N°. 44. 132e Jaargang. 1889. Donderdag 21 Februari. Middelburg 20 Februari. 43 FEUILLETON. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.r Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels f 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Waarheid, onwaarschijnlijker dan rerdichling. Uit het Engelsch. VAN^Mrs ALEXANDER. LETTEREN EN KUNST. MODELBOUW llllltlM. Thermometer. Middelburg 20 Febr. vm. 8 u. 40 gr. m. 12 u 45 gr. av. 4 u. 45 gr. F. Verwacht W. wind Agenten te Vlissingen: P. G. he Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TkolenW. A. van Advertentiën Nieuwenhdijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het j aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen Naar aanleiding van onze opmerking omtrent het zwijgen der Nieuwe Rotterdamsche Courant over de Castle lijn schrijft dit blad »l)e Middelburgsche Courant verwijt ons, dat wij over de rechtstreeksche vaart, door de Castte line tmschen Vlissingen en Znid-Afrika geopend, zwijgen, omdat deze lijn concurreert met de lyn van de Vnion Steamship Company. «Het verwijt mist allen grond. Jteeds in onze courant van 21 pecember hebben wij van het plan der Castte line melding gemaakt, en in die van 3 Januari hebben wij nadere uitvoerige bijzonderheden omtrent dat plan medegedeeld". Dit laatste is waar; maar dit doet niet te kort aan onze opmerking. De destijds door het Rotterdamsche blad gedane mededeelingen waren als nieuwstijdin gen belangrijk en konden hun nuttige zijde hebben om anderen mee te deelen, wat in het verschiet lag en te waarschuwen op hun qui vive te zijn. Maar toen Donderdag 24 Januari de eerste boot uit Vlissingen vertrok, de opening van de lijn dus een feit was, werd daarvan door de Nieuwe Rotterdamsche Courantbuiten de gewone mededeeling in de rubriek Zeetijdingen, geen notitie genomen. En dat nog wel, niettegenstaande alle andere groote bladenHet Handelsblad, Het Vaderland en Het Dagblad van Z.-H. daarvan wel meer of minder uitvoerig melding maakten. Dat teekende en daarop doelden wij. Scrutator wijst in het Utr. D. op de door de regeering ontworpen provinciale kiestabel: Volgens hem is die tabel weder daardoor, volstrekt onaannemelijk, omdat hij de berekening van het aantal leden, dat voortaan iedere staten-vergadering zoude tellen, men aan het departement van hinnenlandsche zaken, naar het blijkt, het cijferen heeft verleerd: Ten bewijze schrijft hij het volgende. Blijkens de toelichting, die de tabel vergezelt, heeft de regeering, of wil men liever Z. E. de minister van hinnenlandsche zaken, ter bepaling van het aantal leden der Staten: »evenals in 1850 een bepaald getal leden aan genomen voor de minst, en voor de meest talrijke bevolkte provincie (nl. Drenthe en Zuid- Holland), en, naar evenredigheid daarvan het aantal leden voor de overige provinciën be paald, waarbij in het oog is gehouden, dat nergens het aantal mocht verminderd worden." Dit laatste voorbehoud nu eens daargelaten, springt het in het oog, dat die methode, nu, evenals in 1850, de ware is: elke andere leidt wil men niet de berekening zuiver naar het aantal inwoners inrichten tot louter willekeur. Welnu, past men nu, met de regeering, de methode van 1850 ook thans toe, dan blijkt het volgende: OP HOOFDSTUK XI. Volle -vergelding. Nadat Lady Gethin deze afschuwelijke bij zonderheden gelezen had, bracht zij een aller- akeligsten tijd door totdat Glynn kwam. Hij had een paar woorden aan Elsie geschreven om te zeggen dat hij het vreeselijk druk had voor zijn vertrek en hoopte Woensdag hij haar te zijn. »Vader komt zeker mee Het is vreemd dat hij daar niets van zegt. En vader heeft ook in zoolang niet geschreven," zei Elsie. »Hugo zal alles wel ophelderen als hij komt," zei Lady Gethin, die onmiddellijk voor gaf zware hoofdpijn te hebben en naar bed te moeten, teneinde geen getuige te zijn van de onschuldige blijdschap der niets vermoedende, ongelukkige dochter. Zij slaagde erin haar te doen gelooven dat Glynn eerst 's avonds laat kon komen, opdat zjj zelf een onderhoud met hem kon hebben voordat hjj de arme wees het droevige bericht ging brengen. Drenthe heeft op 129,153 zielen, 37 leden; Zuid-Holland heeft op 927,209 zielen 84 leden. Yoor 927,209 129,153 zielen 798,056 erlangt Zuid-Holland dus 84 37 47 leden meer dan Drenthe, alzoo 1 op 17000 zielen. Iedere provincie moet dus ook, voor elke 17,000 zielen, die zij meer telt dan Drenthe, één lid boven de 37 hebben. Eene eenvoudige aftrekking en deeling toont nu aan, dat men op die wijze zoude verkrijgen (boven een half staten-lid, voor een geheel ne mende) Zeeland: 41 leden, niet 45; Utrecht: 42 leden, niet 45Limburg45 leden, niet 47Groningen 45 leden, niet 48; Overijsel 47 leden, niet 49 Friesland 49 leden, niet 54; Noord Brabant 59 leden, niet 69Gelderland 59 leden, niet 69 Noord-Holland 77 leden, niet 76. Zoude het niet geraden zijn, dat de hijeen- komsten der staten-vergadering op 26 Feb. a. s., maar weer afbesteld werden? Daarmede zijn voor het rijk ongeveer 20.000 gemoeid aan reis en verblijf kostenen zij zullen zich tot het constateeren van bovenvermelde reken feilen hebben te bepalen. »Le ridicule tue Deze opmerking is in alle opzichten juist, evenals de berekening van Scrutator. Thans begrijpen wij waarom de regeerings- gezinde bladen zoo op spoed aandringen. Er is ook haast bij het werk, opdat men de ge maakte fouten over het hoofd zou zien. De staten dienen daarom te meer op hun hoede te wezen. De Standaard doet heden, naar aanleiding der opmerkingen van de liberale pers over dit voorstel, een jammerklacht hooren. Het blad zegt dat men aan die zijde vooringenomen is tegen al wat deze regeering doet. »Kan er uit Nazareth iets goeds "komen", zou hierbij van onzen kant gelden. Zoo kleingeestig is de liberale pers echter nieten het tegendeel is reeds meermalen ge bleken maar na het bovenstaande is er toch zeker alle grond om de voorstellen van deze regeering ernstig te onderzoeken vóór men ze goedkeurt. Het Centrum deelt over de vergadering van den katholieken Zuid-Noordholl. Bond nog mede, dat van de 30 stemmen, die over de motie van 't bestuur werden uitgebracht, 5 leden van 't bestuur en 14 afgevaardigden van kiesver- eenigingen voor stemden, waaronder die der Amsterdamsche kiesvereeniging, die haar af gevaardigden vrij had gelaten. De mededeeling van De Tijd dat de tegen stemmende afdeelingen niet voor persoonlij ken dienstplicht warendat nok zij manife statie verlangden, doch alleen een eenigszins gewijzigde motie wenschten, noemt het blad op zijn zachtst genomen zeer onjuist. Want: »Van de 13 vertegenwoordigde kiesvereeni- gingen stelden er 4 motiën voor. De Haarlem- sehe motie, zooals die door de Maasbode is medegedeeld, wilde geen manifestatie, en luidde: »De provinciale hond van R.-K. kiesvereeni- Hij zag er slecht uit. »0 Hugo! Welk een vreeselijk voorval," riep Lady Gethin uit. »Een waar treurspelTegen u durf ik mijn gevoelen uitspreken dat Lambert eerst op Deering geschoten en toen zichzelf het leven benomen heeft. Hij was niet te herkennen, de arme kerelZijn hoofd lag geheel uit elkaar en het vreemdste is dat hij andere kleeren aan had dan ik hem ooit heb zien dragen. Hij had ze zeker tusschen Londen en Earlshall gekocht. Hij heeft zich den dag na den m.ord op Deering van kant gemaakt en eiken dag heb ik ver wacht dat men op de een of andere manier in hem den schilder zou herkennen, die een paar dagen te Denham doorbracht om schetsen te maken. Natuurlijk zeiden het horloge, een ring dien ik kende en het geheele uiterlijk van den man voor mij genoeg. Ik wist dadelijk wie hij was. Ik was hij de lijkschouwing en legde openlijk getuigenis af. Er werd echter niets over Deering gezegd. Laat mij nu naar Elsie gaanIk verlang zoo om haar te zien en ben er toch bevreesd voor." Lady Gethin bracht hem hoven, op haar salon en zei: »EIsie, Hugo is vroeger gekomen dan wij dachten" en sloot heseheiden de deur. Glynn bleef staan en smaakte een oogenblik het genot van Elsie te beschouwen, terwijl zij opvloog om hem te begroeten. Zij had een zacht grijs kleedje aan en een donkerroode roos voor gestoken. Het avondlicht viel op haar glanzig haar. Er was kleur op hare wangen, hare oogen stonden vroolijknu was hij gekomen om dit alles te verduisteren gingen in Zuid- en Noord-Holland, het wen- schelijk achtende, dat de verdedigbaarheid des lands ten volle verzekerd blijve, met behoud der plaatsvervanging en der wettelijk bestaande vrijstellingen, laat met vertrouwen het oordeel in deze over aan het beleid der katholieke afgevaardigden in de Tweede kamer der sta- ten-generaal." De afgevaardigden der Haagsche kiesvereeni ging stelden uitdrukkelijk voor om het oordeel over het wenschelijke van het behoud der plaatsvervanging en vrijstelling in deze motie weg te laten. Hieruit blijkt dus alleen dat de vijf bestuurs leden en de afgevaardigden van 7 kiesvere nigingen vóór de manifestatie waren, en dat de vertegenwoordigers van 6 kiesverenigingen (van welke 1 slechts door éen afgevaardigde was vertegenwoordigd) tegen de motie van het bestuur waren. Hoe de Tijd tot de gewaagde conclusie ge komen is, dat de minderheid ook vóór mani festatie was, en alleen formeel, niet principieel verschil in houding voorstond, is nog het on- begrijpelijkst van deze onbegrijpelijke zaak. De 14 tegenstemmers waren voorstanders der moties Haarlem of 'sHage, welke beide moties elke manifestatie uitsloten. De voorzitter sprak dit ook als zijn meening uit, naar aan leiding van een verschil over de volgorde dei- stemming. Ofschoon 's konings geboortedag op Het Loo stil voorbijging, zijn van wege de koningin en het prinsesje aan arme inwoners van Het Loo en omstreken levensmiddelen en brandstof uit gereikt en werden de kinderen van het wees huis te Apeldoorn op versnaperingen onthaald. De Apeldoornsche predikant ds. Hattink, hield des ochtends een bedestond. De dames en heeren van het koninklijk gevolg maakten hunne op wachting aan de koningin. Uit het jongste verslag aan den koning be trekkelijk de rijkspostspaarbank blijkt o. a., dat de maand Januari altijd voor haar eene excep tioneel gunstige is geweest. Naar alle waarschijnlijkheid is dit het ge volg van de omstandigheid, dat gedurende die maand aan een deel der burgerij (en juist aan dat deel, ten behoeve waarvan bovenge noemde instelling hoofdzakelijk, door den wet gever werd in het leven geroepen) buitengewone voordeelen en inkomsten toevloeien. Daarom juist is de som, gedurende de maand Januari hij deze spaarbank ingelegd, zoo uit nemend geschikt, om op overtuigende wijze aan te toonen in welke mate die nuttige in stelling wortel schoot in het volksleven. Bedoelde som beliep over de maand Januari respectievelijk in de volgende jaren 1882 f 195,552.05 s, 1883 283,446,01s, 1884 ƒ384.594,54,1885 ƒ452,968.22,1886ƒ588,023.445, 1887 755,849,74s en 18S8 880,347,97. De som, die in Januari 1889 werd ingelegd, bedraagt circa 1,123,000. »Zoo, zijt gij daar eindelijk riep zij uit, in haar blijdschap zelfs een oogenblik haar vader vergetende. Elsie, mijn lieveling, mijn leven riep hij uit en sloot haar in zijne armen, terwijl zijn hart vol deernis en medelijden klopte. Zoodra zij zijn stem hoorde, ontstelde zjj. »0, gij brengt slechte tijding. Is vader ziek is hij dood »Ja," antwoordde Glynn, haar nog inni ger aan zijn hart drukkende. »Hij is tot rust gekomen en nu moet ik echtgenoot en vader tevens voor u zijn, mijn lieveling." »0 neen, neen, neen, niet dood," gilde zij. »Ik moet hem nog eens zien. Hij moet nog eenmaal tot mij spreken. Breng mij hij hem, Hugo Laat ons terstond gaan." »Dat zou niets baten, kindlief gij zoudt hem niet eens herkennen »Waarom niet? "Wat? Waarom hebt gij niet om mij geseind, toen hij ziek was »Maar hij is niet ziek geweest, Elsie. Hij is op den trein verongelukt. Hij moet tegen het portier geleund hebben en er uitgevallen zijn. Men veronderstelt dat hij onmiddelijk dood is geweest." »Zal ik hem dus nooit weer zien? Dat is al te hardZij wrong de handen en zag wanhopig om zich heen; wierp zich toen met een rauwen gil in zijne aimen en barstte in tranen uit. Glynn lenigde haar eerste droefheid met de grootste liefde en zorg en overtuigde haar spoe dig dat zij haar eerbied voor den dierbaren over- I In laatstgenoemde maand werden 6200 nieuwe boekjes uitgereikt. Blijkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, van 16 dezer, wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 526,770 pikols. Tot een waardig besluit der viering van 's konings jaardag was Dinsdagavond een groot deel van het Middelburgsche publiek in het Schuttershof vereenigd. De, zooals gebruikelijk, keurig, eenvoudig en toch zoo smaakvol, versierde zaal was tot achteraan toe vol; en onder de aanwezigen merkten wij verschillende autoriteiten op, die aan de beleefde uitnoodiging tot bijwoning hadden voldaan. Trouwens, de leden der Vereenigde sociëteiten der schutterij en infanterie kunnen bij hunne uitvoeringen steeds op een talrijk en dankbaar publiek rekenen. Nu, aan die erkentelijkheid heeft het ook gisteren niet ontbroken. Zoowel de tooneelstukjes, als de zangnommers en de aardige voordrachten ondervonden veel bijval. En geen wonder. Het tooneelspel Moed adelt, een tendenz-stukje, werd verdienstelijk gespeeld. De vrouwen rollen waren- in goede handen en - de hier onbekende dame, die de rol van mevrouw de weduwe Van Westerhorn vervulde, deed dit op eene wijze, die te prijzen viel. De heeren gaven, gelijk wij dit van hen gewoon zijn, menig goed tooneeltje te aanschouwen. De opzet van het stukje, het gesprek tusschen die weduwe en Julia, was vrij langdradig en onmogelijk voor liefhebsters om voor het publiek smakelijk te maken. Aan het slot van dit tooneelspel had eene hartelijke ontboezeming plaats aan het adreB van onzen zieken vorst. Wel was het een anachronisme zulk een ovatie tegenover onzen koning, op zijn 72en jaardag in 1889, in een stukje dat den 18en Juni 1875 heette te spelen, maar de bedoeling was goed en welgemeend en zoo begreep het publiek ook, want het be tuigde door luid applaus daarmee zijne in stemming. Het aardige blijspel van Gerard Kellerde dochter van den barbierhier geen onbekende, had het gewone succes. Het is aardig en onder houdend. Als van dit stuk eens een nieuwe druk mocht noodig zijn en de schrijver daartoe lust en tijd mocht hebben, zou het wellicht overweging verdienen, het om te werken en o. a. de zinspelingen op twee, op het gebied der emancipatie welbekende dames, te schrappen ze zijn uit haar tijd. Het stuk zou overigens toch actueel blijven, al vervielen ook de zin sneden die daarop betrekking hebben. De opvoering van het stuk had veel goeds een enkele maal sleepte zjj; en met de opvat ting van Ruwerda, hoe goed gezegd ook, konden ledene niet beter kon toonen dan door de verbin tenis, die hij aangegaan had, na te leven. Eenige maanden later werd dus hun huwelijk ten huize van Lady Gethin in alle stilte ingezegend dooi den neef van Glynn, den geestelijke te Clapham, die met mevrouw Kellett de eenige bruilofts gast was. Van lieverlede heelden de tijd en de rust de wonde, welke de dood van haar vader Elsie had toegebracht. Doch de herinnering aan hem bleef haar altijd even dierbaar en Glynn merkte dat de beste troost voor zijn jong vrouwtje was, wan neer hij haar vertelde van den tijd, toen Lam bert bij hem logeerde en hij blijkbaar zijn vroegere opgeruimdheid weer herkreeg. Van den strijd, dien hij op het laatst van zijn leven gestreden had, vernam zij nooit iets. Zelfs toen zij in den loop der jaren wel genoodzaakt was om aan te nemen dat zij zijn eigen dochter niet was, werd haar gevoel van liefde en dank baarheid daardoor veeleer verhoogd. Tien jaar later. Tooneel: een receptie bij Lady Franeiska Verner. Sprekers een dame uit de groote wereld en een kortelings uit Indië teruggekeerden neef van haar. -- »Ja, Lady Franeiska is zeer knap en zij bezit een groote mate van kalme opgeruimdheid. Zij was de weduwe van den armen Deering van Denham, die zich eenige jaren geleden doodgeschoten heeft. Die forsche breedgeschou derde man met het blauwe lint is Admiraal Verner en die bleeke tengere jongeling, daar ginds, is de jonge Deering, die zulke mooie verzen maakt". wij ons niet vereenigen. Men had van dien persoon te veel een caricatuur gemaakt, wat zeker niet in de bedoeling van den schrijver heeft gelegen. Als hij die hem weergaf ooit De kiesvereeniging van Stellendijk heeft gezien, her innert hij zich zeker Markslecn weljuist een type voor Rutverda als geknipt. Met hunne, in onze oogen eigenaardige begrippen, zijn beiden toch achtenswaardige, nette menschen. Bij zulke gelegenheid moet men vooral vermijden derge lijke figuren beajottelijk te maken. Wij maken deze"'opmerking uit belangstelling, omdat wij weten dat zij ook in dank zal worden aangenomen. Van Stoppelen viel èn om zijne houding èn om zijne wijze van spreken vooral in onzen smaak. De bankier en zijn dochter, de twee dankbaarste rollen uit het stukje, voldeden goed. Jammer dat men voor de liederen niet wat opgewekter melodieën had gekozen, en het accompagneeren het zingen eer bemoeilijkte dan steunde. Dan waren de zangers, die Das Bild der Rose, Ruhe en Abendfeier zongen, nog beter af. Zij konden op elkaar steunenen verwierven vooral met het eerste zooveel bijval dat zij het laatste couplet ervan móesten herhalen. De juiste toon, waarin twee verzen werden voorgedragen, een over het huwelijk en het andere, als toegift, over twee tooneelisten die elkaar een poets bakten, verdient eene afzon derlijke vermelding. Toen wij weggingen maakten velen zich op om deel te nemen aan het bal, dat voor velen niet het minst aantrekkelijke van den avond was. De honderdste opvoering van Zwarte Griet had Maandagavond te Leiden plaats. Faassen ontving lauwerkransen zijn vrouw en mevrouw Beersmans ieder een bouquet. Door h et tooneel gezelschap van den nieu wen Rotterdainsehen schouwburg is in studie genomen een blijspel in vier bedrijven van den heer L. H. Chrispijn, getiteld: Van Houten's cacao. En dan durven sommigen nog beweren, dat de Nederlanders geen slag er van hebben om réclame te maken. In de Groninger bladen brengt Goeverneur in een kort gedichtje dank aan de »lieve vrien denschaar", die zich op zijn tachtigsten jaardag aan zijn lijdenssponde verga lercle. Hij neemt deze gelegenheid tevens te haat om allen in den lande, die hem hun belangstelling betoonden daarvoor te bedanken. De welbekende Zweedsche schrijfster Char lotte Anna Edgren-Leffier is van haar man ge scheiden. Zij verliet voor ongeveer een jaar Zweden, vertrok naar Italië en weigerde naar haar man terug te keeren. Op dezen grond schijnt door hem echtscheiding te zijn verkre gen. Mm. Edgren en haar man dachten zeer uiteenloopend over de meeste sociale en politieke kwesties. De schrijfster van den Zo- mernachtsdroom is zeer vrijzinnig. Er zijn geen kinderen. De Vereeniging van de Romeinsche mandolinisten en guitaristen, onder de directie van de professoren Bertini en Garrara, zal in »Wie is die dame met dat gedistingeerde uiterlijk, die met Admiraal Verner spreekt Zij heeft zulk een lief gezicht en zulke groote blauwe oogen". »0 meent gij mevrouw Glynn Zij wordt zeer bewonderd door schilders en kunstenaars en zij heeft zulk een roma nesk verleden. Haar vader werd vermoord door de Indianen of Kafters en zij werd door een Yankee-gouddelver gered. Hij bracht haar in de Rocky Mountains, te midden eener on beschaafde bevolking groot. Daarop nam hij haar mede naar Parijs, waar zij geloof ik moest optreden als de dochter der Incas, in een ballet of iets van dien aard, toen Glynn haar zag en met haar trouwde, hetgeen tamelijk dwaas scheen. De oude mevrouw Gethin merkte echter eene sterke gelijkenis op tusschen haar en een oude vriendin, die indertijd met Gilbert Deering getrouwd was en wier dochter zij bleek te zijn. Later vonden zij een vrouw, aan wie de Yankee haar als kind ter verzor ging had gegeven, zoodat de Deerings begrepen het verstandigst te doen met in een schikking te treden. Lady Franeiska behoudt haar weduwen-inkomen en de jonge Deering de familie-goederen zoolang hij leeftmaar die lieve mevrouw Glynn of haar zoon volgt hem op. Zij zijn beste maatjes. Wat heeft zij prachtige diamanten 1" »Nu", zei de Indische neef, »de waarheid is inderdaad vaak vreemder dan verdichting." E I W E.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1