LAATSTE BERICHTEN. BUITENLAND. FEUILLETON. Verspreide Berichten. VertooppE enTeipilitiip in Zeeland Musicalia. EEN HERINNERING. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. Burgerlijke stand. Algemeen Overzicht. vormen,die men er in aantreft, niet oneigenaardig eine in Scene gesetzte Fuge genoemd. Waar tot nu toe van Wagner's werken alleen Leitfaden bestonden, die ons bet verband tusschen de motieven en den tekst doen zien, verdient zeker deze poging, om ons de verbinding en de ontwikkeling der motieven in muzikalen zin (de tbematiscbe bewerking) te toonen, aller belangstelling. In de 4de aflevering wordt de 2de akte van Parsifal verklaard, en in een ander nommer vindt men, naar aanleiding van de wederop voering der Maitres Chanteurs in bet Theatre de la Monnaie te Brussel, eene beschouwing over de kwestie der overplanting van Wagner's werken op het Fransche tooneel, waarin op vele moeilijkheden van technischen en decora tieven aard gewezen wordt maar in het algemeen recht wordt gedaan aan de schoonheid dei- muzikale uitvoering en aan het bevattingsver mogen van het Brusselsche publiek. De 5de aflevering brengt ons den origineelen tekst van een operaschets van Wagner die Sarazenin, geschreven voor de kunstenares Schrö- der-Devrient, doch onuitgevoerd gebleven, daar spoedig het beeld van den Putter Tannhüuser geheel Wagners aandacht in beslag nam. Het blad geeft nog »biographische schetsen van beroemde toonkunstenaars, mededeeliDgen aangaande Bayreuth en de Wagnervereenigin- gen, bijdragen tot de muziekgeschiedenis enz". »Wij zullen", zegt de redactie in haar voor bericht, »de banier der kunst omhoog houden, haar tegen alle aanvallen beveiligen, en, het voetspoor van R. Wagner volgend, trachten aan te toonen, dat de kunst, en in dit geval bepaaldelijk de uitoefening der muziek, iets anders moet zijn dan een publieke vermakelijk heid, dan een middel om eene verstrooiing zoekende menigte eenige uren bezig te houden, en dat zij alleen dan, wanneer zij hoog boven het gewone en alledaagsche verheven blijft, in al hare tooverkracht op ons kan werken. Daarom hebben wij ons veroorloofd, op het titelblad van dit tijdschritt, als zinne beeld van ons streven, de afbeelding van den tempel van Bayreuth te plaatsen, waarin de meester aan de geheele wereld met daden getoond heeft, hoe de kunst uitgeoefend moet worden." De naam des heeren mr H. Yiotta als hoofd redacteur waarborgt ons een degelijken inhoud daarom zij het blad ieder, die zich ernstig aan de beoefening der muziek wijdt, en die op de hoogte wenscht te blijven van wat er bij ons en in den vreemde op muzikaal gebied ge wichtigs voorvalt, ten zeerste aanbevolen. De nette uitgave wordt bezorgd door De Erven H. van Munster Zoon te Amsterdam. Wij ontvingen heden de 5e aflevering van het tweede deel van de wet tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenis rechten van den 10 April 1869 [Stbl. no 65) bewerkt door den heer mr S. Gratama Hz., rechter in de arrondissements rechtbank te Middelburg. Met deze aflevering is dit belangrijke en uitgebreide werk, dat uitgegeven wordt door de firma Gebr. Belinfante te 's Gravenhage, compleet. Hans von Bulow scheept zich deze week naar Amerika in om een korte tournée van ongeveer 5 weken door de Yereenigde staten te maken. Yoor den Keulschen dom is uit 's rijks middelen tot heden een som van 6.345.252 Mrk bijgedragenin het geheel is voor den dom van 1842 tot 1880 opgebracht met inbegrip van de dombouwloterij 18.427.552 Mrk. Zooals in het vorig nommer dezer courant reeds vermeld is, was een talrijk auditorium Vrijdag avond in de Schuttershof zaal opgekomen om de uitvoering van de Mattheus-Passion bij te wonen. Eene zoo talrijke schare van belangstellende en aandachtige toehoorders was reeds eene belooning voor al de zorgen en moeite, aange wend om Bach's werk op eene zoo waardige wijze ten gehoore te brengen. Het was geene uitvoering op kleine schaal, neen, alle muzikale krachten, tot zelfs een ze ventigtal der meest geoefende leerlingen der Uit het Noorsch. In een klein havenstadje, waar de zee tussehen de verschillende eilandjes, waarop de stad gebouwd is, doordrong, stond mijn wieg. De plantengroei was niet zoo rijk op die rots achtige eilandjes. Boomen behoorden tot de zeldzaamheden, behalve in de kleine tuintjes, waar zij gekweekt werden tusschen de kleine, armoedige perkjes met goudsbloemen, auricula's en een paar maandrozen ja zelfs toen ver smaadde men de kruisenmunt niet die mij thans zoo onbeduidend en min voorkomen, wanneer ik ze in mijn gedachten vergelijk met de fraaie tuinen, waarin zulke prachtige, wel riekende bloemen prijken, dat een gevoel van afgunst in mijn hart opstijgt. En toch ver blijdden die bescheiden natuurvoortbrengselen het kleine kind in zijn schamele kleeding mis schien evenzeer als die fraaie bloemen de hedendaagsche jeugd, en kreeg het daardoor denzelfden indruk van de scheppende macht; want daarheen werden altijd mijne gedachten geleid, wanneer ik op een bloem wees, die uit de zwarte aarde opschoot. En nog, wanneer ik af en toe met den spoortrein in vliegende vaart langs een armoedig hutje, waarvoor zulk eea bescheiden, bloemperkje prjjkt, stoom, dan zangschool onder het bestuur der zangvereeni- ging Tot oefening en uitspanning waren vereenigd, om tot een goed geheel saam te werkenen wij durven verzekeren dat allen met voldoening en met trots op die uitvoering mogen terugzien. Het is daarom niet meer dan billijk dat we ons beknopt verslag beginnen met onze hulde te brengen aan den directeur, aan de leden van koor en orkest, wier ijver en volharding de uitvoering van Bach's grootste toonwerk hebben mogelijk gemaakt. Neemt men in aanmerking dat dit een der moeilijkste toonwerken voor de koren is, terwijl de vele dubbele koren natuurlijk ook de voor bereidende oefeningen verdubbelen, dan mag gezegd worden, dat vooral in het eerste gedeelte, de koren uitmuntend waren. Het eerste koor in het bijzonder, waarbij het kinderkoor met juistheid en zuivere intonatie de Canus firmus zingt, was naar onze meening een der best ge slaagde en moest het auditorium reeds dadelijk in de goede en vereischte stemming brengen. Was doorloopend in het geheele werk het invallen der koren bijna onberispelijk, te meer jammer was het daarom dat in het tweede gedeelte een paar kleine misvattingen plaats hadden. Onder anderen was het invallen der bassen van het eerste en die van het tweede koor niet geheel en al gelijk. De h capella gezongen koralen waren uit muntend, hoewel zij in het tweede gedeelte niet zoo fraai en niet zoo zuiver klonken als in het eerste gedeelte. Het bestuur had gezorgd voor vier goede solisten. In de eerste plaats vermelden wij de bij ons zoo gunstig bekende heeren Litzinger en Mes- schaert. Men zal zich bezwaarlijk een beter zanger kunnen voorstellen dan de heer Litzinger, die met zijne heerlijke stem de zoo uiterst ver moeiende tenor-partij boven alle beschrijving schoon voorgedragen heefthij is wel de aan gewezen zanger voor de partij van den evangelist; en de roem, dien hij voor de vertolking van die partij tegenwoordig overal inoogst, is zeker wel verdiend. Met niet minder lof moet de heer Messchaert genoemd worden, die, uitstekend bij stem, zijne partij vertolkte met dien ernst en die waar digheid, welke deze partij gebiedend vordert. Met de twee dames-solisten maakten wij voor het eerst kennis en wij kunnen verzekeren dat die kennismaking eene aangename was. Beiden zijn genoeg muzikaal ontwikkeld om de haar toegedachte partijen goed te vertolken. Wij noemen vooral de sopraan en alt-aria's, die zjj beiden op uitnemende wijze zongen. De stemmiddelen van de sopraan-zangeres, mejuffrouw Welcker mogen wel niet zoo glans rijk zijn als die van de altzangeres, mejuffrouw Beek, maar eene kleine ongesteldheid was daarvan misschien oorzaak. Den bariton-zanger, die naast vier zulke goede solo-zangers eene moeilijke en niet dankbare taak te vervullen had, komt zeker een woord van waardeering toe. De toehoorders, die gedurende de geheele uitvoering, wij zouden zeggen eene plechtige stilte in acht namen, toonden bij het einde van iedere afdeeling hunne ingenomenheid door een warm en welverdiend applaus. Bij het einde van het concert werd, zooals reeds gemeld is, den directeur eene ovatie gebracht. Hem werd een lauwerkrans aange boden, zooals wij later vernomen hebben, uit naam van den geachten en kunstminnenden burgemeester van Middelburg. Een herhaald applaus van het publiek was wel het beste bewijs van instemming met deze voor den heer Cleuver zoo vereerende en vleiende attentie. Ook alle medewerkenden,op het orkest vereenigd, bewezen op ondubbelzinnige wijze hunne waar deering en erkentelijkheid voor die hulde, hun directeur bewezen, maar wij gelooven dat ook een deel dier hulde hun toekwam en dat hij, die zoo beleefd was bovenal den leidsman te lauweren, tevens zijne erkentelijkheid heeft willen bewijzen aan alle medewerkenden voor deze zoo goed geslaagde uitvoering. Op de Zaterdag door het Onderwijzers- gezelschap te Goes gehouden vergadering, werd de nieuwbenoemde arrondissement-schoolop ziener, de heer Ph. M. van der Mandere, ge complimenteerd door den voorzitter, D. Moojen, voel ik weer iets van die oude, kinderlijke verrukking, met stillen weemoed vermengd. Maar al was alles klein op die eilanden, waar de eene buur een heel eind van den anderen afwoonde, en al vond men slechts éen tamelijk rechte straat op het eiland, waar mijne ouders woonden, waar evenwel nooit hoefge trappel of wagengerammel gehoord werd omdat er geen paard op het eiland was er was des te meer leven en bedrijvigheid aan de baai, die zoo vaak van uiterlijk veranderde, waar grootere en kleinere zeilschepen elkaar onophoudelijk kruisten, fraai beschilderd en vaak getooid met een wapperende vlag aan den ach tersteven en wimpels aan de toppen der masten, behalve al de stil liggende visschersschuiten en groote schepen aan de steigers tusschen de drie eilanden; en die zagen er wat fraai uit, als de zeilen in top geheschen waren om in de zon te drogen, terwijl aan alle kanten het vroolijke gezang der flinke matrozen weerklonk onder het ophijssehen der schatten, die zij uit het buitenland medebrachten, of onder inladen der kostbare visch, die vervoerd moest worden. Neen, dat was altijd een leven, een beweging en het viel mij niet moaielijk om er naar te kijken, want ons huis lag met de voorzijde naar de zee gekeerd. Ik weet nog heel goed, dat ik, toen ik nog zoo klein was dat ik op een stoel moest klim men om uit het venster te zien, 's morgens en 's middags steeds stond te kijken naar mijne broeder», die eenige jaren ouder waren dan ik die hoopte, dat tusschen den nieuwen titu laris en de onderwijzers van diens arrondis sement, inzonderheid die van het gezelschap, een vriendschappelijke band mocht ontstaan, wel ke strekken mocht tot den bloei der vereeniging en tot heil van het onderwijs en de onderwijzers. De heer Van der Mandere dankte voor den welkomsgroet en gaf de verzekering van zijne belangstelling in het genootschap, waarvan hij de vergaderingen meermalen hoopte bij te wonen. Ingekomen was een brief van den districts schoolopziener, den heer mr. C. de Witt Hamer, waarin hij het eerelidmaatschap der vereeniging, hem in eene vorige vergadering aangeboden, volgaarne aannam en de beste wenschen voor de vereeniging uitsprak. Als spreker trad op de heer D. Hullu, die tot onderwerp had gekozen Kwakzalverij. Op allerlei gebied wees hij dit kwaad met den vinger aan, zóó zelfs, dat hij kon eindigen met het gezegde: Ieder is een kwakzalver in zijn nering". Deze, hier en daar humoris tische lezing gaf aanleiding tot een opgewekte discussie. Op aangename wijze werd de vergadering verrast door het zingen van een drietal zang stukken, met pianobegeleiding, door eenige leden van het gezelschap. Voor den cursus 18891890 bij de rijks normaallessen te Axel heeft zich het groote getal van dertien nieuwe leerlingen aangeboden, en wel acht mannelijke en vijf vrouwelijke kweekelingen. Met genoegen wijst de Axelsche courant hierop, als een bewijs voor de behoefte welke aan deze inrichting blijkt te blijven bestaan. Mej. P. J. W. Geelhoedt, onderwijzeres in de nuttige handwerken te Huissenspolder (Zaamslag), heeft met ingang van 1 April e. k. eervol ontslag uit die betrekking aangevraagd. Het bestuur der kweekschool voor onder wijzeressen te Arnhem doet een beroep op den geldelijken steun van allen, die het voort bestaan gewenscht achten van een inrichting, welke, sedert 1859 bestaande, blijkens hare gestadige uitbreiding, in eene werkelijke be hoefte voorziet. De inkomsten, meent het bestuur, moeten vermeerderd worden met een bedrag, ongeveer overeenkomend met de tot dusver genoten rijkssubsidie 7000). Belangrijke bezuinigingen toch kunnen niet in toepassing worden gebracht, en de andere stap, om tot vermeerdering van inkomsten te geraken verhooging van school geld. is reeds gedaan het schoolgeld dei- internen is met 30, dat der externen met f 15 opgeslagen. Eene meerdere jaarlijksche bate van f 2000 is daarvan te verwachten, maar met die verhooging is de uiterste grens bereikt, waartoe in deze richting kan worden gegaan, zonder het doel der instelling te mis kennen. Wie haar dus steunt doet een goed werk. Wij ontvangen nog eenige berichten omtrent de opbrengst van inzamelingen, op verschillende scholen in Zeeland gehouden ten behoeve der nagelaten weezen en weduwen van Belgische loodsen te Vlissingen. Wij kunnen van die alle geen melding maken en bepalen ons daarom tot het algeraeene bericht dat het goede voor beeld op tal van scholen navolging vindt. Van bij ons ingekomen bedragen van dergelijke collecten maken wij op een andere plaats in ons blad melding. In de buitenhaven te Hansweert is heden nacht gezonken de Nederlandsche poonschuit Be vrouw Sara, schipper Van den Boogaert, van Tholen, komende van België met een lading metselsteen. Men zal heden met laagwater beginnen de lading uit 't schip te halenhet vaartuig is verzekerd. De heer A. Bevin, geagreëerd klerk op het vereenigd post- en telegraafkantoor te Hulst, is met ingang van 16 dezer geplaatst als adsistent op hetzelfde kantoor te Yerseke. Een os, die naar Hoedekenskerke gebracht werd om verder per boot vervoerd te worden, verschrikte en verdwaalde in zijn woeste vaart tot op Kloetinge. Hier werd hij teruggejaagd, en, op den 's Gravenpolderschen straatweg ge komen, op verzoek van den bezitter, een vee- kooper, door een arbeider doodgeschoten. On gelukken hadden hierbij niet plaats. Niet onaardig is het soms te weten, wat en dagelijks naar een van de andere eilanden dan dat waarop wij woonden naar de zoo genaamde groote school gingen, of naar mijn vader die vrederechter was, en dikwijls op het grootste eiland moest zijn, omdat zich daar de kerk en het raadhuis bevonden. Hij staat mij nog zoo levendig voor den geest, wanneer hij in een vliegenden storm (want hij ontzag weer noch wind om zijne plichten nauwgezet te vervullen) achter in de boot zat, met zijn bruine pijekker met de vele kleine knoopjes over zijne schouders, en zelf het roer bestuur de, terwijl het schuim over den rand der boot spatte en de golven haar op en neer deden dansen, dat de kiel zichtbaar werd. Maar ik was zelden bang, want wij werden zoo ver trouwd met booten en golven, dat ik vaak zeker niet zonder gevaar naar beneden kroop in onze boot, wanneer die aan de trap vast- gemeerd lag, in plaats van opgeheschen te zijn aan den paal, die aan den steiger beves tigd was, en waarhij dan het water mij om de voeten klotste. Een dag kan ik echter nooit vergeten want toen gebeurde er iets dat al onze blikken met den grootsten angst op de zee vestigde, niettegenstaande die zoo glad als een spiegel voor ons lag en met geen onheil dreigde. Het was even na het etenmijn broeders waren met hun vischtuig naar den steiger gegaan en vader deed zijn middagdutjemoeder, die daar nooit behoefte aan had, ging het huis uit om naar haar tuintje te kijken. Daardoor er in sommige Protestantsche kerken al in de armenbus gevonden wordt. Zoo zag een mun- tenverzamelaar te Zaamslag in den laatsten tijd uit die bus zijne verzameling toenemen met een oud-Hollandsch kwartje, een dito dubbeltje, een Noorsch zilverstukje van 10 ore, een zilverstukje van de stad Deventer (jaartal 1687) en een dertigtal verschillende uitland- sche, alsmede niet meer gangbare Hollandsche koperstukken. Twee personen, woonachtig in den kleine Huissenspolder, onder Zaamslag, zijn op weg berucht te worden, daar thans weder als 't ware een moordaanslag is gepleegd door den eenen, wiens buisvrouw inwoont bij den anderen. Met een mes viel hij zijn tegenpartij aan, die daarop poogde te onvluchten in de woning van zijn broeder, waarvan echter de deur gesloten was. Tot zelfverdediging lostte hij toen een revol verschot, dat evenwel zijn doel miste. De zaak is in handen der politie. Te Biervliet is weder een diefstal van eenden gepleegd, thans bij den landbouwers L. in den Beukelspolder en bij v. d. H. in den Helenapolder. De diefstal gebeurde 's nachts en met braak, want de vogels zaten goed ver zorgd in een gesloten hok. Van 9 tot 11 Maart. Middelburg. OndertrouwdJ. van Gilst, jm. 22 j. met J. M. Collet, jd. 19 j. Bevallen J. W. Simons, geb. Peek, d. Overleden: P. M. Lorier, z. 7 j. J. C. Ver hagen, wed0 van J. P. Textor de Vries, 89 j. Van 2 tot 9 Maart. Goes. GehuwdJ. Wingender, jm. 25 j. met M. J. Kuiper, jd. 24 j. A. Cense, jm. 24 j. met L. Reijnhout, jd. 23 j. BevallenA. Verbeent, geb. Steenbakker, d. A. Kopmels, geb. Geudeke, d. J. Dirkse, geb. Cornu, d. E. J. Reijerse, geb. Milhous, d. A. Verplakke, geb. Zweedijk, z. G. J. v. d. Reit, geb. Kien, d. OverledenJ. Boom, man van M. Delneij, 35 j. C. Reijnhout, vrouw van W. Goossen, 64 j. A. A. Meijers, ongeh. z. 29 j. C. Kuzee, ongeh. z. 36 j. Zierikzee. BevallenM. Verschuur, geb. Berrevoets, d. W. de Graaf, geb. Berrevoets, z. M. L. Dikschei, geb. Kerscheling, z. C. Leeuwe, geb. Muste, z. J. J. de Jonge, geb. Heitman, d. (levenl.) Eerstdaags zal een begin worden gemaakt met het onderzoek naar den aard van het drinkwater in ons land, waartoe in de alge- meene vergadering der Nederlandsche Maat schappij ter bevordering derpharmacie ten vorigen jare werd besloten. Het plan bestaat om hier te lande eene hypotheekverzekering-maatschappij op te richten. Reeds is men met die zaak zeer ver gevorderd. Deze maatschappij zal zich ten doel stellen de gesloten hypotheken te verzekeren tegen de schade, die het onderpand bij gedwongen ver koop mocht lijden. Bovendien zou deze maat schappij zich bezig houden met het incasseeren der interessen en het administreeren van de panden. Verder wil men vooreerst niet gaan. (De Verzekeringsbode.) Uit het Westen van Engeland wordt van groote overstroomingen melding gemaakt. In de »tad Taunston steeg het water tot de eerste verdieping der huizen. Vele huizen stortten in en verscheidene personen verdronken. Bristol staat eveneens gedeeltelijk onder water. In Zuid-Rusland heeft in de laatste drie dagen een verschrikkelijke storm gewoed. De spoorweggemeenschap met Oostenrijk is ge stremd en alle schepen in de Zwarte zeehavens moeten binnen blijven. Veere. In den afgeloopen nacht hebben onbekende daders bij A. Adriaansen, wagen maker alhier, vjjf kippen en een haan de koppen afgehakt en ze vervolgens medegenomen doch de koppen laten liggen. Verder zijn bij J. H. Brouwer alhier eenige glasruiten ingeslagen. Van een en ander is bij de politie aangifte gedaan. Oostburg:. Heden had alhier door den burgemeester ten raadhuize, ten overstaan van den notaris C. Le Nobel, de openbare ver pachting bij inzet en opbod plaats van de tollen op den weg van Breskens naar Groede, van Groede naar Nieuwvliet, van Schoondijke naar IJzendijke en van Oostburg naar Zuid- zande. merkte zij dat een mijner broeders zijn lijf zoo ver mogelijk over den steiger uitstrekte en riep »Hou je vast aan de plank, hou je goed vastEn daar zij door den afstand die woor den slechts onduidelijk vernam snelde zij met onbegrijpelijke snelheid de 72 treden af, die naar de zee leidden en hield niet stil, voordat zij met den eenen voet in het water was. Bij het naar beneden gaan had zij namelijk den krullebol van mijn oudsten broer in het oog gekregen, een heel eind van de wal, en zij zag hoe hij zich zoo goed mogelijk vastklemde aan een plank, die mijn andere broer hem toegeworpen had. Toen zij het water aan hare voeten voelde kwam zij tot bezinning, keerde om, totdat zij op den steiger was en liep daar wanhopig rond, om hulp roepende, zoodat mijn vader er van ontwaakte. Op dien tijd van den dag was er bijna geen enkele schuit in de baai slechts éen oude visscher lag ver van de wal met zijn hengel en verder was er niemand te zien dan een boot met half be schonken boeren, die de stad verlieten. Zij roeiden vlak langs ons heen, maar letten niet op onze noodkreten, 't geen moeder hoe langer hoe wanhopiger maakte. Mijn vader en de bedienden, die natuurlijk terstond naar den steiger gesneld waren, begonnen dadelijk met de boot, die opgeheschen was, neer te laten, maar het was alsof de touwen betooverd waren, niemand kon ze loskrijgen. Intusschen hadden de noodkreten onze naaste buren bereikt en die hadden ook het gevaar De verpachting geschiedde voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Mei 1889. De verschillende tollen werden ingezet als volgtdie op den weg van Breskens naar Groede op f 1300 door Izaak du Mez; die op den weg van Groede naar Nieuwvliet op 320 door A. de Reu die op den weg van Schoon dijke naar IJzendijke (1ste) op 500 door Abr. Martijn die op den weg van Schoondijke naar IJzendijke (2de) op 420 door Sara Faro en die op den weg van Oostburg naar Zuidzande op 620 door Fr. Haartsen. Alles per jaar. Amsterdam. In de heden gehouden ver gadering van de Koninklijke academie van wetenschappen, afdeeling letterkunde, bracht de commissie ter beoordeeling van de in het ver- loopen jaar ingekomen Latijnsche prijsverzen voor de gouden medaille (waarde ƒ200) uit het legaat-Hoeufft repport uit. Daaruit bleek dat van de negen ingekomen verzen geen enkel het eeremetaal werd waardig gekeurd. Madrid. De loopende geruchten omtrent een ministerieele crisis zijn ongegrond. Rome. De instelling van een afzonderlijk ministerie voor posterijen en telegraafdienst is aangenomen. Dal am. Plaats. Voorwerpen. lnforrnatiën 12 Maart Aardenbnrg, Herberg, Be Graaff. 14 Vlissingen, Panden, Leenbank. 15 Wolfaartsdijk, Inspan, Pilaar. 15 Middel bu rg, Planten enz., Notarishuis. ir Breskens, Hotel, Haminaeher. 19 Terneuzen, verp. Vesting- Ontv. reg. en gronden, dom. Hulst. 19 Vlissingen, Huis, De Wolff. 19 Middelburg, Meubels, Balans 4. 19 Vlissingen, Meubels, De Wolff. 20 Gapinge, Hofstede, Tak. 21 Middelburg, H uis, Verbuist en Verhey. 22 Middelburg, Koffiehuis, l)e V os 22 Biggekerke, Huis en land, Tak. Door de Fransche regeering is een maatregel genomen, welke door den een een blijk van moed, door den ander een daad van lafhar tigheid wordt genoemd. Wij bedoelen de intrekking van het besluit tot verbanning van den hertog van Aumale. Men herinnert zich dat deze prins van Orleans buitengesloten was van de verbanningswet betrekkelijk de prinsen. Eerst nadat de hertog een onheuschen brief aan den president Grévy had geschreven, maakte deze gebruik van de hem verleende bevoegdheid en vaardigde een besluit uit, waar- bjj ook den hertog van Aumale het verblijf op Fransch grondgebied werd ontzegd. Na dien schonk hij aan Frankrijk zijn kasteel Chan- tilly met zijn vele kunstschatten. Herhaaldelijk was er sprake van intrekking van het ver- banningsbeslnit voor dezen prins, zelfs onder het radicale ministerie Floquet. De laatste maal o. a ter gelegenheid van de verkiezing te Parijs op 27 Jan. 11., indien de republikei nen gezegevierd hadden. Wat vooral bij de regeertng gewogen heeft, is de houding van den hertog ten opzichte van Boulanger hij heeft zicb hierin volkomen afge scheiden van de politiek van zijn neef, den graaf van Parijs. Hoe Boulanger juist tegen over den hertog van Aumale, zijn chef en wel doener, zijn beginselloosheid heeft aan den dag gelegd is bekend. Na de schriftelijke beloften van eeuwige dankbaarheid, later door noC brau général met stalen gezicht verloochend doch helaas voor hem door de dagbladen onder de oogen van het publiek gebracht, was het Bou langer, toenmaals minister vanoorlog, die mede besloot tot de verbanning der prinsen. Hoe nu oordeelen de Parijsche bladen over het besluit der regeering Eenparig juichen de gematigde republikeinsche organen den maatregel toe de radicalen daarentegen, wat blijkt uit de interpellatie van Camille Pelletan meenen er een nieuwe poging van de oppor tunisten in te zien tot toenadering tot de monarchisten. De Boulangistische bladen leggen zekere reserve aan den dagook de monarchis tische bladen bevinden zich in een lastig dilemma, want de opheffing van hetverbannings- besluit van den hertog van Aumale moet hun bemerkt, waarin mijn arme broeder verkeerde. Er werd onmiddellijk een boot uitgezet, maar die zou toch te laat gekomen zijn, indien niet de oude visscher, die tot mijn schrik een paar maal over hem heen roeide, hem eindelijk bij zijn kraag gepakt en boven water gehouden had meer kon de stakkerd niet doen totdat de buren met hun boot hem te hulp kwamen. Hij gaf geen teeken van leven, toen hij aan land gebracht werd en stokstijf onder in de boot lag, het schuim stond hem op den mond, maar dat gezicht werd mijn moeder gelukkig bespaard door een oude, trouwe dienstmaagd, die snel voor haar trad en het met haar voor schoot afdroogde. Vader hielp zelf mee om hem in huis te dragen, waar men hem op een tafel legde en bewerkte totdat hij al het overtollige zeewater, dat hij ingekregen had, kwijt was. Het eerste teeken van leven bracht een »God zij geloofdop aller lippen en dat woord kon nooit inniger en warmer geklonken hebben dan op dat oogenblik. Ik liep onrustig heen en weder en keek tusschen de lieden heen, die om de tafel stonden, waarop mijn broeder lag om te zien hoe alle» toeging. Later toen hij uit een wel- dadigen slaap ontwaakte, herinner ik mij, dat ik bij zijn bed zat, als vastgenageld aan mijn bankje. Ditmaal was hij gelukkig aan het booze ele ment ontrukt, dat dreigde zijn levensdraad reeds in-1 de jeugd af te snjjden, doch later,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2