een stukje uit Argus. Evenwel is het lang niet geheel leugen, voor het grootste deel is het zelfs overeenkomstig de waarheid. Natuurlijk is onwaar, dat de rechters geheim houding zouden beloofd hebben, en zulks is duidelijk genoeg, daar de rechterlijke macht in de geheele zaak niet betrokken is geweest. Wel waar schijnt echter het feit, dat de be doelde juffrouw van een dikke vijftig jaren haar kapitaaltje bij den doctor op lijfrente heeft gezet en dat die lijfrente slechts over éen week is uitbetaald, waarna de vrouw is overleden. Het onderzoek zal moeten uitmaken of de overeenkomst al dan niet vrijwillig is aange gaan en of de spoedige dood van de juffrouw te voorzien was voor haren geneesheer. In dit geval zou zeker de zaak meer dan ergerlijk zijn. Knoeierijen vindt men overal. De heer Schaepman wilde zich tot tolk maken van hen, die verbolgen zijn over de handelingen van den minister Keuchenius in zake de pakket vaart met de maatschappij Holland, waarin een van 's ministers zonen betrokken is. Langs een omweg heeft die maatschappij thans gedaan gekregen, wat haar eerst openlijk is geweigerd en wel op goede gronden. Daarover wilde de heer Schaepman den minister interpelleeren, en geheel onverwachts vroeg hij daartoe verlof, dat hem werd verleend. De heer Keuchenius was hiermede alles behalve ingenomen, en hij had zeker wel eenig recht tot de opmerking, dat hij die interpellatie niet van] bevriende zijde had kunnen verwachten. De heer Schaep man schijnt dit na eenige samensprekingen met den minister ook te hebben ingezien en hoeft nu eenvoudig van zijne interpellatie af gezien den voorzitter der kamer is verzocht die niet aan de orde te stellen. Het is ge makkelijk van den minister, maar die loop van zaken wijst wel op wat al te veel zucht tot .gemeen overleg." Men zond ons een Gids voor inleggers hij de rijkspostspaarbank en voor hen, die het wenschen te worden, bewerkt door den heer P. J. F. du Bois, hoofdcommies ter directie dier bank. Dit werkje zal, vergissen wij ons niet, tegen zeer billijken prijs algemeen verkrijgbaar worden gesteld op de postkantoren. Het lijkt ons een practisch boekje. Beknopt, maar toch volledig, bevat het alles wat dienstig kan zijn om het den inlegger bij de rijkspost spaarbank, in zijne betrekking met die instelling) zoo gemakkelijk mogelijk te maken; om hem onder de verschillende omstandigheden, welke zich bij het inleggen en terugbetalen van gelden kunnen voordoen,den juisten weg te doen kennen, dien hjj, ter bereiking van zijn doel, zonder noodeloos tijdverlies en veel moeite, heeft te bewandelen. Het werkje kan daarenboven be vorderlijk zijn, om bestaande onjuiste begrippen aangaande de wijze, waarop de rijkspostspaar bank werkt, weg te nemen. Wij kunnen niet altijd melding maken van de boekwerken, die men ons zoo overvloedig ter kennisneming zendt, doch met den Gids van den heer Du Bois maken wij gaarne een uitzondering, omdat hier van geen winstbejag sprake is en hij krachtig kan medewerken tot bevordering van een groot volksbelang het sparen. In het laatste nommer van Uilenspiegel vinden wij eene plaat, die ons het ministerie toont, terwijl de premier, in elke hand een lauwertak dragend, den minister van justitie hulde brengt nu de arbeidswet tot stand gekomen is. .Geachte collega zegt de premier gij zijt de eerste en de eenige uit ons midden, die iets tot stand brengt. Wij hebben de behoefte gevoeld, u daarvoor onze hulde aan te bieden O, ik weet wat gij zeggen wilt. De wijze waarop uwe wet tot stand kwam, neemt veel van de glorie weg. Laat dit zijn, maar gij kunt u dan toch beroemen op het initiatiefen wij wij bewonderen het in u, dat gij dan toch in elk geval iets weet te doen." Gaat de opbrengst der rijksmiddelen vooruit, de vooruitgang is en blijft niet groot, zegt liet Vaderland. Maart kwam bijna 2. ton boven de opbrengst in 1888 en het afgeloopen kwar taal gaf een avans van 456,000. Aan de toeneming hadden de meeste middelen deel van de accijnzen bleven echter wijn, zout en geslacht nog ten achteren bjj verleden jaar, gelijk mede van de indirecte belastingen de hypotheekrechten. De invoerrechten stegen slechts zeer luttel en de telegrafen brachten iets minder op. Dat de grondbelasting minder ruim vloeide, is aan bekende oorzaken te wij ten. Het is de vraag, of voor posterijen en telegrafen, die zich de laatste jaren in steeds stijgende richting bewegen, op dien grond de raming niet wat roekeloos is geweest; althans de eerste is nog f 140,000, de tweede 8000 onder de raming. Wat nu de maand Maart betreft, valt op te merken, dat de grondbelasting het tekort be- .gon in te halendat de invoerrechten rijke lijk vloeiden, 70,000 boven de ramingdat de zegelrechten evenals de vorige maanden bijzonder veel opbrachten ƒ275.000 tegen 232.000 verleden jaardat de successierechten ƒ90.000 lager waren dan verleden jaar; dat de meeste accijnzen minder opbrachten, ge slacht zelfs 25.000 minder, doch dat dit tekort meer dan gecompenseerd werd door de suiker, die bijna 2 ton meer afwierp. De Standaard wil geen repristinatie. Yelen zullen niet weten of zij zei ven het willen want repristinatie is een aan verreweg de meesten onbekend woord. Het beteekentherstel van vroegeren toestand. Dit wil de Standaard niet, zij heeft gelijk men moet het onmogelijke niet verlangen. Zij wil alleen maar de oude be proefde beginselen tot hun recht doen komen. Dus niet de zaken, maar de oude beginselen. Daar beginselen niet tot hun recht kunnen komen dan door toepassing, wordt de bewering dat zij repristinatie wil, indirect door haar zelve erkend. Als een voorbeeld voert zij aan, dat ook zjj geen uitsluitende staatskerk wil, maar wel eene bevoordeelde. Het is dus maar eene quaestie van wat meer of wat minder en alleen de vraag welken omvang de voordeelen zullen hebben. Nu vertrouwen wij niet te veel op de beschei denheid en gematigdheid van hen, die dit be palen zullen. Belijders van andere kerkgenoot- schappelijke leerstellingen zullen dan misschien slechts geduld worden zooals voorheen Toch wil de Standaard geen reprisitinatie. Arnh.Ct Bij kon. besl. zijn benoemd tot dijkgraaf van den Zonnemairepolder J. M. van den Bout Mz. en tot plaatsvervangend-djjkgraaf van den Schorerpolder C. Polderdijk. Yerder is aan A. B. van den Eeckhout op verzoek eervol ontslag verleend als 2e luit. bij het 5e bat. rust. schutterij in Zeeland en bij het 2e bat. van die schutterij benoemd tot 2en luit. M. J. Goemans, thans schutter. Nog is het den officier van admin. 2e kl. C. C. Hammacher toegekende pensioen en ver hoogd pensioen, ten gezamenlijke bedrage van ƒ850 'sjaars, met ingang van 1 April voor den tijd van vijf jaar verlengd. Bij kon. besluit zijn nog benoemdtot ont vanger der belastingen te Lemmer J. H. Kog gekamp, thans te ValKenburg; te GroenlooP. YA.N DE TAN Maandag 15 April 1889, n° 89. 12 April 1889. Den Haag is een aardige, riante stad, maar helaas ontsierd door vele vlekjes op haar steeds nieuw-modisch kleed. Als de vlekjes eens kon den wordén uitgewischt! Een heel erge vlek vormen bjjv. de grachten die er nog verre af zijn van als stroomende rivieren Den Haag te doorsnijden, en die nu vermoedelijk gedu rende het badseisoen, dus eenige maanden lang weer geheel tot stilstand zullen gebracht wor den, uit vrees, dat het strand zou verontrei nigd worden. Het is jammer, dat het badseisoen niet in de wintermaanden valtdan zou het met-spuien minder erg zijn dan juist in den warmen zomertjjdMaar men wist nu toch eenmaal, dat de badgasten in Juli en Augustus te Scheveningen zijn, en nu mag gevraagd worden of men niet vooruit heeft kunnen zien, dat het werk der waterverversching in het badseisoen zou moeten stil liggendan hadde men misschien beter gedaan zijn geld in den zak te houden of althans een doelmatiger uit- loozing te zoeken. Met onze openbare werken zjjn wij niet gelukkig. En als nu wat men op dat gebied doet zooal niet praktisch dan nog maar mooi ware, dan zou men wel zeer verkeerdelijk het nut aan de schoonheid op offeren, maar daarvoor ware toch nog iets te zeggen, althans meer dan voor dingen die èn onpraktisch èn leelijk zjjn. En het gemeente bestuur toont zoo weinig goeden smaak, dat het inderdaad tot vandalisme overslaat. Het heeft, naar het schijnt, den dood gezworen aan boomen en groennu wordt weder op ver schrikkelijke manier huisgehouden op den nieuwen Scheveningschen weg, waar hoe moeilijk het kweeken van houtgewas in een duinstreek ook zij nu over een groote lengte de bemanteling wordt ontdaan ten behoeve van den aanleg van een park, met natuurlijk o, zulke mooie villa's. Alsof het niet geld waard is daar als beschutting èn tegen den zeewind èn tegen de fel op het zand brandende zon wat geboomte en struiken te hebben Doch wij behoeven niet buiten de stad te gaan om vlekjes te ontdekken, om ons te erge ren. Wat zegt men er wel van, dat hier des namiddags nog om vier uur in de voornaamste wjjken en druk bezochte straten de asch- en vuilnisbakken van stadswege geledigd worden, zeer ten gerieve van de nieuwe, frissche toi letjes der wandelende damesNog allerlei vlekjes zouden zijn aan te wijzen, maar die beteekenen alle nog maar weinig bij die ééne groote, schandelijke vlek, die aan het Haagje kleeft, een vlek, die niet slechts van onkunde of onverschilligheid of weinig zin voor het schoone getuigt, maar wijst op een leeljjken karaktertrek. Ik bedoel de mogelijkheid van voortbestaan en zelfs van zekeren bloei van blaadjes, zooals wij er een hier zien uitkomen, van Argus, die met zijn honderd oogen niets anders schijnt te zien, dan schandalen, en dan nog dikwijls schandalen, die niet gebeurd zjjn doch alleen verzonnen worden om blad en beurs te vullen, den lezers genoegen te doen en enkelen zoo mogelijk te vernederen. De meest gewetenlooze laster en de erger lijkste aantijgingen worden in die schendblaadjes verspreid. Men zou zeggen, hoe kan zoo'n blad bestaan Het antwoord zullen zij kunnen ge ven, die wel eens bedreigd zijn met de opne ming van het een of ander minder vleiend stukjevelen toch hebben er, onbegrijpelijk genoeg, vrjj groote sommen voor over om de plaatsing te voorkomen. Soms gaat die afkoop niet eens vrijwilligzoo bracht onlangs een kerel van zoo'n schendblad een bezoek bij een geacht ingezetene, die echter nauwelijks van het afzetters-voorstel gehoord had of hij pre- Uil het Engelsch VAN HOOFDSTUK IV. Kr treedt een Iieldin op. Welken weg?" vroegBlake, stilstaande. >Dergeljjke beslissingen laat ik altijd aan het toeval over", antwoordde Le Marchant luchthartig, weinig vermoedende hoezeer zijn toekomstig lot van die beslissing afhing, en hjj wierp een sou in de hoogte. »Laat het lot beslissen. Kruis rechts, munt linksHet is kruis 1 Zeg, Ahmed, of Ali, of hoe gij heeten moogt", ging hij in het Arabisch tot een zijner volgelingen voort. »Weet gij waarheen dit pad rechts voert »Naar den berg van den Beni-Merzong, excellentie", antwoordde de havelooze Arabier eerbiedig. >Dat is een goed dorp voor u om te overnachten. De Beni-Merzongs zijn de be roemdste vervaardigers van sieraden en aarde werk onder al de Kabylen. »Dat is juist wat wij noodig hebben", ging Le Marchant in het Engelsch voort, Bftdat hjj het andere voor Blake vertaald had. »Het toeval heeft ons, als gewoonljjk, goed geleid. Een heerlijke godheid 1 Laat ons dus terstond naar de Beni-Merzongs gaan." Al pratende stak hij den sou, die zjjn lot beslist had, weer in zjjn zak. 01 kostbare souGij verdient met het zuiverste goud verguld, en in een juweelen medaillon om een dameshals gedragen te worden 1" Zjj klommen nog steeds langs een smal rots pad, waar een geit nauweljjks plaats vond om te staan, totdat zjj eindeljjk, laat op den middag, in een grjjs, oud dorp kwamen, dat boven op den top van een kleinen berg lag. »Dit is Beni-Merzong", zei de Arabier en schaarde de muildieren op een rjj aan den ingang der straat. »Hier houdt het pad op. Wjj kunnen niet verder." »Laat ons dan rondzien naar een plek om onze tent op te slaan", riep Le Marchant uit. »Dat zal hier zeker niet gemakkelijk gaan. In de woestjjn had men in dat opzicht altjjd te veel keus, maar hier op die rotsach tige hellingen zal het moeite kosten om tien vierkante ellen vlakken grond te vinden." Na een kwartier jjverig zoeken,niet weinig belemmerd door de nieuwsgierigheid van eenige Kabylen, hadden zjj een plek ontdekt, vlak bjj het huis van het dorpshoofd, in de schaduw van een lieve, witte graftombe, over schaduwd door esschenboomen, van wier takken wilde wingerdranken bevallig neerhingen. Blake vond het een ideaal van een legerplaats. Rondom hooge bergen met golvende ljjnen, beneden, diepe ravjjnen, begroeid met Middellandsche zeeden nen, altijd groene eiken en Spaansche kastanjes en in de verte de witte pieken der besneeuwde Djurjara, die, over de andere bergen heen, in de avondzon blonken en glinsterden. De schil der zou daar uren naar hebben kunnen staan kjjken, en het kostte hem moeite om zich aan dat heerljjke schouwspel te onttrekken en de behulpzame hand te gaan bieden bij het pro- zaische werk van het inslaan der palen voor de tent en het ontpakken der bagage. Doch nu was er een heele troep Kabylen uit het dorp gekomen, die op luiden toon hun afkeuring over de handelingen der vreemde lingen te kennen gaven. Zjj waren bljjkbaar verstoord over de keuze der legerplaats. Le Marchant kende nog geen woord van hun taal en was dus niet in staat om met de mannen te spreken, die evenmin Fransch als Arabisch verstonden. Het was duidelijk dat die bevol king hen met grooten weerzin aanzag en dat het dorpshoofd, die een meisje bjj zich had, dat zjjn dochter of zjjn vrouw scheen te zjjn, groote moeite had om te beletten dat zjj hun afkeer in vjjandige dacten lucht gaven. Het meisje trok vooral de aandacht der beide Engelschen. En geen wonder! zulk een prachtige verschijning hadden zij zelden gezien Lang en slank, met forsche, welgevormde ledematen, bijna niet donkerder dan menige Engelsche dame, doch met een bjjzonder fier Heetjans, thans te Tubbergente Zwaluwe C. W. van der Meulen, thans te Kuinerwold te Maarssen H. C. Berger, thans te Heerlente Gouda F. H. Thorbecke, thans te Oud-Beierland; te Sloten J. H. Blankert, thans te Hasselt. Eervol ontslagen, met dankbetuiging, H. Ham stra, als ontvanger te Zoltkamp en opgeheven de ontvangkantoren Zoltkamp en Eenrum. Zooals wjj in een deel der oplaag van ons vorig nommer meldden, is de Eerste kamer bijeengeroepen tegen Dinsdag 23 April, des avonds te 8 uur, en is, volgens verklaring van professor Rosenstein en de geneesheeren des konings, doordat Z. M. in de laatste dagen meer natuurljjken slaap heeft kunnen genieten, Hoogst Derzelver toestand eenigszins gunstiger. Bjj grootere kalmte gevoelt zich de Hooge Ljjder in het algemeen aangenamer, ofschoon zeer zwak. Het hof nam, wegens het overlijden van H. K. H. mevrouw de hertogin van Cambridge, voor zeven dagen den lichten rouw aan. Door den minister van oorlog is bepaald dat de miliciens der lichting van 1888, die voor het bljjvend gedeelte zjjn aangewezen o. a.bjj het 3e regement infanterie, tot 26 beptember 1889 onder de wapenen zullen worden gehouden. Evenals in vorige jaren is aan de Israëlitische militairen de gelegenheid gegeven om hun eerlang invallend Paaschfeest ten hunnent te vierendaartoe is verlof verleend van 1524 April a. s. Men schrijft ons uit Ylissingen Vrijdagavond gaf de onderofficiersvereeniging Vriendschap en Genoegen alhier een tooneel- voorstelling, met welwillende medewerking van een drietal dames, ten voordeele van »de oud- gepensionneerde onderofficieren en minderen van het leger." Niettegenstaande het seizoen reeds ver ge vorderd is en in dezen tjjd van het jaar derge- ljjke voorstellingen in den regel niet druk worden bezocht, was nu de zaal van den heer K 'ijpers geheel bezet. H»t hoofddeel van het programmaDe Ban dieten, blijspel in 4 bedrjjven, werd met veel talent afgespeeldde hoofdrollen, zoowel die voor heeren als voor dames, werden goed ver tolkt en het geheel maakte een zeer aange- namen indruk op het publiek, getuigen de vele bijvalsbetuigingen. Ook het nastukje De Tweelingbroeders, bljjapel met zang in éen bedrijf, werd zeer goed voor gedragen. Wjj wenschen de vereeniging geluk met het behaalde succes, en vertrouwen dat de onder vonden blijken van tevredenheid, gegeven door het publiek, dat zelfs de spelers tweemaal terug riep, een spoorslag voor haar moge zjjn, om op den thans ingeslagen weg voort te gaan. In de pauze werd door den heer Kotte, vice- president der vereeniging, (thans in burger betrekking) namens haar, met een harteljjke toespraak aan ieder der dames een fraai bouquet overhandigd, terwjjl hjj de hoop uitsprak dat zjj bij volgende gelegenheden ook weer bereid zouden gevonden worden hare zoo zeer ge waardeerde medewerking te verleenen. Na afloop der voorstelling hield een zeer geanimeerd bal verscheidenen nog lang bjjeen. Gaarne maakten wjj van de ons gezonden uitnoodiging gebruik om de teekeningen te bezichtigen, vervaardigd door de leerlingen van de burgeravondschool alhier gedurende den cursus 18881890. Zoowel wat wjj zagen van het rechtljjnig teekenen als van het handteekenen, bewjjst dat de leerlingen voor dit zoo nuttig vak van onderwjjs aan aanleg ook grooten lust paren. Het zou te betreuren zjjn, wanneer onze stad- genooten niet het bewjjs leverden dat zjj belang stellen in den arbeid van leeraars en leerlingen van de burgeravondschool door een druk bezoek te brengen aan de tentoongestelde teekenen 7<jj zjjn het bezichtigen ten volle waard Te Scherpenisse werd Vrjjdag de eerste driemaandelijksche vergadering gehouden van het onderwjjzersgezelschap op het eiland Tholen- en schoon gelaat, stond zjj daar als een stand beeld. Als type geleek zij wel wat op dit vrooljjke Kabylische meisje, dat zjj aan de beek gezien hadden, maar haai- houding was veel voornamer en edeler. Hare trek ken waren prachtig en uit hare oogen sprak groote schranderheid Le Mar chant vond dat er uitzag, als een Spar- taansche uit den sten tjjd van Sparta even vrijmoedig als buigzaam, even sterk als schoon. In het eerst hield zjj zich op een afstand, als ware zjj bevreesd voor die vreemdelingen doch toen, na een poos de menigte iets minder luidruchtig werd, en de pogingen om elkaar te verstaan eenigermate slaagden, kwam zjj iets naderbjj en sloeg hunne bewegingen met de. grootste belangstelling gade. In den beginne, terwijl de Spanjaard en de Arabieren hielpen bjj het opslaan van detent, werd het gesprek onder de reizigers alleen in geradbraakt Fransch gevoerd en het meisje ver stond bljjkbaar noch zuiver, noch geradbraakt Fransch. Vous ne parlez pas Francaisvroeg Le Marchantmaar zjj schudde het hoofd en legde haar vinger op den mond. Hjj ging dus voort met ontpakken, terwjjl het meisje er naar stond te kijken, in een schilderachtige houding, met den arm op den rand der kleine graftombeaf en toe maakte zjj fluisterend een opmerking tegen hare landgenooten, die op eenigen afstand stonden. Men scheen haar met veel ontzag te Alle plaatsen van het eiland, behalve Tholen, waren vertegenwoordigd. Na afdoening van eenige huishoudeljjke zaken werd het le punt der agendaVreemde woorden in onze taal inge leid door den heer L. van Koojjen, hoofd der school te Poortvliet. Spreker toonde achter eenvolgens aan hoe onze taal zoo wel in de 17e, 18e als 19e eeuw steeds ontsierd en ver basterd werd door het gebruik van vreemde woorden. Hjj gaf echter toe dat er zekere klassen van vreemde woorden waren, die niet konden geweerd worden bjj gemis aan een Nederlandschen naam voor die zaak, doch hjj was van oordeel dat er eene menigte vreem delingen verbannen dienen te worden. Ter beantwoording van de vraag op welke wjjze men het spoedigst van hen bevrijd zou zjjn gaf de heer Van Rujjven als zjjne meening te kennen, dat de schrijvers van boeken, tijd schriften en dagbladen in de eerste plaats de aangewezen personen waren om de taalzuive ring ter hand te nemen. Spreker wees er ook nog op, hoe de Zuid-Nederlandsche letterkun digen het in dit opzicht verre van hun Noord- sche naburen winnen, en steeds zooveel mo gelijk hunne taal trachten zuiver te houden. Het 2e puntVan het eenvoudige tot het samengestelde werd ingeleid door den heer L. v. Langeraad, hoofd der school te St. Maar tensdijk, die begon met de herinnering hoe het juist 40 jaar geleden was sedert hjj lid van een onderwjjzersgezelschap was geworden, en hjj toen als zjjn eerste onderwerp ook het zelfde punt had ingeleid. Verder gaf hjj een beeld van die gezelschapsvergaderingen uit die dagen. Hjj achtte het echter niet noodig uit de natuur, de geschiedenis, de waarheid van het gezegde te staven dat men met het een voudige moet beginnen, daar dit van algemeene bekendheid is; en besloot zjjn voordracht met een toepassing van eene rekenkundige eigenschap der getallen. Te Oost- en West-Souburg is tot predikant beroepen de heer W. Gerritsen, predikant te Wierden. Kantongerecht te Goes. In de zitting van Vrjjdag zjjn veroordeeld J. de J., A. G., H. T., Heinkenszand, J. V. Wz., Kruiningen, P. L., Kapelle, J. H., Coljjnsplaat, wegens het aanwenden van pogingen om wild te bemachtigen door middel van een wildstrik, ieder tot 5 b. s. 4 d. h.J. R., P. G., 's Hee- renhoek, H. G., 's Heer-Arendskerke, A. H., Ovezande, wegens het jagen in gesloten jacht- tjjd zonder vergunning van den eigenaar of rechthebbende, ieder tot 2 maal 5 b. s. 3 d. h. voor iedere boete; W. R., Rotterdam, wegens het, als gezagvoerder op een stoomboot, met dat vaartuig niet stoppen voor een brug van een rjjkskanaal, niettegenstaande het sein daartoe gegeven was, tot ƒ10 b. s. 5 d. h.N. B., N. B., Terseke, wegens openbare dronkenschap de le tot 3 d. h., de 2e tot 3 maal 3 d. h. T. C., Wissekerke, wegens het bejagen van eens anders veld zonder acte, tot 1 b. s. I d. h.; M. L., Goes, wegens het in strijd met de ver ordening lateil losloopen van een hond, tot f 3 b. s. 1 d. h.C. L., 's Heer Arendskerke, J. R., Heinkenszand, L. Ph. v. O., Hoogerheide, we gens het zonder vergunning, en zonder daartoe gerechtigd te zjjn, loopen langs een spoorweg, ieder tot 1 b. s. 1 d. h. En ten slotte wegen* Schelde-reglement-over- treding G. v. K., J. V., M. de W. Gz., A. deW. Gz., M. v. d. B., Krabbendjjke, ieder tot 2 b. s. 2 d. h.G. K., Krabbendjjke, J. K.; Th. B. en C. v. d. B., Yerseke, ieder tot 1 b. s. 1 d. h. Allen tevens in de kosten. Prov. blad no 39 bevat het besluit van Ge deputeerde staten, houdende bepaling van het aandeel der gemeenten in de lichting voor de nationale militie van het jaar 1889. Dat aandeel bedraagt voor Aardenburg 6, Arnemuiden 3, Axel 7Baar land 1, Biervliet 8, Biggekerke 3, Borssele 5, Boschkapelle 4, Breskens 4, Brouwershaven 4, Bruinisse 7, Burgh 2, Cadzand 3, Cats 2, Clinge 4, Coljjnsplaat 8, Cortgene 2, Domburg en Aagte- behandelen, als ware zjj iemand van aanzien. Ongetwjjfeld is zjj de vrouw van het dorpshoofd, dacht Le Marchant, toen hjj hoorde op welk een bevelenden toon zjj tot de anderen sprak. »Geef mij even dat touw aan," riep hjj eensklaps in het Engelsch tot Blake. »Gauw want ik moet het meteen om dezen paal binden." Het mooie meisje keek bjj die woorden met de grootste verbazing op, en tot niet geringe verwondering van Le Marchant kwam ze naar hem toe en gaf hem het touw, zonder eenige aarieling, alsof hij het haar gevraagd had. >Het is zonderling hoe vlug die half bar- baarsche volken een onbekende taal leeren ver staan", ging Le Marchant hoogst voldaan voort, »dit meisje begreep aan den toon mjjner stem wat ik bedoelde, toen ik u om dat touw vroeg, zonder dat ik er zelfs mjjn hand naar uitge strekt had." »Ik kan zelf ook zoo spreken", antwoordde het meisje in een Engelsch, dat bijna even goed was als dat van Le Marchant, doch met een ietwat Oostersch accent. »Ik hoorde n om het touw vragen en dacht natuurljjk dat gjj tot mjj spraakt, daarom gaf ik het u. Maar ik dacht ook", voegde zjj er met aangeboren waardigheid bjj »dat gij het wel wat beleefder had hunnen vragen." "Was het meisje verbaasd geweest dat zjj Le Marchant kon verstaan, nu was het alsof hjj door den bliksem getroffen werd, toen hjj haar hoorde spreken. Hjj kon zjjne ooren niet gelooven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 5