NP. 23.
132e|Jaargang.
1889.
Maandag
28 Januari.
Middelburg .26 Januari.
Brieven oil Canada.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentïën20 cent per regek Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
ONDERWIJS.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
ii]iii)riii(ii(.siin;
Tliermometer.
Middelburg 26 Jan. vm. 8 u. 42 gr.
m. 12 u 47 gr. av. 4 u. 47 gr. F.
VerwachtW. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TbolenW. A. van j Advertentlën
Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het j aan het bureau bezorgd zijn, willen
Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gbosjean Co. te Brussel. zij des avonds nogworden opgenomen
Zuidelijk- Alberta N. W. T.
Het meest Westelijke der drie districten, te
zamen de Canadian N. W. uitmakende, is Al
berta. Dit district is ongeveer groot 107.700
vierkante mijlen, dus meer dan 8 maal zoo groot
als Nederland en heelt eene bevolking van nog
geen tienduizend zielen, de Indianen niet mede-
gerekend. Er is dus nog ruimte genoeg 1
Het land in Alberta is prairieland van ver
schillende qualiteit, maar over het algemeen
vruchtbaar. Op verscheidene plaatsen vindt
men op meerdere of mindere diepte, en in enkele
der steile rotsachtige oevers der rivieren on
middellijk aan het oppervlak, steenkool. Volgens
sommige geologen is het geheele district één
reusachtig steenkolenveld. Of dit zoo is, kan
ik natuurlek niet heoordeelen, maar in allen
geval is de aanwezigheid van die brandstof
van onschatbare waarde voor het land, uit
hoofde van de geringe hoeveelheid hout, dat
men op de prairiën aantreft. Ten noorden der
Red Deer rivier wordt meer hout gevonden,
maar de winters zijn daar veel strenger en er
valt veel meer sneeuw dan ten Zuiden van den
Can. Pacific spoorweg.
Voor de veeteelt is dat van het grootste
belang. Van daar dat men ten Noorden van
de Red Deer weinig ot geen ranches aantreft
en daar meer aan landbouw gedaan wordt. Dat
de door sommige personen geuite bewering
als zoude dit district voor landbouw ongeschikt
wezen, op onwaarheid berust, blijkt uit bet
feit, dat zomertarwe, hier geteeld, in het afge-
loopen jaar op de groote jaarlijksche landbouw
tentoonstelling te Toronto, waar producten uit
all# deelen van Canada met elkaar wedijveren,
met den eersten prijs werd bekroond, en van
■waarder gewicht en betere qualiteit bleek te
zijn dan de zoo zeer geroemde Manitoba-tarwe.
De rivieren, die men in Alberta aantreft en
welke hun oorsprong vinden in de Rocky Moun
tains zijn alle, met uitzondering der Saskat-
chewany, verbazend snel loopend en onbevaar
baar. De voornaamste stroomen zijn hierde
Kootenay, de Mary, de Belly, de Old Man, de
Bow, de Red Deer en de Saskatchewany. De
laatste rivier neemt het water van de eerstge-
noemden op. Waarschijnlijk zijn deze rivieren
eenmaal zeer breed geweest, althans nu vindt
men aan weerszijden van den stroom strooken
lands die vroeger blijkbaar de bedding der toen
malige rivier gevormd hebben. Deprairieën dalen
hierin af met terrassen, die dikwijls vrij hellend
zijn, of met zoogenaamde cannons. Waar de
oever door steile rotsen gevormd wordt,
Cut Banks is afdalen onmogelijk daar deze
zich hier en daar 100—tOO voet bijna loodrecht
verheffen. Men vindt tegenover elke Cut Bank
een river-bottom, welke laatste aldus meer of
minder tegen den wind beschut is. Op deze
strooken lands aan weerszijden der eigenlijke
rivier groeit gewoonlijk hout en zij wei-den
natuurlijk door de eerste settlers daarom in
bezit genomen. Yan daar dat men tegenwoordig
een betrekkelijk grooten afstand van eene stad
of vlek moet trekken om zulk een onbezetten
bottom te vinden. De rivieren zijn ondiep, maar
de strooming is sterk (soms 8 Eng. mijl per
uur) en gedurende een geruimen tijd van het
jaar zeer moeilijk over te komen. Het land is
nog nieuw en dus is het aantal bruggen zeer
beperkt; men vindt die dan ook slechts bij
de voornaamste plaatsen. In het voorjaar en
een groot gedeelte van den zomer, wanneer de
rivieren zeer gezwollen zijn, kan men die niet
ander» dan te paard overzwemmen en de sterke
stroom maakt zulk een overtocht soms zeer
bezwaarlijk en steeds onaangenaam. Het land
wordt echter meer en meer gesetteld en binnen
korten tijd zal aan dit bezwaar ook wel tege
moet worden gekomen en hier en daar bruggen
gebouwd.
Zooals ik reeds zeide groeit er zeer weinig
hout in de open prairiehier en daar vindt
men een) weinig populier- en katoenhout cotton
wood), maar dit is uitzondering. De prairieën
hier zijn wat men noemt rolling (d. i. eenigs-
zins golvend). Dit neemt niet weg dat men
op de meeste plaatsen, vooral op de buttes, een
verbazend vergezicht heeft en die onmetelijke
grasvlakten onwillekeurig aan de zee doen
denken.
Een schilder zou, dunkt mij, hier in den
zomer zjjn hart kunnen ophalen. Een onder
gaande zon op de prairieën met de sneeuwtoppen
der Rocky Mountains in de verte, een rivier die
zich als een reusachtige slang door die groene
grasvlakten kronkelt, waarop hier en daar een
kudde vee of paarden grazen en wier eento
nigheid slechts nu en dan wordt afgebroken
door een troepje trekkende Indianen of een
eenzaam ruiter, stof genoeg voor een schilderij.
Eenzaam zijn die natuurweiden, waarop voor
heen duizenden en duizenden buffels ronddoolden
zeker. Men kan dagen achtereen reizen zonder
een enkel levend wezen te zienmet uitzon
dering misschien van een troep half wilde paar
den broncosof vee, een lynx of antilope en
de kleine prairiehonden {gophers). Nergens
heb ik ooit zulk een volmaakte stilte gehbórd,
vooral des avonds. Geen enkel geluid treft het
oor dan nu en dan het scherpe gehuil van een
coyote of prairiewolf.
Toch gewent men spoedig aan die oneindige
vlakten, ik veronderstel om dezelfde reden
die een zeeman de eentonigheid van den Oceaan
doet vergeten.
Het klimaat in Alberta is, alhoewel zeer
veranderlijk, over het algemeen goed. Ik heb
hier nog niet lang genoeg gewoond om een
eigen oordeel te vellenmaar te rekenen naar
hetgeen ik van verscheidene zijden vernomen
heb, is het klimaat beter dan in elk ander deel
van Canada en verscheidene staten en terreto-
ries der Unie. De winters zijn hier niet zoo
lang als in het Oosten en alhoewel de kwik
soms zeer laag kan dalen en de sneeuw den
grond met meer dan een voet kan bedekken,
brengen de warme westelijke winden chinooks
hierin een aangename verandering^ Zelf heb
ik het gezien, hoe zulk een cAmoofcwind in 7
uren al de sneeuw ontdooide over de geheele
landstreek. Deze winden komen van de Pacific
Coast door de passen der Rocky Mountains. De
zomer en herfst en tot nu toe de winter van
het afgeloopen en nieuwe jaar zijn hier aller
prachtigst geweest. Sinds Augustus viel er
geen regen en dagelijks met eene enkele
uitzondering geniet men een heerlijken
zonneschijn aan een helder blauwen hemel. De
nachten zijn ook 's zomers koud, maar
zelfs heden, 5 Januari, behoefden wij den ge-
heelen dag de deur niet te sluiten. Ik vrees
echter dat de winter spoedig in aantocht is.
Niet elk jaar is het seizoen zoo gunstig en
het gebeurt wel dat de winter reeds in Nov.
intreedt. Oude kolonisten berekenen daarom
den gemiddelden winter in Zuidelijk Alberta
op drie maanden. Dit is werkelijk niet lang
voor Noord-West-Amerika, als men daarmede
vergelijkt de lange harre winters in sommige
deelen van Ontario, Quebec, Manitoba en de
Noordelijke Staten on terretories der Ameri-
kaansche Unie.
En zelfs daar kan een Europeaan het best
uithouden, al staat de thermometer nog zoo
laag. De atmosfeer toch is zoo droog en op
wekkend, dat men de groote koude haast niet
voelt. Men kleedt zich natuurlijk warm, blijft
zooveel mogelijk in beweging en tart dan de
vorst. Wordt deze echter ondersteund door
een sterken wind, of komt een blizzard spoken,
dan wanneer het niet hoogst noodzakelijk
is, zich huiten deurs te begeven doet men
voorwaar beter stilletjes te huis te blijven.
De natuur heeft dan geen genade en de koude
is dan ontegenzeggelijk bar.
Domburg Ranche N. W. T. M. S.
5 Jan. 1889.
Vrijdag avond las men in de Staatscourant
het volgende omtrent den toestand van Z. M.
den koning
»De koning heeft de beide laatste dagen kalm
doorgebracht en heeft veel rust genoten. De
krachten blijven ongeveer op dezelfde hoogte.
Ue eetlust neemt niet toe."
Het officieel bulletin omtrent die
toestand luidt heden
Z. M. heeft een rustigen nacht doorgebracht
en gevoelt zich heden opgewekter.
Een landbouwer uit Walcheren schrijft ons
Er is toch alweer niet te vergeefs een zijde-
lingsch verzoekaan ons afdeelingsbestuur gedaan,
getuige de vergadering, verleden week gehouden
en waarin wij een en ander vernamen omtrent
de bekende nieuwe inrichting te Vlissingen.
Onze meening is dat er wel iets ligt in die
slachterij, maar dat alleen door de landbouwers
daarvan voordeel kan worden behaald, wanneer
de fokkerij op eenigzins groote schaal wordt
begonnen- En om daartoe te geraken moeten
wij eerst ons varkensras verbeteren en dat
kost natuurlijk eenigen tjjd. Nu moesten eens
de met aardsche goederen rijk gezegenden
onder ons beginnen met eenige van die, dooi
den heer Nathan aanbevolen rassen, Yorkshire
en Tamworth, te laten komen, dan konden we
die beestjes gaan bekjjken en zien of ze ons
ook bevielen. Het Yorkshire varken is hier
genoeg bekend, en de proef, daarmede door onze
afdeeling genomen, heeft voorzeker goede
resultaten opgeleverd. Van het Tamworth ras
werd ons eene afbeelding getoond en wij moeten
erkennen dat die «eer aanbevelenswaardige
eigenschappen vertoonde.
Van de zuivelfabriek hooren wij niets meer.
't Zou toch ióo te bejammeren zijn, wanneer
ook dat denkbeeld wederom begraven werd.
't Is verwonderlijk dat men zoo moeielijk
samenwerking op eenig gebied schijnt te kun
nen verkrijgen. Wij hadden nog moed gehad
dat de Nieuwlandsche hoeren, die ons al meer
een lesje hebben gegeven, vooral op het gebied
van veeteelt, de zaak zouden hebben aange
pakt en onder elkaar een fabriek zouden heb
ben gesticht, want, onder voorwaarde dat de
leveranciers zelfs mede-eigenaren der fabriek
zijn, moet zoo iets wel rendeeren, hetgeen
men dan- ook op andere plaatsen van ons land
reeds heeft kunnen opmerken.
Zou het ook niet wen*chelijk zijn dat het
gemeentebestuur van Middelburg zich tot de
regeering wendde met verzoek dat éen dei-
nieuw op te richten landbouw-proefstations in
Middelburg worde gevestigd Daarvan zon
zeker voor den een voudigsten landbouwer voor
deel te behalen zijn, daar zulk eene inrichting
op velerlei wijze een vraagbaak kan zijn voor
ieder belanghebbende.
Wellicht is het ook nuttig dat het hoofd
bestuur onzer landbouw-maatschappij zich in
deze doe kennen, niet om een bepaalde plaats
voor zulk een proefstation in ons gewest aan
te wijzen tenzij het dit uit volle overtui
ging kunne doen maar alleen om de re
geering te verzoeken in Zeeland zulk een in
richting te plaatsen.
Gelria maakt een zeer juiste opmerking in
verhand met de gewoonte om hij den dood van
vorstelijke personen een aantal menschen door
een gedwongen rouw te treffen in hun bestaan.
Volgens het Geldersche blad moest men zoo
verstandig zijn, om, wanneer in een hopen
wij nog verre toekomst Willem III in den
strijd tegen zijn ziekte, bezwijkt, met de dwaze
gewoonte van deze uiting van rouw te breken.
Toen Wilhelm I van Duitschland op 9 Maart
van het vorige jaar overleed, verscheen nog
dienzelfden dag een besluit van keizer Friedrich
in den Reichsanzeiger, dat deze zaak geheel
overliet aan ieders persoonlijk oordeel. >Ten
opzichte van den tot nu toe steeds voorgeschreven
volksrouw" luidde het besluit, willen wij geen
voorschriften geven, maar liever aan het oordeel
van ieder Duitscher overlaten hoe hij tegenover
den dood van zulk een koning uiting wil geven
aan zijn droefheid, en hoever de sluiting zal
gaan der verschillende gelegenheden tot uit
spanning."
Veel naar Duitschland kijken en veel er van
overnemen, verlangt Gelria allerminst dat onze
regeering doen zal, maar met de navolging van
dezen recht vrijzinnigen en waardigen maat
regel, wanneer de tijd daar is, zou men de
regeering slechts kunnen gelukwenschen.
Of men van deze regeering wel zulk een
maatregel mag verwachten valt, dunkt ons, te
betwijfelen.
Onder het opschriftEen nieuwe sport schrijft
zekere N. het volgende geestige stukje in het
iV. v. d. D.
In afwachting van het verslag der Staats
commissie voor de defensie, wordt men in het
leger ongeduldig en bedenkt allerlei oefeningen.
Zoo heeft men nu o. a. ingevoerd het zooge
naamde >vliegenvangen". Om aan deze oefening
deel te nemen, moet men minstens den rang
van kapitein bezitten, bjj uitzondering dien van
luitenant.
Deze vliegen nu komen, evenals bacteriën,
mikrokokken, bacillen, enz., voor in den vorm
van punten, komma's, staafjes, op- of neerhalen
van letters, enz., en zijn somtjjds niet zichtbaar
voor het ongewapend oog. Zij huizen gewoonlijk
in lokalen, waar veel papier bjjeen is, en dan
het liefst in kazernes, b. v. in de bureelen van
de compagnieën, waar de sergeant-majoors en
de fouriers hunne dagelijksche bezigheden ver
richten. Naar het oordeel van hooggeplaatste
personen zjjn ze zeer schadelijk voor de rust van
het leger en moeten dus vernietigd worden.
Nu gebeurt het wel eens, dat zoo'n sergeant-
ajoor een vlieg laat ontsnappen, in plaats van
haar dadel jjk te vangen en te dooden. Vangt
de kapitein haar nu, dan is het zoo erg niet,
want die vernietigt haar dadelijk. Maar nu
vliegt het beest ongemerkt naar den majoor
of overste en wordt gevangen, dan heeft deze
de vlieg van den kapitein gevangen en krijgt
een »honne marque." De zaak kan nog grooter
uitbreiding krjjgen, wanneer de majoor het
zachtzinnig diertje ook aan zjjn lot overlaat
en dit naar den kolonel vliegt en gevangen
wordt. Dan heeft dus de kolonel de vlieg ge
vangen van den majoor, deze verliest een bonne
marque en gene krjjgt er een en zoo gaat
(het door.
Nu heeft de kolonel niet altijd tijd om op
vliegen te loeren; dikwijls ontbreekt de lust
hem daartoe en laat hij dit daarom meestal
over aan den kapitein-adjudant of den vaan
deldrager: dan is de kans drie tegen een, dat
de kolonel er meer vangt dan de majoor of de
overste. Soms ook helpt de majoor-kwartier
meester, vooral in den tijd als er groote vliegen
rondzwerven, b. v. in het begin van het kwartaal.
En nu Bpreekt het wel van zelf, dat degene,
die de meeste vliegen voor den kolonel vangt,
ook het best genoteerd staat. Zoo wordt het
een ware wedloop, wie de grootste buit zal
aanbrengen, Tot nu toe was het de vaandel
drager, tegen alle regels in, want die mocht
eigenlijk niet meedoen; later is het misschien
de majoor-kwartiermeester. Eén ding is zeker,
dat de sergeant-majoors hij deze oefening het
slechtst varen, want daar komen alle doode
vliegen weer hij terecht, en zij moeten ze dan
verorberen, hetgeen dikwijls groote inspanning
vereischt.
Daar de oefening in dit »vliegenvangen"
volstrekt niet populair is, zoo wordt met groot
verlangen uitgezien naar het verslag der Staats
commissie.
Vrijdag overleed te Arnhem de heer C. J.
van Kerkwijk, ijker der maten en gewichten,
in den ouderdom van 46 jaar. Na aan de
Koninklijke Academie te Delft zijn studie voor
ijker volbracht te hebben, werd de heer van
Kerkwijk benoemd tot ijker te Brielle, Zierikzee,
Middelburg en laatstelijk te Arnhem. De over
ledene was zegt de Arnh. Crt. een goed
burger en trouw ambtenaar, en was hij een
voudig van karakter en levenswijze, allen die
hem gekend hebben, prijzen zijn rechtschapen
karakter en zijne welwillendheid om anderen
van dienst te zijn.
Bij kon. besluit is de off. van gez. 2e kl. hij
de zeemacht dr A. J. Jelgersma bevorderd
tot off. van gez. Ie kl.
Verder zijn eervol uit den mil. dienst ontslagen
de volgende officieren van gezondheid van het
leger in N.-I., allen met verlof hier te lande
aanwezig
dr S. A. Norden, off. van gez. 2e kl., J. G.
E. Machik off. van gez. Ie kl., J. H. van Woel-
deren, dir. off. van gez. Ie kl., de twee laatsten
met toekenning van pensioen.
Bjj kon. besl. is bevorderd tot commandeur
der orde van den Nederlandschen Leeuw, de heer
H. M. Andrée Wiltens, vice-presid. van den
raad van Nederlandsch-Indië.
Bjj ministerieele beschikking zjjn, met ingang
van 1 Februari a., bevorderd
tot opzichter van den waterstaat le kl. P.
W. Weehuizen, thans opzichter 2e kl.tot idem
2e kl., P. J. M. van der Ven, thans opzichter
3e kl.tot idem 3e kl., L. M. Brouwer, thans
opzichter 4e kl.
Aan bet slot der zitting van de Eerste kamer,
Vrjjdag, drong de heer Regout aan op aanne
ming van een conventioneel tarief en kwam
de heer Six op tegen het misbruik Tan christe-
ljjke leuzen om politieke doeleinden te bereiken.
De minister Maekay verdedigde de ministers
van buitenlandsche zaken en koloniën, wier
optreden zeer nuttig was voor het land, en weer
sprak de grieven tegen het beleid der regeering.
In het bjjzonder verdedigde hjj het bjjzonder
onderwjjs tegenover den heer Alberda.
De minister van financiën verklaarde het
denkbeeld tot invoering van een conventioneel
tarief in overweging te willen nemen.
Bjj de Tweede kamer ia ingediend eene wets
ontwerp tot bekrachtiging der gewjjzigde bepa
lingen voor de heffing van steigerrechten in
Zeeland.
Prof. Rauweahoff, die zich tot herstel zijner
gezondheid in Meran (Zwitserland) bevindt, is
zeer ernstig ziek.
Het tweede gedeelte van het vergelijkend
examen voor hoofd der Bchool te St. Laurens
zal plaats hebben a. s. Zaterdag 2 Februari,
des morgens te elf uren, in de openbare school
in die gemeente.
Men sehrjjft aan De Tijd uit Njjmegen,
dat het bericht als zou aan het bestuur der
rjjkskweekschool voor onderwijzers aldaar mede
gedeeld zjjn, dat deze school vóór den aanvang
van den nieuwen cursus zou opgeheven worden,
onjuist is. Tot nog toe is hjj geen der heeren,
die kunnen gerekend worden tot het bestuur
dier inrichting te behooren, zoodanige mede-
deeling hekend.
Arrondissementsrechtbank te Middelburg.
Heden, Zaterdag, zjjn veroordeeld wegens:
bedelarjj: A. d. S., 21 j., straatmuzikant
Zuiddorpe, tot 6 d. h.
mishandeling: C. D., 22 j., boeren
knecht, Hoek, tot ƒ8 b. s. 6 d. h.A. H., 15 j.,
werkman, Retranchement, tot 3 d. gev. en J. J.,
26 j., arbeider, H. v. K., 21 j., landbouwers
knecht, J. v. K., 23 j-, arbeider, allen Schore,
en M. v. K., 20 j., landbouwersknecht, Vlake,
ieder tot j 8 b. s. 6 d. h., en
diefstalJ. V., 58 j., arbeider, en C. W., 38 j.,
hvr. van C. H., arbeidster, Boschkapelle, rider
tot 7 d., M. d. D., 20 j., voermansknecht, Ter-
neuzen, tot 14 d., C. d. M.,39j., hvr. van A. B.,
arbeidster, en J. C. B., 13 j., Oostburg, de le
tot 7 d. en de 2e tot 3 d., P. T., 25 j., werkman,
Westdorpe, tot 7 d., M. P., 20 j., arbeidster,
Kruiningen, tot 3 m., D. K, 11 j., zonder beroep,
Vlissingen, tot 4 in. en A. R., 48 j., wed. C. G.,
Biervliet, tot 3 d. gev.
Allen in de kosten.
Voor het hof te 's Gravenhage stond
Donderdag terecht een inwoner van Stoppel
dijk, door de Middelburgsche rechtbank ter zake
van verduistering tot 6 maanden gevangenisstraf
veroordeeld. Aan beklaagdes eektgenoote was
door den looper van een kantoor een kwitantie
ten bedrage van 34.46 ter betaling aange
boden. Op hare belofte dat het bedrag later
betaald zou worden, had de looper de kwitantie
achtergelaten, welke door de vrouw aan haren
echtgenoot ter hand was gesteld. Beiden
hadden later, niettegenstaande het bedrag niet
was gekweten, bjj het eerste onderzoek ver
klaard dat de kwitantie hjj vertoon voldaan
was, hetgeen door beklaagde ook in eerste
instantie werd volgehouden.
Hjj bekende ter terechtzitting hetgeen hem
bjj de dagvaarding ten laste werd gelegd, maar
voerde tot zjjne verschooning aan, dat hjj steeds
beloofd had en van plan geweest was het bedrag
der kwitantie te voldoen.
Mr Verschoor meende dat de zaak niet bjj
den strafrechter maar bij den burgerlijken
rechter thuis behoorde, aangezien er zjjns inziens
in deze noch wederrechteljjke toeëigening, noch
toeëigening van de kwitantie, nadat deze >hun
door vrijwillige afgifte in handen was gekomen,"
had plaats gehad. Pleiter oordeelde derhalve
dat het bewijs, dat hier een strafbaar feit zou
zjjn gepleegd, niet geleverd was en concludeerde
tot vrijspraak.
Advocaat-generaal mr Telders requireerde
bevestiging van het vonnis a quo en het hof
zal 7 Februari uitspraak doen. (Dbld.)
Sommige ingezetenen van Vlissingen schjj-
nen, naar uit ons gezonden berichten bljjkt,
niet te begrjjpen dat- men eens anders gods
dienstige opvatting, al deelt men die niet of
keurt men die af, dient te eerbiedigenen
dat wie in deze op een anders vrijheid inbreuk
maakt, voor zichzeiven het recht daarop verbeurt.
Zoo werd in den laatsten tjjd meermalen
door een joelende en tierende menigte, die zich
vóór de deur posteerde, de orde in de bjjeen-
komsten van het Leger des Heils verstoord
en zelfs een paar dagen geleden aan het ge
bouw van dat leger door het inwerpen van
een paar ruiten schade berokkend.
Dezer dagen ging men nog verder en werden
de kapitein, de luitenant en de uniformdra-
gende heilsoldaten door een min of meer luid
ruchtige menigte naar hunne respectieve wonin
gen begeleid.
Vrijdag-avond schean men weder voornemens
te zjjn het een of ander uit te halen, want
nabjj het oefeningslokaal vereenigde zich een
vrjj groot aantal personennatuurlijk ontbraken
de nieuwsgierigen niet.
De politie trad echter nu krachtiger op dan
vroeger, hield de passage voor het lokaal vrjj
en noodigde het publiek uit een aangewezen
weg te volgen, waaraan voldaan werd. Dank
zjj dat optreden kon de oefening ongestoord
plaats .hebben en bereikten de heilsoldaten
ongehinderd hun .kwartier.
Wjj hopen dat de goedgezinden onder het
publiek de politie krachtig zullen steunen in
haar moeilijke taak om hen, die zich aan zulke
balddadigheden schuldig maken, af te houden
van meerdere dergeljjke ongeoorloofde pogingen.
Naar wij vernemen wordt a. Maandag een
proef genomen in hoever het terrein aan het
Kanaal, nabjj de Zwemschool alhier, geschikt
is om als bouwterrein gebruikt te worden.
Dit bericht is, in verband met de loopende
geruchten, zeker niet van belang ontbloot.
Zondag 3 Februari zal, naar men ons
meldt, Excelsior alhier voor hare donateurs en
leden eene soire'e-amusante in de groote zaal
van het Schuttershof geven. Behalve de mede
werking van eenige hh. dilettanten voor piano,
viool, zang en voordracht, heeft men zich die ook
verzekerd van den bekenden Hollandsehen
komiek, den heer A. de Winter van Breda.
De heer J. H. Gerlach, predikant bjj de
Waalsohe gemeente te Middelburg, schonk aan
het alhier garnizoen houdend bataljon infanterie
de busten van de koningen Willem 1,11 en III
om daarmede het locaal der cautine van d
soldaten te versieren,