^FEUILLETON, ELSIE Verspreide Berichten. Waarheid, onwaarschijnlijker dan rerdichling. Uit het Engelsch. ONDERWIJS. RECHTSZAKEN. LANDBOUW. UIT STA D EN PROVINCIE. ingevolge advies van een inspecteur van het lager onderwijs, aan de kweekscholen vooi onderwijzers twee ndmissie-examens zal houden- Het eerste voor aanstaande kweekelingen, «die zonder rijkstoelage willen worden geplaatst," het tweede voor hen, «die tegen het genot eener rijksbeurs eene plaatsing begeeren." De minister, of liever de adviseerende inspec teur, want op hem beroept de minister zich, gaat uit van de onderstelling, dat na de eerste oproeping «de bevolking der kweekschool uit beter maatschappelijke kringen (zal worden) bevorderd." Hiermede zal wel bedoeld zijn, dat jongelui uit betere standen toelating zullen verlangen, als zij vernemen, dat naast hen geen onvermogenden in de schoolbanken plaatsnemen. Als het niet in de gedrukte stukken der staten- generaal te lezen was, zouden wij hieraan geen geloof hechten. De openlijke mededeeling van den minister bewijst, dat het niet in de be doeling ligt de candidaten voor de kweekscholen te verschalken. Deze openhartigheid is in den minister te prijzen. Maar nu het bekend is, dat het eerste examen zal worden gevolgd door een tweede, waarbij beurzen te behalen zijn, zou het ons niet ver wonderen als de vermogenden wederom weg bleven, en ieder die een beurs noodig heeft het tweede examen afwacht. Zou de minister zelf wel veel van den maat- r< gel verwachten, waarvan hij zeide»te oordeelen naar het hiervoren vermelde advies, zal eene betere uitkomst kunnen verkregen worden bij splitsing van de toelatingsexamens. De onder- geteekende is bereid dat advies te volgen Waartoe dan zooveel tijd, moeite en geld verspild Arnh. Crt.) Yan den open brief aan mr L. J. G. van Ogtrop door dr C. B. Sprujjt: Antipapistische Felheid of Protestantsclie Plichtsbetrachting, met den inhoud waarvan wij onze lezers bekend maakten, is een derde vermeerderde druk ver schenen. In het voorbericht daartoe schrijft de Amster- damsche hoogleeraar «Nu deze brochure, blijkens de groote be langstelling in alle deelen des lands vooral aan den tweeden druk geschonken, het eenigs- zins plaatselijk karakter verloren heeft dat zij aanvankelijk had, meen ik den vorm te moe ten laten varen, die alleen bij dat karakter paste. Het zou niet beleefd zjjn den heer Van Ogtrop voor de derde maal toe te spre ken wegens een daad, waarvan de herinnering hem wellicht niet aangenaam is. Daarom richt ik mij met de enkele opmer kingen, die ik bij dezen druk te maken heb, niet tot hem maar tot den lezer in het al gemeen. Het onthaal, dat aan mijne beschouwingen, ten doel viel, was ook thans zeer eigenaardig. Aan den eenen kant bewees de welwillende bespreking in bladen van verschillende richting en de noodzakelijkheid eener derde uitgave dat mijn woord wel degelijk een krachtigen indruk gemaakt had. Daarenfcog<m achtte de ultra- montaansche pers het raadzaam over mijne brochure te zwijgen. Wat de Tijd in hare hoofdartikelen van 8 en 9 Januari daar over opmerkte, mag ik toch waarlijk niet voor spreken houden. Zij legt mjj jammer lijke onkunde in de katholieke kerkleer en de Latijnsche taal ten laste en gewaagt in dit verband van lieden, die öf «onbeschaamd" öf «oneerlijk" moeten zijn. Deze aanmerkingen, ex cuthedra door een naamloos schrijver ge maakt, worden zeker niet minder wonderlijk door de mededeeling, dat hij thans een «serieus wederwoord" weigert. Op zich zelf genomen, is trouwens die mededeeling zeer juist. Serieus was de houding van de Tijd inderdaad niet. Natuurlijk bevestigt de grove taal, waartoe het gewoonljjk zoo bezadigd orgaan bij deze gelegenheid verviel, de meening van hen, die dachten dat «mijn aanval een diepe wonde sloeg," en dat men «daarom niet beter te doen wist dan zich met groote woorden uit een lastige positie te redden." Leedvermaak is een afkeurenswaardige aandoening, en ik hoop er daarom naar te streven mij niet te verheugen over de houding der ultramontaansche pers. De anti-revolutionnaire leiders bleven de mee ning toegedaan dat spreken bij deze lastige zaak misschien zilver, maar zwijgen zeker goud OP Van Mrs ALEXANDER. HOOFDSTUK VII. Dwaallicht. In het begin van Mei waren de onderhan delingen tusschen de directrice der school en rnlle Laroche aangeknooptdoch de laatste had eerst 15 Juni haar betrekking aanvaard. «Dat was de dag van het bal," zei Glynn, zich zelf in de rede vallende »de dag vóór haar verdwijning." Mevrouw Störrer beschreef haar als van middelbare lengte, tamelijk dik, met donker haai en oogen, niet bijzonder bevallig en haar leeftijd wel zij kon een en twintig, maar zij kon ook vijf en twintig jaar zijn het uiterlijk bedriegt wel eens. Haar stem ja die was aange naam, bijzonder zacht voor een Fransche, maar verder niet buitengewoon. Als hij het adres van Mile Laroche verlangde zou zij het hem gaarne bezorgen, ofschoon hem dat niet veel zou baten, daar de familie, bij wie zjj daar was, morgen of overmorgen naar Indië ver trekt. Zjj had het nu niet bij zich, maar zou aan de secondante schrijven dat zij het Glynn zond. «Ten slotte toonde ik haar het portret yan juffrouw Lambert, dat ik altijd bjj mjj was. Zelfs mr A. F. de Savornin Lohman, ofschoon bij name ter verantwoording geroepen, volhardde in de eenmaal aangenomen gedragslijn en deed, alsof mjjne brochure voor hem niet bestond. Ik ben te weinig bekend met de kleine anti-revolutionnaire pers om te weten of de volgelingen daarmede alle evenzeer tevreden waren. Gelukkig kan men er op rekenen dat het Nederlandsche volk wel degelijk nota genomen heeft van deze struisvogelpolitiek en niet verzuimen zal daarvan te gelegener tijd opheldering te vragen. De overwinning, in Maart 1888 door de ultramontanen en hun bondgenooten bij de stembus behaald, is alleen daaraan toe te schrij ven dat de leiders hunne ware bedoelingen zorgvuldig verborgen hielden. Ik acht mij gelukkig in de overtuiging dat mijne brochure er iets toe bijgedragen heeft en iets toe bijdragen zal zulk misverstand voor het vervolg to voor komen. Dat Nederland, de bakermat van gewetensvrijheid en geestelijke ontwikkeling, eenmaal de meerderheid gaf aan de vijanden dier kostelijke goederen, is erg genoeg. Het mag geen tweede maal gebeuren." Bij kon. besluit zijn tot militaire leden vrn den militieraad in Zeeland benoemd als lid J. H. Folkerts, luit-kol., prov. adj. in Zeeland, als plaatsverv. L. P. van der Wal, kap. oe reg. inf. te Middelburg. Verder is benoemd tot directeur van het post en telegraafkantoor te Zandvoort C.J.A. Tret, thans telegrafist le kl. bij de rijkstelegraaf. Nog zijn op pensioen gesteld ter zake van in doch niet door den dienst ontstane lichaams gebreken, de kap. luit. ter zee W. M. E. Ber- voets en de luit. ter zee le kl. J. J. Poortman, de eerste ad 1800 met 825 verhooging, de tweede ad 810 mét f 525 verhooging 's jaars. Eindelijk zijn bevorderd tót kap. luit. ter zee de luit. ter zee le kl. Z. J. Cambier en tot luit. ter zee le kl. de luits ter zee 2e kl. A. L. Boelen en jhr J. F. Coertzen de Koek. In de maand April of Mei 1889 zal een ver gelijkend onderzoek plaats vinden van adspi- ranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der posterijen, waartoe vijftien plaatsen ter vervulling worden opengesteld. Een volgend examen zal eerst in 1890 worden gehouden, zoodat gedurende 1889 slechts één examen zal plaats vinden. Voor nadere inlichtingen verwijzen wij naai de St. Crt. van heden. In de volgende maand wordt eene recht- streekscke stoomvaartlijn geopend van Rotter dam naar de Kaap de Goede Hoop en Natal. De onderneming gaat uit van de Union Steam ship Company (limited.) Er zal elke maand eene eerste klasse passagiersboot vertrekken. Omtrent den toestand van Curasao schrijft de Curacaosche Courant Bij den aanvang van het nu afgeloopen jaar kon Cura9ao zich verblijden in het schoone vooruiUioVit. van een gemiddelden oogst Die verwachting is vervuld. De milde regens van het vorige seizoen hadden gunstige resultaten geleverd. Twee achtereenvolgende jaren van overvloedige regens hadden de hoop der plan ters en veefokkers doen herleven, en met her nieuwde krachten wijdde men zich aan land bouw en veeteelt. Doch helaasAlle aange wende pogingen waren vergeefscheen ongekende droogte doet hare werking op veld en vee gevoelen, en planters en veefokkers verkeeren in bjjna wanhopigen toestand bij het einde van 1888. Op enkele plekken slechts heeft men het zaad aan den grond durven toevertrouwen de velden zijn dor en bleek als in Juni of Juli nergens de minste hoop op eenigen oogst. Het vee sterft uit in de Oost-divisie bijkans overal in de West-divisie op vele plantages. Het verlies, dat Cura9ao door het bijkans verdwijnen van zijn geheelen veestapel zal lijden, is groot, voor velen onherstelbaar. Aan regenwater in het stadsdistrict is er, zoo nog niet volslagen gebrek, voorzeker groote schaarschheid. In de buitendistricten zijn de putten nog rijk aan water, dank den regens der laatste jaren, die den bodem hebben ver zadigd. droeg. Zij bekeek het lang en zei toen glim lachend «Neen, dat is niet juffrouw Laroche, dit is een bekoorlijke, jonge dame." Haar kalmte en het niet zien van eenige gelijkenis over tuigde mij nog meer dan hare woorden dat zij Elsie niet kende. «Waarlijk", zei Glynn, «een deftige jonge dameskostschool schijnt wel de laatste plaats waar men een meisje, dat op zulk een vreemde wijze verdwenen is, zou zoeken en toch als ik mij die stem van eergisteren herinner, kan ik niet gelooven dat ik mij ver gist -hebIs het niet mogelijk dat er iemand een visite is komen maken en met twee andere dames in den tuin gewandeld heeft, zonder dat de secondante het wist «Het is mogelijk, maar zeer onwaarschijn lijk. Indien mej. Lambert tegen haar eigen wil is weggevoerd (wat ik niet geloof) zouden hare bewakers haar geen bezoeken laten af leggen en als zij er zelf belang bij heeft om zich schuil te houden zal zij geen kennissen gaan opzoeken." «Waar, en onwederlegbaar. En toch als ik aan die stem denk, die ik acht en veertig uur geleden gehoord heb, kan ik de overtui ging niet prijs geven dat ik, als ik door die haag gedrongen ware, Elsie de echte Elsie in mijne armen gesloten had." «Goede hemelHugoZoudt gij haar in uwe armen gesloten hebben «Dat zon ik, indien zij mij niet van zich gestooten hadIk zeg u, dat ik mijn leven zou geven om Elsie die Elsie in wie ik geloof terug te vinden." «Maar hebt gjj eenige hoop dat dit ooit In den aanvang van 1888 was de algemeene gezondheidstoestand van het eiland niet bevre digend. De diphteritis had vooral onder het jongere geslacht eenige slachtoffers opgeëischt en algemeene angst en beduchtheid maakten zich van alle ouderharten meester. Nog is die ziekte niet te eenemale uit deze plaats gewe ken, doch de weinige gevallen, die zich in de tweede helft van het jaar voordeden, waren zeer lichte. Cura9ao is in 1888 aan het wereldtelegraafnet verbonden. Een groote stap voorwaarts, doch zoolang de gemeenschap niet op een meer ge regelde en doelmatige wijze wordt geregeld, kunnen wij al de voordeelen niet trekken, die daaruit wel voor Cura9ao zullen vloeien. Door den bouw der Koningin Emmabrug is de gemeenschap tusschen Willemstad en over zijde vergemakkeljjlt. De handel heeft een nieuw lijdensjaar achter den rug. In zijn algemeenen toestand is geen verbetering merkbaar geweest. Nu en dan een flikkering, maar over het algemeen kwijning. Op het gebied van zedelijken vooruitgang is de openbare school een lichtpunt; de voordee len daarvan laten zich niet zoo onmiddellijk plukken, maar na nog eenige weinige jaren zal zich de weldadige invloed dier inrichtingen doen gevoelen. De armen treden met weemoed het nieuwe jaar inzelfs geen hoop op eenigen oogst. Zelden, zoo ooit, is op Cura9ao de droogte zoo fel geweest. In jaren van droogte mag men een goeden zoutoogst verwachtenzoo deze verwachting niet teleurgesteld wordt, dan is ten minste het dagelijksch brood van menigeen uit don arbei denden stand verzekerd. Tegen Woensdag namiddag was de raad der gemeente Cortgene bijeengeroepen ter be handeling van een ingekomen schrijven van den heer mr. C. de Witt Hamer, schoolopziener in het district Goes. Genoemde heer maakte bezwaar tegen het raadsbesluit van 24 Januari aangaande de vaststelling van het tractement op J 850 van het nieuwe hoofd der school met akte Fransch. Een voorstel der meerderheid van burg. en weth. naar aanleiding van genoemd bericht werd na eenige bespreking niet 5 tegen 2 stemmen aangenomen. Volgens dat voorstel is het tractement op 850 vastgesteld maai de verplichting van aanteekening voor de Fransche taal vervallen. De heer J. J. van Doeselaar te Hoek is benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan de open bare school in de kom der gemeente St. Phi- lipsland. Een schutter te Purmerend, die uit subjec tieve gehoudenheid aan het 4e gebod, verklaarde op Zondag niet te kunnen schutteren, is door den schuttersraad gevonnist. Van dat vonnis heeft hij bij den minister ontheffing aangevraagd. Maar bij inissÏTC van 17 Januari beeft do mi nister van justitie dit geweigerd, en wel bij een schrijven onderteekend, namens hem, door den secretaris-generaal F. J. van Beyma. (Std.) AARDAPPELENTEELT. II. (Slot.i Wanneer moet men de aardappels poten «Als 't tijd is Ja, natuurlijk, maar wanneer is het tijdGewoonlijk zet men ze veel te vroeg, tengevolge waarvan de groei zeer onre gelmatig isze hebben dan te worstelen tegen koude, hagel, sneeuw soms, regen, wind etc. etc. Elke plant heeft een zekere hoeveelheid warmte noodig om te kunnen groeien, bloeien en vruchten te dragenhoe regelmatiger ze die warmte nu krijgt, hoe beter deze over den geheelen groei wordt verdeeld, hoe gezonder de plant leeft en hoe meer kansen er bestaan voor haar welslagen. Men zet niet te gauw te laat. De heer Ponsard, een Franschmah, teelde altijd gebeuren zal Moet gij niet toegeven dat alle kansen tegen u zijn riep Lady Gethin bedroefd, doch met groote belangstelling uit. -- «Er is geloof en er is instinct", zei Glynn, «het diepste, het vreemdste waartegen men niet kan redeneerenZullen wij ooit het waarom begrijpen dat buiten en boven onze stoffelijke zintuigen is Nooitzei Lady Gethin met overtui ging. «Er is iets, dat wij niet kunnen be schrijven of peilen en dat ons beweegt, alsof een tweede wezen in ons boven het alledaagsche ik verheven werd maar dat zien anderen niet. En wij mogen ook niet op die denkbeeldige ingevingen vertrouwenwij moeten in het tegenwoordige leven, bij het licht van die ongemeene eigenschap, het gezond verstand raadplegen. Zulke droomerige neigingen passen niet bij udie ongelukkige zaak heeft uw verstandelijk evenwicht verstoord, Hugo. Gij hebt uw best gedaan om dat meisje te vinden. Zij heeft volstrekt geen rechten op u. Gij moet haar uit uw hoofd zetten en uw leven opnieuw beginnen." «Dat geloof ik ook", hernam hij peinzend, «maar het zal moeilijk zjjn. Zonderling ge noeg, vond ik, toen ik thuis kwam, een brief van Lambert nit Liverpool, om mij te melden dat hij den volgenden dag naar New-York vertrok, waar hij hoopte zijn dochter op het spoor te komen. Hij moet door Londen ge komen zijn en het verbaast mij dat hij niet bij mij geweest is. Ik dacht niet dat hij mij zou ontweken hebben." «Dat lijkt zonderling", zei Lady Gethin, «maar laat mij die photographie van zijn in 't groot aardappelen en had ook altijd met ziekte in zijn gewas te kampen. Dit deed hem vele proefnemingen doen en eindelijk meende hij de gevreesde plaag te kunnen voorkomen, althans te kunnen verminderen, door een vroege poting. Hij zette zijn aardappelen zoo om en bij 1 Juni. In 1860 had hij het ongeluk al zijn pas opgekomen knollen op den 20 Juni te zien afgevroren. Dat was een slag, maar wat doet de man? Zooveel mogelijk oude aardappelen opkoopen en opnieuw weer poten. Driemaanden later, den len October had hij een gewas als nooit te voren -, mooie, groote, gave knollen, heerlijk van smaak. Mocht dit aangehaalde voorbeeld er toe leiden, om eens met een late poting een proef te nemen. Over 't algemeen worden de aardappels veel te dicht in mekaar gezetmen wil veel van den grond trekken, maar slaat daartoe vaak den verkeerden weg in. Ruimte, dat zij en blijve het wachtwoord. Niet in alle voren ge poot, maar om de tweede of om de derde. In Vlaanderen zet men de aardappelen op 70 a 80 c. M. afstands van elkaar in de rijen, die door een tusschenruimte van 1 M. van elkaar gescheiden zijn. Toch wordt de grond door het loof bedekt, wat wel een bewijs is voor een krachtig gewas. Waar de planten elkaar het voedsel betwisten, hoe kan daar nu sprake zijn van ontwikkeling, van een weelderig leven, en hoe wil men daar nog hopen op rijkdom van gewin Hier en daar worden de aardappels ook aan geaard er zijn er die 't aanraden, maar er zijn er ook die 't ontraden. De. eerste zeggen: «een aardappel groeit op een bepaalde diepte het liefst, elke ophooging met aarde vermeerdert de diepe ligging en vermindert daardoor de ontwikkeling." De laatsten meenen, dat het getal uitloopers van den wortel en daarmee dat der knollen vermeerdert, en wij Wij mee nen het nut der aanaarding twijfelachtig te moeten noemen. Wil men deze kunstbewerking echter verrichten, dat men dan, bij het gebruik van den handhak, niet de fijne vezelworteltjes beschadige, daar anders het nadeel zeker grooter zal zijn, dan het gewaande voordeel. Kudelstaart, 19 Jan. 1889. G. Dnos. Maandag morgen vroeg is een scheepmaker A. de K., te Middelburg woonachtig, werk zaam op de Maatschappij de Schelde te Vlissin- gen, uit zijne woning gegaan, en na dien tijd heeft men van hem niets meer vernomen. De reis per stoombarge, waarmede hij gewoon was naar Vlissingen te gaan, heeft hij niet mede gemaakt en aan den Kanaaldijk nabij de Win- terstraat alhier zijn enkele hem behoorende goederen gevonden. Er bestaat vermoeden dat hem een ongeluk zal overkomen zijn. Ofschoon het verdwijnen van De K. ons reeds vroeger bekend was hebben wij gemeend met de vermelding ervan te moeten wachten tot de politie de zaak ter hand nam en het feit daardoor een publiek karakter kreeg. Uit Vlissingen meldt men ons Woensdag avond had van wege het departe ment Vlissingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen eene bijeenkomst met dames plaats, waarin als spreker optrad de heer F. D. Henny van Utrecht. Voor de pauze droeg de spreker eene door hem vervaardigde novelle voor, ge titeld de Vrek; na de pauze werden verschil lende stukjes voorgedragen, van buitengewoon gemengden inhoud en getiteld: de Pijpekop, Aan 's konings dochterop haar 7tn verjaardag, Wedstrijd in Hreciteeren en P)e vertrapte pier. De bijeenkomst was buitengewoon slecht be zocht, behalve het bestuur door slechts 5 leden en een 15tal dames. Het spreekwoord «onbe kend maakt onbemind", deed zich hier in al zijn kracht gelden. Hoewel dikwijls blijkt dat een spreekwoord geen waar woord is, was gisteren avond het voordeel geheel aan de zijde der te huis geblevenen. Des sprekers voordrachten waren in alle op zicht beneden het middelmatige, ja voor eene volksvoordracht zon het gehalte in elk opzicht nog te min zijn geweest. De commissie voor deze lezingen is in den laatsten tijd met hare keuze van sprekers zeer „Inr—-■ dochter eens zienik wist niet dat gij die bij u hadt, anders had ik er reeds eerder naar gevraagd." Glynn haalde een klein taschje uit, waarin de photographie zorgvuldig bewaard was en gaf haar dat. Mevrouw Gethin bekeek haar lang en peinzend. «Een lief gezichtje", zei zij, «maar wel wat droevig, een lieve uitdrukking. Het komt mij eenigszins bekend voor. Photographieën geven zelden een zeer juiste voorstelling en misschien ziet zij er heel anders uit dan men zou denken; maar ik wilde dat ik wistaan wie zij mij herinnert." «Het is niet gelukkig voor Elsie geweest, dat haar gelaat herinneringen opwekt. Ik ben vast overtuigd, dat, indien zij niet te Auteuil de aandacht van Deering getrokken had, zij nog rustig onder de hoede van haar vader zou leven." «Wilt gij daarmede zeggen dat gij denkt dat iemand van den stand, van het aanzien en met het karakter van Deering zich met zulke schurkenstreken zou inlaten Hugo 1 dat is al te bespottelijk «Dat weet ik wel en verzet mij ook altijd tegen dat denkbeeldmaar toch verrijst het vaak als een dichten nevel boven den poel van weifelingen, waarin ik verzonken ben. Evenwel weet hij nu niet waar zij is, al moge hij ook verantwoordelijk zjjn voor haar ver dwijnen hij zoekt haar nu zelf. De Fransche detective liet dat de laatste maal, toen ik bij hem was, blijken." «Gij kunt er van op aan, dat haar vader weet dat zij zich in Amerika bevindt." ongelukkig geweest, 'tls te bejammeren dat zij zich geene betere informatiën van onbekende sprekers weet te verwerven. Heden is op de werf der koninklijke maatschappij de Schelde te Vlissingen de kiel gelegd van het stoomschip no 68, zijnde het eerste van de vier stoomschepen, die op de genoemde fabriek voorde koninkl. paketvaart maatschappij zullen worden gebouwd. Ons wordt uit Vlissingen geschreven: Door eenige dilettanten leden van de Werkmansvereeniging met medewerking van een paar dames, werd in de vorige week eene tooneelvoorstelling gegeven in de zaal»Kuypers", ten voordeele van de- weduwe Huijbregtse, die eenigen tijd geleden, haar man door den dood verloor en met vier kleine kinderen hulpbe hoevend overbleef. Zoowel het doel als het goed gekozen pro gramma, deed eene drukke deelneming ver wachten, doch de uitgebroken brand in de wascliinrickting alhier, even vóór den aanvang der uitvoering, deed een aantal bezoekers weg blijven. Toch mochten de uitvoerders met tevre denheid op hun edel werk terugzien daar de opbrengst bruto 74 heeft bedragen, die geheel ten voordeele der weduwe komtdaar alle kosten door deze dilettanten uit liunne kas werden betaald. Te Vlissingen viel gisteren in de Koren straat een jongeling van een steiger, waardoor hij eene verwonding in de zijde bekwam. Na in het garnizoenshospitaal verbonden te zijn, is hij per brancard naar de woning zijner ouders vervoerd. Zijn toestand is bevredigend. Uit Bruinisse wordt ons geschreven Naar aanleiding van de in verschillende dagbladen voorkomende onnauwkeurigheden ten aanzien van den in hechtenis genomen post ambtenaar O., diene dat, zooals trouwens in dit blad reeds werd gemeld, die ambtenaar niet voortvluchtig was, doch, geschorst zijnde, bij zijne familie alhier verbleef, terwijl hij, als zijnde zich oogenschjjnlijk geen kwaad bewust, zooals hij gewoon was, in het openbaar zich bewoog. Den rijksveldwachter ontmoetende toonde O. niet de •minste ontroering, doch bij het verne men dat hij zijn arrestant was, was hij als het ware verplet van den schrik. Indien O. had willen of moeten vluchten, had hij van Zater dag tot Maandagmiddag alle mogelijke gele genheid gehad om zich uit de voeten te maken Voor zoover tot heden bekend, scheen hij zich van verduistering van gelden, die, zooals het gerucht wil, tusschen de 600 en 700 zou bedragen, of valschheid in registers, niets bewust, en heeft zijne familie in ieder geval daarvan nooit iets vernomen. Het hulpkantoor der posterijen te Zonne- nïaire wordt belast met de behandeling van aangeteekende brieven, eene aangegeven waarde van 600 te bovengaande. Vanwege het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen is naar men ons uit Ossenisse schrijft eene aanvraag ge daan om in de geul vóór den Hoogland en een gedeelte van den Nijspolder nabij den mond van het Hellegat eene mosselvissckerij aan te leggen. Tot dit plan is men gekomen aangezien reeds sedert eenige jaren in deze geul mosselen voorkomen, zonder aldaar gezaaid te zijn. Naar men verneemt hebben zich, terwjjl de tijd tot solliciteeren nog tot 1 Febr. open staat, reeds 32 sollicitanten aangemeld voor de betrekking van kapelmeester van het muziek korps der dd. schutterij te 's Bosch. De telephonische geleiding tusschen Dord recht en Amsterdam over Rotterdam is dezer dagen beproefd en heeft uitnemend voldaan. Een tarief voor het telephonisch verkeer tusschen beide steden is nog niet vastgesteld. Te Breda hebben sedert eenige dagen ernstige vechtpartijen plaats tusschen de leer lingen der departementschool en jongens van de lucifersfabrieken. De vechtpartijen grijpen plaats tegen 12 uur. De politie heeft de mede werking van ouders en onderwijzers ingeroepen, om ongelukken te voorkomen, daar de strjjd- lustigen.nu zelfs met messen en kamerrevolvers moeten gewapend zijn. O «Denkt gij dat Ik betwijfel het." «Het verbaast mij dat hij niet vertrouwe lijker met u is. Weet hij dat gij verliefd op haar waart?" «Neen, zeker niet." «De heele zaak is en blijft onbegrijpelijk Laat mij dat portret nog eens zien. Aan wie doet zij mij denken Geen antwoord op die vraag vindende, sloot zij het taschje en gaf het aaii Glynn terug. Om over iets anders te spreken ried zij hem aan zijne vroegere gewoonten te hervatten en meer met zijne vrienden te verkeeren. «Het zal uwe kansen om uw verloren geliefde terug te vinden niet verminderen, integendeel mis schien vermeerderen, want, als gij ooit iets van haar verneemt, zal het toch bij toeval zijn. In onze kleine wereld is nog nooit iemand werkelijk vorloren geraakt, tenzij de dood zijn vleugelen over haar heeft uitge spreid." «Ja, ik zal haar waarschijnlijk wel eenmaal vinden maar hoe en waar zei Glynn op smartelijken toon. «In alle geval zal ik uw raad opvolgen Ik zal trachten die voorloopige loomheid af te schudden en, ofschoon ik geen slag heb van mooie toespraken te houden, moet gij mij. gelooven dat ik u zeer dankbaar ben voor uw medegevoel en uw ver draagzaamheid ik weet waarlijk niet, wat ik zonder u zou moeten beginnen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 2