LAATSTE BERICHTEN. Vertoppn eiYerpacMiDp in Zeeland Verspreide Berichten. LANDBOUW. UIT STAD EN PROVINCIE. bij elkaar zien staan, doch nieta van het steken of slaan gezien. Bekl. heeft hem later gezegd zijn mes gebezigd, en tengevolge van dat gebruik geen mes meer te hebben, hem tevens verzoe kende om, wanneer de zaak vervolgd werd, in zijn voordeel te spreken. A. Vermeulen, de achtste getuige, die ook het voorval in de herberg bijwoonde, heeft niets van eene uitdaging gehoord. Overigens kwam zijn verklaring overeen met die van den vori- gen getuige. Deze beide getuigen werden opmerkzaam gemaakt dat deze verklaring niet strookte met die, voor den kantonrechter afgelegd, doch zij bleven bij hunne thans afgelegde getuigenis. De wachtmeester der marechaussée C. van den Dungen was de laatste getuige. Hij gaf inlichtingen omtrent hetgeen door hem ten deze was verricht. Hij verklaarde verder dat Uit dragers niet ongunstig bekend staat en, als hij werk heeft, met zijn broeder voor zijn moeder zorgt. De Vos is van een driftig temperament en heeft spoedig ruziehij staat anders niet ongunstig bekend en doet ook zijn best om voor zijn gezin het brood te verdienen. Hierop werd de bekl. gehoord. Hij erkende op den bewusten avond zijn mes gebruikt en De Vos gestoken en gesneden te hebben. Hij gaf echter voor dit gedaan te hebben om zich te verdedigen, toen De Vos hem aanviel. De ambtenaar van het openbaar ministerie wees erop dat in den laatsten tijd herhaalde lijk bier personen terechtstonden wegens het toebrengen van mishandelingen door middel van een mes en dat het, de toegebrachte ver wondingen nagaande, te verwonderen is dat zij niet terechtstaan voor enstiger feiten, nl. het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel of doodslag. Bij al deze mishandelingen bedienden de beklaagden zich van een mes, en moge in andere provinciën het z. g. n. bekkensnijden in onbruik geraakt zijn, in de provincie Zeeland is dit niet het geval. De ambtenaar wees verder op de gevaarlijke gewoonte, die vooral bij den boerenstand bestaat om in den zak groote messen te dragen, die zoo licht zonder veel nadenken getrokken worden, wat voor den aangevallene zoowel als voor den aanvaller zoo hoogst ernstige gevolgen heeft. Uiteenzettende dat bekl., die steeds gunstig bekend stond, alleen ook tengevolge dezer ge woonte op de bank der beklaagden zit, sprak de ambtenaar de hoop uit dat velen het treurig voorbeeld van dezen bekl. tot nut zal zijn en tot voorzichtigheid zal aansporen. Het ten laste gelegde feit achtte de ambte naar, op grond van de afgelegde getuigenver klaringen, wettig en overtuigend bewezen, terwijl hij van oordeel was dat de door bekl. gevoerde verdediging, als zou hij door nooddwang tot de daad gedreven zijn, niet aannemelijk was. Op grond van een en ander vordei'de de ambtenaar veroordeeling van den bekl. wegens mishandeling tot een jaar gevangenisstraf, met bepaling dat de tijd, dien bekl. in voorloopige hechtenis doorbracht, in mindering der opge legde straf zal worden gebracht. De verdediger, de heer mr. F. N. van dei- Bilt, begon met er op te wijzen dat bij eene, voor deze zelfde rechtbank behandelde zaak, waarbij eveneens een steek met een mes in den buik was toegebracht, door den ambte naar van het openbaar ministerie en de recht bank is aangenomen dat het steken met een mes in den buik behoort te worden beschouwd als het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, terwijl thans het openbaar ministerie bekeerd schijnt tot de stelling, toen door spreker ver dedigd, dat eene dergelijke verwonding slechts als mishandeling kan worden gequalificeerd. Daarna trachtte de heer Yan der Bilt in het breede aan te toonen dat de bekl. bij dagvaar ding ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen zijn, omdat door geen dei- getuigen, uitgenomen De Vos, wiens verklaring niet al te veel vertrouwen verdient, is ge zien dat de verwondingen zijn toegebracht. Hij wees er daarbij ook op dat in de dagvaarding gesproken wordt van »zware verwondingen" in borst en nek, eene uitdrukking waarvan het wetboek van strafrecht niet spreekt, terwijl bovendien de deskundigen in hun rapport ver klaard hebben dat de verwondingen in borst en nek niet zwaar geweest zijn. Hij concludeerde op grond van een en ander tot vrijspraak van zijn cliënt. Bij repliek bleef de ambtenaar van het open baar ministerie bjj zijne gedane vordering, maar voegde daaraan toe het verzoek om den bekl. niet langer in hechtenis te houden en thans in vrijheid te stellen. De verdediger wees er in zijne dupliek, waarbij hij eveneens zijne conclusie handhaafde, op dat hij niet de dadelijke invrijheidstelling van zijn cliënt heeft willen vragen, omdat hij meende dat die vraag lag op den weg van het open baar ministerie. Spreker, in principe tegen preventieve hechtenis, was van oordeel dat in deze zaak volstrekt geen aanleiding was om bekl. in voorarrest te houden, omdat daarvoor z. i. geen enkele reden bestond. De uitspraak der rechtbank werd bepaald op heden over acht dagen. Terzelfde zitting zijn veroordeeld wegens: mishandeling: J. H., 24 j., arbeider, Retranchement, tot 8 b. s. 8 d. h.; J. d. S.j 46 j., koopman, Axel, tot 8 b. s. 6 d. h.;A. M., 19 j., Sas van Gent, en G. de N., 23 j., Assenede, arbeiders, de le tot 7 en de 2e tot 14 d. gev.; G. v. d. B., 18 j., arbeider, Colijns- plaat, tot 5 b. s. 5 d. h., en P. B., 23 j., dijkwerker, Westkapelle, tot 8 b. s. 6 d. h.; beleediging: M. A. W., 37 j., hvr. van J. B. M. V., zonder beroep, Ylissingen, tot 6 b. s. 6 d. h.; diefstal: J. B. B., 12 j., en J. H., 11 j„ beiden zonder beroep, Terneuzen, de le tot 3 d. en de 2e tot 1 m., en E. S. R., 16 j., schip persknecht, Philippine, tot 1 md., gev., en het afscheuren van een biljet van besmettelijke ziekte: M. L. J., 33 j., hvr. van J. F.d. B., winkelierster, Hulst, tot 5 b. s. 5 d. h. Allen in de kosten. Vrijgesproken is: J. V., 18 j., arbeider, Driewegen, beklaagd van mishandeling. Kantongerecht te Middelburg. Heden, Dinsdag, zijn veroordeeld: P. de W., te Nieuw en St. Joosland, wegens dronkenschap en het wateren op straat buiten de bakken tot 2 b. van 2 s. 2 d. en 0.50 b. s. 1 d. H. B., J. C. M., W. H., Middelburg en C. F., Koudekerke, wegens het verwekken van rumoer des nachts, ieder tot 1 b. s. 1 d.J. L., Middelburg, wegens het wateren op straat buiten de bakken, tot 0.50 b. s. ld.; verder wegens dronkenschapI. de K., Mid delburg tot 15 b. b. 3d.: P. L., W. H., B. W., J. F. M., Middelburg, C. F., Koudekerke, ieder tot 3 b. s. 2 d.G. Y., G. de K., J. C. T., H. B., C. V., Middelburg, A. K., Nieuw en St. Joosland, J. L. wed. J. v. D., P. SG. J. V., F. v. d. V., Vlissingen, P. P., L. G. P., zonder bekende woonplaats, ieder tot 1 b. s. ld.; J. W. Middelburg, tot 2 b. van 1 8. 1 d. elke b.M. J. H., Middelburg, en N. J., Vlissingen ieder tot 5 b. s. 2 d. En allen in de kosten van het geding. "Wij willen wel voldoen aan het verlangen van den schrijver om het onderstaande nog op te nemen, maar sluiten dan tevens de debatten over dit onderwerp. WelEd. Heer O. te Westkapelle Het verheugt me, dat mijn opstel over aard appelteelt bij u, volgens uw geëerd schrijven in no. 33 der Middelb. Cour., algemeen de aan dacht heeft getrokkendat getuigt van be langstelling en daaraan dank ik dan ook zeker wel uwe mededeeling omtrent den door u ge- wenschten pootaardappel. Voorop stel ik, dat wij in deze zaak nooit in één schuitje zullen komen, tenzij u van zienswijze mocht veranderen. Ik heb gezegd>de groote pootaardappel verdient de voorkeur, maar is het wêer goed, dan voldoet de middelmatige poter evenzeer voorts, >dat van klein zetgoed nooit sprake mag zijn." (No. 26 der Middelb.) U zegt»doch allerminst gelooft men dat groote pootaard- appelen de beste opbrengst geven." Ik neem dus aan, dat bij u de practijk spreekt en voor deze heb ik hooge achting. Maar ik heb even zeer hooge achting voor anderer ondervinding, en die leert precies het tegendeel. Ik kan u eerlijk zeggen, dat ik, na de lezing van uw stuk, voor het eerst heb vernomen, dat er plaatsen zijn, waar men aan den kleinen poot aardappel de voorkeur geeft boven den grooten. Lees ik echter goed, dan kom ik tot de con clusie, dat men te uwent in deze toch lang niet eenstemmig denkt. Immers gij zegt, toen een uwer kennissen zijn poters van gewone grootte (dat zijn dus de middelmatige, van welke ik zei, dat ze bij goed wêer evenzeei voldoen als groote aardappelen) in 2 of 3 stuk ken sneed en deze pootte, velen deze handel wijze uws vriends voor dwaas hielden, wat bij mij beteekent, dat die »velen" te uwent dan toch niet uw leer toegedaan waren om maar klein goed te gebruiken. En mocht u hierbij de opmerking maken, dat een stuk van een kleinen aardappel kleiner is dan het heele knolletje, dan ga ik me beroepen op den heer S. te W. (ook een Zeeuw), van wien het eerste stukje tegen mij was en die daarin zegt >Wat betreft de opmerking omtrent de te planten aardappelen hoe grooter hoe beter, leert de practijk mede, dat een flinke zetaardappel de voorkeur verdient." Een flinke aardappel is toch geen kleine. U en uw collega ver schillen hier dus zeer in meening. Ik heb eer bied voor uw overtuiging, maar zij is in deze niet de mijne en zal dat ook nooit worden. Een beroemd landbouwkundige heb ik eens hooren zeggen tegen boeren»als je zoons 's winters niets beter weten te doen dan kaar ten, spelen, lanterfanten enz., laat hen dan de voor- en achtereinden der beste korenaren afknippen en uit de aldus verkregen midden stukken de korrels doppen of slaan, want deze zijn het zwaarst en als zaaigoed het meest geschikt." "Wat hier omtrent het koren waar is, geldt ook voor de aardappelen, d. i. groote zijn best pootgoed, maar te duur bij uitgebreide cultuur, middelmatige zijn even goed bij niet te schraal wêer, maar kleine mag men niet aanbevelen. Ook aardappelschillen met oogen brengen, als alles meeloopt, eetbare aardappels voort. Hoogachtend, Uw dw. dienaar Kudelstaart, G. Dros. 10 Febr. 1889. Naschrift op mijn voorlaatsteVoor me ligt het verslag van den oogst in de Gem. Haarlemmermeer over 1888. Opbrengst tarwe gemiddeld 15 H. L. D. In het Maandblad der Hollandsche maat schappij van landbouw komt een belangrijk opstel voor van den heer D. Bauduin, over Landbouw coöperatie, dat de lezing zeer waard is. Naar aanleiding van den strijd, die er op dit oogenblik gevoerd wordt tusschen de suikerfabri kanten en landbouwers-verbouwers van suiker bieten, wjjst de heer M. Merkelbach, lid van ged. staten en voorzitter der Mij van landbouw in Limburg in de wekelijksche landbouw-kroniek op het groote verschil tusschen den prijs, die in Duitschland voor de suikerbieten betaald wordt en de prijzen hier te lande. Terwijl men in ons land thans niet meer dan ƒ12 uitlooft, ontving de heer Merkelbach van 1882 tot en met 1884 van eene Duitsche fabriek voor ScMesische Imperiale (welke soort gemiddeld per hectare 35,000 kilogram gewicht opleverde) 16.20 per 1000 kgr. Thans heeft schrijver weder een contract met een Duitsche fabriek voor 1889, 1890 en 1891, waarbij hjj ƒ15.18 per 1000 kgr., vrij op waggon geleverd, ont vangt. Volgens den heer Merkelbach zouden fabrikanten en verbouwers, in plaats van in courantenartikels te twisten, beter doen door de handen ineen te slaan om van de wetge vende macht eene herziening onzer suikerbe lasting te verkrijgen, daar hij meent dat de hoogere prijzen in Duitschland slechts betaald kunnen worden tengevolge van een gunstiger belastingstelsel. De heer Merkelbach lokt daarom in de ver melde landbouwkroniek de volgende vragen uit, welke hij gaarne door de belanghebbenden wenscht beantwoord te zien lo Om welke reden worden de suikerpeeën in Duitschland zooveel duurder betaald dan in ons land 2o Bestaat daarvoor eenige andere reden dan de wijze van belasting 3o Zou bij de aanneming van een ander belastingstelsel het eventueele verlies, door de schatkist te lijden, niet door grooter consumtie worden gedekt wanneer de consumenten dit noodige voedingsmiddel tegen veel lageren prijs konden genieten, daar op dit oogenblik in Duitschland de 100 kgr. geraffineerd in broo- den slechts 35 tot 36 kost, tegen 52 in Nederland De loterij van vrouwelijke handwerken 1839—1889. Met belangstelling zullen velen voor een paar weken gelezen hebben, dat eene bij allen zoo goed bekende vriendin de loterij van vrouwe lijke handwerken, dit jaar haar halve eeuwfeest viert. "Wie gevoelt geen ingenomenheid met deze hoogst nuttige vereeniging, die nu voor de vijftigste maal zoo liefdevol hare gaven uitdeelt aan de minder bevoorrechten onzer stad Be halve de diaconieën der verschillende gemeen ten, zijn het de zustervereenigingen Dorcas, de Moederlijke weldadigheid en de Vereeniging tot bezoeken der armen, die ruimschoots haar heil- zamen invloed ondervonden. De beste getuigenis voor de genegenheid, welke men haar toedraagt, is wel het steeds toene mende aantal prijzen, die ieder jaar voor haar worden in gereedheid gebracht, en de lust tot aankoopen van een aanzienlijk aantal loten. Hierdoor nam haar bloei voortdurend toe. Niet minder dankt zij haar voorspoed aan de dames-directrices, die iederen winter zooveel tijd en moeite voor haar welslagen besteedden, om met fijnen tact en nauwgezetheid het geheel in orde te brengen. Aan haar een woord van dank, uit naam der armen dezer stad en uit naam van hen, die haar zijne bijdragen toe vertrouwden. Is men niet afgeschrikt geweest door de be sneeuwde straten, dan zal ons ongetwijfeld heden middag menigeen gevolgd zijn naar de directiekamer van Walcheren, waar ditmaal eene bijzonder uitgebreide verzameling geschen ken zijn tentoongesteld. Wat ons, bij het binnenkomen, het eerst in het oog valt is de elegante vei-siering, die de dames-directrices ter eere van de vijftigjarige hebben aangebracht, een groet, die iederen bezoeker aangenaam stemmen zal. Hoe vroolijk en feestelijk zien die veelkleurige bloemen eruit, welk grillig contrast met den winter daar buiten Op een groot schild, omlijst door een krans van groen, waartusschen camelia's en rhododendrons, staat het volgende vermeld: >18391889, 50 jarig bestaan der loterij van vrouwelijke handwerken, opgericht door mevr. Sehorer-Rethaan Macaré, jonkvr. E. Schorer, later mevr. Caland, jonkvr. M. Schorer." Wanneer wij de tentoonstelling verder in oogenschouw nemen, ontdekt ons oog eene keur van fraaie ornamenten, handwerken en andere voorwerpen van smaak. Ongetwijfeld zal bij menigeen de begeerte opkomen, dat men dit maal bij de verloting eens heel gelukkig moge wezen. Als prijs, aangekocht uit het legaat van wijlen mevr. Caland, koos men een zeer fraaaien stoel van ponceau satijn, vervaardigd door den heer Neelmeijer alhier. Het schijnt wel of de dames met het oog op het jubilé, dezen keer eene bijzondel- mooie keuze hebben willen doen. Ook valt het oog al zeer spoedig op een rijk étui, bevattende een zilveren pasteilepel en twee dito vorken, een tweede bewijs van ingenomenheid met het vijftigjarig bestaan der loterij, van de zijde der dames-directrices. Verder ziet men er op smaakvolle wijze ge- etaleerd, behalve zeer vele luxe-artikelen, eene collectie fijne handwerken, waaronder trépieds, kleedjes, borduurwerken, een keurig kastje van gesneden hout en tal van andei'e werken, waar aan zeker menig uurtje besteed is. Toevallig kwam ons een dezer dagen de lijst van inge zonden voorwerpen van 1839 in handen. Opmer kelijk is het dat er op die lijst nog enkele namen van inzenders vermeld staan, die ook heden hunne geschenken inbrachten. Moge de loterij van vrouwelijke handwerken nog zeer dikwijls jarig zijn, om nog langen tijd met de hierboven genoemde vereenigingen van philanthropie samen te kunnen werken tot verzachting de1- armoede Dankbaar mag de burgerij wezen voor de bemoeiingen van het tegenwoordige bestuur en zeker zal zij blijven volharden om haar steun te geven aan eene inrichting, die vijftig jaren lang veler sympathie heeft verworven. In hun eigen belang herinneren wij, op uit- noodiging der politie alhier, de inwoners aan de alhier van kracht zijnde politie-verordening waarbij wordt voorgeschreven dat bij de glad heid der straten men verplicht is om op de voetpaden, des morgens vóór 9 uur en des namiddags tusschen 4 en 5 uur asch, of zand te strooien. Uit Ylissingen schrijft men ons de volgende treurige tijding De heer Yan Schooten, onder-inspecteur over het Belgisch loodswezen alhier, heeft zich Maan dagavond naar Westkapelle begevenwaar door hem, na onderzoek van de aldaar aan gespoelde wrakstukken, officieel geconstateerd is, dat deze afkomstig zijn van den vermisten Belgischen loodsschoener no. 3, zoodat thans helaasgeen twijfel meer bestaat of dit vaar tuig is met zijne bemanning een prooi der golven geworden. Door dit onheil verliezen niet minder dan 7 weduwen (onder wie in belangwekkende om standigheid) en 32 weezen hunnen verzorger. In de Maandag te Borssele gehouden vergadering van den dijkraad werd besloten tot instelling van een duiker-onderzoek aan den oever van Borssele. Yerder werd behandeld een verzoek van eenige obligatiehouders om couponbladen te voegen bij de schuldbrieven van den polder en het waterschap. De dijk raad besloot tot eene gunstige beschikking behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Aan een aannemer werd ontheffing van boete geschonkenwaarin hij was vervallen door overschrijding van een tijdstip van oplevering van een werk. Uit eene mededeeling van het bestuur bleek dat de omschrijving der onderhoudswerken van 1889/90 was goedgekeurd tot een bedrag van ƒ28,906.06. De schade door den storm, aan Schonwen's duinen toegebracht, is naar men ons meldt niet gering. De voorduinen die, dank zij de rjjsschermen, zoo mooi begonnen op te hoogen, zijn geheel weggeslagen, en de duinvoet is daardoor wel een 20 schreden achteruitgegaan. Wat in een zestal jaren was aangewonnen, is in een paar dagen weggeslagen. Te Oudendijk, gemeente Ellemeet, is sedert eenige weken een stroohulzenfabriek opgericht. Yoor menigen arbeider is het weer een heele uitkomst, dat de aankomende jongens en meisjes daar een klein weekgeld kunnen verdienen. Men hoopt, dat het den ondernemer goed zal gaan, en de arbeiders nog menigen winter er werk zullen vinden. De raad van Tholen besloot Maandag met algemeene stemme q de goedkeuring aan Ged. staten te vragen om aan Ph. J. Wessels 6 vierk. meters gemeentegrond te verkoopen tegen den vast gestelden prijs van 5000 per hectare terwijl eveneens de goedkeuring van ged. staten zal gevraagd worden om de subsidie van het algemeen armbestuur met 50 te verhoogen. Ingekomen was een schrijven van den post- en telegraafdirekteur dat de inkomsten der tele grammen in 1888 ƒ798.30 bedragen, zoodat de gemeente niet behoeft te suppleeren. Yerder werd besloten de gasfabriek aldaar, die Woensdag a. in publieke veiling verkocht wordt, niet te koopen. Ten laatsten deelde de voorzitter mede dat besloten is den aanslag in den hoofdelijken omslag van den ontvanger der registratie met éene klasse te verminderen. Maandag spoelde aan den Anna Jacoba polder, onder Bruinisse, een lijk aan, gekleed in wollen trui. De boomkweeker Roels, uit Kemscke (België), die met den trein van Hulst naar België reisde, vermiste bij aankomst te CÜDge zijn portefeuille, inhoudende drie bankbiljetten ter waarde van driehonderd francs. Daar hij in de meening was de portefeuille te Hulst misschien te hebben verloren, keerde hij met den eerstvolgenden trein naar Hulst terug en liet aldaar door den stadsomroeper zijn verlies bekend maken, 't geen echter zonder gunstig gevolg bleet. Eenige personen evenwel hadden gezien, dat zekere T., commissionnair te Hontenisse, een voorwerp, gelijkende op eene portefeuille, van den straatweg had opgeraapt. De politie werd van dit een en ander in kennis gesteld, en toen zij op onderzoek uitging, bleek dat T. in het bezit was van de bewuste portefeuille, waarin zich de driehonderd francs alsnog bevonden. (N. v. d. D.) De provinciale bladen no. 16 en 17 bevatten de besluiten der provinciale staten betreffende de heffing van tolrecht voor het gebruik van bij de provincie in onderhoud zijnde wegen. Deze besluiten zijn goedgekeurd bij kon. be sluit van 17 October 1888 no. 18. Vlissing-eii. Volgens een telegram was de Belgische loodsschoener no. 3 bij Westka pelle; een sleepboot vertrekt derwaarts. Radrïd. Generaal Salamanca is tot gou verneur van Cuba benoemd. Rome. De rust en orde zijn hersteld. In een toespraak verklaarde de paus dat de vermetelheid van de booze hartstochten aan- druischt tegen de grondslagen der burgerlijke maatschappij, ook omdat het volk van den gods dienst afwijkt. Z. H. achtte den godsdienst een waarborg voor den vrede en verklaarde naar middelen te zoeken om de goede verstandhou ding tusschen de staten te herstellen. "fVasliingtoii. De senaat stond 250.000 dollars toe tot bescherming van de belangen der Armerikanen op de landengte van Panama. ^Petersburg-. Volgens nadere berichten uit Pschardshui Bokhara kwam generaal Koma- roff aldaar met zijn staf aan. Emir Abdurrahman is te Chulm, 32 wersten van Amudarjah. Datam. Plaats. Voorwerpen. Informa! en 13 Febr. Koudekerke, Boom en, Loeff. 13 Tholen, Gasfabrieken, Wagtho. 14 Breskeiis, Woonhuis, Brevet v. cL Kloes. 14 n Middelburg, Huizen enz., Tak. 15 Vlissingen, Netten, Burgemeester 19 n Middelburg, Meubelen, De Vos. 20 tt Middelburg, Meubelen, De Vos. 20 n O. Souburg, Meubelen, Hendrikse. 22 ft Wissekerke, Inspan, Roelof 25 Vlissingen, Huizen, Do Wolff. Uit Scheveningen meldt men dat gisteren verschillende bommen in zee gezien werden, blijkbaar alle bezig om. den wal te bereiken. Om vier uur ongeveer landde de bomschuit 133 met alle man aan boord en welke blijkbaar van den storm ook niet veel geleden had. -- Ten gevolge van den hoogen waterstand en den hevigen storm op 9 Februari 11. is het spoorwegverkeer tusschen Rotterdam, respec tievelijk Feijenoord en IJsselmonde, belemmerd, en is de spoorwegdienst op dat baanvak tot nader order gestaakt. De stremming zal vermoedelijk van slechts korten duur zijn Gisteren brachten vijf extra-treinen de rei zigers voor België en zuidelijker gelegen landen van Rotterdam naar IJselmonde, vanwaar zij naar Dordrecht werden vervoerd. Geen der betrokken spoorwegmaatschappijen staat echter voor eene geregelde aansluiting in. Uit Keulen wordt gemeld dat tengevolge van den sneeuwstorm het verkeer op de spoorweg- trajecten van de spoorwegdirectie (links-Rhei- nische) voor het oogenblik gestremd is Keulen Bonn,Keulen—Trier, Eifellinie, Keulen—Neuss, NeussM. Gladbacli en AkenBleiberg. Een Haarlemmer schrijft het volgende aan het Haarl. Dagblad-. Eergisteren (Zaterdag) moest ik voor zaken te Rotterdam zijn met een Franschman, die vroeger nooit in Holland was geweest. Na een zeer stormachtige reis per spoor van Amsterdam, die natuurlijk allesbehalve aangenaam was, kwamen we eindelijk te Rotterdam. Velen der klanten, die wij bezoeken zouden, en hun kantoor in een sousterrain houden, hebben wij niet kunnen spreken omdat het hooge water hen genoodzaakt had hunne bu reau's te sluiten. Sommigen hadden hun onder huis afgedamd. In het laagste gedeelte dei- stad stond het water zoo hoog op de straat, dat van loopen geen sprake was, wij huurden dus een schuitje en gingen daarin zitten, ter wijl twee mannen, met waterlaarzen tot hun midden, het voortduwden. De Franschman zat diep in zijn jas gedoken te rillen van kou en riep: Mon Dieu, quel pays! un paradis pour les canards! Voor de ramen waar wij voorbijvoeren zagen wij tal van gezichten, die lachend op onzen zonderlingen gondeltocht neerzagen. Natuurlijk loonde het onder deze omstandig heden de moeite niet, lang in dit Nieuw-Ve- netië te vertoeven. Wij voeren dus naar ons hótel, maar daarin stond het water zoo hoog, dat een onzer gon deliers mij op zijn rug naar binnen dragen moest. Daar zette hij mij op een tafeltje neer en ik kon van deze verheven plaats afrekenen met den kellner, wiens, zooals altijd, keurig gescheiden en gepommadeerd haar en witte das een lachwekkend contrast maakten met de groote waterlaarzen welke hij droeg. Een knecht, ook al in laarzen (het artikel deed opgeld) ging mijn bagage halen. Toen mijn drager met mij op zijn rug de deur uitging, struikelde hij en liet mij vallen, zoodat ik, in het schuitje gekomen, met mijn armen Fransch man om het hardst aan het rillen ging en wij beiden er niet rouwig om waren, toen wij in een drooggebleven café weer op ons verhaal konden komen. Over den moord, te Utrecht in de kazerne gepleegd, wordt nog gemeld datde vermoedelijke dader bekend heeft schuldig te zijn. Hij moet onder den invloed van overmatig gebruik van sterken drank zijn geweest. Hij heeft verzocht zijn vader omzichtig het voorgevallene mede te gleelen. Te Apeldoorn heeft een felle brand ge woed in de zijden nettenfabriek van den heer Yan Zeppelin; en te Rotterdam woedde in den nacht van Zondag op Maandag een hevige brand in den Houttuin. Te Blitterswijk geraakte een arbeider, die een boom omhakte, daaronder en bleef op de plaats dood. Na eene openbare verkooping te Amster dam kon de deurwaarder zijn overjas en de afslager zijn regenscherm niet vinden. Na lang zoeken bleek uit de stukken, dat zij, in hun ijver, de overjas en het regenscherm met het andere goed hadden verkocht. B. en W. van Amsterdam hebben aan den heer Thon geantwoord dat de gemeente zich met zijn plannen in zake de markthal in het Paleis voor Volksvlijt niet kan inlaten. Omtrent de groenten- en andere markten hebben B. en W. hun eigen plannen. Op 13 Febr. hoopt prof. Adolf Mayer, directeur van het rijks proefstation te Wage- ningen, den dag te herdenken, waarop hij vóór 25 jaren te Heidelberg tot doctor bevorderd werd. In 1875 werd hij buitengewoon hoog leeraar aan de universiteit aldaar en in 1876 directeur van het rijks proefstation te Wage- ningen. Het bericht, als zou het beroemde Chris tusbeeld van den Oudenbosch in handen van een kunstliefhebber uit Engeland zijn overge gaan, wordt bepaald onjuist genoemd. Wel is nog onlangs weder door iemand uit het buitenland eene aanzienlijke som geboden, doch dit bod werd afgewezen. Naar men ons uit Assenede meldt zal de bekende maatschappij Diederik van Assenede, ter gelegenheid van haar 25jarig bestaan, een luisterrijk festival voor fanfaren-, harmonie- en zangmaatschappijen uitschrijven. Dit feest, waarbij zeer schoone premiënwor den uitgeloofd, zal plaats hebben op Zondag 30 Juni, zijnde Assenede-kermis. Het Actiëngesellschaft Wiesbadener Baden Etablissement, waaraan dr Mezger is verbonden, is thans officieel opgericht. Uit bijna alle streken van Duitschland worden ongelukken ten gevolge van den hevigen sneeuwstorm gemeld. Op vele plaatsen was het verkeer gestremd. In Beieren bleven ver scheidene treinen in de sneeuw zitten. Het zelfde was het geval in Schotland. Ook in Engeland werd het verkeer door den sneeuw storm menigvuldig verstoord. Van alle oorden komen verder berichten over den storm van Zaterdag. Te Antwerpen donderde en bliksemde het op oor- en oogverblindende wijze, terwijl een zware hagelslag viel. De Schelde stond met de kade gelijk en golfde als eene zee. Ernstige ongelukken hebben er niet plaats gehad. Vrijdagavond had bij Pemnbroke, in Wales, een droevig ongeluk plaats. Eene kleine stoom boot, met negen personen aan boord, waar onder vier vrouwen, kantelde bij den feilen noordwestenwind, door de plotselinge beweging die de vrouwen maakten om het over de boot slaande water te ontgaan. Allen verdronken. Te Bolton is door den wind een gedeelte eener fabriek ingestort, waardoor twee daar nevens staande huisjes onder het puin bedolven

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2