Verspreide Berichten. 1 doeuraad Eberson, ONDERWIJS. KERKNIEUWS. LANDBOUW. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. jhr mr C. H. Backer, pres. van de arr.-rechtb. te Amsterdam tot leden J. van Burg, gepens. luit. ter zee le kl., te AmsterdamC. W. R. Scholten, reeder, te Amsterdam, en P. A. C. Hugenholtz, expert, te Rotterdamtot plaats vervangend voorzitter, mr J. W. Foest, plaats vervangend kantonrechter te Amsttrdam tot plaatsvervangende ledenJ. H. Beucker An- dreae, luit. ter zee le kl. te 's-Gravenhage; A. Plate, directeur van de Nederlandsch- AmerikaanBche Stoomvaartmaatschappij, te Rotterdam, en C. Huyser van Reenen, expert bij de Nederl. vereeniging van assuradeuren, te Amsterdam. Yerder zijn bij het departement van koloniën bevorderdtot referendaris, de hoofdcommies J. M. Meeter, tot comm., de adjunct-comm. P. J. van Dam den Bouwmeester en J. Geradts, en tot adjunct-commies, de 1ste klerk J. A. Canneelterwijl bij hetzelfde besluit is benoemd tot adjunct-commies bij het departement van koloniën, de heer mr W. van der Jagt. Volgens het Dagblad zullen de inspecteurs en adjunct-inspecteurs van het geneeskundig staatstoezicht in den loop dezer maand te 's Gravenhage bijeenkomen om een herziening der epidemiewet voor te bereiden. Door de arrondissements-rechtbank te Maas tricht ia, ter vervulling van de opengevallen betrekking van kantonrechter te Gulpen, opge maakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr Th. J. A. Duynstee, griffier bij het kantongerecht te Sittardmr G. R. A. Lemmens, griffier bij het kantongerecht te Heerlen en mr R. H. A. M. Romme, advocaat en procureur te 's Hertogenbosch. Het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond heeft aan verschillende vak- en werklieden- vereenigingen een circulaire gericht, waarin zij worden uitgenoodigd zich te doen vertegen woordigen op. een congres, dat in hoofdzaak dienen zal ter behandeling der vraag Is er\in Nederland nog plaats en lust voor een hervormende arbeidersbeweging en gehouden zal worden op 21 en 22 April te Amsterdam. Op den voorgrond stellende, dat het congres in hoofdzaak bestemd is ter behandeling van de bovenvermelde vraag, verwacht het centraal- bestuur, dat alleen die vereenigingen aan het congres zullen deelnemen, welke in beginsel zijn vóór een Nederlandsche hervormende arbei dersbeweging, in dezen zin, dat zij voornemens zijn zich daarbij aan te sluiten, indien bezwaren van algemeenen of ondergeschikten aard, die zij mochten hebben, worden overwogen en zoo goed mogelijk uit den weg geruimd. Met het oog hierop zouden de door het congres te behandelen vraagpunten kunnen luiden 1. Aan welke eischen behoort een hervor mende arbeidersbeweging te voldoen 2. Op welke grondslagen moeten zij worden gevestigd 3. Kan het Alg. Nederl. Werklieden Verbond geacht worden van zulk een beweging het orgaan te zijn en te kunnen blijven 4. Zoo ja, is zijn grondslag en zijn de ver schillende bepalingen van zijn programma en statuten goed, of in welke opzichten wordt wijziging noodzakelijk geacht 5. Zoo neen, wat dient er voor in de plaats te komen Voorts verzoekt het centraal-bestuur uiterlijk 20 Maart e.k., te mogen vernemen, of men al of niet voornemens is aan het congres deel te nemen. Het centraal-bestuur merkt hierbij nog op dat, indien deelneming van niet bij het Werk lieden Verbond aangesloten vereenigingen niet algemeen genoeg blijkt te zijn, er géén reden is om het congres te doen doorgaan. Is de deelneming algemeen genoeg en gaat het congres door, dan is het de bedoeling om van de gelegenheid, dat waarschijnlijk vele vereenigingen uit verschillende streken des lands vertegenwoordigd zijnpartij te trekken en den tweeden dag te besteden aan het be spreken van enkele vraagpunten van algemeene strekking als kiesrecht, sociale of arbeidswet geving, werkliedenverzekeringbelastingher vorming, coöperatie enz. enz. Naar de Wereldburger verneemt, kan men nu binnenkort definitief het officieele bericht tege moet zien van de benoeming van onzen vroe- geren landgenoot lord Reay (baron Mackay) Een stoutmoedig vaderlander in de dagen der Fransche overheersching. DOOS F. NAGTGLAS. Het geslacht, dat getuige was van den »Fran- schen tijd", is bijna geheel uitgestorven, en spoedig zullen ook zij zijn voorbijgegaan, die het verhaal dezer benauwde dagen uit den mond van tijdgenooten hebben vernomen. Daardoor verdwijnen ook langzamerhand de scherpe trekken, waarmede die jaren van vernedering en smaad in de harten onzer vaderen stonden gegraveerd. Dat is jammer, want het is goed voor een volk om aan de kwade dagen te blijven gedenken, daaruit lessen te putten voor het tegenwoordige, waaruit de toekomst staat ge boren te worden. In November van 't jaar dertien had de omwenteling in Holland haar beslag gekregen het Oranje, blanje, bleu, wapperde weer onge stoord van de meeste torens, en toen op den 30en van slachtmaand de blijmare door het land klonk, dat prins Willem te Scheveningen aan wal was gestapt, tooide zich ieder met de zoolang verboden Oranjekleur, het zinnebeeld van den roem en de grootheid der zeven provinciën. Gesteund door eens machtige Engelsche vloot, tot gouverneur der Kaapkolonie en Engeland's hoogen commissaris voor Zuid-Afrika, in de plaats van den aftredende, den heer Hercules Robinson. Daar aan lord Reay's tegenwoordige betrek king gouverneur van Bombay ruim het dubbele salaris verbonden is van dat als hooge commissaris, heeft het bij lord Reay een punt van ernstige overweging uitgemaakt, of hij de nieuwe betrekking, hoe gewichtig en vereerend ook, en daarbij voor hem zoo eigenaardig pas send, wel zou aannemen. De Engelsche regee ring schijnt echter op de eene of andere wijze dat bezwaar wel uit den weg te zullen ruimen. Aan de Tweede Kamer is mededeeling ge daan van verschillende contracten met inland- sche vorsten in den Oost-Indischen Archipel, of daarmede gelijk te stellen stukken. De Javabode meldt, dat het gerucht omtrent onderhandelingen met den sultan van Atjeh en Tengkoe di Tiroe van geen enkele_zijde be vestigd wordt. Er is dus veel kans dat het op een misver stand berust, hetwelk daaruit kan zijn ontstaan, dat men een tengkoe met den tengkoe heeft verward. Men heeft namelijk de gewoonte het hoofd van de theologische school te Tiroe bij Segli Tengkoe di Tiroe te noemen, als ware 'teen eigennaam, terwijl het beteekent: gees telijke van Tiroe, zoodat in Atjeh elkeen, die op die school zijne opleiding heeft genoten, zich zoo noemt of noemen kan. Het tegen woordige Atjehsche geestelijk hoofd heet van zich zelf Said Asman. Verder maakt men, zegt dit blad, de opmer king dat, indien er van onderhandelingen sprake was, de Sultan en zeker niet tegelijk met hem het geestelijke hoofd naar Kota Radja zoude komen, voordat een stellig resultaat was ver kregen, terwijl de vertraging van de komst des generaals van Teijn voldoende wordt verklaard door het sluiten der Noordkust, waarvan nieuwe beschieting van Segli en moeielijkheden met Pedir het gevolg zullen zijn. Hoe het zij, het is beter op de zaak niet verder voort te borduren, en af te wachten wat er van is. Benoemd tot leeraar aan de R. H. burgerschool te Sappemeer, J. E. Rijnbout, met toekenning van eervol ontslag als leeraar aan de R. H. burgerschool te Assen; en tot leeraar aan de R. H. burgerschool te Assen, J. Krans, met toe kenning van eervol ontslag als leeraar aan de R. H. burgerschool te Sappemeer. De St.-Ct. no 29 bevat het verslag der commissie, in 1888 belast met het examineeren van hen, die eene akte van bekwaamheid ver langden tot het geven van onderwijs in de wis- of natuurkundige wetenschappen, in de han delswetenschappen in het boekhouden of de gymnastiek. De heer H. R. Snijder, pred. te Vlissingen, staat op het zestal voor predikant bij de Evang. Luth. gemeente te Gouda. De heer dr W. v. d. Beke Callenfels, te Biezelinge, heeft een beroep naar Delden aan genomen, terwijl dr Karres te Bruinisse bedankt heeft voor Zaamslag. De Londensche correspondent van het N. v. d. D. doet in een zijner laatste brieven eenige mededeelingen omtrent de varkensfokkerij van den heer Sanders Spencer te Holywell, Manor, nabij St. Ives in Huntingdonshire, En geland. De heer Spencer toch bezit verreweg de voornaamste inrichting in Engeland voor het fokken van groote Yorksche varkens, en de varkens, die hij teelt, hebben zulk een wel verdienden naam, dat zij in Engeland en in het buitenland kortweg als »Holywell Pigs" bekend staan. De boerderjj van den heer Spencer is 730 hectaren groot, waarvan ongeveer de helft steeds als weiland in gebruik isbehalve dat er eenige koeien en paarden zijn is de hoofdzaak- van de inrichting varkensfokkerij. De vloer der stallen bestaat uit tamelijk los naast elkander geplaatste gebakken steenen, en daaronder bevindt zich een laag zand ter dikte van 15 tót 20 centimeters. Op geregelde tijden wordt de vloer in elke afdeeling opgenomen, het zand weggehaald en door versch zand ver vangen, dat daarna weder met steenen gedekt wordt. Het zand, dat uit de stallen komt, wordt op het land gebracht. Elk hok wordt geregeld tweemaal daags uitgeveegd, zoodat het altijd nog versterkt door Russische oorlogsschepen, waren de Franschen reeds in het begin van December uit een groot deel van Zeeland ver jaagd, doch Walcheren deelde niet in die verlossing, daar de sterk bezette vestingen VlissiDgen en Veere dit eiland volkomen in bedwang hielden, en elke poging tot opstand zeker met geweld zou zijn onderdrukt. Niemand had hier ooit somberder winter beleefd en de vele koude, mistige dagen waren volkomen,in harmonie met de gemoedstemming der bevolking Men wist dat boven de donkere wolken, welke den hemel verduisterden, zonlicht straalde, en zoo gevoelde men ook, hoe achter den grauwen nevel der vreemde heerschappij de zon der vrijheid en onafhankelijkheid scheen doch wel licht zouden er nog stormen loeien eer de dreigende buien afdreven. Dat toen bij kloeke mannen hier de wensch opkwam om het knellende juk af te werpen is licht te begrijpen, doch het was elders in ons vaderland gebleken, dat eenige gewapende burgers machteloos staan tegen ge regelde krijgsbenden, die geen middelen ontzien- Toen ik nu vijf en twintig jaren geleden mjjn boekje schree" owr De laatste maanden der Fran sche heerschappij in Walcheren maakte ik daarin gewag van dun ijver en moed van zekeren C. Eberson, van welken onverschrokken vaderlan der ik destijds weinig heb kunnen opsporen. Door het »onbekend maakt onbemind" hechtte ik destijds niet veel en wellicht te weinig zindelijk i». Een weinig stroo wordt in een hoek uitgespreid. De heer Spencer betaalt jaarlijks ongeveer f 8500 voor de voeding van zijne varkens en heeft voor zijn land weinig of geen kunstmest noodig. Gewoonlijk zijn er op de hoeve ongeveer 350 varkens bijeen, grootendeels van het grootste Yorkshire ras. De heer Spencer mest zijne varkens voorna melijk met graan en groen voer. Jonge varkens krijgen een mengsel, dat voor de helft bestaat uit tarwe en gerstenmeel. Naarmate zij ouder worden, krijgen zij meer meel en tegen den mid dag een weinig ongebroken tarwe. Gemalen erwten, boonen en kokosnotenmeel worden ook gebruikt, als zij in vergelijking met ander voer niet te duur zijn. De groote varkens en de fok- dieren worden gevoed met boonen en wortels. Koolrapen vormen het voornaamste voedsel van September tot Februari, daarna mangelwortels, en gedurende de zomermaanden grazen de dieren in de weide. In den winter wordt het water, dat tot vermenging van het voedsel voor de jonge var kens gebruikt wordt, verwarmd, als het koud is, maar het gebruik van gekookt voedsel wordt geheel en al vermeden. Verscheidene varkens, van de hoeve van den heer Spencer afkomstig, bevinden zich in Ne derland. De firma Thomson te Assen heeft er verscheidene, en te Ede zijn er eveneens eenige, en daar deze inrichtingen goede zaken maken, zoude het zeker aanbeveling verdienen zich in Nederland meer op de teelt van het groote Yorkshire-ras toe te leggen. Trouwens, met name in het noorden des lands, geschiedt het reeds veel, terwijl ook de landbouwmaatschap- pijen hun best doen om dit zooveel mogelijk aan te moedigen. Zooveel is zeker, dat geen andere soort varkens zoo goed aan de eischen der Engelsche markt beantwoordt, en daarom is de aanfok daarvan, al kost die ook meerdere moeite en toezicht dan bij andere varkensrassen, in elk opzicht loonend. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Heden, Dinsdag, zijn veroordeeld wegens: mishandeling: A. S., 19 j., Graauw, tot 7 d. gev.A. S., 23 j., arbeider, Stoppel dijk, tot 5 b. s. 5 d. h.J. H., 12 j., arbeider, Zaamslag, tot 6 b. s. 6 d. h., en S. K., 63 j., hvr. van F. d. P., arbeidster, Zaamslag, tot 5 b. s. 5 d. h. bedelarij: P. d. K., 40j., werkman, Mid delburg, tot 7 d. h. b e 1 e e d i g i n g P. S,, 55 j., werkman, Middelburg, tot f 3 b. s. 3 d. h. beleediging van een ambtenaar: L. C. v. V., 61 j., rentenier, Axel, tot 20 b. s. 10 d. h.; strooperj: L. V., 19 j., en R. V., 16 j., arbeidsters, Eede, ieder tot f 3 b. s. 3 d. h., en diefstal: P. J. R., 18 j., Clinge (Zeeland), tot 2 m., J. G., 12 j., zonder beroep, Middel burg, tot 1 m., en A. d. R., 19 j., arbeidster, M. M., 16 j., zonder beroep, en F. d. F., 15 j., zonder beroep, allen Terneuzen, ieder tot 7 d. gev. Allen in de kosten. V r ij g e s p r o k e n is E. A. d. B., 12 j. zonder beroep, Sas van Gent, beklaagd van heling' Kantongerecht te Middelburg. Heden, Dinsdag, zijn veroordeeldJ. D. v. K., S. de J., Middelburg, wegens het wateren op straat buiten de bakken, ieder tot 0.50 b. s. ld.; P. L., J. de K., Middelburg, P. P., N. en St. Joosland, J. W., Koudekerke en D. v. B., Arnemuiden, wegens het verwekken van rumoer des nachts ieder tot 1 b. s. 1 d.J. L. en J. G. I., Middelburg, wegens het loopen op den keermuur van het droogdok, ieder tot 0.50 b. s. ld.; C. C., Middelburg, wegens liet laten staan van zijn trekdier op straat, zonder voorzorgsmaatregelen te hebben geno men, tot ƒ2 b. s. 1 d.J. de R., Vlissingen, wegens het bemoeilijken van 't publiek aan 't station tot ƒ1 b. s. 1 d. Verder wegens dronkenschapP. S., Seroos- kerke en P. H.. Vlissingen, ieder tot 3 b.s. 2 d.; J. M. N., Middelburg, H. S., Goes. P. L. D., Ti. H., J. E., G. W. de J., I. U„ J. L. P., Vlissingen, C. v. O., zonder bekende woonplaats ieder tot 1 b. s. 1 d.A. V., Vlissingen en P. M., Middelburg, ieder tot 10 b. s. 3 d. (en vrijspraak van het ten laste gelegde feiteen valschen naam te hebben opgegeven)A. B., Middelburg, tot 0,50 b. s. 1 cl.A. de M., Arnemuiden, tot 2 b. s. 2 d.F. de N., Ar nemuiden, W. K., Vlissingen, ieder tot 10 b. s. 3 d. En allen in de kosten van het geding Gisteren deelden wij mee dat Vrijdag voor den Hoogen raad pleidooien gevoerd waren in de kwestie tusschen den staat en denWilhel- minapolder over het bezit van de schorren en slikken, gelegen ten zuiden van de laagwaterlijn in de Zandkreek. Ter aanvulling van dit bericht kunnen wij nog meedeelen dat door de recht bank te Middelburg in deze zaak den 29 Sep tember 1886 vonnis is gewezen, waarbij de eisc.hers de bezitters van den Wilhelmina- polder eigenaars zijn verklaard van bedoelde schorren. Dit vonnis werd bij arrest van het gerechtshof te 's Gravenhage bevestigd. waarde aan het Verhaal van het gebeurde in Walcherendoor Eberson in 1817 te Zierikzee uitgegeven. Verleden jaar maakte ik echter kennis met ónzen begaafden bouwmeester, den heer Lucas Hermanus Eberson, architect en chef van Z. M. den koning te Arnhem, van wien ik vernam dat hij een zoon was van den stoutmoedigen Oranjevriend, die meer dan twintig jaren in Middelburg gevestigd is ge weest en zich in de eerste maanden van 1814 een onbaatzuchtig en moedig man heeft be toond. Het zal wellicht velen, die in 's lands historie belang stellen, niet ongevallig zijn om nader kennis te maken met hem als een dei- kleine rondsels, welke in die belangrijke dagen het groote raderwerk hielpen bewegen. Coenraad Eberson, en niet Cornelis, gelijk ik vroeger opgaf, werd geboren te Brielle en den 15 Nov. 1765 in de Kleine kerk der Hervormde gemeente aldaar gedoopt. Zijn vader was Jo hannes Ebersohn, een welgesteld rentenier, afkomstig uit eene oude Hongaarsche militaire familie, en zijne moeder Maria Elisabeth van Dijek. Van de jonge jaren van Coenraad is weinig bekend, doch de onderstelling schijnt niet gewaagd,^dat de krachtige, levenslustige man de woelige dagen der ^mwenteling niet als een stil en vergeten burger zal hebben doorgebracht. In 1792 of daaromtrent, kwam hij zich in Middelburg vestigen, waar hij den 15 Mei van 't volgend jaar in de Oostkerk Volgens het Maandboekje zijn in Januari in deze gemeente overleden 34 personen, nl. beneden het jaar 5, van 15 jaar 3, van 510 jaarl, van 1015 jaar 1, van 15—20 jaar 3, van 2025 jaar 2, van 2530 jaar 1, van 3035 jaar 1, van 4045 jaar 2, van 4550 jaar 1, van 5560 jaar 2, van 6065 jaar 1, van 6570 jaar 4, van 70—75 jaar 3, van 75—80 jaar 2, van 8085 jaar 1, van 8590 jaar 1. De ziekten der overledenen warenlongont steking 9, longtering 6, hersenziekte 4ouder domszwakte 3, aangeboren gebrek, kliertering en slepend longlijden ieder 2 en voorts levens zwakteborstvliesontsteking, slagaderbreuk, kraambed, verdronken en plotseling ieder 1. Het stoomschip Dunbar Castle van de Castle-Line, groot 2681 ton, zal Woensdag ochtend a. van London, East-India Dock, ver trekken en wordt dien dag des namiddags omstreeks 4 uren te Vlissingen verwacht, van waar het Donderdag namiddag, 7 dezer, met bestemming naar Kaapstad, Algoa Bay, East- London, Natal, Mauritius en Madagascar, de reis zal voortzetten. Met dit stoomschip kunnen, behalve le en 3e, ook 2e klasse passagiers worden vervoerd De soldaat V. R., van het 4e bataljon, 3e regiment infanterie te Vlissingen, werd heden morgen, wegens het zich bij voortduring schul dig maken aan dronkenschap, met een briefje van ontslag uit den militairen dienst verwijderd. Zondagavond 11. werd even buiten Hein- kenszand een meisje door een persoon op on zedelijke wijze aangerand. De politie is, zegt men, den dader op het spoor. Uit Ellewoutsdijk schrijft men ons In deze gemeente had Maandag morgen een allertreurigst ongeluk plaats. De Rotterdamsche beurtschipper, die des morgens van Rotterdam terugkeerde, was eenigen tijd te laat voor den wal om de haven te kunnen bereiken en zette zijn vaartuig op de bij laag water droogloopende zandbank op ongeveer 20 Meter afstand van het Westhavenhoofd, met het voornemen om bij wassend water de haven binnen te loopen. Nadat het vaartuig geheel op het droge zat, wilde de knecht van deze gelegenheid gebruik maken om het beneden de waterlijn af te schuren, toen hij door eene, te dier plaatse meer voorkomende, plotselinge zandafschuiving in de diepte verdween en, niettegenstaande vele po gingen tot redding van enkele in de nabijheid aanwezige schippersknechts, verdronk. Tot nogtoe bleven alle aangewende middelen om het lijk te vinden vruchteloos en algemeen vermoedt mendat dit onder het zand ligt bedolven. Met innige deelneming werd dit treurig feit|vernomen en hartverscheurend waren de kreten van de arme weduwe en hare kin deren aan het strand om haren man en hun nen vader. Diep medelijden gevoelt dan ook iedereen met dit gezin en allen, die den eerlij ken, trouwen en braven »Geleintje van Broer", zooals hij genoemd werd, gekend heeft, weet dat hij door deze treurige gebeurtenis eene arme weduwe en dertien brave, meestal kleine, kinderen in kommervollen toestand heeft moeten achterlaten. Voor de schippers, die van deze zandbank voor hetzelfde doel als deze knecht, ook wel eens gebruik maken, zij deze treurige gebeur tenis eene wijze les Aan dit droevig ongeluk hebben vermoede lijk twee andere personen het behoud van hun leven te danken. De varensgezel A. P. alhier had zich met een 13jarigen jongen, bij laag water, met een roeiboot naar de suikerplaat begeven tot het rapen van mosselen, toen ze, na een poos hiermede bezig geweest te zijn, tot de minder aangename ontdekking kwamen, dat hun boot door de wind tegen de plaat was stukgeslagen, en in geen geval daarmede den wal te bereiken was. Daar het water wassende was bleef niets anders over dan te peinzen over middelen om de aan dacht op zich te vestigen. Aan één der teruggevonden riemen werd een zakdoek gebonden; en het moet alleen aan de tegenwoordigheid op de haven van de vele menschen, welke zich daarheen hadden begeven na het bericht van bovengenoemd ongeluk, te danken zijn, dat hun noodsein spoedig werd opgemerkt en even spoedig eenige personen met eene boot van wal staken om redding te brengen. Geen wonder dat de schipbreuke lingen overdankbaar waren. Door den stormvloed van Zaterdag en Zondag ontstond aan het calamiteuse water- huwde met Maria Carolina Smits, die hern eene dochter schonk, in 1815 in Zeeland overleden. Eberson had, als ik mij niet bedrieg, in Mid delburg een handel in ijzerwaren en woonde in de Wagenaarstraat, wijk D 86, terwijl hij elders in de stad, waarschijnlijk op de Potten- markt, een pakhuis en magazijn had. Ook als aannemer schijnt hij zaken te hebben gedaan, want toen de Engelschen in Augustus 1809 het eiland hadden bezet, bood hij den bevelvoe renden generaal J. Sontag aan, om voor levens middelen, waaraan groote behoefte was, te zorgen. Eberson slaagde hierin eerst naar wensch doch spoedig liep de onderneming zóo tegen dat hij daaraan duizenden guldens verloor. Of de vergoeding van ƒ5456.87, hem na de om wenteling toegekend voor schade bij het bom bardement van Vlissingen, op deze zaak betrekking had, durf ik niet verzekeren. Rijkelijk deelde de werkzame man, als alle neringdoenden, in den druk der tjjden, en verloor, naar hij meedeelt, wel een halve ton gouds, vooral dooi de onverzadelijke kwel- en hebzucht der bende uitgehongerde bedienden der »draaiende ruïne" (zooals men Les droits réunis schold), welke groen gerokte kelderratten als een zwerm sprinkhanen het handelsgebied verwoestten en van alles tot het laatste drupje uit de kan trachtten op te vangen en te verslinden. De veilheid dier ambtenaren van den hoogste tot d#n laagste was zóo algemeen bekend, dat schap Ellewoutsdijk op een tweetal plaatsen schade aan krammat en bezoding. De steen glooiing bleef overal gespaard. Een tweetal ploegen houden zich onledig met het verdedigen van vijf aarden dammen in de geul langs de zeewering beoosten de haven. Het werk bestaat in het maken van steen glooiing en rijsbeslag. Uit Bruinisse wordt ons geschreven Vrijdag kwam voor deze gemeente opstoomen een groote, schijnbaar verdwaalde zeeboot, ge laden met koffie en wol. Dat de opvarenden op onze rivieren niet be kend waren bleek spoedig uit hel feit, dat de boot van de eene zandplaat op den anderen aan den grond stoomde. Het was een Napolitaansche boot. De kapi tein had, te Zierikzee binnengekomen, met be stemming naar Antwerpen een loods gevraagd maar dien niet bekomen, hij was daarom be sloten men zegt zelfs zonder ingeklaard te zijn op te stoomenhet spoor volgende der Middelburgsche boot naar Rotterdam. Geluk kig dat hij van deze gemeente assistentie kon krijgen, die hem dadelijk van tusschen genoemde platen terugbracht op het meer veilige Zijpe, teneinde daar het tij aftewachten naar Antwer pen, waarheen hij gebracht is, anders ware hij misschien wel de Willem III achterop gegaan die in 1869, in het gezicht van deze gemeente, aan den grond voer en verongelukte. Maandagavond had zoo schrijft men ons uit Schoondijke in het bovenlokaal bij Ck. Pladet de verloting plaats van de voorwerpen der tombola, ten voordeele van de algemeene armen dezer gemeente. In die echt feestelijke bijeenkomst, die door een zeer talrijk publiek werd bjjgewoond, werden de zangnummers van 't programma afgewisseld door voordrachten, door den heer De Buisonjé, die hiertoe door het bestuur was uitgenoodigd. In de pauze had de verloting der voorwerpen plaats en menig gulle lach werd gehoord als prijzen, zooals kinderkleedingstukken, b. v. aan jongelui ten deel vielen. De commissie heeft eer gehad van haar werk. Immers 1000 loten werden verkocht en 176 prijzen waren in de tombola voorhanden. Een woord van dank mag der commissie niet onthouden worden voor hare belangelooze moeite en zorg. De heer Van Houte, voorzitter der commissie en burgemeester der gemeente, sloot de verga dering met een woord van dank aan allen, die hadden medegewerkt om het feest goed te doen slagen. Een woord van waardeering zij hier gegeven aan den heer Pladet voor de keurige wijze, waarop de tentoonstelling door hem georganiseerd was. Maar ook den zangers een woord van hulde voor de inspanning, die zij zich getroostten om bij te dragen tot het welslagen van dezen feestavond. Een prettige, opgewekte stemming heerschte den ganschen avond en Schoondijke heeft ge toond niet alleen het nuttige te willen, maai er den slag van te hebben het aangename er aan te paren. Er zijn nu reeds 53 sollicitanten naar de betrekking van kapelmeester bij het stedelijk muziekkorps te 's-Bosch. Een sergeant-majoor, van het 2de reg. inf. te Maastricht, had zich met eene klacht over drukke dienstbezigheden tot den minister van oorlog gewend. Daarvoor is hij door den regimentscommandant disciplinair gestraft met 14 dagen provoost, om den anderen dag met water en brood. De sluiswachter J., die eenen aanslag op het leven van den opzichter der genie De Rooy te Woudrichem heeft gedaan, is op last van den officier van justitie van het huis van arrest te 's Bosch naar de provoost te Woudrichem overgebracht, ter beschikking der militaire overheid. Te Rotterdam is Zaterdag een 32-jarig man van de trappen gevallen en aan de ge volgen overleden. Hij laat eene vrouw „met 4 kinderen achter. De volgende, nog weinig bekende bijzon derheid uit het leven van den dezer dagen overleden directeur van het rijks-entrepöt, jhr H. O. Wichers verhaalt men in de Post .- Op 20 Aug. '79 gevallen als minister van marine met Kappeyne, trad jhr Wichers weder in actieven dienst en werd spoedig benoemd tot bevelvoerder op Zr Ms Atjeh. Twee dagen vóór den dag waarop het schip zee zou kiezen, reisde hij in civiel van Den Haag naar Haarlem. Met hem zat in de overigens onbezette coupée een adelborst 2e klasse, wiens fonkelnieuwe uniform van fonkelnieuwe waardigheid getuigde wie hen noodig had ieder verzoek met een geldsom moest »appuyeeren". Dat een energiek man als Eberson, blakende van liefde voor het vaderland en gedachtig aan de oude dagen van algemeene welvaart, reeds lang in stilte wrokte over onze vernede ring,waarvan hij in het halfverwoeste Vlissingen, het ontvolkte Middelburg, het deerlijk vervallen Veere en het kwijnende platteland dagelijks de ellende voor oogen had, spreekt vanzelf, en evenzeer dat die bittere stemming niet zachter werd, toen op 13 Februari 1813 zijne geliefde echtgenoote overleed en daardoor een nog zwartere schaduw op zijn levensweg viel. Door dit gemis minder huiselijk geworden dan vroeger, viel hem de gisting meer in het oog, die, na de nederlagen van Napoleon in Rusland en Duitschland, ook in Zeeland de gemoederen beroerde. Toen het reeds lang smeulende vuur in November 13 in Holland ontvlamde en Nederlands herstelling reeds met het einde des jaars volkomen mocht heeten, scheen men ook op Walcheren pogingen te willen aanwenden om het knellende juk af te werpen en kwam er eene geheime vereeniging tot stand, waarbij men op de aansluiting van wel twee duizend man kon rekenen. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2