Verspreide Berichten. ONDERWIJS. LANDBOUW. AARDAPPELTEELT. UIT STAD EN PROVINCIE. ^FEUILLETON. KH.SIE3 Waarheid, onwaarschijnlijker dan lerdichliog. Van Mrs ALEXANDER. Door de geneeskundige staatscommissie is toegelaten voor het le gedeelte de heer N. J. Hocke Hoogeboom, cand.-arts. Ons is verzocht opname van het volgend schrijven aan het adres van onzen correspondent, die eenige bedenkingen opperde tegen eene be schouwing van den heer Dros over dit punt. WelEd. Heer Ik heb de eer u mijn dank te betuigen, èn voor de erkenning uwerzijds, dat mijn jongste opstel, in de Middelburgsche Courantvoor land bouwers en aardappeltelers vele nuttige wen ken bevat, èn voor de publiciteit uwer of anderer ondervinding in zake koren- en aard appeloogst. Uwe beleefde aanmerkingen op mijn werk betreffen slechts twee punten, n. 1. de 18 H. L. in kwestie en het niet geschikt zijn van een zwaren kleigrond voor de aard appelteelt. In uw betoog zegt u, dat de 440 H. L. aardappelen waren gegroeid op een kleigrond. Maar mijn waarde heer, er is toch onderscheid tusschen kleigrond, waarvan u spreekt, en zwaren kleigrond, waarvan ik sprak er is immers ook nog lichte, ja zelfs zandige kleigrond, gelijk men omgekeerd ook van kleiïgen zandgrond spreekt Ik blijf nog be weren, niet dat een kleigrond, maar dat een zware kleigrond - een die 60 of meer per centen klei bevat ongeschikt is voor de aardappelteelt, omdat het knolgewas èn bij'aan- houdend nat, èn bjj dito droog wêer er op lijdt enz., enz. Ik heb te lang en te veel in Zeelands schoone dreven vertoefd, om niet te weten, dat men in uwe provincie kleigrond heeft en aardappelen verbouwt. Maar wien zou het bovendien in 't hoofd komen om te zeggen, dat kleigrond zich niet voor de aardappelcultuur leent En nu, wat de gemiddelde opbrengst aan koren per Heet. betreft, ik geloof, dat u zich in deze op een geïsoleerd standpunt plaatst u vestigt het oog op Zeeland, ik op ons land; u baseert uw berekening op kleigrond, ik op den bouwgrond van Nederland, dus op klei, zand en veen, door elkaar genomen. U vestigt mijn aandacht, tot staving van de echtheid uwer opgave, op de landbouwverslagen der gemeentebesturen ten uwent, maar mijne opgave is ook niet uit de lucht gegrepen. De groote Reinders, Nêerlands landbouwkundige bij uit nemendheid, geeft in zijn omvangrijk handboek op, dat de gemiddelde opbrengst van tarwe is 22 H. L. per heet., terwijl hij er nog bijvoegt, dat de opbrengst slecht is als ze 1015 en zeer goed als ze 30—40 H. L. bedraagt. Als bron voor deze opgave geeft genoemde geleerde op Verslagen van den landbouw in Nederland en den alom in ons land gerenommeerden en door onze eerste landbouwkundigen geredigeerden Landbouw-Almanak van Staring. Om me nog nader te vergewissen, raadpleegde ik, na uw schrijven, een andere statistiek, en deze be vestigde het bovenstaande alleszins door als gemiddelde op te geven 201/3 H. L. Tenslotte nam ik een beroemd Fransch werk in handen en daarin vond ik zelfs het cijfer 18. Dat ik bovengenoemde gemiddelden nog ietwat lager stelde, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat ons land gronden bezit, die voor den ko renoogst schier niet in aanmerking kunnen komen, maar toch een goed beschot aardappe len geven. Zulke gronden kan ik u genoeg aanwijzen. U begrijpt dus, geachte heerdat ik vooralgnog geen syllabe terugneem van 'tgeen ik schreef. Wat den afstand betreft, waarop de poot- aardappelen door mij gelegd zouden worden, daaromtrent kan ik het stilzwijgen bewaren, ómdat u alleen maar zegt te betwijfelen, dat zelfs één Zeeuwscbe aardappelteler mij daarin zou volgen. Aangezien ik een tweeden keer me onmogelijk beter uitdrukken en de zaken helderder uit elkaar zetten kan dan nu, kom ik op deze niet weer terug. Met achting. Uw dw. dienaar Kudelstaart, G. Dkos. 8 Februari 1889. De storm, die Vrijdag begon te woeden, is eerst in den nacht van Zaterdag op Zondag bedaard. Nog eenige berichten omtrent schade, door den hevigen wind in onze provincie aan- OF Uit het Engelsch. HOOFDSTUK IX.. Geheimen. Lady Gethin merkte terstond alles op. Lambert dankte echter haar met eenvoudige beleefdheid voor haar bezoek. Glynn zag dat zij hem met alle aandacht gadesloeg en hem meer liet praten dan zelf sprak. Glynn zelf had allerlei onderwerpen met Elsie te behandelen, die meer dan ooit, sedert hij haar terug gevonden had, geleek op de Elsie, die hij in Parijs gekend had. Na een poos wendde Lady Gethin zich tot haar en zei ernstig »Zoudt gij het mij kwalijk nemen jonge dame, als ik u verzocht om mij met uw vader en den heer Glynn alleen te laten, 'k Moet over eem paar gakt* spreken." gericht, laten wij hier volgen, terwijl men op eene andere plaats in ons blad een en ander vindt gemeld omtrent ongelukken, in het overige gedeelte van ons land en daarbuiten voorge vallen. Overal bijna ging de wind gepaard met sneeuw of hagelbuien hier en daar met felle bliksemstralen en hevige donderslagen. Dat, door te late aankomst van treinen en booten, de posten in de war waren, ligt voor de hand. Dit algemeen verschijnsel zal ieder wel waargenomen hebben. Op Walcherens Noordwestkust zjjn de zee weringen hier en daar vrij gehavend. Ver scheidene palen zijn uit de staketwerken geslagen. Aan den Westkappelschen dijk is het Noordelijk gedeelte het meest beschadigd. Het water stond daar dan ook op den rijweg. De schade kan nog niet in zijn geheel overzien worden vanwege den hoogen waterstand. In de richting van Domburg en verder op is de voet der duinen nogal weggeslagen en het strand verlaagd. Daardoor zijn misschien flesschen wijn te voorschijn gekomen, die dooi den dijkwachter gevonden werden en stellig vroeger in het zand zijn begraven geworden. Waarom vraagt men zich af. Men herinnert zich te Domburg nog altijd de inbraak in den wijnkelder der villa Irma, ruim een jaar ge leden, waarvan de daders nimmer werden ontdekt. Van de gebouwen aldaar heeft wel het in aanbouw zijnde badpaviljoen het meest geleden. Verscheidene glasruiten zijn door de zwiepende stellingen verbrijzeld en een groot getal dak pannen afgewaaid. Dat dakpannen de lucht in werden geslingerd, is aan de kust evenwel een te gewoon verschijnsel om er bijzondere melding van te maken. Zaterdagavond half negen had men daar een sneeuwstorm, die zoo wat drie kwartier duurde. Eenige omgewaaide boomen getuigden van de kracht van den wind. Tusschen Westkapelle en Zoutelande moeten de zeeweringen het ergst zjjn beschadigd en, naar men verzekert, de duinen het meest afge nomen zijn. Bij Dishoek, nabij Zoutelande, is Zondagnacht gestrand de Eng. brik Dione, gez. Barentssen, met kolen van bhields naar Newhaven. Het schip zit vol water. De equipage, bestaande uit 8 man, werd met de Belgische sleepboot Belgian te Vlissingen aangebracht. Veel ernstiger is het volgende dat men ons uit Vlissingen meldt: De Belgische loodsschoener no. 3, schipper A. Demoor, die Zondag van zijn kruispost moest zijn teruggekeerd, is tot heden niet binnen. Daar verschillende wrakstukken, hier op de reede en langs de Walchersche kust zijn op- gevischt, blijkbaar afkomstig van een loods- vaartuigvreest men dat bovengenoemde schoe ner, in den jongsten storm, vermoedelijk bin nengaats, verongelukt is. De zich aan boord bevindende bemanning bestond uit zeven personen, zijnde A Demoor loodsschipper, M. Tournoy zeeloods, A. Dickschen hulploods, J. Viaene, H. Daneel, J. Aspeslagh en C. Vlietinck leerlingen, allen woonachtig te Vlissingen. Te Veere verzakte een gedeelte van den grond achter de borstweringmuur aan de zuidzijde der haven en werd daar door den storm veel schade aangebracht. De vloed steeg Zaterdagmorgen aldaar tot ruim drie meter, eene hoogte die zelden tijdens de zoogenaamde doode getijen wordt waargenomen en beukte zee- en kaaimuren hevig. Het Oranjeplaatje, liggende in het Sloe, ge meente Arnemuiden, is Zaterdag ingeloopen. De bewoners moesten de vlucht nemen naai den zolder. Aan de zeewering van den polder Borssele werd op eenige plaatsen steenglooiing, krammat en aardewerk beschadigd. Op het dorpsplein te Borssele waaiden twee zware boomen omver en op het Koningsdorp, onder die gemeente, is het dak van een arbeiders schuurtje gewaaid. Te 's Heerenhoek woei de haan van den toren der Herv. kerk af. Aan den berm van de buitenhaven aan het Goesche sas werd een gat in de steenglooiing geslagen, evenals rond het gebouwtje van de zelfregistreerende peilschaal. Het water stond daar Zaterdagmorgen te kwart voor negen 3.45 boven A. P. Te Verseke is weinig schade aangericht Kleine ongelukken bleven evenwel niet uit. Zoo kwam een wagen, met oesters geladen, in een sloot terecht, doordat de paarden een »Volstrekt niet", zei Elsie en stond op, »gij zult mij wel roepen als gij mij noodig hebt". Daarop wierp zij Glynn een vragenden blik toe en verliet het vertrek. Zoodra de deur dicht was zei lady Gethin tot Lambert »Op het gevaar af van pijnlijke herinne ringen op te wekken moet ik u eenige vragen doenUw dochter gelijkt zoo sprekend op een vriendin van mij, of liever op een dame die jaren geleden mijn vriendin is geweest, dat ik niet zwijgen kan. Zeg mij of zij familie heeft, die Acton heet »Neen, zij heeft behalve mij geen fami lie", zei Lambert haar achterdochtig aanziende. »Zij moet toch nog meer bloedverwanten hebben, kapitein Lamberthernam zij. »Er komen mij allerlei zonderlinge denkbeelden in het hoofd, wanneer ik die gelijkenis in ver band breng met de pogingen van Deering om haar te vinden. Mijn vriendin, op wie zij ge lijkt en wier dochter zij zou kunnen zijn, was Isabelle Acton, die tegen den zin harer ouders met Gilbert Deering getrouwd is en met hem naar Amerika ging, waar zij gestorven is". »Mijn God Het is ongeloofelijk riep Lambert doodsbleek uit. Hij bleef een poos roerloos zitten met de handen om de leuningen van zjjn stoel geklemd, terwjjl het zenuwaeh- oogenblik door de sneeuw verblind werden. Op enkele steigers stonden de loodsen, evenals, vaartuigen, met touwen stevig vastgemeerd om het wegdrijven te voorkomen, éen loodsje is ingestort. Een paar Yerseksche vaartuigen zijn tegen den spoordam over de Schelde en een ander op een plaat geslagen, evenwel zonder veel averij. Aan de zeewering van den Vlietepolder (N.-B.) is nog al schade veroorzaakt. De verbindings- dam aan den Ouden Westnol is op verschillende punten over bijna de geheele breedte wegge slagen. Dat de dam heel wat te doorstaan had, kan men nagaan, als men weet, dat hij werd aangevallen door een watermassa van 2040 M. diepte. Ook het rijsbeslag aan den Nieuwen Westnol bekwam belangrjjke schade. Ook aan den polder Oud-Noord-Beveland, evenals aan den Nieuw-Noord-Bevelandpolder tusschen de palen 3 en 8, werd nog al belang rijke schade aan de steenglooingswerken aan gericht bereids zijn door het bestuur van eerstgenoemden polder 15 man aan het werk gezet. Voor de bewoners van een tweetal hoeven en een zevental arbeiderswoningen in den, vóór ongeveer 35 jaren bedijkten Yan Haaften- polder, in 't noorden van 't eiland Tholen, was het een bange tijd. De hooge vloed, opgestuwd door den Noordwesten storm, maakte boven de verleden jaar nieuw aangelegde of verbeterde steenglooiing een vrij groot gat. Ooggetuigen verklaren dat de dijk geen kwartier meer het water had kunnen tegenhouden. De be woners borgen in aller ijl hunne goederen op de zolders en vluchtten nan>r Oud-Yosmeer of naar de in den Hollaere-polder gelegen hoevenhet vee werd elders heengebracht. Inmiddels werden alle krachten ingespannen om het gat te dichten en mocht het gelukken den schoonen polder te behouden. Sommige bewoners zijn in hunne huizen teruggekeerd. Ook aan den dijk van den Joanna Mariapolder, bjj St. Annaland, werd nog al schade veroor zaakt. Elders sloeg het water van de Een dracht over de dijken. Vrijdag namiddag waren, tijdens den storm en het onverwacht onweer, een boer en zijn knecht onder Westkerke, gemeente Scherpenisse, in de schuur. Na een hevigen donderslag vluchtte de knecht en onmiddellijk daarna werd, als door een windhoos, het rieten dak van de schuur opgenomen het kwam terecht op het erf. De landbouwer werd ter aarde ge worpen, doch kwam met den schrik vrij. Van diens woning werden vele pannen afgerukt. Onder St Maartensdijk werd een rijtuig, waarin twee personen zaten, dooreen rukwind van den weg in de sloot geworpen. De per sonen kwamen er met een nat pak af, doch het rijtuig werd zeer beschadigd. Volgens bericht uit Stavenisse werden aan de provinciale steigers verscheidene planken van de hoog- en van de laagwaterbrug, bene vens eenige leuningen met hare paaltjes, weg geslagen aan de oude steen glooiing van het calam. waterschap Stavenisse werd aanzienlijke schade aangericht, van het gemeentehuis woei een kap met torentje van een der schoorsteenen, terwijl verscheidene huizen en schuren pannen moesten verliezen. Zaterdagmorgen om 9 uur wees de peilschaal aldaar een hoogwatertij aan van 1.87 M. boven gewoon hoog water. De kade en het havenplein stonden dan ook blank. Op een hoefje onder Poortvliet woeien eenige boomen omver en werden gaten in net dak eener schuur geslagen. Volgens nader bericht uit Terneuzen heeft men thans den zoo fel aangevallen zeedijk aldaar in zooverre voorzien, dat, zonder bui tengewone omstandigheden, het gevaar geweken is. Gelukkig dat de storm later ging bedaren en een gevreesd buitengewoon hoogwatertij zich niet verwezenlijkte. Van wege de genie zjjn onmiddelijk krachtige maatregelen genomen om voor het vervolg zooveel mogelijk het ge vaar te keeren. De provinciale stoomboot Walcheren beproefde Zaterdag morgen 6 uren tot tweemaal de reis van Terneuzen naar Vlissingen te volbrengen, doch moest door den hevigen stoim telkenmale in de haven terugkeeren. Eerst des voormid dags gelukte het te vertrekken. Te Terneuzen werd een belangrijk gedeelte van de zinken dakbedekking der hervormde kerk door den bevigen wind afgeruktzij kwam her- en derwaarts in de straten terecht, ge lukkig zonder verdere ongelukken te veroor zaken. Zaterdag viel de machinist op de stoom tram, die des voormiddags van Mechelen naar Terneuzen stoomde, tusschen de stations Axel tig trillen van zijn mond verried aan welke hevige ontroering hij ten prooi was. »Trek eens aan de schel 1" sprak hij eindelijk tot Glynn. »Laat mij brandewijn en water geven. Ik zal u mijn heele geschiedenis vertellen maar ik moet iets hebben om mij daarbij te steunen. Gij ziet er uit als een flinke, goed hartige vrouw, Lady Gethin. Gij zult geen party kiezen tegen mijn kind, al is haar vader in zijn tijd ook een deugniet geweest." »Neen dat zal ik niet!" >Verlangt gij dat ik u verlaat vroeg Glynn. „Neen, mijn bekentenis is zoowel voor u bestemd als voor mevrouw." Hij zweeg zoolang de meid de karaffen voor hem neer zette en hervatte toen zij de kamer verlaten had>Ik moet een heel eind teruggaan. Ongeveer vijf tien jaar geleden bevond ik mij, na in Texas en Californië rondgezworven te hebben, in Chili, zeer aan lager wal en zonder vooruit zichten. Juist in dien tijd werd er een begin gemaakt met den aanleg van een spoorweg, door een handigen avonturier, die uit Frisco verjaagd was, doch het gouvernement van Chili wist te overreden om zijn plan over te nemen. Die spoorweg zou leiden naar een dorp in het gebergte, te midden van een rijk mijndiatrict, overvloeiend* va* schatten. De moeieljjkheid en Sluiskil van de machine, denkelijk tengevolge van den hevigen wind. Toevallig waren er twee geneesheeren op de tram, die den man onmiddellijk hulp konden verleenen, en is hij, in bevredigenden toestand, met de volgende tram terug vervoerd. Aan de waterkeering van de calainiteuse Margaretha-, Kleine Huissens- en Eendragtpol- ders, onder Zaamslag, is op verscheidene plaatsen schade ontstaan, hoofdzakelijk bestaande in het wegslaan van ongeveer 1380 M1. Vilvoordsche glooiing en 30 M1. glooiing van zuilenbasalt. Te Cadzand strandde Zaterdagavond circa 12 uur de Noorsche bark Columbus, gez. Hal- vorsen, geladen met hout, van Fredrikstad, Noorwegen, naar Penjense, Engeland. De be manning, bestaande uit 8 man, werd Zondag middag met levensgevaar gered door den sluis wachter J. C. v. d. Broecke en W. M. Berrevoets. Zij werd vervolgens door tusschenkomst van den burgemeester van droge kleeding voorzien en in het Bad-Hotel verpleegd. Het schip is wrak. Een nuttige instelling in onze gemeente, n. 1. het Toelaagfonds voor Ambachtslieden ge denkt haar dertigjarig bestaan. Zij mag zich steeds in een toenemend aantal leden verheu gen. De toelage per week, bij een uitkeering van 4.50 per week als men door ongesteld heid niet in staat is om te kunnen werken, is ook geringzij bedraagt slechts 10 cent. Door de aandeelhouders der eenige nog te Sint Maartensdijk bestaande, zoogenaamde Ltieuwe Stoof is tot verkoop voor amotie be sloten. In 1836 werd deze inrichting gebouwd. Ongeveer 5 jaren geleden werden nog aandeelen dezer stoof verkocht ad 1600, terwijl ze nu slechts J 200 waard zijn. De andere meestoof werd in 1881 geamoveerd. Tot gemeente-ontvanger te Hulst is be noemd de heer H. Maertens, zoon van den vroeger entitularis. De hoed, die te Breda gevonden werd in de nabijheid van de plek, waar men het lijk der verdronken vrouw ophaalde, is gebleken in geen verband met die tragische gebeurtenis te staan. Een heer die met den trein vertrok, verloor hem door een windvlaag en de hoed woei toevallig tot in de nabijheid der noodlot tige plaats. De raad der gemeente Apeldoorn heeft een crediet van 500 toegestaan voor muziek uitvoering en vuurwerk op 's koningsverjaardag. Aan de Bilt, bij Utrecht, is Vrijdagmiddag het kasteel Beerschoten van jhr Steengracht door een hevigen brand geheel in den asch gelegd. De storm maakte het blusschingswerk in hooge mat# moeielijk. De eigenaar was op zijn hu welijksreis in het buitenland. Te Puttershoek is de bliksem in den dorpstoren geslagen. De toren is totaal uitge brand doch de kerk behouden. Behalve in onze provincie heeft de storm van Vrijdag en Zaterdag ook daarbuiten vele verwoestingen aangericht. Te Amsterdam werden de kinderen, die zonder geleide naar school gingen, letterlijk opgeno men en tegen de straat geworpen hier en daar geraakten er ook te water. Ook volwassen personen waaiden om een loodgieter werd van een dak afgerukt, stortte naar beneden en bekwam ernstige kwetsuren. Boowmen erden ontworteld en vele telephoon- palen ploften neer, waardoor dikwijls de pas sage gestremd werd. Aan den hoek van den Vijgendam werd een uithangbord afgerukt, waardoor een voorbijganger ernstig gewond werd en naar 't gasthuis moest vervoerd worden. Van den Westertoren is de groote minuutwijzer afgeslagen. Het getal afgewaaide dakpannen, zinken platen, schoorsteenen is onnoemelijk. De kettingboot op het IJ is onklaar geraakt. Tallooze ledige tonnen en kisten waaiden van de steigers en geraakten in het IJ. Geen enkele boot is vertrokken. Overigens zijn geen ernstige persoonlijke ongelukken vernomen. Te Rotterdam was de toestand nog erger. Daar steeg het water zoo hoog als bij menschen- gehengenis nimmer te voren. Bij den vloed van 1825, de hoogst bekende, bereikte het water 3 M. 52 boven Rottepeil, terwijl die Zaterdag tot 3 M. 57 boven genoemd peil steeg. Onnoodig te vermelden dat onder die om standigheden de geheele buitenstad onder liep. was echter om gereed geld te vinden om de loopende uitgaven te dekken, daar men nooit meer dan éen week arbeidsloon in voorraad had. Om in dit bezwaar te voorzien had Jeafferson, de Yankee ondernemer, een stuk of vier spelers aangenomen, die 's avonds de werk lieden in het dorp, waar zij hun loon ontvin gen, opwachtten en het geld dat zooeven uitbe taald was weer terug wonnen, om het weer voor den volgenden betaaldag in kas te heb ben. Ik was een van die heeren," voegde hij er op droeven toon bij. »Wij kregen eenige percenten van de winst, en goed eten en drinken aan de buffetten, door de maat schappij opgericht dat wil zeggen door Jeafferson. Het is zonderling hoe weinig ik daar toen om gaf, en welk een schandelijke zaak ik het nu vind Onder de employé,s was een zekere Deering, een koele, stugge Engelschman, een ingenieur. Hij was een stroeve, stijve kerel, drommelsch trotsch en onverschrokken. Wij verfoeiden hem allen, want hij zag op ons neer. Hij scheen het speelplan te doorzien hij kwam altijd tusschenbeiden, waarschuwde de werk lieden tegen ons en maakte zich aan weerskanten vijanden. Hij had zijn vrouw bij zich gehad maar die was dood ik heb haar ten minste nooit gezien." Hij zweeg. Zoowel Lady Gethin als Glynn schoven vol belangstelling hunne sto#len naderbij. (Wordt wvolgd). Alle straten, havens en grachten" waren een en al blank water. Het verkeer was gestremd, tot zelfs de tram moest in de buitenstad den dienst staken. Een aantal scholen moesten sluiten en in tal van woon-, winkel- en pakhuizenjdrong het water binnen, wat groote schade veroorzaakte. Per soonlijke ongelukken hadden niet' plaats._ De boomen, daken en telephoonpalen en draden hadden het ook aldaar hard te verant woorden. Te Hillesluis werd het water ongelooflijk snel opgezweept, zoodat alras de dijk over stroomde en op drie plaatsen groote stukken werden weggeslagen dit had tengevolge dnt in een oogenblik de geheele polder onder water stond. De spoorweg staat onder water, en is gedeel telijk weggeslagen. Het water richt overal groote verwoestingen aan. De geheele Uiter waarden staat reeds onder water, waardoor het in de aarde geplante verwoest is. De schade is zeer groot. Te Maassluis is de toestand eveneens ernstig; de halve stad staat onder water. Alle tele- phoonlijnen zijn gebroken. In Den Haag werd ook vrij wat schade ver oorzaakt maar vooral het nabij gelegen Sche- veningen.werd ernstig geteisterd. De vloot, welke vooreen vierde deel aan wal was, heeft, bij gebrek aan eene zeehaven, weder al 't noodlottige van den storm ondervonden. Bij het intreden van het hoogwater en 't voortwoeden van den storm, werden de schuiten, die aan wal lagen, door elkaar geslingerd; waaruit belangrijke schade voor een tiental ontstond, terwijl een zestal onzeewaardig is geworden. Oppervlakkig kan de schade nu reeds op een 12 a 15.000 wor den begroot. Ook aan 't strand, aan hotels, villa's, 't artilleriepark enz. is groote schade berokkend. Duizenden Hagenaars kwamen met alle middelen van vervoer aan om de verwoesting te aanschouwen. Het strand werd weggeslagen tot aan den steenen rijweg en was zoo steil dat de schuiten als aan een kade in de groote koopsteden lagen. Vele' schuiten moesten door de bemanningen, met het oog op eigen levensbehoud, verlaten worden. Groote ongerustheid heerschte onder de vis- schersbevolking omtrent het lot van hen, die nog in zee zijn. Met niet te beschrijven gevaar en werkkracht bereikte Zaterdag nog een bom den wal, doch kon niet hoog genoeg op het strand komen, zoodat zij vol water sloeg en belangrijke averij bekwam. Te Haarlem is een gedeelte van het zinken dak van het station weggewaaid. Te Zandvoort is een bomschuit gestrand vier man van de equipage zijn daarbij ver dronken. Bij Huisduinen is een stoomboot gestrand naam en nationaliteit van de boot zijn nog niet bekend. Zaterdagmiddag omstreeks 12 uur it op de Waal bij Deest een schip, dat opgesleept werd door de sleepboot Wacht am Rhein 7, door den hevigen storm en het holle vaarwater, plotse ling in de diepte verdwenen, met het treurig gevolg, dat alle opvarenden zijn verdronken. Uit Kampen bericht men dat de IJsel zeer is gewassen. De stand was 2.10 M. -(- A. P. Het Kampereiland is overstroomd en staat se dert Zaterdag morgen onder water. Te Utrecht is een 12jarig meisje in het water gewaaid. Het kind werd gered. Een heer, die zijn afgewaaiden hoed naliep, geraakte in het water. Ook hij werd op 't droge gebracht. Door den wind voortgeduwd liep een goede renwagen van den staatsspoor aldaar van de remise op het rangeerterrein tot aan de Jeremiebrug, die juist opengedraaid was om schepen te laten doorvaren. De wagen schijnt door niemand te zijn opgemerkt, zoodat hij in de opening van de brug viel. Het verkeer met de spoorwegen en per tele graaf ondervond groote storing. De telegraphische gemeenschap met Zeeland en grootendeels met de overige plaatsen des lands als ook met Duitschland en België was Zaterdag geheel gestoord. Te 1 uur 's namiddags werkte het kantoor te Rotterdam nog met Amsterdam op twee draden en kon Amsterdam de gemeenschap met Londen op 2 draden aanhouden. Te 3 uren echter was het verkeer tusschen Rotterdam en Amsterdam geheel verbrokenlater werd het verkeer op éen draad hersteld. Tal van polders zijn ondergeloopen en van alle zijden wordt overstrooming gemeld. Onder Fynaart is een schuur ingewaaid, een deel van het vee werd verpletterd. Hasselt staat ten deele onder water, Dordrecht is een half verdronken stad. Van Zwolle is het grootste deel der stad overstroomd. Te Kampen vertoonde zich op de Yselkade een zeehond. De spoorwegverbinding tusschen Dor drecht en Rotterdam is Zaterdag gestaakt ge weest en dien dag werd te Rotterdam dan ook geen beurs gehouden. Ook buiten ons land woedde de storm hevig. Donderdag-avond was men per depeche op het koninklijk observatorium te Brussel ge waarschuwd voor hetgeen te wachten was. Vrijdag-nacht te twee uren daalde de barometer en tegen acht uren des morgens ontving men bericht van een hevigen storm tusschen de Shetlandsche eilanden en de kust van Noorwegen. In den morgen verhieven zich de noordwesten en westenwind over geheel België. De wind was zóó sterk, dat zijne snelheid werd geschat op 840 meters per minuut. Later op den dag en tegen den avond ging de storm vergezeld van stortregens. Tegen vier of vijf uren ging het weerglas nog meer aan het dalen. In Frankisch Zwitserland heeft het hooge water groote verwoestingen aangericht. Hier en daar is het verkeer zelfs afgesloten door het invallen van eene brug of het wegzinken van een straatweg. Het spoorwegverkeer onder vond echter nog weinig belemmering.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2