N°. 33.
132e Jaargang.
1889.
Vrijdag
8 Februari.
KOEPOKINENTING EN BERINENTING.
Middelburg 7 Februari.
Coenraad Eberson.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
LETTEREN EN KUNST.
ONDERWIJS.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
HIDDIIIIIIit.Mlir COURANT.
Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes; A. A. w. Bolland, te KruiningenP. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van i Advertentïën
Middelburg 7 Febr. vm. 8 u. 36 gr. i Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
40 gr. jiv. 4 u. 38 gr. F. i bureau van Nijgh Van Dithab, te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het laan het bureau bezorgd zijn, -willen
12 u
Verwacht: N.W. wind.
Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gaos je an Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen
De burgemeester en wethouders van Middel
burg maken bekend, dat aan het bureau voor
vaccinatie van de Vereeniging tot bevordering
van animale koepokinenting in deze gemeente,
Oude Kerkstraat wijk B no 83, op Don
derdag- den 14 Februari a. en voorts eiken
Donderdag, telkens des namiddags van 3
tot 4 uur, gelegenheid bestaat tot inenting
en herinenting met animale koepokstof.
Gedurende het eerste half uur bestaat die
gelegenheid uitsluitend voor donateurs en leden
van de vereeniging met hunne gezinnen (men
wordt lid tegen een jaarlijksche contributie van
minstens ƒ1,—) en voor met-leden tegen be
taling van ƒ1,per persoon.
Gedurende het tweede halfuur staat de ge
legenheid tot inenting en herinenting voor
ieder gratia open.
Terwijl burgemeester en wethouders ieder ten
dringendste uitnoodigen, om van dat heilzaam
middel ter voorkoming van de pokziekte zooveej
mogelijk gebruik te maken, vestigen zij, naar
aanleiding van een van den geneeskundigen
raad voor deze provincie ontvangen schrijven,
de aandacht op het hooge belang, dat die
inentingin deeerste levensmaanden plaats hebbe.
Middelburg, den 5 Februari 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd
SCHORBR.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De schutterkwestie te Purmerend wordt ook
door de Nieuwe prov. Gr. Ct. een anti-revo
lutionair blad aangeroerd. Het wijdt daaraan
de volgende opmerkingen
.Opnieuw is een schutter gevonnist, omdat
hij op Zondag niet wilde schutteren, en op zijn
verzoek om ontheffing van dit vonnis heeft de
minister van justitie weigerend geantwoord,
»Dit is vreemd, nu er een regeering uit de
rechterzijde aan het roer is, van wie men ver
wachten mag, dat zij voor zulke bezwaren een
oor hebben zalen dubbel vreemd, als men
zich herinnert, dat zelfs onder het vorig ministerie
schutters, die bezwaren in den Zondagsdienst
hadden, vrijstelling hebben verkregen. Te
Groningen althans is dit nog hij gelegenheid
van 's konings verjaardag geschied.
.Wordt dit vonnis niet ingetrokken, dan
hopen we, dat een onzer vrienden in de kamer
daarover een interpellatie tot den betrokken
minister zal richten."
Bij kon. besluit is P. M. van der Mandere
te Goes, met ingang van 16 Febr., benoemd
tot schoolopziener in het arrondissement Goes.
Verder zijn benoemd
tot rechter in de arrondissements-rechtbank
te Amsterdam mr J. J. A. L. Beuns, thans
rechter-plaatsvervanger in gemeld college en
adv. aldaar;
bij het wapen der art., hij den staf van het
wapen, tot majoor-magazijnm. de kapitein-ma-
S.
E»n stoutmoedig vaderlander in de dagen der
Fransche overheersching.
doob,
F. NAGTGLAS.
Het schuitje te Veere, waarop men idee had,
bleek een versleten vaartuig te zijn met platten
bodem, eigenlijk slechts voor een watergang
geschikt. Dit wrakke scheepje werd door een
der vrienden, zekeren J. Prent, voor negentig
gulden gekocht, daar de inhalige hoer er meer
dan de helft te veel voor vroeg. Na wat ver
timmerd te zijn en voor riemen geschikt
gemaakt, meenden de kloeke mannen er
den tocht mee te durven wagen. Op een
donkeren avond werd de schuit, onder stroo
verborgen, op een wagen tot achter de duinen
tussehen Domburg en het landgoed Westhoven
vervoerd. Den ganschen langen kouden en don
keren nacht waakte het drietal bij het scheepje,
zich verheugende dat de patrouilles, die meer
malen langs het strand gingen, door de duis
ternis niets opmerkten. Bij het eerste krieken
van den morgen werd de schuit naar zee ge
bracht. Een dichte nevel hing over den onme-
telijken waterplas en schrikwekkend bruisten
de golven. Tot viermalen toe beproefde men
de boot in diep water te brengen, doch telkens
werd zij teruggeslagen, waarschijnlijk omdat de
gazijnm. J. G. J. Paravicini di Capelli, te Am
sterdam tot kap.-magazijnm. de eerste-luit.-
magazijnm. J. H. van Aanholt, H. L. Horstmann
en N. S. Sluyters, respectievelijk te Geertrui-
denberg, te Woudrichem en te Willemstad, en
in rang en betrekking verplaatst naar 's Gra-
venhage (magazijn Pantserforten) de kapitein-
magazijnm. der art. Sluyters, voornoemd naar
Willemstad de eerste-luit.-magazijnm. der art.
H. W. van Bijleveldt, thans te Heusden.
In de St. Ct zijn opgenomen de statuten van
de vereeniging De Kerkelijke Kas te Tholen.
Zij heeft ten doel de bevordering van de
belangen der Nederduitsche Gereformeei den te
Tholen, door het verleenen van stoffelijke hulp,
voor zoover die blijken zal noodig te zijn voor
de verzorging van armen, voor de voorziening
in geestelijke behoeften, en voor het onderwijs
der jeugd. De vereeniging tracht haar doel te
bereiken door het bijeenbrengen en als haar
bijzonder eigendom beheeren van roerende en
onroerende goederen, van welken aard ook,
die haar tot het voorschreven doel worden
verstrekt.
De eerste maal treden als bestuurders op de
heeren L. Willemse, W. Knyper Boone, J. A.
van Vlierden, L. Poulusse en J. Deurloo Az.
Nog zijn in de St. Ct de statuten opgenomen
van de Vereeniging tot het verschaffen van wo
ningen aan minvermogenden te Clinge, en binnen
die gemeente gevestigd, ten doel hebbende het
tegen betaling verschaffen van woningen aan
minvermogenden.
Dit doel tracht zij te bereiken door het aan-
koopen van bouwterrein en huizen en het bouwen
van woningen.
De vereeniging is aangegaan voor den tijd
van 29 jaren, te rekenen van den dag, waarop
zij zal zijn erkend en als rechtspersoon kan
optreden.
Het kapitaal der vereeniging bedraagt acht
duizend gulden, en wordt verdeeld in aandeelen
van 250.
Voor de eerste maal zijn als bestuursleden
benoemdP. A. Smet, als voorzitter, C. L.
Weemaes, als onder-voorzitter, en J. Ivens, als
secretaris-thesaurier, die allen aftreden op de
eerste algemeene vergadering van de leden der
vereeniging in 1892.
A. Zaterdag verleent de minister van water
staat geene audiëntie.
Door de arrondissements-rechtbank te 's Her
togenbosch is, ter vervulling eener opengevallen
rechtersplaats in dat college, opgemaakt de
navolgende alphabetische lijst van aanbeveling
mr. J. R. H. van Schaik, kantonrechter te
Druten; mr. A. J. J. baron van Styrum, rechter
in de arrondissements-rechtbank te Zierikzee,
en mr. D. Wesseling, kantonrechter te Heusden.
Op eene te Utrecht gehouden vergadering
heeft het bestuur van den Algemeenen bond
van katholieke kiesvereenigingen besloten zich in
zake het optreden tegen den persoonlijken
dienstplicht te verstaan met het bestuur van
den Koord- en Zuidhollandschen Bond, om te
komen tot eene gemeenschappelijke handeling.
bestuurders onkundige schippers waren, en
slechts éen hunner wat roeien kon. Eindelijk
raakte het vaartuig vlot, kwam in diep water
en dreef met de sterk doorkomende eb naar
zee. Spoedig bemerkte men nu ook een lek
en, tot overmaat van schrik, viel Dentz, hij het
veranderen van zitplaats, over boord, doch werd
door Eberson bij zijn jas gegrepen en gered.
De wrakke schuit zonk meer en meer in het
water en, met den dood voor oogen, zwalkte
men op de steeds woeliger wordende golven,
welke hen altijd verder in zee dreven. De mist
begon wat op te klaren en met een onbeschrij
felijk gevoel van verlichting ontwaarden de
mannen een schip, koers zettende naar het
Veergat. Een witte zakdoek, aan een roeispaan
gebonden, diende voor noodsein en werd geluk
kig van het vaartuig opgemerkt, dat bijlegde,
waarna het drietal aan boord werd geholpen.
Hier vonden zij den hun bekenden schipper
Pieter Lonke uit Tholen, die voor tolk diende;
en nauwelijks was het doel hunner reis hekend
of zij werden op de meest gastvrije wijze ont
vangen en verpleegd.
De kotter was bestemd naar de vloot op de
Roompot en het duurde dan ook niet lang, of
de zwervelingen waren aan boord van het
vlaggeschip en in tegenwoordigheid van den
admiraal. Deze sprak hen vriendelijk toe en
prees hun moed en vaderlandsliefde om met
zulk een wrak vaartuig als de boot, die bij
De mail uit Oost-Indië, dt. 4 Jan., brengt uit
Atjeh geen nieuws.
Volgens de Java bode is 3 Januari te Tjilegon
(Serang) vonnis gewezen in het tweede straf
proces tegen de Bantamsche oproerlingen. Van
de 51 beklaagden werden er 22 vrijgesproken
en 29 ter dood veroordeeld.
Het verzoek om gratie, door den inlander
Wangsa, den moordenaar van den heer Wigman.
ingediend, is bij besluit van den gouverneur-
generaal dd. 31 December jl. afgewezen, zoodat
de ten uitvoerlegging van het doodvonnis spoe
dig zal volgen.
Aan een particulier schrijven uit Atjeh ont
leent de Arnh. Ct. het volgende
»Ge moet van al dat gezeur in de couranten
niets gelooren. De gezondheidstoestand op
Atjeh is vrij gunstig, de beri-beri is lang zoo
erg niet als men ze voorstelt. Maar beri-beri
moet en zal er zijn om prof. Pekelharing geen
dwaas figuur te laten maken. Bovendien wordt
het cijfer der beri-beri lijders nog vrijwel ver
meerderd (d. w. z. het officieele cijfer") door
stimulanten. De politieke toestand is mijns
inziens ook gunstig. Wel-is-waar worden
onze posten nog wel beschoten, maar dit zijn
hoogstens een 150 man, soldaten van Tengkoe
di Tiroe, die verdeeld zijn over onze geheele
postenlinie, zoodat voor eiken post hoogstens
10 man zoo van tijd tot tijd eens bij mooi weel
een schot doen. Onze vrienden Atjehers zijn
nl. doodsbenauwd voor licht en water. Als ze
's nachts schieten en de artillerie werpt een
lichtkogeldan verdwijnen ze dadelijk. Bij
regen komen de heeren ook niet. Het zijn
overigens meesters in de veldversterkingskunst,
ze behoeven het handboek van Eland er niet
bij te hebben. Ik heb vele Atjebsche loopgra
ven gezien, maar ik moet zeggen, ze zijn ver
nuftig en mooi aangelegd, Te Segli moet,
geloof ik, nog een hoofdbedrijf van het Atjeh-
drama gespeeld worden. Kemala nl., waarde
pretendent-Sultan zich ophoudt, ligt hier nog
geen dagreis (te voet nl.) vandaan. Overigens
zijn het hier eigenaardige toestanden. De ben-
ting Segli, onze vesting, ligt op zoogenaamd
sultansterrein aan de eene zijde hebben wij
foederatie van Atjehsche hoofden met Pedir
aan het hoofd, aan de andere zijde hebben wij
de Gighensche partij. Die beide partijen zijn
elkander niet genegen.
Pedir is in naam onze vriend, de andere
partij, onder Toekoe Bintara Pinang, is tegen
ons (nl. officieel.) In de werkelijkheid echter
is het juist Pedir, dat ons dagelijks laat be
schieten en de andere partij, die goed wil, en
wel om de volgende ïeden. Toen de Atjeh-oorlog
uibrak, zijn de menschen uit de meeste kampongs
van Groot-Atjeh gevlncht naar de kuststaatjes,
o. a. ock een groot getal naar Pedir. Daar
door nam dit staatje zeer in bloei toe. Instede
van 4000 dollar, inde het dientengevolge 160.000
dollar hassil of belastingde handel (d. w. z.
de passers) breidde zich uit, enz. Nu is Pedir
bang, dat hij beëindiging van den oorlog, alles
weer verloopen zal en houdt het dus heimelijk
de onlusten gaande. Onlangs zijn nog 160
achterlaadgeweren met munitie, 100.000 slag
hoedjes en 600 KG. buskruit aangehaald, hetgeen
men wilde binnensmokkelen. Die smokkelhan-
hem aan boord geheschen was, zich in zee te
hebben durven wagen. De mededeelingen wer
den dankbaar door hem ontvangen en hij be
loofde den souvereinen vorst met den treurigen
toestand in Walcheren te zullen bekend maken.
Naar Goes vertrokken, vonden onze reizigers
aldaar den reeds genoemden heer J. J. de
Bruijn, aan wien het gelukt was om uit Rijssel
te ontsnappen en die hen in kennis bracht
met den predikant Gerhardus Blaaubeen, die
welwillend op zich nam om eene door hen
opgestelde memorie persoonlijk aan den prins
van Oranje te zullen overhandigen. Dit is
dan ook geschied en daarop werd geantwoord,
dat de zaken der Verbonden Mogendheden in
Frankrijk zóo voordeelig stonden, dat het
raadzaam was om nog enkele dagen te wachten,
alvorens iets tegen Walcheren te ondernemen.
Werkelijk kwam dan ook, terwijl het drietal
nog in Goes vertoefde, het bericht dat de
geallieerden de Fransche hoofdstad snel nader
den. Eberson brandde natuurlijk van verlangen
om deze goede tijdingen, zooals hij beloofd had,
naar Walcheren over te brengen. De Engelsche
admiraal, bij wien hij zich persoonlijk ver
voegde, raadde het waagstuk af en verzekerde,
gelijk ook gebeurde, dat hij de blijde boodschap
door duidelijk verstaanbare seinen aan de over-
heerde bevolking zou meedeelen. Doch onze
vriend liet zich niet afschrikken en toen er in
Goes geen scheepsgelegenheid voor zjjn voor
del wordt zelfs ook gedreven door Nederlanders
schande Het is echter verleidelijk, als ge bijv.
weet, dat er hier eenigen tijd geleden revolvers
op publieke vendutie gingen voor 150 a 200.
Een doosje met 150 slaghoedjes wordt hier
met pleizier verkocht voor 6 dollar vandaar
dan ook die lust tot smokkelen, zelfs op stoom
schepen der N.-I. Stoomvaartmaatschappij.
Het Theatre libre van den heer Antoine
geeft eenige voorstellingen te Londen. Maandag
werd Jacques Damour en Le due d'Enghienheide
stukken van Leon Hennique, opgevoerd.
Benjamin Constant, die juist een reis naar
New-York heeft gemaakt, begeeft zich direct
naar Rusland om het portret van de keizerin
te schilderen.
Franz von Holtzendorf, de bekende pro
fessor in de rechtswetenschappen te Munchen,
is aldaar overleden.
Woensdagavond werd te Vlissingen in een
der lokalen van de sociëteit de Unie eene bij
eenkomst gehouden van onderwijzers aan de
verschillende scholen, welke vergadering was
uitgeschreven door de heeren Landsman en Op
den Zieke, hoofden van scholen.
Het doel dezer bijeenkomst was de meening
der onderwijzers te vernemen omtrent het
Nederl. Onderwijzers-Genootschap, en, bij genoeg
zame sympathie daarmede, eene aansluiting met
het Genootschap te verkrijgen.
De heer Landsman opende de vergadering
met eene toespraak, waarin hij het doel en de
verdiensten van het N. O. G. uiteenzette, en
waarin hij tevens wees op eene reeds bestaande
afdeeling van dit Genootschap, gevestigd te
Middelburg, die, ondanks het vele nut, dat die
vereeniging sticht, toch in een kwijnenden
toestand verkeert.
Nadat de meesten hunne instemming met deze
woorden hadden betuigd, werd de vraag gesteld:
Wat ia wensehelijker, dat de onder wijzers ver
eeniging van het arrondissement Walcheren zich
vereenige met de reeds bestaande afdeeling
van het N. O. G dat te Vlissingen eene nieuwe
afdeeling van dit Genootschap worde opgericht,
of dat men elk voor zich eenvoudig zich aan-
sluite bij de afdeeling te Middelburg?
Nadat nog door een der leden er op gewezen
werd dat door het oprichten eener afzonderlijke
afdeeling te Vlissingen eer verwijdering dan
wel verbroedering tussehen de onderwijzers op
Walcheren zou ontstaan, werd toch met bijna
algemeene itemmen besloten om te Vlissingen
eene zelfstandige afdeeling van het N. O. G.
op te richten.
Voor het hof te 's Gravenhage werd giste
ren behandeld een appèl van een vonnis, ge
wezen door de rechtbank te Middelburg tussehen
de firma G. Alberts Lz. Co., aldaar, en
Korsnas Sagverks Aktie Bolag, in Zweden.
Deze Middelburgsche firma had van de Zweed-
nemen te vinden was, ging hij naar Zierikzee,
waar hij, door tusschenkomst van den plaats-
kommandant Eeckhout, met den schipper Jan
Breugelmans overeenkwam om het drietal voor
vijftig Zeeuwsche rijksdaalders, met zijn hoogaars
naar Walcheren te brengen. In zee zijnde, ont
dekten zij omstreeks Domburg een tal van solda
ten op het strand, zoodat er aan geen landen te
denken viel. Des nachts waagden zij het echter;
de hoogaars kwam zoo dicht mogelijk bij de
kust en de schipper zou Eberson op de schouders
naar land dragen. Zij werden echter ontdekt
en door een hagelbui van kogels begroet. «Deze
weg deugt niet", zei de onverschrokken.scbip-
per met de meeste kalmte, »de kerels zouden
ons hier de hoeden van den kop schieten", eu
zonder eenige overhaasting stapte hij met
zijn vracht naar boord terug. Daar het vuren
aanhield, was er aan geen landen te denken
en moest het scheepje onverrichter zake naar
Zierikzee terugkeeren.
Een paar dagen later woei van den top der
Engelsche oorlogsschepen de witte vlag met
de Fransche driekleur er onder en las men van
Veere op groote schermen aan het Kamper-
landsehe strand opgesteld, dat de Mogendheden
Parijs hadden bezet; dat de Engelschen te
Bourdeaux waren, en Napoleons regeering had
opgehouden. De gouverneur van Walcheren
noemde deze berichten verzinsels doch sedert
negentien jaren had men hier met schade en
sche maatschappij gekocht eene partij hout door
tusschenkomst van den commissionair S. te
Amsterdam.
Bij de lossing meende kooper dat niet gele
verd was de overeengekomen kwaliteit, en dat
de onderdeksche lading aanzienlijke schade had
geleden door zeewater.
Voorloopig, teneinde meerdere schade te
voorkomen, werd de lading opgeslagen in de
loodsen des koopers en verscheen er een expert,
door den verkooper gezonden, teneinde de schade
op te nemen.
Deze deed dit en vertrok, echter zonder van
zijn rapport den kooper in kennis te stellen.
Drie weken daarna vernam deze, dat er een
nieuwe expert zou verschijnen ook dezen wilde
hij wel toelaten tot de expertise, echter onder
voorwaarde, dat hij met het uit te brengen
rapport zou worden in kennis gesteld, en dat
eene betrekkelijk geringe hoeveelheid hout, dooi
den kooper reeds verbruikt, omdat hij meende
dat de expertise was afgeloopen en die door
den eersten expert reeds was gezien, zou wor
den beschouwd als van dezelfde hoedanigheid
als hetgeen nog voorhanden was.
Deze tweede, door den verkooper gezonden
expert weigerde echter aan die voorwaarde te
voldoen, omdat hij er geen last toe had en
vertrok zonder het hout te hebben gezien. Eene
briefwisseling leidde niet tot minnelijke schik
king, en de kooper stelde nu een eisch in
bij de Middelburgsche rechtbank, waarbij hij
vroeg: lo een som van f 700 voor vergoeding
van zeeschade, en 2o eene som van 1000,
omdat minder kwaliteit hout was geleverd dan
was besteld.
De rechtbank verklaarde den eischer niet
ontvankelijk, wat zijne eerste vordering betrof,
omdat de verzekeraar alleen gehouden is de
schade te vergoeden na expertise, en deze geen
plaats had gevonden, en ontzegde den tweeden
eisch, omdat het verbroeid en vervuurd zijn
van hout niet door getuigen te bewijzen is,
maar door deskundigen, en er alleen getuigen-
bewijs was aangeboden.
De kooper gevoelde zich bezwaard door dit
vonnis. In appèl werd zijne zaak bepleit
door jhr mr De Brauw, terwijl de hr mr W. A.
van Hoek, van Middelburg, optrad voor den
geïntimeerde»
Uitvoerig werd nu door partijen het pro en
contra uiteengezet omtrent de vragen of in dit
geval de eischende firma stond tegenover de
gedaagde als verzekeraar, en zoo ja, of dan nog
niet in dit geval, waar de verzekeraar de ex
pertise zooals appellante beweerde had
verijdeld, zij ontvankelijk was in hare vorde
ring, en of ja dan neen, in casu het bewijs door
getuigen kan worden geleverd.
Na re- en dupliek werd het arrest bepaald
op 11 Maart a. s. (N. R. Crt.)
Dinsdag op een diepgang van 1,60 M. en
Woensdag op een diepgang van 1,70 M. is met
de raderboot Buijskes buitengaats gestoomd, ten
einde proeven van zeewaardigheid te nemen
en de werking der machine na te gaan. Daarbij
waren tegenwoordig: dehoofd-ingenieur adviseur
Beloo, de hoofd-ingenieur, chef van het materieel
schande leeren inzien, hoe weinig waarde er te
hechten is aan de verzekering van een Fransch-
man. De tijdingen werden steeds gunstiger;
den 23en April was de Fransche text uit het
«journal hebdomadaire" verdwenen en den 26en
verscheen weder de Middelburgsche courant, als
van ouds prijkende met het stadswapen. Tijd-
genooten hebben mjj verzekerd, hoe die een
voudige courant, als een lang ontbeerde vriendin,
door de meesten met een van aandoening bevende
hand werd ontvangen en met vreugdetranen
in de oogen gelezen werd. Na enkele dagen
was de laatste Fransche soltaat over de Schelde
verdwenenmaar de boomlooze, kale vesting
vlakte, vroeger boschrijk en bloeiend, om het
deerlijk geteisterde Vlissingen, herinnerde lang
en ook nog heden, als het merkteeken van den
duivelsklauw in de legende, aan de gruwelijke
overheersching der jubelend als vrienden inge
haalde Franscheneen smaad die nooit vergeten
moet worden.
Onder al deze beroeringen waren de handels
zaken van Eberson geheel verloopen en er
bestond geen uitzicht op herleving. Daarom
was hij verplicht om naar eene landsbetrekking
om te zien en met het oog op zijne aan den
staat bewezen diensten, werd hij dan ook in
Juli 1814 benoemd tot commies te paard bij
de convoyen en licenten, waarbij ook zijne
vrienden Dentz en Oldenwelder als ambtenaren
waren geplaatst.