N°. 87. 132e Jaargang. 1889. Vrijdag 12 April. Onze nerveuse eeuw. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen." Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 11 April. NllllirillllN.SIHi: COURANT. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën Nieuwenhttijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmae te Rotterdam, en de firma B. van den Kamt te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het laan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenland: te Parjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Geosjean Co. te Brussel, i zij des avonds nog worden opgenomen Thermometer. Middelburg 11 April. vm. 8 u. 45 gr. m. 12 u 55 gr. av. 4 u. 55 gr. Verwacht verand. wind. F ii. Donkere schaduwen. Volgen wij oen Italiaanschen professor nog eenige oogenblikken, waar hij zijne sombere meening staaft omtrent onze negentiende eeuw, die hij, wilde hij haar in caricatuur schetsen, zou voorstellen met een fieschje melisse thee naast haar en met de hand den pols voelende. Wel is het reeds eenigen tijd geleden dat dr Donkersloot het werk van den hoogleeraar Mantegazza het Nederlandsche volk aanbood, maar het bevat wenken omtrent vraagstukken, die nog wel geruimen tijd aan de orde zullen blijven, en behandelt onderwerpen die licht verspreiden over de z. g. sociale kwestie, welke nog in de eerste jaren zeker niet opgelost zal zijn. De bespreking ervan kan dus altijd nog zijn nut hebbenzoolang die kwestie aan de orde blijften niet het minst in het jaar van het eeuwfeest, dat aller blikken naar Parijs doet riehten, waar het de herdenking geldt van een gebeurtenis, volgens den hoog leeraar, de groote schuldige aan de kwalen van onze heaendaagsche maatschappij. lederen dag nu veroveren sinds dien tijd de zei uwziekten een ruimere plaats in de pathologie van den menseh, en ook alle andere ziekten leveren verschijnselen op van zenuwlijden, welke vroeger niet bekend wa ren of zich althans niet in dien graad openbaarden. Geen arts met eene meer dan gewone dertigjarige practijk, of hij heeft zich van deze groote en bedroevende waarheid kun nen overtuigen. En het werk van Mantegazza zegt ons tevens waarom het aderlaten zoo weinig meer in zwang isde zieken konden vroeger een veel grooter aantal bloedonttrekkingen, alsmede de toepassing van verzwakkende middelen doorstaanthans is meest altijd een versterkende kuur noodig. Zoo verzwakt is ons geslacht. Op geheel onze samenleving drukt het hypochordriesch karakter, een der stand- vastigste verschijnselen van nerveusiteit. En dit zegt niet alleen de hoogleeraar in Italië, ook een Amerikaan, dr Beard, die echter in zijne beschouwingen van overdrij ving wordt beschuldigd, vindt in het Ame- rikaansche leven stof te over om zulke stel lingen te bewijzen. Het ligt natuurlijk niet in onze bedoeling de geleerde heeren te volgen op hun weg, waar zij ons wijzen op het misbruik van sterken drank, van thee, koffie, tabak, en morphine, als oorzaken van nerveusiteit. Dit zijn hoe veelvuldig het misbruik van die artikelen ook moge voorkomen, geen algemeene kwalenen wij bepalen ons het liefst tot de in hun oog groote oorzaak: de algemeene inrichting van onze maatschappij, tot de z. g. sociale en politieke zijde van het vraagstuk. Hoe de professor den staf breekt over de heerschende ontwikkelingszucht weten wij. Het onderwijs, aan onze kinderen gegeven, is, volgens hem, een gedrochtelijk misbaksel van onverduwelijke leerstof, ranzige rethoriek en pedant arcadisme. Het hoofd met datums en getallen op te vullen, talen te leeren die niet gesproken worden, het persoonlijk initiatief, (zelfs studie) te onderdrukken om de autoriteit van namen er voor in de plaats te stellen, met alle krachten en met op offering van het gewoon menschenverstand naar graden van onderscheiding en diploma's te streven, haat tegen de school en de leer aars op te wekken; dat is het doel dat wij bij onze tegenwoordige paedagogische me thode op het oog hebben. Een jonkman, wien het doctors-diploma is uitgereikt, vergelijkt de professor meteen Straatsburger gans, die, op een plank vast genageld, met zware en onverteerbare spijzen wordt volgestopt, en wie men die spijzen met geweld inpropt, als zij niet meer eten wil. Niets heeft meer overeenkomst met de lever van de Straatsburger gans, dan de pedante grondstellingen der in onze eeuw opgevoerde menschelijke hersenen. En niet alleen dat men onze hersenen reeds van d e vroegste kindsheid af te snel en te slecht laat werken, maar geheel de geestesarbeid van onze dagen lijdt aan overhaasting. De spoor baan en de telegraaf zijn twee hoofdoorzaken van onze nerveusiteit; eeu horloge is zelfs een nerveus instrument. Onze litteratuur noemt de hoogleeraar, in verband met de overprikkeling van het publiek, de steel van een oude en afgedankte zweep, die geen uitwerking meer kan doen met haar koord en knopen. Onze huid is zoo vereelt geworden door het streelen met de zweep, dat men er met den steel op los moet slaan om de slagen voelbaar te maken. Hoeveel boeken, hoeveel drama's en gedichten hebben niet reeds de grenzen van de cognac en de absinth overschreden en zijn bereids bij de morphine aangelandDeze nerveu siteit der litteratuur is het werk van de moderne schrijvers. En onze moderne politiek, zij is niet het minst een geweldige en werkdadige factor der nerveusiteit. „In plaats van het onaan tastbare gezag van een of enkele bevoor rechte personeD, hebben wij" zoo luidt de philippica van Paul Mantegazza „het oppergezag gesteld in handen der meerder heid, die wij dagelijks al meer en meer uit strekken, tot ze eindelijk geheel onvoelbaar en onzichtbaar zal zijn." „Het parlementarisme is de in de plaats der autoriteit getreden kritiek; [het is een electromotorisch instrument van zeer inge wikkeld maaksel, in de plaats getreden van het eenvoudige en ligte drijfwerk eener stem die beveelt, en van de menigte die gehoor zaamt." Allen zijn thans geroepen hun stem te doen hooren. „Kiezers of gekozenen, regeerders of geregeerden, dagelijks kritiseerende in de dagbladen, wier medewerkers wij zijn, (en wie is heden ten dage geen journalist of die wij lezen, hebben wij bij onze persoonlijke belangen ook de belangen en de verantwoordelijkheid voor de aangelegenheden van anderen er aan toegevoegd. Om heden ten dage over politiek te spreken, om een minister te beoordeelen en wetten voor te stellen, en hem die regeert te verwenschen en van zijne plaats te drin gen, behoeft men niet met de zeldzame gave van een staatsman ter wereld gekomen te zijn, noch de hersenen met honderden van boeken afgemarteld te hebben. Het is vol doende middelmatig te kunnen lezen (zelfs maar hardop te kunnen spellen) en een enkele cent in den zak te hebben. Zelfs een paar centen zijn nog te veel, want wij kunnen iederen dag een nieuwsblad ter leen ont vangen." Wij, die dwepen met den vooruitgang op het gebied van het parlementair stelsel en met de volkssouvereiniteit, mogen in onze bewondering daarvan vaak tot overdrijving overslaan, de professor slaat toch, dunkt ons, in zijne beschouwing op dit punt niet minder tot uitersten over. En dan de nieuwsbladen ook zij krijgen hun deel van het ongunstig oordeel van den Italiaanschen boetprediker. „Die bladen vervullen in de gedachten- en gevoelswereld des volks dezelfde plaats, als het glaasje met vergiftigen drank dat de arbeider iederen morgen naar binnen giet." Gelukkig echter voor de mindere goden zijn ook de hoogere niet minder schuldig. „De goed geredigeerde en rechtschapene dagbladen, welke zich niet aan de me nigte vjrschacheren, zij die voor de hoogste klasse der maatschappij bestemd zijn, zijn voor de nerveusiteit der lezers nog gevaar lijker omdat zij dezen dwingen te denken, het met zich zeiven eens te worden en aan deel te nemen aan de lotgevallen van alle landen der wereld". Toch treft ons de erkentenis van die zelfde zijde, welke zoozeer uitvaart tegen de politiek en de nieuwsbladen, dat de deel neming aan den politieker! strijd een der edelste eigenschappen is, die een volk kan bezitten, en men daaruit kan waarnemen eene groote mate van energie, en een bewijs dat hersenen en zenuwen groote rijkdommen verbergen. Dat is ten minste als een oase in de woestijn van pessimisme en zwartgalligheid. Op een andere wondeplek legt de professor echter, en wij zeggen terecht zonder te beweren dat zijne vorige opmerkingen onjuist zijn, den vinger. Wij bedoelen de religieuse twisten, die vooral in protestantsche landen worden aangetroffen. In katholieke landen verbiedt het onwankelbare dogma iedere critiek, maar „het protestantisme met zijn onderafdelin gen" en dit zegt Paul Mantegazza zijn Amerikaanschen collega dr Beard na „met de sekten die er uit zijn ontstaan, is een element, dat tot het te voorschijn roepen van zenuwziekten in onzen tijd medewerkt. In nerveusiteit wint een protestantsch land het van een katholiek, omdat in laatstgenoemd de last der religie door de kerk wordt ge dragen, en in protestantsche landen die last drukt op de bijzondere personen zeiven. En wil men ten slotte het gevoelen van den hooggeleerde nog hooren omtrent een hoogst belangrijk vraagstuk van den dag: de vrouwen kwestie, men leze het volgende waarin hij deze beoordeelt en hare tegenwoordige op lossing beschuldigt mede oorzaak te zijn der hedendaagsche nerveusiteit „Vroeger" zoo schrijft hij „bleef minstens de eene helft van het menschelijk gezin van de nerveusiteit verschoond, namelijk die welke de levenskiem van de eene generatie op de andere overbrengt en voedt. „Er was een tijd, waarin de vrouw uit voorzichtig egoisme niet studeerde, niet rookte, niet dronk, bij wie de man, als hij haar naderde, een verfrisschend toevluchtsoord vond, als bet ware een groene graszode op welke hij zich kon neerlaten om rust aan de zenuwen te geven, wanneer ze door het koortsachtig leven, waartoe hij zich vond veroordeeld, uitgeput waren. „De onthouding en de onwetendheid dei- vrouwen waren als een frissche weide, waarop alle nerveusiteit genezen werd. „Thans studeert en drinkt ook de vrouw, thans bedwelmt zich helaas ook de vrouw met alcohol, met koffie en morphine. Ook het moederlijf is een deel der hersenen ge worden, en dat nerveuse moederlijf brengt, tot in het oneindige, steeds nerveuser men- schen voort. „De priesters der katholieke kerk zijn ten minste tot het coelibaat verplicht, doch de vrouwen, wier bestemming het is het men schelijk geslacht voort te planten, hebben thans een allerschadelijkst verbond met boeken, nieuwstijdingen en hartverscheurende drama's gesloten, en de teedere, blanke vingers, die bestemd zijn tot liefkoozen en het voeren van den naald, besmetten zich met zwarte inkt, doorbladeren de wetboeken en willen de gelijkheid der rechten en de ongelijkheid der plichten verklaren." Men ziet: onze moderne maatschappij krijgt er geducht van langs. Zijn er dan tegenover al die donkere schaduwen geen lichtzijden aan te voeren? Zijn tegenover die aanklacht op de beschul digde de XIX eeuw, geen verzachtende omstandigheden te pleiten Gelukkig jaen wij willen dit, gedeelte lijk aan de hand nog van den professor te Pavia, in een volgend nommer doen. Het Handelsblad wjst erop hoe het in het einde dezer maand een jaar geleden zal zijn, dat het tegenwoordig ministerie is opgetreden. Met vreugde begroet door de meerderheid der Tweede kamer en grootendeels ook met welwil lendheid bejegend door de liberale oppositie, heeft het kabinet een zeer benjdenswaardigen toestand gevonden, gelijk in tal van jaren geen ministerie was te beurt gevallen. Met finan- cieele zorgen had het niet te kampenhet vond de schatkist in een staat, welke geen bijzondere voorzieningen, geen buitengewone heffingen noodig maakte. De verkiezingen waren pas afgeloopen en tot het jaar 1861 kon de, stembus behalve in enkele districten weggeborgen blijven. Wel was in de Eerste kamer niet een ministerieele meerderheid ver kregen, maar de gezindheid van dat college was verre van vijandig gebleken. Het ministerie kon dus ernstig aan den ar beid gaan en trachten het tijdperk van stilstand, door een langdurige grondwetsherziening inge nomen, te doen plaats maken voor jaren van handelen. Dat scheen dan ook in zijn voornemen te liggen. De openingsrede van 1 Mei 1888 be loofde een zegen van hervormingen over de natie uit te storten. Een vrij lange reeks van maatregelen werd aan de vertegenwoordiging toegezegd, grootendeels maatregelen van alge- meenen aard, waartoe ook de liberalen gaarne zouden willen medewerken. En van al die hervormingen is tot heden niets gekomen. Zelfs de lang toegezegde, met vreugde door eigen aanhangers verbeide onder- wjsregeling is nog niet verschenen. De belangen van »landbouw, handel en nij verheid" zou de regeering niet uit het oog verliezen. Dit werd in Mei verzekerd. Inder daad is hij de begrooting op enkele maatregelen gerekend, maar van pogingen ten behoeve van den »gedrukten landbouw" is niets gebleken behalve het boterontwerp, dat de eene industrie aan de andere dreigt op te offeren. De uitvoering der grondwet eischt verschil lende wetsvoordrachten. Reeds aanstonds ver klaarde de regeering zich bereid de instelling eener zelfstandige rechtspraak over geschillen tusschen overheid en burgers en een betere regeling van den militieplicht aan de orde te stellen. Van de eerste de administratieve rechtspraak is tot dusver niets verder ver nomen. Voor de nieuwe legervorming is een staatscommissie benoemd, die hare taak reeds voor eenigen tjjd heeft volbracht maar van regeeringswege is geen voorstel ontvangen. Nieuwe teleurstelling De regeering zou ook aan de belastingen hare zorgen wijden. Verzwaring van heffingen was gelukkig overbodig dank zij den gun- stigen uitkomsten van het Hiberale wanbe stuur 1" Z j zou trachten naar bezuiniging en diende een begrooting in, ongeveer als de vorige. Nog andere toegezegde hervormingen op be lastingen bleven achterwege. Van het ministerieel program is, behalve het arbeidsontwerp, nagenoeg niets uitgevoerd. Zelfs van voorbereidingen is al zeer weinig vernomen. Nu zegge men niet, dat de. indie ning van voordrachten is belemmerd door de ziekte des konings. Men kan er zeker van zijn, dat de met de regeering bevriende orga nen wel op die verhindering zouden hebben gewezen, als er inderdaad arbeid van beteekenis gereed was, die enkel op 's konings medewer king wachtte Zoo is dan reeds bewaarheid, wat wij vóór de verkiezingen van 6 Maart 1888 voorspelden, dat de anti-liberalen wel de regeeringsplaatsen konden innemenmaar machteloos zouden bijken de regeering te voeren. Natuurljk, alles gaat zjn gewonen gangde staatsmachine staat niet stil. Maar zj heeft verbeteringen noodig. Daarom is de grondwet herzien daarom moest naar een meerderheid in den een of anderen geest worden gestreefd. Die meerder heid is verkregen. Maar samengesteld uit grootendeels conservatieve elementen, komt zj niet van haar plaats en dient alleen om de liberalen, de hervormingspartj, van de regeering verwjderd te houden. Inderdaad, de kiezers, die een jaar geleden zich door allerlei beloften van hervormingenafschaffen van accjnzen enz. hebben laten overhalen om den clericalen de meerderheid te geven, hebben, nu het jaar bjna om is, wel reden zich over die keus te verheugen 1 Mag dat echter zoo hijven Mogen wj een tweedejaar van stilstand ingaan? vraagt het Amsterdamsche blad, en het antwoordt Ons dunkt, de liberale partj der Tweede kamer behoort thans ernstig te overwegen of nog langer mag worden gedraald en de bewj- zen van de machteloosheid der regeering nog langer worden afgewacht. Waar het ministe rie en de meerderheid stilzitten, daar wordt het allengs de plicht der oppositie, het initiatief 1 e nemen tot de dringendste hervormingen. In de eerste plaats op het gebied der belastingen tot verkrjging van geljkmatiger druk, door opheffing van een of meer schadelijke accjnzen, en door belasting ook van het roerend ka pitaal. »De str jd over den persoonljken dienstplicht heeft" aldus schrjft dr Bronsveld in het April-nummer der Stemmen voor Waarheid en Vrede >het verloop dat ieder, der zake kun dig, had kunnen voorzien. Scheen het een oogenhlik, dat dit vraagstuk verdeeldheid zou teweegbrengen in de gelederen der ultramon- tanen en tusschen de twee clericale groepen, die schjn is thans reeds geweken. Men zal van den persoonljken dienstplicht vooreerst niet veel hooren. Het rumoer, door de Roomsche pers gemaakt, heeft zjn doel be reikt. De minister heeft verklaard, nog niet te kunnen zeggen, wanneer hj met zjn ontwerp gereed zal zjn. En de anti-revolutionairen bijven natuurljk van den persoonljken dienst plicht warme voorstanders, maar zj zullen het aan de Roomschen overlaten te bepalen, wan neer die zaak aan de orde zal komen, 's Lands weerbaarheid, de eischen der billjkheid en al wat gj goeds kunt noemen, het moet wjken voor de wenken der Roomsche kerk. De kerk is de autoriteit. »Zelfs heeft de heer Schaardenburg bij de verkiezing te Dordrecht de Roomsche stemmen moeten koopen door zulke geruststellende verzekeringen omtrent den persoonljken dienst plicht, dat het Roomsche bataljon, ingedeeld bj het kiesdistrict Dordrecht, van zijne bevel hebbers last kreeg, zulk een makken anti revolutionair te stemmen. Ook om die reden verheugt het mj, dat de clericalen te Dordt niet hebben gezegevierd. »Wat er echter nu bljkt waar te zjn van 's heeren Lohmans bewering, dat de anti-revo- lutionnairen volkomen vrj zjn tegenover de Roomschen, kan ieder zien. Die vrjheid be staat daarin dat zj mogen doen, wat de Roomschen goedvinden." Volgens de Brusselsche Ré forme heeft generaal Boulanger in de Belgische hoofdstad in het Hotel Mengelle eene volledige regeering. Naquet is de chef van het kabinet, Dillon ceremonie meester, Rochefort kanselier. Kabihetskoeriers komen en vertrekken met eiken sneltrein, en bj het Credit Lyonnais worden groote sommen omgezet, welker oorsprong en bestemming vol slagen onbekend zjn. En dat alles alleen met het doel om de parlementaire regeering in Frankrjk omver te werpen. Wat doet nu de minister Beernaert? vraagt het bladen antwoordtHj laat zjn kaartje brengen hj den generaal en verklaart aan een Franschen reporter, dat hj Boulanger, zelfs al mocht de Fransche regeering het vragen, niet over de grenzen zal zetten. Die gastvrjheid is schoon en een vrij land als België waardig. Beernaert ziet in Boulanger niet anders dan een kamerlid, dat overhoop ligt met z jne collega's. Maar er ligt ten Noorden van België een landje zegt de Réforme dat ons geen angst kan inboezemen. Een der kamerleden aldaar, die nooit aan zjne regeering de helft van de heleedigingen heeft gezegd, die Boulan ger tot de republiek richtte, iemand die het ook niet eens is met de meerderheid van zjne collega's, maar er niet van spreekt deze allen weg te bezemen, Domela Nieuwenhuis is niet alleen uit België gezet, maar kon zelfs geen verlof erlangen daar eenige dagen te vertoeven om zjn vrienden te bezoeken. De Réforme verklaart dit verschjnsel uit den reactionairen geest der Belgische regeering. Zj vraagt niet Boulanger over de grenzen te doen zetten maar intrekking van de schandeljke wet geving op de vreemdelingen, thans in België geldende. Bj kon. besluit zjn benoemd tót burgen meester: van Weatkapelle J. de Troyevan Arnemuiden C. J. Crucq, secr. dier gemeente j van Nieuw- en St. Joosland C. J. J. A. van Tejlingen j van Oostburg I. van Houtevan 's Heer Abtskerke Z. D. van der Bilt la Motthe, secr. dier gemeente j van Zuiddorpe A. A. van Haelts. Deze benoemingen werden reeds in een deel der oplaag van ons vorig nommer medegedeeld i Verder is benoemd bj de dd. schutterj te Goes tot auditeur bj den schuttersraad W. van Djk, met benoeming tevens tot auditeur bj dien raad van het 3e bat. rust. schutterj in Zeeland. Behalve de gisteren reeds gemelde zjn bj kon. besluit benoemd tot surnumerairs bj den dienst der schatkist A. de Ru jter van Steveninck, te Tiel, en E. H. Bloem, te 's Gravenhagetot ontvanger der belastingen te Zuidhorn J. H. H. Eelsing, thans te Maassluis, met intrekking zjner vroegere benoeming te Grootegastte Blokzjl B. Ribhink, thans te Zwartsluiste Leiden (buitengemeenten) G. W. F. G. Callenfels, thans te Nieuweramstelte Harmeien G. J. van der Wjck, thans te Ommen; te Weesp A. Bruist, thans te Dussente Alkmaar (bui tengemeenten) J. H. A. M. Heinsius, thans te Hellevoetsluis te Groningen (buitengemeenten) H. Veltman, thans te Ternaerdte Ootmarsum G. A. de Stoppelaar, thans te Zundertte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1