LAATSTE BERICHTEN.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Verspreide Berichten.
VertooppE enTeipilitiip in Zeeland
Musicalia.
EEN HERINNERING.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Burgerlijke stand.
Algemeen Overzicht.
vormen,die men er in aantreft, niet oneigenaardig
eine in Scene gesetzte Fuge genoemd.
Waar tot nu toe van Wagner's werken alleen
Leitfaden bestonden, die ons bet verband tusschen
de motieven en den tekst doen zien, verdient
zeker deze poging, om ons de verbinding en
de ontwikkeling der motieven in muzikalen
zin (de tbematiscbe bewerking) te toonen, aller
belangstelling.
In de 4de aflevering wordt de 2de akte van
Parsifal verklaard, en in een ander nommer
vindt men, naar aanleiding van de wederop
voering der Maitres Chanteurs in bet Theatre
de la Monnaie te Brussel, eene beschouwing
over de kwestie der overplanting van Wagner's
werken op het Fransche tooneel, waarin op
vele moeilijkheden van technischen en decora
tieven aard gewezen wordt maar in het algemeen
recht wordt gedaan aan de schoonheid dei-
muzikale uitvoering en aan het bevattingsver
mogen van het Brusselsche publiek.
De 5de aflevering brengt ons den origineelen
tekst van een operaschets van Wagner die
Sarazenin, geschreven voor de kunstenares Schrö-
der-Devrient, doch onuitgevoerd gebleven, daar
spoedig het beeld van den Putter Tannhüuser
geheel Wagners aandacht in beslag nam.
Het blad geeft nog »biographische schetsen
van beroemde toonkunstenaars, mededeeliDgen
aangaande Bayreuth en de Wagnervereenigin-
gen, bijdragen tot de muziekgeschiedenis enz".
»Wij zullen", zegt de redactie in haar voor
bericht, »de banier der kunst omhoog houden,
haar tegen alle aanvallen beveiligen, en, het
voetspoor van R. Wagner volgend, trachten
aan te toonen, dat de kunst, en in dit geval
bepaaldelijk de uitoefening der muziek, iets
anders moet zijn dan een publieke vermakelijk
heid, dan een middel om eene verstrooiing
zoekende menigte eenige uren bezig te houden,
en dat zij alleen dan, wanneer zij hoog
boven het gewone en alledaagsche verheven
blijft, in al hare tooverkracht op ons kan
werken. Daarom hebben wij ons veroorloofd,
op het titelblad van dit tijdschritt, als zinne
beeld van ons streven, de afbeelding van den
tempel van Bayreuth te plaatsen, waarin de
meester aan de geheele wereld met daden
getoond heeft, hoe de kunst uitgeoefend moet
worden."
De naam des heeren mr H. Yiotta als hoofd
redacteur waarborgt ons een degelijken inhoud
daarom zij het blad ieder, die zich ernstig aan
de beoefening der muziek wijdt, en die op de
hoogte wenscht te blijven van wat er bij ons
en in den vreemde op muzikaal gebied ge
wichtigs voorvalt, ten zeerste aanbevolen.
De nette uitgave wordt bezorgd door De
Erven H. van Munster Zoon te Amsterdam.
Wij ontvingen heden de 5e aflevering van
het tweede deel van de wet tot vaststelling
van bepalingen betrekkelijk het begraven van
lijken, de begraafplaatsen en de begrafenis
rechten van den 10 April 1869 [Stbl. no 65)
bewerkt door den heer mr S. Gratama Hz.,
rechter in de arrondissements rechtbank te
Middelburg.
Met deze aflevering is dit belangrijke en
uitgebreide werk, dat uitgegeven wordt door
de firma Gebr. Belinfante te 's Gravenhage,
compleet.
Hans von Bulow scheept zich deze week
naar Amerika in om een korte tournée van
ongeveer 5 weken door de Yereenigde staten
te maken.
Yoor den Keulschen dom is uit 's rijks
middelen tot heden een som van 6.345.252 Mrk
bijgedragenin het geheel is voor den dom
van 1842 tot 1880 opgebracht met inbegrip van
de dombouwloterij 18.427.552 Mrk.
Zooals in het vorig nommer dezer courant
reeds vermeld is, was een talrijk auditorium
Vrijdag avond in de Schuttershof zaal opgekomen
om de uitvoering van de Mattheus-Passion bij
te wonen.
Eene zoo talrijke schare van belangstellende
en aandachtige toehoorders was reeds eene
belooning voor al de zorgen en moeite, aange
wend om Bach's werk op eene zoo waardige
wijze ten gehoore te brengen.
Het was geene uitvoering op kleine schaal,
neen, alle muzikale krachten, tot zelfs een ze
ventigtal der meest geoefende leerlingen der
Uit het Noorsch.
In een klein havenstadje, waar de zee
tussehen de verschillende eilandjes, waarop de
stad gebouwd is, doordrong, stond mijn wieg.
De plantengroei was niet zoo rijk op die rots
achtige eilandjes. Boomen behoorden tot de
zeldzaamheden, behalve in de kleine tuintjes,
waar zij gekweekt werden tusschen de kleine,
armoedige perkjes met goudsbloemen, auricula's
en een paar maandrozen ja zelfs toen ver
smaadde men de kruisenmunt niet die mij
thans zoo onbeduidend en min voorkomen,
wanneer ik ze in mijn gedachten vergelijk met
de fraaie tuinen, waarin zulke prachtige, wel
riekende bloemen prijken, dat een gevoel van
afgunst in mijn hart opstijgt. En toch ver
blijdden die bescheiden natuurvoortbrengselen
het kleine kind in zijn schamele kleeding mis
schien evenzeer als die fraaie bloemen de
hedendaagsche jeugd, en kreeg het daardoor
denzelfden indruk van de scheppende macht;
want daarheen werden altijd mijne gedachten
geleid, wanneer ik op een bloem wees, die uit
de zwarte aarde opschoot. En nog, wanneer
ik af en toe met den spoortrein in vliegende
vaart langs een armoedig hutje, waarvoor zulk
eea bescheiden, bloemperkje prjjkt, stoom, dan
zangschool onder het bestuur der zangvereeni-
ging Tot oefening en uitspanning waren vereenigd,
om tot een goed geheel saam te werkenen
wij durven verzekeren dat allen met voldoening
en met trots op die uitvoering mogen terugzien.
Het is daarom niet meer dan billijk dat we
ons beknopt verslag beginnen met onze hulde
te brengen aan den directeur, aan de leden van
koor en orkest, wier ijver en volharding de
uitvoering van Bach's grootste toonwerk hebben
mogelijk gemaakt.
Neemt men in aanmerking dat dit een der
moeilijkste toonwerken voor de koren is, terwijl
de vele dubbele koren natuurlijk ook de voor
bereidende oefeningen verdubbelen, dan mag
gezegd worden, dat vooral in het eerste gedeelte,
de koren uitmuntend waren. Het eerste koor
in het bijzonder, waarbij het kinderkoor met
juistheid en zuivere intonatie de Canus firmus
zingt, was naar onze meening een der best ge
slaagde en moest het auditorium reeds dadelijk
in de goede en vereischte stemming brengen.
Was doorloopend in het geheele werk het
invallen der koren bijna onberispelijk, te meer
jammer was het daarom dat in het tweede
gedeelte een paar kleine misvattingen plaats
hadden. Onder anderen was het invallen der
bassen van het eerste en die van het tweede
koor niet geheel en al gelijk.
De h capella gezongen koralen waren uit
muntend, hoewel zij in het tweede gedeelte niet
zoo fraai en niet zoo zuiver klonken als in
het eerste gedeelte.
Het bestuur had gezorgd voor vier goede
solisten.
In de eerste plaats vermelden wij de bij ons
zoo gunstig bekende heeren Litzinger en Mes-
schaert.
Men zal zich bezwaarlijk een beter zanger
kunnen voorstellen dan de heer Litzinger, die
met zijne heerlijke stem de zoo uiterst ver
moeiende tenor-partij boven alle beschrijving
schoon voorgedragen heefthij is wel de aan
gewezen zanger voor de partij van den evangelist;
en de roem, dien hij voor de vertolking van
die partij tegenwoordig overal inoogst, is zeker
wel verdiend.
Met niet minder lof moet de heer Messchaert
genoemd worden, die, uitstekend bij stem, zijne
partij vertolkte met dien ernst en die waar
digheid, welke deze partij gebiedend vordert.
Met de twee dames-solisten maakten wij voor
het eerst kennis en wij kunnen verzekeren dat
die kennismaking eene aangename was. Beiden
zijn genoeg muzikaal ontwikkeld om de haar
toegedachte partijen goed te vertolken.
Wij noemen vooral de sopraan en alt-aria's,
die zjj beiden op uitnemende wijze zongen.
De stemmiddelen van de sopraan-zangeres,
mejuffrouw Welcker mogen wel niet zoo glans
rijk zijn als die van de altzangeres, mejuffrouw
Beek, maar eene kleine ongesteldheid was
daarvan misschien oorzaak.
Den bariton-zanger, die naast vier zulke goede
solo-zangers eene moeilijke en niet dankbare
taak te vervullen had, komt zeker een woord
van waardeering toe.
De toehoorders, die gedurende de geheele
uitvoering, wij zouden zeggen eene plechtige
stilte in acht namen, toonden bij het einde van
iedere afdeeling hunne ingenomenheid door een
warm en welverdiend applaus.
Bij het einde van het concert werd, zooals
reeds gemeld is, den directeur eene ovatie
gebracht. Hem werd een lauwerkrans aange
boden, zooals wij later vernomen hebben, uit
naam van den geachten en kunstminnenden
burgemeester van Middelburg. Een herhaald
applaus van het publiek was wel het beste
bewijs van instemming met deze voor den heer
Cleuver zoo vereerende en vleiende attentie.
Ook alle medewerkenden,op het orkest vereenigd,
bewezen op ondubbelzinnige wijze hunne waar
deering en erkentelijkheid voor die hulde, hun
directeur bewezen, maar wij gelooven dat ook
een deel dier hulde hun toekwam en dat hij,
die zoo beleefd was bovenal den leidsman te
lauweren, tevens zijne erkentelijkheid heeft willen
bewijzen aan alle medewerkenden voor deze
zoo goed geslaagde uitvoering.
Op de Zaterdag door het Onderwijzers-
gezelschap te Goes gehouden vergadering, werd
de nieuwbenoemde arrondissement-schoolop
ziener, de heer Ph. M. van der Mandere, ge
complimenteerd door den voorzitter, D. Moojen,
voel ik weer iets van die oude, kinderlijke
verrukking, met stillen weemoed vermengd.
Maar al was alles klein op die eilanden,
waar de eene buur een heel eind van den
anderen afwoonde, en al vond men slechts éen
tamelijk rechte straat op het eiland, waar mijne
ouders woonden, waar evenwel nooit hoefge
trappel of wagengerammel gehoord werd
omdat er geen paard op het eiland was er
was des te meer leven en bedrijvigheid aan de
baai, die zoo vaak van uiterlijk veranderde,
waar grootere en kleinere zeilschepen elkaar
onophoudelijk kruisten, fraai beschilderd en vaak
getooid met een wapperende vlag aan den ach
tersteven en wimpels aan de toppen der masten,
behalve al de stil liggende visschersschuiten en
groote schepen aan de steigers tusschen de drie
eilanden; en die zagen er wat fraai uit, als de
zeilen in top geheschen waren om in de zon
te drogen, terwijl aan alle kanten het vroolijke
gezang der flinke matrozen weerklonk onder
het ophijssehen der schatten, die zij uit het
buitenland medebrachten, of onder inladen
der kostbare visch, die vervoerd moest worden.
Neen, dat was altijd een leven, een beweging
en het viel mij niet moaielijk om er naar te
kijken, want ons huis lag met de voorzijde
naar de zee gekeerd.
Ik weet nog heel goed, dat ik, toen ik nog
zoo klein was dat ik op een stoel moest klim
men om uit het venster te zien, 's morgens en
's middags steeds stond te kijken naar mijne
broeder», die eenige jaren ouder waren dan ik
die hoopte, dat tusschen den nieuwen titu
laris en de onderwijzers van diens arrondis
sement, inzonderheid die van het gezelschap, een
vriendschappelijke band mocht ontstaan, wel
ke strekken mocht tot den bloei der vereeniging
en tot heil van het onderwijs en de onderwijzers.
De heer Van der Mandere dankte voor den
welkomsgroet en gaf de verzekering van zijne
belangstelling in het genootschap, waarvan hij
de vergaderingen meermalen hoopte bij te wonen.
Ingekomen was een brief van den districts
schoolopziener, den heer mr. C. de Witt Hamer,
waarin hij het eerelidmaatschap der vereeniging,
hem in eene vorige vergadering aangeboden,
volgaarne aannam en de beste wenschen voor
de vereeniging uitsprak.
Als spreker trad op de heer D. Hullu, die
tot onderwerp had gekozen Kwakzalverij. Op
allerlei gebied wees hij dit kwaad met den
vinger aan, zóó zelfs, dat hij kon eindigen
met het gezegde: Ieder is een kwakzalver
in zijn nering". Deze, hier en daar humoris
tische lezing gaf aanleiding tot een opgewekte
discussie.
Op aangename wijze werd de vergadering
verrast door het zingen van een drietal zang
stukken, met pianobegeleiding, door eenige
leden van het gezelschap.
Voor den cursus 18891890 bij de rijks
normaallessen te Axel heeft zich het groote
getal van dertien nieuwe leerlingen aangeboden,
en wel acht mannelijke en vijf vrouwelijke
kweekelingen.
Met genoegen wijst de Axelsche courant hierop,
als een bewijs voor de behoefte welke aan deze
inrichting blijkt te blijven bestaan.
Mej. P. J. W. Geelhoedt, onderwijzeres in
de nuttige handwerken te Huissenspolder
(Zaamslag), heeft met ingang van 1 April e. k.
eervol ontslag uit die betrekking aangevraagd.
Het bestuur der kweekschool voor onder
wijzeressen te Arnhem doet een beroep op den
geldelijken steun van allen, die het voort
bestaan gewenscht achten van een inrichting,
welke, sedert 1859 bestaande, blijkens hare
gestadige uitbreiding, in eene werkelijke be
hoefte voorziet.
De inkomsten, meent het bestuur, moeten
vermeerderd worden met een bedrag, ongeveer
overeenkomend met de tot dusver genoten
rijkssubsidie 7000). Belangrijke bezuinigingen
toch kunnen niet in toepassing worden gebracht,
en de andere stap, om tot vermeerdering van
inkomsten te geraken verhooging van school
geld. is reeds gedaan het schoolgeld dei-
internen is met 30, dat der externen met
f 15 opgeslagen. Eene meerdere jaarlijksche
bate van f 2000 is daarvan te verwachten,
maar met die verhooging is de uiterste grens
bereikt, waartoe in deze richting kan worden
gegaan, zonder het doel der instelling te mis
kennen.
Wie haar dus steunt doet een goed werk.
Wij ontvangen nog eenige berichten omtrent
de opbrengst van inzamelingen, op verschillende
scholen in Zeeland gehouden ten behoeve der
nagelaten weezen en weduwen van Belgische
loodsen te Vlissingen. Wij kunnen van die
alle geen melding maken en bepalen ons daarom
tot het algeraeene bericht dat het goede voor
beeld op tal van scholen navolging vindt.
Van bij ons ingekomen bedragen van
dergelijke collecten maken wij op een andere
plaats in ons blad melding.
In de buitenhaven te Hansweert is heden
nacht gezonken de Nederlandsche poonschuit
Be vrouw Sara, schipper Van den Boogaert,
van Tholen, komende van België met een lading
metselsteen. Men zal heden met laagwater
beginnen de lading uit 't schip te halenhet
vaartuig is verzekerd.
De heer A. Bevin, geagreëerd klerk op
het vereenigd post- en telegraafkantoor te
Hulst, is met ingang van 16 dezer geplaatst
als adsistent op hetzelfde kantoor te Yerseke.
Een os, die naar Hoedekenskerke gebracht
werd om verder per boot vervoerd te worden,
verschrikte en verdwaalde in zijn woeste vaart
tot op Kloetinge. Hier werd hij teruggejaagd,
en, op den 's Gravenpolderschen straatweg ge
komen, op verzoek van den bezitter, een vee-
kooper, door een arbeider doodgeschoten. On
gelukken hadden hierbij niet plaats.
Niet onaardig is het soms te weten, wat
en dagelijks naar een van de andere eilanden
dan dat waarop wij woonden naar de zoo
genaamde groote school gingen, of naar mijn
vader die vrederechter was, en dikwijls op het
grootste eiland moest zijn, omdat zich daar de
kerk en het raadhuis bevonden. Hij staat mij
nog zoo levendig voor den geest, wanneer hij
in een vliegenden storm (want hij ontzag weer
noch wind om zijne plichten nauwgezet te
vervullen) achter in de boot zat, met zijn
bruine pijekker met de vele kleine knoopjes
over zijne schouders, en zelf het roer bestuur
de, terwijl het schuim over den rand der boot
spatte en de golven haar op en neer deden
dansen, dat de kiel zichtbaar werd. Maar ik
was zelden bang, want wij werden zoo ver
trouwd met booten en golven, dat ik vaak
zeker niet zonder gevaar naar beneden kroop
in onze boot, wanneer die aan de trap vast-
gemeerd lag, in plaats van opgeheschen te
zijn aan den paal, die aan den steiger beves
tigd was, en waarhij dan het water mij om de
voeten klotste.
Een dag kan ik echter nooit vergeten want
toen gebeurde er iets dat al onze blikken
met den grootsten angst op de zee vestigde,
niettegenstaande die zoo glad als een spiegel
voor ons lag en met geen onheil dreigde. Het
was even na het etenmijn broeders waren
met hun vischtuig naar den steiger gegaan
en vader deed zijn middagdutjemoeder, die
daar nooit behoefte aan had, ging het huis uit
om naar haar tuintje te kijken. Daardoor
er in sommige Protestantsche kerken al in de
armenbus gevonden wordt. Zoo zag een mun-
tenverzamelaar te Zaamslag in den laatsten
tijd uit die bus zijne verzameling toenemen
met een oud-Hollandsch kwartje, een dito
dubbeltje, een Noorsch zilverstukje van 10 ore,
een zilverstukje van de stad Deventer (jaartal
1687) en een dertigtal verschillende uitland-
sche, alsmede niet meer gangbare Hollandsche
koperstukken.
Twee personen, woonachtig in den kleine
Huissenspolder, onder Zaamslag, zijn op weg
berucht te worden, daar thans weder als 't ware
een moordaanslag is gepleegd door den eenen,
wiens buisvrouw inwoont bij den anderen. Met
een mes viel hij zijn tegenpartij aan, die daarop
poogde te onvluchten in de woning van zijn
broeder, waarvan echter de deur gesloten was.
Tot zelfverdediging lostte hij toen een revol
verschot, dat evenwel zijn doel miste.
De zaak is in handen der politie.
Te Biervliet is weder een diefstal van
eenden gepleegd, thans bij den landbouwers L.
in den Beukelspolder en bij v. d. H. in den
Helenapolder. De diefstal gebeurde 's nachts
en met braak, want de vogels zaten goed ver
zorgd in een gesloten hok.
Van 9 tot 11 Maart.
Middelburg. OndertrouwdJ. van Gilst,
jm. 22 j. met J. M. Collet, jd. 19 j.
Bevallen J. W. Simons, geb. Peek, d.
Overleden: P. M. Lorier, z. 7 j. J. C. Ver
hagen, wed0 van J. P. Textor de Vries, 89 j.
Van 2 tot 9 Maart.
Goes. GehuwdJ. Wingender, jm. 25 j.
met M. J. Kuiper, jd. 24 j. A. Cense, jm. 24 j.
met L. Reijnhout, jd. 23 j.
BevallenA. Verbeent, geb. Steenbakker,
d. A. Kopmels, geb. Geudeke, d. J. Dirkse, geb.
Cornu, d. E. J. Reijerse, geb. Milhous, d. A.
Verplakke, geb. Zweedijk, z. G. J. v. d. Reit,
geb. Kien, d.
OverledenJ. Boom, man van M. Delneij,
35 j. C. Reijnhout, vrouw van W. Goossen, 64
j. A. A. Meijers, ongeh. z. 29 j. C. Kuzee, ongeh.
z. 36 j.
Zierikzee. BevallenM. Verschuur, geb.
Berrevoets, d. W. de Graaf, geb. Berrevoets, z.
M. L. Dikschei, geb. Kerscheling, z. C. Leeuwe,
geb. Muste, z. J. J. de Jonge, geb. Heitman,
d. (levenl.)
Eerstdaags zal een begin worden gemaakt
met het onderzoek naar den aard van het
drinkwater in ons land, waartoe in de alge-
meene vergadering der Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering derpharmacie ten vorigen
jare werd besloten.
Het plan bestaat om hier te lande eene
hypotheekverzekering-maatschappij op te richten.
Reeds is men met die zaak zeer ver gevorderd.
Deze maatschappij zal zich ten doel stellen de
gesloten hypotheken te verzekeren tegen de
schade, die het onderpand bij gedwongen ver
koop mocht lijden. Bovendien zou deze maat
schappij zich bezig houden met het incasseeren
der interessen en het administreeren van de
panden. Verder wil men vooreerst niet gaan.
(De Verzekeringsbode.)
Uit het Westen van Engeland wordt van
groote overstroomingen melding gemaakt. In
de »tad Taunston steeg het water tot de eerste
verdieping der huizen. Vele huizen stortten in
en verscheidene personen verdronken. Bristol
staat eveneens gedeeltelijk onder water.
In Zuid-Rusland heeft in de laatste drie
dagen een verschrikkelijke storm gewoed. De
spoorweggemeenschap met Oostenrijk is ge
stremd en alle schepen in de Zwarte zeehavens
moeten binnen blijven.
Veere. In den afgeloopen nacht hebben
onbekende daders bij A. Adriaansen, wagen
maker alhier, vjjf kippen en een haan de koppen
afgehakt en ze vervolgens medegenomen doch
de koppen laten liggen.
Verder zijn bij J. H. Brouwer alhier eenige
glasruiten ingeslagen. Van een en ander is bij
de politie aangifte gedaan.
Oostburg:. Heden had alhier door den
burgemeester ten raadhuize, ten overstaan van
den notaris C. Le Nobel, de openbare ver
pachting bij inzet en opbod plaats van de
tollen op den weg van Breskens naar Groede,
van Groede naar Nieuwvliet, van Schoondijke
naar IJzendijke en van Oostburg naar Zuid-
zande.
merkte zij dat een mijner broeders zijn lijf zoo
ver mogelijk over den steiger uitstrekte en riep
»Hou je vast aan de plank, hou je goed
vastEn daar zij door den afstand die woor
den slechts onduidelijk vernam snelde zij met
onbegrijpelijke snelheid de 72 treden af, die
naar de zee leidden en hield niet stil, voordat
zij met den eenen voet in het water was. Bij
het naar beneden gaan had zij namelijk den
krullebol van mijn oudsten broer in het oog
gekregen, een heel eind van de wal, en zij
zag hoe hij zich zoo goed mogelijk vastklemde
aan een plank, die mijn andere broer hem
toegeworpen had. Toen zij het water aan
hare voeten voelde kwam zij tot bezinning,
keerde om, totdat zij op den steiger was en
liep daar wanhopig rond, om hulp roepende,
zoodat mijn vader er van ontwaakte. Op dien
tijd van den dag was er bijna geen enkele schuit
in de baai slechts éen oude visscher lag ver
van de wal met zijn hengel en verder was er
niemand te zien dan een boot met half be
schonken boeren, die de stad verlieten. Zij
roeiden vlak langs ons heen, maar letten niet
op onze noodkreten, 't geen moeder hoe langer
hoe wanhopiger maakte. Mijn vader en de
bedienden, die natuurlijk terstond naar den
steiger gesneld waren, begonnen dadelijk met
de boot, die opgeheschen was, neer te laten,
maar het was alsof de touwen betooverd waren,
niemand kon ze loskrijgen.
Intusschen hadden de noodkreten onze naaste
buren bereikt en die hadden ook het gevaar
De verpachting geschiedde voor den tijd van
drie jaren, ingaande 1 Mei 1889.
De verschillende tollen werden ingezet als
volgtdie op den weg van Breskens naar
Groede op f 1300 door Izaak du Mez; die op
den weg van Groede naar Nieuwvliet op 320
door A. de Reu die op den weg van Schoon
dijke naar IJzendijke (1ste) op 500 door Abr.
Martijn die op den weg van Schoondijke naar
IJzendijke (2de) op 420 door Sara Faro en
die op den weg van Oostburg naar Zuidzande
op 620 door Fr. Haartsen.
Alles per jaar.
Amsterdam. In de heden gehouden ver
gadering van de Koninklijke academie van
wetenschappen, afdeeling letterkunde, bracht de
commissie ter beoordeeling van de in het ver-
loopen jaar ingekomen Latijnsche prijsverzen
voor de gouden medaille (waarde ƒ200) uit
het legaat-Hoeufft repport uit. Daaruit bleek
dat van de negen ingekomen verzen geen enkel
het eeremetaal werd waardig gekeurd.
Madrid. De loopende geruchten omtrent
een ministerieele crisis zijn ongegrond.
Rome. De instelling van een afzonderlijk
ministerie voor posterijen en telegraafdienst
is aangenomen.
Dal am.
Plaats.
Voorwerpen.
lnforrnatiën
12 Maart
Aardenbnrg,
Herberg,
Be Graaff.
14
Vlissingen,
Panden,
Leenbank.
15
Wolfaartsdijk, Inspan,
Pilaar.
15
Middel bu rg,
Planten enz.,
Notarishuis.
ir
Breskens,
Hotel,
Haminaeher.
19
Terneuzen,
verp. Vesting-
Ontv. reg. en
gronden,
dom. Hulst.
19
Vlissingen,
Huis,
De Wolff.
19
Middelburg,
Meubels,
Balans 4.
19
Vlissingen,
Meubels,
De Wolff.
20
Gapinge,
Hofstede,
Tak.
21
Middelburg,
H uis,
Verbuist en
Verhey.
22
Middelburg,
Koffiehuis,
l)e V os
22
Biggekerke,
Huis en land,
Tak.
Door de Fransche regeering is een maatregel
genomen, welke door den een een blijk van
moed, door den ander een daad van lafhar
tigheid wordt genoemd. Wij bedoelen de
intrekking van het besluit tot verbanning van
den hertog van Aumale. Men herinnert zich
dat deze prins van Orleans buitengesloten was
van de verbanningswet betrekkelijk de prinsen.
Eerst nadat de hertog een onheuschen brief
aan den president Grévy had geschreven,
maakte deze gebruik van de hem verleende
bevoegdheid en vaardigde een besluit uit, waar-
bjj ook den hertog van Aumale het verblijf op
Fransch grondgebied werd ontzegd. Na dien
schonk hij aan Frankrijk zijn kasteel Chan-
tilly met zijn vele kunstschatten. Herhaaldelijk
was er sprake van intrekking van het ver-
banningsbeslnit voor dezen prins, zelfs onder
het radicale ministerie Floquet. De laatste
maal o. a ter gelegenheid van de verkiezing
te Parijs op 27 Jan. 11., indien de republikei
nen gezegevierd hadden.
Wat vooral bij de regeertng gewogen heeft,
is de houding van den hertog ten opzichte van
Boulanger hij heeft zicb hierin volkomen afge
scheiden van de politiek van zijn neef, den
graaf van Parijs. Hoe Boulanger juist tegen
over den hertog van Aumale, zijn chef en wel
doener, zijn beginselloosheid heeft aan den dag
gelegd is bekend. Na de schriftelijke beloften
van eeuwige dankbaarheid, later door noC brau
général met stalen gezicht verloochend doch
helaas voor hem door de dagbladen onder de
oogen van het publiek gebracht, was het Bou
langer, toenmaals minister vanoorlog, die mede
besloot tot de verbanning der prinsen.
Hoe nu oordeelen de Parijsche bladen over
het besluit der regeering Eenparig juichen
de gematigde republikeinsche organen den
maatregel toe de radicalen daarentegen, wat
blijkt uit de interpellatie van Camille Pelletan
meenen er een nieuwe poging van de oppor
tunisten in te zien tot toenadering tot de
monarchisten. De Boulangistische bladen leggen
zekere reserve aan den dagook de monarchis
tische bladen bevinden zich in een lastig
dilemma, want de opheffing van hetverbannings-
besluit van den hertog van Aumale moet hun
bemerkt, waarin mijn arme broeder verkeerde.
Er werd onmiddellijk een boot uitgezet, maar
die zou toch te laat gekomen zijn, indien niet
de oude visscher, die tot mijn schrik een paar
maal over hem heen roeide, hem eindelijk bij
zijn kraag gepakt en boven water gehouden
had meer kon de stakkerd niet doen
totdat de buren met hun boot hem te hulp
kwamen.
Hij gaf geen teeken van leven, toen hij aan
land gebracht werd en stokstijf onder in de
boot lag, het schuim stond hem op den mond,
maar dat gezicht werd mijn moeder gelukkig
bespaard door een oude, trouwe dienstmaagd,
die snel voor haar trad en het met haar voor
schoot afdroogde. Vader hielp zelf mee om
hem in huis te dragen, waar men hem op een
tafel legde en bewerkte totdat hij al het
overtollige zeewater, dat hij ingekregen had,
kwijt was. Het eerste teeken van leven bracht
een »God zij geloofdop aller lippen en dat
woord kon nooit inniger en warmer geklonken
hebben dan op dat oogenblik.
Ik liep onrustig heen en weder en keek
tusschen de lieden heen, die om de tafel
stonden, waarop mijn broeder lag om te zien
hoe alle» toeging. Later toen hij uit een wel-
dadigen slaap ontwaakte, herinner ik mij, dat
ik bij zijn bed zat, als vastgenageld aan mijn
bankje.
Ditmaal was hij gelukkig aan het booze ele
ment ontrukt, dat dreigde zijn levensdraad reeds
in-1 de jeugd af te snjjden, doch later,