JSS;
N°. 54.
132° Jaargang.
1889.
Dinsdag
5 Maart.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
AdvertentienSO cent per regeL Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: ran 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Middelburg 4 Maart.
LETTEREN EN KUNST.
M usica lia
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
ui mu ntik,m m: m; imm
W
Thermometer. j Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mbstdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van i Advertentlën
Middelburg 4 Maart. vm. 8 u. 27 gr..; Nieuwbnhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- j moeten des namiddags te een uur
m. 12 u 33 gr. av. 4 u. 32 gr. F. i bureau van Nijgh Van Ditmak te Botterdam, en de firma B. van dek Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het j aan het bureau bezorgd zijn, willen
Verwacht Zwakke wind. i Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G.L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen
Veemarkt te Middelburg.
Donderdag den 7 Maart a. s., van des voor-
middags 8 tot des namiddags 4 uren.
Middelburg, 4 Maart 1889.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
F. ERMERINS, L. B.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Oprichting van eene huiden- en
vellendrogerij.
De burgemeester en wethouders van Middel-
delbnrg, gelet op hunne publicatie van 15 Fe
bruari 11., maken bekend
dat door H. M. VAN BRAKEL is overgelegd
de situatie-teekening pn beschrijving van het
terrein achter perceel Q n° 55 (kadastraal sec
tie D n° 2023) op den Pottenbakkerssingel,
waarop hij eene huiden- en vellendrogerij wenscht
op te richten
dat- die stukken met de vorige ter visie zijn
gelegd ter gemeente-secretarie
dat op Dinsdag den 19 Maart a., ten raad-
huize dezer gemeente, des namiddags te half 2
uren, gelegenheid zal worden gegeven om tegen
zijn verzoek bezwaren in te brengen en deze
mondeling of schriftelijk toe te lichten.
Middelburg, den 4 Maart 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS, L. B.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De Arrih. Crt bevat de volgende mededeelingen,
die de aandacht verdienen ook in onzen lezers
kring, waar sommigen de beweging tot emi-
greeren naar Argentina levendig houden.
In de eerste plaats een brief, door een Arn-
hemscbe uit Argentina ontvangen, gedateerd
30 Januari. Hij luidtsWaarde Zuster Het
wordt hoog tjjd dat ik u eens het een en ander
van onze lotgevallen mededeel, en toch moet
ik nog aarzelen er aan te beginnen. Met korte
woorden moet ik u melden dat wij diep onge
lukkig en laaghartig bedrogen zijn. Op de reis
hebben wij goed weer, maar slecht voedsel en
slechte behandeling gehad, tengevolge waarvan
onze drie jongste kinderen ziek zijn geworden,
waarvan de twee jongsts reeds zijn overleden
en ik zelf lijd aan een soort van cholerine,
waardoor het mij onmogelijk is te werken.
In Buenos Ayres was het onmogelijk werk te
krijgen, omdat men de taal niet verstaat en al
had ik ook werk gekregen, had ik er toch
geene woning kunnen krijgen, want daar moet
men meer verwonen dan men verdient. Toen
zijn wij naar hier vertrokken en ik heb hier
werk gekregen bij een Duitschen patroon voor
2 dollar 60 centables per dag, maar wij zitten
in een hok zonder kast, zonder haard, zonder
stoel of tafel, zonder iets, 't is een waar var
kenshok en dat kost 9 dollar per maand
alles is «ven duur behalve vleeschboter is
haast niet te krijgen, melk is peperduur, brood
is duur, eieren zijn duur, aardappelen oneet
baar, men weet niet wat te eten behalve rijst
en soep. De rijst is goed, maar duur; koffie is
duur, thee haast niet te betalen en zoo gaat
het een na het ander. Kon ik nu maar werken,
maar ik ben ziek. Daarbij moet ik tot de
knieën door het water als het regent, en dat
doet het bijna eiken dag, en als het dan weer
iets droger is, blijft men in de klei steken.
Wat er nog van ons groeien moet mag de
lieve God weten, maar zóo beroerd als nu heb
ik er nog nooit ingezeten. Vele van onze reis
genooten zijn naar Bellafesta gegaan om land
bouwer te worden, maar daar is het zoo heet en
daar heerschen kwade koortsen, zoodat het te
bezien staat of een van hen er het leven af zal
brengen. Anderen zijn naar Rojo gegaan om
maïs te plukken, maar wat zal dat geven
voor een timmerman, of draaier, of schoenma
ker Ik ben op een meubelfabriek aangeland,
die pas begintals ik nu maar werken kan,
dan is daar werk genoeg en al zijn dan de
verdiensten niet dadelijk zoo hoog, ik sta dan
toch altijd op het droge en behoef om den
regen niet te verzuimen. Moge er na dezen
tijd van beproeving een hetere voor ons opda
gen, want zooals wij thans hier zitten is het
bedroevend .om te zien. Ieder Nederlander zij
intusschen gewaarschuwd niet naar hier te
komen, want 't is een bedriegerij op groote
schaal en rooven en stelen, zelfs moorden is
hier aan de orde van den dag."
De Arnh. Crt. teekent hierbij aan »Wij willen
volstrekt de partij niet opvatten van hen, die
S©0 slecht zorgen voor de landverhuizers, zoo
wel bij hun overtocht als na hunne aankomst.
Wij hebben oprecht medelijden met de slacht
offers. Eene zaak echter moeten wij opmerken,
dat zij, die hun land verlaten om in andere
deelen der wereld eene betere toekomst te zoe
ken, zich niet moeten voorstellen, dat zjj in
een luilekkerland worden verplaatst. Vooralle
landverhuizers is de eerste tijd van hun verbljjf
in den vreemde een tijd van beproeving en
tegenspoed, maar talloos zijn de voorbeelden,
dat zij, volhoudende en hun best doende, hun
doel bereiken. Misschien en wij hopen het
van harte zullen er later brieven volgen,
die geheel anders luiden."
Bij zijn bericht, in de Staats-courant van 21
Februari 11., gaf de consul te Buenos-Aires o. a.
aan ambachtslieden den raad, niet met een
gezin, waartoe kleine kinderen behooren, naar
Argentinië te emigreeren, wanneer zij bij aan
komst niet over minstens 200 konden be
schikken.
CJit een nader bij den minister van buiten-
landsche zaken ontvangen schrijven van den
heer Van Riet blijkt thans, dat die wenk ook
landbouwers geldt, en verder iedereen, die tot
den werkenden stand behoort.
Door de heeren J. Stoffel c. s. wordt een
poging aangewend om in ons land, naar aan
leiding van eene onlangs door den heer
Flürschheim gehouden lezing, op te richten een
bond voor land-nationalisatie. Dit plan wordt
door mr S. van Houten, volgens zijne be
schouwing in het Sociaal Weekbladniet met
instemming begroet, al is het uitgangspunt van
den gedachtengang der ontwerpers ook het zijne.
In de eerste plaats is de bond niet »Neder-
landsch", althans niet in dien zin, dat hij de
studie van Nederlandsche toestanden en het
zoeken naar middelen tot verbetering met het
oog op Nederlandsche toestanden zich ten doel
stelt. Reeds dit is een ernstig gebrek. Het
vraagstuk van het grondbezit heeft wel overal
enkele trekken gemeen, maar is toch een vraag
stuk met een bij uitstek locale kleur. Het doet
zich geheel anders voor, naarmate de bevolking
schaarsch is en onmetelijke velden nog slechts
in naam toegeëigend zijn, dan wel elk hoekje
grond reeds sedert eeuwen in exploitatie is ge
bracht naarmate het onverdeelde marke-bezit
nog bestaat, dan wel de verdeeling der marke-
grondön gedeeltelijk of geheel heeft plaats gehad;
naarmate in een land de beginselen van het
Mahomedaansche of Engelsche recht gelden, dan
wel die van het hedendaagsche Romeinsche recht;
naarmate land en volk in de middeneeuwen in
het bezit of onder het juk van vreemde verover
aars zijn gebracht, en in een meer of minder
leerstelligen vorm het leenrecht er is ingevoerd,
dan wel de bevolking, gelijk in het noorden van
ons land, »vrjj" is gebleven; onder de werking
van historische factoren het grondbezit in een
klein aantal handen is opgehoopt, dan wel klein
bezit en eigen exploitatie regel zijn naarmate
de toestand van het klimaat en de ligging ver
oorloven, elk stuk land afzonderlijk te bebouwen,
dan wel werken tot bevloeiing of waterafvoer
vereischt wordenenz. enz. Zelfs in ons land
is het verschil zeer groot; ja, in de eene pro
vincie, die twee leden telt onder de oprichters
van den bond, is er, met betrekking tot het
agrarisch vraagstuk, hemelsbreed verschil tus-
achen het noordelijk gedeelte, waar de toe
standen in een verdeeling van het mark#-bezit
wortelen en waar een deel van het grondbezit
door aanwas en indijking is gevormd, en de
veenkoloniën, waar de stad Groningen de onbe
bouwde markegronden heeft opgekocht en in
exploitatie gebracht. Zoo er één vraagstuk is,
dat steeds van streng historiseh standpunt en
in verband met de locale feiten en de nationale
wetgeving bestudeerd moet worden, dan is het
wel dat, hetwelk de bond in studie wenscht
genomen te zien.
Een andere fout is dat de bond op twee ge-
Jachten hinkt, in zooverre namelijk, dat het
schijnt alsof een hond wordt beoogd om het sociale
vraagstuk te bestudeeren, terwijl men inderdaad
beoogt een bepaalde oplossing aan te hevelen
en te doen invoeren.
Behalve in den omtrek van steden en dorpen,
waar de overgang van bestemming van grond
voortdurend plaats grijpt en waar zonder recht
of reden de eigenaars-speculanten de nijreren
cijnsbaar maken, bestaat er in ons land geen
behoefte aan verandering der wet. Het ge-
heele land tot staatsdomein te maken, dat zou
in waarheid het toepassen zijn van wat de
Duitschers noemendas Kind mit dem Bade
ausschütten ter wille van een puist den patient
onthoofden. En wat in de laatste tien jaren is
geschied, de vermindering van waarde, die de
grond over 't geheel heeft ondergaan, toont aan'
dat de staat een zeer nadeeligen koop zou hebben
gedaan, als men voor ruim 10 jaar tot het be
naderen van den grond was overgegaan.
In het jaarverslag der Nederlandsche katoen
spinnerij te Hengeloo over 1888 wordt als een
lichtpunt in den toestand meegedeeld, dat de
garens dier fabriek ook weder in Duitschland
gevraagd worden, hetgeen in langen tjjd niet
het geval is geweest. De directeur (de heer
R. A. de Monchy) voegt aan die mededeeling
de volgende woorden toe.
»Als curiositeit van het protectionisme deel
ik de reden van die navraag mede. De zeer
hooge invoerrechten, door prins Bismarck op
garens gelegd, deden in het Duitsche rijk een
groot aantal spinnerijen ontstaan. Zoo groot
was het aantal langzamerhand geworden, dat
de onderlinge concurrentie van deze kunstmatig
in het leven geroepen fabrieken, naar den zin
der spinners, al te voelbaar scheen te worden.
Om nu van de hun verleende protectie te blijven
profiteeren, hebben de heeren zich met elkander
verstaan en dicteeren thans de prijzen aan
hunne koopers. Het gevolg daarvan is vermeer
derde invoer van vreemde garens, niettegen
staande de hooge rechten."
Blijkens officieele mededeeling der Britsche
regeering aan 's konings gezant te Londen, zal
van 1 Juni e. k. af Nederlandsch hoorn- en
wolvee zonder slachting aan de losplaats in
Groot-Brittannië worden toegelatsn. (St. Crt.)
Zaterdag bracht prof. Rosenstein weer een
bezoek aan Z. M. op Hei Loo.
De commies 3e klasse, B. Mejjlink, is sinds 1
Maart ten postkajitcre te Leeuw arden geplaatst.
De verkiezing voor een lid der Tweede kamer
van de Staten-generaal in het hoofdkiesdistrict
Dordrecht (vacature-Van Osenbruggen) zal
plaats hebben op Dinsdag 26 Maart e. k., en
een eventueele herstemming op Dinsdag 9 April
daaraanvolgende.
Gedeputeerde staten van Gelderland hebben
aan elk der gemeentebesturen in hun gewest
een afdruk doen toekomen van het regeerings-
ontwerp tot herziening van de provinciale
kiestabel, voor zooveel Gelderland betreft, met
uitnoodiging Gedeputeerde staten deswege hun
gevoelen te willen kenbaar maken en daarbij
bepaaldelijk te overwegen, of de in die tabel
vervatte verdeeling der provincie is te achten
overeenkomstig de belangen der ingezetenen
hunner gemeente, dan wel of de thans be
staande indeeling de voorkeur verdient, zullende
het Gedeputeerden staten aangenaam zijn tevens
zooveel mogelijk mededeeling te ontvangen der
gronden, waarop het gevoelen der gemeente
besturen in deze steunt.
De mail uit Oost-Indië, thans aangekomen,
loopt tot 25 Jan.
In het verslag van den waarnemenden gou
verneur van Atjeh, loopende tot 7 Jan., wordt
niets gemeld van onderhandelingen met den
pretendent-sultan of diens trawanten. Men leest
alleen »Op 1 Januari maakten de Atjehsche
hoofden van binnen de linie hunne opwachting
bij den eivielen en militairen gouverneur" I
De algemeene gezondheidstoestand bleef on
gunstig. De stand der beri-beri werd eenigs-
zins gunstigervan 32 lijders, die dagelijks in
het hospitaal werden opgenomen, leden er ge
middeld 7 aan beri-beri.
Zoowel in de hoven- als benedenstreken vielen
er nu en dan zware regens. Bandjirs en over-
atrooming van de Atjeh-rivier waren daarvan
het gevolg.
Dezer dagen is een werk in twee deelen
uitgekomen, getiteld Lt Secret de VEmpereur
dat de vertrouwelijke en onuitgegeven brieven
bevat van Napoleon III en uitgegeven is door
den heer De Thoarenel, zoon van keizers
minister van bnitenlandsche zaken.
Met groote belangstelling werd zeker door
alle muziekvrienden het voornemen der zang-
vereeniging Tot Oefening en Uitspanning alhier
vernomen om de Mattheus-Passion van Johann
SebaBtiaan Bach, misschien wel het meest groot-
sche werk op het gebied der toonkunst, in
studie te nemen en tot eene openbare uitvoe
ring voor te bereiden.
Mogen geene ongelukkige omstundighedtn
daarin stoornis brengen, dan kunnen alle be
langstellende kunstvrienden zich voorbereiden
om aanstaanden Vrijdag de uitvoering van het
verheven toonwerk te gaan hooren.
De passion naar het Evangelie van Mattheus
is ontegenzeggelijk de belangrjjkste, die Bach
gecomponeerd heeft.
Het Evangelie, woord voor woord, maakt
er den kern van uit. Het is omkleed en bege
leid door een gedicht van Christiaan Friedrich
Henriet, die onder den naam van Picander in
de eerste helft der vorige eeuw leefde en schreef.
Telkens waar het verhaal der heiliga ge
schiedenis de ziel tot overpeinzing opwekt,
wordt de Evangelische tekst afgebroken, hetzij
door eene stem, of door het koor der geloovige
menigte, die geacht wordt de geschiedenis in
den geest te volgen.
Op de meest beteekenenda plaatsen zijn be
kende kerkliederen (koralen) ingevlochten.
De muzikale ordonnantie bij den aldus
samengestelden tekst wordt in grootschheid
door geen onzer meesterwerken overtroffen.
Bach bezigt twee koren, met twee zelfstan
dige orkestenhierbij komt nog een derde
koor ("kinderkoor) dat in het inleidings- en in
het slotkoor der eerste afdeeling den Cantus
firmus zingt.
Het is onbegrijpelijk dat die verhevene mu
zikale scheppingen van Bach zoo langen tijd
als 'tware op deD achtergrond zijn geraakt,
totdat een gelukkig gesternte het handschrift
van Bach's Mattheus-passion in het bezit bracht
van ZeiterMendelssohn's leermeester, die van
1800 tot 1832 directeur der Singacademie te
Berlijn was.
Niet zonder veel moeite gelukte het Men
delssohn om Zeiter te bewegen hem Bach's
passion ten behoeve eener groote uitvoering af
te staan. Die uitvoering had 29 Maart 1829
plaats, en maakte zulk een overweldigenden
indruk dat weinige dagen later een tweede,
en op Goeden Vrijdag eene derde uitvoering
plaats had, en zoo werd, in de Mattheus-passion
van Bach, der wereld een kunstwerk terugge
geven dat in den uitgestrektsten zin populair
moet genoemd worden. Dit had dan ook ten
gevolge, dat van jaar tot jaar meerdere ui -
voeringen plaats hadden, en steeds meenteden,
lie over de daartoe noodige krachten konden
beschikken, het moeiljjke werk met geestdrift
aangrepen.
En zoo staan wjj nu voor het feit dat dit
grootsche, verhevene toonwerk ook in onze
betrekkelijk kleine en nederige stad tot uit
voering zal komen.
Dat hebben wjj in de eerste plaats t« danken
aan den talentvollen directeur der zangver-
eeniging, die, daartoe waarschijnlijk het initia
tief genomen hebbende, met stalen wil et
onvermoeiden lust en ijver de voorbereidende
studiën heeft geleid, en, in vereeniging met den
bekenden muzikalen zin, lust en ijver van kooi
en orkest, zeker zijn moeite door eene, het werk
waardige, uitvoering zal beloond zien.
Aan hen, die het werk meermalen elders
hoorden of er mede bekend zijn, is eene aan
beveling om de uitvoering bjj te wonen natuurlijk
geheel onnoodig, maar destemeer dienen wij haar
te richten tot hen wien de Mattheus-passion
nog vreemd is.
Het is te hopen dat zeor velen de uitvoering
zullen gaan bjj wonen; zjj zullen zich zelf een
groot muzikaal genot verschaffen, en tevens een
olijk van waardeering geven aan alle mede
werkenden, met hun directeur aan het hoofd,
voor de vele moeiten en toewjjding, waardoor
zjj de uitvoering van een dergeljjk grootach
toonwerk in onze stad mogeljjk maken.
De geneeskundige staatscommissie te Am
sterdam liet Zaterdag voor het eerste gedeelte
van het artsexamen toe den heer L. H. Dominicus
van den Bussche.
Zaterdag' slaagde te Breda voor de nuttige
handwerken o. a. de dames A. C. Deurloo en
J. Schilleman, van Oud-VosmeerE. M. C.
Callaert, van IJzendjjkeM. W. P. Bakker,
van Rilland-Bath en L. H. van Puffelen, van
Middelburg.
Zaterdag had te Haamstede het verge
lijkend examen plaats voor de vaceerende be
trekking van hoofd der school aldaar. Van de
18 sollicitanten waren er 17 opgekomen. De
districtsschoelopziener, de heer mr C. de Witt
Hamer, werd bjjgestaan door de heeren P. van
der Have en J. Th. Oosterman, hoofden van
scholen te Zierikzee.
Op 17 Maart e. k. zal het mondeling verge-
ljjkend examen worden gehouden.
De heer I. Montague Az., predikant bjj de
Nederd. hervormde gemeente te Vlissingen,her
dacht Zondag in Je avondgodsdienstoefening
het feit, dat hjj 28 Februari 1864 het leeraars
ambt aanvaardde in de gemeente Kattendjjke,
terwjjl hjj vervolgens in de gemeenten Ter Aar,
's Graveland, Woudsend en Monnikendam als
zoodanig werkzaam was, en van deze laatste
plaats in Juli 1881 naar Vlissingen overkwam.
De jubilaris sprak tot de talrjjk opgekomen
gemeente naar aanleiding van Matth. 11 295.-
ln eene uitvoerige rede stelde hjj zjjne
ervaring en wederwaardigheden, in zijn ambt
ondervonden, aan de gemeente voor. Verschil
lende ambtgenooten woonden de feestviering bjj.
Talrjjke bewjjzen van belangstelling, ook van
stoffeljjken aard, zjjn naar men ons meldt, den
jubilaris van ambtgenooten, kerkeljjke collegiën
en van de gemeente ten deel gevallen.
De »soirée-amusante", gisteren avond door
Excelsior, vereeniging ter bevordering van
volksvermaken alhier, gegeven, is uitstekend
geslaagd. De groote Schuttershofzaal was vol
en alleen zjj, die buitengewone eischen stellen,
zullen zich den tocht erheen beklaagd hebben.
De Bredasche karakterkomiek, de heer A. de
Winter, scheen zj]n aantrekkeljjkheid op het
publiek behouden te hebbende drie goedge
kozen nommers, die hjj ten beste gaf, werden
dan ook luidruchtig toegejuicht.
Ook de heer A. Roeien, solo-fluitist bjj het
muziekkorps der dienstdoende schutterjj te
Breda, die zich als een meester op zjjn instrument
deed kennen, bracht het zjjne toe tot het wel
slagen van den avond en werd daarbjj jjverig
oude'-steund door de dillettanten, die zich bereid
verklaard hadden het een en ander ten beste
te geven.
Men schrijft ons
De «chipper en verdere bemanning van den
Belg. looclsachoener, boot no 9, die Vrijdag jl.
van Vlissingen naar zee had moeten gaan,
maakten bezwaar om met genoemd vaartuig
uit te zeilen, als reden aangevende dat, volgens
liunne meening, het schip niet meer bestand
was om als loodsvaartuig zee te bouwen. Daar
alle pogingen om hen op hun besluit te doen
terug komen vruchteloos waren, is gezegde
schoener niet uitgegaan en zjjn Zaterdag aldaar
twee ingenieurs van het Belgisch gouvernement
aangekomen, ten einde in deze zaak te beslissen.
De Belgische afhaalloodskotter no. 13 is
Zondag van het strand bjj Westkapelle afge
bracht en 's namiddags te Vlissingen in de
naven gekomen.
Het zjj mjj aldus schrjjft een onzer
correspondenten veroorloofd, naar aanleiding
van een stukje, door u overgenomen uit de
Zwolsche Crt, over het houden van kippen, het
volgende op te merken
De man, van wien in bewust artikeltje sprake
is, heeft werkeljjk uitstekende kippen. Het
aantal door hem opgegaarde eieren is groot.
Niet ongehoord groot echter. Het komt meer
voor, doch uitsluitend bjj hen, die, zooals de
Overjj3elsche kippenhouder, zeer weinig hoen
ders bezitten. En geen wonder, deze menschen
geven naar verhouding veel meer voeder dan
met den besten wil iemand, die veel hoenders
houdt, geven zal. Wie b. v. zestien kippen
heeft, zal nooit steeds viermaal zooveel eten
geven aan zjjne gevederde vriendinnen als de
oezitter van een viertal aan de zjjne. Daaren
boven is de verdeeling van het voeder onge
lijker, daar ook in de kippenwereld de bru-
taalsten het meest naar zich toehalen. Bjj
veisnaperingen, als de kliekjes van het middag
maal, krjjgen de bedeesden dikwjjls niets. De
sultan en zjjne favorites eigenen zich het toe
en de odalisken kunnen toekjjken of bjj protest
een geduchten pik in den kop krjjgen. Waar
een sultan ontbreekt, neemt gewoonljjk eene
fiere dame het bestuur in handen en ziet men
hetzelfde vsrschjjnsel. Ook hebben een klein
aantal hoenders allicht loop genoegterwjjl
voor een grooter aantal de ruimte spoedig te
beperkt is.
Dit geldt natuurljjk niet voor hoenders, die,
als bjj de meeste landbouwers, het gansehe
jaar uitloopen. Daar kan ieder voor eigen
rekening genoeg opscharrelen. Toch geloof ik
niet, dat de hoeren, al houden zjj ook nog zoo
gemakkeljjk en voordeelig hoenders, naar ver
houding zoovele eieren rapen, als lieden, die
er weinig in een klein hokje hebben, al smaken
die eitjes dan ook dikwjjls naar het geld.
Wat de kosten betreft van onderhoud, de
meer genoemde Overjjselaar heeft ook goede
kennissen, of weet op de koopjes te loopen, of
woont in goedkoope streken. Hier in Zeeland
is het voeder zeker duurderwant vier nippen
zal men voor de door hem opgegeven som va*