N°. 29.
132e Jaargang.
1889.
Maandag
4 Februari.
Brieven uit de Hofstad.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
LAGER, ONDERWIJS.
Middelburg 2 Februari.
Politieke baanvegerij.
HIIIDI I III llliM III (MANT.
y
Thermometer.
j Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Moou en te Tliolen"W. A. van Advertentiën
Middelburg 2 Pebr. vm. 8 u. 38 gr. i Nietjwenhutjzen.Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
m. 12 u 41 gr. av. 4 u. 40 gr. F. i bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen
VerwachtW. wind. Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John P. Jones, opvolger, voor België A. Gkosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen
De burgemeester en wethouders van Middel
burg, gelet op art. 81 der wet tot regeling
van het lager onderwijs,
maken bekend
dat de staat, bevattende de namen der kin
deren hoven de aes en beneden de twaalf
jaren, die niet gevonden zijn op de door hoof
den der openbare en bijzondere scholen inge
zonden lijsten, bedoeld bij art. 81 alinea 2 van
bovengenoemde wet, door hen is opgemaakt en
ter secretarie dezer gemeente voor belangheb
benden ter lezing is nedergelegd.
Middelburg, den 1 Februari 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De Tijd is begonnen de anti-revolutionnaire
vrienden, in zake den persoonlijken dienstplicht,
te bekeeren, of liever hun wijs te maken dat zij
eigenlijk het au fond eens zijn met de katho
lieke pers, die zich daartegen verzet. De rede
neering van het katholieke hoofdorgaan is te
curieus om haar niet onder de oogen onzer
lezers te brengen.
Het herinnert zelf er aan dat in de toelichting,
door dr Kuyper op Ons program gegeven, ge
sproken wordt van »den eisch dat aan alle
dienstvervanging een einde kome."
Maar dit is, volgens de Tijd, nog geen bewijs
dat de anti-revolutionnaire partij als éen man
staat op het terrein van persoonlijken dienst
plicht.
Nog sterker stuk doet het blad.
Het haalt aan de volgende woorden van dr
Kuyper
«Thans vloekt heel het platteland een instelling, die
een deel onzer landsbevolking letterlijk demoraliseert
om ze straks, zelf naar ziel en lichaam bedorven, het
gif, dat ze inzogen, in het stille dorpsleven te doen
overbrengen. Vloekt de lagere klasse der bevolking
een legerinrichting, die, noodzakelijk tot plaatsvervan
ging nopend, haar zonen bij voorkeur ten offer kiest.
En heeft niet minder elk man van nobelen zin een
woord van toorn en afkeuring op de lippen voor een
organisatie van onze levende strijdkrachten, die met
mensohen manoeuvreert, zonder «den ruensch" in hem
te eeren.
Dit mag niet langer.
•En het is uit dien hoofde dat ook wij, op het
voorbeeld van Groen van Prinsterer en krachtens
het anti-revolutionnair beginsel, dat allen
menschenhandel ook in zijn zwakste vor.
men verfoeit, ons aansluiten bij den eisch, dat aan
alle dienstvervanging een einde kome en hiermee de
kanker worde uitgesneden, die dusver ons leger bedierf'
Nu zou ieder zeggen dat dit nog al duidelijk
is en zal niemand daaruit een argument tegen
den persoonlijken dienstplicht kunnen distil-
leeren
De Tijd echter wel. Het blad schrijft nu
deze eigenaardige argumentatie.
»Het is gelooven wij overduidelijk
Terwijl bij de militaristen persoonlijke dienst
plicht doel is van hun streven, kan het in het
program der anti-revolutionnairen slechts als
middel gelden, om de moraliteit en daarmeê de
weerkracht van ons leger te versterken. Alleen
omdat de opstellers van het program in de
meening verkeerden dat afdoende maatregelen
tegen de demoralisatie der jeugdige miliciens
niet te bereiken waren zonder afschaffing van
do plaatsvervanging alleen ddarom wilden
zij aan de plaatsvervanging een einde zien
gemaakt. Omdat^het ook óns eerbiedwaardig
Christelijk beginsel»geen menschenhandel"
hun in strijd scheen met de industrie, door
sommige gewetenlooze >zielverkoopers" ge
dreven, sprak zich het program uit ter gunste
van >persoonlijken dienstplicht."
»Gij vraagtwelk verschil dit maakt En
wij antwoordenIn de theorie staan de anti-
revolutionnairen dus niet noodzakelijk aan de
zijde der militaristen, en wat de practijk betreft,
let nog eens op de woorden van het artikel.
Zij luiden: voorts in een wettelijke regeling
van de doode en levende strijdkrachten te land en
te waterna verbetering van het
scheeps- en kazerneleven, met prijs
geving der plaatsvervanging, bovenal kracht
zoekt in het moreel van den soldaat."
>Na verbeteringGeen wonder 1 Reeds zoo
dra voor de anti-revolutionnairen even goed
als voor ons de persoonlijke dienstplicht geen
levensideaal moet heeten, maar alleen beschouwd
wordt als een droeve noodzakelijkheid, als een
fataliteit, waaraan men zich niet kan onttrek
ken, Bprcekt het van. zelf, dat men zoo lang
mogelijk het tijdstip der executie uitstelt. Maar
bovendien zoolang de overheid voor het zedelijk
leven der militieplichtigen in en buiten de
kazerne, aan boord en aan den wal geen dege
lijker proeven dan tot hiertoe heeft afgelegd
van willen en kunnen zou de invoering van
persoonlijken dienstplicht ook volgens de op
stellers van het program een waagstuk zijn,
waaraan zjj hun stem niet geven."
Ziedaar de eigenaardige redeneering van het
katholieke blad. Vóór dat dr Kuyper zelf een
middel heeft gevonden om op dit punt tot eene
toenadering te geraken, is de Tijd bezig de brug
ta bouwen waarop beide bondgenooten elkaar
kunnen naderen.
Het is een droef geknoei.
De Tijd zal toch moeten toestemmen dat aan
het beginsel van het anti-revolutionnaire pro
gram, met zijne democratische stekking, tittel
noch jota is te verleggen.
Het is eenvoudig de kwestie van het wanneer!
En nu weet ieder dat juist de gewenschte ver
beteringen zeker zullen komen, wanneer per
soonlijke dienstplicht is gedecreteerd en dat
het samenleven in kazernes stel dat dit dan
voor allen noodig is veel beter zal worden
wanneer jongens uit alle rangen en standen
zich in de gelederen scharen.
Toch zijn wij nog niet zoo zeker of dr Kuyper
en de zijnen, ter wille van het voortbestaan van
het bondgenootschap, niet, zij het ook schoor
voetend, de plank zullen aangrijpen, die de Tijd
hun toesteekt.
Wij hebben op dit punt al zooveel beleefd;
en tegenover de zelfverloochening van de katho
lieken op zoo menig punt, o. a. bij het stellen
van candidaten in districten als Schiedam, mag
wel eenige zelfopoffering van de anti-revolution
nairen staan.
Het pad voor eene toenadering is nu ge-
eflend en wij hebben opnieuw kennis gemaakt
met een merkwaardig staaltje van politieke
baanvegerij.
1 Febuari 1889.
Heeft Parijs zijn hrav' general Boulanger, wij
Hagenaars hebben onze goede mevrouw Bul-
kley. Dat goeie mensch liep waarlijk gevaar
allengs in vergetelheid te geraken sedert zij
geen kleinkinderen meer ontvoert, geen verhe
ven uitkijkjes tegenover de villa van haar
schoonzoon meer laat bouwen en geen verkla
ringen meer afgeeft van niet meer te Apel
doorn te zullen komen. Maar evenals de
Fransche generaal heeft ook de Hollandsehe
grootmoeder volgelingen genoeg, al zijn het
er geen 244,000 in éene stad, die zorgen dat
er weêr eens van haar gesproken wordt. Mis
schien zijn het meer vervolgers dan volgelingen
die uit haren naam briefjes aan de verschil
lende Haagsche bladen hebben gezonden met
verzoek de aanstaande uitgave van eenige
memoires van de veelbesproken vrouw aan te
kondigenmevrouw Bnlkley zelve zegt ten
minste te veronderstellen, dat dit het geval is,
maar aan den anderen kant bestaat tusschen
het schrift van die briefjes en het hare zooveel
gelijkenis, dat men in de schrijfster eerder een
trouwe volgelinge zou meenen te zien, een
hartsvriendin van de arme vrouw, iemand die
zich geheel met haar heeft vereenzelvigd. Zoo
iemand zal toch eerder precies hare hand schrij
ven dan een vijand bij de eerste gaat dit van
zelf, de laatste moet erop studeeren. Niet
om haar onaangenaam te zijn zou dan het
valsche bericht in de wereld zijn gezonden,
maar integendeel met het doel om de menschen
niet te doen vergeten, dat er nog altijd een
mevrouw Bulkley bestaat. Juist zoo'n leugen
achtig berichtje, dat terstond weer wordt te
gengesproken, treft uitstekend doel, vooral als
het waar is, wat verteld wordt, dat de justitie
zich ook al met de zaak bemoeitzoo'n ge
rechtelijk onderzoek houdt er wat roering in.
Als nu die lieve vriendin maar niet wordt
gevonden en wegens valschheid in geschriften
wordt terecht gesteldDat zou een misken
ning zijn van hare goede bedoelingendeze
toch geven haar aanspraak op straffeloosheid
het is te hopen, dat dan niet zal zijn uit te
maken of zij dan wel mevrouw Bulkley de
briefjes heeft geschreven. Als het schrift nu
maar sprekend genoeg op elkaar gelijkt, zoo
dat de deskundigen geen stellig oordeel durven
uitspreken I Dan zou in het oog van sommigen,
die gaarne kwaad van iemand denken, wel een
leeljjke verdenking op onze vrouwelijke Bou
langer worden geworpen maar aan misken
ning en verdachtmaking is zij gewoon; ze heeft
immers gevoelig moeten lijden, omdat men nu
eenmaal niet verkoos in te zien, dat liefde voor
een kleinzoon zich' niet kan laten breidelen
door een stuk papier, al heet dit dan ook
wetboek van strafrecht.
In dit opzicht heeft zij nu een evenknie ge
vonden in den Purmerendschen schutter, die
niet schuttert, omdat men in zijn woonplaats
goedvindt voor die vaderlandsche oefeningen
den Zondag te kiezen. Het staat wel in de
schutterij-wet, dat daarvoor bij voorkeur de
Zondag moet bestemd worden, maar dit betee-
kent toch niets tegenover het vierde gebod, dat
sabbathrust voorschrijft. En toch is die dienst
doende schutter, die geen dienst wil doen maar
rustend schutter wil zijn als behoorde hij tot
de rustende schutterij, tot geldboete veroor
deeld. Zoo'n goddelooze schuttersraad, die de
wetten der menschen stelt boven de voorschrif
ten des bijbelsAlsof onze Purmerender
christen niet evenveel recht heeft om tegen
dienstdoen op Zondag op te komen als een Jood
tegen het schutteren op Zaterdag, een Moham
medaan tegen dat op Vrijdag, en ieder ander,
altijd om reden van gemoedsbezwaren tegen
het op Dinsdag, Woensdag of Donderdag dragen
van het geweerWel schieten de gemoedsbe
zwaren, aldus toegepast, een leelijke bres in de
gelederen onzer schutters, op welken dag der
week zij ook bijeenkomen, want er zouden vele
schutters mede vervuld blijken, maar dit doet
er niet toebeter Zondagsheiliging dan een
welgeoefende schutterij gesteld dat deze
vatbaar is om ooit in dien toestand te worden
gebracht.
Gelukkig dat wij nu een positief christelijke
regeering hebben, die natuurlijk heeft gezorgd,
dat de martelaar voor zijn geloof gratie kreeg.
De Standaard vertelt wel dat een verzoek om
gratie is afgewezen, maar dit is onmogelijk in
onze christelijke aeragratie is hier wel het
minste bewijs van sympathie dat de regeering
geven kan; eigenlijk moest zij den man boven
dien onmiddellijk officier maken, maar dan h
la suiteop weigering van gratie zou in elk
geval toepasselijk zijn wat de Standaard dezer
dagen h propos van de schoolwetgeving schreef
»voor minder dan dit minimum is de strijd
aan de stembus niet gestreden."
Waartoe zou anders een Keuchenius in dit
ministerie dienen als hij niet kon zorgen voor
gratie van straf op grond van gemoedsbezwaren
Nu hij niet eens een commies-zendeling heeft
kunnen doen aanstellen waarschijnlijk omdat
er geen geld voor beschikbaar was zonder ver
hooging van het cijfer voor tractementen van
ambtenaren aan het ministerie, daar de natuur
ook in zoover boven de leer gaat, dat zelfs
een meneer Niks niet voor niets wil werken
nu moest hij ten minste zorgen voor hen, die
reeds christenen zijn en dit toonen te wezen.
Als aan dergelijke gemoedsbezwaarde schutters
voortaan maar steeds gratie wordt verleend
zal dit ook dit voordeel met zich brengen, dat
de schutterijwet nog niet op christelijke leest
behoeft herzien te worden, en dit zou niet
weinig gewonnen zpn, want zoo eenige gratie-
besluiten zijn vrij wat gemakkelijker geteekend
te krijgen dan eene nieuwe wet op de land
weer, vooral als de afwijkingen van de bestaande
zóo groot moeten zijn, dat, waar de oude den
Zondag bij voorkeur aanwijst, de nieuwe dien
dag onvoorwaardelijk zou moeten uitsluiten.
Zulk een tegenstelling is wel wat kras.
Wel zijn wij hier in den Haag echter aan
plotselinge overgangen gewoon geraakt sinds
wij het voorstel tot den aanleg van het veel
besproken Laak-Ooyevaarkanaal in onzen ge
meenteraad zagen aannemen, veertien dagen,
nadat het door dezen verworpen was. Een motie
van een der leden om het verworpen voorstel
nog ems in stemming te brengen was voldoende
die motie werd, hoe zonderling van strekking
en gevaarlijk als antecedent ook, aangenomen
en toen natuurlijk eveneens het daarin bedoelde
voorstel en dat wel doordien twee leden, die
eerst hun stem tegen uitbrachten, veertien dagen
later vóór stemden. Vanwaar die ommekeer?
De heeren achten het bljjkbaar niet noodig
rekenschap daarvan te geven, althans in den
raad zeiven; vermoedelijk hadden zij de voor
stellers van de bedoelde motie, hetzij uit eigen
beweging, hetzij op vereerend verzoek, mede
gedeeld dat zij nu anders zouden stemmen, daar
zonder deze wetenschap de motie wel zou zijn
achterwege gebleven, omdat zij zonder de be
keering van die twee heeren ongetwijfeld zou
verworpen zijn. Het ware, afgescheiden van
het resultaat in deze, nam. het besluit tot aanleg
van genoemd kanaal, te wenschen, dat zulk een
middel tot herroeping van met een kleine meer
derheid genomen besluiten in een onvoltallige
vergadering, niet zijn intrede in onzen raad
hadde gedaan: wie weet welke overrompelingen
op die wijze daar nog worden ten tooneele
opgevoerd.
Of zal de nieuw opgerichte kiesvereeniging
van vrijzinnige richting ander bloed in den
raad weten te brengen, wanneer die zelf weten
wat zij willen maar ook eerbied hebben voor
besluiten, tegen hun zin genomen? Dit is zeker
dat die vereeniging zich in veler steun mag
verheugen, en dat flinke liberale krachten zich
aan haar wijden. Het zal te bezien staan of
de tegenwoordige liberale kiesvereeniging de
Grondwet zich naast hare pasgeboren zuster
zal kunnen handhaven. Velen zijn reeds over-
geloopen en hebben, zooals het meer gaat in
de wereld, zich tot de jongere schoone gewend,
vriendelijk lonkend, misschien wel dingend
om hare hand, alias een candidatuur, en lieten
de oudere, bij wie zij toch ook vriendschap
genoten, in den steek. Deze wordt nu, zooals
het aan meer bedaagde dames past, wat minder
eischend en wil zich voortaan tevreden stellen
met een der le deel van de klinkende huldebe
tuigingen harer aanbidders; als het aantal van
deze er maar door vermeerdert, anders zal zij
vermoedelijk wegkwijnen van verdriet en jaloezie
tegenover de nu en vogue zijnde zuster.
Door behulp van welke kiesvereeniging iemand
gekozen wordt, doet trouwens weinig af, als de
benoemde maar een flink volksvertegenwoordiger
is in het lichaam waarheen hij wordt afge
vaardigd. In den Haagschen gemeenteraad
vooral hebben wij daaraan behoefte. Er zijn
hier altijd van die betrekkelijke kleinigheden,
maar die toch niet pleiten voor een volkomen
richtig beheer. Het is wel noodig, dat het
dagelijksch bestuur wat zorgvuldig op de vingers
worde gekeken, opdat ook die betrekkelijk
kleine onregelmatigheden niet meer voorkomen,
Als men iedere maand sedert jaren op den 29,
30 of 31en de gasmeters komt opnemen om het
verbruik te bepalen sedert de vorige opneming
is het een kleinigheid, als men eens een enkele
maal wacht tot den 3en of 4en van de volgende
maand, maar het komt toch niet te pas dat
dit voor die enkele maal juist gebeurt, nadat
de gasprijs, te beginnen met de eerstvolgende
meter-opneming, is verlaagd. Nu ontvangt de
gemeentekas gedurende drie of vier dagen van
iederen gasverbruiker zooveel centen daags te
veel als deze per etmaal kubieke meters gas
verbrandt.Te zamen levert dit zeker een
aardige toevallige bate, die aan iederen inge
zetene wel slechts op een dubbeltje of een paar
dubbeltjes te staan komt, maar al is de schade
nog zoo gering, zulk een handelwijze is toch
niet geoorloofd. Daarop behoort de gemeente
raad te letten, evenals op de naleving van de
verordening tegen brandgevaar, indien burge
meester en wethouders daaraan zóo weinig de
hand houden dat, gelijk dezer dagen is gebleken,
midden op het fraaie, historische binnenhof, in
een gebouw, grenzende aan de bekende loterij
zaal, een verzameling van heete asch en zinders
wordt aangelegd, die daar ligt te smeulen.
Een behoorlijk toezicht op die zaken zou vrij
wat beter zijn dan dat de raad zich bemoeit
met allerlei dingen, die hem in het geheel niet
aangaan, zooals bijv. nu weer met de concessie
voor tram-omnibussen, waartegen adressen vhn
concurrenten bij den raad inkomen, alsof daar
voor concessie vereischt wordt. Weet men dan
niet, dat de wet uitdrukkelijk verklaart, dat
ieder vrij is een openbaar middel van vervoer
in werking te brengen, zonder daartoe vergun
ning van wien ook te behoeven, mits maar de
voorgeschreven aankondiging in de dagbladen
geschiede
Het ministerie begint langzamerhand voor
heete vuren te staan.
De benoeming van een nieuw lid in den raad
van state, in plaats van den heer Alting Mees,
is voor het kabinet een moeilijke taak, want
koloniale specialiteiten heeft het niet veel
onder zijn vrienden, en dat men iemand van
andere richting zou kiezen, bijv., zooals verteld
wordt, de heer Sprenger van Eijk of de heer
Sir, is moeilijk aan te nemen. Niet minder
lastig is de aanwijzing van een opvolger van
wijlen prof. Rauwenhöff als theologisch hoog
leeraar te Leiden. Daar een confessioneel man
te brengen zou gelijk staan met willens en
wetens conflicten in de faculteit; en in den
senaat der hoogeschool in het leven roepen,
natuurlijk zeer ten nadeele van haren goeden
naam en het onderwijs. En toch is het een
harde pil voor den ministerraad een modern
theoloog aan den koning ter benoeming voor
te dragen.
Ook nadert de indiening in de Tweede kamer
van de lager onder wijs-wet, die thans bij den
raad van state in onderzoek is. Daarvoor zal
in dien tak der vertegenwoordiging wel een
meerderheid te vinden zijn, maar of de Eerste
kamer zich zal vereenigen met een nog al
ingrijpend subsidie-stelsel en met een verre
gaande 'oevoerrechting ook in andere opzichten
van het bijzonder boven het openbaar onderwijs
mag betwijfeld worden. En die strekking heeft
toch het wetsontwerp naar ik van vertrouwbare
zijde vernamniet slechts zijdelings wordt de
bijzondere school bevoorrecht, maar uitdrukkelijk
worden de bepalingen, die voor het openbaar
onderwjjs imperatief worden gesteld en noodig
worden geacht om dat onderwijs goed te doen
zijn, voor het bijzonder buiten toepassing ver
klaard, althans gedurende een groot aantal
jaren. Het komt waarschijnlijker voor, dat
het kabinet bij de onderwjjs-hervorming een
échec lijdt dan bjj de regeling van de defensie,
zooals een briefschrijver in de Tijd voorspelt
tot den persoonlijken dienstplicht zal ook in
de Tweede kamer wel besloten worden, ook
al stemmen alle katholieken er tegen, wat nog
lang zoo zeker niet is. In elk geval gaan wij
een belangrijke parlementaire periode te gemoet;
wanneer zij zal geopend worden is nog niet
bepaald, waarschijnlijk een der laatste dagen
van deze maand.
Door den minister van waterstaat, handel
en nijverheid is bepaald, dat nagenoemde
ambtenaren bij de administratie der posterijen,
hunne functiën zullen uitoefenen als volgt
de commies der 3e klasse W. C. Callenfels
ten postkantore te Roozendaal
de commiezen der 4e klasse: K. Schraver ten
postkantoie te Leeuwarden, P. C. van der Yeer,
op het spoorwegpostkantoor no 2; L. C. "W.
ten Brummeler op het spoorwegpostkantoor
no 2S. de Witte Sz., ten postkantore te
s Giavenhage J. Birckenhauer, ten postkan
tore te Maastricht;
de surnumerair C. G. O. F. Greinci, ten
postkantore te Voorburg.
Bij kon. besl. is den hoofdingenieur der marine
J. C. Jansen, thans belast met den algemeenen
dienst, opgedragen de betrekking van chef der
afd. materieel bij het dep. van marineen den
ingenieur le kl. P. I. Turk geplaatst bij 's rijks
werf te Willemsoord, belast met diensten van
algemeenen aard.
Verder is de gepens.luit. t/z le kl. G. J. de
Jong Pzn benoemd tot chef der hydrographische
opnemingen.
Nog zijn bevorderd bij 's rijks werf te Willems
oord tot eersten teekenaar de teekenaar le
kl. J. Dammantot teekenaar le kl. die der
2e kl. C. H. Janszen; en bjj 's rijks werf te
Hellevoetsluistot commandeur le kl. der
scheepstimmerlieden, die der 2e kl. J. W.
Schuitmanen bij 's rijks werf te Amsterdam
benoemdtot schrijver le kl. J. L. Persenaire,
en bij 's rjjks werf te Willemsoord: tot schrijver
le kl. B. de Haantot schipper op een werk-
vaartuig I. Crincetot teekenaar 3e kl. J. C.
de Koktot commandeur le kl. der scheeps
timmerlieden W. J. Aggenbach en H. Kroon-
stuiver, en tot commandeur der werktuigmakers
C. van Gijn en A. F. Pollé.
Ook zijn bevorderd tot magazijnmeestér der
marine te Willemsoord, de tijdelijk met de
waarneming dier betrekking belast zijnde grif
fier bij de directie der marine te Hellevoetsluis,
C. E. Pluggetot griffier bij de directie der
marine te Hellevoetsluis, de tijdelijk met de
waarneming belast zijnde commies bij de
directie der marine te Amsterdam, L. J. G. Dey;
tot commies bij de directie der marine te Am
sterdam, de adjunct-commies bjj die directie
A. H. Bruch; en benoemd tot adj .-commies bjj
laatstgemelde directie der marine, de klerk
bjj die directie J. Smith.
Eindeljjk is aan den telegrafist le kl. bjj de
rijkstelegraaf, L. Visser, op verzoek, eervol ont
slag verleend uit 's rjjks dienst.
Tgr voorziening in de vacature-Van Baar zal in
het district Eindhoven eene verkiezing voor
lid der Tweede kamer plaats hebben Donderdag
21 Februari e. k. en eene eventueele herstem
ming op Donderdag 7 Maart d. a. v.
Bjj invoer in België van schapen, afkomstig
uit Nederland, wordt thans, behalve het gewone
bewijs van herkomst ten genoege der douane,
overlegging vereischt van een door een veearts
afgegeven gezondheids-certificaat, vermeldende
tevens het aantal dieren voor welke het geldt
en het merk van den verkooper.
De handteekening van den veearts zal moeten
gelegaliseerd zjjn door de overheid der plaats
van welke de dieren komen, en het aldus ge
legaliseerd certificaat zal tevens de verklaring
van genoemde overheid moeten bevatten of