N°. 33. 132e Jaargang. 1889. Vrijdag 8 Februari. KOEPOKINENTING EN BERINENTING. Middelburg 7 Februari. Coenraad Eberson. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regel. Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. HIDDIIIIIIit.Mlir COURANT. Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes; A. A. w. Bolland, te KruiningenP. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van i Advertentïën Middelburg 7 Febr. vm. 8 u. 36 gr. i Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur 40 gr. jiv. 4 u. 38 gr. F. i bureau van Nijgh Van Dithab, te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het laan het bureau bezorgd zijn, -willen 12 u Verwacht: N.W. wind. Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gaos je an Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen De burgemeester en wethouders van Middel burg maken bekend, dat aan het bureau voor vaccinatie van de Vereeniging tot bevordering van animale koepokinenting in deze gemeente, Oude Kerkstraat wijk B no 83, op Don derdag- den 14 Februari a. en voorts eiken Donderdag, telkens des namiddags van 3 tot 4 uur, gelegenheid bestaat tot inenting en herinenting met animale koepokstof. Gedurende het eerste half uur bestaat die gelegenheid uitsluitend voor donateurs en leden van de vereeniging met hunne gezinnen (men wordt lid tegen een jaarlijksche contributie van minstens ƒ1,—) en voor met-leden tegen be taling van ƒ1,per persoon. Gedurende het tweede halfuur staat de ge legenheid tot inenting en herinenting voor ieder gratia open. Terwijl burgemeester en wethouders ieder ten dringendste uitnoodigen, om van dat heilzaam middel ter voorkoming van de pokziekte zooveej mogelijk gebruik te maken, vestigen zij, naar aanleiding van een van den geneeskundigen raad voor deze provincie ontvangen schrijven, de aandacht op het hooge belang, dat die inentingin deeerste levensmaanden plaats hebbe. Middelburg, den 5 Februari 1889. De burgemeester en wethouders voornoemd SCHORBR. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De schutterkwestie te Purmerend wordt ook door de Nieuwe prov. Gr. Ct. een anti-revo lutionair blad aangeroerd. Het wijdt daaraan de volgende opmerkingen .Opnieuw is een schutter gevonnist, omdat hij op Zondag niet wilde schutteren, en op zijn verzoek om ontheffing van dit vonnis heeft de minister van justitie weigerend geantwoord, »Dit is vreemd, nu er een regeering uit de rechterzijde aan het roer is, van wie men ver wachten mag, dat zij voor zulke bezwaren een oor hebben zalen dubbel vreemd, als men zich herinnert, dat zelfs onder het vorig ministerie schutters, die bezwaren in den Zondagsdienst hadden, vrijstelling hebben verkregen. Te Groningen althans is dit nog hij gelegenheid van 's konings verjaardag geschied. .Wordt dit vonnis niet ingetrokken, dan hopen we, dat een onzer vrienden in de kamer daarover een interpellatie tot den betrokken minister zal richten." Bij kon. besluit is P. M. van der Mandere te Goes, met ingang van 16 Febr., benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Goes. Verder zijn benoemd tot rechter in de arrondissements-rechtbank te Amsterdam mr J. J. A. L. Beuns, thans rechter-plaatsvervanger in gemeld college en adv. aldaar; bij het wapen der art., hij den staf van het wapen, tot majoor-magazijnm. de kapitein-ma- S. E»n stoutmoedig vaderlander in de dagen der Fransche overheersching. doob, F. NAGTGLAS. Het schuitje te Veere, waarop men idee had, bleek een versleten vaartuig te zijn met platten bodem, eigenlijk slechts voor een watergang geschikt. Dit wrakke scheepje werd door een der vrienden, zekeren J. Prent, voor negentig gulden gekocht, daar de inhalige hoer er meer dan de helft te veel voor vroeg. Na wat ver timmerd te zijn en voor riemen geschikt gemaakt, meenden de kloeke mannen er den tocht mee te durven wagen. Op een donkeren avond werd de schuit, onder stroo verborgen, op een wagen tot achter de duinen tussehen Domburg en het landgoed Westhoven vervoerd. Den ganschen langen kouden en don keren nacht waakte het drietal bij het scheepje, zich verheugende dat de patrouilles, die meer malen langs het strand gingen, door de duis ternis niets opmerkten. Bij het eerste krieken van den morgen werd de schuit naar zee ge bracht. Een dichte nevel hing over den onme- telijken waterplas en schrikwekkend bruisten de golven. Tot viermalen toe beproefde men de boot in diep water te brengen, doch telkens werd zij teruggeslagen, waarschijnlijk omdat de gazijnm. J. G. J. Paravicini di Capelli, te Am sterdam tot kap.-magazijnm. de eerste-luit.- magazijnm. J. H. van Aanholt, H. L. Horstmann en N. S. Sluyters, respectievelijk te Geertrui- denberg, te Woudrichem en te Willemstad, en in rang en betrekking verplaatst naar 's Gra- venhage (magazijn Pantserforten) de kapitein- magazijnm. der art. Sluyters, voornoemd naar Willemstad de eerste-luit.-magazijnm. der art. H. W. van Bijleveldt, thans te Heusden. In de St. Ct zijn opgenomen de statuten van de vereeniging De Kerkelijke Kas te Tholen. Zij heeft ten doel de bevordering van de belangen der Nederduitsche Gereformeei den te Tholen, door het verleenen van stoffelijke hulp, voor zoover die blijken zal noodig te zijn voor de verzorging van armen, voor de voorziening in geestelijke behoeften, en voor het onderwijs der jeugd. De vereeniging tracht haar doel te bereiken door het bijeenbrengen en als haar bijzonder eigendom beheeren van roerende en onroerende goederen, van welken aard ook, die haar tot het voorschreven doel worden verstrekt. De eerste maal treden als bestuurders op de heeren L. Willemse, W. Knyper Boone, J. A. van Vlierden, L. Poulusse en J. Deurloo Az. Nog zijn in de St. Ct de statuten opgenomen van de Vereeniging tot het verschaffen van wo ningen aan minvermogenden te Clinge, en binnen die gemeente gevestigd, ten doel hebbende het tegen betaling verschaffen van woningen aan minvermogenden. Dit doel tracht zij te bereiken door het aan- koopen van bouwterrein en huizen en het bouwen van woningen. De vereeniging is aangegaan voor den tijd van 29 jaren, te rekenen van den dag, waarop zij zal zijn erkend en als rechtspersoon kan optreden. Het kapitaal der vereeniging bedraagt acht duizend gulden, en wordt verdeeld in aandeelen van 250. Voor de eerste maal zijn als bestuursleden benoemdP. A. Smet, als voorzitter, C. L. Weemaes, als onder-voorzitter, en J. Ivens, als secretaris-thesaurier, die allen aftreden op de eerste algemeene vergadering van de leden der vereeniging in 1892. A. Zaterdag verleent de minister van water staat geene audiëntie. Door de arrondissements-rechtbank te 's Her togenbosch is, ter vervulling eener opengevallen rechtersplaats in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling mr. J. R. H. van Schaik, kantonrechter te Druten; mr. A. J. J. baron van Styrum, rechter in de arrondissements-rechtbank te Zierikzee, en mr. D. Wesseling, kantonrechter te Heusden. Op eene te Utrecht gehouden vergadering heeft het bestuur van den Algemeenen bond van katholieke kiesvereenigingen besloten zich in zake het optreden tegen den persoonlijken dienstplicht te verstaan met het bestuur van den Koord- en Zuidhollandschen Bond, om te komen tot eene gemeenschappelijke handeling. bestuurders onkundige schippers waren, en slechts éen hunner wat roeien kon. Eindelijk raakte het vaartuig vlot, kwam in diep water en dreef met de sterk doorkomende eb naar zee. Spoedig bemerkte men nu ook een lek en, tot overmaat van schrik, viel Dentz, hij het veranderen van zitplaats, over boord, doch werd door Eberson bij zijn jas gegrepen en gered. De wrakke schuit zonk meer en meer in het water en, met den dood voor oogen, zwalkte men op de steeds woeliger wordende golven, welke hen altijd verder in zee dreven. De mist begon wat op te klaren en met een onbeschrij felijk gevoel van verlichting ontwaarden de mannen een schip, koers zettende naar het Veergat. Een witte zakdoek, aan een roeispaan gebonden, diende voor noodsein en werd geluk kig van het vaartuig opgemerkt, dat bijlegde, waarna het drietal aan boord werd geholpen. Hier vonden zij den hun bekenden schipper Pieter Lonke uit Tholen, die voor tolk diende; en nauwelijks was het doel hunner reis hekend of zij werden op de meest gastvrije wijze ont vangen en verpleegd. De kotter was bestemd naar de vloot op de Roompot en het duurde dan ook niet lang, of de zwervelingen waren aan boord van het vlaggeschip en in tegenwoordigheid van den admiraal. Deze sprak hen vriendelijk toe en prees hun moed en vaderlandsliefde om met zulk een wrak vaartuig als de boot, die bij De mail uit Oost-Indië, dt. 4 Jan., brengt uit Atjeh geen nieuws. Volgens de Java bode is 3 Januari te Tjilegon (Serang) vonnis gewezen in het tweede straf proces tegen de Bantamsche oproerlingen. Van de 51 beklaagden werden er 22 vrijgesproken en 29 ter dood veroordeeld. Het verzoek om gratie, door den inlander Wangsa, den moordenaar van den heer Wigman. ingediend, is bij besluit van den gouverneur- generaal dd. 31 December jl. afgewezen, zoodat de ten uitvoerlegging van het doodvonnis spoe dig zal volgen. Aan een particulier schrijven uit Atjeh ont leent de Arnh. Ct. het volgende »Ge moet van al dat gezeur in de couranten niets gelooren. De gezondheidstoestand op Atjeh is vrij gunstig, de beri-beri is lang zoo erg niet als men ze voorstelt. Maar beri-beri moet en zal er zijn om prof. Pekelharing geen dwaas figuur te laten maken. Bovendien wordt het cijfer der beri-beri lijders nog vrijwel ver meerderd (d. w. z. het officieele cijfer") door stimulanten. De politieke toestand is mijns inziens ook gunstig. Wel-is-waar worden onze posten nog wel beschoten, maar dit zijn hoogstens een 150 man, soldaten van Tengkoe di Tiroe, die verdeeld zijn over onze geheele postenlinie, zoodat voor eiken post hoogstens 10 man zoo van tijd tot tijd eens bij mooi weel een schot doen. Onze vrienden Atjehers zijn nl. doodsbenauwd voor licht en water. Als ze 's nachts schieten en de artillerie werpt een lichtkogeldan verdwijnen ze dadelijk. Bij regen komen de heeren ook niet. Het zijn overigens meesters in de veldversterkingskunst, ze behoeven het handboek van Eland er niet bij te hebben. Ik heb vele Atjebsche loopgra ven gezien, maar ik moet zeggen, ze zijn ver nuftig en mooi aangelegd, Te Segli moet, geloof ik, nog een hoofdbedrijf van het Atjeh- drama gespeeld worden. Kemala nl., waarde pretendent-Sultan zich ophoudt, ligt hier nog geen dagreis (te voet nl.) vandaan. Overigens zijn het hier eigenaardige toestanden. De ben- ting Segli, onze vesting, ligt op zoogenaamd sultansterrein aan de eene zijde hebben wij foederatie van Atjehsche hoofden met Pedir aan het hoofd, aan de andere zijde hebben wij de Gighensche partij. Die beide partijen zijn elkander niet genegen. Pedir is in naam onze vriend, de andere partij, onder Toekoe Bintara Pinang, is tegen ons (nl. officieel.) In de werkelijkheid echter is het juist Pedir, dat ons dagelijks laat be schieten en de andere partij, die goed wil, en wel om de volgende ïeden. Toen de Atjeh-oorlog uibrak, zijn de menschen uit de meeste kampongs van Groot-Atjeh gevlncht naar de kuststaatjes, o. a. ock een groot getal naar Pedir. Daar door nam dit staatje zeer in bloei toe. Instede van 4000 dollar, inde het dientengevolge 160.000 dollar hassil of belastingde handel (d. w. z. de passers) breidde zich uit, enz. Nu is Pedir bang, dat hij beëindiging van den oorlog, alles weer verloopen zal en houdt het dus heimelijk de onlusten gaande. Onlangs zijn nog 160 achterlaadgeweren met munitie, 100.000 slag hoedjes en 600 KG. buskruit aangehaald, hetgeen men wilde binnensmokkelen. Die smokkelhan- hem aan boord geheschen was, zich in zee te hebben durven wagen. De mededeelingen wer den dankbaar door hem ontvangen en hij be loofde den souvereinen vorst met den treurigen toestand in Walcheren te zullen bekend maken. Naar Goes vertrokken, vonden onze reizigers aldaar den reeds genoemden heer J. J. de Bruijn, aan wien het gelukt was om uit Rijssel te ontsnappen en die hen in kennis bracht met den predikant Gerhardus Blaaubeen, die welwillend op zich nam om eene door hen opgestelde memorie persoonlijk aan den prins van Oranje te zullen overhandigen. Dit is dan ook geschied en daarop werd geantwoord, dat de zaken der Verbonden Mogendheden in Frankrijk zóo voordeelig stonden, dat het raadzaam was om nog enkele dagen te wachten, alvorens iets tegen Walcheren te ondernemen. Werkelijk kwam dan ook, terwijl het drietal nog in Goes vertoefde, het bericht dat de geallieerden de Fransche hoofdstad snel nader den. Eberson brandde natuurlijk van verlangen om deze goede tijdingen, zooals hij beloofd had, naar Walcheren over te brengen. De Engelsche admiraal, bij wien hij zich persoonlijk ver voegde, raadde het waagstuk af en verzekerde, gelijk ook gebeurde, dat hij de blijde boodschap door duidelijk verstaanbare seinen aan de over- heerde bevolking zou meedeelen. Doch onze vriend liet zich niet afschrikken en toen er in Goes geen scheepsgelegenheid voor zjjn voor del wordt zelfs ook gedreven door Nederlanders schande Het is echter verleidelijk, als ge bijv. weet, dat er hier eenigen tijd geleden revolvers op publieke vendutie gingen voor 150 a 200. Een doosje met 150 slaghoedjes wordt hier met pleizier verkocht voor 6 dollar vandaar dan ook die lust tot smokkelen, zelfs op stoom schepen der N.-I. Stoomvaartmaatschappij. Het Theatre libre van den heer Antoine geeft eenige voorstellingen te Londen. Maandag werd Jacques Damour en Le due d'Enghienheide stukken van Leon Hennique, opgevoerd. Benjamin Constant, die juist een reis naar New-York heeft gemaakt, begeeft zich direct naar Rusland om het portret van de keizerin te schilderen. Franz von Holtzendorf, de bekende pro fessor in de rechtswetenschappen te Munchen, is aldaar overleden. Woensdagavond werd te Vlissingen in een der lokalen van de sociëteit de Unie eene bij eenkomst gehouden van onderwijzers aan de verschillende scholen, welke vergadering was uitgeschreven door de heeren Landsman en Op den Zieke, hoofden van scholen. Het doel dezer bijeenkomst was de meening der onderwijzers te vernemen omtrent het Nederl. Onderwijzers-Genootschap, en, bij genoeg zame sympathie daarmede, eene aansluiting met het Genootschap te verkrijgen. De heer Landsman opende de vergadering met eene toespraak, waarin hij het doel en de verdiensten van het N. O. G. uiteenzette, en waarin hij tevens wees op eene reeds bestaande afdeeling van dit Genootschap, gevestigd te Middelburg, die, ondanks het vele nut, dat die vereeniging sticht, toch in een kwijnenden toestand verkeert. Nadat de meesten hunne instemming met deze woorden hadden betuigd, werd de vraag gesteld: Wat ia wensehelijker, dat de onder wijzers ver eeniging van het arrondissement Walcheren zich vereenige met de reeds bestaande afdeeling van het N. O. G dat te Vlissingen eene nieuwe afdeeling van dit Genootschap worde opgericht, of dat men elk voor zich eenvoudig zich aan- sluite bij de afdeeling te Middelburg? Nadat nog door een der leden er op gewezen werd dat door het oprichten eener afzonderlijke afdeeling te Vlissingen eer verwijdering dan wel verbroedering tussehen de onderwijzers op Walcheren zou ontstaan, werd toch met bijna algemeene itemmen besloten om te Vlissingen eene zelfstandige afdeeling van het N. O. G. op te richten. Voor het hof te 's Gravenhage werd giste ren behandeld een appèl van een vonnis, ge wezen door de rechtbank te Middelburg tussehen de firma G. Alberts Lz. Co., aldaar, en Korsnas Sagverks Aktie Bolag, in Zweden. Deze Middelburgsche firma had van de Zweed- nemen te vinden was, ging hij naar Zierikzee, waar hij, door tusschenkomst van den plaats- kommandant Eeckhout, met den schipper Jan Breugelmans overeenkwam om het drietal voor vijftig Zeeuwsche rijksdaalders, met zijn hoogaars naar Walcheren te brengen. In zee zijnde, ont dekten zij omstreeks Domburg een tal van solda ten op het strand, zoodat er aan geen landen te denken viel. Des nachts waagden zij het echter; de hoogaars kwam zoo dicht mogelijk bij de kust en de schipper zou Eberson op de schouders naar land dragen. Zij werden echter ontdekt en door een hagelbui van kogels begroet. «Deze weg deugt niet", zei de onverschrokken.scbip- per met de meeste kalmte, »de kerels zouden ons hier de hoeden van den kop schieten", eu zonder eenige overhaasting stapte hij met zijn vracht naar boord terug. Daar het vuren aanhield, was er aan geen landen te denken en moest het scheepje onverrichter zake naar Zierikzee terugkeeren. Een paar dagen later woei van den top der Engelsche oorlogsschepen de witte vlag met de Fransche driekleur er onder en las men van Veere op groote schermen aan het Kamper- landsehe strand opgesteld, dat de Mogendheden Parijs hadden bezet; dat de Engelschen te Bourdeaux waren, en Napoleons regeering had opgehouden. De gouverneur van Walcheren noemde deze berichten verzinsels doch sedert negentien jaren had men hier met schade en sche maatschappij gekocht eene partij hout door tusschenkomst van den commissionair S. te Amsterdam. Bij de lossing meende kooper dat niet gele verd was de overeengekomen kwaliteit, en dat de onderdeksche lading aanzienlijke schade had geleden door zeewater. Voorloopig, teneinde meerdere schade te voorkomen, werd de lading opgeslagen in de loodsen des koopers en verscheen er een expert, door den verkooper gezonden, teneinde de schade op te nemen. Deze deed dit en vertrok, echter zonder van zijn rapport den kooper in kennis te stellen. Drie weken daarna vernam deze, dat er een nieuwe expert zou verschijnen ook dezen wilde hij wel toelaten tot de expertise, echter onder voorwaarde, dat hij met het uit te brengen rapport zou worden in kennis gesteld, en dat eene betrekkelijk geringe hoeveelheid hout, dooi den kooper reeds verbruikt, omdat hij meende dat de expertise was afgeloopen en die door den eersten expert reeds was gezien, zou wor den beschouwd als van dezelfde hoedanigheid als hetgeen nog voorhanden was. Deze tweede, door den verkooper gezonden expert weigerde echter aan die voorwaarde te voldoen, omdat hij er geen last toe had en vertrok zonder het hout te hebben gezien. Eene briefwisseling leidde niet tot minnelijke schik king, en de kooper stelde nu een eisch in bij de Middelburgsche rechtbank, waarbij hij vroeg: lo een som van f 700 voor vergoeding van zeeschade, en 2o eene som van 1000, omdat minder kwaliteit hout was geleverd dan was besteld. De rechtbank verklaarde den eischer niet ontvankelijk, wat zijne eerste vordering betrof, omdat de verzekeraar alleen gehouden is de schade te vergoeden na expertise, en deze geen plaats had gevonden, en ontzegde den tweeden eisch, omdat het verbroeid en vervuurd zijn van hout niet door getuigen te bewijzen is, maar door deskundigen, en er alleen getuigen- bewijs was aangeboden. De kooper gevoelde zich bezwaard door dit vonnis. In appèl werd zijne zaak bepleit door jhr mr De Brauw, terwijl de hr mr W. A. van Hoek, van Middelburg, optrad voor den geïntimeerde» Uitvoerig werd nu door partijen het pro en contra uiteengezet omtrent de vragen of in dit geval de eischende firma stond tegenover de gedaagde als verzekeraar, en zoo ja, of dan nog niet in dit geval, waar de verzekeraar de ex pertise zooals appellante beweerde had verijdeld, zij ontvankelijk was in hare vorde ring, en of ja dan neen, in casu het bewijs door getuigen kan worden geleverd. Na re- en dupliek werd het arrest bepaald op 11 Maart a. s. (N. R. Crt.) Dinsdag op een diepgang van 1,60 M. en Woensdag op een diepgang van 1,70 M. is met de raderboot Buijskes buitengaats gestoomd, ten einde proeven van zeewaardigheid te nemen en de werking der machine na te gaan. Daarbij waren tegenwoordig: dehoofd-ingenieur adviseur Beloo, de hoofd-ingenieur, chef van het materieel schande leeren inzien, hoe weinig waarde er te hechten is aan de verzekering van een Fransch- man. De tijdingen werden steeds gunstiger; den 23en April was de Fransche text uit het «journal hebdomadaire" verdwenen en den 26en verscheen weder de Middelburgsche courant, als van ouds prijkende met het stadswapen. Tijd- genooten hebben mjj verzekerd, hoe die een voudige courant, als een lang ontbeerde vriendin, door de meesten met een van aandoening bevende hand werd ontvangen en met vreugdetranen in de oogen gelezen werd. Na enkele dagen was de laatste Fransche soltaat over de Schelde verdwenenmaar de boomlooze, kale vesting vlakte, vroeger boschrijk en bloeiend, om het deerlijk geteisterde Vlissingen, herinnerde lang en ook nog heden, als het merkteeken van den duivelsklauw in de legende, aan de gruwelijke overheersching der jubelend als vrienden inge haalde Franscheneen smaad die nooit vergeten moet worden. Onder al deze beroeringen waren de handels zaken van Eberson geheel verloopen en er bestond geen uitzicht op herleving. Daarom was hij verplicht om naar eene landsbetrekking om te zien en met het oog op zijne aan den staat bewezen diensten, werd hij dan ook in Juli 1814 benoemd tot commies te paard bij de convoyen en licenten, waarbij ook zijne vrienden Dentz en Oldenwelder als ambtenaren waren geplaatst.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1