N°. 29. 132e Jaargang. 1889. Maandag 4 Februari. Brieven uit de Hofstad. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.' Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. LAGER, ONDERWIJS. Middelburg 2 Februari. Politieke baanvegerij. HIIIDI I III llliM III (MANT. y Thermometer. j Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Moou en te Tliolen"W. A. van Advertentiën Middelburg 2 Pebr. vm. 8 u. 38 gr. i Nietjwenhutjzen.Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur m. 12 u 41 gr. av. 4 u. 40 gr. F. i bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen VerwachtW. wind. Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John P. Jones, opvolger, voor België A. Gkosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen De burgemeester en wethouders van Middel burg, gelet op art. 81 der wet tot regeling van het lager onderwijs, maken bekend dat de staat, bevattende de namen der kin deren hoven de aes en beneden de twaalf jaren, die niet gevonden zijn op de door hoof den der openbare en bijzondere scholen inge zonden lijsten, bedoeld bij art. 81 alinea 2 van bovengenoemde wet, door hen is opgemaakt en ter secretarie dezer gemeente voor belangheb benden ter lezing is nedergelegd. Middelburg, den 1 Februari 1889. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De Tijd is begonnen de anti-revolutionnaire vrienden, in zake den persoonlijken dienstplicht, te bekeeren, of liever hun wijs te maken dat zij eigenlijk het au fond eens zijn met de katho lieke pers, die zich daartegen verzet. De rede neering van het katholieke hoofdorgaan is te curieus om haar niet onder de oogen onzer lezers te brengen. Het herinnert zelf er aan dat in de toelichting, door dr Kuyper op Ons program gegeven, ge sproken wordt van »den eisch dat aan alle dienstvervanging een einde kome." Maar dit is, volgens de Tijd, nog geen bewijs dat de anti-revolutionnaire partij als éen man staat op het terrein van persoonlijken dienst plicht. Nog sterker stuk doet het blad. Het haalt aan de volgende woorden van dr Kuyper «Thans vloekt heel het platteland een instelling, die een deel onzer landsbevolking letterlijk demoraliseert om ze straks, zelf naar ziel en lichaam bedorven, het gif, dat ze inzogen, in het stille dorpsleven te doen overbrengen. Vloekt de lagere klasse der bevolking een legerinrichting, die, noodzakelijk tot plaatsvervan ging nopend, haar zonen bij voorkeur ten offer kiest. En heeft niet minder elk man van nobelen zin een woord van toorn en afkeuring op de lippen voor een organisatie van onze levende strijdkrachten, die met mensohen manoeuvreert, zonder «den ruensch" in hem te eeren. Dit mag niet langer. •En het is uit dien hoofde dat ook wij, op het voorbeeld van Groen van Prinsterer en krachtens het anti-revolutionnair beginsel, dat allen menschenhandel ook in zijn zwakste vor. men verfoeit, ons aansluiten bij den eisch, dat aan alle dienstvervanging een einde kome en hiermee de kanker worde uitgesneden, die dusver ons leger bedierf' Nu zou ieder zeggen dat dit nog al duidelijk is en zal niemand daaruit een argument tegen den persoonlijken dienstplicht kunnen distil- leeren De Tijd echter wel. Het blad schrijft nu deze eigenaardige argumentatie. »Het is gelooven wij overduidelijk Terwijl bij de militaristen persoonlijke dienst plicht doel is van hun streven, kan het in het program der anti-revolutionnairen slechts als middel gelden, om de moraliteit en daarmeê de weerkracht van ons leger te versterken. Alleen omdat de opstellers van het program in de meening verkeerden dat afdoende maatregelen tegen de demoralisatie der jeugdige miliciens niet te bereiken waren zonder afschaffing van do plaatsvervanging alleen ddarom wilden zij aan de plaatsvervanging een einde zien gemaakt. Omdat^het ook óns eerbiedwaardig Christelijk beginsel»geen menschenhandel" hun in strijd scheen met de industrie, door sommige gewetenlooze >zielverkoopers" ge dreven, sprak zich het program uit ter gunste van >persoonlijken dienstplicht." »Gij vraagtwelk verschil dit maakt En wij antwoordenIn de theorie staan de anti- revolutionnairen dus niet noodzakelijk aan de zijde der militaristen, en wat de practijk betreft, let nog eens op de woorden van het artikel. Zij luiden: voorts in een wettelijke regeling van de doode en levende strijdkrachten te land en te waterna verbetering van het scheeps- en kazerneleven, met prijs geving der plaatsvervanging, bovenal kracht zoekt in het moreel van den soldaat." >Na verbeteringGeen wonder 1 Reeds zoo dra voor de anti-revolutionnairen even goed als voor ons de persoonlijke dienstplicht geen levensideaal moet heeten, maar alleen beschouwd wordt als een droeve noodzakelijkheid, als een fataliteit, waaraan men zich niet kan onttrek ken, Bprcekt het van. zelf, dat men zoo lang mogelijk het tijdstip der executie uitstelt. Maar bovendien zoolang de overheid voor het zedelijk leven der militieplichtigen in en buiten de kazerne, aan boord en aan den wal geen dege lijker proeven dan tot hiertoe heeft afgelegd van willen en kunnen zou de invoering van persoonlijken dienstplicht ook volgens de op stellers van het program een waagstuk zijn, waaraan zjj hun stem niet geven." Ziedaar de eigenaardige redeneering van het katholieke blad. Vóór dat dr Kuyper zelf een middel heeft gevonden om op dit punt tot eene toenadering te geraken, is de Tijd bezig de brug ta bouwen waarop beide bondgenooten elkaar kunnen naderen. Het is een droef geknoei. De Tijd zal toch moeten toestemmen dat aan het beginsel van het anti-revolutionnaire pro gram, met zijne democratische stekking, tittel noch jota is te verleggen. Het is eenvoudig de kwestie van het wanneer! En nu weet ieder dat juist de gewenschte ver beteringen zeker zullen komen, wanneer per soonlijke dienstplicht is gedecreteerd en dat het samenleven in kazernes stel dat dit dan voor allen noodig is veel beter zal worden wanneer jongens uit alle rangen en standen zich in de gelederen scharen. Toch zijn wij nog niet zoo zeker of dr Kuyper en de zijnen, ter wille van het voortbestaan van het bondgenootschap, niet, zij het ook schoor voetend, de plank zullen aangrijpen, die de Tijd hun toesteekt. Wij hebben op dit punt al zooveel beleefd; en tegenover de zelfverloochening van de katho lieken op zoo menig punt, o. a. bij het stellen van candidaten in districten als Schiedam, mag wel eenige zelfopoffering van de anti-revolution nairen staan. Het pad voor eene toenadering is nu ge- eflend en wij hebben opnieuw kennis gemaakt met een merkwaardig staaltje van politieke baanvegerij. 1 Febuari 1889. Heeft Parijs zijn hrav' general Boulanger, wij Hagenaars hebben onze goede mevrouw Bul- kley. Dat goeie mensch liep waarlijk gevaar allengs in vergetelheid te geraken sedert zij geen kleinkinderen meer ontvoert, geen verhe ven uitkijkjes tegenover de villa van haar schoonzoon meer laat bouwen en geen verkla ringen meer afgeeft van niet meer te Apel doorn te zullen komen. Maar evenals de Fransche generaal heeft ook de Hollandsehe grootmoeder volgelingen genoeg, al zijn het er geen 244,000 in éene stad, die zorgen dat er weêr eens van haar gesproken wordt. Mis schien zijn het meer vervolgers dan volgelingen die uit haren naam briefjes aan de verschil lende Haagsche bladen hebben gezonden met verzoek de aanstaande uitgave van eenige memoires van de veelbesproken vrouw aan te kondigenmevrouw Bnlkley zelve zegt ten minste te veronderstellen, dat dit het geval is, maar aan den anderen kant bestaat tusschen het schrift van die briefjes en het hare zooveel gelijkenis, dat men in de schrijfster eerder een trouwe volgelinge zou meenen te zien, een hartsvriendin van de arme vrouw, iemand die zich geheel met haar heeft vereenzelvigd. Zoo iemand zal toch eerder precies hare hand schrij ven dan een vijand bij de eerste gaat dit van zelf, de laatste moet erop studeeren. Niet om haar onaangenaam te zijn zou dan het valsche bericht in de wereld zijn gezonden, maar integendeel met het doel om de menschen niet te doen vergeten, dat er nog altijd een mevrouw Bulkley bestaat. Juist zoo'n leugen achtig berichtje, dat terstond weer wordt te gengesproken, treft uitstekend doel, vooral als het waar is, wat verteld wordt, dat de justitie zich ook al met de zaak bemoeitzoo'n ge rechtelijk onderzoek houdt er wat roering in. Als nu die lieve vriendin maar niet wordt gevonden en wegens valschheid in geschriften wordt terecht gesteldDat zou een misken ning zijn van hare goede bedoelingendeze toch geven haar aanspraak op straffeloosheid het is te hopen, dat dan niet zal zijn uit te maken of zij dan wel mevrouw Bulkley de briefjes heeft geschreven. Als het schrift nu maar sprekend genoeg op elkaar gelijkt, zoo dat de deskundigen geen stellig oordeel durven uitspreken I Dan zou in het oog van sommigen, die gaarne kwaad van iemand denken, wel een leeljjke verdenking op onze vrouwelijke Bou langer worden geworpen maar aan misken ning en verdachtmaking is zij gewoon; ze heeft immers gevoelig moeten lijden, omdat men nu eenmaal niet verkoos in te zien, dat liefde voor een kleinzoon zich' niet kan laten breidelen door een stuk papier, al heet dit dan ook wetboek van strafrecht. In dit opzicht heeft zij nu een evenknie ge vonden in den Purmerendschen schutter, die niet schuttert, omdat men in zijn woonplaats goedvindt voor die vaderlandsche oefeningen den Zondag te kiezen. Het staat wel in de schutterij-wet, dat daarvoor bij voorkeur de Zondag moet bestemd worden, maar dit betee- kent toch niets tegenover het vierde gebod, dat sabbathrust voorschrijft. En toch is die dienst doende schutter, die geen dienst wil doen maar rustend schutter wil zijn als behoorde hij tot de rustende schutterij, tot geldboete veroor deeld. Zoo'n goddelooze schuttersraad, die de wetten der menschen stelt boven de voorschrif ten des bijbelsAlsof onze Purmerender christen niet evenveel recht heeft om tegen dienstdoen op Zondag op te komen als een Jood tegen het schutteren op Zaterdag, een Moham medaan tegen dat op Vrijdag, en ieder ander, altijd om reden van gemoedsbezwaren tegen het op Dinsdag, Woensdag of Donderdag dragen van het geweerWel schieten de gemoedsbe zwaren, aldus toegepast, een leelijke bres in de gelederen onzer schutters, op welken dag der week zij ook bijeenkomen, want er zouden vele schutters mede vervuld blijken, maar dit doet er niet toebeter Zondagsheiliging dan een welgeoefende schutterij gesteld dat deze vatbaar is om ooit in dien toestand te worden gebracht. Gelukkig dat wij nu een positief christelijke regeering hebben, die natuurlijk heeft gezorgd, dat de martelaar voor zijn geloof gratie kreeg. De Standaard vertelt wel dat een verzoek om gratie is afgewezen, maar dit is onmogelijk in onze christelijke aeragratie is hier wel het minste bewijs van sympathie dat de regeering geven kan; eigenlijk moest zij den man boven dien onmiddellijk officier maken, maar dan h la suiteop weigering van gratie zou in elk geval toepasselijk zijn wat de Standaard dezer dagen h propos van de schoolwetgeving schreef »voor minder dan dit minimum is de strijd aan de stembus niet gestreden." Waartoe zou anders een Keuchenius in dit ministerie dienen als hij niet kon zorgen voor gratie van straf op grond van gemoedsbezwaren Nu hij niet eens een commies-zendeling heeft kunnen doen aanstellen waarschijnlijk omdat er geen geld voor beschikbaar was zonder ver hooging van het cijfer voor tractementen van ambtenaren aan het ministerie, daar de natuur ook in zoover boven de leer gaat, dat zelfs een meneer Niks niet voor niets wil werken nu moest hij ten minste zorgen voor hen, die reeds christenen zijn en dit toonen te wezen. Als aan dergelijke gemoedsbezwaarde schutters voortaan maar steeds gratie wordt verleend zal dit ook dit voordeel met zich brengen, dat de schutterijwet nog niet op christelijke leest behoeft herzien te worden, en dit zou niet weinig gewonnen zpn, want zoo eenige gratie- besluiten zijn vrij wat gemakkelijker geteekend te krijgen dan eene nieuwe wet op de land weer, vooral als de afwijkingen van de bestaande zóo groot moeten zijn, dat, waar de oude den Zondag bij voorkeur aanwijst, de nieuwe dien dag onvoorwaardelijk zou moeten uitsluiten. Zulk een tegenstelling is wel wat kras. Wel zijn wij hier in den Haag echter aan plotselinge overgangen gewoon geraakt sinds wij het voorstel tot den aanleg van het veel besproken Laak-Ooyevaarkanaal in onzen ge meenteraad zagen aannemen, veertien dagen, nadat het door dezen verworpen was. Een motie van een der leden om het verworpen voorstel nog ems in stemming te brengen was voldoende die motie werd, hoe zonderling van strekking en gevaarlijk als antecedent ook, aangenomen en toen natuurlijk eveneens het daarin bedoelde voorstel en dat wel doordien twee leden, die eerst hun stem tegen uitbrachten, veertien dagen later vóór stemden. Vanwaar die ommekeer? De heeren achten het bljjkbaar niet noodig rekenschap daarvan te geven, althans in den raad zeiven; vermoedelijk hadden zij de voor stellers van de bedoelde motie, hetzij uit eigen beweging, hetzij op vereerend verzoek, mede gedeeld dat zij nu anders zouden stemmen, daar zonder deze wetenschap de motie wel zou zijn achterwege gebleven, omdat zij zonder de be keering van die twee heeren ongetwijfeld zou verworpen zijn. Het ware, afgescheiden van het resultaat in deze, nam. het besluit tot aanleg van genoemd kanaal, te wenschen, dat zulk een middel tot herroeping van met een kleine meer derheid genomen besluiten in een onvoltallige vergadering, niet zijn intrede in onzen raad hadde gedaan: wie weet welke overrompelingen op die wijze daar nog worden ten tooneele opgevoerd. Of zal de nieuw opgerichte kiesvereeniging van vrijzinnige richting ander bloed in den raad weten te brengen, wanneer die zelf weten wat zij willen maar ook eerbied hebben voor besluiten, tegen hun zin genomen? Dit is zeker dat die vereeniging zich in veler steun mag verheugen, en dat flinke liberale krachten zich aan haar wijden. Het zal te bezien staan of de tegenwoordige liberale kiesvereeniging de Grondwet zich naast hare pasgeboren zuster zal kunnen handhaven. Velen zijn reeds over- geloopen en hebben, zooals het meer gaat in de wereld, zich tot de jongere schoone gewend, vriendelijk lonkend, misschien wel dingend om hare hand, alias een candidatuur, en lieten de oudere, bij wie zij toch ook vriendschap genoten, in den steek. Deze wordt nu, zooals het aan meer bedaagde dames past, wat minder eischend en wil zich voortaan tevreden stellen met een der le deel van de klinkende huldebe tuigingen harer aanbidders; als het aantal van deze er maar door vermeerdert, anders zal zij vermoedelijk wegkwijnen van verdriet en jaloezie tegenover de nu en vogue zijnde zuster. Door behulp van welke kiesvereeniging iemand gekozen wordt, doet trouwens weinig af, als de benoemde maar een flink volksvertegenwoordiger is in het lichaam waarheen hij wordt afge vaardigd. In den Haagschen gemeenteraad vooral hebben wij daaraan behoefte. Er zijn hier altijd van die betrekkelijke kleinigheden, maar die toch niet pleiten voor een volkomen richtig beheer. Het is wel noodig, dat het dagelijksch bestuur wat zorgvuldig op de vingers worde gekeken, opdat ook die betrekkelijk kleine onregelmatigheden niet meer voorkomen, Als men iedere maand sedert jaren op den 29, 30 of 31en de gasmeters komt opnemen om het verbruik te bepalen sedert de vorige opneming is het een kleinigheid, als men eens een enkele maal wacht tot den 3en of 4en van de volgende maand, maar het komt toch niet te pas dat dit voor die enkele maal juist gebeurt, nadat de gasprijs, te beginnen met de eerstvolgende meter-opneming, is verlaagd. Nu ontvangt de gemeentekas gedurende drie of vier dagen van iederen gasverbruiker zooveel centen daags te veel als deze per etmaal kubieke meters gas verbrandt.Te zamen levert dit zeker een aardige toevallige bate, die aan iederen inge zetene wel slechts op een dubbeltje of een paar dubbeltjes te staan komt, maar al is de schade nog zoo gering, zulk een handelwijze is toch niet geoorloofd. Daarop behoort de gemeente raad te letten, evenals op de naleving van de verordening tegen brandgevaar, indien burge meester en wethouders daaraan zóo weinig de hand houden dat, gelijk dezer dagen is gebleken, midden op het fraaie, historische binnenhof, in een gebouw, grenzende aan de bekende loterij zaal, een verzameling van heete asch en zinders wordt aangelegd, die daar ligt te smeulen. Een behoorlijk toezicht op die zaken zou vrij wat beter zijn dan dat de raad zich bemoeit met allerlei dingen, die hem in het geheel niet aangaan, zooals bijv. nu weer met de concessie voor tram-omnibussen, waartegen adressen vhn concurrenten bij den raad inkomen, alsof daar voor concessie vereischt wordt. Weet men dan niet, dat de wet uitdrukkelijk verklaart, dat ieder vrij is een openbaar middel van vervoer in werking te brengen, zonder daartoe vergun ning van wien ook te behoeven, mits maar de voorgeschreven aankondiging in de dagbladen geschiede Het ministerie begint langzamerhand voor heete vuren te staan. De benoeming van een nieuw lid in den raad van state, in plaats van den heer Alting Mees, is voor het kabinet een moeilijke taak, want koloniale specialiteiten heeft het niet veel onder zijn vrienden, en dat men iemand van andere richting zou kiezen, bijv., zooals verteld wordt, de heer Sprenger van Eijk of de heer Sir, is moeilijk aan te nemen. Niet minder lastig is de aanwijzing van een opvolger van wijlen prof. Rauwenhöff als theologisch hoog leeraar te Leiden. Daar een confessioneel man te brengen zou gelijk staan met willens en wetens conflicten in de faculteit; en in den senaat der hoogeschool in het leven roepen, natuurlijk zeer ten nadeele van haren goeden naam en het onderwijs. En toch is het een harde pil voor den ministerraad een modern theoloog aan den koning ter benoeming voor te dragen. Ook nadert de indiening in de Tweede kamer van de lager onder wijs-wet, die thans bij den raad van state in onderzoek is. Daarvoor zal in dien tak der vertegenwoordiging wel een meerderheid te vinden zijn, maar of de Eerste kamer zich zal vereenigen met een nog al ingrijpend subsidie-stelsel en met een verre gaande 'oevoerrechting ook in andere opzichten van het bijzonder boven het openbaar onderwijs mag betwijfeld worden. En die strekking heeft toch het wetsontwerp naar ik van vertrouwbare zijde vernamniet slechts zijdelings wordt de bijzondere school bevoorrecht, maar uitdrukkelijk worden de bepalingen, die voor het openbaar onderwjjs imperatief worden gesteld en noodig worden geacht om dat onderwijs goed te doen zijn, voor het bijzonder buiten toepassing ver klaard, althans gedurende een groot aantal jaren. Het komt waarschijnlijker voor, dat het kabinet bij de onderwjjs-hervorming een échec lijdt dan bjj de regeling van de defensie, zooals een briefschrijver in de Tijd voorspelt tot den persoonlijken dienstplicht zal ook in de Tweede kamer wel besloten worden, ook al stemmen alle katholieken er tegen, wat nog lang zoo zeker niet is. In elk geval gaan wij een belangrijke parlementaire periode te gemoet; wanneer zij zal geopend worden is nog niet bepaald, waarschijnlijk een der laatste dagen van deze maand. Door den minister van waterstaat, handel en nijverheid is bepaald, dat nagenoemde ambtenaren bij de administratie der posterijen, hunne functiën zullen uitoefenen als volgt de commies der 3e klasse W. C. Callenfels ten postkantore te Roozendaal de commiezen der 4e klasse: K. Schraver ten postkantoie te Leeuwarden, P. C. van der Yeer, op het spoorwegpostkantoor no 2; L. C. "W. ten Brummeler op het spoorwegpostkantoor no 2S. de Witte Sz., ten postkantore te s Giavenhage J. Birckenhauer, ten postkan tore te Maastricht; de surnumerair C. G. O. F. Greinci, ten postkantore te Voorburg. Bij kon. besl. is den hoofdingenieur der marine J. C. Jansen, thans belast met den algemeenen dienst, opgedragen de betrekking van chef der afd. materieel bij het dep. van marineen den ingenieur le kl. P. I. Turk geplaatst bij 's rijks werf te Willemsoord, belast met diensten van algemeenen aard. Verder is de gepens.luit. t/z le kl. G. J. de Jong Pzn benoemd tot chef der hydrographische opnemingen. Nog zijn bevorderd bij 's rijks werf te Willems oord tot eersten teekenaar de teekenaar le kl. J. Dammantot teekenaar le kl. die der 2e kl. C. H. Janszen; en bjj 's rijks werf te Hellevoetsluistot commandeur le kl. der scheepstimmerlieden, die der 2e kl. J. W. Schuitmanen bij 's rijks werf te Amsterdam benoemdtot schrijver le kl. J. L. Persenaire, en bij 's rjjks werf te Willemsoord: tot schrijver le kl. B. de Haantot schipper op een werk- vaartuig I. Crincetot teekenaar 3e kl. J. C. de Koktot commandeur le kl. der scheeps timmerlieden W. J. Aggenbach en H. Kroon- stuiver, en tot commandeur der werktuigmakers C. van Gijn en A. F. Pollé. Ook zijn bevorderd tot magazijnmeestér der marine te Willemsoord, de tijdelijk met de waarneming dier betrekking belast zijnde grif fier bij de directie der marine te Hellevoetsluis, C. E. Pluggetot griffier bij de directie der marine te Hellevoetsluis, de tijdelijk met de waarneming belast zijnde commies bij de directie der marine te Amsterdam, L. J. G. Dey; tot commies bij de directie der marine te Am sterdam, de adjunct-commies bjj die directie A. H. Bruch; en benoemd tot adj .-commies bjj laatstgemelde directie der marine, de klerk bjj die directie J. Smith. Eindeljjk is aan den telegrafist le kl. bjj de rijkstelegraaf, L. Visser, op verzoek, eervol ont slag verleend uit 's rjjks dienst. Tgr voorziening in de vacature-Van Baar zal in het district Eindhoven eene verkiezing voor lid der Tweede kamer plaats hebben Donderdag 21 Februari e. k. en eene eventueele herstem ming op Donderdag 7 Maart d. a. v. Bjj invoer in België van schapen, afkomstig uit Nederland, wordt thans, behalve het gewone bewijs van herkomst ten genoege der douane, overlegging vereischt van een door een veearts afgegeven gezondheids-certificaat, vermeldende tevens het aantal dieren voor welke het geldt en het merk van den verkooper. De handteekening van den veearts zal moeten gelegaliseerd zjjn door de overheid der plaats van welke de dieren komen, en het aldus ge legaliseerd certificaat zal tevens de verklaring van genoemde overheid moeten bevatten of

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1