NP. 23. 132e|Jaargang. 1889. Maandag 28 Januari. Middelburg .26 Januari. Brieven oil Canada. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentïën20 cent per regek Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ONDERWIJS. RECHTSZAKEN. UIT STAD EN PROVINCIE. ii]iii)riii(ii(.siin; Tliermometer. Middelburg 26 Jan. vm. 8 u. 42 gr. m. 12 u 47 gr. av. 4 u. 47 gr. F. VerwachtW. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TbolenW. A. van j Advertentlën Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het j aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gbosjean Co. te Brussel. zij des avonds nogworden opgenomen Zuidelijk- Alberta N. W. T. Het meest Westelijke der drie districten, te zamen de Canadian N. W. uitmakende, is Al berta. Dit district is ongeveer groot 107.700 vierkante mijlen, dus meer dan 8 maal zoo groot als Nederland en heelt eene bevolking van nog geen tienduizend zielen, de Indianen niet mede- gerekend. Er is dus nog ruimte genoeg 1 Het land in Alberta is prairieland van ver schillende qualiteit, maar over het algemeen vruchtbaar. Op verscheidene plaatsen vindt men op meerdere of mindere diepte, en in enkele der steile rotsachtige oevers der rivieren on middellijk aan het oppervlak, steenkool. Volgens sommige geologen is het geheele district één reusachtig steenkolenveld. Of dit zoo is, kan ik natuurlek niet heoordeelen, maar in allen geval is de aanwezigheid van die brandstof van onschatbare waarde voor het land, uit hoofde van de geringe hoeveelheid hout, dat men op de prairiën aantreft. Ten noorden der Red Deer rivier wordt meer hout gevonden, maar de winters zijn daar veel strenger en er valt veel meer sneeuw dan ten Zuiden van den Can. Pacific spoorweg. Voor de veeteelt is dat van het grootste belang. Van daar dat men ten Noorden van de Red Deer weinig ot geen ranches aantreft en daar meer aan landbouw gedaan wordt. Dat de door sommige personen geuite bewering als zoude dit district voor landbouw ongeschikt wezen, op onwaarheid berust, blijkt uit bet feit, dat zomertarwe, hier geteeld, in het afge- loopen jaar op de groote jaarlijksche landbouw tentoonstelling te Toronto, waar producten uit all# deelen van Canada met elkaar wedijveren, met den eersten prijs werd bekroond, en van ■waarder gewicht en betere qualiteit bleek te zijn dan de zoo zeer geroemde Manitoba-tarwe. De rivieren, die men in Alberta aantreft en welke hun oorsprong vinden in de Rocky Moun tains zijn alle, met uitzondering der Saskat- chewany, verbazend snel loopend en onbevaar baar. De voornaamste stroomen zijn hierde Kootenay, de Mary, de Belly, de Old Man, de Bow, de Red Deer en de Saskatchewany. De laatste rivier neemt het water van de eerstge- noemden op. Waarschijnlijk zijn deze rivieren eenmaal zeer breed geweest, althans nu vindt men aan weerszijden van den stroom strooken lands die vroeger blijkbaar de bedding der toen malige rivier gevormd hebben. Deprairieën dalen hierin af met terrassen, die dikwijls vrij hellend zijn, of met zoogenaamde cannons. Waar de oever door steile rotsen gevormd wordt, Cut Banks is afdalen onmogelijk daar deze zich hier en daar 100—tOO voet bijna loodrecht verheffen. Men vindt tegenover elke Cut Bank een river-bottom, welke laatste aldus meer of minder tegen den wind beschut is. Op deze strooken lands aan weerszijden der eigenlijke rivier groeit gewoonlijk hout en zij wei-den natuurlijk door de eerste settlers daarom in bezit genomen. Yan daar dat men tegenwoordig een betrekkelijk grooten afstand van eene stad of vlek moet trekken om zulk een onbezetten bottom te vinden. De rivieren zijn ondiep, maar de strooming is sterk (soms 8 Eng. mijl per uur) en gedurende een geruimen tijd van het jaar zeer moeilijk over te komen. Het land is nog nieuw en dus is het aantal bruggen zeer beperkt; men vindt die dan ook slechts bij de voornaamste plaatsen. In het voorjaar en een groot gedeelte van den zomer, wanneer de rivieren zeer gezwollen zijn, kan men die niet ander» dan te paard overzwemmen en de sterke stroom maakt zulk een overtocht soms zeer bezwaarlijk en steeds onaangenaam. Het land wordt echter meer en meer gesetteld en binnen korten tijd zal aan dit bezwaar ook wel tege moet worden gekomen en hier en daar bruggen gebouwd. Zooals ik reeds zeide groeit er zeer weinig hout in de open prairiehier en daar vindt men een) weinig populier- en katoenhout cotton wood), maar dit is uitzondering. De prairieën hier zijn wat men noemt rolling (d. i. eenigs- zins golvend). Dit neemt niet weg dat men op de meeste plaatsen, vooral op de buttes, een verbazend vergezicht heeft en die onmetelijke grasvlakten onwillekeurig aan de zee doen denken. Een schilder zou, dunkt mij, hier in den zomer zjjn hart kunnen ophalen. Een onder gaande zon op de prairieën met de sneeuwtoppen der Rocky Mountains in de verte, een rivier die zich als een reusachtige slang door die groene grasvlakten kronkelt, waarop hier en daar een kudde vee of paarden grazen en wier eento nigheid slechts nu en dan wordt afgebroken door een troepje trekkende Indianen of een eenzaam ruiter, stof genoeg voor een schilderij. Eenzaam zijn die natuurweiden, waarop voor heen duizenden en duizenden buffels ronddoolden zeker. Men kan dagen achtereen reizen zonder een enkel levend wezen te zienmet uitzon dering misschien van een troep half wilde paar den broncosof vee, een lynx of antilope en de kleine prairiehonden {gophers). Nergens heb ik ooit zulk een volmaakte stilte gehbórd, vooral des avonds. Geen enkel geluid treft het oor dan nu en dan het scherpe gehuil van een coyote of prairiewolf. Toch gewent men spoedig aan die oneindige vlakten, ik veronderstel om dezelfde reden die een zeeman de eentonigheid van den Oceaan doet vergeten. Het klimaat in Alberta is, alhoewel zeer veranderlijk, over het algemeen goed. Ik heb hier nog niet lang genoeg gewoond om een eigen oordeel te vellenmaar te rekenen naar hetgeen ik van verscheidene zijden vernomen heb, is het klimaat beter dan in elk ander deel van Canada en verscheidene staten en terreto- ries der Unie. De winters zijn hier niet zoo lang als in het Oosten en alhoewel de kwik soms zeer laag kan dalen en de sneeuw den grond met meer dan een voet kan bedekken, brengen de warme westelijke winden chinooks hierin een aangename verandering^ Zelf heb ik het gezien, hoe zulk een cAmoofcwind in 7 uren al de sneeuw ontdooide over de geheele landstreek. Deze winden komen van de Pacific Coast door de passen der Rocky Mountains. De zomer en herfst en tot nu toe de winter van het afgeloopen en nieuwe jaar zijn hier aller prachtigst geweest. Sinds Augustus viel er geen regen en dagelijks met eene enkele uitzondering geniet men een heerlijken zonneschijn aan een helder blauwen hemel. De nachten zijn ook 's zomers koud, maar zelfs heden, 5 Januari, behoefden wij den ge- heelen dag de deur niet te sluiten. Ik vrees echter dat de winter spoedig in aantocht is. Niet elk jaar is het seizoen zoo gunstig en het gebeurt wel dat de winter reeds in Nov. intreedt. Oude kolonisten berekenen daarom den gemiddelden winter in Zuidelijk Alberta op drie maanden. Dit is werkelijk niet lang voor Noord-West-Amerika, als men daarmede vergelijkt de lange harre winters in sommige deelen van Ontario, Quebec, Manitoba en de Noordelijke Staten on terretories der Ameri- kaansche Unie. En zelfs daar kan een Europeaan het best uithouden, al staat de thermometer nog zoo laag. De atmosfeer toch is zoo droog en op wekkend, dat men de groote koude haast niet voelt. Men kleedt zich natuurlijk warm, blijft zooveel mogelijk in beweging en tart dan de vorst. Wordt deze echter ondersteund door een sterken wind, of komt een blizzard spoken, dan wanneer het niet hoogst noodzakelijk is, zich huiten deurs te begeven doet men voorwaar beter stilletjes te huis te blijven. De natuur heeft dan geen genade en de koude is dan ontegenzeggelijk bar. Domburg Ranche N. W. T. M. S. 5 Jan. 1889. Vrijdag avond las men in de Staatscourant het volgende omtrent den toestand van Z. M. den koning »De koning heeft de beide laatste dagen kalm doorgebracht en heeft veel rust genoten. De krachten blijven ongeveer op dezelfde hoogte. Ue eetlust neemt niet toe." Het officieel bulletin omtrent die toestand luidt heden Z. M. heeft een rustigen nacht doorgebracht en gevoelt zich heden opgewekter. Een landbouwer uit Walcheren schrijft ons Er is toch alweer niet te vergeefs een zijde- lingsch verzoekaan ons afdeelingsbestuur gedaan, getuige de vergadering, verleden week gehouden en waarin wij een en ander vernamen omtrent de bekende nieuwe inrichting te Vlissingen. Onze meening is dat er wel iets ligt in die slachterij, maar dat alleen door de landbouwers daarvan voordeel kan worden behaald, wanneer de fokkerij op eenigzins groote schaal wordt begonnen- En om daartoe te geraken moeten wij eerst ons varkensras verbeteren en dat kost natuurlijk eenigen tjjd. Nu moesten eens de met aardsche goederen rijk gezegenden onder ons beginnen met eenige van die, dooi den heer Nathan aanbevolen rassen, Yorkshire en Tamworth, te laten komen, dan konden we die beestjes gaan bekjjken en zien of ze ons ook bevielen. Het Yorkshire varken is hier genoeg bekend, en de proef, daarmede door onze afdeeling genomen, heeft voorzeker goede resultaten opgeleverd. Van het Tamworth ras werd ons eene afbeelding getoond en wij moeten erkennen dat die «eer aanbevelenswaardige eigenschappen vertoonde. Van de zuivelfabriek hooren wij niets meer. 't Zou toch ióo te bejammeren zijn, wanneer ook dat denkbeeld wederom begraven werd. 't Is verwonderlijk dat men zoo moeielijk samenwerking op eenig gebied schijnt te kun nen verkrijgen. Wij hadden nog moed gehad dat de Nieuwlandsche hoeren, die ons al meer een lesje hebben gegeven, vooral op het gebied van veeteelt, de zaak zouden hebben aange pakt en onder elkaar een fabriek zouden heb ben gesticht, want, onder voorwaarde dat de leveranciers zelfs mede-eigenaren der fabriek zijn, moet zoo iets wel rendeeren, hetgeen men dan- ook op andere plaatsen van ons land reeds heeft kunnen opmerken. Zou het ook niet wen*chelijk zijn dat het gemeentebestuur van Middelburg zich tot de regeering wendde met verzoek dat éen dei- nieuw op te richten landbouw-proefstations in Middelburg worde gevestigd Daarvan zon zeker voor den een voudigsten landbouwer voor deel te behalen zijn, daar zulk eene inrichting op velerlei wijze een vraagbaak kan zijn voor ieder belanghebbende. Wellicht is het ook nuttig dat het hoofd bestuur onzer landbouw-maatschappij zich in deze doe kennen, niet om een bepaalde plaats voor zulk een proefstation in ons gewest aan te wijzen tenzij het dit uit volle overtui ging kunne doen maar alleen om de re geering te verzoeken in Zeeland zulk een in richting te plaatsen. Gelria maakt een zeer juiste opmerking in verhand met de gewoonte om hij den dood van vorstelijke personen een aantal menschen door een gedwongen rouw te treffen in hun bestaan. Volgens het Geldersche blad moest men zoo verstandig zijn, om, wanneer in een hopen wij nog verre toekomst Willem III in den strijd tegen zijn ziekte, bezwijkt, met de dwaze gewoonte van deze uiting van rouw te breken. Toen Wilhelm I van Duitschland op 9 Maart van het vorige jaar overleed, verscheen nog dienzelfden dag een besluit van keizer Friedrich in den Reichsanzeiger, dat deze zaak geheel overliet aan ieders persoonlijk oordeel. >Ten opzichte van den tot nu toe steeds voorgeschreven volksrouw" luidde het besluit, willen wij geen voorschriften geven, maar liever aan het oordeel van ieder Duitscher overlaten hoe hij tegenover den dood van zulk een koning uiting wil geven aan zijn droefheid, en hoever de sluiting zal gaan der verschillende gelegenheden tot uit spanning." Veel naar Duitschland kijken en veel er van overnemen, verlangt Gelria allerminst dat onze regeering doen zal, maar met de navolging van dezen recht vrijzinnigen en waardigen maat regel, wanneer de tijd daar is, zou men de regeering slechts kunnen gelukwenschen. Of men van deze regeering wel zulk een maatregel mag verwachten valt, dunkt ons, te betwijfelen. Onder het opschriftEen nieuwe sport schrijft zekere N. het volgende geestige stukje in het iV. v. d. D. In afwachting van het verslag der Staats commissie voor de defensie, wordt men in het leger ongeduldig en bedenkt allerlei oefeningen. Zoo heeft men nu o. a. ingevoerd het zooge naamde >vliegenvangen". Om aan deze oefening deel te nemen, moet men minstens den rang van kapitein bezitten, bjj uitzondering dien van luitenant. Deze vliegen nu komen, evenals bacteriën, mikrokokken, bacillen, enz., voor in den vorm van punten, komma's, staafjes, op- of neerhalen van letters, enz., en zijn somtjjds niet zichtbaar voor het ongewapend oog. Zij huizen gewoonlijk in lokalen, waar veel papier bjjeen is, en dan het liefst in kazernes, b. v. in de bureelen van de compagnieën, waar de sergeant-majoors en de fouriers hunne dagelijksche bezigheden ver richten. Naar het oordeel van hooggeplaatste personen zjjn ze zeer schadelijk voor de rust van het leger en moeten dus vernietigd worden. Nu gebeurt het wel eens, dat zoo'n sergeant- ajoor een vlieg laat ontsnappen, in plaats van haar dadel jjk te vangen en te dooden. Vangt de kapitein haar nu, dan is het zoo erg niet, want die vernietigt haar dadelijk. Maar nu vliegt het beest ongemerkt naar den majoor of overste en wordt gevangen, dan heeft deze de vlieg van den kapitein gevangen en krijgt een »honne marque." De zaak kan nog grooter uitbreiding krjjgen, wanneer de majoor het zachtzinnig diertje ook aan zjjn lot overlaat en dit naar den kolonel vliegt en gevangen wordt. Dan heeft dus de kolonel de vlieg ge vangen van den majoor, deze verliest een bonne marque en gene krjjgt er een en zoo gaat (het door. Nu heeft de kolonel niet altijd tijd om op vliegen te loeren; dikwijls ontbreekt de lust hem daartoe en laat hij dit daarom meestal over aan den kapitein-adjudant of den vaan deldrager: dan is de kans drie tegen een, dat de kolonel er meer vangt dan de majoor of de overste. Soms ook helpt de majoor-kwartier meester, vooral in den tijd als er groote vliegen rondzwerven, b. v. in het begin van het kwartaal. En nu Bpreekt het wel van zelf, dat degene, die de meeste vliegen voor den kolonel vangt, ook het best genoteerd staat. Zoo wordt het een ware wedloop, wie de grootste buit zal aanbrengen, Tot nu toe was het de vaandel drager, tegen alle regels in, want die mocht eigenlijk niet meedoen; later is het misschien de majoor-kwartiermeester. Eén ding is zeker, dat de sergeant-majoors hij deze oefening het slechtst varen, want daar komen alle doode vliegen weer hij terecht, en zij moeten ze dan verorberen, hetgeen dikwijls groote inspanning vereischt. Daar de oefening in dit »vliegenvangen" volstrekt niet populair is, zoo wordt met groot verlangen uitgezien naar het verslag der Staats commissie. Vrijdag overleed te Arnhem de heer C. J. van Kerkwijk, ijker der maten en gewichten, in den ouderdom van 46 jaar. Na aan de Koninklijke Academie te Delft zijn studie voor ijker volbracht te hebben, werd de heer van Kerkwijk benoemd tot ijker te Brielle, Zierikzee, Middelburg en laatstelijk te Arnhem. De over ledene was zegt de Arnh. Crt. een goed burger en trouw ambtenaar, en was hij een voudig van karakter en levenswijze, allen die hem gekend hebben, prijzen zijn rechtschapen karakter en zijne welwillendheid om anderen van dienst te zijn. Bij kon. besluit is de off. van gez. 2e kl. hij de zeemacht dr A. J. Jelgersma bevorderd tot off. van gez. Ie kl. Verder zijn eervol uit den mil. dienst ontslagen de volgende officieren van gezondheid van het leger in N.-I., allen met verlof hier te lande aanwezig dr S. A. Norden, off. van gez. 2e kl., J. G. E. Machik off. van gez. Ie kl., J. H. van Woel- deren, dir. off. van gez. Ie kl., de twee laatsten met toekenning van pensioen. Bjj kon. besl. is bevorderd tot commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, de heer H. M. Andrée Wiltens, vice-presid. van den raad van Nederlandsch-Indië. Bjj ministerieele beschikking zjjn, met ingang van 1 Februari a., bevorderd tot opzichter van den waterstaat le kl. P. W. Weehuizen, thans opzichter 2e kl.tot idem 2e kl., P. J. M. van der Ven, thans opzichter 3e kl.tot idem 3e kl., L. M. Brouwer, thans opzichter 4e kl. Aan bet slot der zitting van de Eerste kamer, Vrjjdag, drong de heer Regout aan op aanne ming van een conventioneel tarief en kwam de heer Six op tegen het misbruik Tan christe- ljjke leuzen om politieke doeleinden te bereiken. De minister Maekay verdedigde de ministers van buitenlandsche zaken en koloniën, wier optreden zeer nuttig was voor het land, en weer sprak de grieven tegen het beleid der regeering. In het bjjzonder verdedigde hjj het bjjzonder onderwjjs tegenover den heer Alberda. De minister van financiën verklaarde het denkbeeld tot invoering van een conventioneel tarief in overweging te willen nemen. Bjj de Tweede kamer ia ingediend eene wets ontwerp tot bekrachtiging der gewjjzigde bepa lingen voor de heffing van steigerrechten in Zeeland. Prof. Rauweahoff, die zich tot herstel zijner gezondheid in Meran (Zwitserland) bevindt, is zeer ernstig ziek. Het tweede gedeelte van het vergelijkend examen voor hoofd der Bchool te St. Laurens zal plaats hebben a. s. Zaterdag 2 Februari, des morgens te elf uren, in de openbare school in die gemeente. Men sehrjjft aan De Tijd uit Njjmegen, dat het bericht als zou aan het bestuur der rjjkskweekschool voor onderwijzers aldaar mede gedeeld zjjn, dat deze school vóór den aanvang van den nieuwen cursus zou opgeheven worden, onjuist is. Tot nog toe is hjj geen der heeren, die kunnen gerekend worden tot het bestuur dier inrichting te behooren, zoodanige mede- deeling hekend. Arrondissementsrechtbank te Middelburg. Heden, Zaterdag, zjjn veroordeeld wegens: bedelarjj: A. d. S., 21 j., straatmuzikant Zuiddorpe, tot 6 d. h. mishandeling: C. D., 22 j., boeren knecht, Hoek, tot ƒ8 b. s. 6 d. h.A. H., 15 j., werkman, Retranchement, tot 3 d. gev. en J. J., 26 j., arbeider, H. v. K., 21 j., landbouwers knecht, J. v. K., 23 j-, arbeider, allen Schore, en M. v. K., 20 j., landbouwersknecht, Vlake, ieder tot j 8 b. s. 6 d. h., en diefstalJ. V., 58 j., arbeider, en C. W., 38 j., hvr. van C. H., arbeidster, Boschkapelle, rider tot 7 d., M. d. D., 20 j., voermansknecht, Ter- neuzen, tot 14 d., C. d. M.,39j., hvr. van A. B., arbeidster, en J. C. B., 13 j., Oostburg, de le tot 7 d. en de 2e tot 3 d., P. T., 25 j., werkman, Westdorpe, tot 7 d., M. P., 20 j., arbeidster, Kruiningen, tot 3 m., D. K, 11 j., zonder beroep, Vlissingen, tot 4 in. en A. R., 48 j., wed. C. G., Biervliet, tot 3 d. gev. Allen in de kosten. Voor het hof te 's Gravenhage stond Donderdag terecht een inwoner van Stoppel dijk, door de Middelburgsche rechtbank ter zake van verduistering tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Aan beklaagdes eektgenoote was door den looper van een kantoor een kwitantie ten bedrage van 34.46 ter betaling aange boden. Op hare belofte dat het bedrag later betaald zou worden, had de looper de kwitantie achtergelaten, welke door de vrouw aan haren echtgenoot ter hand was gesteld. Beiden hadden later, niettegenstaande het bedrag niet was gekweten, bjj het eerste onderzoek ver klaard dat de kwitantie hjj vertoon voldaan was, hetgeen door beklaagde ook in eerste instantie werd volgehouden. Hjj bekende ter terechtzitting hetgeen hem bjj de dagvaarding ten laste werd gelegd, maar voerde tot zjjne verschooning aan, dat hjj steeds beloofd had en van plan geweest was het bedrag der kwitantie te voldoen. Mr Verschoor meende dat de zaak niet bjj den strafrechter maar bij den burgerlijken rechter thuis behoorde, aangezien er zjjns inziens in deze noch wederrechteljjke toeëigening, noch toeëigening van de kwitantie, nadat deze >hun door vrijwillige afgifte in handen was gekomen," had plaats gehad. Pleiter oordeelde derhalve dat het bewijs, dat hier een strafbaar feit zou zjjn gepleegd, niet geleverd was en concludeerde tot vrijspraak. Advocaat-generaal mr Telders requireerde bevestiging van het vonnis a quo en het hof zal 7 Februari uitspraak doen. (Dbld.) Sommige ingezetenen van Vlissingen schjj- nen, naar uit ons gezonden berichten bljjkt, niet te begrjjpen dat- men eens anders gods dienstige opvatting, al deelt men die niet of keurt men die af, dient te eerbiedigenen dat wie in deze op een anders vrijheid inbreuk maakt, voor zichzeiven het recht daarop verbeurt. Zoo werd in den laatsten tjjd meermalen door een joelende en tierende menigte, die zich vóór de deur posteerde, de orde in de bjjeen- komsten van het Leger des Heils verstoord en zelfs een paar dagen geleden aan het ge bouw van dat leger door het inwerpen van een paar ruiten schade berokkend. Dezer dagen ging men nog verder en werden de kapitein, de luitenant en de uniformdra- gende heilsoldaten door een min of meer luid ruchtige menigte naar hunne respectieve wonin gen begeleid. Vrijdag-avond schean men weder voornemens te zjjn het een of ander uit te halen, want nabjj het oefeningslokaal vereenigde zich een vrjj groot aantal personennatuurlijk ontbraken de nieuwsgierigen niet. De politie trad echter nu krachtiger op dan vroeger, hield de passage voor het lokaal vrjj en noodigde het publiek uit een aangewezen weg te volgen, waaraan voldaan werd. Dank zjj dat optreden kon de oefening ongestoord plaats .hebben en bereikten de heilsoldaten ongehinderd hun .kwartier. Wjj hopen dat de goedgezinden onder het publiek de politie krachtig zullen steunen in haar moeilijke taak om hen, die zich aan zulke balddadigheden schuldig maken, af te houden van meerdere dergeljjke ongeoorloofde pogingen. Naar wij vernemen wordt a. Maandag een proef genomen in hoever het terrein aan het Kanaal, nabjj de Zwemschool alhier, geschikt is om als bouwterrein gebruikt te worden. Dit bericht is, in verband met de loopende geruchten, zeker niet van belang ontbloot. Zondag 3 Februari zal, naar men ons meldt, Excelsior alhier voor hare donateurs en leden eene soire'e-amusante in de groote zaal van het Schuttershof geven. Behalve de mede werking van eenige hh. dilettanten voor piano, viool, zang en voordracht, heeft men zich die ook verzekerd van den bekenden Hollandsehen komiek, den heer A. de Winter van Breda. De heer J. H. Gerlach, predikant bjj de Waalsohe gemeente te Middelburg, schonk aan het alhier garnizoen houdend bataljon infanterie de busten van de koningen Willem 1,11 en III om daarmede het locaal der cautine van d soldaten te versieren,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1