Verspreide Berichten.
ONDERWIJS.
LANDBOUW.
AARDAPPELTEELT.
UIT STAD EN PROVINCIE.
^FEUILLETON.
KH.SIE3
Waarheid, onwaarschijnlijker dan lerdichliog.
Van Mrs ALEXANDER.
Door de geneeskundige staatscommissie
is toegelaten voor het le gedeelte de heer N. J.
Hocke Hoogeboom, cand.-arts.
Ons is verzocht opname van het volgend
schrijven aan het adres van onzen correspondent,
die eenige bedenkingen opperde tegen eene be
schouwing van den heer Dros over dit punt.
WelEd. Heer
Ik heb de eer u mijn dank te betuigen, èn
voor de erkenning uwerzijds, dat mijn jongste
opstel, in de Middelburgsche Courantvoor land
bouwers en aardappeltelers vele nuttige wen
ken bevat, èn voor de publiciteit uwer of
anderer ondervinding in zake koren- en aard
appeloogst. Uwe beleefde aanmerkingen op
mijn werk betreffen slechts twee punten, n. 1.
de 18 H. L. in kwestie en het niet geschikt
zijn van een zwaren kleigrond voor de aard
appelteelt. In uw betoog zegt u, dat de
440 H. L. aardappelen waren gegroeid op een
kleigrond. Maar mijn waarde heer, er is toch
onderscheid tusschen kleigrond, waarvan u
spreekt, en zwaren kleigrond, waarvan ik sprak
er is immers ook nog lichte, ja zelfs zandige
kleigrond, gelijk men omgekeerd ook van
kleiïgen zandgrond spreekt Ik blijf nog be
weren, niet dat een kleigrond, maar dat een
zware kleigrond - een die 60 of meer per
centen klei bevat ongeschikt is voor de
aardappelteelt, omdat het knolgewas èn bij'aan-
houdend nat, èn bjj dito droog wêer er op
lijdt enz., enz. Ik heb te lang en te veel in
Zeelands schoone dreven vertoefd, om niet te
weten, dat men in uwe provincie kleigrond
heeft en aardappelen verbouwt.
Maar wien zou het bovendien in 't hoofd
komen om te zeggen, dat kleigrond zich niet
voor de aardappelcultuur leent
En nu, wat de gemiddelde opbrengst aan
koren per Heet. betreft, ik geloof, dat u zich
in deze op een geïsoleerd standpunt plaatst
u vestigt het oog op Zeeland, ik op ons land;
u baseert uw berekening op kleigrond, ik op
den bouwgrond van Nederland, dus op klei,
zand en veen, door elkaar genomen. U vestigt
mijn aandacht, tot staving van de echtheid
uwer opgave, op de landbouwverslagen der
gemeentebesturen ten uwent, maar mijne opgave
is ook niet uit de lucht gegrepen. De groote
Reinders, Nêerlands landbouwkundige bij uit
nemendheid, geeft in zijn omvangrijk handboek
op, dat de gemiddelde opbrengst van tarwe is
22 H. L. per heet., terwijl hij er nog bijvoegt,
dat de opbrengst slecht is als ze 1015 en
zeer goed als ze 30—40 H. L. bedraagt. Als
bron voor deze opgave geeft genoemde geleerde
op Verslagen van den landbouw in Nederland
en den alom in ons land gerenommeerden en door
onze eerste landbouwkundigen geredigeerden
Landbouw-Almanak van Staring. Om me nog
nader te vergewissen, raadpleegde ik, na uw
schrijven, een andere statistiek, en deze be
vestigde het bovenstaande alleszins door als
gemiddelde op te geven 201/3 H. L. Tenslotte
nam ik een beroemd Fransch werk in handen
en daarin vond ik zelfs het cijfer 18. Dat ik
bovengenoemde gemiddelden nog ietwat lager
stelde, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid,
dat ons land gronden bezit, die voor den ko
renoogst schier niet in aanmerking kunnen
komen, maar toch een goed beschot aardappe
len geven. Zulke gronden kan ik u genoeg
aanwijzen. U begrijpt dus, geachte heerdat
ik vooralgnog geen syllabe terugneem van 'tgeen
ik schreef.
Wat den afstand betreft, waarop de poot-
aardappelen door mij gelegd zouden worden,
daaromtrent kan ik het stilzwijgen bewaren,
ómdat u alleen maar zegt te betwijfelen, dat
zelfs één Zeeuwscbe aardappelteler mij daarin
zou volgen.
Aangezien ik een tweeden keer me onmogelijk
beter uitdrukken en de zaken helderder uit
elkaar zetten kan dan nu, kom ik op deze niet
weer terug.
Met achting.
Uw dw. dienaar
Kudelstaart, G. Dkos.
8 Februari 1889.
De storm, die Vrijdag begon te woeden,
is eerst in den nacht van Zaterdag op Zondag
bedaard. Nog eenige berichten omtrent schade,
door den hevigen wind in onze provincie aan-
OF
Uit het Engelsch.
HOOFDSTUK IX..
Geheimen.
Lady Gethin merkte terstond alles op.
Lambert dankte echter haar met eenvoudige
beleefdheid voor haar bezoek. Glynn zag dat
zij hem met alle aandacht gadesloeg en hem
meer liet praten dan zelf sprak.
Glynn zelf had allerlei onderwerpen met
Elsie te behandelen, die meer dan ooit, sedert
hij haar terug gevonden had, geleek op de
Elsie, die hij in Parijs gekend had.
Na een poos wendde Lady Gethin zich tot
haar en zei ernstig
»Zoudt gij het mij kwalijk nemen jonge
dame, als ik u verzocht om mij met uw vader
en den heer Glynn alleen te laten, 'k Moet
over eem paar gakt* spreken."
gericht, laten wij hier volgen, terwijl men op
eene andere plaats in ons blad een en ander
vindt gemeld omtrent ongelukken, in het overige
gedeelte van ons land en daarbuiten voorge
vallen.
Overal bijna ging de wind gepaard met
sneeuw of hagelbuien hier en daar met felle
bliksemstralen en hevige donderslagen.
Dat, door te late aankomst van treinen en
booten, de posten in de war waren, ligt voor
de hand. Dit algemeen verschijnsel zal ieder
wel waargenomen hebben.
Op Walcherens Noordwestkust zjjn de zee
weringen hier en daar vrij gehavend. Ver
scheidene palen zijn uit de staketwerken
geslagen. Aan den Westkappelschen dijk is
het Noordelijk gedeelte het meest beschadigd.
Het water stond daar dan ook op den rijweg.
De schade kan nog niet in zijn geheel overzien
worden vanwege den hoogen waterstand.
In de richting van Domburg en verder op
is de voet der duinen nogal weggeslagen en
het strand verlaagd. Daardoor zijn misschien
flesschen wijn te voorschijn gekomen, die dooi
den dijkwachter gevonden werden en stellig
vroeger in het zand zijn begraven geworden.
Waarom vraagt men zich af. Men herinnert
zich te Domburg nog altijd de inbraak in den
wijnkelder der villa Irma, ruim een jaar ge
leden, waarvan de daders nimmer werden
ontdekt.
Van de gebouwen aldaar heeft wel het in
aanbouw zijnde badpaviljoen het meest geleden.
Verscheidene glasruiten zijn door de zwiepende
stellingen verbrijzeld en een groot getal dak
pannen afgewaaid. Dat dakpannen de lucht
in werden geslingerd, is aan de kust evenwel
een te gewoon verschijnsel om er bijzondere
melding van te maken.
Zaterdagavond half negen had men daar een
sneeuwstorm, die zoo wat drie kwartier duurde.
Eenige omgewaaide boomen getuigden van de
kracht van den wind.
Tusschen Westkapelle en Zoutelande moeten
de zeeweringen het ergst zjjn beschadigd en,
naar men verzekert, de duinen het meest afge
nomen zijn.
Bij Dishoek, nabij Zoutelande, is Zondagnacht
gestrand de Eng. brik Dione, gez. Barentssen,
met kolen van bhields naar Newhaven. Het
schip zit vol water. De equipage, bestaande
uit 8 man, werd met de Belgische sleepboot
Belgian te Vlissingen aangebracht.
Veel ernstiger is het volgende dat men
ons uit Vlissingen meldt:
De Belgische loodsschoener no. 3, schipper
A. Demoor, die Zondag van zijn kruispost moest
zijn teruggekeerd, is tot heden niet binnen.
Daar verschillende wrakstukken, hier op de
reede en langs de Walchersche kust zijn op-
gevischt, blijkbaar afkomstig van een loods-
vaartuigvreest men dat bovengenoemde schoe
ner, in den jongsten storm, vermoedelijk bin
nengaats, verongelukt is.
De zich aan boord bevindende bemanning
bestond uit zeven personen, zijnde A Demoor
loodsschipper, M. Tournoy zeeloods, A. Dickschen
hulploods, J. Viaene, H. Daneel, J. Aspeslagh
en C. Vlietinck leerlingen, allen woonachtig te
Vlissingen.
Te Veere verzakte een gedeelte van den grond
achter de borstweringmuur aan de zuidzijde
der haven en werd daar door den storm veel
schade aangebracht.
De vloed steeg Zaterdagmorgen aldaar tot
ruim drie meter, eene hoogte die zelden
tijdens de zoogenaamde doode getijen wordt
waargenomen en beukte zee- en kaaimuren
hevig.
Het Oranjeplaatje, liggende in het Sloe, ge
meente Arnemuiden, is Zaterdag ingeloopen.
De bewoners moesten de vlucht nemen naai
den zolder.
Aan de zeewering van den polder Borssele
werd op eenige plaatsen steenglooiing, krammat
en aardewerk beschadigd.
Op het dorpsplein te Borssele waaiden twee
zware boomen omver en op het Koningsdorp,
onder die gemeente, is het dak van een arbeiders
schuurtje gewaaid.
Te 's Heerenhoek woei de haan van den toren
der Herv. kerk af.
Aan den berm van de buitenhaven aan het
Goesche sas werd een gat in de steenglooiing
geslagen, evenals rond het gebouwtje van de
zelfregistreerende peilschaal. Het water stond
daar Zaterdagmorgen te kwart voor negen 3.45
boven A. P.
Te Verseke is weinig schade aangericht
Kleine ongelukken bleven evenwel niet uit.
Zoo kwam een wagen, met oesters geladen, in
een sloot terecht, doordat de paarden een
»Volstrekt niet", zei Elsie en stond op,
»gij zult mij wel roepen als gij mij noodig
hebt". Daarop wierp zij Glynn een vragenden
blik toe en verliet het vertrek.
Zoodra de deur dicht was zei lady Gethin
tot Lambert
»Op het gevaar af van pijnlijke herinne
ringen op te wekken moet ik u eenige vragen
doenUw dochter gelijkt zoo sprekend op
een vriendin van mij, of liever op een dame
die jaren geleden mijn vriendin is geweest,
dat ik niet zwijgen kan. Zeg mij of zij familie
heeft, die Acton heet
»Neen, zij heeft behalve mij geen fami
lie", zei Lambert haar achterdochtig aanziende.
»Zij moet toch nog meer bloedverwanten
hebben, kapitein Lamberthernam zij. »Er
komen mij allerlei zonderlinge denkbeelden in
het hoofd, wanneer ik die gelijkenis in ver
band breng met de pogingen van Deering om
haar te vinden. Mijn vriendin, op wie zij ge
lijkt en wier dochter zij zou kunnen zijn, was
Isabelle Acton, die tegen den zin harer ouders
met Gilbert Deering getrouwd is en met hem
naar Amerika ging, waar zij gestorven is".
»Mijn God Het is ongeloofelijk riep
Lambert doodsbleek uit. Hij bleef een poos
roerloos zitten met de handen om de leuningen
van zjjn stoel geklemd, terwjjl het zenuwaeh-
oogenblik door de sneeuw verblind werden.
Op enkele steigers stonden de loodsen, evenals,
vaartuigen, met touwen stevig vastgemeerd om
het wegdrijven te voorkomen, éen loodsje is
ingestort. Een paar Yerseksche vaartuigen zijn
tegen den spoordam over de Schelde en een
ander op een plaat geslagen, evenwel zonder
veel averij.
Aan de zeewering van den Vlietepolder (N.-B.)
is nog al schade veroorzaakt. De verbindings-
dam aan den Ouden Westnol is op verschillende
punten over bijna de geheele breedte wegge
slagen. Dat de dam heel wat te doorstaan had,
kan men nagaan, als men weet, dat hij werd
aangevallen door een watermassa van 2040 M.
diepte. Ook het rijsbeslag aan den Nieuwen
Westnol bekwam belangrjjke schade.
Ook aan den polder Oud-Noord-Beveland,
evenals aan den Nieuw-Noord-Bevelandpolder
tusschen de palen 3 en 8, werd nog al belang
rijke schade aan de steenglooingswerken aan
gericht bereids zijn door het bestuur van
eerstgenoemden polder 15 man aan het werk
gezet.
Voor de bewoners van een tweetal hoeven
en een zevental arbeiderswoningen in den,
vóór ongeveer 35 jaren bedijkten Yan Haaften-
polder, in 't noorden van 't eiland Tholen, was
het een bange tijd. De hooge vloed, opgestuwd
door den Noordwesten storm, maakte boven
de verleden jaar nieuw aangelegde of verbeterde
steenglooiing een vrij groot gat. Ooggetuigen
verklaren dat de dijk geen kwartier meer het
water had kunnen tegenhouden. De be
woners borgen in aller ijl hunne goederen
op de zolders en vluchtten nan>r Oud-Yosmeer
of naar de in den Hollaere-polder gelegen
hoevenhet vee werd elders heengebracht.
Inmiddels werden alle krachten ingespannen
om het gat te dichten en mocht het gelukken
den schoonen polder te behouden. Sommige
bewoners zijn in hunne huizen teruggekeerd.
Ook aan den dijk van den Joanna Mariapolder,
bjj St. Annaland, werd nog al schade veroor
zaakt. Elders sloeg het water van de Een
dracht over de dijken.
Vrijdag namiddag waren, tijdens den storm
en het onverwacht onweer, een boer en zijn
knecht onder Westkerke, gemeente Scherpenisse,
in de schuur. Na een hevigen donderslag
vluchtte de knecht en onmiddellijk daarna
werd, als door een windhoos, het rieten dak
van de schuur opgenomen het kwam terecht
op het erf. De landbouwer werd ter aarde ge
worpen, doch kwam met den schrik vrij. Van
diens woning werden vele pannen afgerukt.
Onder St Maartensdijk werd een rijtuig,
waarin twee personen zaten, dooreen rukwind
van den weg in de sloot geworpen. De per
sonen kwamen er met een nat pak af, doch
het rijtuig werd zeer beschadigd.
Volgens bericht uit Stavenisse werden aan
de provinciale steigers verscheidene planken
van de hoog- en van de laagwaterbrug, bene
vens eenige leuningen met hare paaltjes, weg
geslagen aan de oude steen glooiing van het
calam. waterschap Stavenisse werd aanzienlijke
schade aangericht, van het gemeentehuis woei
een kap met torentje van een der schoorsteenen,
terwijl verscheidene huizen en schuren pannen
moesten verliezen. Zaterdagmorgen om 9 uur
wees de peilschaal aldaar een hoogwatertij aan
van 1.87 M. boven gewoon hoog water. De
kade en het havenplein stonden dan ook blank.
Op een hoefje onder Poortvliet woeien eenige
boomen omver en werden gaten in net dak eener
schuur geslagen.
Volgens nader bericht uit Terneuzen heeft
men thans den zoo fel aangevallen zeedijk
aldaar in zooverre voorzien, dat, zonder bui
tengewone omstandigheden, het gevaar geweken
is. Gelukkig dat de storm later ging bedaren
en een gevreesd buitengewoon hoogwatertij
zich niet verwezenlijkte. Van wege de genie
zjjn onmiddelijk krachtige maatregelen genomen
om voor het vervolg zooveel mogelijk het ge
vaar te keeren.
De provinciale stoomboot Walcheren beproefde
Zaterdag morgen 6 uren tot tweemaal de reis
van Terneuzen naar Vlissingen te volbrengen,
doch moest door den hevigen stoim telkenmale
in de haven terugkeeren. Eerst des voormid
dags gelukte het te vertrekken.
Te Terneuzen werd een belangrijk gedeelte
van de zinken dakbedekking der hervormde
kerk door den bevigen wind afgeruktzij kwam
her- en derwaarts in de straten terecht, ge
lukkig zonder verdere ongelukken te veroor
zaken.
Zaterdag viel de machinist op de stoom
tram, die des voormiddags van Mechelen naar
Terneuzen stoomde, tusschen de stations Axel
tig trillen van zijn mond verried aan welke
hevige ontroering hij ten prooi was. »Trek
eens aan de schel 1" sprak hij eindelijk tot
Glynn. »Laat mij brandewijn en water geven.
Ik zal u mijn heele geschiedenis vertellen
maar ik moet iets hebben om mij daarbij te
steunen. Gij ziet er uit als een flinke, goed
hartige vrouw, Lady Gethin. Gij zult geen
party kiezen tegen mijn kind, al is haar vader
in zijn tijd ook een deugniet geweest."
»Neen dat zal ik niet!"
>Verlangt gij dat ik u verlaat vroeg
Glynn.
„Neen, mijn bekentenis is zoowel voor u
bestemd als voor mevrouw." Hij zweeg zoolang
de meid de karaffen voor hem neer zette en
hervatte toen zij de kamer verlaten had>Ik
moet een heel eind teruggaan. Ongeveer vijf
tien jaar geleden bevond ik mij, na in Texas
en Californië rondgezworven te hebben, in
Chili, zeer aan lager wal en zonder vooruit
zichten. Juist in dien tijd werd er een begin
gemaakt met den aanleg van een spoorweg,
door een handigen avonturier, die uit Frisco
verjaagd was, doch het gouvernement van Chili
wist te overreden om zijn plan over te nemen.
Die spoorweg zou leiden naar een dorp in het
gebergte, te midden van een rijk mijndiatrict,
overvloeiend* va* schatten. De moeieljjkheid
en Sluiskil van de machine, denkelijk tengevolge
van den hevigen wind. Toevallig waren er
twee geneesheeren op de tram, die den man
onmiddellijk hulp konden verleenen, en is hij,
in bevredigenden toestand, met de volgende
tram terug vervoerd.
Aan de waterkeering van de calainiteuse
Margaretha-, Kleine Huissens- en Eendragtpol-
ders, onder Zaamslag, is op verscheidene plaatsen
schade ontstaan, hoofdzakelijk bestaande in het
wegslaan van ongeveer 1380 M1. Vilvoordsche
glooiing en 30 M1. glooiing van zuilenbasalt.
Te Cadzand strandde Zaterdagavond circa
12 uur de Noorsche bark Columbus, gez. Hal-
vorsen, geladen met hout, van Fredrikstad,
Noorwegen, naar Penjense, Engeland. De be
manning, bestaande uit 8 man, werd Zondag
middag met levensgevaar gered door den sluis
wachter J. C. v. d. Broecke en W. M. Berrevoets.
Zij werd vervolgens door tusschenkomst van
den burgemeester van droge kleeding voorzien
en in het Bad-Hotel verpleegd.
Het schip is wrak.
Een nuttige instelling in onze gemeente,
n. 1. het Toelaagfonds voor Ambachtslieden ge
denkt haar dertigjarig bestaan. Zij mag zich
steeds in een toenemend aantal leden verheu
gen. De toelage per week, bij een uitkeering
van 4.50 per week als men door ongesteld
heid niet in staat is om te kunnen werken,
is ook geringzij bedraagt slechts 10 cent.
Door de aandeelhouders der eenige nog
te Sint Maartensdijk bestaande, zoogenaamde
Ltieuwe Stoof is tot verkoop voor amotie be
sloten. In 1836 werd deze inrichting gebouwd.
Ongeveer 5 jaren geleden werden nog aandeelen
dezer stoof verkocht ad 1600, terwijl ze nu
slechts J 200 waard zijn. De andere meestoof
werd in 1881 geamoveerd.
Tot gemeente-ontvanger te Hulst is be
noemd de heer H. Maertens, zoon van den
vroeger entitularis.
De hoed, die te Breda gevonden werd in
de nabijheid van de plek, waar men het lijk
der verdronken vrouw ophaalde, is gebleken
in geen verband met die tragische gebeurtenis
te staan. Een heer die met den trein vertrok,
verloor hem door een windvlaag en de hoed
woei toevallig tot in de nabijheid der noodlot
tige plaats.
De raad der gemeente Apeldoorn heeft
een crediet van 500 toegestaan voor muziek
uitvoering en vuurwerk op 's koningsverjaardag.
Aan de Bilt, bij Utrecht, is Vrijdagmiddag
het kasteel Beerschoten van jhr Steengracht
door een hevigen brand geheel in den asch
gelegd.
De storm maakte het blusschingswerk in hooge
mat# moeielijk. De eigenaar was op zijn hu
welijksreis in het buitenland.
Te Puttershoek is de bliksem in den
dorpstoren geslagen. De toren is totaal uitge
brand doch de kerk behouden.
Behalve in onze provincie heeft de storm
van Vrijdag en Zaterdag ook daarbuiten vele
verwoestingen aangericht.
Te Amsterdam werden de kinderen, die zonder
geleide naar school gingen, letterlijk opgeno
men en tegen de straat geworpen hier en daar
geraakten er ook te water. Ook volwassen
personen waaiden om een loodgieter werd van
een dak afgerukt, stortte naar beneden en
bekwam ernstige kwetsuren.
Boowmen erden ontworteld en vele telephoon-
palen ploften neer, waardoor dikwijls de pas
sage gestremd werd. Aan den hoek van den
Vijgendam werd een uithangbord afgerukt,
waardoor een voorbijganger ernstig gewond
werd en naar 't gasthuis moest vervoerd worden.
Van den Westertoren is de groote minuutwijzer
afgeslagen. Het getal afgewaaide dakpannen,
zinken platen, schoorsteenen is onnoemelijk.
De kettingboot op het IJ is onklaar geraakt.
Tallooze ledige tonnen en kisten waaiden van
de steigers en geraakten in het IJ. Geen enkele
boot is vertrokken. Overigens zijn geen ernstige
persoonlijke ongelukken vernomen.
Te Rotterdam was de toestand nog erger.
Daar steeg het water zoo hoog als bij menschen-
gehengenis nimmer te voren. Bij den vloed van
1825, de hoogst bekende, bereikte het water
3 M. 52 boven Rottepeil, terwijl die Zaterdag
tot 3 M. 57 boven genoemd peil steeg.
Onnoodig te vermelden dat onder die om
standigheden de geheele buitenstad onder liep.
was echter om gereed geld te vinden om de
loopende uitgaven te dekken, daar men nooit
meer dan éen week arbeidsloon in voorraad
had. Om in dit bezwaar te voorzien had
Jeafferson, de Yankee ondernemer, een stuk of
vier spelers aangenomen, die 's avonds de werk
lieden in het dorp, waar zij hun loon ontvin
gen, opwachtten en het geld dat zooeven uitbe
taald was weer terug wonnen, om het weer
voor den volgenden betaaldag in kas te heb
ben. Ik was een van die heeren," voegde
hij er op droeven toon bij. »Wij kregen
eenige percenten van de winst, en goed eten
en drinken aan de buffetten, door de maat
schappij opgericht dat wil zeggen door
Jeafferson. Het is zonderling hoe weinig ik
daar toen om gaf, en welk een schandelijke zaak
ik het nu vind Onder de employé,s was een
zekere Deering, een koele, stugge Engelschman,
een ingenieur. Hij was een stroeve, stijve kerel,
drommelsch trotsch en onverschrokken. Wij
verfoeiden hem allen, want hij zag op ons neer.
Hij scheen het speelplan te doorzien hij kwam
altijd tusschenbeiden, waarschuwde de werk
lieden tegen ons en maakte zich aan weerskanten
vijanden. Hij had zijn vrouw bij zich gehad
maar die was dood ik heb haar ten minste
nooit gezien." Hij zweeg. Zoowel Lady Gethin
als Glynn schoven vol belangstelling hunne
sto#len naderbij.
(Wordt wvolgd).
Alle straten, havens en grachten" waren een en
al blank water. Het verkeer was gestremd,
tot zelfs de tram moest in de buitenstad den
dienst staken.
Een aantal scholen moesten sluiten en in tal
van woon-, winkel- en pakhuizenjdrong het water
binnen, wat groote schade veroorzaakte. Per
soonlijke ongelukken hadden niet' plaats._
De boomen, daken en telephoonpalen en
draden hadden het ook aldaar hard te verant
woorden.
Te Hillesluis werd het water ongelooflijk
snel opgezweept, zoodat alras de dijk over
stroomde en op drie plaatsen groote stukken
werden weggeslagen dit had tengevolge dnt
in een oogenblik de geheele polder onder water
stond.
De spoorweg staat onder water, en is gedeel
telijk weggeslagen. Het water richt overal
groote verwoestingen aan. De geheele Uiter
waarden staat reeds onder water, waardoor het
in de aarde geplante verwoest is. De schade
is zeer groot.
Te Maassluis is de toestand eveneens ernstig;
de halve stad staat onder water. Alle tele-
phoonlijnen zijn gebroken.
In Den Haag werd ook vrij wat schade ver
oorzaakt maar vooral het nabij gelegen Sche-
veningen.werd ernstig geteisterd. De vloot, welke
vooreen vierde deel aan wal was, heeft, bij gebrek
aan eene zeehaven, weder al 't noodlottige van
den storm ondervonden. Bij het intreden van
het hoogwater en 't voortwoeden van den storm,
werden de schuiten, die aan wal lagen, door
elkaar geslingerd; waaruit belangrijke schade
voor een tiental ontstond, terwijl een zestal
onzeewaardig is geworden. Oppervlakkig kan
de schade nu reeds op een 12 a 15.000 wor
den begroot. Ook aan 't strand, aan hotels,
villa's, 't artilleriepark enz. is groote schade
berokkend. Duizenden Hagenaars kwamen met
alle middelen van vervoer aan om de verwoesting
te aanschouwen. Het strand werd weggeslagen
tot aan den steenen rijweg en was zoo steil dat
de schuiten als aan een kade in de groote
koopsteden lagen.
Vele' schuiten moesten door de bemanningen,
met het oog op eigen levensbehoud, verlaten
worden.
Groote ongerustheid heerschte onder de vis-
schersbevolking omtrent het lot van hen, die
nog in zee zijn.
Met niet te beschrijven gevaar en werkkracht
bereikte Zaterdag nog een bom den wal, doch
kon niet hoog genoeg op het strand komen,
zoodat zij vol water sloeg en belangrijke averij
bekwam.
Te Haarlem is een gedeelte van het zinken
dak van het station weggewaaid.
Te Zandvoort is een bomschuit gestrand
vier man van de equipage zijn daarbij ver
dronken.
Bij Huisduinen is een stoomboot gestrand
naam en nationaliteit van de boot zijn nog
niet bekend.
Zaterdagmiddag omstreeks 12 uur it op de
Waal bij Deest een schip, dat opgesleept werd
door de sleepboot Wacht am Rhein 7, door den
hevigen storm en het holle vaarwater, plotse
ling in de diepte verdwenen, met het treurig
gevolg, dat alle opvarenden zijn verdronken.
Uit Kampen bericht men dat de IJsel zeer
is gewassen. De stand was 2.10 M. -(- A. P.
Het Kampereiland is overstroomd en staat se
dert Zaterdag morgen onder water.
Te Utrecht is een 12jarig meisje in het
water gewaaid. Het kind werd gered.
Een heer, die zijn afgewaaiden hoed naliep,
geraakte in het water. Ook hij werd op 't droge
gebracht.
Door den wind voortgeduwd liep een goede
renwagen van den staatsspoor aldaar van
de remise op het rangeerterrein tot aan de
Jeremiebrug, die juist opengedraaid was om
schepen te laten doorvaren. De wagen schijnt
door niemand te zijn opgemerkt, zoodat hij in
de opening van de brug viel.
Het verkeer met de spoorwegen en per tele
graaf ondervond groote storing.
De telegraphische gemeenschap met Zeeland
en grootendeels met de overige plaatsen des
lands als ook met Duitschland en België was
Zaterdag geheel gestoord.
Te 1 uur 's namiddags werkte het kantoor
te Rotterdam nog met Amsterdam op twee
draden en kon Amsterdam de gemeenschap met
Londen op 2 draden aanhouden. Te 3 uren
echter was het verkeer tusschen Rotterdam en
Amsterdam geheel verbrokenlater werd het
verkeer op éen draad hersteld.
Tal van polders zijn ondergeloopen en van
alle zijden wordt overstrooming gemeld.
Onder Fynaart is een schuur ingewaaid, een
deel van het vee werd verpletterd.
Hasselt staat ten deele onder water, Dordrecht
is een half verdronken stad. Van Zwolle is
het grootste deel der stad overstroomd. Te
Kampen vertoonde zich op de Yselkade een
zeehond. De spoorwegverbinding tusschen Dor
drecht en Rotterdam is Zaterdag gestaakt ge
weest en dien dag werd te Rotterdam dan ook
geen beurs gehouden.
Ook buiten ons land woedde de storm
hevig. Donderdag-avond was men per depeche
op het koninklijk observatorium te Brussel ge
waarschuwd voor hetgeen te wachten was.
Vrijdag-nacht te twee uren daalde de barometer
en tegen acht uren des morgens ontving men
bericht van een hevigen storm tusschen de
Shetlandsche eilanden en de kust van Noorwegen.
In den morgen verhieven zich de noordwesten
en westenwind over geheel België. De wind
was zóó sterk, dat zijne snelheid werd geschat
op 840 meters per minuut. Later op den dag
en tegen den avond ging de storm vergezeld
van stortregens. Tegen vier of vijf uren ging
het weerglas nog meer aan het dalen.
In Frankisch Zwitserland heeft het hooge
water groote verwoestingen aangericht. Hier
en daar is het verkeer zelfs afgesloten door
het invallen van eene brug of het wegzinken
van een straatweg. Het spoorwegverkeer onder
vond echter nog weinig belemmering.